Beleid om de „wilde bussen" het rap en de rechts gelijkheid Rijksmiddelen DUITSCHE HELD *v RS mbfif NE# on ri Yor5 Ï-?V f0> Se*" mu"; bS DONDERDAG 17 NOVEMBER 1938 OVERZICHT TWEEDE KAMER ^en kleine ketterjacht S 'n •»n "Jukt? Beperking arbeid door vreemdelingen Het is hun niet geoorloofd zich zelfstandig als handelsagent te vestigen AANVARINGEN OP DEN NIEUWEN WATERWEG Twee schepen werden beschadigd HUISVESTING DUITSCHE VLUCHTELINGEN Rotterdam bereid tot medewerking Een „Hembrug"- uitgave gestaakt Zij gaf voorlichting op het gebied van gasmaskers MARECHAUSSEE ERNSTIG MISHANDELD In hooger beroep weer 2% Jaar tegen verdachte geëischt KATH. WERKNEMENDE MIDDENSTAND Diocesaan congres te Den Haag DE DEFECTE LAMP Automatische lichtsignalen bij onbewaakte overwegen WARD-INSTITUUT Viering van het tienjarig bestaan Over de eerste tien maanden van dit jaar ging de opbrengst f 9 millioen boven de raming uit Na de ramp van de Ijsvogel Begrafenis der slachtoffers is op morgen bepaald Belgische deelneming J. R. SNOECK HENKEMANS Hij ambieert geen wethouderszetel meer na de verkiezingen DE .GELDERLAND" NAAR CURACAO UIT DE STAATSCOURANT Belastingen P.T.T. Rechterlijke macht J iCTO, (VC c jorclZ^ mout»; Srel, a' a, tf# zerpe»; HaÖ> II; VC -go0n* Tiea»? nbu*»! Pros'» I. Bc led'* crpO$ ibon-.j run. a. ass. Kope»' Ha^' uur r J&Vi x°e6' V<>1% nrae1»* var^ Narvi*' 4 H»* Vab®»' 3rau$ 11 u i. 2 AiO^J 11, 4 S»' IjiV >afc£ IV. v 5 I»»' >n K»*? 1 an Kaal* iore Idc 'ia- >U*> BO»» •apaJ' ;tai pa1'' pi»' IIP1 MS- 0 e>" t o. 19$ «^a 'Van onzen parlementairen redacteur) DEN HAAG, 16 November 1938 ®teeds ingewikkelder wordt het vraagstuk de „wilde bussen". Wat de eene recht- "k vandaag verbiedt staat de andere mor- toe. De ondernemers jammeren, dat het 'reden van den minister van Justitie hun e' brood uit den mond neemt en naar de !ftlPellokalen dringt. Men betwijfelt of de lim.i- 'bister bevoegd was tot het treffen van de ^etregelen, die hij heeft genomen en spreekt jt, dat verband over détournement de pouvoir. et' verkeert in het onzekere, waar die maat- ®el°n op berusten, op het streven het Re- "lent Autovervoer Personen toe te passen of det streven uitvoering te geven aan de von- >eb van den Amsterdamschen rechter. Men het rechtsbewustzijn van het volk en de chtszekerheid der ondernemers in gevaar. ,°rtom: de heele zaak vormt een héél ver geld, moeilijk te ontwarren kluwen. en Minister hebben nu beiden gepoogd •duwen uit te peuteren en den loop van den a®d weer zichtbaar aan den dag te leggen. v Aanleiding daartoe vormde een interpellatie d den heer Woudenberg (N. S. B.) die de 6vUe, waar het eigenlijk om ging, nauwelijks Taakte en 't hoofdzakelijk ,.in naam van het benkte rechtsgevoel des volks" opnam voor exPloitanten van de getroffen „wilde bus- Met hem had de Minister gemakkelijk spel. 'at worden geen oude, gevestigde onderne- 'l'sen uit hun bedrijvigheid gestooten, ver- Tele Mr. Goseling. Verreweg de meeste wer- n j. eerst in den zomer van dit jaar opgericht, belijk nadat zij van een jurist een tip had- gekregen dat de rechtsgeldigheid van het v>ent Autovervoer Personen, waarop het van wilde busdiensten berust, niet hee lal vaststond, dat er dus een gaatje in de zat. Sindsdien is het zoeken van ma- ^b i ij 'h de bepalingen systematisch voortgezet. Uiterste schranderheid heeft men figu- Sezocht die het mogelijk maakten onder ^t uit te komen. De ondernemers „leen- elkaar autobussen; plotseling doken 's op, die onbekend wenschten te blijven; t^b vervoerde „gratis" volgens het recept van "ge Doorenbos, failliete N.V.'s kregen eens- nieuw leven ingeblazen, men heeft be- trajecten verdeeld kortom men zooals het in de kringen der exploi- u en zelf werd uitgedrukt, krijgertje met de L 'Ue. Nu waardeert de minister in alle gul- 'Sheid gaarne dergelijke uitingen van men- e'iike slimheid; hij „mag dat wel", hij „kan heel goed plaatsen". Maar dulden kan het niet. Daartoe lijkt het te zeer op een jjheilatie van georganiseerd verzet. k h Wat het brood van deze menschen be- ett Waarom neemt de heer Woudenberg het °p voor de wél geconcessioneerde bedrij- hle door hun wilde makkers worden dood- 4brmee was eigenlijk de kern van het be- tjdes heeren Woudenberg vernietigd. De l(e^rUemers, beter ware het wellicht te spre id