H De momenteele politieke atmosfeer te Londen RHEUMAT1EK De Rijksmiddelen in October ONZE PHYSIEKE VOLKSKRACHT HET-BEZOEK VAN KONING CAROL U krijgt )/£R$CH£ Plhlp/\'S/ FYNNON SALT WEINIG ZEGGENDE RESULTATEN Seeuwsch huldeblijk Betreurenswaardige invloed der gebeurtenissen in Duitschland DONDERDAG 17 NOVEMBER 1938 AAN CHAMBERLAIN estemd voor de tuberculose bestrijding nNIE fabricoO® 6 10 CTS. Steun aan IJselmeer- visschers VITTORIO MUSSOLINI NAAR ENGELAND EN DE VAN FVNNON SALT Uit Amerika gezet Teruggezondene ontkent Nederlander te zijn Huisvesting Joodsche vluchtelingen KONING LEOPOLD NAAR AMERSFOORT De plechtigheid bij het Belgen-monument H. M. DE KONINGIN IN AMSTERDAM Kort bezoek aan het paleis op den Dam HET KADERTEKORT BIJ DE WEERMACHT See oe belangrijk de motorisclie ap paratuur en technische outillage van onze weermacht te land, ter en in de lucht ook mogen zijn voor öe doeltreffendheid van onze nationale ^fensie, de physieke kracht van het ^nschenmateriaal, dat in een moder- ^eh oorlog tegen groote ontberingen en Spanningen bestand moet zijn, blijft eeh elementaire en belangrijke factor V°°r de bruikbaarheid van ons leger. Sb dezen factor wordt dan ook terecht Sdische aandacht besteed, reeds on middellijk bij de keuring der dienst- Schtigen. Aan het percentage dienst- Schtigen, dat bij iedere lichting we- mps physieke gebreken als ongeschikt "°or het verrichten van militairen 'ehst moet worden afgekeurd, heeft v0o 0} men viel geen absoluut zuiveren, maar °ch een betrekkelijk betrouwbaren Maatstaf voor het bepalen van den alge menen physieken toestand, waarin de dgelingschap van een bepaald jaar *'ch bevindt. Blijkens de gegevens door minister van Dijk in de Memorie van Stwoord op de Defensiebegrooting Verstrekt is dit percentage voor de 'chting 1939 zeer aanzienlijk n.l. on eer 35 pCt. Er staan ons geen gege- fcey Vfchs tor beschikking om te beoordeelen Ct dit percentage hooger dan wel lager '5 dat dan van vorige lichtingen, zoodat Ml niet tot voor. of achteruitgang van physieke geschiktheid der diénst- jichtige jongelingschap kunnen con- Sdeeren, maar op zichzelf is dit per- ^dtage zóó hoog, dat alles in het ïverk gesteld moet worden om dit zoo Iegelijk in belangrijke mate in de °ih^nde jaren te verminderen. Wij "'jfelen er niet aan, dat de lang- Srige werkloosheid van zooVele ge- *'dhen, waaruit deze lichting is gere citeerd, van invloed is geweest op de H°°gte van dit percentage. Zelfs wan- 6er men bedenkt, dat niet iedere af keurde dienstplichtige gelijk te stel- ed is met een physiek onvolwaardige, jad nóg is het een zorgwekkend dat practisch van elke honderd ^geroepen jongemannen er 35 op jjr°hd van hun physieke gesteldheid af schreven moeten worden voor den ctieven dienst ter militaire beveiliging m Verdediging van het vaderland, en S> terwijl de algemeene hygiëne en de Medische verzorging, vergeleken met m in andere landen, ten onzent toch een hoog peil heeten te staan. Voor een deel moet deze weinig rooskleurige stand van zaken voorzeker worden toegeschreven het ontbreken van een algemeene, j.^hiatige en stelselmatige lichame- Se opvoeding. De sportbeoefening, S de excessieve, vindt hier te lande I e'iswaar een gi'oote en massale kijk- S'ge belangstelling, maar van een ®crneene en gezonde actieve deel- aan de beoefening der verschil de sporten kan toch niet gesproken .Qtden. Ook de lichamelijke opvoeding j CePt bij het onderwijs niet die plaats yWelke* haar in het belang van de S^sgezondheid in het algemeen en die S onze weerbaarheid in het bijzonder toegekend worden. Gelukkig be- m het inzicht in dit ernstig tekort (S te winnen en gaan er steeds lui- en meer overtuigende stemmen op een meer algemeene en meer stel- ^'matige lichamelijke opvoeding, waar- vS niet alleen het persoonlijk belang *a- >r de direct betrokkenen maar ook 1, °°te nationale, ideëele en cultureele kangen gediend zouden worden. Het le niet in onzen volksaard te verval- tot dwang- en dril-systemen, waar- ''e6 in andere landen de jeugd na de In., n w'deid van het kleuterdom onmiddel- A cn eenzijdig opgekweekt wordt tot Inbaar oorlogsmateriaal, zoodat men m bevreesd behoeft te zijn, dat de ^^nielijke opvoeding hier te lande een ^.