ur
Groote en kleine politiek
D
Nederlands riool
^DUITSCHE HELD
PLEIDOOI VOOR DE
DUITSCHE JODEN
kei
*s
De weerstoestand
c wLWenscht u?"
WOENSDAG 16 NOVEMBER 1938
{MP
OVERZICHT TWEEDE KAMER
asting op de doode
hand
<van
nber
A
*tin
5<
nW'
?6>
npl"?
N°v'
jna11'
le-
v
Paard en wagen door
trein gegrepen
Voerman bekwam kneuzingen
en een zenuwschok
Aan kinderverlamming
overleden
Klas van een lagere school
te Amersfoort gesloten
Schiphol zat potdicht
Toestellen uit Londen en Parijs
vlogen naar vliegveld Twente
NA DE RAMP VAN DE
„IJSVOGEL"
Betuigingen van rouwbeklag
Onderzoek naar oorzaak
Stemmen bij volmacht
Verzoekschrift moet vóór 1 Jan.
1939 worden ingediend
AMBTSJUBILEUM W. KRUIJT
Veertig jaar bij het Staatsbedrijf
der P.T.T.
UIT DE STAATSCOURANT
Onderwijs
Rechterlijke macht
Spoorwegraad
Onderscheiding
Roode Kruis
KERKDIEF STAAT TERECHT
Voor het H. M. G. tegen huzaar een
zwaardere straf geëischt
TOELATING VAN NARCISSEN
IN AMERIKA
HET BEZOEK VAN KONING
LEOPOLD
Begroeting door het Haagsche
gemeentebestuur
HET ZACHTE WEER IS EEN
ZELDZAAMHEID
De Nieuw-Malthusiaansche Bond
en het Nederlandsch Humani
tair Komitee
Ontstellende cijfers
Schip omhoog gevaren
A Br
:lal-
ven-
na
>en-
dio-
i bond
n, na
vel d-
wordt
n ma-
,n be
lt het
i aan-
arovef
ïtoraaJ
n.
doet-
Offer-
i (Fr.1
recht;
ej. H
E.
i, Den
schril®
ren E-
an der
xamen
jorloo-
elburg.
Dn te
an der
(jswijfc.
Jrecht.
G. A.
e Hil'
M. P-
Roele.
Mi k
'eri "et beleid van den heer Colijn in het
en het beleid van het thans zittende
hi ct- Daarmee is in groote lijnen de
°Ud
u van de algemeene beschouwingen van
If J^'lr gekenschetst. En al die suggesties heeft
l^eeeering met nadruk van de hand ge-
heeft detegemoetkoming aan de groote
Al zooals die in de komende belasting-
ik, '::'unS ligt vervat, beschouwd als een over-
'hinr
hooten. Geen woord van waar, ver-
e Dr. Colijn en hij verklapte de Kamer,
de behandeling van de belastingplannen
kabinet over deze tegemoetkoming met
Woord is gesproken.
IfjV heeft getracht den minister van On-
1Js los te pellen uit dit kabinet en laten
ijq. hemeren, dat men het voornemen koes-
Hi
onzen parlementairen redacteur)
DEN HAAG, 15 November '38
tellingen heeft men trachten te vin
tegenstellingen tusschen de vier katho-
Ministers en de zeven andere, tegenstel-
,eh tusschen dln minister van Onderwijs
Nens'
ambtgenooten en tegenstellingen tus-
i tgei
Act
8 Van de katholieke ministers op hun
hern
te laten tuimelen, omdat men zijn
inzake de leerlingenschaal afkeurt. Dat
t^. kwam echter herhaalde malen in het
tl"f ter sprake en eenstemmig is de Re-
ielcle 8 van oordeel, dat thans geen nieuwe
tij. r' voor uitbreiding van de leerlingenschaal
t h worden aangevraagd. Het oordeel over
ih eteid van Minister Slotemaker op dit
ht u
ittl kan niet worden losgemaakt van het
fcej, °ver het beleid van het kabinet in zijn
Het ware lafhartig den bewindsman
^herwijs, die zich met een beslissing van
1 k
'1 js ai)inet heeft vereenigd, over die be-
l(il Si°8 te laten struikelen. En het ware
Waking van den minister-president per-
He inclien men zou meenen, dat hij onder
V °mstandigheden rustig voort zou gaan
jjj r dien ambtgenoot.
heeft tenslotte den Dr. Colijn van thans
1«Ö6n°Ver hen Dr. Colijn van enkele jaren ge
il trachten te stellen. Dat deden zij, die
k het
rapport-Westhoff een synoniem zagen
Plan van den Arbeid, terwijl deze beide
genten toch van heel andere grondge-
hiej. eh uitgaan. Dat deden zij, die nog steeds
hijjjj ^Hlen inzien, dat het standpunt van den
fr-president ten aanzien va^ de han-
geenerlei principle e le wijzi-
Sl{ tleeït ondergaaii, doch alleen door den
tf. r'Cr afwezigheid van vrijhandelspartners
C5 f
'sch moest ombuigen. En dat deden
die belangstellend informeerden hoe
de eertijds zoo veel geprezen „aan-
jax,
>m,
Mid»'
>1; K«'
'castle;
remed'
Ons®1'
Stool*1''
ikgo^d'
Os\°'
jtctti*1'
MJ.
