ur Groote en kleine politiek D Nederlands riool ^DUITSCHE HELD PLEIDOOI VOOR DE DUITSCHE JODEN kei *s De weerstoestand c wLWenscht u?" WOENSDAG 16 NOVEMBER 1938 {MP OVERZICHT TWEEDE KAMER asting op de doode hand <van nber A *tin 5< nW' ?6> npl"? N°v' jna11' le- v Paard en wagen door trein gegrepen Voerman bekwam kneuzingen en een zenuwschok Aan kinderverlamming overleden Klas van een lagere school te Amersfoort gesloten Schiphol zat potdicht Toestellen uit Londen en Parijs vlogen naar vliegveld Twente NA DE RAMP VAN DE „IJSVOGEL" Betuigingen van rouwbeklag Onderzoek naar oorzaak Stemmen bij volmacht Verzoekschrift moet vóór 1 Jan. 1939 worden ingediend AMBTSJUBILEUM W. KRUIJT Veertig jaar bij het Staatsbedrijf der P.T.T. UIT DE STAATSCOURANT Onderwijs Rechterlijke macht Spoorwegraad Onderscheiding Roode Kruis KERKDIEF STAAT TERECHT Voor het H. M. G. tegen huzaar een zwaardere straf geëischt TOELATING VAN NARCISSEN IN AMERIKA HET BEZOEK VAN KONING LEOPOLD Begroeting door het Haagsche gemeentebestuur HET ZACHTE WEER IS EEN ZELDZAAMHEID De Nieuw-Malthusiaansche Bond en het Nederlandsch Humani tair Komitee Ontstellende cijfers Schip omhoog gevaren A Br :lal- ven- na >en- dio- i bond n, na vel d- wordt n ma- ,n be lt het i aan- arovef ïtoraaJ n. doet- Offer- i (Fr.1 recht; ej. H E. i, Den schril® ren E- an der xamen jorloo- elburg. Dn te an der (jswijfc. Jrecht. G. A. e Hil' M. P- Roele. Mi k 'eri "et beleid van den heer Colijn in het en het beleid van het thans zittende hi ct- Daarmee is in groote lijnen de °Ud u van de algemeene beschouwingen van If J^'lr gekenschetst. En al die suggesties heeft l^eeeering met nadruk van de hand ge- heeft detegemoetkoming aan de groote Al zooals die in de komende belasting- ik, '::'unS ligt vervat, beschouwd als een over- 'hinr hooten. Geen woord van waar, ver- e Dr. Colijn en hij verklapte de Kamer, de behandeling van de belastingplannen kabinet over deze tegemoetkoming met Woord is gesproken. IfjV heeft getracht den minister van On- 1Js los te pellen uit dit kabinet en laten ijq. hemeren, dat men het voornemen koes- Hi onzen parlementairen redacteur) DEN HAAG, 15 November '38 tellingen heeft men trachten te vin tegenstellingen tusschen de vier katho- Ministers en de zeven andere, tegenstel- ,eh tusschen dln minister van Onderwijs Nens' ambtgenooten en tegenstellingen tus- i tgei Act 8 Van de katholieke ministers op hun hern te laten tuimelen, omdat men zijn inzake de leerlingenschaal afkeurt. Dat t^. kwam echter herhaalde malen in het tl"f ter sprake en eenstemmig is de Re- ielcle 8 van oordeel, dat thans geen nieuwe tij. r' voor uitbreiding van de leerlingenschaal t h worden aangevraagd. Het oordeel over ih eteid van Minister Slotemaker op dit ht u ittl kan niet worden losgemaakt van het fcej, °ver het beleid van het kabinet in zijn Het ware lafhartig den bewindsman ^herwijs, die zich met een beslissing van 1 k '1 js ai)inet heeft vereenigd, over die be- l(il Si°8 te laten struikelen. En het ware Waking van den minister-president per- He inclien men zou meenen, dat hij onder V °mstandigheden rustig voort zou gaan jjj r dien ambtgenoot. heeft tenslotte den Dr. Colijn van thans 1«Ö6n°Ver hen Dr. Colijn van enkele jaren ge il trachten te stellen. Dat deden zij, die k het rapport-Westhoff een synoniem zagen Plan van den Arbeid, terwijl deze beide genten toch van heel andere grondge- hiej. eh uitgaan. Dat deden zij, die nog steeds hijjjj ^Hlen inzien, dat het standpunt van den fr-president ten aanzien va^ de han- geenerlei principle e le wijzi- Sl{ tleeït ondergaaii, doch alleen door den tf. r'Cr afwezigheid van vrijhandelspartners C5 f 'sch moest ombuigen. En dat deden die belangstellend informeerden hoe de eertijds zoo veel geprezen „aan- jax, >m, Mid»' >1; K«' 'castle; remed' Ons®1' Stool*1'' ikgo^d' Os\°' jtctti*1' MJ. Hal*' tan tl'9' a M» irim- ,v. v»11 ar v»"1 6 «f wach4' ia. lam pen Isco- .v, r. n."1' n». - na»1 na»1' Hah*' Dik'"' no. /nik I1 lostoik' Ne®* lent'9' ïbufS' 'e H.8st°nd. Nog steeds hetzelfde, antwoord- Premier. Toen het kostenpeil van het "tt v andsclie bedrijfsleven hooger lag dan W 11 het buitenland, was het noodig op ver- daarvan aan te sturen. Den laatsten duw cheden kreeg dat kostenpeil door de de- C' Sindsdien ligt het niet meer hooger °1(lers en sindsdien staat de aanpassing 'H,0^ stop. Volkomen consequent. Semper i "A i'ie 8eheel