van de onder kruipers, vonden bij de ty,':re groepen in de Kamer geenerlei sym- »;5ri waren echter wél tal van andere redenen, r°rti men verklaarde zich met het beleid V uen Minister ten dezen niet te kunnen Jhigen. i^j.j'brziet men de kwestie in haar geheel, dan uien, zooals bij voorbeeld de heer Van V(j| e (A. R.) breedvoerig uiteenzette, tot het 'gepdi e beeld: indertijd werd een Wet tot aghlg der openbare uitgaven aangenomen; 8t^r°ud van deze wet werd een vergunnings ei' ingevoerd voor de openbare vervoermid- een vergunnings-stelsel, dat belichaamd 't 'n het Reglement Autovervoer Personen, wandeling het Rap genoemd. Nu gaat 't VraaK of de formuleeringen van dit bij bklljk Besluit ingevoerde Reglement over- erUrnen met de machtigingen in de Bezui- tlt "Sswet, waarop het berust, verleend. Zou Ik hiet het geval zijn, dan komt aan het Re- ï^^ht geen rechtskracht toe en kan de Re- •f. h dus op grond van het daarin bepaalde 06 bussen niet in hun diensten belemme- De Regeering heeft bij de rechterlijke een beslissing omtrent de rechtsgeldig heid van het Rap aanhangig gemaakt, een beslissing, die op 12 December e.k. door den Koogen Raad zal worden genomen. Met dezen gang van zaken voor oogen vroeg men dat waren o.a. de dames mevrouw Mackay Katz en mevr. de VriesBruins en de heeren Van Dijke, van Lith de Jeude en Ptongaerts in de Kamer; waarom belet de Regeering alléén den dienst der wilde op de zoogenaamde besmette trajecten en niet over het heele land; het Rap is toch een algemeene maatregel, waarom wacht zij bij het treffen van maatregelen niet af hoe de beslissing van den Hoogen Raad zal uitvallen, of, indien zij spoedige zekerheid wenscht, waarom bevordert zij dan niet een wijziging in de formuleering van de Bezuinigingswet die aan het Rap ten grondslag ligt, een wijziging in dien zin, dat aan de rechtsgeldigheid van het Rap geen twijfel meer mogelijk is? Het antwoord van minister Goseling op deze vragen kwam hierop neer: de Regeering belet den dienst der „wilde bussen" op bepaalde trajecten niet primair ter uitvoering van het Rap daartoe wacht zij nog steeds de beslissing van den Hoogen Raad af doch ter uitvoering van de vonnissen door den Amsterdamschen rechter gewezen. Deze vonnissen moet de minister van Justitie uit voeren. Doch wanneer hij ze uitvoert wordt er een schrijnende rechtsongelijkheid geschapen tusschen die „wilde bus"-ondernemers, die van Amsterdam naar Den Haag rijden en hun col lega's, die van Den Haag naar Amsterdam rij den. De eersten mogen hun bedrijf wel, de anderen mogen het niet uitoefenen. Dat is een onbillijkheid, die tegen het rechtsgevoel van het volk ingaat. Daarom heeft de Minister ter wille van de rechtsgelijkheid ten aanzien van de niet door rechterlijk vonnis getroffen bussen, die op de door andere vonnissen ..be smette" trajecten reden, op grond van het Rap, waarvan hij de rechtsgeldigheid uiteraard niet kan ontkennen en waarvan de onrecht matigheid zeker niet vaststaat, de uitoefening van hun bedrijf verhinderd Na de beslissingen van den Haagschen rech ter, jongstleden Maandag getroffen, geluk kig, dat zij konden worden getroffen, daartoe leven wij in een rechtsstaat! is deze weg tot het scheppen van rechtsgelijkheid afge sneden en heeft de minister zjjn orders gewij zigd in dien zin, dat alleen individueel veroor deelden ondernemers de uitoefening van hun bedrijf kan worden belet, alsook autobus-dien sten, die kennelijk tot ontduiking van een in- dividueele veroordeeling werden opgericht of zich aan samengaan met onrechtmatig ver klaarde diensten schuldig maken. ten aanzien van een algemeene toepassing van het Rap wacht de minister dus nog steeds de beslissing van den Hoogen Raad af, en voor het uitblijven van een wetswijzi ging, die aan de onzekerheid omtrent de rechts geldigheid van het Rap een einde kan maken, is niet de minister van Justitie, doch diens ambtgenoot van Waterstaat verantwoordelijk. Aan de behandeling van deze kwestie ging een kleinigheid vooraf: bij de begrooting van Hoofdstuk II der Rijksbegrooting, waarin de gelden voor de Hooge Colleges van Staat wor den aangevraagd, wees de heer VAN E)ER GOES VAN NATERS (S.D.A.P.) op een erg ongelukkig gebaar van den president van de Algemeene Rekenkamer, den heer Zuyderhoff, die kort