Nieuwe Diesel-electrische
treinen
ifloSpjes!
Zuiderzeefonds
S'
De vorst'
VOLLEDIGE DIENST
hhss mms
WOllEN
mm
•5y
...maar SKIPPY
smaakt duurder!
n
Cgend
Leden der N.S.B.
beleedigd
Site' z
Mi^-
A0Tf
.cW-,
ATLANTA TOBACCO COMPANY
H OHIO'S KEUKENSTROO
VRIJDAG 11 NOVEMBER 1938
De reiziger kan een maaltijd ge
bruikenzonder dat hij zijn
plaats behoeft te verlaten
15 Mei 1940 gereed
Goede ervaringen
Waarvoor deze nieuwe
bestelling?
TWEEDE KAMER OVER DE
WIERINGERMEER
Tweede Kamer informeert naar
de verdere uitvoering der
drooglegging
Schadevergoeding aan
visschers
CONTINGENT EERINGEN
Tweede Kamer over Engelsche
maatjesharing en Russische
lucifers
PAT
^°ude
tredir*"
öe
pste
pet,
I Set
Kwoordi
h,
ree
4ar*ta
g van 4
ienj
bni'eIla
.„^^naar
Goed nieuws voor den verwenden rooker-
Thans kunt U gerust hóógere eischen aan
Uw cigaretten stellen: onveranderlijke kwa
liteit en 100°/o rookgenot. Want thans is er
de altijd versche Skippy, de echte Ameri-
kaansche cigaret!
Inderdaad, Skippy is een topprestatie
een vakkundig samengesteld mengsel van
rijpe, versche tabak en bovendien zoodanig
behandeld en in extra sterk staniol verpakt,
dat haar pittige geur en zachte smaak on
veranderd behouden blijft. Skippy is dus
versch en blijft verschSteek maar eens
een „Skippy" opDan zult U zeggen
„Jawel, dat is versche tabak: pittig en
toch.... o zoo zacht". 20 voor 15 cent.
i» <4
ft1*
■ih Senoo
te 6* letfi
Tegen der voorzitter der S.D.A.P.
werd een boete van
f 100 geëischt
VERJAARDAG MGR. HUIBERS
Receptie Dinsdag 15 November
Audiëntie Aartsbisschop
MAN DOODGEREDEN
Bij het oversteken door een aut"
gegrepen
ROODE KRUIS ZOEKT NOG
TWEE MILDE GEVERS
èlEeri
N
Sb"'
st
kernei
'8. bu
I»Wil
t Bai
reist incognito
Sigmar's krachtige bariton overstemde het
Flater
!>Ki
ona
De Nederlandsche Spoorwegen hebben,
zooals reeds gemeld, bij de eigen vaderland-
sche industrie een order geplaatst van 8%
millioen gulden, waarvoor 18 vijf-wagens
Diesel-electrische treinstellen geleverd moe
ten worden, voorzien van Maybach-Werk-
spoor-motoren. Bovendien zijn twee reserve-
machinewagens in bestelling, zooals men
weet, de middelmoot van een Diesel-electri-
schen trein, waarin zich de motoren, een
bagage-ruimte en een kleine keuken bevin
den.
Sedert 1934, het jaar, dat met de Diesel-
electrische-tractie begonnen is, werd 52 mil
lioen gulden voor materieel van het beken
de stroomlijn-type en bovenleiding, alsmede
onderstations, noodig voor de electrische trei
nen, uitgegeven, waarvan 18.6 millioen uit
sluitend bestemd waren voor bovenleiding en
onderstations. De rest vanzelfsprekend dus
voor rollend materieel.
De rijtuigen worden gefabriceerd bij Beijnes,
Werkspoor en Allard, terwijl de Maybach-mo-
toren eveneens bij Werkspoor gebouwd worden.
Voor de twee reserve-wagens worden echter in
tegenstelling met de 18 treinstellen, waarin drie
motoren van 600 P.K. geplaatst worden, twee
Stork-Ganz motoren, elk van 900 P.K. gebruikt.
Deze machine-wagens, zooals we ze maar zul
len blijven noemen, kunnen op normale wijze
in de treinstellen worden geschoven, waaruit
de eventueele defecte motor-wagens op nor
male wijze uitgereden kan worden.