overziende, mocht Dr. Colijn wél h- Wat hlijven al dit soort opmerkingen lJ hen grond. Het parlement had bij deze eetle beschouwingen waarlijk grootexe H kunnen voeren, had zich aan een be- He alc kunnen wijden dan aan het naarstig A Van scheurtjes in de Regeering, had e Vraagstukken van internationalen om- van levensbeschouwende diepte, die de Ni» °0rdige wereld beroeren, meer aandacht n besteden. an die internationale vraagstukken in- een vraagstuk, dat, zooals de heer ftt t eh terecht opmerkte, tevens ten voeten ekent tot welke afschuwwekkende gevol- VqCeri heillooze levensbeschouwing voert, ^°°r hen drang der gebeurtenissen zélf V,0 °rde sesteld: het vraagstuk van de Ss -.6 J°hen. De gebeurtenissen aan de an- k^he van onze Oostgrens, dingen, waar- heer de Marchant et d'Ansembourg ^f^^hen week reeds met eenige schaamte hebben bij de overgroote meerder heid van de Kamer zóó diepe gevoelens van afkeer gewekt, dat men van alle kanten bij de Regeering aandrong op grooter soepelheid in de toepassing van het asylrecht en op ruimer openstelling van de grenzen voor de vervolg den. Aanvankelijk dachten de heeren de Vis ser en Albarda de Regeering te interpelleeren over haar voornemens te dien aanzien, doch toen de Voorzitter de gelegenheid openstelde om bij de nog niet voleinde replieken op de algemeene beschouwingen over deze kwestie te spreken, zoodat de Regeering veel eerder de gevraagde inlichtingen zou kunnen verstrek ken, legde de heer Albarda zich daarbij neer. De heer de Visser niet! De Joden in Duitsch- land moesten maar wachten, tot hij de gele genheid kreeg te interpelleeren! Eerst de „eer" van de communistische fractie! Hij kreeg zijn zin natuurlijk niet. In antwoord dan op de van verschillende kan ten tot hem gerichten aandrang tot mildheid en soepelheid, verklaarde dr. Colijn categorisch, dat de regeering van het eerste oogenblik af ac tief is geweest ten aanzien van het acute vreem delingenprobleem, door het jongste pogrom in Duitschland in het leven geroepen. Aanstonds heeft zij een aantal onder onmiddellijken druk staande Joden toegelaten en een aantal Joodsche kinderen, die bij de Nederlandsche grens waren samengedrongen, opgenomen. De vraag echter of zij veel verder zal kunnen gaan, hangt niet van haar alleen af. Zoolang de andere landen hun grenzen potdicht houden ook België treft te dien aanzien geen enkelen maatregel verzekerde de premier den heer Bierema, die meende, dat men daar te lande bezig is kampen in te richten kunnen wij niet alléén de deuren ontgrende len. Dat zou ten gevolge hebben, dat de heele stroom zich richt naar het ééne open gat in het Westen. Niemand, die eraan twijfelt, dat wij niet bij machte zijn alles op te nemen. Maar hoe veel Joden kunnen wij dan wél opnemen? Tien duizend, vijfduizend? De Kamer heeft geen cijfers genoemd, ook niet bij de dupliek. Dat blijft dus aan de regeering overgelaten. De re geering heeft den bouw van twee barakkenkam pen in voorbereiding genomen. Wellicht zullen eenige duizenden Joden daarin toevlucht kun nen vinden. Bovendien heeft zij door middel van hare gezanten de regeeringen te Kopenhagen, Londen, Brussel en Bern laten polsen over de mogelijkheid in gemeenschappelijk overleg stappen te ondernemen, die een aantal Joodsche vluchtelingen in veiligheid kunnen brengen, doch ondanks den telegraphischen aandrang tot spoed, die nog heden naar de verschillende ge zanten uitging, werd nog geen resultaat te dien aanzien bereikt. Of de regeering nóg verder zal gaan en hoevéél verder zij zal gaan, hangt in hoofdzaak van de nadere berichten omtrent de gebeurtenissen in Duitschland af. Het kan héél wel zijn, dat de berichten binnen enkele uren of dagen zoo onrustbarend worden, dat de regee- ving besluit tot nóg ruimer toelating. De regee ring doet in ieder geval wat zij kan en wat zij meent niet te mogen laten. Intusschen richtte dr. Colijn tot hen, die de belangen der Duitsche Joden hier te lande be hartigen deze waarschuwing: weest voorzichtig voor het óók in óns land smeulend anti-semie- tjsme. Haalt ge te veel Joden binnen onze gren zen, dan loopt ge de kans, dat dit smeulend vuurtje wordt aangewakkerd en gij zoudt den Nederlandschen Joden daarmee een slechten dienst bewijzen. Een zéér verstandige raad. De berekeningen, door minister De Wilde in de millioenennota opgezet, stelden voorop, dat de regeering in 1939 over dezelfde