^lijk karakter zou gaan aannemen. '<Ch ^ebben echter op het gebied der dhielijke opvoeding een ernstigen terstand in te halen. Hoe groot en >ti, t5 stig die achterstand is valt mede af eiöen uit het zeer hooge percentage ^-keurden bij de militaire lichtingen. lv Si,.' door de Middelburgsche en Vlissingsche ^ti6anten op 28 September spontaan ingestelde ^ha- v°Or een Zeeuwsch huldeblijk aan Neville 'Nd berlain heeft 1104,06; j opgebracht, ver- 1 ,,'Prd met de onvermijdelijke kosten restte £U'4,97 y3. destijds gemeld, was het de wensch van Sda .®r Chamberlain, dat dit bedrag' voor een t doel zou worden bestemd. Nu de re- k Ok door het comitélid notaris J. C. Paap jptl). 'Ss'hgen is accoord bevonden, zal genoemd Vd' dezer dagen worden afgedragen aan de miale zeeuwsche vereeniging tot bestrij- 'k u/'w tuberculose, ten einde, overeenkomstig mdo «W J°elingen van het comité, te worden aan voor de preventieve behandeling van W Zeeuwsche patiëntjes. Sschen bericht de directie van de stoom- 'Maatschappij Zeeland, dat haar vertegen- te Londen de huldigingsoorkonde heer Chamberlain, destijds belangeloos r'lhlj;,rdigd door den heer A. J. Barto te Mid- dezer dagen persoonlijk aan den parti- secretaris van den heer Chamberlain °verhandigd. De secretaris deelde hierbij ciat de heer Chamberlain speciaal uit ,'jti atld vele bewijzen van sympathie met even voor den vrede heeft ontvangen, eh hem een groote voldoening was geweest. MundiVictor De directeur van den Rijksdienst ter uit voering van de Zuiderzeesteunwet publiceert de volgende bekendmaking voor alle IJsel- meervisschers, die in het genot zijn van een toeslag op het bedrijfsinkomen (art. 6 van de Zuiderzeesteunwet) Voor het jaar 1938 wordt voor de IJselmeer- visscherij geen toeslagregeling vastgesteld, doch zal ten aanzien van den te verleenen toeslag naar omstandigheden worden gehan deld. De omstandigheden worden thans geacht zoodanig te zijn, dat de toeslag voor alle ge heel volwaardige IJselmeervisschers, die dit bedrijf vrijwel uitsluitend ujtoefenen (a), met ingang van 20November 1938 wordt verhoogd van 75 procent op 100 procent van den grond slag. De bijzondere toeslag voor de IJselmeervis schersWaddenzeevisschers, niet te Wieringen woonachtig, wordt met ingang van 20 Novem ber 1938 verhoogd van 75 procent tot 100 pro cent van den grondslag. (Van onzen Londenschen correspondent) Het is onze taak niet een oordeel uit te spre ken over de gebeurtenissen, welke zich, na den moord op den derden gezantschaps-secretaris von Rath te Parijs, afgespeeld hebben in Duitschland. Wij duiden ze dus aan als „on lusten", ofschoon wij rekening houden met de mogelijkheid dat sommige lezers dit woord niet geheel in overeenstemming vinden met den aard dier gebeurtenissen. Wat ons echter, in de uitoefening van ons werk, wél aangaat, is de invloed, welken die onlusten hebben op de Engelsch-Duitsche be trekkingen, en in het bijzonder op de politiek van Chamberlain, welke gericht is op „pacifi catie". Die invloed is, voor zoover wij kunnen nagaan, allernoodlottigst. Algemeen is men van oordeel, dat de uitvoe ring van Chamberlain's vredespolitiek er op nieuw door vertraagd is en niemand weet voor hoe lang. In de omgeving van den Eersten Minister beweert men, dat deze, een hoogst humaan man ondanks zijn uiterlijke koelheid, diep ge schokt is door (vat zich in Duitschland voorge daan heeft. Een storm van verontwaardiging is opgestoken over heel het land. Het beteekent niets, dat een paar honderd of een paar