In een onderhoud met den directeur der Ne
derlandsche Spoorwegen, die speciaal de zorg
heeft voor tractie en materieel, ir. W. Hupkes,
deelde deze ons mede, dat men zeer tevreden is
over de ervaringen, die men tot nu toe met de
Dieseltreinen heeft opgedaan.
Na de bekende strubbelingen, hebben de
Maybach-motoren een wijziging ondergaan, die
sssm
nu uitstekend voldoen en bij de motoren, die
regelmatig in herstelling komen zijn er bij,
waarmee een afstand van meer dan 400.000
K.M. is afgelegd.
Reeds in 1936 en 1937, toen de Dieseltreinen
in vollen omvang op het middennet zijn gaan
rijden met een maximum-snelheid van 100 K.M.,
waren de ervaringen uitstekend, doch de resul
taten zijn nog gunstiger geworden, sinds deze
snelheid voor de verbinding van de groote ste
den met het Noorden, Oosten en het Zuiden
tot 125 K.M. is opgevoerd.
Een voornaam ding is ook, dat de Dieseltrei
nen uitstekend aan de eischen van het publiek
blijken te voldoen. Het comfort, dat men daar
in heeft, wordt zoo op prijs gesteld, dat men
er vanzelf toe komt het materieel, zooals de
mooie leeren kussens in de derde klasse, goed
te ontzien en van beschadiging door nonchalance
of roekeloosheid van de zijde der reizigers is
dan ook geen sprake.
De Diesel-electrische treinen, waarover de
Nederlandsche Spoorwegen thans de beschik
king heeft het zijn 40 stellen in totaal be
staan uit drie rijtuigen, doch bij de nieuwe
treinen worden, zooals gezegd, vijf-wagens-
stellen ingevoerd.
De totale lengte van zoo'n stel bedraagt 109
meter met een aantal zitplaatsen voor de tweede
klas van 52 en voor de derde klas van 224. Ver
der zijn er in de tweede klas 30 en in de derde
klas 70 staanplaatsen. Is de verhouding van het
aantal zitplaatsen van de tweede-klas tot de
derde klas heden 1 tot 2jj, bij de nieuwe Diesels
wordt die dus van 1 tot 4.
De uitvoering geschiedt weer volgens het be
kende stroomlijn-type, de koppeling blijft auto
matisch en een groot voordeel is, dat de nieuwe
stellen in combinatie met de bestaande gereden
kunnen worden.
Wat de verdeeling der plaatsen betreft, er
komt weer een middengang, doch een afwijking
is de inrichting van twee afgesloten le klas
coupé's, die een eenigszins luxe aankleeding krij
gen, zooals een leeslampje, een beter soort trijp
en een kleed op den vloer.
Nieuw is ook de aanwezigheid van een keu
kentje, dat in den machine-wagen komt en zich
tot nog toe alleen in de electrische treinen be
vindt.
Hier wordt deze ruimte zelfs van grooteren
omvang en is de keuken ook berekend op het
bereiden van eenvoudige maaltijden.
De zorg voor deze afdeeling zal weer bij de
„Wagons lits" komen te berusten.
Het ligt in de bedoeling, dat de reizigers hun
maaltijd ter plaatse gebruiken, zooals bij de
Engelsche Spoorwegen, waarvoor losse tafeltjes
worden aangeschoven, die gemakkelijk aan het
bestaande klaptafeltje bevestigd kunnen wor
den. Ze worden anders in de bagage-ruimte mee
gevoerd.
De ramen zijn dezelfde als bi) de electrische
treinen, de verwarming geschiedt weer door
middel van warme lucht en in den eersten en
laatsten coupé is voor de reizigers de attractie
blijven bestaan van op de baan te kunnen zien.
Overwogen werd ook om pneumatisch slui
tende deuren aan te brengen, gelijk de onder-
grondsche spoorwegen die kennen, doch men is
van dit idee teruggekomen, omdat men vreesde,
dat het Nederlandsche publiek daar nog te wei
nig op ingesteld is. Evenwel is de inrichting der
deuren zoo gemaakt, dat men er in de toekomst
altijd nog toe over zou kunnen gaan. Met de
nieuwe treinen zal een snelheid van 160 K.M.
ontwikkeld kunnen worden en het ligt zeker in
de bedoeling in de toekomst de bestaande snel
heid op te voer»"
Natuurlijk vraagt men zich af, waarvoor deze
nieuwe Dieseltreinen dienen.
