Ontstemming over het beleid van minister Slotemaker Verstopte Neus? De vorst' DE TWEEDE KAMER UIT HAAR CRITIEK HQNIO's KEUKENSTROO P De weerstoestand Va-tro-nol WOLLEN Wi VlCKS VRIJDAG 4 NOVEMBER 1938 Stuk voor stuk^- door en door solide, bovendien fraai van lijn, modern van kleur Voor zeer vele leden is de voor- naamste grief het ongewijzigd laten der leerlingenschalen Er gaat geen krachtige leiding van hem uit Bijna niets gedaan voor werklooze intellectueelen SLECHTS 5 er. PER PAK Nijverheidsonderwijs Leerlingenschaal Critiek op Amsterdam Kunsten en Wetenschappen Ulo-examen MINISTER VAN DIJK TE SOESTERBERG reist incognito DOOR FRITZ METZNER I.V.C.B.-programma voor Zondag a.s. Slechte vooruitzichten voor Zondag Nog geen rustig en blijvend goed weer te verwachten PAEDAGOGISCH WEEK-END VAN DE GRAAL ÏUWöipUHk! li iü ■tjs' m rheumatiek ;r> (Wordt vervolgd.) Aan het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer inzake de begrooting van Onderwijs voor 1939 is het vol gende ontleend. Van vele zijden gaf men uiting aan zijn toenemende ontstemming over het beleid van den minister, die, naar men meende, te weinig opbouwend werk verricht. Veel wat reeds lang hangen de is, of waarvan de regeling reeds meermalen is gevraagd, of zelfs toege zegd, wacht nog altijd op regeling. Het had zeer vele leden teleurgesteld, dat de minister het niet noodig heeft gevonden, de Kamer op de hoogte te brengen van zijn inzichten omtrent althans de voornaamste van de vele vraagstukken, naar welker oplossing men in en buiten de Kamer met ge spannen aandacht uitziet. Diep betreurden sommige andere le den, dat de minister, die toch deel uit maakt van een kabinet op positief- christeüjken grondslag, feitelijk ge heel afwijzend staat tegenover de sub- sidieering van het bijzonder hooger onderwijs, ja zelfs niet met de Kamer hieromtrent in debat wil treden. Voor zeer vele leden was de voor naamste grief tegen 's ministers be leid, dat hij de leerlingenschalen zoo wel bij het lager als bij het Middel baar en Voorbereidend Hooger .Onder wijs ongewijzigd laat. Hier doet zich pijnlijker dan elders gevoelen, dat aan het hoofd van dit departement een minister staat, van wien geen krachtige leiding uitgaat, c Vrijwel algemeen was men van oordeel, dat 's ministers beleid ten aanzien van de spelling van de Nederlandsche taal de verwarring eer der heeft doen toe- dan afnemen. Er moet op het stuk van de schrijfwijze eenheid en vastheid komen en wel zeer spoedig. Zeer vele leden keurden het af, dat de mi nister aan hot onderwijs een andere spelling dan de spelling-Marchant wil opdringen, hoe wel deze laatste reeds aan millioenen kinde ren is onderwezen en ook buiten de school meer en meer gebruikt wordt. Naar het oordeel dezer leden is er geen an dere oplossing dan deze, dat de regeering er ten spoedigste toe overga, zelf de spelling- 1934 te bezigen. Sommige andere leden kwamen tegen de zen aandrang op. Een aantal leden gaf te kennen, dat een be slissing ten deze niet mag worden genomen, zonder dat Vlaanderen en de overzeesche ge- biedsdeelen te voren ruimschoots in de gele genheid zfjn gesteld hun oordeel omtrent de schrijfwijze van de Nederlandsche taal te doen kennen. Van verschillende zijden werd de meening uitgesproken, dat de resultaten van het onder wijs, het Lager Onderwijs in het bijzonder, niet bevredigend zyn. Er is gebrek aan dif ferentiatie en het onderwijs is niet voldoende op de practijk van het leven gericht. Vele leden waren van oordeel, dat de licha melijke opvoeding van de jeugd, in vergelij king met hetgeen daarvoor elders wordt ge daan, hier te lande onvoldoende verzorgd wordt. Vele andere leden verklaarden hiermede