geleden een artikel vol loftuitingen over het Hitler-régime in Duitschland publi ceerde, een artikel, waarin Hitier als door alle eeuwen heen de grootste vrijheidsheld van het Duitsche volk werd geschilderd en waarin den democratischen Staten de raad werd gegeven spoedig, althans tijdelijk, tot den dictatorialen bestuursvorm over te gaan. Aan deze publicatie, die naar het oordeel van den heer van der Goes aan wangedrag, waarop ontslag kan volgen, grenst, zou tot overmaat van ontzetting een der ministers spontaan adhaesie hebben betuigd! De minister-president, Dr. COLIJN, suste het geval. De heer Zuyderhoff heeft geschreven onder den verschen indruk van de gebeurte nissen te München. Zeker, hij had beter niet kunnen schrijven Heemskerk zei het zoo juist: er wordt véél te véél geschreven en ge drukt maar men overdrijve toch de bet.ee- kenis van die uitlating niet. Men blijve in zijn beoordeeling binnen de grenzen van het rede lijke. En wat die ministerieele adhaesie be treft: ministers krijgen héél veel artikelen toe gezonden, waarop zij met een beleefdheids briefje antwoorden. Waarschijnlijk is den heer van der Goes een dergelijk briefje onder oogen of is hem vaag de inhoud daarvan ter oore gekomen. Méér niet! Het heele gevalletje leek een beetje op een niet prettig aandoende kleine ketterjacht. Daar moesten de sociaal-democraten toch boven staan! De Regeeringspersdienst bericht: Aan de beroepen en bedrijven, welke niet door vreemdelingen zelfstandig mogen worden uitgeoefend zonder een vergun ning van den minister van Economische Zaken, is thans toegevoegd het beroep van handelsagent. Het te dier zake krachtens de wet van 22 April 1937, Staatsblad no. 628, uitgevaardigd Koninklijk Besluit van 27 Oct. 1938, no. 38, zal in de Nederlandsche Staatscourant van heden worden gepubliceerd. Ingevolge dit besluit zal het met ingang van 17 November a.s. aan vreemdelingen niet geoorloofd zijn, zich zelfstandig als handelsagent te vestigen, zonder schriftelij ke vergunning van vorengenoemden mi nister. Daarnaast zullen degenen, die op 16 Novem ber reeds als agent zelfstandig werkzaam wa ren, op 1 Maart a.s. van een zoodanige vergun ning voorzien moeten zijn. Onder handelsagent wordt verstaan hij, die zijn bedrijf maakt van het verleenen van be middeling bij het tot stand brengen van trans acties tusschen zjjn principaal en derden of van het afsluiten van transacties op naam en voor rekening van den principaal. Voor de toe passing van deze regeling maakt het geen ver schil, in welke branche de vreemdeling als handelsagent optreedt. De aanvragen dienen op de daarvoor vast gestelde formulieren zoo spoedig mogelijk te worden ingediend bij het departement van Eco nomische Zaken, Bezuidenhout 30, 's-Graven- hage. De aanvraagformulieren zijn mede ver krijgbaar bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken. Belanghebbenden wordt er met nadruk op gewezen, dat bij het groote aantal te verwach ten aanvragen met de beoordeeling daarvan en met het verleenen der vergunningen gerui- men tijd gemoeid kan zjjn. Zij, die reed? thans gevestigd zijn en derhalve eerst per 1 Maart een vergunning noodig hebben, dienen er dan ook rekening mede te houden, dat aanvragen welke na 15 December a.s. het departement be reiken, ernstige kans loopen, niet voor 1 Maart 1939 te kunnen zijn afgedaan, waardoor belang hebbenden zich bloot te stellen aan een proces verbaal en strafvervolging wegens overtreding van bovengenoemde wet. Nadere inlichtingen kunnen worden inge wonnen bij het departement van Economische Zaken, tel. lett. G. 's-Gravenhage, toestel 407, en bij de Kamers van Koophandel en Fabrie ken. Op den Nieuwen Waterweg heben zich Woens dag twe aanvaringen voorgedaan. Voor den kop van de Maashaven is het Finsche stoom schip Mercator in botsing gekomen met het sleepschip Ilos van de Nederlandsche Rijn vaart Maatschappij. De Ilos heeft een groot gat opgeloopen, zoodat de sleep-pompboot België van L. Smit en Co. het schip drijvend heeft moeten houden. De Ilos is naar de Maashaven gebracht waar het schip wordt gerepareerd. Vrouw en kinderen van den schipper van de Ilos zijn onmiddellijk overgegaan op de Politie 4, welke juist in de buurt was. Voor de Merwedehaven is het Zweedsche stoomschip Gun in aanvaring gekomen