De bedoeling is met deze treinstellen, die voor
den zomer van 1940 gereed moeten zijn, gecom
bineerd met de aanwezige Dieseltreinen een vol-
ledigen dienst in te voeren op de lijnen van de
groote steden als Amsterdam, Rotterdam, Den
Haag en Utrecht met Groningen, Twente en
Maastricht. In Mei 1940 zal dit ingaan.
Gedacht is ook aan de mogelijkheid om met
dit materieel buitenlandsche verbindingen
tot stand te brengen en de persoonlijke mee
ning van den heer Hupkes was, dat dit al
leszins wenschelijk zou zijn.
Het groote voordeel hiervan, voor wat de
snelheid betreft, toonde hij met eenige spreken
de cijfers aan.
Tegenwoordig is de tijdsduur van een treinreis
van Amsterdam naar Berlijn 8 uur 45 minuten,
met een Dieseltrein zou deze slechts 6 uur en
26 minuten bedragen. Voor AmsterdamBazel
zijn deze' tijden respectievelijk 10 uur 10 minu
ten en 7 uur 44 minuten; voor Amsterdam
Parijs 6 uur 15 minuten en 5 uur 26 minuten.
Voor deze laatste verbinding is het verschil
slechts gering in verband met de bestaande
rechtstreeksche verbinding Brussel—Parijs.
Uit bovenstaande moge weer blijken, dat de Ne
derlandsche Spoorwegen alles in het werk blijven
stellen om het publiek een zoo goed mogelijke
„service" te geven en bemoedigend zijn in dit
verband de woorden, die prof. Westendorp in
een rede op 15 October te Rotterdam uitsprak,
dat het reizigersvervoer door de Nederlandsche
Spoorwegen sinds Mei 1938 sneller afgewikkeld
wordt dan in eenig ander land van het conti
nent en de snelheid overal eerder geringer is.
Volgens het Voorloopig Verslag van de Tweede
Kamer over de begrooting voor het openbaar
lichaam de W'ieringermeer, spraken vele leden
hun waardeering uit voor den door het be
stuur van „De Wieringermeer" verrichten
arbeid.
De samenstelling van de bestuurscommissie
m
VOORKOMEN «S?1 RHEUMATIEK
WETTIG GEOEP. HANDELSMERK
werd door verscheidene leden ernstig gelaakt.
Hoewel zij wisten, dat de directie zich niet be
perkt, noch zal beperken tot de uitgifte van
groote bedrijven, achtten verscheidene leden
het toch gewenscht, wederom de wenschelijk-
heid te bepleiten, dat ook kleine bedrijven wor
den uitgegeven.
Vele andere leden hadden geen bezwaar
tegen een beperkt aantal kleinere bedrijven van
ten minste 10 H.A. Doch tegen de plannen om de
Wieringermeer in een groot aantal kleine be
drijven te versplinteren, zouden zij zich met
kracht verzetten.
Aan het voorloopigi verslag der Tweede Ka
mer over de begrooting van het Zuiderzeefonds
ontleenen wij het volgende:
Uit het voorstel, de uitgaven van de betref
fende afdeeling met f 2.652.750 te verhoogen,
leidde men algemeen met instemming af, dat
de minister de in de Troonrede gedane toezeg
ging, dat de verdere uitvoering van de droog
legging van den Noord-Oost-polder krachtig
zal worden voortgezet, gestand zal doen.
In verband met de voorgenomen versnelling
van de werkzaamheden achtten eenige leden het
intusschen van groot belang te vernemen, welk
bedrag voor den Noordoostelijken polder in
1938 zal zijn verwerkt.
Zij vroegen tevens, of het tempo der werk
zaamheden zoozeer zal worden versneld, dat de
voor 1939 uitgetrokken bedragen inderdaad zul
len worden verwerkt.
Vele leden merkten op, dat het hun niet
duidelijk was, wanneer met de inpoldering van
de Zuidelijke polders een aanvang zal worden
gemaakt.