niet te kunnen instemmen, onder meer, omdat aan de verwezenlijking daarvan zeer hooge kosten zouden zijn verbonden. Men drong er op aan, dat de minister zal uiteenzetten in hoeverre van te treffen maat regelen tevens te werk stelling van werklooze onderwijzers en leeraren kan worden verwacht. Gevraagd werd. of de minister een onderzoek wil doen instellen naar de mogelijkheid van toepassing Van radio-uitzending bij het on derwijs. Eenige leden maakten er bezwaar tegen, dat allerlei werken ten behoeve van het onderwijs met rijksgelden worden gesteund of uitgevoerd zonder dat daarvan iets uit de begrooting blijkt, zoodat de Staten-Generaal daarin niet worden gekend. Men achtte het niet toelaatbaar, dat ui de Duitsche school te 's-Gravenhage die toch, voor wat het subsidie betreft, geheel met een Nederlandsche gelijkstaat onderwijs wordt gegeven in een richting, die de Neder landsche regeering als staatsgevaarlijk be schouwt. Opnieuw drongen vele leden er op aan, dat de R.K. economische Hoogeschool te Tilburg op gelijke wijze zal worden be handeld als de Economische Hoogeschool te Rotterdam. Zeer vele leden achtten het gewenscht, dat de collegegelden tot het vroegere peil worden verlaagd en de verplichting tot betaling weer tot vier jaren wordt teruggebracht. De post voor een gewoon hoogleeraar in de vliegtuigbouwkunde vond bijzondere instem ming; aan dezen leerstoel was reeds lang be hoefte. Groote waardeering werd uitgesproken voor den belangrijken arbeid, welken prof. dr. ir. Vening Meinesz in het belang van de weten schap heeft verricht. In verband daarmede be tuigde men instemming met het voorstel de voortzetting van diens diepzee-onderzoek door anderen mogelijk te maken. Gevraagd werd, of de tijd niet rijp is voor de instelling van paedagogische faculteiten. Vele leden betreurden, dat voor de dui zenden werklooze intellectueelen, onder wie vele jongeren zijn, dc regeering nagenoeg niets doet. Het aangevraagde bedrag van ƒ10.000 achtten zij van weinig beteekenis. Als de minister zich beroept op den nood van de schatkist, waarom stelt hij dan uit gaven voor ten behoeve van voorzieningen, die achterwege kunnen blijven in tijden, waarin het geld voor het noodzakelijke niet beschikbaar wordt gesteld? Andere leden waren niet bereid, den minis ter voetstoots het bianco-crediet te geven, v/aarom hij vraagt. Zij wilden eerst vernemen, wat de stichting tot werkverruiming voor aca demisch gevormden ten behoeve van de werk looze aktebezitters wil doen. Op de wijze, als in de memorie van toelich ting bedoeld, is de jonge werklooze onderwij zer niet geholpen, evenmin als het onderwijs gebaat is met de aanwezigheid van vrijwillige onbetaalde hulp in de overvolle klassen. Als eenig middel, dat den jongen werkloozen on derwijzer kan helpen, kan slechts in aanmer king komen verlaging van de leerlingenschaal. Vele leden drongen er opnieuw op aan, dat de minister maatregelen zal treffen tegen de PRO 26-0419* overbelasting van de leeraren bij het voorbe reidend hooger en middelbaar onderwijs. Vele leden spraken als hun oordeel uit, dat, gelet op den toestand van 's Rijks financiën en gezien den nood, waarin het lager onderwijs verkeert, de strenge tospassing van de stopwet toejuiching verdient. Voor een omzetting van rijks-hoogere burgerscholen in bijzondere scho len achtten zij geen reden aanwezig. Zij begre pen niet, welke onderwijsbelang daarmede ge diend kon zijn. Gaarne zou ,men vernemen hoever de mi nister gevorderd is met het ontwerpen van een nieuwe salarisregeling voor de leeraren bij het middelbaar en voorbsreidend hooger onderwijs. Gevraagd werd, of de minister zich reeds een oordeel heeft gevormd