Hal*'
tan tl'9'
a M»
irim-
,v. v»11
ar v»"1
6 «f
wach4'
ia.
lam
pen
Isco-
.v,
r. n."1'
n». -
na»1
na»1'
Hah*'
Dik'"'
no.
/nik I1
lostoik'
Ne®*
lent'9'
ïbufS'
'e H.8st°nd. Nog steeds hetzelfde, antwoord-
Premier. Toen het kostenpeil van het
"tt v andsclie bedrijfsleven hooger lag dan
W 11 het buitenland, was het noodig op ver-
daarvan aan te sturen. Den laatsten duw
cheden kreeg dat kostenpeil door de de-
C' Sindsdien ligt het niet meer hooger
°1(lers en sindsdien staat de aanpassing
'H,0^ stop. Volkomen consequent. Semper
i "A
i'ie 8eheel overziende, mocht Dr. Colijn wél
h- Wat hlijven al dit soort opmerkingen
lJ hen grond. Het parlement had bij deze
eetle beschouwingen waarlijk grootexe
H kunnen voeren, had zich aan een be-
He alc kunnen wijden dan aan het naarstig
A Van scheurtjes in de Regeering, had
e Vraagstukken van internationalen om-
van levensbeschouwende diepte, die de
Ni» °0rdige wereld beroeren, meer aandacht
n besteden.
an die internationale vraagstukken in-
een vraagstuk, dat, zooals de heer
ftt t eh terecht opmerkte, tevens ten voeten
ekent tot welke afschuwwekkende gevol-
VqCeri heillooze levensbeschouwing voert,
^°°r hen drang der gebeurtenissen zélf
V,0 °rde sesteld: het vraagstuk van de
Ss -.6 J°hen. De gebeurtenissen aan de an-
k^he
van onze Oostgrens, dingen, waar-
heer de Marchant et d'Ansembourg
^f^^hen week reeds met eenige schaamte
hebben bij de overgroote meerder
heid van de Kamer zóó diepe gevoelens van
afkeer gewekt, dat men van alle kanten bij de
Regeering aandrong op grooter soepelheid in
de toepassing van het asylrecht en op ruimer
openstelling van de grenzen voor de vervolg
den. Aanvankelijk dachten de heeren de Vis
ser en Albarda de Regeering te interpelleeren
over haar voornemens te dien aanzien, doch
toen de Voorzitter de gelegenheid openstelde
om bij de nog niet voleinde replieken op de
algemeene beschouwingen over deze kwestie te
spreken, zoodat de Regeering veel eerder de
gevraagde inlichtingen zou kunnen verstrek
ken, legde de heer Albarda zich daarbij neer.
De heer de Visser niet! De Joden in Duitsch-
land moesten maar wachten, tot hij de gele
genheid kreeg te interpelleeren! Eerst de „eer"
van de communistische fractie! Hij kreeg zijn
zin natuurlijk niet.
In antwoord dan op de van verschillende kan
ten tot hem gerichten aandrang tot mildheid
en soepelheid, verklaarde dr. Colijn categorisch,
dat de regeering van het eerste oogenblik af ac
tief is geweest ten aanzien van het acute vreem
delingenprobleem, door het jongste pogrom in
Duitschland in het leven geroepen. Aanstonds
heeft zij een aantal onder onmiddellijken druk
staande Joden toegelaten en een aantal Joodsche
kinderen, die bij de Nederlandsche grens waren
samengedrongen, opgenomen. De vraag echter of
zij veel verder zal kunnen gaan, hangt niet van
haar alleen af. Zoolang de andere landen hun
grenzen potdicht houden ook België treft te
dien aanzien geen enkelen maatregel verzekerde
de premier den heer Bierema, die meende, dat
men daar te lande bezig is kampen in te richten
kunnen wij niet alléén de deuren ontgrende
len. Dat zou ten gevolge hebben, dat de heele
stroom zich richt naar het ééne open gat in het
Westen. Niemand, die eraan twijfelt, dat wij niet
bij machte zijn alles op te nemen. Maar hoe
veel Joden kunnen wij dan wél opnemen? Tien
duizend, vijfduizend? De Kamer heeft geen
cijfers genoemd, ook niet bij de dupliek. Dat
blijft dus aan de regeering overgelaten. De re
geering heeft den bouw van twee barakkenkam
pen in voorbereiding genomen. Wellicht zullen
eenige duizenden Joden daarin toevlucht kun
nen vinden. Bovendien heeft zij door middel van
hare gezanten de regeeringen te Kopenhagen,
Londen, Brussel en Bern laten polsen over de
mogelijkheid in gemeenschappelijk overleg
stappen te ondernemen, die een aantal Joodsche
vluchtelingen in veiligheid kunnen brengen,
doch ondanks den telegraphischen aandrang tot
spoed, die nog heden naar de verschillende ge
zanten uitging, werd nog geen resultaat te dien
aanzien bereikt. Of de regeering nóg verder zal
gaan en hoevéél verder zij zal gaan, hangt in
hoofdzaak van de nadere berichten omtrent de
gebeurtenissen in Duitschland af. Het kan héél
wel zijn, dat de berichten binnen enkele uren
of dagen zoo onrustbarend worden, dat de regee-
ving besluit tot nóg ruimer toelating. De regee
ring doet in ieder geval wat zij kan en wat zij
meent niet te mogen laten.