Zij meenden, dat de oorzaak, dat de inpolde
ringswerkzaamheden weinig vroeger dan in
1943 kunnen aanvangen, gezocht moet worden
in deze twee overwegingen:
1. dat eerst tegen 1943 het groote materiaal
van de werken aan den Noordoostelijken polder
zal vrijkomen;
2. dat het tijdstip, waarop de gronden van
den Zuidoostelijken polder in gebruik worden
genomen, moet worden voorafgegaan door de
uitgifte van de cultuur-rijp gemaakte 40.000
H.A. van den Noordoostelijken polder.
Naar de meening van deskundigen, aldus
deze leden, zouden deze twee omstandigheden
echter geen oorzaak behoeven te zijn van uit
stel tot 1943.
Tengevolge van de inpolderingswerkzaam
heden van den Noordoostelijken polder onder
vinden te visschers te Vollenhove, die meest wal-
visschers zijn, bij de uitoefening van hun be
drijf op het IJsselmeer groote moeilijkheden;
daardoor brengt hun bedrijf steeds minder op.
Ook blijkt, dat de visschers te Huizen belang
rijke schade lijden, omdat, als gevolg van het
afsluiten van een groot gedeelte van het IJs
selmeer, het vischwater zich ver van die ge
meente bevindt. Deze omstandigheden maken
het, naar men meende, noodzakelijk, dat èn
voor de visschers te Vollenhoven èn voor die te
Huizen bijzondere maatregelen worden getrof
fen ter tegemoetkoming in de schade, die zij
van de afsluiting der Zuiderzee ondervinden.
Volgens het verslag van de Tweede Kamer
over het wetsontwerp tot contingenteering van
zeevisch meenden eenige leden te weten, dat
tijdens het jongste conflict in het liaringvis-
echersbedrjjf vrij veel gelegenheid is gegeven
tot invoer van Engelsche maatjesharing en wel
op onjuiste basis. De handelaren, die in de
basisjaren gedurende het laatste deel van het
seizoen Engelsche haring invoerden, meestal
om deze met Hollandsche te vermengen en als
Hollandsche uit te voeren, hebben van deze
gelegenheid gebruik kunnen maken om Engel
sche maatjesharing in te koopen, die zij voor
hun cliënteele niet noodig hadden, doch aan
andere handelaren verkochten. Deze leden be
treurden. dat de regeering geen bijzondere
maatregelen heeft genomen om dit te voor
komen.
Bij het afdeelingsonderzoek van het ontwerp
betreffende contingenteering' van lucifers en
lucifershoutjes verzochten sommige leden van
de Tweede Kamer te mogen vernemen,, of het
waar is, dat aan Rusland boven het normale
percentage extra-contingenten zijn en worden
toegekend.
Dit klemt te meer, omdat de abnormaal lage
prijzen, waartegen de invoer plaats heeft, de
verhoudingen op de binnenlanösche markt ver
storen.
Deze leden vestigden er verder de aandacht
op, dat de Russische lucifers nog steeds onder
Nederlandschen naam worden ingevoerd, waar
door het publiek den indruk krijgt Nederlandsch
fabrikaat voor zich te hebben.
Ru«jri
Roe
'aan#
gele
gir
spel.
Thans krijgt U ook
\fj
Ut*De
a cursv
ussen 4
i Bre<la, d
P.
De Officier van Justitie bij de Haarlem-
sche Rechtbank heeft gistermiddag een
boete van 100 subsidiair 30 dagen hech
tenis geëischt tegen J. J. V.„ voorzitter der
S.D.A.P., die in een redevoering op 1 Mei
j.l. te Zaandam, sprekende over de verhou
ding der N.S.B. tot het buitenland, zich op
beleedigende wijze tegenover de leden der
N.S.B. zou hebben uitgelaten.
Daar verd. zelf niet verschenen was, werd de
zaak bij verstek behandeld. De verbalisant,' een
Zaandamsche hoofdagent-rechercheur, ver
klaarde, dat de zinsnede, waartegen van zekere
zijde was geprotesteerd, door verd. was gebezigd
op een groote openluchtvergadering op den
Burcht te Zaandam, die door ongeveer 2000
menschen werd bijgewoond.
Een 18-jarige automonteur had zich onder de
toehoorders bevonden en zich hoorbaar afge
vraagd: Mag dat zoomaar? Hij stond temidden
van een groepje A.J.C.-ers, die daarop eenig
spektakel zouden hebben gemaakt. Get. ver
klaarde niet de zinsnede, zooals die in de dag
vaarding stond, in haar geheel te hebben ver
staan.