over de regeling van de bevoegdheid der ingenieurs, afkomstig van de Technische Hoogeschol, om middelbaar onder wijs te geven. De nieuwe schoolgeldregeling voor het mid delbaar en voor het voorbereidend hooger on derwijs kon bij sommige leden geen instemming vinden; zij achtten deze voor de lagere inko mens te laag. Vele andere leden kwamen hiertegen op en betoogden, dat de geschiktheid voor het mid delbaar en voorbereidend hooger onderwijs niet allereerst verband houdt met de inkomens. Ook andere leden konden zich met de nieuwe regeling niet vereenigen; zij achtten deze voor de hooge inkomens te hoog. Men achtte het van veel nut, dat de minister toezicht houdt op de cursussen voor het ver krijgen van het diploma krachtens de vesti gingswet kleinbedrijf. Men drong er op aan, dat de minister dit particulier initiatief door het toekennen van een rijkssubsidie zal steunen. Zeer vele leden juichten het toe, dat de mi nister ten behoeve van het nijverheidsonderwijs bijna f 190.000 meer aanvraagt, dan het vorige jaar. Er heerscht immers op velerlei gebied een ontstellend tekort aan goed geschoolde jeugdige arbeidskrachten. Gevraagd werd, of de minis ter beschikt over cijfers omtrent de verhouding tusschen geschoolde en ongeschoolde jeugdige arbeiders. Vele leden betoogden wederom de noodzake lijkheid, de driejarige ambachtsschool te her stellen. Vele andere leden achtten de resultaten van de tweejarige cursussen bevredigend. Overigens zouden zij ook uit financieele overwegingen be zwaar maken tegen het herstel van de driejarige opleiding. Tegen de verhooging van den minimum toe- latingsleeftijd tot 13 jaar en 8 maanden maak ten verscheidene leden bezwaar. Verscheidene leden uitten de meening, dat het huidige vakonderwijs niet voldoende beant woordt aan de eischen, die daaraan in het be lang van den arbeider en van het bedrijfsleven moeten worden gesteld. Naar hun meening zou het leerplan geregeld herziening behoeven om aldus voortdurend in overeenstemming te zijn met de eischen van de practijk. Men sprak zijn afkeuring uit over de houding van den inspecteur-generaal van het Nijver heidsonderwijs, die, in strijd met de wettelijke voorschriften, geweigerd heeft een vergadering uit te schrijven van de bijzondere commissie van overleg ter bespreking van de rechtspositie van het onderwijspersoneel, uitsluitend omdat hij 'n dergelijke bespreking overbodig achtte. Zeer vele leden betreurden, dat de mi nister nog steeds geen gevolg heeft gege ven aan den van vele zijden op hem uitgc- oefenden aandrang tot verlaging van dc leerlingenschaal, hoewel van jaar tot Jaar duidelijker blijkt, dat de klassen in het algemeen veel te groot zijn. Slechts door aanstelling van eenige zooge naamde kweekelingcn met akte kon voorkomen worden, dat het onderwijs geheel ontredderd werd. Toch heeft deze maatrégel niet belet, dat tal van klassen overbevolkt zijn, tot groote schade voor het onderwijs, zooals uit het laat ste onderwijsverslag eens te meer duidelijk blijkt. De school dreigt onder deze omstandig heden te ontaarden in een dril-instituut. Dat ook de onderwijzers van dezen toestand het slachtoffer worden, spreekt vanzelf. Velen hunner geraken overspannen, het ziekteverlof is de laatste jaren onrustbarend toegenomen, het percentage afkeuringen is van alle groepen ambtenaren bij de onderwijzers verreweg het hoogst De hier aan het woord zijnde leden drongen er wederom op aan, dat deze zoogenaamde kweekelingcn, die feitelijk onderwijzers zijn, hun rechtvaardige belooning dat is de volle enderwfjaersbezoldiging zullen ontvangen. Andere leden erkenden, dat verlaging van de leerlingenschaal weliswaar gewenscht zou zijn, doch stelden