Ontstemming over het beleid
van minister Slotemaker
Verstopte Neus?
De vorst'
DE TWEEDE KAMER UIT
HAAR CRITIEK
HQNIO's KEUKENSTROO P
De weerstoestand
Va-tro-nol
WOLLEN Wi
VlCKS
VRIJDAG 4 NOVEMBER 1938
Stuk voor stuk^- door en
door solide, bovendien fraai
van lijn, modern van kleur
Voor zeer vele leden is de voor-
naamste grief het ongewijzigd
laten der leerlingenschalen
Er gaat geen krachtige
leiding van hem uit
Bijna niets gedaan voor
werklooze intellectueelen
SLECHTS 5 er. PER PAK
Nijverheidsonderwijs
Leerlingenschaal
Critiek op Amsterdam
Kunsten en Wetenschappen
Ulo-examen
MINISTER VAN DIJK TE
SOESTERBERG
reist incognito
DOOR FRITZ METZNER
I.V.C.B.-programma voor
Zondag a.s.
Slechte vooruitzichten
voor Zondag
Nog geen rustig en blijvend goed
weer te verwachten
PAEDAGOGISCH WEEK-END
VAN DE GRAAL
ÏUWöipUHk!
li iü
■tjs'
m rheumatiek
;r>
(Wordt vervolgd.)
Aan het Voorloopig Verslag der
Tweede Kamer inzake de begrooting
van Onderwijs voor 1939 is het vol
gende ontleend.
Van vele zijden gaf men uiting aan
zijn toenemende ontstemming over het
beleid van den minister, die, naar men
meende, te weinig opbouwend werk
verricht. Veel wat reeds lang hangen
de is, of waarvan de regeling reeds
meermalen is gevraagd, of zelfs toege
zegd, wacht nog altijd op regeling.
Het had zeer vele leden teleurgesteld,
dat de minister het niet noodig heeft
gevonden, de Kamer op de hoogte te
brengen van zijn inzichten omtrent
althans de voornaamste van de vele
vraagstukken, naar welker oplossing
men in en buiten de Kamer met ge
spannen aandacht uitziet.
Diep betreurden sommige andere le
den, dat de minister, die toch deel uit
maakt van een kabinet op positief-
christeüjken grondslag, feitelijk ge
heel afwijzend staat tegenover de sub-
sidieering van het bijzonder hooger
onderwijs, ja zelfs niet met de Kamer
hieromtrent in debat wil treden.
Voor zeer vele leden was de voor
naamste grief tegen 's ministers be
leid, dat hij de leerlingenschalen zoo
wel bij het lager als bij het Middel
baar en Voorbereidend Hooger .Onder
wijs ongewijzigd laat. Hier doet zich
pijnlijker dan elders gevoelen, dat aan
het hoofd van dit departement een
minister staat, van wien geen krachtige
leiding uitgaat,
c
Vrijwel algemeen was men van oordeel, dat
's ministers beleid ten aanzien van de spelling
van de Nederlandsche taal de verwarring eer
der heeft doen toe- dan afnemen. Er moet
op het stuk van de schrijfwijze eenheid en
vastheid komen en wel zeer spoedig.
Zeer vele leden keurden het af, dat de mi
nister aan hot onderwijs een andere spelling
dan de spelling-Marchant wil opdringen, hoe
wel deze laatste reeds aan millioenen kinde
ren is onderwezen en ook buiten de school
meer en meer gebruikt wordt.
Naar het oordeel dezer leden is er geen an
dere oplossing dan deze, dat de regeering er
ten spoedigste toe overga, zelf de spelling-
1934 te bezigen.
Sommige andere leden kwamen tegen de
zen aandrang op.
Een aantal leden gaf te kennen, dat een be
slissing ten deze niet mag worden genomen,
zonder dat Vlaanderen en de overzeesche ge-
biedsdeelen te voren ruimschoots in de gele
genheid zfjn gesteld hun oordeel omtrent de
schrijfwijze van de Nederlandsche taal te doen
kennen.
Van verschillende zijden werd de meening
uitgesproken, dat de resultaten van het onder
wijs, het Lager Onderwijs in het bijzonder,
niet bevredigend zyn. Er is gebrek aan dif
ferentiatie en het onderwijs is niet voldoende
op de practijk van het leven gericht.
Vele leden waren van oordeel, dat de licha
melijke opvoeding van de jeugd, in vergelij
king met hetgeen daarvoor elders wordt ge
daan, hier te lande onvoldoende verzorgd
wordt.