duizend socialisten van verschillende schakeeringen, maar volstrekt niet allen vuurrood, Zondag op marcheerden naar de Duitsche Ambassade om daar, met welwillende medewerking der politie, door twee gedelegeerden op heel tamme wijze een „protestschrijven" aan den concierge (maar voor den Ambassadeur) te overhandigen. Maar het beteekent heel veel dat Zondag honderden redevoeringen gehouden werden waarin met ziedende verontwaardiging, en in termen, die niemand ontzagen, gesproken werd over de ge beurtenissen in Duitschland. Verzekerd wordt, dat er weinig katholieke en protestantsche kerken waren, waar die gebeurtenissen niet van den kansel af ter sprake gebracht werden. De Anglikaansche aartsbisschop van Canterbury en de bisschoppen van Salisbury en Durham behoorden tot die toonaangevende geestelijken, die in de scherpste bewoordingen hun afschuw te kennen gaven. Onder de ontelbare week-endsprekers, die het onderwerp aanroerden, bevonden zich twee leden van de regeering: Geoffrey Shakespeare, parlementair secretaris aan de Admiraliteit, en graaf De La Warr, minister van Onderwijs. De regeering is in niet geringe verlegenheid gebracht. Het bezoek, dat Chamberlain en Ha lifax de volgende week aan Parijs zullen bren gen, heeft op de eerste plaats ten doel met de Pransche ministers tot overeenstemming te komen ten aanzien van de tegenover Duitsch land te volgen pacificatiepolitiek. Waarschijnlijk was Chamberlain voornemens te Parijs aan te dringen op concessies, vooral ook met betrekking tot de koloniën, die verder zouden gaan dan den Franschen aangenaam kon zijn. Maar Chamberlain zou zich, als on vermoeid vredesapostel, tegenover Daladier en Bonnet, evenals tegenover het Engelsche pu bliek, erop beroepen, dat voortgewerkt moet worden in den „geest van München", d.w.z. niet zoozeer in den geest van dé overeenkomst be treffende Tsjecho-Slowakije alswel in dien van de door hem en Hitier onderteekende ver klaring. En thans zeggen ook de bewonderaars van de politiek van München, dat de „geest van München", de geest van vrede, terwille waar van Engeland groote concessies doen wil, niet bestaat. Na het bezoek der Britsche ministers aan Pa rijs, en aan de hand van de resultaten daar van, zouden nieuwe Engelsch-Duitsche bespre kingen gevoerd worden. Waarschijnlijk zou Goering naar Engeland, ofschoon uit vrees voor vijandige betoogingen niet naar Lon den komen. Het was ook mogelijk, dat Hitier von Neurath sturen zou, aangezien deze te Londen geen betoogingen heeft te duchten. Thans verklaart men in ingewijde kringen, dat voorloopig van zulk een bezoek geen sprake kan zijn, en dat het program, hetwelk Cham berlain voorbereid had voor de Parijsche con ferentie, radicaal herzien zal moeten worden. De regeering is diep teleurgesteld door de houding welke Duitschland, en ook Hitier per soonlijk, sinds München aangenomen hebben. Hierdoor is haar toenaderingswerk vooral in het binnenland ondermijnd. De uitslagen der laatste tusschentijdsche verkiezingen, waarvan, gedeeltelijk althans, München de inzet was, zijn voor de regeering verre van gunstig ge weest. Toen de aanvankelijk overweldigende emotie over het vermijden van den dreigen den oorlog verflauwd was, bleek de ontstem ming over de overeenkomst van München, en vooral over de manier, waarop deze uitgevoerd werd, veel sneller toe te nemen, dan men ver wacht had. Duitschland zelf werkte hiertoe mee. De redevoeringen van Hitier en andere leiders, de artikelen in de „Angriff" ademden allerminst een vredesgeest. En toch bleef Chamberlain, ofschoon hij gemerkt moet heb ben, hoezeer de stemming in Engeland veran derde, tot voor weinige dagen met bewonde renswaardige volharding ijveren voor de opvat ting, dat Europa een betere toekomst tegemoet zou gaan, indien hij zijn politiek op de grond slagen van München kon voortzetten. We behooren niet