Intusschen richtte dr. Colijn tot hen, die de
belangen der Duitsche Joden hier te lande be
hartigen deze waarschuwing: weest voorzichtig
voor het óók in óns land smeulend anti-semie-
tjsme. Haalt ge te veel Joden binnen onze gren
zen, dan loopt ge de kans, dat dit smeulend
vuurtje wordt aangewakkerd en gij zoudt den
Nederlandschen Joden daarmee een slechten
dienst bewijzen.
Een zéér verstandige raad.
De berekeningen, door minister De Wilde in
de millioenennota opgezet, stelden voorop, dat de
regeering in 1939 over dezelfde belastingen zou
kunnen beschikken als in 1938 en daartoe moe
ten een aantal tijdelijke heffingen, die met dit
jaar zouden afloopen, worden verlengd, allemaal
tegelijk in één wetsontwerp.
Tusschen deze velerlei heffingen staat ook de
belasting op de goederen in de doode hand, een
belasting, die in 1934 zoowel van Christelijk
Historische als van Katholieke zijde slechts met
de uiterste schroomvalligheid als een noodoffer
werd aanvaard, onder het uitdrukkelijk beding,
c'at zij een tijdelijk karakter zou dragen, zoodat
na afloop van den voor de belasting vastgestel-
den termijn vrij zou kunnen worden beslist over-
continueering.
De heer Teulings nu meende dat voor een der
gelijk offer thans geen noodzaak meer bestond
en stond, hoewel hij liefst de geheele wet kwijt
wilde, aan de zijde van den heer Rutgers van
Rozenburg, die een amendement had ingediend,
strekkende tot 't vrijstellen van goederen, toe
komende aan den eeredienst.
Minister De Wilde streek over zijn goede hart.
Hij kon de twee millioen van de belasting on
mogelijk missen, maar wilde wel den nieuw ge
stelden termijn inkorten, niet tot en met 1941
zou hij de belasting aanhouden, doch tot eind
1939. Dus nog een jaartje. En hij beloofde plech
tig dan geen verlenging meer te zullen vragen.
Het complex belastingmaatregelen, dat hij voor
dien aanhangig zou maken, zou hem tot het in
lossen van deze belofte de vrijheid doen vinden.
Dit ruime gebaar deed de heer Rutgers van
Rozenburg capituleeren. Hij trok zijn amende
ment in, doch de heer Teulings hield voet bij
stuk. Deze „inbreuk op de vrijheid van de Kerk"
mocht niet worden gehandhaafd. De belofte van
minister De Wilde was uitstekend bedoeld, maar
met zulke servituten hebben wij zeer recente
ervaringen
En of de heeren Schouten en De Wilde al vol-
Komen terecht betoogden: „Dit is geen servi
tuut, de wet loopt het volgend jaar af", de heer
Teulings week niet en stemde tegen met de
Christelijk Historischen. Drie van zijn fractie-
genooten, de heeren v. d,. Putt, Groen en Truyen
hielpen den minister nog net aan zijn twee
millioen. Met 38 tegen 33 stemmen werd de be
lasting op de doode hand gecontinueerd.
Dinsdagmiddag omstreeks half twee heeft een
van Den Haag komende extra-Dieseltrein met
leeg materieel nabij Nootdorp op den onbe-
waakten overweg een daar passeerenden met
een paard bespannen wagen aangereden, welke
met galanterie-artikelen was geladen.
De galanteriehandelaar N. uit Delft stak loo
pend den overweg over, terwijl hij het paard
aan de teugels leidde. Plotseling werd de wagen
door den trein gegrepen. N. werd tegen den grond
gesmakt en de wagen met inhoud eenige honder
den meters meegesleurd en totaal verbrijzeld.
De man, die per ziekenauto naar zijn woning
is overgebracht, had eenige kneuzingen opge-
loopen, terwijl hij bovendien een zenuwschok
heeft gekregen.
Geneeskundige hulp was evenals de burge
meester en veldwachters van Nootdorp, spoedig
ter plaatse. Het paard werd licht gekwetst.
N. had bij het oversteken van den overweg
de grootst mogelijke voorzichtigheid betracht,
zoodat dit ongeluk alleen is toe te schrijven aan
den mist.
De trein, waarvan het voorste treinstel aan
den neus werd beschadigd, had een kwartier
vertraging.
Een zevenjarig jongetje, leerling van een lagere
school te Amersfoort is Dinsdagmiddag in de
barakken van het ziekenhuis de Lichtenberg al
daar, ten gevolge van kinderverlamming, over
leden.
Op advies van den gemeentelijken geneeskun
digen dienst, is de betreffende klasse voor veer
tien dagen gesloten.
Ten gevolge van den dichten mist, welke Dins
dag boven ons land hing, hebben de diverse
diensten van en naar Schiphol ernstige stagna
tie ondervonden.
Zoo is de „Torenvalk", de machine, die Dins
dagmiddag uit Indië te Amsterdam moest aan
komen, omstreeks vijf uur te Parijs gedaald, om
daar gunstiger weer af te wachten.
Geen enkel vliegtuig is Dinsdag naar Londen
vertrokken, terwijl het toestel uit Londen, dat
Dinsdagmiddag Amsterdam zou moeten berei
ken, omstreeks half vier op Twente is neerge
streken, waar het zicht aanmerkelijk gunstiger
was dan boven de hoofdstad.
Met de vliegtuigen naar en van Parijs ging het
evenzoo. Ook het toestel uit Parijs vloog door
naar Twente.