belastingen zou kunnen beschikken als in 1938 en daartoe moe ten een aantal tijdelijke heffingen, die met dit jaar zouden afloopen, worden verlengd, allemaal tegelijk in één wetsontwerp. Tusschen deze velerlei heffingen staat ook de belasting op de goederen in de doode hand, een belasting, die in 1934 zoowel van Christelijk Historische als van Katholieke zijde slechts met de uiterste schroomvalligheid als een noodoffer werd aanvaard, onder het uitdrukkelijk beding, c'at zij een tijdelijk karakter zou dragen, zoodat na afloop van den voor de belasting vastgestel- den termijn vrij zou kunnen worden beslist over- continueering. De heer Teulings nu meende dat voor een der gelijk offer thans geen noodzaak meer bestond en stond, hoewel hij liefst de geheele wet kwijt wilde, aan de zijde van den heer Rutgers van Rozenburg, die een amendement had ingediend, strekkende tot 't vrijstellen van goederen, toe komende aan den eeredienst. Minister De Wilde streek over zijn goede hart. Hij kon de twee millioen van de belasting on mogelijk missen, maar wilde wel den nieuw ge stelden termijn inkorten, niet tot en met 1941 zou hij de belasting aanhouden, doch tot eind 1939. Dus nog een jaartje. En hij beloofde plech tig dan geen verlenging meer te zullen vragen. Het complex belastingmaatregelen, dat hij voor dien aanhangig zou maken, zou hem tot het in lossen van deze belofte de vrijheid doen vinden. Dit ruime gebaar deed de heer Rutgers van Rozenburg capituleeren. Hij trok zijn amende ment in, doch de heer Teulings hield voet bij stuk. Deze „inbreuk op de vrijheid van de Kerk" mocht niet worden gehandhaafd. De belofte van minister De Wilde was uitstekend bedoeld, maar met zulke servituten hebben wij zeer recente ervaringen En of de heeren Schouten en De Wilde al vol- Komen terecht betoogden: „Dit is geen servi tuut, de wet loopt het volgend jaar af", de heer Teulings week niet en stemde tegen met de Christelijk Historischen. Drie van zijn fractie- genooten, de heeren v. d,. Putt, Groen en Truyen hielpen den minister nog net aan zijn twee millioen. Met 38 tegen 33 stemmen werd de be lasting op de doode hand gecontinueerd. Dinsdagmiddag omstreeks half twee heeft een van Den Haag komende extra-Dieseltrein met leeg materieel nabij Nootdorp op den onbe- waakten overweg een daar passeerenden met een paard bespannen wagen aangereden, welke met galanterie-artikelen was geladen. De galanteriehandelaar N. uit Delft stak loo pend den overweg over, terwijl hij het paard aan de teugels leidde. Plotseling werd de wagen door den trein gegrepen. N. werd tegen den grond gesmakt en de wagen met inhoud eenige honder den meters meegesleurd en totaal verbrijzeld. De man, die per ziekenauto naar zijn woning is overgebracht, had eenige kneuzingen opge- loopen, terwijl hij bovendien een zenuwschok heeft gekregen. Geneeskundige hulp was evenals de burge meester en veldwachters van Nootdorp, spoedig ter plaatse. Het paard werd licht gekwetst. N. had bij het oversteken van den overweg de grootst mogelijke voorzichtigheid betracht, zoodat dit ongeluk alleen is toe te schrijven aan den mist. De trein, waarvan het voorste treinstel aan den neus werd beschadigd, had een kwartier vertraging. Een zevenjarig jongetje, leerling van een lagere school te Amersfoort is Dinsdagmiddag in de barakken van het ziekenhuis de Lichtenberg al daar, ten gevolge van kinderverlamming, over leden. Op advies van den gemeentelijken geneeskun digen dienst, is de betreffende klasse voor veer tien dagen gesloten. Ten gevolge van den dichten mist, welke Dins dag boven ons land hing, hebben de diverse diensten van en naar Schiphol ernstige stagna tie ondervonden. Zoo is de „Torenvalk", de machine, die Dins dagmiddag uit Indië te Amsterdam moest aan komen, omstreeks vijf uur te Parijs gedaald, om daar gunstiger weer af te wachten. Geen enkel vliegtuig is Dinsdag naar Londen vertrokken, terwijl het toestel uit Londen, dat Dinsdagmiddag Amsterdam zou moeten berei ken, omstreeks half vier op Twente is neerge streken, waar het zicht aanmerkelijk gunstiger was dan boven de hoofdstad. Met de vliegtuigen naar en van Parijs ging het evenzoo. Ook het toestel uit Parijs vloog door naar Twente. In den loop van den dag hebben verschillen de autoriteiten aan de directie van de K.L.M. nog hun deelneming betuigd met de ramp van de „Ijsvogel". Zoo ontving de directie telegram