Vele andere leden verklaarden hiermede niet
te kunnen instemmen, onder meer, omdat aan
de verwezenlijking daarvan zeer hooge kosten
zouden zijn verbonden.
Men drong er op aan, dat de minister zal
uiteenzetten in hoeverre van te treffen maat
regelen tevens te werk stelling van werklooze
onderwijzers en leeraren kan worden verwacht.
Gevraagd werd. of de minister een onderzoek
wil doen instellen naar de mogelijkheid van
toepassing Van radio-uitzending bij het on
derwijs.
Eenige leden maakten er bezwaar tegen, dat
allerlei werken ten behoeve van het onderwijs
met rijksgelden worden gesteund of uitgevoerd
zonder dat daarvan iets uit de begrooting
blijkt, zoodat de Staten-Generaal daarin niet
worden gekend.
Men achtte het niet toelaatbaar, dat ui
de Duitsche school te 's-Gravenhage die
toch, voor wat het subsidie betreft, geheel met
een Nederlandsche gelijkstaat onderwijs
wordt gegeven in een richting, die de Neder
landsche regeering als staatsgevaarlijk be
schouwt.
Opnieuw drongen vele leden er op aan,
dat de R.K. economische Hoogeschool te
Tilburg op gelijke wijze zal worden be
handeld als de Economische Hoogeschool
te Rotterdam.
Zeer vele leden achtten het gewenscht, dat
de collegegelden tot het vroegere peil worden
verlaagd en de verplichting tot betaling weer
tot vier jaren wordt teruggebracht.
De post voor een gewoon hoogleeraar in de
vliegtuigbouwkunde vond bijzondere instem
ming; aan dezen leerstoel was reeds lang be
hoefte.
Groote waardeering werd uitgesproken voor
den belangrijken arbeid, welken prof. dr. ir.
Vening Meinesz in het belang van de weten
schap heeft verricht. In verband daarmede be
tuigde men instemming met het voorstel de
voortzetting van diens diepzee-onderzoek door
anderen mogelijk te maken.
Gevraagd werd, of de tijd niet rijp is voor
de instelling van paedagogische faculteiten.
Vele leden betreurden, dat voor de dui
zenden werklooze intellectueelen, onder wie
vele jongeren zijn, dc regeering nagenoeg
niets doet. Het aangevraagde bedrag van
ƒ10.000 achtten zij van weinig beteekenis.
Als de minister zich beroept op den nood
van de schatkist, waarom stelt hij dan uit
gaven voor ten behoeve van voorzieningen,
die achterwege kunnen blijven in tijden,
waarin het geld voor het noodzakelijke
niet beschikbaar wordt gesteld?
Andere leden waren niet bereid, den minis
ter voetstoots het bianco-crediet te geven,
v/aarom hij vraagt. Zij wilden eerst vernemen,
wat de stichting tot werkverruiming voor aca
demisch gevormden ten behoeve van de werk
looze aktebezitters wil doen.
Op de wijze, als in de memorie van toelich
ting bedoeld, is de jonge werklooze onderwij
zer niet geholpen, evenmin als het onderwijs
gebaat is met de aanwezigheid van vrijwillige
onbetaalde hulp in de overvolle klassen. Als
eenig middel, dat den jongen werkloozen on
derwijzer kan helpen, kan slechts in aanmer
king komen verlaging van de leerlingenschaal.
Vele leden drongen er opnieuw op aan, dat
de minister maatregelen zal treffen tegen de
PRO 26-0419*
overbelasting van de leeraren bij het voorbe
reidend hooger en middelbaar onderwijs.
Vele leden spraken als hun oordeel uit, dat,
gelet op den toestand van 's Rijks financiën
en gezien den nood, waarin het lager onderwijs
verkeert, de strenge tospassing van de stopwet
toejuiching verdient. Voor een omzetting van
rijks-hoogere burgerscholen in bijzondere scho
len achtten zij geen reden aanwezig. Zij begre
pen niet, welke onderwijsbelang daarmede ge
diend kon zijn.
Gaarne zou ,men vernemen hoever de mi
nister gevorderd is met het ontwerpen van een
nieuwe salarisregeling voor de leeraren bij het
middelbaar en voorbsreidend hooger onderwijs.
Gevraagd werd, of de minister zich reeds een
oordeel heeft gevormd over de regeling van de
bevoegdheid der ingenieurs, afkomstig van de
Technische Hoogeschol, om middelbaar onder
wijs te geven.
De nieuwe schoolgeldregeling voor het mid
delbaar en voor het voorbereidend hooger on
derwijs kon bij sommige leden geen instemming
vinden; zij achtten deze voor de lagere inko
mens te laag.