tot diegenen, die beweren, dat hem dit thans onmogelijk geworden is. Maar het is hem zeer moeilijk gemaakt, en in regeeringskringen schijnt men dit ten volle te beseffen. Chamberlain kan zich niet veroor loven de openbare meening te negeeren, en die openbare meening is gevaarlijk geschokt door de onlusten in Duitschland. Hierbij komen nog de aanvallen, door Hitler en in de „Angriff" gedaan op aanzienlijke Britsche politici, zooals Churchill, Duff Cooper en Eden, en op Arthur Greenwood, den onder leider der Oppositie allen mannen, die Chamberlain's politiek bestreden of becritiseer- den, maar tegen wie de Eerste Minister zich ten slotte niet zou kunnen verdedigen, indien hij hierdoor hoezeer ook ten onrechte den indruk maakte zich te vereenzelvigen met de grofheden zoowel door Goebbels' „Angriff" als door Hitier zelf aan het adres dier mannen gericht. Ook hierdoor werd Chamberlain's positie on dermijnd, zoodat de Britsche Ambassadeur te Berlijn zelfs opdracht gekregen heeft te protes teeren tegen de beleediging van toonaangevende parlementsleden die toevallig allen tevens leden van de Privy Council zijn door verant woordelijke Duitsche staatslieden of organen. Het zijn de gebeurtenissen in Duitschland zelf, die een gevoeligen slag toegebracht heb ben aan Chamberlain's hoop spoedig een „Ac coord" met dat land, als grondslag voor een vier-mogendhedenpact, tot stand te kunnen brengen. Maar wanneer er één man is, die voldoende gelopf heeft in zijn roeping, om des ondanks toch zijn toenaderingspogingen voort te zetten, dan is die man Neville Chamberlain. Zoozeer hebben gedurende de vorige week de onlusten in Duitschland, de Duitsche aanval len op Britsche politici, en de invloed daarvan op de Engelsch-Duitsche betrekkingen de aan dacht hier in beslag genomen, dat het publiek bijna vergeten had, dat koninklijk bezoek op komst was. De verwelkoming van een bezoekend staats hoofd is te Londen zelden geestdriftig, tenzij hij, gelijk bij voorbeeld wijlen president Wilson of Koning Albert der Belgen, een buitengewoon beroemd of buitengewoon populair man is. De vorige koning van Roemenië, de koning van Italië, president Doumergue van Frankrijk, en zelfs Leopold III van België werden allen vriendelijk, maar zonder eenige geestdrift door het publiek ontvangen; hun aankomst was zelfs geen „gebeurtenis" voor Londen. Er zijn zekere omstandigheden, welke koning Carol bezwaarlijk tot een zeer populair man in Engeland kunnen maken, maar de tegenwoor digheid van zijn zoon, in wien de Engelschen steeds groot belang gesteld hebben, was zeker oorzaak, dat hij warmer verwelkomd werd dan men verwacht had. Waarvan de Engelschen zich verre van alge meen bewust zijn, is dat koning Carol zeer zeker een staatsman van meer dan gewone be- teekenis is. Zijn minister van Buitenlandsche Zaken, Petrescoe-Comnen, maakt, in overeen stemming met het protocol, deel uit van zijn gevolg, en zal belangrijke politieke besprekingen houden met Lord Halifax en waarschijnlijk ook met Chamberlain, maar koning Carol is zelf de eigenlijke leider der Roemeensche staatkunde, en zal zeer zeker persoonlijk overleg plegen met Britsche ministers waartoe de feestmaal tijden aan het Foreign Office en aan de Roe meensche legatie ruimschoots gelegenheid Wij herinneren eraan, dat het bezoek van koning Carol reeds een jaar geleden in de Engelsche troonrede aangekondigd werd, en dat het eerst uitgesteld werd wegens de bin- nenlandsche moeilijkheden in Roemenië, en vervolgens op de lange baan geschoven in ver band met de Oostenrijksche en Tsjecho-Slo- waaksche crises. Dat koning Carol, zoo spoedig mogelijk na het einde van laatstgenoemde crisis uitgenoo- digd werd hierheen te komen, is een feit, dat aandacht verdient. Zijn politiek is, in groote lijnen, algemeen bekend; hij wenscht goede betrekkingen met Duitschland, maar vooral ook goede