In den loop van den dag hebben verschillen
de autoriteiten aan de directie van de K.L.M.
nog hun deelneming betuigd met de ramp van
de „Ijsvogel". Zoo ontving de directie telegram
men van den minister-president, dr. H. Colijn,
van verschillende militairen, van binnen- en
buitenlandsche luchtvaartvereenigingen en van
Lord Londonderry namens de Master Guild of
Air Pilotes.
Het zal nog eenigen tijd duren eer het wrak
van de „Ijsvogel" zal worden vrijgegeven. Zoo
wel de technische dienst der K.L.M. als de jus
titie stellen een onderzoek in naar het gebeuren.
Men zal trachten vast te stellen wat de oorzaak
is geweest, dat de Ijsvogel bij het naderen van
Schiphol voortijdig den grond heeft geraakt.
De kiezer, wiens broep of werkzaamheden me
debrengen, dat hij herhaaldelijk of althans ge
durende het gedeelte van het jaar, waarin de
stemming valt (April 1939 voor de Provinciale
Staten en in Juni 1939 voor de Gemeenteraden)
buiten zijn woonplaats werkzaam pleegt te zijn,
mits die afwezigheid als regel telkens langer dan
drie dagen duurt (b.v. schippers, handelsreizi
gers, marktkooplieden enz.) komt in aanmerking
voor stemmen bij volmacht. Ook de vrouw van
den kiezer, die in aanmerking komt om bij vol
macht te stemmen, kan van deze bevoegdheid
gebruik maken, echter alléén dan, wanneer zij
met haar man, in verband met diens beroep of
werkzaamheden, afwezig pleegt te zijn.
De kiezer, die van de bevoegdheid tot het
stemmen bij volmacht gebruik wil maken voor
de in 1939 te houden verkiezingen voor de Pro
vinciale Staten en Gemeenteraden, moet vóór
1 Januari 1939 een verzoekschrift daartoe indie
nen aan het Bestuur der gemeente, waar hij
woonplaats heeft. Formulieren zijn daartoe tot
en me# 31 December a.s. kosteloos te verkrijgen
ter gemeente-secretarie van elke gemeente, in
de hoeveelheden, die men noodig heeft. Men kan
deze formulieren dus aan de gegadigden toezen
den. Zulk een verzoekschrift mag betrekking
hebben op de beide verkiezingen in 3939. Men
lette daarop bij het invullen van het formulier.
Op na 31 December 1938 ingeleverde verzoek
schriften kan volgens de wet niet worden .be
schikt. Deze zullen worden terzijde gelegd!
De kiezer moet daarna in persoon mededee-
ling doen ter secretarie van een gemeente, dat
hij van de gevraagde bevoegdheid wil gebruik
maken. Hij kan dit doen direct na indiening van
het verzoekschrift, doch uiterlijk een week na
de candidaatstelling. De gemachtigde, die wordt
aangewezen door den kiezer om te stemmen
voor hem, moet in persoon ter secretarie van de
gemeente, op welker kiezerslijst de kiezer moet
voorkomen, gaan mededeelen, dat hij de vol
macht aanneemt.
Men kan machtigen wien men wil, mits de
gemachtigde zelf kiezer is; zijn naam moet dus
op de kiezerslijst voorkomen. De gemachtigde
mag alleen in de gemeente stemmen, waar zijn
naam op de kiezerslijst staat ingeschreven. Hij
kan eerst na 12 uur tot de stemming worden
toegelaten. De kiezer, die een machtiging heeft
afgegeven, blijft bevoegd zelf te stemmen, zoo
lang de gemachtigde nog niet heeft gestemd!
Geen kiezer mag meer dan één machtiging
hebben, behoudens wanneer het huisgenooten
betreft. Daar de gemachtigde stemt, zooals hü
zelf wil, moet men goed uitzien, dat men een
vertrouwd persoon machtigt.
Heden (Woensdag) herdenkt de heer W.
Kruijt, inspecteur der P.T.T.. chef der afdee-
ling exploitatie van de telegrafie, den dag, waar
op hy vóór 40 jaar bij het Staatsbedrijf in dienst
trad.
Na achtereenvolgens in verschillende rangen
in den uitvoerenden dienst werkzaam te zijn ge
weest, werd de heer Kruijt aan het hoofdbestuur
geplaatst, waar hij in 1937 als inspecteur der
P.T.T. werd belast met de leiding van het dienst
vak der telegrafie. Zijn ambtelijke verdiensten
werden dat jaar erkend door zijn benoeming tot
Officier in de Orde van Oranje-Nassau.
De heer Kruijt nam deel aan verschillende in
ternationale conferenties zoowel op het gebied
van de draadtelegrafie als van de radiotelegrafie.
De jubilaris zal vandaag uitstedig zijn.
Tijdelijk benoemd tot leeraar aan de R.H
B.S. te Warffum: H. Molenaar, wonende te
Groningen.
Benoemd tot kantonrechter-plaatsvervanger
in het kanton Boxmeer: mr. A. J. J. M. van
Hellenberg Hubar, burgemeester der gemeente
Boxmeer.
Aan de heeren J. D. Evers, chef van den
dienst der exploitatie bij de N.V. Nederlandsche
Spoorwegen, te Utrecht, en aan ir. H. E. Ver
schoor van Sleeuwijk, hoofdinspecteur, adjunct
chef van den dienst der exploitatie bij dé N.V.