Vele andere leden kwamen hiertegen op en
betoogden, dat de geschiktheid voor het mid
delbaar en voorbereidend hooger onderwijs niet
allereerst verband houdt met de inkomens.
Ook andere leden konden zich met de nieuwe
regeling niet vereenigen; zij achtten deze voor
de hooge inkomens te hoog.
Men achtte het van veel nut, dat de minister
toezicht houdt op de cursussen voor het ver
krijgen van het diploma krachtens de vesti
gingswet kleinbedrijf. Men drong er op aan, dat
de minister dit particulier initiatief door het
toekennen van een rijkssubsidie zal steunen.
Zeer vele leden juichten het toe, dat de mi
nister ten behoeve van het nijverheidsonderwijs
bijna f 190.000 meer aanvraagt, dan het vorige
jaar. Er heerscht immers op velerlei gebied een
ontstellend tekort aan goed geschoolde jeugdige
arbeidskrachten. Gevraagd werd, of de minis
ter beschikt over cijfers omtrent de verhouding
tusschen geschoolde en ongeschoolde jeugdige
arbeiders.
Vele leden betoogden wederom de noodzake
lijkheid, de driejarige ambachtsschool te her
stellen.
Vele andere leden achtten de resultaten van
de tweejarige cursussen bevredigend. Overigens
zouden zij ook uit financieele overwegingen be
zwaar maken tegen het herstel van de driejarige
opleiding.
Tegen de verhooging van den minimum toe-
latingsleeftijd tot 13 jaar en 8 maanden maak
ten verscheidene leden bezwaar.
Verscheidene leden uitten de meening, dat
het huidige vakonderwijs niet voldoende beant
woordt aan de eischen, die daaraan in het be
lang van den arbeider en van het bedrijfsleven
moeten worden gesteld. Naar hun meening zou
het leerplan geregeld herziening behoeven om
aldus voortdurend in overeenstemming te zijn
met de eischen van de practijk.
Men sprak zijn afkeuring uit over de houding
van den inspecteur-generaal van het Nijver
heidsonderwijs, die, in strijd met de wettelijke
voorschriften, geweigerd heeft een vergadering
uit te schrijven van de bijzondere commissie van
overleg ter bespreking van de rechtspositie van
het onderwijspersoneel, uitsluitend omdat hij 'n
dergelijke bespreking overbodig achtte.
Zeer vele leden betreurden, dat de mi
nister nog steeds geen gevolg heeft gege
ven aan den van vele zijden op hem uitgc-
oefenden aandrang tot verlaging van dc
leerlingenschaal, hoewel van jaar tot Jaar
duidelijker blijkt, dat de klassen in het
algemeen veel te groot zijn.
Slechts door aanstelling van eenige zooge
naamde kweekelingcn met akte kon voorkomen
worden, dat het onderwijs geheel ontredderd
werd. Toch heeft deze maatrégel niet belet, dat
tal van klassen overbevolkt zijn, tot groote
schade voor het onderwijs, zooals uit het laat
ste onderwijsverslag eens te meer duidelijk
blijkt. De school dreigt onder deze omstandig
heden te ontaarden in een dril-instituut.
Dat ook de onderwijzers van dezen toestand
het slachtoffer worden, spreekt vanzelf. Velen
hunner geraken overspannen, het ziekteverlof
is de laatste jaren onrustbarend toegenomen,
het percentage afkeuringen is van alle groepen
ambtenaren bij de onderwijzers verreweg het
hoogst
De hier aan het woord zijnde leden drongen
er wederom op aan, dat deze zoogenaamde
kweekelingcn, die feitelijk onderwijzers zijn,
hun rechtvaardige belooning dat is de volle
enderwfjaersbezoldiging zullen ontvangen.
Andere leden erkenden, dat verlaging van de
leerlingenschaal weliswaar gewenscht zou zijn,
doch stelden daartegenover, dat de financieele
omstandigheden het vooralsnog onmogelijk ma
ken de gewenschte verbetering aan te brengen.
Eenige leden vroegen, of in deze begrooting
niet alsnog kan worden opgenomen een post van
f 1.200.000, waaruit voor 2000 zelfstandig werk
zame z.g. kweekclingen een vergoeding van
1 600 per jaar zal kunnen worden bekostigd.
Deze vergoedingen zouden volgens objectieve
normen moeten worden uitgekeerd aan kweeke-
lingen, werkzaam in scholen, welke in moeilijke
omstandigheden verkeeren.
Met bezorgdheid hadden vele leden uit het
verslag van den Inspecteur voor de onderwijs
opleiding vernomen, dat de resultaten van het
kweekschoolonder,wijs in menig opzicht aeer
veel te wenschen overlaten.