betrekkin gen met Engeland. Het is zijn streven de indringing van den Nazi invloed in Zuid-Oost Europa, als onmiddellijk gevolg van de algeheele wijziging in de positie van Tsjecho-Slowakije, tegen te gaan. Voor alles wil hij voorkomen, dat zijn eigen land machteloos betrokken wordt in de Duitsche invloedssfeer. Maar hij is een te scherpziend staatsman cm niet te beseffen, dat de economische invloed van Duitschland te Boekarest in ieder geval groot zal zijn. Vandaar dat hij goede betrek kingen met Berlijn wenscht. Maar hij is een onverzoenlijk vijand van het Naziïsme, dat in Roemenië zelf een belangrijke rol speelt, en streeft naar de vestiging van een tegeninvloed, en wel in den vorm van een overeenkomst met Engeland. Chamberlain is sinds München misschien wat al te zeer geneigd geweest Zuid-Oost Europa als een Duitsche „invloedssfeer" te beschouwen en te erkennen. Eén van zijn uitlatingen in het Lagerhuis wijst hierop. Te Londen gelooft men thans dat het koning Carol zelf geweest is, die aan de Britsche regeering heeft doen we ten, dat hij de Nazificatie van Zuid-Oost Europa wil tegengaan, en een Britsch of Fransch-Britsch tegenwicht wil vestigen. Dit tegenwicht zou voor een deel zeer waarschijnlijk moeten bestaan uit een leening. Zoowel met Joego-Slavië als met Bulgarije hebben koning Carol en diens regeering overleg gepleegd, en men neemt aan dat de koning te Londen is aangekomen met een uitgewerkt plan, waar van hij hoopt, dat de Britsche ministers het de volgende week te Parijs aan hun Fransche col lega's zullen voorleggen. In Britsche regeeringskringen zou men on- dertusschen zijn gaan inzien, dat er geen reden bestaat om Zuid-Oost Europa geheel als Duit sche invloedssfeer te erkennen; een erkenning, die wellicht tot pacificatie zou bijgedragen hebben, maar die deze waarde begint te verlie zen nu de „geest van München" eenigszins denkbeeldig blijkt te zijn! LONDEN, 17 Nov. (Reuter) Naar vernomen wordt, dat Vittorio Mussolini, de oudste zoon van den Duce, binnenkort een bezoek aan En geland brengen. Hij1 zal daar de gast zijn van graaf Hardwicke, een vriend van hem. Alléén Fynnon Salt is opgebouwd uit 7 ge neeskrachtige zouten. Alléén Fynnon Salt be vat Lithium. Daarom kunt U van Fynnon Salt resultaten verwachten. Kiest daarom Fynnon Salt ter bestrijding van Rheumatiek, Spit, Ischias etc. Laat Fynnoa Salt U afdoende verlossen van die kwellende piinen. lederen ochtend een half theelepeltje Fpnnon Salt op de nuchtere maag ingenomen in een glas u)arm water zal U ervan overtuigen dal er wettelijk niets beters bestaat dan Fynnon Salt. Verkrijgbaar bij lederen apotheker of drogist 4 Fl. 1.25 per groote flacon Met de „Nieuw Amsterdam" van de Holland Amerika lijn is uit New York te Rotterdam aangekomen de 47-jarige Nederlander W. B-, zonder beroep, die thans voor de tweede maal in vier jaar uit Amerika is uitgewezen als vreemdeling zonder voldoende middelen van be staan. R. is een man, die op alle mogelijke ma nieren getracht heeft, zoowel te Rotterdam als te New York zijn Nederlanderschap te ontken nen, omdat hij is gehuwd met een Amerikaan- sche. Aangezien de rivierpolitie de zaak nog verder zal moeten onderzoeken, is de man voor loopig in het bureau Parkhaven ondergebracht. Vier jaar geleden verscheen R. voor de eerste maal op dit bureau. Hij had eenigen tijd in Amerika vertoefd, was daar gehuwd, maar toen hij zonder werk kwam, heeft men hem als arm lastig Nederlander uitgewezen en aan boord van een Nederlandsch schip gebracht. Toenmaals vertelde R. precies wie hij was en bevestigde Nederlander te zijn, waarna men hem, na zijn paspoort te hebben afgenomen en zijn antecedenten te hebben onderzocht, los liet. Daarop is hij een zwerftocht begonnen, welke hem weer opnieuw in de nieuwe wereld zou brengen. Hij belandde in Algiers waar hij zich verstopte aan boord van een