Nederlandsche Spoorwegen, te Hilversum, is
op verzoek ing. 1 Nov. eervol ontslag verleend
als lid en plaatsverv. lid van den Spoorweg-
raad met dank.
Tot 15 Februari 1939 zijn benoemd tot lid
van den Spoorwegraad de heer J. Ente en tot
pl.yerv. lid de heer G. F. H. Giesberger. beider)
hoofdinspecteur bij de N.V. Nederlandsche
Spoorwegen, te Utrecht.
Benoemd tot officier met de zwaarden
in de orde van Oranje-Nassau (bij bevorde
ring) de luit.-kolonel P. Dingemanse, van den
staf der lie infanteriebrigade, toegevoegd aan
den inspecteur van den vrijw. landstorm.
Voor den tijd van vijf jaren zijn benoemd tot
militair commissaris van het Ned. Roode Kruis
Hr. Ms. adjudant in buitengew. dienst, de heer
A. R. W. Geij van Pittius, gep. luit.-kolonel der
artillerie van het Kon. Ned.-Ind. leger, te Was
senaar, en de heer C. J. la Rivière, gep. luit.-
kolonel der inf. van het Kon. Ned.-Ind. leger,
te 's-Gravenhage.
De 21-jarige M.S., huzaar in garnizoen te
Deventer, thans gedetineerd in het huis van
bewaring te Den Haag, heeft in verschillende
katholieke kerken geld gestolen. Deswege door
den Bosschen krijgsraad veroordeeld tot
een jaar gevangenisstraf met aftrek van de
voorloopige hechtenis met ontslag uit den mili
tairen dienst zonder ontzegging van de be
voegdheid om bij de gewapende macht te die
nen, ging de auditeur militair bij dit college
van dit vonnis in hooger beroep.
Voor het Hoog Militair Gerechtshof bekende
S. hetgeen hem ten laste is gelegd.
De advocaat-fiscaal, mr. A. Brants, zeide in
zijn requisitoir, dat de auditeur-militair in hoo
ger beroep was gegaan, omdat S. in de bijzon
dere strafgevangenis voor jongelieden te Zut-
fen geplaatst zou worden, blijkens de beslissing
van den krijgsraad.
Wie in zulk een gevangenis geplaatst wordt,
moet tot minstens een jaar gevangenisstraf ver
oordeeld zijn, hetgeen hier niet het geval was.
De advocaat-fiscaal vroeg vernietiging van het
gewezen vonnis, behalve ten aanzien van de
straf, die hij wenschte te bepalen op een jaar
en zes maanden gevangenisstraf, zonder aftrek
van preventief.
De verdedigster, mej. mr. J. B. A. Marcus,
vond de geëischte straf te hoog. Zij stelde voor
een gevangenisstraf, waarvan een gedeelte voor
waardelijk, in ieder geval niet hooger dan een
jaar.
Uitspraak volgt later.
De regeeringspersdienst bericht, dat, blijkens
van den rijkslandbouwconsulent te Washington
ontvangen telegrafisch bericht, met ingang
van 15 Augustus 1939 de warmwaterbehande
ling voor ingevoerde narcissen niet meer ver-
eischt is, tenzij de bollen ziek blijken.
B. en W. van 's-Gravenhage zullen, ter gele
genheid van het bezoek van Koning Leopold op
Woensdag 23 dezer, den Koninklijken stoet des
middags bij de Boschbrug opwachten, ten einde
Hunne Majesteiten tijdens een kort oponthoud
te begroeten.
Onze weerkundige medewerker schrijft:
Het zachte weer van den laatsten tijd is een
verschijnsel, dat door zijn langen duur een groo
te zeldzaamheid is geworden. Nauwelijks was de
maand November aangebroken of de tempera
tuur steeg boven haar normale niveau en zij is
niet alleen daarboven gebleven maar daar ab
normaal boven uit gestegen. Records van vele
jaren oud (van 1897 en 1916 o.a.) zijn geslagen,
maar dit is nog niet het merkwaardigste. Van
meer beteekenis is, dat zelfs in de jaren, waar
in die records gevestigd werden, het weer niet
zoo lang buitengewoon zacht is gebleven als nu
het geval is. Men had in die jaren wel eens een
paar zachte dagen maar niet bijna twee weken
aaneen, en in andere jaren, waarin November
vele zachte dagen telde, steeg de temperatuur
niet zooveel boven het normale niveau als nu.
Wij beleven dus nu iets zeer bijzonders, een
meteorologisch verschijnsel, dat wij in geen hal
ve eeuw hebben gehad, een verschijnsel, waar
van de diepere oorzaak niet bekend is als het
niet in verband staat met het groote aantal zon
nevlekken. hetwelk dit jaar zichtbaar is en met
de opvallend groote zonnevlek, die zich aan het
einde der vorige week vertoonde. En nog is het
einde van het warme weer niet in het vooruit
zicht.
Onwillekeurig vraagt men zich af: zal de Na
tuur later geen revanche nemen door ons een
periode van groote koude te zenden? Met ze
kerheid is hiervan niets te zeggen. Wat leeren
ons echter de waarnemingen van de laatste hal
ve eeuw?