daartegenover, dat de financieele omstandigheden het vooralsnog onmogelijk ma ken de gewenschte verbetering aan te brengen. Eenige leden vroegen, of in deze begrooting niet alsnog kan worden opgenomen een post van f 1.200.000, waaruit voor 2000 zelfstandig werk zame z.g. kweekclingen een vergoeding van 1 600 per jaar zal kunnen worden bekostigd. Deze vergoedingen zouden volgens objectieve normen moeten worden uitgekeerd aan kweeke- lingen, werkzaam in scholen, welke in moeilijke omstandigheden verkeeren. Met bezorgdheid hadden vele leden uit het verslag van den Inspecteur voor de onderwijs opleiding vernomen, dat de resultaten van het kweekschoolonder,wijs in menig opzicht aeer veel te wenschen overlaten. Gevraagd werd of de minister de jongste cijfers wil overleggen betreffende de aantallen gehuwde onderwijzeressen en gehuwde wacht- geldsters en wil mededeelen, hoeveel in totaal aan wachtgelden aan de laatstgenoemde groep werdt uitgekeerd. Is het juist, werd gevraagd, dat, ondanks het feit dat zoowel Ged. Staten als de Kroon de medewerking van de gemeente Amsterdam tot de stichting van twee R. K. bijzondere scholen voor gewoon lager onderlijs over de Schinkel in de omgeving van het Hoofddorpplein aldaar hebben gelast, de raad daarna twee oude leeg staande openbare schoolgebouwen heeft be schikbaar gesteld, dat de- schoolbesturen gé- weigerd hebben deze gebouwen te aanvaarden, omdat deze gebouwen niet gelegen zijn in de buurt, waarvoor deze scholen gevraagd en toe gestaan zijn? De hier aan het woord zijnde leden meen den in het onderhavige geval een voorbeeld te vinden, hoe de gemeente Amsterdam jarenlang de stichting van bijzondere scholen weet tegen te houden, maar er wel zorg voor draagt tijdig over de noodige gebouwen voor openbare scho len in dezelfde buurt te kunnen beschikken. Verscheidene leden vestigden er de aandacht op, dat van tal van kinderen de voedingstoe stand ongunstig en de kleeding gebrekkig is. Zij vroegen, of de minister bereid is door mid del van een rondschrijven de gemeentebesturen op te wekken, aan deze zaak aandacht te be steden. Vele leden verklaarden geen bezwaar te heb ben tegen het eischen van een bepaald mini mum aantal leerlingen voor de scholen voor uitgebreid lager onderwijs. Vele leden hadden met genoegen gezien, dat de minister voorstelt, de uitgaven voor het buitengewoon onderwijs met f 108.000 te ver- hoogen. Met voldoening hadden vele leden kennis genomen van het voorstel tot verhooging van artikel 127 met f 70.000 ten behoeve van het. onderwijs aan schipperskinderen. Gevraagd werd, of de minister bereid is, voor dit onderwijs een inspecteur te benoemen. Vele leden bepleitten een wettelijke regeling van het voorbereidend onderwijs. Zeer vele leden keurden 's ministers in terpretatie van de lager-onderwijswet 1920 af, voor zoover deze betrekking heeft op de concentratie van scholen. De aandacht werd gevestigd op de noodzake lijkheid, de kunstschatten onzer musea tegen aanvallen uit de lucht te beschermen. Wederom werd aangedrongen op een wette lijke regeling ter bescherming van den architec ten- of bouwmeesterstitel. Vele leden betreurden ten zeerste, dat de kunstenaarsvereenigingen, aangesloten bij den Tentoonstellingsraad voor bouwkunst en verwante kunsten, eenparig besloten- hebben geen deel te nemen aan de ten toonstelling te New York. Zij zijn, naar het oordeel dezer leden, terecht hiertoe overgegaan, omdat men bij de regeling van deze tentoonstelling geen rekening heeft gehouden met de belangen van de kunst en de kunstenaars. Naar aanleiding van het voorstel, f 4000 meer uit te trekken ten behoeve van het rijksmuseum voor volkenkunde te Leiden voor