Italiaansch schip, dat naar New York voer, alwaar hij na aan komst ter beschikking van den vreemdelingen dienst werd gesteld. Om te voorkomen, dat de geschiedenis zich in dezelfde volgorde zou her halen, vertelde hij den Amerikaanschen autori teiten, dat hij William Boots heette en cowboy van beroep was. Dit verhaal werd evenwel niet voetstoots geloofd, en in afwachting van een nader onderzoek werd „William Boots" voor loopig op Ellis-eiland ondergebracht. Het on derzoek had tot resultaat dat men vrij spoedig wist met wien men te doen had en dat „Boots" een reeds vroeger uitgewezen Nederlander was, waarop men hem, in weerwil van zijn pertinente beweringen, dat hij Amerikaan zou zijn, een Nederlandsch paspoort verstrekte en naar Rot terdam terugzond, alwaar hij ten tweeden male op het bureau van de rivierpolitie aankwam. R. bleef ook ditmaal stijf en strak volhouden geen Nederlander te zijn en beweerde, dat alles wat omtrent hem in het paspoort vermeld stond, onjuist was. De politie nam daarop steekproeven door R. zoo nu en dan onver wachts een order in het Nederlandsch te ge ven, waarbij men constateerde, dat hij inder daad aanstalten maakte om te doen wat men van hem verlangde. Als goed simulant herin nerde hij zich echter steeds op het laatste oo- genblik dat men van hem verwachtte geen Ne derlandsch te kunnen verstaan, waarop hij zijn indolente houding weer aannam. Hij geeft voor niets dan Engelsch te verstaan en spreekt deze taal ook met een ietwat Amerikaansch accent. Specifiek Amerikaansch kon men het echter niet noemen. Onder de politieambtenaren waren er enkele, die meenden R. te herkennen, hoewel hij wel wat veranderd was, maar de ambtenaren waren toch vrij zeker van hun zaak en toen men daarop het archief raadpleegde, vond men daarin het destijds ingehouden paspoort ten name van R. Er waren wel eenige verschillen. Zoo bleek uit de foto, dat R. vier jaar geleden een bril droeg en thans niet. Ook droeg hij des tijds geen snor en thans wel. De bijzondere kenteekeningen, welke op beide paspoorten stonden aangeteekend, klopten ech ter wonderwel. Hangende hst verder onderzoek is R. voorloo pig nog op het bureau van de Rivierpolitie on dergebracht. Den Haag stelt gemeentelijke buitengoederen ter beschikking De gemeenteraad van 's-Gra.venhagc heeft hedenochtend op voorstel van den voor zitter machtiging verleend aan B. en W„ om, voor het geval vele Joodsche vluchtelin gen te 's-Gravenhage zouden moeten wor den ondergebracht, de in het bezit der ge meente zijnde buitens Ockenburgh, Voorde, Overvoorde en Cromvliet daartoe ter be schikking te stellen, in afwachting, dat de Haagsche liefdadigheid voor de verpleging dier vluchtelingen zal zorgen. VERVOLG OP PAGINA Er is in langen tijd geen staat van rijksmid delen verschenen, die zóó weinig stof tot over zichten gaf, als deze laatste van October. De totaal opbrengst der „Overige middelen" kwam slechts enkele tonnen boven de maandraming en bleef zoodoende belangrijk beneden de ont vangsten in September. Ook de afzonderlijke middelen geven niet zooveel reden tot bespreking. Ontvangen werd over October f 36.140.000 tegen een maandraming van f 35.768.000, terwijl in October 1937 werd geboekt f 35.173.000. De Dividend- en Tantièmebe lasting blijft nog altijd wat ruimer vloeien dan vorig jaar. Wel werd de maandraming niet gehaald wat zóó ver in het jaar geen bij zonderheid is maar het feit, dat er nog een drie ton méér werd ontvangen dan in October 1937 teekent nog eens de opleving, welke vorig jaar ons zakenleven te zien gaf. Over 10 maanden kwam dit middel f 5,3 millioen boven de raming en overtrof de op brengst van hetzelfde tijdvak van vorig jaar met ruim 3 millioen. Heel gunstig deden de Invoerrechten het in deze maand. Bijna werd de 10 millioen bereikt, waartegenover een maandraming staat van f 8.166.000. Wellicht herinnert