Gevraagd werd of de minister de jongste
cijfers wil overleggen betreffende de aantallen
gehuwde onderwijzeressen en gehuwde wacht-
geldsters en wil mededeelen, hoeveel in totaal
aan wachtgelden aan de laatstgenoemde groep
werdt uitgekeerd.
Is het juist, werd gevraagd, dat, ondanks het
feit dat zoowel Ged. Staten als de Kroon de
medewerking van de gemeente Amsterdam tot
de stichting van twee R. K. bijzondere scholen
voor gewoon lager onderlijs over de Schinkel
in de omgeving van het Hoofddorpplein aldaar
hebben gelast, de raad daarna twee oude leeg
staande openbare schoolgebouwen heeft be
schikbaar gesteld, dat de- schoolbesturen gé-
weigerd hebben deze gebouwen te aanvaarden,
omdat deze gebouwen niet gelegen zijn in de
buurt, waarvoor deze scholen gevraagd en toe
gestaan zijn?
De hier aan het woord zijnde leden meen
den in het onderhavige geval een voorbeeld te
vinden, hoe de gemeente Amsterdam jarenlang
de stichting van bijzondere scholen weet tegen
te houden, maar er wel zorg voor draagt tijdig
over de noodige gebouwen voor openbare scho
len in dezelfde buurt te kunnen beschikken.
Verscheidene leden vestigden er de aandacht
op, dat van tal van kinderen de voedingstoe
stand ongunstig en de kleeding gebrekkig is.
Zij vroegen, of de minister bereid is door mid
del van een rondschrijven de gemeentebesturen
op te wekken, aan deze zaak aandacht te be
steden.
Vele leden verklaarden geen bezwaar te heb
ben tegen het eischen van een bepaald mini
mum aantal leerlingen voor de scholen voor
uitgebreid lager onderwijs.
Vele leden hadden met genoegen gezien, dat
de minister voorstelt, de uitgaven voor het
buitengewoon onderwijs met f 108.000 te ver-
hoogen.
Met voldoening hadden vele leden kennis
genomen van het voorstel tot verhooging van
artikel 127 met f 70.000 ten behoeve van het.
onderwijs aan schipperskinderen.
Gevraagd werd, of de minister bereid is, voor
dit onderwijs een inspecteur te benoemen.
Vele leden bepleitten een wettelijke regeling
van het voorbereidend onderwijs.
Zeer vele leden keurden 's ministers in
terpretatie van de lager-onderwijswet 1920
af, voor zoover deze betrekking heeft op
de concentratie van scholen.
De aandacht werd gevestigd op de noodzake
lijkheid, de kunstschatten onzer musea tegen
aanvallen uit de lucht te beschermen.
Wederom werd aangedrongen op een wette
lijke regeling ter bescherming van den architec
ten- of bouwmeesterstitel.
Vele leden betreurden ten zeerste, dat de
kunstenaarsvereenigingen, aangesloten bij
den Tentoonstellingsraad voor bouwkunst
en verwante kunsten, eenparig besloten-
hebben geen deel te nemen aan de ten
toonstelling te New York. Zij zijn, naar
het oordeel dezer leden, terecht hiertoe
overgegaan, omdat men bij de regeling van
deze tentoonstelling geen rekening heeft
gehouden met de belangen van de kunst en
de kunstenaars.
Naar aanleiding van het voorstel, f 4000 meer
uit te trekken ten behoeve van het rijksmuseum
voor volkenkunde te Leiden voor den aankoop
van Indische cultuurschatten, merkten eenige
leden op, dat hierdoor de versnippering met
betrekking tot de bewaring van Indische
kunstvoorwerpen in de hand wordt gewerkt.
Zij zouden er de voorkeur aan geven, indien de
regeering het Koloniaal Instituut te Amster
dam, dat een algemeener karakter draagt dan
het rijksmuseum voor volkenkunde, ruimer
steunde.
Gevraagd werd, hoever de plannen tot stichting
van een nieuw gebouw voor de Koninklijk Con
servatorium voor Muziek te 's Gravenhage zijn
gevorderd.
Wederom drongen vele leden aan op verhoo
ging van de subsidie ten behoeve van het
Maastrichtsche orkest, dat, in vergelijking met
orkesten in andere plaatsen, wel zeer karig
bedeeld is.
Ook drongen vele leden wederom aan op het
verleenen van subsidie voor het Rotterdamsch
Philharmon'sch Orkest.