den aankoop van Indische cultuurschatten, merkten eenige leden op, dat hierdoor de versnippering met betrekking tot de bewaring van Indische kunstvoorwerpen in de hand wordt gewerkt. Zij zouden er de voorkeur aan geven, indien de regeering het Koloniaal Instituut te Amster dam, dat een algemeener karakter draagt dan het rijksmuseum voor volkenkunde, ruimer steunde. Gevraagd werd, hoever de plannen tot stichting van een nieuw gebouw voor de Koninklijk Con servatorium voor Muziek te 's Gravenhage zijn gevorderd. Wederom drongen vele leden aan op verhoo ging van de subsidie ten behoeve van het Maastrichtsche orkest, dat, in vergelijking met orkesten in andere plaatsen, wel zeer karig bedeeld is. Ook drongen vele leden wederom aan op het verleenen van subsidie voor het Rotterdamsch Philharmon'sch Orkest. De heer Thijssen (S.D.A.P.) heeft inzake het Ulo-examen eea afzonderlijke nota ingediend, waarbij hij het volgende concludeert: ï- Het eindexamen van een school, die de overheid financiert, waarvan de Overheid het leerplan goedkeurt en die onder toezicht staat van de Rijksinspectie, behoort zoo spoedig mogelijk uit particuliere handen te worden genomen en door de Overheid georganiseerd. 2. Daarbij is het gewenscht, het te beperken tot de practische vakken. 3. Dit examen behoort, zooals dat van al onze andere onderwijsinstellingen, een schoolexamen te zijn. Donderdagmiddag heeft de minister van De fensie dr. J. J. C. van Dijk, vergezeld van den luitenant-kolonel van den Generalen Staf A. Q. H. Dijxhoorn, een bezoek gebracht aan de Luchtvaartafdeeling te Soesterberg. Na aankomst begaf Z. Exc. zich naar het kazernement, teneinde dit, vermoedelijk in ver band met legeringstekort, in oogenschouW te nemen. Hierna werd geruimen tijd in het Luchtvaart bedrijf vertoefd. 24 Terwijl in de smederij het werk vlot zijn gang ging, stond gravin Hughen met Maria midden in de dorpsstraat. „Naar het schijnt, verstaat u het dus, Sig- mar voor u te winnen. Eigenlijk is dat heel moeilijk." „Dat kan ik toch niet vinden, mevrouw. Hij houdt vol, als hij beslist iets hebben wil, maar het blijft altijd een vraag, of men het hem ook geven zal." Dat vrije, natuurlijke antwoord deed de gravin lachen. „U schijnt ook heelemaal niet bang te zijn. Vreest u er nooit voor, dat er iets anders achter Sigmar steekt, dat men algemeen denkt?" „U doelt op zijn iandloopersleven en de praatjes in het dorp, mevrouwDaar geef ik werkelijk niet om." „Ik meen het goed met u, Maria. Wij zijn bij den landeigenaar Richter uitgenoodigd. Daar wil men inlichtingen over Sigmar hebben. Nu, wij kennen hem al lang genoeg, en daar wij toch door Altroda kwamen, kunnen wij den heer Richter een en ander wel persoonlijk mededee- Ie klasse Zuid I KerkradeLaura WH—Valkenb. Waubach Palemig RKONSRKWL Sitt. B.— RKNAC Zuid II Wilh.mina RKTVV Kolping Schijndel TreffersSVB Venl. B.Mulo Eendr.Brab. Best Vooruit- Zwaluw Oost VostaVogido Lob. B.—NEO AchillesQuick RVWVDZ GrolAltior West I HMS-GVO NEADe Meer Fortitudo—VVZ Wilskr.—WA West II HBCSJC TYBBSpartaan DOSR—DHL LeonidasSantp. 2e klasse Zuid Ia Be Quick Heugem RapidWolder WWCaesar Marsana— Hendrik Geleen—RKBSV BingelradeVCL Zuid Ib Chèvremont RKONS 2 Hoensbroek Kaalheide Haanrade Simpelveld Amstenrade WH 2 SportclubVTV Zuid Ic ObbtchtNivea SwalrrienLlnne AlmaniaMaasn. EVV—SVS Zuid ld FCV—HSC StevlDEV VIOS— Pannlngen RVV—Tlglia ServatlusDSS Belfeldia Gennep Zuid Ila DNLKVW Virtus—HKI MEVODongen Roosendaal BCO RACNieuw Borgvliet GilzeWVS Zuid lib VSVTubantta Woensel-Wit- Zwart DESK—St. Mich. Gestel Veloc—STV SartoODI Zuid IIc MW—DIO LeonesOVC BVCUnion Boxmeer Brakkenst. MCC-VVLK WVW—SCE Oost a Huihuizen— Zeddam Rattl—Orion St. JanEntos RKHWDVC VVG— 's-Heerenb. Oost b LosserBWO PH—OSV Longa—Zwolle De Zweef Pathm. B. DOS—EMOS West Ia WY—MSV HerthaActif HMS 2—LVV OlympiaZwal. Vooruit RKBVV— Baestum West Ib DOSS—Alw. Forward WA 2— Constantius yic—RKAV gjwal.The Victory West Ila OIV—Vitesse Teylingen Santp. 