Uit deze waarnemingen dan blijkt, dat in de
jaren 1899, 1906, 1913, 1917 en 1928 November
een bijzonder zachte maand was. Alleen in de
jaren 1898, 1906 en 1017 volgde hierop een vrij
koude Decembermaand, en alleen in de jaren
1907, 1914 en 1929 volgde er een koude Januari
terwijl slechts de jaren 1907 en 1929 daarenbo
ven nog een koude Februarimaand hadden.
Het is dus geen regel, dat een zachte Novem
ber gevolgd wordt door een kouden winter, maai
de kans is wel grooter dan vijftig procent. Op
goede gronden kan overigens verwacht worden,
dat de aanstaande Decembermaand te koud zal
zijn. Van Januari en Februari valt dit nog niet
te zeggen.
(Nadruk verboden).
De zoo juist verschenen Mededeelingen
van het Secretariaat van het Katholiek Co
mité van Actie „Voor God" bevatten eenige,
inderdaad schrikbarende bijzonderheden
over de ontwikkeling van den Nieuw Mal-
thusiaanschen Bond en het Nederlandsch
Humanitair Komitee, waaraan wij het vol
gende ontleenen.
Het aantal leden van den N. M. B. is voort
durend stijgend:
1934: 39073; 1935: 43683; 1936: 50183; thans
ruim 55.000.
Ook het aantal consultatiebureaux neemt
toe. Er zijn er thans 10: Amsterdam, Rotter
dam, 's-Gravenhage, Zaandam, Utrecht, Gou
da, Groningen, Haarlem, Arnhem, Alkmaar.
Amsterdam en Rotterdam beschikken zelfs over
meerdere artsen. Daarnaast beschikt de Bond
over 7 inlichtingenbureaux te: Delft, Deventer,
Hoorn, Leeuwarden, Leiden, Veendam, Velsen.
Blijkens het orgaan van den Bond: „Verstan
dig Ouderschap", bezochten b.v. in 1936 6747
personen de verschillende consultatiebureaux.
Hieronder 1250 katholieken, waarvan 1001 zei
den, hun plichten niet meer waar te nemen.
Van de overigen gaven 6000 op tot geen gods
dienst te behooren. 2256 hadden geen kinderen,
1612 één kind, 1341 twee kinderen.
Het aantal afdeelingen is binnen twee jaar
tijds gestegen van 49 tot 63. In 1935 hield de
Bond 142 propaganda-bijeenkomsten met een
totaal-aantal bezoekers van 31729. Hiervan zijn
de getallen voor Amsterdam, den Haag, Rotter
dam respectievelijk 30 9000: 13 4553; 10
7070.
Een z.g. middelenboekje, een voorlichting
over de soorten en het gebruik van de niet min
der dan twaalf verschillende middelen, dat
voor den prijs van 25 cent wordt verkocht
„slechts bij aanvrage" beleeft thans zün 305e
duizendtal.
De ontvangsten van den middelenverkoop -be
droegen over 1936 f 25778,14. Blijkens de uitga
ven hiervoor van f 16541,28, is de winst met on
beduidend. Deze komt waarschijnlijk de propa
ganda ten goede, het verspreide materiaal liep
in dat jaar op tot 853750.
Deze middelen mogen niet in het openbaar
worden verkocht of aangeprezen, dit is bij de
wet verboden. Men zou een dagboek van over
tredingen kunnen aanleggen. Een nog zeer re
cent voorbeeld hiervan geeft het communisti
sche Volksdagblad, dat in ziin spreekuur bij den
dokter voor alle gevallen verwijst naar de Nieuw
Malthusiaansche Klinieken.
Volgens den prospectus mogen ook middelen
in geen geval aan niet-leden worden verstrekt.
Hiervoor zorgen andere obscure instanties. Wij
hebben hier reclamebiljetten voor ons liggen
van b.v. een Patentgeneesmiddelen en Gummi
warenhandel, die gratis een proefexemplaar
gummiwaar toestuurt en 3 „gummiwaar" gratis
geeft voor het aanbrengen van een nieuwen
klant. Of een drogisterij en verfhuis, dat zijn
reclamelijsten beginnend met boterhampapier,
asbestplaatjes, schuurpoeder enz. eindigt met
spenen, zuigflesschen, gummiwaren, gummi wa
terzakken en inlegzooltjes.
Hiervoor zorgt ook de bricvenbus-propaganda
op waarlijk satanische wijze. Hiervoor zorgen
de obscure boekwinkels, die eveneens de bussen
vullen met reclames van hun Schund.
Een ander troebel water in Nederlands riool
is het Nederlandsch Humanitair Komitee. Dit
Komitee welks menschlievendheid zich speciaal
bezighoudt met op wetenschappelijke wijzo
recht te praten wat krom is, strijdt voor het
vrij-uitgaan van de 3 pCt. homosexueelen on
der de menschen, door te verklaren dat homo-
sexualiteit, als zijnde een erfelijke en aangebo
ren neiging, recht heeft op bevrediging.
Dit Komitee, dat thans reeds 27 jaar bestaat
doet ieder jaar een jaarverslag verschijnen, dat
de laatste jar,en werd toegezonden aan vele
intellectueelen, o.a. aan ongeveer 11.000 stu
denten.