De heer Thijssen (S.D.A.P.) heeft inzake het
Ulo-examen eea afzonderlijke nota ingediend,
waarbij hij het volgende concludeert:
ï- Het eindexamen van een school, die de
overheid financiert, waarvan de Overheid het
leerplan goedkeurt en die onder toezicht staat
van de Rijksinspectie, behoort zoo spoedig
mogelijk uit particuliere handen te worden
genomen en door de Overheid georganiseerd.
2. Daarbij is het gewenscht, het te beperken
tot de practische vakken.
3. Dit examen behoort, zooals dat van al onze
andere onderwijsinstellingen, een schoolexamen
te zijn.
Donderdagmiddag heeft de minister van De
fensie dr. J. J. C. van Dijk, vergezeld van den
luitenant-kolonel van den Generalen Staf A.
Q. H. Dijxhoorn, een bezoek gebracht aan de
Luchtvaartafdeeling te Soesterberg.
Na aankomst begaf Z. Exc. zich naar het
kazernement, teneinde dit, vermoedelijk in ver
band met legeringstekort, in oogenschouW te
nemen.
Hierna werd geruimen tijd in het Luchtvaart
bedrijf vertoefd.
24
Terwijl in de smederij het werk vlot zijn
gang ging, stond gravin Hughen met Maria
midden in de dorpsstraat.
„Naar het schijnt, verstaat u het dus, Sig-
mar voor u te winnen. Eigenlijk is dat heel
moeilijk."
„Dat kan ik toch niet vinden, mevrouw. Hij
houdt vol, als hij beslist iets hebben wil, maar
het blijft altijd een vraag, of men het hem ook
geven zal."
Dat vrije, natuurlijke antwoord deed de gravin
lachen.
„U schijnt ook heelemaal niet bang te zijn.
Vreest u er nooit voor, dat er iets anders achter
Sigmar steekt, dat men algemeen denkt?"
„U doelt op zijn iandloopersleven en de
praatjes in het dorp, mevrouwDaar geef
ik werkelijk niet om."
„Ik meen het goed met u, Maria. Wij zijn
bij den landeigenaar Richter uitgenoodigd. Daar
wil men inlichtingen over Sigmar hebben. Nu,
wij kennen hem al lang genoeg, en daar wij
toch door Altroda kwamen, kunnen wij den heer
Richter een en ander wel persoonlijk mededee-
Ie klasse
Zuid I
KerkradeLaura
WH—Valkenb.
Waubach
Palemig
RKONSRKWL
Sitt. B.—
RKNAC
Zuid II
Wilh.mina
RKTVV
Kolping
Schijndel
TreffersSVB
Venl. B.Mulo
Eendr.Brab.
Best Vooruit-
Zwaluw
Oost
VostaVogido
Lob. B.—NEO
AchillesQuick
RVWVDZ
GrolAltior
West I
HMS-GVO
NEADe Meer
Fortitudo—VVZ
Wilskr.—WA
West II
HBCSJC
TYBBSpartaan
DOSR—DHL
LeonidasSantp.
2e klasse
Zuid Ia
Be Quick
Heugem
RapidWolder
WWCaesar
Marsana—
Hendrik
Geleen—RKBSV
BingelradeVCL
Zuid Ib
Chèvremont
RKONS 2
Hoensbroek
Kaalheide
Haanrade
Simpelveld
Amstenrade
WH 2
SportclubVTV
Zuid Ic
ObbtchtNivea
SwalrrienLlnne
AlmaniaMaasn.
EVV—SVS
Zuid ld
FCV—HSC
StevlDEV
VIOS—
Pannlngen
RVV—Tlglia
ServatlusDSS
Belfeldia
Gennep
Zuid Ila
DNLKVW
Virtus—HKI
MEVODongen
Roosendaal
BCO
RACNieuw
Borgvliet
GilzeWVS
Zuid lib
VSVTubantta
Woensel-Wit-
Zwart
DESK—St.
Mich. Gestel
Veloc—STV
SartoODI
Zuid IIc
MW—DIO
LeonesOVC
BVCUnion
Boxmeer
Brakkenst.
MCC-VVLK
WVW—SCE
Oost a
Huihuizen—
Zeddam
Rattl—Orion
St. JanEntos
RKHWDVC
VVG—
's-Heerenb.
Oost b
LosserBWO
PH—OSV
Longa—Zwolle
De Zweef
Pathm. B.
DOS—EMOS
West Ia
WY—MSV
HerthaActif
HMS 2—LVV
OlympiaZwal.
Vooruit
RKBVV—
Baestum
West Ib
DOSS—Alw.