De Officier van Justitie, mr. Sikkel, achtte
de zinsnede zeker beleedigend. Zij was stellig
bedoeld om den leden van een bepaalde volks
groep bepaalde eigenschappen toe te dichten,
waardoor deze volksgroep in een uitzonderings
positie in ongunstigen zin kwam te staan.
Een dergelijke beleediging achtte spr. niet
gering. Zij was nutteloos en noodeloos en
had geen andere bedoeling dan ophitsing.
Dergelijke uitlatingen getuigen niet van
vredelievendheid, noch van ordelievendheid.
En handelingen als deze zijn in onze geor
dende samenleving ongewenscht.
Wat de strafmaat betrof was spr. de overtui
ging toegedaan, dat een kleine geldboete verd.
niet zou aanmanen zich in den vervolge van
dergelijke uitlatingen te onthouden. Hij eischte
daarom wegens een in het openbaar mondeling
geuite opzettelijke beleediging van leden van
een bepaalde volksgroep een geldboete van 100,
te vervangen door 30 dagen hechtenis.
Over veertien dagen zal de Haarlemsche
Rechtbank in dezen uitspraak doen.
Z. H. Exc. Mgr. J. P. Huibers, Bisschop van
Haarlem, zal ter gelegenheid van zijn verjaar
dag op Dinsdag 15 November a.s. receptie ver-
leenen aan de religieusen (Broeders en Zusters)
en aan de leeken van 1112 uur, en aan de
priesters van 121 uur.
Z. H. Exc. de Aartsbisschop van Utrecht zal
de volgende week alleen Maandag, Dinsdag en
Donderdag audiëntie verleenen.
Op den rijksweg te Sittard, even voor Gelee»'
is Donderdagavond de vijftigjarige caféhouder
W. Pelzers uit Geleen door een personenauto
aangereden en op slag gedood.
P. stak te voet den weg over, om aan de»
overkant zijn rijwiel, dat hij daar had neergezet'
te halen. De man was gehuwd en vader van vi®r
kinderen.
Binnen enkeie dagen moeien er nog tw®6
milde Nederlanders gevonden worden, die e'"
f 1000 willen schenken aan het Nederlandsch6
Roode Kruis, ten einde het z.g. „tien milde 8e'
versplan" volledig te doen slagen. Men weetd»'
er een Hagenaar was, die f 100 schonk, welt6
hij tot f 1000 wilde aanvullen indien er nof
tien individueele gevers van elk f 1000 gevoh'
den werden. Acht zulke gevers hebben zich, b®'
halve den initiatiefnemer, aangemeld en m®e'
rendeels de toegezegde bedragen ook reeds ft'
stort. Nog twee keer hoopt het hoofdbestuur "P
zijn postrekening 22120 deze week een bijschrll'
ving van f 1000 aan te treffen. Dan zal binnctl
enkele weken tijds een som van f 11.000 in de
kas van het Roode Kruis zijn gevloeid ond®r
dit „milde geverslan." Een hoogst welkome vet'
sterking der kasmiddelen van deze instellihP'
die bij haar menschlievenden arbeid voor steed6
stijgende uitgaven staat.
J°r voor
Vi.vvt üa
"tfa aire
Cv,a»gcl
bijzin
DOOR FRITZ METZNER
30
„Ik moet mij kosteloos ter beschikking van
uwe hoogheid stellen."
„Dank u. Vóór u echter vertrekt, wat waar
schijnlijk vanavond nog moet gebeuren, wil ik
u een voorschot geven. Hier zijn duizend mark.
Een belooning zult u extra krijgen. Ik dank u."
De hakken sloegen tegen elkaar, een bui
ging, en de detective verliet de vorstin om zich
naar zijn post te begeven.
„Maar nu ben ik moeZoo'n feest heb ik
nog nooit meegemaakt, mijnheer Hughen. Ik
voel mij werkelijk een beetje verward. Zoo'n
feest voor mij...."
Gravin Hughen sloeg haar arm om Maria
heen en lachte: „U hebt zich goed gehouden,
lief, dapper meisje."
Graaf Hughen keek Sigmar eens aan. Het
mocht niet te laat worden, oordeelde hij en
daarom moest men nu het feest besluiten. Hij
stond op en kuste MaTla ten afscheid de hand.