men van den minister-president, dr. H. Colijn, van verschillende militairen, van binnen- en buitenlandsche luchtvaartvereenigingen en van Lord Londonderry namens de Master Guild of Air Pilotes. Het zal nog eenigen tijd duren eer het wrak van de „Ijsvogel" zal worden vrijgegeven. Zoo wel de technische dienst der K.L.M. als de jus titie stellen een onderzoek in naar het gebeuren. Men zal trachten vast te stellen wat de oorzaak is geweest, dat de Ijsvogel bij het naderen van Schiphol voortijdig den grond heeft geraakt. De kiezer, wiens broep of werkzaamheden me debrengen, dat hij herhaaldelijk of althans ge durende het gedeelte van het jaar, waarin de stemming valt (April 1939 voor de Provinciale Staten en in Juni 1939 voor de Gemeenteraden) buiten zijn woonplaats werkzaam pleegt te zijn, mits die afwezigheid als regel telkens langer dan drie dagen duurt (b.v. schippers, handelsreizi gers, marktkooplieden enz.) komt in aanmerking voor stemmen bij volmacht. Ook de vrouw van den kiezer, die in aanmerking komt om bij vol macht te stemmen, kan van deze bevoegdheid gebruik maken, echter alléén dan, wanneer zij met haar man, in verband met diens beroep of werkzaamheden, afwezig pleegt te zijn. De kiezer, die van de bevoegdheid tot het stemmen bij volmacht gebruik wil maken voor de in 1939 te houden verkiezingen voor de Pro vinciale Staten en Gemeenteraden, moet vóór 1 Januari 1939 een verzoekschrift daartoe indie nen aan het Bestuur der gemeente, waar hij woonplaats heeft. Formulieren zijn daartoe tot en me# 31 December a.s. kosteloos te verkrijgen ter gemeente-secretarie van elke gemeente, in de hoeveelheden, die men noodig heeft. Men kan deze formulieren dus aan de gegadigden toezen den. Zulk een verzoekschrift mag betrekking hebben op de beide verkiezingen in 3939. Men lette daarop bij het invullen van het formulier. Op na 31 December 1938 ingeleverde verzoek schriften kan volgens de wet niet worden .be schikt. Deze zullen worden terzijde gelegd! De kiezer moet daarna in persoon mededee- ling doen ter secretarie van een gemeente, dat hij van de gevraagde bevoegdheid wil gebruik maken. Hij kan dit doen direct na indiening van het verzoekschrift, doch uiterlijk een week na de candidaatstelling. De gemachtigde, die wordt aangewezen door den kiezer om te stemmen voor hem, moet in persoon ter secretarie van de gemeente, op welker kiezerslijst de kiezer moet voorkomen, gaan mededeelen, dat hij de vol macht aanneemt. Men kan machtigen wien men wil, mits de gemachtigde zelf kiezer is; zijn naam moet dus op de kiezerslijst voorkomen. De gemachtigde mag alleen in de gemeente stemmen, waar zijn naam op de kiezerslijst staat ingeschreven. Hij kan eerst na 12 uur tot de stemming worden toegelaten. De kiezer, die een machtiging heeft afgegeven, blijft bevoegd zelf te stemmen, zoo lang de gemachtigde nog niet heeft gestemd! Geen kiezer mag meer dan één machtiging hebben, behoudens wanneer het huisgenooten betreft. Daar de gemachtigde stemt, zooals hü zelf wil, moet men goed uitzien, dat men een vertrouwd persoon machtigt. Heden (Woensdag) herdenkt de heer W. Kruijt, inspecteur der P.T.T.. chef der afdee- ling exploitatie van de telegrafie, den dag, waar op hy vóór 40 jaar bij het Staatsbedrijf in dienst trad. Na achtereenvolgens in verschillende rangen in den uitvoerenden dienst werkzaam te zijn ge weest, werd de heer Kruijt aan het hoofdbestuur geplaatst, waar hij in 1937 als inspecteur der P.T.T. werd belast met de leiding van het dienst vak der telegrafie. Zijn ambtelijke verdiensten werden dat jaar erkend door zijn benoeming tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. De heer Kruijt nam deel aan verschillende in ternationale conferenties zoowel op het gebied van de draadtelegrafie als van de radiotelegrafie. De jubilaris zal vandaag uitstedig zijn. Tijdelijk benoemd tot leeraar aan de R.H B.S. te Warffum: H. Molenaar, wonende te Groningen. Benoemd tot kantonrechter-plaatsvervanger in het kanton Boxmeer: mr. A. J. J. M. van Hellenberg Hubar, burgemeester der gemeente Boxmeer. Aan de heeren J. D. Evers, chef van den dienst der exploitatie bij de N.V. Nederlandsche Spoorwegen, te Utrecht, en aan ir. H. E. Ver schoor van Sleeuwijk, hoofdinspecteur, adjunct chef van den dienst der exploitatie bij dé N.V. Nederlandsche Spoorwegen, te Hilversum, is op verzoek ing. 1 Nov. eervol ontslag verleend als lid en plaatsverv. lid van den Spoorweg- raad met dank. Tot 15 Februari 1939 zijn benoemd tot lid van den Spoorwegraad de heer J. Ente en tot pl.yerv. lid de heer G. F. H. Giesberger. beider) hoofdinspecteur bij de N.V. Nederlandsche Spoorwegen, te Utrecht. Benoemd tot officier met de zwaarden in de orde van Oranje-Nassau (bij bevorde ring) de luit.