met de Harwichboot Cheringham. De Cheringham heeft een gescheurde huidplaat gekregen en is naar de werf De Nieuwe Waterweg te Schiedam ver haald waar de schade zal worden hersteld. He den hoopt men met de reparatie klaar te zijn. De Gun heeft zijn weg vervolgd. Naar wij vernemen is de kwestie van even- tueele huisvesting van joodsche vluchtelingen uit Duitschland bij het Rotterdamsch gemeente bestuur in bespreking geweest, waarbij men tot de conclusie is gekomen, dat de gemeente Rot terdam bereid is, om, indien de regeering mede werking vraagt, deze in alle opzichten te ver leenen. De wijze, waarop dit zou kunnen geschieden, wordt reeds onder de oogen gezien. Het Handelsblad meldt, dat op verzoek van den minister van Sociale Zaken de „Hembrug", de uitgave van een brochure, waarin voorlich ting gegeven werd over de aanschaffing van gasmaskers, gestaakt heeft. Het blad schrijft hierover o.m. het volgende: Het boekje besluit met een korte critische bespreking van het tiental gasmaskers, dat op het oogenblik in Nederland in den handel is. Al deze maskers zijn namelijk wél door den Staat goedgekeurd en beschikken deswege over het officieele certificaat, maar er blijft natuur lijk binnen dit raam van goedkeuring het kwa litatieve onderscheid van goed beter best bestaan. En derhalve schrijft de brochure dan ook: „Het is duidelijk, dat binnen het kader van de gestelde eischen nog voldoende gelegen heid bestaat voor variaties in vorm, materiaal, gewicht, weerstand enz." Die „variaties" worden dan tot slot in deze brochure besproken, hetgeen er onvermijdelijk op neer komt, dat de deskundigen van de „Hembrug" vaststellen: alle maskers zijn goed, maar dit masker is toch nog beter dan dat en gindsch masker prefereeren wij om die en die reden boven dit hier. - Deze critische vergelijking heeft sommige fir ma's natuurlijk op haar zakelijke teentjes ge trapt en een ervan waarvan geschreven was dat het gelaatstuk van het betreffende masker niet voldeed aan den wensch, dat de loozing van transpiratie en speeksel onder alle omstandig heden was verzekerd heeft zich derhalve tot den minister van Sociale Zaken gewend. En deze minister meende toen het beste te han delen door „Hembrug" (dat, naar men weet, zelf ook maskers maakt) meteen vriendelijk maar beslist te verzoeken, de uitgave van de brochure te staken. In hooger beroep is voor het gerechtshof te s Hertogenbosch de strafzaak behandeld tegen den wever A. G. K„ wonende te Tilburg, die 14 Juni j.l. in het café van C. P. Goes te Hilvaren-. beek den marechaussee J. W. G. Vlemingh met een sabel op het hoofd heeft geslagen en zoo danig heeft gewond, dat hij momenteel nog niet hersteld is. Voor de Bredasche rechtbank heeft K. terecht gestaan wegens poging tot doodslag, doch hij werd wegens zware mishandeling van een amb tenaar in functie veroordeeld tot een gevange nisstraf van twee jaar en zes maanden. Zoowel de officier van justitie als de veroor deelde teekenden tegen dit vonnis hooger beroep aan. K. beweerde, dat hij dien avond te dronken was geweest, om zich aan zoo grove mishande ling schuldig te hebben kunnen maken. De advocaat-generaal achtte bewezen, dat K. den marechaussee opzettelijk zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht en hü eischte opnieuw diens veroordeeling tot een gevangenisstraf van twee jaar en zes maanden. De verdediger, mr. Rutten, pleitte vrijspraak. Uitspraak 30 November. Onder leiding van den waarnemend voorzitter van het diocesaan bestuur, den heer Frans Stef- fen uit Duivendrecht, vergaderden de afgevaar digden der afdeelingen van de R.K. Standsor ganisatie voor den werknemenden middenstand in het bisdom Haarlem in het „Hof van Hol land" te Den Haag. De voorzitter memoreerde diverse acties, o.m. de propaganda voor leden werving en het oprichten van nieuwe afdeelin gen. In de samenstelling van het diocesaan be stuur is eenige wijziging gekomen, waardoor o.m. het secretariaat in handen kwam van den heer P. G. Tel te Heemstede. De geestelijk adviseur, rector dr. A. A. Olie rook, hield een rede, getiteld „De gedachte groeit, de daad zal volgen". Hierin releveerde spr. de wordingsgeschiedenis van het dubbele organisatiesysteem, n.l. stands- en vakorgani satie, waarvan de eerste de z.g. horizontale, de tweede