Doch zijn vrouw omhelsde het meisje.
„Slaap goed, lieve Maria Wij blijven nog
eenige dagen hier, dus wij zullen elkaar nog
wel eens zien, nietwaar? Sigmar moet mij dat
beloven."
Terwijl de graaf en de gravin zich terug
trokken, hielp Sigmar Maria in den wagen en
reed snel weg. Als een oververmoeid kind zat
Maria naast hem. Boven hun hoofden spande
zich het zwart blauwe hemelgewelf. Het was
een verrukkelijke zomeravond en het koele
windje, dat om Maria's gezicht speelde, deed
haar goed. De vermoeienis viel langzaam van
haar af en zij kreeg haar opgewektheid weer
terug.
„Nu rijden wij naar huis, Sigmar. Doch wat
doe je nu met den wagen?"
„Dien breng ik nog terug, lieveling. Ik moet
toch in het hotel overnachten, om morgen
ochtend op tijd ter beschikking te zijn. Is
de avond mijn kleine meisje bevallen, ja?"
„Ja, Sigmar, ik vond het werkelijk een heer
lijke avond. En die adellijke lui schijnen toch
niet allemaal zoo dom en onaardig te zijn.
Graaf Hughen en zijn vrouw zijn buitenge
woon haTtelijke menschen. O, ja, die bevallen
mij
„Dat begrijp ik, lieveling."
Maria keèk naar de sterrenlucht; nog nooit
had zij die zoo mooi gezien; nog nooit in haar
leven ook had zij zoo van een zomeravond ge
noten. Zij begreep, dat het geluk haar een heel
ander mensch had gemaakt en zonder verder
nog iets te zeggen, bleef zij stil voor zich uit
zitten staren. Een gevoel van dankbaarheid
doorstroomde haar.
„Wanneer de liefde het wil
Staan de sterren stil....
En de wereld is een paradijs
geluid van den zwaren motor. Af en toe keek
hij Maria aan met een blijde schittering in de
oogen.
„Kijk toch uit, Sigmar; wij zijn er al."
En ja, zij waren reeds voor de zwarte poort
van de smederij. Sigmar remde en Maria
sprong uit den wagen op den hobbeligen
straatweg.
„Och, viel het haar opeens in, „nu zijn wij
verloofd en hebben niet eens ringen Maar nu
ja, van een landlooper kun je niet anders ver
wachten, wel?"
„RingenDaar zal ik morgen voor zor
gen."
„En geld schep je zeker uit een putje, jon
gen. Nee, laat maar, hoor. Wij hebben geen
ringen noodig. Die kosten te veel geld. En o
ja. laat nu eens zien hoeveel geld je nog over
hebt. Maar vlug, want ik ben heusch moe.
Wat hebben wij uitgegeven? Waarom moest
je ook een flesch champagne bestellen? Je
bent toch veel te lichtzinnig! Na dezen tijd
komt er nog een andere. Gauw, laat nu
zien wat je over hebt."
Werktuigelijk haalde Sigmar von Wernstein
de twintig markt uit zijn zak. die Maria hem
's middags had gegeven.
„Het is er allemaal nog, Maria. Maar zeg
eens, zal dat altijd zoo blijven, die curateele?
Waarom doe je zoo? Dat is toch niet mooi,
lieveling."
Maria had haar hoed in de hand genomen
en zwaaide daarmee door de lucht.
„Waarom ik zoo doeIk zal het je zeg
gen. Luister dan." Zij trok Sigmar's hoofd
naar zich toe en fluisterde aan zijn oor:
„Wat ik nu zeg, Sigmar, dat heb ik nog nooit
gezegd, en zeg het nu voor het eerst, en al
leen tegen jou.Waarom ik alles zoo pre
cies uitrekenOmdat ik van je houd, zoo
onuitsprekelijk veel van je houd...."
Voor Sigmar werd in dit oogenblik de we
reld werkelijk tot een paradijs. Noöit zou hij
gelukkiger kunnen zijn dan nu, leek het hem.
O, hoe heerlijk was het, die woorden door
Maria' te hooren spreken. Zijn Maria, die an
ders nooit haar liefde eri teederheid uitte.