-kolonel P. Dingemanse, van den staf der lie infanteriebrigade, toegevoegd aan den inspecteur van den vrijw. landstorm. Voor den tijd van vijf jaren zijn benoemd tot militair commissaris van het Ned. Roode Kruis Hr. Ms. adjudant in buitengew. dienst, de heer A. R. W. Geij van Pittius, gep. luit.-kolonel der artillerie van het Kon. Ned.-Ind. leger, te Was senaar, en de heer C. J. la Rivière, gep. luit.- kolonel der inf. van het Kon. Ned.-Ind. leger, te 's-Gravenhage. De 21-jarige M.S., huzaar in garnizoen te Deventer, thans gedetineerd in het huis van bewaring te Den Haag, heeft in verschillende katholieke kerken geld gestolen. Deswege door den Bosschen krijgsraad veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf met aftrek van de voorloopige hechtenis met ontslag uit den mili tairen dienst zonder ontzegging van de be voegdheid om bij de gewapende macht te die nen, ging de auditeur militair bij dit college van dit vonnis in hooger beroep. Voor het Hoog Militair Gerechtshof bekende S. hetgeen hem ten laste is gelegd. De advocaat-fiscaal, mr. A. Brants, zeide in zijn requisitoir, dat de auditeur-militair in hoo ger beroep was gegaan, omdat S. in de bijzon dere strafgevangenis voor jongelieden te Zut- fen geplaatst zou worden, blijkens de beslissing van den krijgsraad. Wie in zulk een gevangenis geplaatst wordt, moet tot minstens een jaar gevangenisstraf ver oordeeld zijn, hetgeen hier niet het geval was. De advocaat-fiscaal vroeg vernietiging van het gewezen vonnis, behalve ten aanzien van de straf, die hij wenschte te bepalen op een jaar en zes maanden gevangenisstraf, zonder aftrek van preventief. De verdedigster, mej. mr. J. B. A. Marcus, vond de geëischte straf te hoog. Zij stelde voor een gevangenisstraf, waarvan een gedeelte voor waardelijk, in ieder geval niet hooger dan een jaar. Uitspraak volgt later. De regeeringspersdienst bericht, dat, blijkens van den rijkslandbouwconsulent te Washington ontvangen telegrafisch bericht, met ingang van 15 Augustus 1939 de warmwaterbehande ling voor ingevoerde narcissen niet meer ver- eischt is, tenzij de bollen ziek blijken. B. en W. van 's-Gravenhage zullen, ter gele genheid van het bezoek van Koning Leopold op Woensdag 23 dezer, den Koninklijken stoet des middags bij de Boschbrug opwachten, ten einde Hunne Majesteiten tijdens een kort oponthoud te begroeten. Onze weerkundige medewerker schrijft: Het zachte weer van den laatsten tijd is een verschijnsel, dat door zijn langen duur een groo te zeldzaamheid is geworden. Nauwelijks was de maand November aangebroken of de tempera tuur steeg boven haar normale niveau en zij is niet alleen daarboven gebleven maar daar ab normaal boven uit gestegen. Records van vele jaren oud (van 1897 en 1916 o.a.) zijn geslagen, maar dit is nog niet het merkwaardigste. Van meer beteekenis is, dat zelfs in de jaren, waar in die records gevestigd werden, het weer niet zoo lang buitengewoon zacht is gebleven als nu het geval is. Men had in die jaren wel eens een paar zachte dagen maar niet bijna twee weken aaneen, en in andere jaren, waarin November vele zachte dagen telde, steeg de temperatuur niet zooveel boven het normale niveau als nu. Wij beleven dus nu iets zeer bijzonders, een meteorologisch verschijnsel, dat wij in geen hal ve eeuw hebben gehad, een verschijnsel, waar van de diepere oorzaak niet bekend is als het niet in verband staat met het groote aantal zon nevlekken. hetwelk dit jaar zichtbaar is en met de opvallend groote zonnevlek, die zich aan het einde der vorige week vertoonde. En nog is het einde van het warme weer niet in het vooruit zicht. Onwillekeurig vraagt men zich af: zal de Na tuur later geen revanche nemen door ons een periode van groote koude te zenden? Met ze kerheid is hiervan niets te zeggen. Wat leeren ons echter de waarnemingen van de laatste hal ve eeuw? Uit deze waarnemingen dan blijkt, dat in de jaren 1899, 1906, 1913, 1917 en 1928 November een bijzonder zachte maand was. Alleen in de jaren 1898, 1906 en 1017 volgde hierop