de verticale organisatievorm wordt genoemd. De voorstanders van deze dubbele figuur hebben gelijk gekregen. Het begrip stand onderstelt: gelijkheid in levenspeil, ontwikke ling, gevaren, vermaken, cultuurpeil. Wat is natuurlijker dan dat menschen van één stand elkaar helpen? De standsorganisatie roept den mensch als menschentype, de vakorganisatie roept hem als vakman. Bijna allen hebben dit begrepen, al leen vele vakbonden, die bij den WM. be- hooren, hebben dit nog niet erkend. Maar lang zaam groeit toch de gedachte aan de ontbre kende schakel. Spr. vindt geen reden voor pes simisme: immers de standsorganisatie vervult ook een soort apostolaat: de maatschappij coordeesemen met de Christelijke cultuur. Lang zame ontkerstening brengt ontzettende exces sen, dan wordt het „oog om oog, tand om tand" weder wet. De bloedwraak begint zelfs op offi cieele wijze ingang te vinden ondanks het feit, dat Europa eeuwenlang bevrucht is door een weldadig Christendom. Wie kan doorslaand argumenteeren, dat voor bepaalde groepen de standsorganisatie niet noo dig is? Spr. antwoord: niemand. Met een opwekking om de winteractie stevig door te zetten, besloot de eerw. spreker zijn met luid applaus begroete rede. Na eenige discussie werd het huishoudelijk reglement vastgesteld. Breedvoerig werd het winterprogram bespro ken, waarbij het dioc. bestuur hulde werd ge bracht voor zijn activiteit door de afdeelingen Amsterdam en Rotterdam. Eerstgenoemde af- deeling besprak de wenschelijkheid, dat som mige vakorganisaties zich op haar eigen ter rein zouden terugtrekken ten gunste der stands organisatie. De kwestie van het verplicht lid maatschap zal bij den Centralen Raad worden aanhangig gemaakt. Het contact met de K.J.M.V. verstevigd. Den Haag gewaagde met erkentelijkheid van het opnemen van den W.M in het bestuur van het comité Katholiek Den Haag. Met een opwekking om de denkbeelden, door rector Olierook geuit, te verbreiden, sloot de heer Steffen deze geanimeerde najaarsverga dering Naar aanleiding van het feit, dat op Zondag avond 16 October het witte flikkerlicht bij den spoorwegovergang te Steenwijk niet function- neerde, heeft bij een deel van het publiek de meening postgevat, dat „dus" het automatische lichtsignaal niet volkomen betrouwbaar zou zijn, schrijft de K.N.A.C. Deze meening is echter geheel ongemotiveerd en de K.N.A.C. acht het van belang nogmaals uiteen te zetten, hoe de lichtsignalen bij de spoorwegovergangen werken, om aan te toonen, dat door het defect raken van het witte licht geen gevaren kunnen ontstaan. Het lichtsignaal vertoont, zoolang er geen trein nadert, te allen tijde een wit licht met 45 flikkeringen in de minuut. Nadert een trein dan wordt een rood licht getoond met 90 flik keringen in de minuut. Komt er een storing in den rooden-lamp-kring dan treedt er een apart storingssein in werking, bestaande uit een per manent oranje licht met de aanduiding „Buiten Dienst". De weggebruiker is dus dan gewaar schuwd, dat de spoorwegovergang weer geheel onbewaakt is geworden en dat op de nadering van treinen moet worden gelet.' Tegelijker tijd gaat een wit licht branden in de richting van den spoorweg, waardoor het spoorwegpersoneel op het defect attent wordt gemaakt en te be- voegder plaatse daarvan mededeeling kan worden gedaan. Op 16 October raakte de lamp van het witte flikkerlicht defect. Hierdoor treedt geen bij zonder waarschuwingssein in werking, hetgeen ook overbodig is, aangezien bij nadering van een trein, dus wanneer er werkelijk gevaar is, het roode licht gaat branden. Men ziet dus, schrijft de K.N.A.C., dat er al lerminst reden is te twijfelen aan de zekerheid van de automatische lichtsignalen bij de spoor wegkruisingen. Men onthoude slechts: bij rood licht beslist stoppen, bij oranje licht uitkijken als bij iederen anderen onbewaakten spoorweg overgang. Het tienjarig bestaan van het Ward-Instituut zal op Donderdag 29 December te Haarlem wor den gevierd. Het programma van dit feest, dat, behalve door verschillende kerkelijke en wereldlijke autoriteiten ook door Mevr. Ward zelf zal wor den bijgewoond, luidt in groote trekken als volgt: Om half negen zal Z. H. Exc. Mgr. Huibers in de ,Bt. Bavo" een pontificale Hoogmis op dragen. Zoowel de vaste als de wisselende Gregoriaa-n sche gezangen worden geheel door schoolkin deren uitgevoerd; de vaste gezangen door 800 kinderen uit Haarlem en omgeving, de wisselen de gezangen door de St. Jozefzangertjes uit Helmond. De Hoogmis zal worden uitgezonden door den K. R. O. 