Innig sloeg hij zijn armen om haar heen en
Maria weerde hem nu niet af. Zij stonden in
den schijn van de helle autolichten en Maria's
stralend gezichtje werd door dat helle licht
beschenen. Sigmar kon maar niet genoeg
naar haar kijken.
„Mijn klein, lief meisje," fluisterde hij, „je
maakt je landlooper overgelukkig. O, hij zou
iets dols kunnen doen, om aan iedereen zijn
geluk te toonen."
„Nee, je moet sparen, Sigmar, dat is beter.
Nu komt het werk vóór alles. Morgen zorg je
er voor, dat je je dienst bij Richter kunt ver
laten en dan ga je bij ons aan den slag. Je
zorgt er voor, gauw een flinke smid te zijn,
want dat kan je toch altijd van pas komen,
als je nog eens een betrekking van bediende
of rijknecht bij een graaf aanneemt."
Sigmar lachte.
„O, jij klein ding. Je schijnt altijd te moe
ten handelen. Nu kan ik mij ook verklaren,
waarom je aan het aambeeld staat. Je moet
vooruit, nietwaar?"
Maria knikte slechts.
Altroda lag bijna geheel in rust. Van verre
klonk alleen nog de zware stap van den veld
wachter en verder deed zich weinig of niets
hooren.
Sigmar fluisterde over later. „Wij zullen sa
men heel gelukkig zijn, denk je ook niet,
kindje? Wij gaan een mooie toekomst tege
moet en.
„Ja, heel mooi, dat kan ik mij zoo indenken,
beste Warmsteen," deed opeens een bromstem
hen opschrikken. En in het helle licht der
autolantaarns stond Maria's vader. „Heel
mooi, hoor. Maar, Warmsteen, mij zou het
wel aangenaam zijn, wanneer je niet met je
elleboog tegen de nachtbei aanleunde. Het
belt bij ons binnen aan één stuk door. Ik
dacht, dat wij minstens duizend liter benzine
moesten leveren."
„Och, vader!"
„Nou, tweeduizend dan! Het belde om er
tureluursch van te worden."
Smid Disselhoff lachte vrooüjk en bleef op
zijn gemak nog een poosje babbelen. Doch
toen hij daar genoeg van had, gaf hij zijn toe-
komstigen schoonzoon kort en bondig te ver
staan, dat de avond nu lang genoeg was ge
weest. Sigmar moest hem daarin groot gelijk
geven.
„Binnen een paar seconden ben ik verdwe
nen, baas."
Maria had plotseling nog iets heel gewich7
tigs te zeggen. „Heb je graaf Hughen wel een
schuldbekentenis voor die tweeduizend mark
gegeven? Nee? Dat is toch niet in orde. Mor
gen zal ik er een voor je schrijven, en di®
moet je hem dan geven. Zooiets moet in oi'd®
zijn. Het beste is, dat wij overeenkomen, he"
geld binnen twee jaar terug te betalen, vind
ook niet? Ik zal op de schuldbekentenis vil*
procent rente aangeven. Zou de graaf daar'
mee accoord gaan?"
„Och nee, Maria, zooiefcs kunnen wij heel®'
maal niet doen! Wij kunnen den graaf toe*1
niet als een geldschieter behandelen!"
„Nou, kalm maar, groote jongen! Dan vet'
zinnen wij er wat anders op. Het moet toch
geregeld worden. Rij nu maar gauw weF'
Goeden nacht!"
Dat was nu weer zoo echt Maria. Vóór b»
er goed en wel erg in had, stond Sigmar alle®®
en schoot hij hartelijk in den lach. O, o. W»*
een meisje toch
Vorst Sigmar von Wernstein voelde zich d®
gelukkigste mensch van heel de wereld, en ree®
in een langzaam gangetje den korten weg na»*
Harzburg terug. Hij hoopte graaf Hughen noi
in de vestibule te treffen, zooals was afg®'
sproken, doch zijn vriend was niet te zied*
Nu pas keek Sigmar op zijn horloge en const»'
teerde, dat het later was dan hij had gedacht'
„Vlug opschieten nu maar," mompelde hij
zichzelf. „Morgen vroeg moet ik bij Richt®*
zijn. Dan moet de rijknecht zich voor het laats1
melden."
„Wanneer de liefde het wil
Staan de sterren stil
En de wereld is een paradijs...."
♦Wlordt vervolgd*
aagd
tii A.