Wanneer we zien, dat in dit Komitee de ont
vangsten, welke vrijwillig moeten binnenkomen,
daar geen kwitanties mogen worden geïnd, in
5 jaar tijds opliepen van 1933: f 937,55 tot 1937'
f 1257,38, welke bedragen naast het vervaardi
gen van het jaarverslag en de toezending daar
van ten goede komen aan het onderhoud en de
aanvulling van een homo-sexualiteits-biblio-
theek, waarvan gezegd wordt in de verslagen
dat vooral de belletristische afdeeling zich in
groote belangstelling mag verheugen, dan be
grijpt men, dat we niet ten onrechte ook hier
spraken van een troebel water waarin de duivel
goed visschen heeft.
Ten gevolge van den mist is te Domburg de te
Drachten thuisbehoorende vischkotter „Marie"
op het strand geloopen.
De uit drie personen bestaande bemanning is
nog aan boord.
Zij hoopte gisterenavond het schip bij hoog
water op eigen kracht vlot te krijgen.
e rijke dient te handelen als de
rentmeester van God.
1ari van Enrica von Handel-Mazzetti
Ó11,8["ote staande klok, recht tegenover het
j®s°hen een verbleekte afbeelding van
ftjj6 va en een schelgekleurde, nieuw-gever-
Ak n den regeerenden keizer, wees een
Vab b0°Ver zessen.
1;wam uit de zij-kamer, het was de
V' *11 u?1 van de gevangenis, luitenant Don-
llAeiijk °°Pte juist zijn witte soldatenjas toe.
pj, had hij de bezoekster bemerkt of hij
A tijg 'ik getroffen staan. Een ander offi-
Aep„eveneens in de deuropening verscheen,
*Cevro Weer'
Uw vroeg Donratt met gedempte
0(1, ^titi Verlegen oogopslag, tegelijkertijd nam
'.\\r»4.egen van de schrijftafel en gespte hem
A teün man bezoeken," zei zij. Belicht
.llestralen> die door de tralies speel-
st. 8 zij er in haar bleekheid uit als een
'■'C Nii o
Waarom?" vervolgde h;j, zonder
^6 zien hij trok zijn suède hand-
1 ongeduldige rekken over zijn grove
Haar hart bonsde. Ook hier eerst een trap:
„Waarom?"
„Omdat ik iets van groot belang met hem
moet bespreken."
„Mevrouw," weerde Donratt af, en nog steeds
vermeed hij haar aan te kijken. „Als het vonnis
door Zijne Majesteit geratificeerd is, zullen wij
u dat mededeelen. Ga toch naar huis, ma
dame! Waarom u zelf en hem tweemaal opwin
den? Hij is in de ongelukkigste stemming. Er
is niets met hem te beginnen. Ik ken hem im
mers precies! Treurig! Treurig! Zeer treurig!
Er is veel treurigs op de wereld!"
Als mokerslagen troffen deze woorden haar
jagende borst.
„Geratificeerd, wat beteekent dat?" vroeg zij
afgemat.
Hij keek haar aan, zweeg.
„Ik ken hem ook, luitenant!"
„Maar natuurlijk, dat geloof ik!
„Beter dan u allen!" glimlachte zij doods
bleek. „Zijn stemming.... denkt u, dat ik die
niet begrijp! Zfj zal verbeteren, als ik met hem
spreek, want ik breng hem een vooruitzicht
een hoop."
„Hoe is 't mogelijk!" zei hij, de leelijke wenk
brauwen optrekkend. Arme dwaze. Binnen drie
dagen ben je vermoedelijk weduwe.
„Ik vraag dus om mijn man," hield mevrouw
von Tessenburg aan, bevend van opwinding.
„Graaf Lamezan heeft mij toestemming gege
ven, en ik verzoek u, mij niet te weerhouden."
Hemelsche Vader! Cut bono? Arm mensch!
Nu goed, Voor mij juist geen pretje om er
by te zijn.
„Berger," liep hij naar de deur van de zij
kamer. „Zeg den onderstafprovoost, dat hij rit
meester von Tessenburg hier brengt. Mevrouw
z(jn echtgenoote is hier en verlangt een onder
houd! Mag ik u verzoeken?"
Hij schoof de dame een van de stoelen, die
tegen den venstermuur stonden, toe: „Dus, u
wilt hem zien. U ziet dat wij niet van steen
zijn. Men vergelijkt ons met Nero en Busiris,
mtiar wij waren goed."
Zijn valsch pathos had haar reeds nu en dan
haar mond spottend doen vertrekken; nu leek
het niet komisch maar ijzingwekkend. Zij zonk
neer op den stoel, haar hand met de bloemen
hing slap neer, met de andere steunde zij haar
wang, terwijl haar blauwe, behuilde oogen on
afgebroken op de traliedeur gericht bleven. De
luitenant, tegen de schrijftafel geleund, ook
voortdurend het hek in het oog houdend, sprak
haar een tweemaal aan, zij antwoordde zon
der te weten wat hij vroeg en wat zij zei. Ze
klok tikte dof en zwaar.
Hij wees naar het schilderij van keizer Frans
en zei iets. Zij keek een oogenblik naar de af
beelding, waarvan hij de schoonheid geprezen
had, en rilde en keek weer terug. Langzaam
nam het keizer-portret de trekken aan van een
basiliek. De keizer laat haar Georg, die voor
hem zijn rechterhand offerde, sterven! Als de
aartshertog er niet was, zou hjj rustig toezien
hoe men hem.... o, verschikkelijk! Niet den
ken! Het gebeurt immers niet! Want zjjn broe
der, de aartshertog is anders, die helpt! Hoe
dikwijls had haar man over hem gesproken en
met hoeveel liefde I Al de mooie verzen, die hij
gemaakt had, stonden in zijn dagboek. Dikwijls
zei hij: „Zij hebben hem onderdrukt, evenals
mij; hem heeft de keizer naar Mainz gestuurd
na al zijn groote daden, mij naar het Invaliden
huis."