2 WEDEM ADO—BSM West lib Gr. Willem— Ollveo St. Lodewijk DONK Wilhelmus Bl.-Zwart VEPWP AeolusWL 3e klasse Zuid ïl A DIAPortsche Boys Halsteren DUC KVW 2— MEVO 2 BSC 2Rivea BKaaische B. BSC Victoria—ZW ZundertGast. Sportclub WRInternos C Gr.-Wit— Veersche B. Dongen 2 Zevenb. H. DVO—Mad. B. Advendo WVC DRKTVV 2— VOAB WaspikUno Animo Berkdük—WIK Velocitas RODA E HerculesHEC OSCSporters Vlijm. B.— WVB Schijndel 2— HVC ODCBI.-Geel FTubantia 2 Sparta ELI— Kolping 2 MULO 2—GW, Deuranla NWC UDIRKSW Geldrop Mierlohout G WaalreSPC EIFC Wilh.mina 2 Brabantia 2 Bladella STV 2— Nuenen Hapert Woensel 2 R.-Wlt—VIOD H Montagn. Constantla Volharding De Valk Gennep 2 OSS 2 Juliana Oeffeit I BI.-Wit Unitas Hatert Groesbeek OSS—JVC Astrantia Groesb. B. llllllllllllIIlllIlIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIflIIIIIIIIIIIIIIIIIIItllllllllIltllllllllMV De vooruitzichten voor de weersgesteldheid aan het einde der week en het begin der nieuwe j zijn nog steeds ongunstig. De tijd van het jaar brengt dit trouwens mede. Zij zijn echter on gunstiger geworden dan zij den laatsten tijd zijn geweest, doordat de zeer diepe stormdepres- sies, welke op grooten afstand voorbijtrokken, thans weer gevolgd worden door andere, die i veel dichter bij ons land komen. In den regel 1 komt elke volgende depressie van een serie op - korteren afstand voorbij en wel zoo, dat de drie I eerste van een reeks van vijf een baan volgen, j die over of dicht langs IJsland loopt, waarna de vierde tusschen dit eiland en Schotland en de j vijfde dwars over de Britsche Eilanden naar het Noordoosten of Oostnoordoosten trekt. De eerste drie hebben geen grooteren invloed op de weersgesteldheid bij ons dan dat het weer win- derig en onvast met vrü onbeduidenden regenval i is. De vierde depressie geeft hier stormachtig weer uit het Westen met meer regen en de vijfde is gewoonlijk vergezeld van zwaar storm weer in onze omgeving, over Engeland, de Noordzee, ons land en Denemarken. Na deze treedt gewoonlijk een rustpoos van twee tot drie dagen in of er volgt een groote weersver- andering, die leidt tot een periode van rustig weer. De vierde van een reeks van zeer actieve stormdepressies werd Donderdag gesignaleerd op een afstand van 1200 K.M. ten Westen van J Ierland en kan een etmaal later met haar cen trum dit eiland bereikt hebben en de vijfde depressie kan niet eerder dan twee etmalen later deze omgeving hebben bereikt. Op grond van deze overwegingen kan voor 1 het week-end en Zondag geen goed weer van I eenige stabiliteit worden verwacht. Wanneer het wel en wanneer niet zal regenen kan niet pre- ,i cies worden voorspeld, maar het weer zal de volgende dagen zeer ongestadig en hoogstwaar schijnlijk stormachtig zijn en sterke barometer dalingen, die zich mochten voordoen, moeten worden opgevat als voorteekens van stormweer, 1 eerst uit Z.W. met veel regen, daarna uit West. Het zal tegen Zaterdag afkoelen. Opklaringen zullen derhalve nu nog niet de beteekenis van een algemeene en langdurige weersverbetering i hebben. Voor Zondag geldt dus: Weest op Uw hoede voor regen en wind! (Nadruk verboden). Deze nieuwe druppels genezen opgezwollen slijmvliezen, verwijderen benauwend slijm en laten U weer vrij ademen. Tijdig gebruikt, bij het eerste niezen, voorko men zij vele verkoudheden. -isrU Hieronder volgen nog eenige bijzonderheden over het paedagogisch week-end