een vrij koude Decembermaand, en alleen in de jaren 1907, 1914 en 1929 volgde er een koude Januari terwijl slechts de jaren 1907 en 1929 daarenbo ven nog een koude Februarimaand hadden. Het is dus geen regel, dat een zachte Novem ber gevolgd wordt door een kouden winter, maai de kans is wel grooter dan vijftig procent. Op goede gronden kan overigens verwacht worden, dat de aanstaande Decembermaand te koud zal zijn. Van Januari en Februari valt dit nog niet te zeggen. (Nadruk verboden). De zoo juist verschenen Mededeelingen van het Secretariaat van het Katholiek Co mité van Actie „Voor God" bevatten eenige, inderdaad schrikbarende bijzonderheden over de ontwikkeling van den Nieuw Mal- thusiaanschen Bond en het Nederlandsch Humanitair Komitee, waaraan wij het vol gende ontleenen. Het aantal leden van den N. M. B. is voort durend stijgend: 1934: 39073; 1935: 43683; 1936: 50183; thans ruim 55.000. Ook het aantal consultatiebureaux neemt toe. Er zijn er thans 10: Amsterdam, Rotter dam, 's-Gravenhage, Zaandam, Utrecht, Gou da, Groningen, Haarlem, Arnhem, Alkmaar. Amsterdam en Rotterdam beschikken zelfs over meerdere artsen. Daarnaast beschikt de Bond over 7 inlichtingenbureaux te: Delft, Deventer, Hoorn, Leeuwarden, Leiden, Veendam, Velsen. Blijkens het orgaan van den Bond: „Verstan dig Ouderschap", bezochten b.v. in 1936 6747 personen de verschillende consultatiebureaux. Hieronder 1250 katholieken, waarvan 1001 zei den, hun plichten niet meer waar te nemen. Van de overigen gaven 6000 op tot geen gods dienst te behooren. 2256 hadden geen kinderen, 1612 één kind, 1341 twee kinderen. Het aantal afdeelingen is binnen twee jaar tijds gestegen van 49 tot 63. In 1935 hield de Bond 142 propaganda-bijeenkomsten met een totaal-aantal bezoekers van 31729. Hiervan zijn de getallen voor Amsterdam, den Haag, Rotter dam respectievelijk 30 9000: 13 4553; 10 7070. Een z.g. middelenboekje, een voorlichting over de soorten en het gebruik van de niet min der dan twaalf verschillende middelen, dat voor den prijs van 25 cent wordt verkocht „slechts bij aanvrage" beleeft thans zün 305e duizendtal. De ontvangsten van den middelenverkoop -be droegen over 1936 f 25778,14. Blijkens de uitga ven hiervoor van f 16541,28, is de winst met on beduidend. Deze komt waarschijnlijk de propa ganda ten goede, het verspreide materiaal liep in dat jaar op tot 853750. Deze middelen mogen niet in het openbaar worden verkocht of aangeprezen, dit is bij de wet verboden. Men zou een dagboek van over tredingen kunnen aanleggen. Een nog zeer re cent voorbeeld hiervan geeft het communisti sche Volksdagblad, dat in ziin spreekuur bij den dokter voor alle gevallen verwijst naar de Nieuw Malthusiaansche Klinieken. Volgens den prospectus mogen ook middelen in geen geval aan niet-leden worden verstrekt. Hiervoor zorgen andere obscure instanties. Wij hebben hier reclamebiljetten voor ons liggen van b.v. een Patentgeneesmiddelen en Gummi warenhandel, die gratis een proefexemplaar gummiwaar toestuurt en 3 „gummiwaar" gratis geeft voor het aanbrengen van een nieuwen klant. Of een drogisterij en verfhuis, dat zijn reclamelijsten beginnend met boterhampapier, asbestplaatjes, schuurpoeder enz. eindigt met spenen, zuigflesschen, gummiwaren, gummi wa terzakken en inlegzooltjes. Hiervoor zorgt ook de bricvenbus-propaganda op waarlijk satanische wijze. Hiervoor zorgen de obscure boekwinkels, die eveneens de bussen vullen met reclames van hun Schund. Een ander troebel water in Nederlands riool is het Nederlandsch Humanitair Komitee. Dit Komitee welks menschlievendheid zich speciaal bezighoudt met op wetenschappelijke wijzo recht te praten wat krom is, strijdt voor het vrij-uitgaan van de 3 pCt. homosexueelen on der de menschen, door te verklaren dat homo- sexualiteit, als zijnde een erfelijke en aangebo ren neiging, recht heeft op bevrediging. Dit Komitee, dat thans reeds 27 jaar bestaat doet ieder jaar een jaarverslag verschijnen, dat de laatste jar,en werd toegezonden aan vele intellectueelen, o.a. aan ongeveer 11.000 stu denten. Wanneer we zien, dat in dit Komitee de ont vangsten, welke vrijwillig moeten binnenkomen, daar geen kwitanties mogen worden geïnd, in 5 jaar tijds opliepen van 1933: f 937,55 tot 1937' f 1257,38, welke bedragen naast het vervaardi gen van het jaarverslag en de toezending daar van ten goede komen aan het onderhoud en de aanvulling