Forward
WA 2—
Constantius
yic—RKAV
gjwal.The
Victory
West Ila
OIV—Vitesse
Teylingen
Santp. 2
WEDEM
ADO—BSM
West lib
Gr. Willem—
Ollveo
St. Lodewijk
DONK
Wilhelmus
Bl.-Zwart
VEPWP
AeolusWL
3e klasse
Zuid ïl
A DIAPortsche
Boys
Halsteren
DUC
KVW 2—
MEVO 2
BSC 2Rivea
BKaaische B.
BSC
Victoria—ZW
ZundertGast.
Sportclub
WRInternos
C Gr.-Wit—
Veersche B.
Dongen 2
Zevenb. H.
DVO—Mad. B.
Advendo
WVC
DRKTVV 2—
VOAB
WaspikUno
Animo
Berkdük—WIK
Velocitas
RODA
E HerculesHEC
OSCSporters
Vlijm. B.—
WVB
Schijndel 2—
HVC
ODCBI.-Geel
FTubantia 2
Sparta
ELI—
Kolping 2
MULO 2—GW,
Deuranla
NWC
UDIRKSW
Geldrop
Mierlohout
G WaalreSPC
EIFC
Wilh.mina 2
Brabantia 2
Bladella
STV 2—
Nuenen
Hapert
Woensel 2
R.-Wlt—VIOD
H Montagn.
Constantla
Volharding
De Valk
Gennep 2
OSS 2
Juliana
Oeffeit
I BI.-Wit
Unitas
Hatert
Groesbeek
OSS—JVC
Astrantia
Groesb. B.
llllllllllllIIlllIlIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIflIIIIIIIIIIIIIIIIIIItllllllllIltllllllllMV
De vooruitzichten voor de weersgesteldheid
aan het einde der week en het begin der nieuwe j
zijn nog steeds ongunstig. De tijd van het jaar
brengt dit trouwens mede. Zij zijn echter on
gunstiger geworden dan zij den laatsten tijd
zijn geweest, doordat de zeer diepe stormdepres-
sies, welke op grooten afstand voorbijtrokken,
thans weer gevolgd worden door andere, die i
veel dichter bij ons land komen. In den regel 1
komt elke volgende depressie van een serie op -
korteren afstand voorbij en wel zoo, dat de drie I
eerste van een reeks van vijf een baan volgen, j
die over of dicht langs IJsland loopt, waarna de
vierde tusschen dit eiland en Schotland en de j
vijfde dwars over de Britsche Eilanden naar
het Noordoosten of Oostnoordoosten trekt. De
eerste drie hebben geen grooteren invloed op de
weersgesteldheid bij ons dan dat het weer win-
derig en onvast met vrü onbeduidenden regenval i
is. De vierde depressie geeft hier stormachtig
weer uit het Westen met meer regen en de
vijfde is gewoonlijk vergezeld van zwaar storm
weer in onze omgeving, over Engeland, de
Noordzee, ons land en Denemarken. Na deze
treedt gewoonlijk een rustpoos van twee tot
drie dagen in of er volgt een groote weersver-
andering, die leidt tot een periode van rustig
weer.
De vierde van een reeks van zeer actieve
stormdepressies werd Donderdag gesignaleerd
op een afstand van 1200 K.M. ten Westen van J
Ierland en kan een etmaal later met haar cen
trum dit eiland bereikt hebben en de vijfde
depressie kan niet eerder dan twee etmalen
later deze omgeving hebben bereikt.
Op grond van deze overwegingen kan voor 1
het week-end en Zondag geen goed weer van I
eenige stabiliteit worden verwacht. Wanneer het
wel en wanneer niet zal regenen kan niet pre- ,i
cies worden voorspeld, maar het weer zal de
volgende dagen zeer ongestadig en hoogstwaar
schijnlijk stormachtig zijn en sterke barometer
dalingen, die zich mochten voordoen, moeten
worden opgevat als voorteekens van stormweer, 1
eerst uit Z.W. met veel regen, daarna uit West.
Het zal tegen Zaterdag afkoelen. Opklaringen
zullen derhalve nu nog niet de beteekenis van
een algemeene en langdurige weersverbetering i
hebben. Voor Zondag geldt dus: Weest op Uw
hoede voor regen en wind!
(Nadruk verboden).
Deze nieuwe druppels genezen opgezwollen
slijmvliezen, verwijderen benauwend slijm
en laten U weer vrij ademen. Tijdig gebruikt, bij
het eerste niezen, voorko
men zij vele verkoudheden.
-isrU
Hieronder volgen nog eenige bijzonderheden
over het paedagogisch week-end van de Graal,
dat op 5 en 6 November zal gehouden worden
In de Centrale voor Katholieke Actie, te Sche-
veningen.