's Namiddags van half twee tot half drie is er receptie in den foyer van de Stadsschouw burg. Om half drie begint de feestelijke bijeenkomst in den Schouwburg. Na demonstraties (model- lessen) over de vier leerjaren der Methode Ward zullen door een schoolkoortje pit Rotterdam Kerstliederen worden gezongen. Het slot van het feest zal bestaan uit de opvoering van een 12e Eeuwsch Mysteriespel: „De Vermoording der Onnoozele kinderen". Deelnemerskaarten voor dezen dag, welke recht geven op vrijen toegang voor de middag bijeenkomst en op een gereserveerde plaats in de Kerk zijn kosteloos verkrijgbaar bij het Ward-Instituut, Maastrichterweg 1, Roermond. Wanneer vóór 1 December a.s. voldoende aan vragen zijn binnengekomen, zullen deze kaarten bovendien recht geven op een belangrijke kor ting voor de reis per spoor naar Haarlem. aen mensch kan evenmin een pri vaten godsdienst hebben, alsdat hij een private ron of een private maan heeft. De opbrengst der Rijksmiddelen be droeg over de maand October f 36.140.473, hetgeen f 1.966.646 meer is dan over October 1937 en f 371.723 meer dan de raming. Over de eerste 10 maanden van dit jaar brachten de Rijksmiddelen op f 366.697.1 18 of f 5.776.831 meer dan over hetzelfde tijdvak 1937 en f 9.009.618 meer dan de raming. Naar wjj vernemen, zal de officier van justitie de stoffelijke resten der bij de vliegramp van de „Ijsvogel" omgekomen leden der bemanning en passagiers, die in verband met het onderzoek in beslag waren genomen, hedenochtend vrijgeven. Alle omgekomen slachtoffers zullen morgen worden begraven. De teraardebestelling van het stoffelijk over schot van gezagvoerder Duimelaar is vastgesteld om twee uur te Heemstede; het stoffelijk over schot van den mecanicien Surber geschiedt op de begraafplaats Crooswijk te Rotterdam, even eens te twee uur; de begrafenis van het stoffe lijk overschot van mecanicien Van Huut is des morgens te 11.15 uur op de begraafplaats Zorg vliet te Amsterdam. De bijzetting van het stof felijk overschot van kapitein Van Geemeren zal op Westerveld geschieden, na aankomst van trein 15.14 uur te Driehuis-Westerveld. Het stoffelijk overschot van mevr. Silberstein wordt op Westerveld ter aarde besteld, waarschijnlijk des middags te 15.45 uur. Naar alle waarschijn lijkheid zal ook het stoffelijk overschot van mevr. Weidemann dienzelfden dag op Zorg vliet te Amsterdam ter aarde worden besteld. De Luchtvaartinspectie is nog steeds met het onderzoek naar de oorzaak van de ramp bezig. In verband hiermede zijn de resten van het verongelukte vliegtuig nog niet vrijgegeven. De Belgische minister van Verkeer, Marck, heeft den Nederlandschen minister van Water staat zijn deelneming bij het ongeluk met de „Ijsvogel" betuigd. De heer J. R. Snoeck Henkemans, chr.-hist., wethouder te 's-Gravenhage, zal zich na de raadsverkiezingen niet meer beschikbaar stellen voor het wethouderschap. H.Ms, kruiser „Gelderland", onder bevel van kapitein-luitenant ter zee P. B. M. van Strae- len, is op 15 November van Barbados naar Curasao vertrokken. Met 1 December 1938 is benoemd tot direc teur der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen te Rotterdam, mr. J. van der Poel, hoofd inspecteur der invoerrechten en accijnzen, aldaar. Met 16 Januari 1939 is aangewezen als direc teur van het post- en telegraafkantoor te Maas tricht de referendaris der Posterijen, Telegrafie en Telefonie J. H. Briels, thans aangewezen als adjunct-inspecteur der P.T.T. te Zwolle. Aan mr. F. J. Kranenburg is op verzoek eervol ontslag verleend als kantonrechter-plaatsvervan- ger in het kanton Dordrecht, onder dankbetui ging. Onderwijs Voor het tijdvak van 1 November 1938 tot 1 October 1939 is benoemd tot tijdelijk leeraar aan de rijkslandbouwwinterschool te Veendam, drs. M. J. Adriani aldaar. ^®rnan van Enrica von Handel-Mazzetti ,A de kranten niet gelezen, fluisterde hand lag onmachtig in de zijne, als ,_r vogel in 'n aderlaarsklauw. „Woens- V. s ik bij den referent aan 't hofer. ïoijj"- heeft men 't mij gezegd." th ''^Oo "r8 