van een homo-sexualiteits-biblio- theek, waarvan gezegd wordt in de verslagen dat vooral de belletristische afdeeling zich in groote belangstelling mag verheugen, dan be grijpt men, dat we niet ten onrechte ook hier spraken van een troebel water waarin de duivel goed visschen heeft. Ten gevolge van den mist is te Domburg de te Drachten thuisbehoorende vischkotter „Marie" op het strand geloopen. De uit drie personen bestaande bemanning is nog aan boord. Zij hoopte gisterenavond het schip bij hoog water op eigen kracht vlot te krijgen. e rijke dient te handelen als de rentmeester van God. 1ari van Enrica von Handel-Mazzetti Ó11,8["ote staande klok, recht tegenover het j®s°hen een verbleekte afbeelding van ftjj6 va en een schelgekleurde, nieuw-gever- Ak n den regeerenden keizer, wees een Vab b0°Ver zessen. 1;wam uit de zij-kamer, het was de V' *11 u?1 van de gevangenis, luitenant Don- llAeiijk °°Pte juist zijn witte soldatenjas toe. pj, had hij de bezoekster bemerkt of hij A tijg 'ik getroffen staan. Een ander offi- Aep„eveneens in de deuropening verscheen, *Cevro Weer' Uw vroeg Donratt met gedempte 0(1, ^titi Verlegen oogopslag, tegelijkertijd nam '.\\r»4.egen van de schrijftafel en gespte hem A teün man bezoeken," zei zij. Belicht .llestralen> die door de tralies speel- st. 8 zij er in haar bleekheid uit als een '■'C Nii o Waarom?" vervolgde h;j, zonder ^6 zien hij trok zijn suède hand- 1 ongeduldige rekken over zijn grove Haar hart bonsde. Ook hier eerst een trap: „Waarom?" „Omdat ik iets van groot belang met hem moet bespreken." „Mevrouw," weerde Donratt af, en nog steeds vermeed hij haar aan te kijken. „Als het vonnis door Zijne Majesteit geratificeerd is, zullen wij u dat mededeelen. Ga toch naar huis, ma dame! Waarom u zelf en hem tweemaal opwin den? Hij is in de ongelukkigste stemming. Er is niets met hem te beginnen. Ik ken hem im mers precies! Treurig! Treurig! Zeer treurig! Er is veel treurigs op de wereld!" Als mokerslagen troffen deze woorden haar jagende borst. „Geratificeerd, wat beteekent dat?" vroeg zij afgemat. Hij keek haar aan, zweeg. „Ik ken hem ook, luitenant!" „Maar natuurlijk, dat geloof ik! „Beter dan u allen!" glimlachte zij doods bleek. „Zijn stemming.... denkt u, dat ik die niet begrijp! Zfj zal verbeteren, als ik met hem spreek, want ik breng hem een vooruitzicht een hoop." „Hoe is 't mogelijk!" zei hij, de leelijke wenk brauwen optrekkend. Arme dwaze. Binnen drie dagen ben je vermoedelijk weduwe. „Ik vraag dus om mijn man," hield mevrouw von Tessenburg aan, bevend van opwinding. „Graaf Lamezan heeft mij toestemming gege ven, en ik verzoek u, mij niet te weerhouden." Hemelsche Vader! Cut bono? Arm mensch! Nu goed, Voor mij juist geen pretje om er by te zijn. „Berger," liep hij naar de deur van de zij kamer. „Zeg den onderstafprovoost, dat hij rit meester von Tessenburg hier brengt. Mevrouw z(jn echtgenoote is hier en verlangt een onder houd! Mag ik u verzoeken?" Hij schoof de dame een van de stoelen, die tegen den venstermuur stonden, toe: „Dus, u wilt hem zien. U ziet dat wij niet van steen zijn. Men vergelijkt ons met Nero en Busiris, mtiar wij waren goed." Zijn valsch pathos had haar reeds nu en dan haar mond spottend doen vertrekken; nu leek het niet komisch maar ijzingwekkend. Zij zonk neer op den stoel, haar hand met de bloemen hing slap neer, met de andere steunde zij haar wang, terwijl haar blauwe, behuilde oogen on afgebroken op de traliedeur gericht bleven. De luitenant, tegen de schrijftafel geleund, ook voortdurend het hek in het oog houdend, sprak haar een tweemaal aan, zij antwoordde zon der te weten wat hij vroeg en wat zij zei. Ze klok tikte dof en zwaar. Hij wees naar het schilderij van keizer Frans en zei iets. Zij keek een oogenblik naar de af beelding, waarvan hij de schoonheid geprezen had, en rilde en keek weer terug. Langzaam nam het keizer-portret de trekken aan van een basiliek. De keizer laat haar Georg, die voor hem zijn rechterhand offerde, sterven! Als de aartshertog er niet was, zou hjj rustig toezien hoe men hem.... o, verschikkelijk! Niet den ken! Het gebeurt immers niet! Want zjjn broe der, de aartshertog is anders, die helpt! Hoe dikwijls had haar man over hem gesproken en met hoeveel liefde I Al de mooie verzen, die hij gemaakt had, stonden in zijn dagboek. Dikwijls zei hij: „Zij hebben hem onderdrukt, evenals mij; hem