van de Graal, dat op 5 en 6 November zal gehouden worden In de Centrale voor Katholieke Actie, te Sche- veningen. De Zeereerw. Pater Drs. P. Tummers O.P. zal een inleiding houden, getiteld: „De plaats van de opvoedster ten opzichte van het kind". Mejuffrouw Dra Sis Heyster spreekt over; „Iedere gezonde opvoeding begint bij het kind", terwijl de verdere inleidingen n.l. over het jaar programma 19381939 en over „Bewegingsop voeding" zullen gegeven worden door Vrouwen van Nazareth. Het jaarprogramma 19381939, door het Kruiskinder-departement uitgegeven als richt lijn voor de onderwijzeressen, is wel het uit gangspunt van alle inleidingen en als het ware de practische toepassing van de paedagogische grondslagen, die in de uiteenzettingen belicht worden. m VOORKOMEN WETTIG GEDEP. HANDELSMERK len. Maar.ik zeg het u eerlijk, veel goeds valt er van Sigmar niet te vertellen." Bij deze laatste woorden zag de gravin Maria nauwlettend aan, doch haar gezicht verried niet den minsten twijfel. „Och, van wien vertelt men veel goeds, me vrouw! Ik weet wel, dat u Sigmar heel goed kent, maar ik houd nu eenmaal van hem. Alleen zijn overdreven grappen bevallen mij dikwijls niet, vooral niet als mijn ouders er bij zijn. Zoo beweerde hy bijvoorbeeld vanmorgen nog, dat het heel goed mogeiyk was, dat Ik nog eens een echte vorstin zou worden. Mijn moeder heeft dat ernstig opgenomen, maar ik begryp hem wel." „U houdt het dus voor een grap, Maria?" „Maar, mevrouw! Natuuriyk! Een vorst ziet er heel anders uit. Zeker, iets aparts heeft Sigmar wel, maar een vorstNee, die zwerft niet langs de wegen! Het geeft trouwens geen pas, mevrouw, ln uw tegenwoordigheid een zwer ver met een vorst te vergeiyken. U wilt my wel verontschuldigen." In dc smedery sloeg de hamer er duchtig op los. Sigmar stond met zyn vriend wat opzy en fluisterde met hem. „Wat zeg je er van, Hervard?" „Sigmar!" Dan stilte. De graaf keek heel ernstig. „Sigmar, je meent het toch goed met dat meisje? Ik ben ontroerd en verrast tegeiyk. zy moet vorstin Wernstein worden...Ti Jongen, neem my niet kwalijk.... Ik ken Je immers „Ik dank je, Hervard, maar je bezorgdheid is ongegrond. Nu weet je, waarom ik onder zoo romantische omstandigheden in Altroda bleef. Maar nu heb ik jouw hulp noodig. Je speldt den heer Richter wel allerlei moois op zyn mouw. En verder zorg je, dat Maria onder de liefdevolle bescherming van Edlar komt. En van Edlar naar slot Wernstein is maar een onbeduidende stap. Je bent dat toch met my eens? En je belooft my, ons in alles te helpen? Goed, ga dan je gang maar." De dames kwamen weer op de smedery toe. De schroef was klaar en graaf Hughen be taalde. „Is het ons vergund uw dochter, als toekom stige echtgenoote van onzen vroegeren bediende, voor hedenmiddag op een autotocht mee te nemen, baas Disselhoff? Ik zou graag weer eens een poosje met Sigmar praten," sprak graaf Hughen. De smid stotterde. „Mijn dochter? H'm MijnheerDat gaat toch niet. Maar ja, als mynheer het wenscht, dan is het toegestaan." „Zoudt u willen, Maria?" vroeg gravin Hughen. „O, natuuriyk! Ik ben zelfs heel dankbaar voor deze eer, mevrouw." Even later reed de graaf met zyn vrouw naar het landgoed, terwijl Sigmar hen met zyn Maria nakeek. „jy schijnt een eigenaardigen patroon te hebben gehad, Sigmar. Jullie kyken elkaar aan als oude vrienden." „En dat zyn wij ook, Maria. Ik ben toch met den graaf opgegroeid. Myn vader was al kamerdienaar by den vader van den graaf," fantaseerde Sigmar er op los en ging dan aan Maria's zyde de smedery bin' nen, waar smid Disselhoff hem met een zekeren eerbied ontving. „zy komen! Zy komen!" Hals over kop holde de heer Richter van het raam weg den tuin