onderdrukte een vloek, fh ®b t naar dien veinzer ben je gegaan? Ik (■"'W °cl» dat ik je gezegd heb, dat je niets te iX^bt met iemand van die bende. Moet je '°open om die gemeene kletspraat aan 'iCp h?" '°e, Georg, vergeef me!" Zij raakte met ih( "e bpen deemoedig zijn hand, die hij gebald y' Uit afel drukte. „Georg, mijn Georg, scheld vblaar vergeet toch niet, dat ik toch moest 'Ut» hiiin engel.... hoe 't stond met jouw n'0[, 't is al goed. En bij wien ben je ver- ty'Mj ^weest?" bpr tie Lamezan en te voren —op J »ls neau van den opperhofmeester," bekende s°huldig kind. OokWn rprnrri ook! Een record; gefeliciteerd! Tever- l,'n t a uurl(jk. De eene vernedering na de an- Zi' a^Cs tevergeefs." Zijn mond lachte sma- oogen waren dof als de dood. „Neen, Georg! Niet alles tevergeefs!" vleide zij, steeds met oneindige zachtheid zijn toornige vuist liefkoozend. „Gisteren is 't me weliswaai niet meegeloopen het was een ongunstige dag de keizer verleende geen audiëntie. Maai daarvoor in de plaats heb ik voor morgen een nieuw plan, dat mij door een voornaam heer is aangeraden en om daarover met je te spreken, ben ik hier gekomen." ,Een plan! Nog eens! „Hij lachte schamper. „Lief kind, ik geloof, dat je daarmee te laat komt. De heeren hebben haaét. Op z'n laatst Dinsdag willen zijer een eind aan maken." Zij staarde hem met vragende oogen aan bedoelt hij een nieuwe zitting? Zijn verontrus tende, wilde blik geeft haar echter een wreed» verklaring. .Georg!" Het was de kreet van een doodelijk getroffen hert in 't woud. Hij beet zich op de lippen. „Vergeef me ik zal zwijgen, als je heelemaal niets verdragen kunt." Zij fluisterde mat: „Alles Georg, alleen dat niet." Hij zweeg. Na een pauze hervatte hij lachend: „Zeg, Sophie, weet je waarom ik je de vorige week om mijn ulanenuniform geschreven heb? Die heb ik voor de beroemde zitting aangetrok ken. Stel je de gezichten voor van de aanwezi gen, toen ik binnentrad. Zij hebben allen ge dacht. dat ik in dit wanhopig grauwe plunje daar hij sloeg zich op den verwonden arm, zij strekte baar hand uit en snikte: „niet doen!" zou binnenkruipen. Alstublieft, een arme invalide smeekt om een genadig vonnis. In plaats daarvan zagen zij een stoeren, groenen ulaan, die hun papieren vonnis naar den duivel blies. Toen voelden zij hun zwakheid!" „Indien u anders gekomen waart en u anders gedragen had, Tessenburg," mengde luitenant Donratt zich hier plotseling in het gesprek, „dan zouden uw rechters lankmoediger geweest zijn. U hebt de heeren eenvoudig getart. Mevrouw, u had hem die uniform niet moeten zenden: ik heb reeds een keer de eer gehad, u te zeggen- dat u den man niet in alles moet toegeven." Sophie keek hem met ontstelde oogen aan en toen blikte zij naar haar man. „Ja, natuurlijk, dat was een bloedige uitda ging, die uniform van 1813!" hoonde deze met een wilde grimas. „Voor de gunst om m'n heele leven in Olmütz zand te kruien, dank ik ten zeerste. Maar zij kan immers niet alles aan- hooren." Met zijn harde, het liefkoozen ont wende hand, streek hij Sophie over den rug. „Dus, uit met deze discussie. Heb je kran ten voor men meegebracht? Staat er iets over Bonaparte in de bladen?" Zij antwoordde met gebroken stem: „Den vol genden keer mijn engel zal ik ze mee brengenjadie zou gestorven zijn." „Dat was te voorzien. Ze hebben hem syste matisch afgemaakt, zonder kruit of lood te ge bruiken. Dus weer een schrander man min der op de wereld. De domheid is het grootste redmiddel; wie dat in groote mate bezit, gaat het goed; de anderen verstikken. Overigens, je had immers over een plan willen spreken; ik heb je onderbroken, praat jij nu, lang hij keek naar de klok „tijd hebben we niet meer." Zij lachte afwezig, opende de lippen; hoeveel Pijn doet hij haar weer en steeds weer en be seft het niet. Hij is naast haar op de leuning gaan zitten. Zachtjes vlocht zij haar bekoor lijken arm om zijn hals en zij begon heimelijk te fluisteren: „Mijn engel! Morgen ga ik toch op audiëntie. Weet je bij wien? Bij je regimentsoverste, aarts hertog Karl dien jij zoo bewondert die jou steeds zoo hoogachtte o, je vindt 't toch goed?" stamelde zij, toen hij haar hand met harden ruk van zijn hals losmaakte. „Neen!" viel hij uit. „Ik vind 't niet goed, en je zult dat laten." Zijn donker gelaat