heeft de keizer naar Mainz gestuurd na al zijn groote daden, mij naar het Invaliden huis." Tenslotte zei hij: „Sophie, herinner jij je nog, je hebt hem immers toen ook gezien?" Ja, zij had hem toen ook gezien, in het kamp bij Znaim, hij bereed een schimmel; zijn uni form was met bloed en modder bespat. Dat is alles wat ze nog weet van hem. Mijn God, wat ging haar toen de aartshertog aan! Er bestond er toen maar één voor haar, naast wien alle aartshertogen en keizers en koningen niets be- teekenden; en dat was de luitenant van het Ulanen-regiment Georg Wilhelm von Tessen burg, met wien zij, vier dagen voor den grooten slag, in haar zestiende jaar, midden tusschen paarden en lansen en kanonnen, zich voor den legeraalmoezenier In den echt verbond. Zij denkt, de vingers tegen de lippenHoe zag de aartshertog er uit? Mooi was hü niet, maar vorstelijk. En zijn stem zij hoorde hem immers bevelen geven. Hoe was zijn stem? Haar oogen sloten zich, terwijl zij ingespannen na dacht. „Laat vlug defileeren" zijn stem was Plotseling vloog zij op, met wijd gesperde oogen en stokkend hart; maatvaste militaire passen klonken bij de deur. „Mijn Georgie!" stamelde zij met verstikte stem. De traliedeur ging open, enkele personen traden snel binnen. Tusschen twee mannen met blanke bajonet op 't geweer liep, met afgeme ten stap, een derde, die omstreeks een hoofd lengte langer was dan de bewakers en degene, die daar achter kwam. Hij droeg de grijze uniform van invalide of ficieren, zijn rechterarm rustte in een band, het zwarte haar viel over zijn voorhoofd, waarop het litteeken van een sabelhouw zichtbaar was. De trekken van zijn gelaat waren regel matig gevormd, bruin als erts, hard van uit drukking, somber en heerschzuchtig was zijn blik. Nauwelijks hem ziende, richtte de jonge vrouw zich op met knikkende knieën en wankelde naar hem toe, beide kleine handen naar hem uit strekkende. Hij gaf haar zijn linkerhand en zei met driftige haast: „Kind, wees zoo goed, maak geen comedie, Kismet! Het heeft zoo moeten zijn, niets aan te doen." De bewakers waren links en rechts terzijde getreden, de onderprovoost stond drie passen achter den gevangen ritmeester, stram in de houding. „Georg, Georg, het had niet zoo moeten zijn. De menschen zijn slecht! Na al je groote daden en verdiensten beloonen zij je zoo o, o!" Zij wierp zich aan zijn borst, en haar huilen, vol smart en innigheid, was enkele minuten lang het eenige geluid, dat men hoorde in het kille ambtsvertrek. De luitenant was opgestaan en bedekte zijn oogen met de hand. Tessenburg streek met z'n linker, de hoed van de jonge vrouw terugschuivend, over haar glanzende lokken, hfj bleef zich beheerschen, maar in zijn donker gezicht trokken de zenu wen, bewijs van het geweld, dat hij zich aan deed om geen ontroering te verraden. „Laat alles goed zijn, kind Je neemt het te zwaar op. Wat kan men eraan doen? Ze zijn bevreesd geworden voor het gepeupel. Ze heb ben een man, die niet in de gewone maat past, met hun erbarmelijke kleermakers-el gemeten. De getroffene windt zich niet op. Heb ik niet honderd maal in 't Fransche vuur gestaan? Wat komt 't er op aan, waar de kogels gegoten zijn? Hier, mijn kind, voel hier," hij nam met zijn groote, pezige, als uit brons gemodel leerde hand, haar kleine, teere handje en bracht het aan zijn linkerzijde. „Hier, hoor mijn hart. Alles is rustig in het kamp van Vit- toria." „O, jij kunt grappen maken," schreide zij diep geschokt, „en ik sterf van smart." „Je had niet moeten komen," zei hij, sombei voor zich heen starend. Zij snikte steeds hevi ger. Hij zweeg en wachtte, en toen haar huilen in luide smartkreten overging en zij ineenkromp, nam hij haar vaster in zijn arm en sleepte haar naar den stoel, waarvan zij was opgestaan, en zette haar als 'n hulpeloos kind daarop neer. De provoost had op een wenk van Donratt een glas water gebracht: Tessenburg gaf het haar; terwijl hij halfluid sprak, en zij dronk gehoor zaam. Luitenant Donratt was vol deelneming wat dichterbij gekomen. De klok, die eerst lang zaam en met looden slagen getikt had, jachtte als in koorts. Tessenburg sprak, de kleine, be vende hand van zijn vrouw opnieuw omvatten de, snel en warm: „Jij, wanneer heb jij 't ge hoord? Door wien? Mijn brief aan jou heb ik nog niet verzonden. Wat staat over mij in de kranten?" "w'dt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 3