ln, terwyi zyn dochter Frida van agitatie niet wist waar zU moest blyven. En mevrouw Richter, die toch zelf van adellyke afkomst was, scheen na zoovele jaren wel geheel van den adel vervreemd te zyn, want zy rende, als door een kwaadaardig Insect ge stoken, de eetkamer op en neer. „"Denk je toch eens ln, een echte graaf! Vlug, wij behooren hem buiten voor het bordes te ontvangen. Vlug, Frida! Kind, dan toch! O, jy zult zeker een goede party doen, dat ver zeker ik je! Als zijn.patroon persooniyk naar hier komt, dan heeft Siegfried wel wat te be- teekenen." Frida kon maar niet klaar komen met haar collier. Zy kon het slot niet dicht krygen en daarom wierp zy het ten laatste maar in den wijnkoeler. Even later stond de heele familie Richter buigend in den tuin. „Het is ons een hooge eer, mynheer Hughen en mevrouw De landeigenaar hapte naar lucht. Doch zyn vrouw had nu haar zelfbeheersching herkregen. „Welkom op ons landgoed, mevrouw." Toen werd Frida voorgesteld. Zy maakte een onbeholpen buiging, waarby zy haar vader op de teenen trapte, wat dezen een barschen uit val ontlokte. Het was werkeiyk een opluchting, .toen de Richters zich eindeiyk styf en deftig aan tafel konden zetten. De heer Richter had het reeds erg benauwd in zyn jacquet; hy transpireerde er van. Daar echter graaf en gravin Hughen niet van plan waren, by de Richters te dineeren, kwam de graaf maar ineens met de reden van zyn be zoek voor den dag. „U legde my eenige vragen voor over myn vroegeren bediende, mynheer Richter." „Jawel, en daaraan is my veel gelegen, want ik h'm. Nou ja, dat heeft nog den tyd." „U zoudt natuuriyk niet willen, dat ik u een onjuiste karakteristiek van Warmsteen gaf, niet waar?" „O, nee, beslist niet. Altyd de zuivere waar heid," haastte de heer Richter zich te antwoor den. En zyn vrouw en dochter bevestigden dat antwoord. Wanneer zy echter vermoed had den wat er komen ging „U kent Siegfried toch al lang Hy ver telde, dat hy tien jaar by u was geweest." „Dat klopt, mynheer Richter. Maar nu de eigeniyke punten van uw verzoek om inlich tingen. Ten eerste, is Warmsteen eeriyk? Ten tweede, is hy een betrouwbaar mensch? Ten derde, is hy yverig? Ten vierde, is hy spaarzaam en verstandig?" „Buitengewoon, wat een geheugen hebt u, mynheer Hughen. Ja, zoo had ik het woordelük geschreven. Maar mag ik mevrouw een verfris- sching aanbieden? Ik heb expres ijs laten komen en ook ananas met slagroom. Vruchten wijn en champagne, het staat alles gereed voor myn gasten." Frida sprong al op en belde de twee meisjes, die er voor deze gelegenheid extra verzorgd uit zagen. Doch gravin Hughen sloeg beleefd dankend af en de graaf zelf liet zich door niets onder breken. „U maakte zooeven de opmerking, dat ik een goed geheugen heb. Dat is ook zoo, en daarvan gebruik makend, moet ik u antwoorden, myn heer Richter: Punt één: Niet altyd. Punt twee: Nooit. Punt drie: By na altyd. Punt vier: Heelemaal niet." Het gezicht van den landeigenaar werd steeds langer en somberder, terwyl zyn vrouw en dochter er nog weinig van begrepen, daar zy de volgorde van de vragen niet zoo precies in hun hoofd hadden. „U; mynheer Hughen, u zegt, dat Warmsteen Gerda en Frida, luister «Jat Warmsteen niet altyd eeriyk is. Nooit te vertrouwen, wel meestal viytig, maar heelemaal niet spaarzaam en niet verstandig. Hemel nog toe, wat is hy dan?" „Niet wat hij schijnt," antwoorde de graaf met lichten spot. „Mynheer Hughen! Maar, mynheer Hughen!" De landeigenaar vergat zyn omgeving. Hy was opgesprongen en liep als dol de kamer rond. Hij keerde zich echter plotseling om, toen hy een doffen slag achter zich hoorde.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 2