De Zeereerw. Pater Drs. P. Tummers O.P. zal
een inleiding houden, getiteld: „De plaats van
de opvoedster ten opzichte van het kind".
Mejuffrouw Dra Sis Heyster spreekt over;
„Iedere gezonde opvoeding begint bij het kind",
terwijl de verdere inleidingen n.l. over het jaar
programma 19381939 en over „Bewegingsop
voeding" zullen gegeven worden door Vrouwen
van Nazareth.
Het jaarprogramma 19381939, door het
Kruiskinder-departement uitgegeven als richt
lijn voor de onderwijzeressen, is wel het uit
gangspunt van alle inleidingen en als het ware
de practische toepassing van de paedagogische
grondslagen, die in de uiteenzettingen belicht
worden.
m
VOORKOMEN
WETTIG GEDEP. HANDELSMERK
len. Maar.ik zeg het u eerlijk, veel goeds valt
er van Sigmar niet te vertellen."
Bij deze laatste woorden zag de gravin Maria
nauwlettend aan, doch haar gezicht verried niet
den minsten twijfel.
„Och, van wien vertelt men veel goeds, me
vrouw! Ik weet wel, dat u Sigmar heel goed
kent, maar ik houd nu eenmaal van hem.
Alleen zijn overdreven grappen bevallen mij
dikwijls niet, vooral niet als mijn ouders er bij
zijn. Zoo beweerde hy bijvoorbeeld vanmorgen
nog, dat het heel goed mogeiyk was, dat Ik nog
eens een echte vorstin zou worden. Mijn
moeder heeft dat ernstig opgenomen, maar ik
begryp hem wel."
„U houdt het dus voor een grap, Maria?"
„Maar, mevrouw! Natuuriyk! Een vorst ziet
er heel anders uit. Zeker, iets aparts heeft
Sigmar wel, maar een vorstNee, die zwerft
niet langs de wegen! Het geeft trouwens geen
pas, mevrouw, ln uw tegenwoordigheid een zwer
ver met een vorst te vergeiyken. U wilt my wel
verontschuldigen."
In dc smedery sloeg de hamer er duchtig
op los. Sigmar stond met zyn vriend wat opzy
en fluisterde met hem.
„Wat zeg je er van, Hervard?"
„Sigmar!" Dan stilte. De graaf keek heel
ernstig. „Sigmar, je meent het toch goed met
dat meisje? Ik ben ontroerd en verrast tegeiyk.
zy moet vorstin Wernstein worden...Ti
Jongen, neem my niet kwalijk.... Ik ken Je
immers
„Ik dank je, Hervard, maar je bezorgdheid is
ongegrond. Nu weet je, waarom ik onder zoo
romantische omstandigheden in Altroda bleef.
Maar nu heb ik jouw hulp noodig. Je speldt den
heer Richter wel allerlei moois op zyn mouw.
En verder zorg je, dat Maria onder de liefdevolle
bescherming van Edlar komt. En van Edlar naar
slot Wernstein is maar een onbeduidende stap.
Je bent dat toch met my eens? En je belooft
my, ons in alles te helpen? Goed, ga dan je
gang maar."
De dames kwamen weer op de smedery toe.
De schroef was klaar en graaf Hughen be
taalde.
„Is het ons vergund uw dochter, als toekom
stige echtgenoote van onzen vroegeren bediende,
voor hedenmiddag op een autotocht mee te
nemen, baas Disselhoff? Ik zou graag weer eens
een poosje met Sigmar praten," sprak graaf
Hughen.
De smid stotterde. „Mijn dochter? H'm
MijnheerDat gaat toch niet. Maar ja, als
mynheer het wenscht, dan is het toegestaan."
„Zoudt u willen, Maria?" vroeg gravin
Hughen.
„O, natuuriyk! Ik ben zelfs heel dankbaar
voor deze eer, mevrouw."
Even later reed de graaf met zyn vrouw naar
het landgoed, terwijl Sigmar hen met zyn Maria
nakeek.
„jy schijnt een eigenaardigen patroon te
hebben gehad, Sigmar. Jullie kyken elkaar aan
als oude vrienden."
„En dat zyn wij ook, Maria. Ik ben toch
met den graaf opgegroeid. Myn vader was
al kamerdienaar by den vader van den
graaf," fantaseerde Sigmar er op los en
ging dan aan Maria's zyde de smedery bin'
nen, waar smid Disselhoff hem met een zekeren
eerbied ontving.
„zy komen! Zy komen!"