werd rood van toorn. „Ik wil 't niet. Versta je?" Zij beefde als een espenblad. „Georgie, lieve Gecrgie, waarom dan niet?" „Laat dat verkleinwoord alsjeblieft! Georgie cn iemand als ik dat is hetzelfde alsof je een tijger diertje noemt!" Wild, driftig vuur flikkerde in zijn oogen, hoewel zijn toon schertsend moest lijken. „Noem mij overigens, zooals je wilt. Maar dat zeg ik je, je plan is krankzinnig, en wie je zoo iets heeft aangeraden een dwaas. Weet je wie mijn veroordeeling vastgesteld had, alvorens Lamezan haar uitsprak?" ,Neen," zuchtte zij. „Opperbevelhebber Karl, in wiens regiment ik diende, aan wiens wapenfeiten ik deel had en dien ik als mijn afgod vereerde, ook nadat hij het bevel had overgedragen en naar Mainz ver trokken was. Toen zij mij dat proces aande den, heb ik verlangd, dat hij mij zou vonnissen: maar hij heeft mij geheel volgens den regel overgegeven aan den plaatselijken commandant: Pollice ingiü. Hang het canaille op, lankmoedi ger: schiet 't neer." Hij sprong op en liep on rustig door 't yertrek. Sophie stootte een jammerkreet uit en wrong haar handen in de dikke lokken. „Georg! Georg! Erbarming! Zeg dat niet! Zoo kan hij toch niet spreken, terwijl je toch haast den dood geleden hebt voor den keizer en voor hem." De aanwezige mannen bewogen zich. Donratt kwam eenige schreden nader en fluisterde Tes senburg in 't oor. Deze schokte de schouders, boog zich naar zijn vrouw, die geslagen en ge broken, het engelenhoofdje op de knieën, neer zat en kreunde. Hij zei op gedempten toon: „Sophie, laat alles goed zijn. 't Is nu eenmaal zoo, cr is niets aan te doen. Hij is de broeder van den keizer, en de keizer keurt het goed om ten genoege van de rechtschapen belastingbe-, talers een woesteling voorbeeldig te straffen. Zou de keizerlijke broeder hem in zijn voornemen dwarsboomen? Ja, eens was ik hem dat waard, maar dat is 12 jaar geleden, en brieven aan Kil ler oehoeven niet meer bezorgd te worden." .Georg, Georg, wat zullen wij dan doen, als ik niet naar hem kan gaan? Zeg jij dan, wat ik doen moet?" huilde zij vol droefheid. „Ahes laten gaan," antwoordde hij somber. ,Hij heeft genoeg tijd gehad, het vonnis te ver werpen als hij gewild had. Hij wil niet. Daar om moet 't gaan, zooals 't gaat; het beste van 't leven, zei de groote Frederik, is, dat het niet e-uwig duurt.... maar nu, Sophie!" Hij hief met twee vingers haar hoofd onder de kin omhoog en keek haar met een valen lach in de behuilde hulpelooze kinderoogem. „Waarom neem je alles zoo zwaar op, wat heb je aan dien bruut van 'n kerel gehad, jij kraak- percelcinen meisje? Aan een gloeiend rad ge blonken, ben je naar den afgrond gedreven; wees biy, je bent bevrijd!" „Georg," kreet zij, de verwrongen handen ten hemel heffend. „Blij zou ik moeten zijn, als je me ontnomen wordt! O mijn engel, weet je dan n,et, dat jouw leven mijn leven is! Jouw...." haar stem brak in tranen. Zij stamelde snik kend: „Voor jouw leven ga ik tot aan het einde van ue wereld! O Georg! Denk toch na, ben ik niet van Linz tot Freistadtgeloopen voor jou... Toen was het heele land vol soldaten en kanonnen! En toen je in Leipzig verwond lag,ben ik ook toen niet honderden mijlen ver gekomen naar jou, met Marianne, dat arme kind? O, Georg, dat was een lange tocht!" „Ik v/eet 't, ik weet 't." Zijn hart tracht zich te verzetten tegen zijn trotschen wil, hij wendt zich af, zij mag 't niet zien. Donratt riep: „Hoor je dat, man! Dat is lief de." Zij echter, met haar zwakke armen de ijze ren gestalte van haar held omklemmende, be zwoer hem zoo innig als een rein kind een hei lige bezweert: „Georg, luister naar mij! Ik weet, dat ik niets ben en jou niet waard. Maar zeg toch, Georg, heb ik je niet gediend deze twaalf jar? Ik ver hef mij daar niet op, het was gunst na gunst, dat ik het heb mogen doen. Maar heb ik niet eiken wensch van je oogen gelezen, van je mooie, lieve oogen?.Je oogen.en je hart, je halt mijn hemelrijk! Jou willen ze mij afne men, jou willen ze dooden!.... Georg! Georg, en ik zou niet alles willen doen voor jou? Kan ie mij dat verbieden, kan je mijn hart breken? en jouw hart is toch mijn heiligdom, dat ik nog nooit met een gedachte gekrenkt heb, werkelijk, Jod is mijn getuige!" (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 3