Tenslotte zei hij: „Sophie, herinner jij je nog,
je hebt hem immers toen ook gezien?"
Ja, zij had hem toen ook gezien, in het kamp
bij Znaim, hij bereed een schimmel; zijn uni
form was met bloed en modder bespat. Dat is
alles wat ze nog weet van hem. Mijn God, wat
ging haar toen de aartshertog aan! Er bestond
er toen maar één voor haar, naast wien alle
aartshertogen en keizers en koningen niets be-
teekenden; en dat was de luitenant van het
Ulanen-regiment Georg Wilhelm von Tessen
burg, met wien zij, vier dagen voor den grooten
slag, in haar zestiende jaar, midden tusschen
paarden en lansen en kanonnen, zich voor den
legeraalmoezenier In den echt verbond. Zij
denkt, de vingers tegen de lippenHoe zag
de aartshertog er uit? Mooi was hü niet,
maar vorstelijk. En zijn stem zij hoorde hem
immers bevelen geven. Hoe was zijn stem? Haar
oogen sloten zich, terwijl zij ingespannen na
dacht. „Laat vlug defileeren" zijn stem
was
Plotseling vloog zij op, met wijd gesperde
oogen en stokkend hart; maatvaste militaire
passen klonken bij de deur.
„Mijn Georgie!" stamelde zij met verstikte
stem. De traliedeur ging open, enkele personen
traden snel binnen. Tusschen twee mannen met
blanke bajonet op 't geweer liep, met afgeme
ten stap, een derde, die omstreeks een hoofd
lengte langer was dan de bewakers en degene,
die daar achter kwam.
Hij droeg de grijze uniform van invalide of
ficieren, zijn rechterarm rustte in een band, het
zwarte haar viel over zijn voorhoofd, waarop
het litteeken van een sabelhouw zichtbaar
was. De trekken van zijn gelaat waren regel
matig gevormd, bruin als erts, hard van uit
drukking, somber en heerschzuchtig was zijn
blik.
Nauwelijks hem ziende, richtte de jonge vrouw
zich op met knikkende knieën en wankelde naar
hem toe, beide kleine handen naar hem uit
strekkende. Hij gaf haar zijn linkerhand en
zei met driftige haast: „Kind, wees zoo goed,
maak geen comedie, Kismet! Het heeft zoo
moeten zijn, niets aan te doen."
De bewakers waren links en rechts terzijde
getreden, de onderprovoost stond drie passen
achter den gevangen ritmeester, stram in de
houding.
„Georg, Georg, het had niet zoo moeten zijn.
De menschen zijn slecht! Na al je groote daden
en verdiensten beloonen zij je zoo o, o!"
Zij wierp zich aan zijn borst, en haar huilen,
vol smart en innigheid, was enkele minuten
lang het eenige geluid, dat men hoorde in het
kille ambtsvertrek. De luitenant was opgestaan
en bedekte zijn oogen met de hand.
Tessenburg streek met z'n linker, de hoed
van de jonge vrouw terugschuivend, over haar
glanzende lokken, hfj bleef zich beheerschen,
maar in zijn donker gezicht trokken de zenu
wen, bewijs van het geweld, dat hij zich aan
deed om geen ontroering te verraden.
„Laat alles goed zijn, kind Je neemt het
te zwaar op. Wat kan men eraan doen? Ze zijn
bevreesd geworden voor het gepeupel. Ze heb
ben een man, die niet in de gewone maat past,
met hun erbarmelijke kleermakers-el gemeten.
De getroffene windt zich niet op. Heb ik niet
honderd maal in 't Fransche vuur gestaan?
Wat komt 't er op aan, waar de kogels gegoten
zijn? Hier, mijn kind, voel hier," hij nam
met zijn groote, pezige, als uit brons gemodel
leerde hand, haar kleine, teere handje en
bracht het aan zijn linkerzijde. „Hier, hoor
mijn hart. Alles is rustig in het kamp van Vit-
toria."
„O, jij kunt grappen maken," schreide zij diep
geschokt, „en ik sterf van smart."
„Je had niet moeten komen," zei hij, sombei
voor zich heen starend. Zij snikte steeds hevi
ger. Hij zweeg en wachtte, en toen haar huilen
in luide smartkreten overging en zij ineenkromp,
nam hij haar vaster in zijn arm en sleepte haar
naar den stoel, waarvan zij was opgestaan, en
zette haar als 'n hulpeloos kind daarop neer. De
provoost had op een wenk van Donratt een
glas water gebracht: Tessenburg gaf het haar;
terwijl hij halfluid sprak, en zij dronk gehoor
zaam. Luitenant Donratt was vol deelneming
wat dichterbij gekomen. De klok, die eerst lang
zaam en met looden slagen getikt had, jachtte
als in koorts. Tessenburg sprak, de kleine, be
vende hand van zijn vrouw opnieuw omvatten
de, snel en warm: „Jij, wanneer heb jij 't ge
hoord? Door wien? Mijn brief aan jou heb ik
nog niet verzonden. Wat staat over mij in de
kranten?" "w'dt vervolgd)