men zich, dat wij in de eerste overzichten van dit jaar gewezen hebben op de o.i. te hooge schatting door den minister van het voornaamste onzer middelen. Tot en met de vorige maand scheen de werkelijkheid onze profetie te bevestigen. Nu echter moeten wij bekennen deze zaak te zwart bekeken te hebben, want voor het eerst kunnen wij en ondanks het niet-uitkomen onzer voorspelling doen we het mét vreugde constateeren, dat de ontvangsten per 10 maanden niet enkel de raming, maar ook die van vorig jaar met een bescheiden bedrag hebben overschreden. Voor »en zuiver „fiscaal" bedoeld invoer recht, is een opbrengst in 10 maanden van 8214 millioen nog zoo kwaad niet. Gaat het zóó door en daar is alle kans op in deze twee laatste maanden van het jaar dan zal op 31 Decem ber de enorme som van 100 millioen benaderd, zoo niet overschreden worden. Met dit beeld voor oogen mag voor volgend jaar, wanneer wellicht eenige „beschermende" tarieven in werking zijn getreden, een opbrengst verwacht worden, die ver boven de 100 millioen ligt. Over de Accijnzen valt ditmaal weinig verontrustends, maar toch ook nog niet veel goeds te zeggen. Behalve zout en wijn, kwamen alle boven de maandraming, suiker zelfs be langrijk (bijna 7 ton). Toch was dit accrès niet zóó hoog, dat, de bevolkingsaanwas in aanmer king nemende, van een meer verbruik per hoofd gesproken kan worden. Nog steeds oefent de verarming der massa haar invloed uit op deze heffingen en het is wel zeker, dat hier niet eerder een beteekenende stijging zal op treden, vóór de aangekondigde verlaging van enkele „overbelaste" accijnzen. Voor de Omzetbelasting was October minder gunstig. Na enkele maanden met een behoorlijk accrès, vertoont wijnmaand weer een tekort van 6 ton. Toch is na 10 maanden per saldo nog 2ti millioen boven de raming bin nen gekomen. Het wordt bijna eentonig, om maand na maand te herhalen, dat de Zegelrechten het zoo slecht doen. Ook nu weer is de maand- opbrengst een half millioen beneden de raming en zelfs een millioen lager dan vorig jaar, toen October toch V>ok al geen uitvlieger was. Door al deze tegenvallers heeft het nadeelig verschil met vorig jaar reeds de 10 millioen overschre den. Dit is op een bedrag van 18 millioen een enorm bedrag. Zóó erg had ook minister de Wilde het niet verwacht, die tenminste voor deze 10 maanden nog 3% millioen meer ge raamd had. De groote schuldige is hier de beursbelasting, welke in dezen tijd van her nieuwde malaise op het Damrak bij de op brengst van vorig jaar zelfs niet in de schaduw kan staan. In veel mindere mate hebben de Registra tierechten te lijden gehad van de ongunst der tijden. Hier bedraagt de achterstand op de raming nog geen millioen, wat, alles in aan merking genomen, nog zoo kwaad niet is. Na enkele sprongetjes in de hoogte zijn de Successierechten weer op normaal peil gekomen. Toch hebben de goede maanden ge maakt, dat per saldo 4 millioen boven de raming is ontvangen, terwijl 1937 tot nu toe „geklopt" js met 71.2 millioen. De Directe belastingen zetten de langzame stijging nog steeds voort. Er was op den laatsten dag van September voor alle 5 heffingen tezamen ruim 12 millioen meer op kohier gebracht, dan op denzelfden datum van vorig jaar. Dit verschijnsel is niet in tegen spraak met de slechtere tendenz van het be drijfsleven. Immers hier betreft het voorname lijk aanslagen naar inkomen en vermogen van het kalenderjaar 1937 en gedeeltelijk zelfs van het devaluatiejaar 1936. Wanneer volgend jaar de verdiensten en ver mogens van het zooveel slechtere jaar 1938 aangeslagen zullen worden, zal zonder twijfel de lijn weer omlaag gaan. Over de heffingen met een speciale bestem ming nog het volgende. Wat de inkomsten ten bate van het G e- meentefonds betreft, deze waren tot en met October voor den dienst 1937-1938 ruim f 66.000.000 of bijna f 3 millioen meer