Hals over kop holde de heer Richter van
het raam weg den tuin ln, terwyi zyn dochter
Frida van agitatie niet wist waar zU moest
blyven. En mevrouw Richter, die toch zelf van
adellyke afkomst was, scheen na zoovele jaren
wel geheel van den adel vervreemd te zyn, want
zy rende, als door een kwaadaardig Insect ge
stoken, de eetkamer op en neer.
„"Denk je toch eens ln, een echte graaf! Vlug,
wij behooren hem buiten voor het bordes te
ontvangen. Vlug, Frida! Kind, dan toch! O,
jy zult zeker een goede party doen, dat ver
zeker ik je! Als zijn.patroon persooniyk naar
hier komt, dan heeft Siegfried wel wat te be-
teekenen."
Frida kon maar niet klaar komen met haar
collier. Zy kon het slot niet dicht krygen en
daarom wierp zy het ten laatste maar in den
wijnkoeler.
Even later stond de heele familie Richter
buigend in den tuin.
„Het is ons een hooge eer, mynheer Hughen
en mevrouw
De landeigenaar hapte naar lucht. Doch zyn
vrouw had nu haar zelfbeheersching herkregen.
„Welkom op ons landgoed, mevrouw."
Toen werd Frida voorgesteld. Zy maakte een
onbeholpen buiging, waarby zy haar vader op
de teenen trapte, wat dezen een barschen uit
val ontlokte.
Het was werkeiyk een opluchting, .toen de
Richters zich eindeiyk styf en deftig aan tafel
konden zetten. De heer Richter had het reeds
erg benauwd in zyn jacquet; hy transpireerde
er van.
Daar echter graaf en gravin Hughen niet van
plan waren, by de Richters te dineeren, kwam
de graaf maar ineens met de reden van zyn be
zoek voor den dag.
„U legde my eenige vragen voor over myn
vroegeren bediende, mynheer Richter."
„Jawel, en daaraan is my veel gelegen, want
ik h'm. Nou ja, dat heeft nog den tyd."
„U zoudt natuuriyk niet willen, dat ik u een
onjuiste karakteristiek van Warmsteen gaf, niet
waar?"
„O, nee, beslist niet. Altyd de zuivere waar
heid," haastte de heer Richter zich te antwoor
den. En zyn vrouw en dochter bevestigden dat
antwoord. Wanneer zy echter vermoed had
den wat er komen ging
„U kent Siegfried toch al lang Hy ver
telde, dat hy tien jaar by u was geweest."
„Dat klopt, mynheer Richter. Maar nu de
eigeniyke punten van uw verzoek om inlich
tingen.
Ten eerste, is Warmsteen eeriyk?
Ten tweede, is hy een betrouwbaar mensch?
Ten derde, is hy yverig?
Ten vierde, is hy spaarzaam en verstandig?"
„Buitengewoon, wat een geheugen hebt u,
mynheer Hughen. Ja, zoo had ik het woordelük
geschreven. Maar mag ik mevrouw een verfris-
sching aanbieden? Ik heb expres ijs laten
komen en ook ananas met slagroom. Vruchten
wijn en champagne, het staat alles gereed voor
myn gasten."
Frida sprong al op en belde de twee meisjes,
die er voor deze gelegenheid extra verzorgd uit
zagen.
Doch gravin Hughen sloeg beleefd dankend
af en de graaf zelf liet zich door niets onder
breken.
„U maakte zooeven de opmerking, dat ik een
goed geheugen heb. Dat is ook zoo, en daarvan
gebruik makend, moet ik u antwoorden, myn
heer Richter:
Punt één: Niet altyd.
Punt twee: Nooit.
Punt drie: By na altyd.
Punt vier: Heelemaal niet."
Het gezicht van den landeigenaar werd steeds
langer en somberder, terwyl zyn vrouw en
dochter er nog weinig van begrepen, daar zy de
volgorde van de vragen niet zoo precies in hun
hoofd hadden.
„U; mynheer Hughen, u zegt, dat Warmsteen
Gerda en Frida, luister «Jat Warmsteen
niet altyd eeriyk is. Nooit te vertrouwen, wel
meestal viytig, maar heelemaal niet spaarzaam
en niet verstandig. Hemel nog toe, wat is hy
dan?"
„Niet wat hij schijnt," antwoorde de graaf
met lichten spot.
„Mynheer Hughen! Maar, mynheer Hughen!"
De landeigenaar vergat zyn omgeving. Hy
was opgesprongen en liep als dol de kamer
rond. Hij keerde zich echter plotseling om, toen
hy een doffen slag achter zich hoorde.