dan de raming. Voor den dienst 1938-1939 was de opbrengst f 57.891.000 bij een raming van f 68.700.000. Deze opbrengst is ruim f 4 millioen hooger dan op ultimo October van het vorig jaar. De inkomsten van het Werkloosheids- subsidiefonds hebben voor den dienst 1937 het bedrag van de raming ad f 51.525.000 nog niet gehaald. Deze inkomsten bedroegen rond f 50.000.000. Voor den dienst 1938 is de raming gesteld op f 52.300.000, waarvan tot ultimo October f 48.340.000 is ontvangen. Ten slotte het Verkeersfonds. De mo torrijtuigenbelasting kwam tot ruim 20 millioen. Hier zal de jaarraming van 23,2 millioen vrij zeker wel gehaald worden. Dit laatste kan ook gezegd worden van de Rijwielbelasting. Daar ontbreken, om de geschatte f 7,8 millioen vol de maken, nog maar een luttele 50 mille. Eén week extra controle, en wij zijn er! 1M4 Het programma van het bezoek van de Ko-"' ningin en Koning Leopold aan het Belgenmonu ment te Amersfoort op Dinsdag a.s. is als volgt samengesteld: Nadat de stoet nabij Birkhoven de grens der gemeente zal zijn gepasseerd, zal via de Vlasakkers, Barchman Wuytierslaan, Abr. Kuyperlaan, waar de kinderen der Amersfoort- sche scholen zullen worden opgesteld, Emma- laan, Utrechtscheweg en Belgenlaan naar het monument worden gereden. De plechtigheid zelf zal een eenvoudig karakter dragen: Koning Leopold zal aan den voet van het monument bloemen neerleggen, waarna hij een tweetal pla quettes, welke aan het monument zullen wor den aangebracht, zal onthullen. Daarna zullen Hunne Majesteiten door den burgemeester, mr. J. C. graaf van Randwijk, langs het geheele monument worden geleid, waarmede de plech tigheid zal zijn geëindigd. Bij het vertrek zal dezelfde route worden gevolgd. H.M. de Koningin is vanochtend per auto in de hoofdstad gekomen voor een kort bezoek aan het Paleis op den Dam. Eenigen tijd later is H.M. weer vertrokken om via Paleis Soestdijk naar het Loo terug te keeren. In een nota naar aanleiding van het ver slag der commissie van rapporteurs van de Tweede Kamer betreffende de wetsontwerpen aangaande pensioenen voor reserve-officieren in actie ven dienst, schrijven de ministers van Defensie en van Binnenlandsche Zaken met waardeering kennis genomen te hebben van de mededeeling, dat het voorstel om voor beide groepen van personen, in deze wetsontwerpen bedoeld, een pensioenregeling tot stand te bren gen, bij de Kamer algemeen instemming vond. Met betrekking tot de redenen, welke er toe hebben geleid voor aanvulling van het tekort aan beroepsofficieren bij de marine een andere regeling te treffen dan voor de aanvulling van c-en overeenkomstig tekort bij de landmacht, moge het volgende dienen. Bij de Koninklijke landmacht is het tekort in de rangen van kapitein en hooger grooten- deels aangevuld door normale bevordering, het geen mogelijk was doordat eertijds de gang der promotie zeer traag was. Het tekort is daardoor verschoven naar de laagste rangen, waar de aanvulling geschiedt door voor jeugdige reserve-officieren de gele genheid te openen vrijwillig in werkelijken dienst te komen. Bij de koninklijke marine bestond eveneens, een over verschillende rangen verspreid tekort. Hier kon echter de aanvulling in den rang van luitenant ter zee der 1ste klasse niet door be vordering geschieden, omdat daardoor de gang der promotie in zoodanige mate zou worden ver sneld, dat de in de lagere subalterne rangen te ervullen verantwoordelijke functies zouden moeten worden opgedragen aan officieren met te geringe ervaring, hetgeen uit den aard der zaak niet toelaatbaar zou zijn. Bij dit deel van de weermacht is de minister van Defensie er toe overgegaan om zoowel jeug dige als oudere luitenants ter zee der 1ste en 2de klasse van de koninklijke marine-reserve tot, een verband van onbepaalden tijd toe te laten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 5