Meer decentralisatie in
voorraadvorming
Wat September ons
kan leeren
ÜJ
fi
<Kdveï&aal vonden dag
De avonturen van een verkeersagent je
fV;
AaBe
DEKENS
Alle abonné's
verwacht U!
E.N.I.T. - LEIDSCHESTRAAT 9 - AMSTERDAM
HONIG's KEUKENSTPOO VidsUizonMsf
gevorst
VRIJDAG 18 NOVEMBER 1938
dÏeren
EN ALLE REISBUREAUX
■onder God geen gezag.
Vermogen in een schoen
Het verhaal
van Frosine I
reist incognito
FRITZ METZNER
de spanningen eind September is thans
Ij rust weer volkomen wedergekeerd en men
',plhaast het gevaar vergeten, waarin men
5jt eerci heeft. Een dergelijke rustperiode is
en.ate nuttig om zich te bezinnen op de
Hh die 111 de voorbÜe angstige dagen in-
gemaakt werden en in een derge-
R6"000 kan men tevens maatregelen be-
fjcj. om deze fouten in de toekomst te on-
ljjflVahgen. De rustige beschouwingen in de
inschriften zijn daarom in dezen tijd van
het zoojuist verschenen nummer van het
ahdschrift Economie wijdt nu Prof. Dr. J. E.
I Quay onder den titel: „Hamstert veel....
|,ar nu!" een beschouwing aan de wensche-
ueid van voorraadvorming bü den consu
lt.
is
verscheidene economische
een zaak, waarover harde noten zijn
(..-.aakt
!?%isel
pten zitten.
^Üne Excellentie Dr. H. Colijn drukte zich
il aün September-radiorede duidelijk uit en
ivrSde de hamsteraars aan, hen wijzend op
raakt, n.l. over het hamsteren, een ver-
^-uusel waaraan
Si'
en tevens duidelijk doelend op het im-
i^?recle hiervan. In de daarop volgende publi-
lj zoowel van overheids- als van particu-
We zijde, werd er in alle toonaarden op ge-
dl cn, dat dit hamsteren zeer afkeurenswaar-
''as: het getuigde niet van vertrouwen in
overheid, het werkte demoraliseerend, het
H cHt geheel ten onrechte een paniekstemming
y4/jer de bevolking, het deed de prijzen, vooral
de meest gevraagde artikelen (waaronder
ti/uwaardigerwijze thee en koffie een belang
de Plaats innamen) stijgen, het stelde de
Voters jn staat, om zich van een behoorlijken
rraad zeker te stellen ten koste van de min-
Jhogenden.
°ch nog vrij velen hebben in die spannen-
dagen zich van extra inkoopen weten te
{Jrhouden of althans zich bij hun inkoopen
hi^tigd tot het inslaan van een voor
de
voor enkele weken. Psychologisch ge-
V| Was dit hamsteren, vooral van kleine hoe-
k "aden, een zeer normaal verschijnsel, omdat
tegenwoordige huishoudens bijna in het
*'el geen voorraad meer wordt gehouden
Ij Wanneer er dus maar een kleine druk komt
qe staan op de voorraden in de winkelbedrijven,
ijy^uishoudens practisch niet in staat zijn om
t, van de gewone, dagelijksche hoeveelheden
Lv°orzien. De suggestie door de Overheid op
critiek moment gegeven, om toch vooral
w'S te blijven kan gewaardeerd worden, kan
ij,, s noodzakelijk zijn; misschien is zelfs de
(w6rPe toon in de critiek hier en daar geweest
Ad grootere lawine van inkoopen, welke in-
t Uaad ernstige gevolgen zouden kunnen heb-
V te voorkomen. Maar dit alles neemt niet
dat bij de nabeschouwing, welke een be-
(^ueering van de reëele feiten eischt, aller-
st nnriov het oog moet worden gezien, de
over
dit niet
V" onder
Waire vraag of Nederland inderdaad
Ebbende voor
t. geval, dan zou men voor de toekomst maat
reen dienen te overwegen.
'l de voorraadvorming heeft de laatste jaren
W belangrijke verandering plaats gehad. Het
puurde eertijds tot de typische taak van den
^del om de verschillen tusschen productie
lij consumptie, vooral die van plaatselijken en
jClijken aard, te overbruggen.
Inmiddels hebben zich belangrijke wijzigingen
deze voorraadvorming voorgedaan en tot
k "dangrükste oorzaak hiervan kan men aan-
de enorme verbetering in het verkeers-
^n, waardoor het snel en regelmatig aan-
trekken, ook van kleine hoeveelheden, tegen
geringe kosten mogelijk is geworden; en ver
der de perfecte outillage en vaak de overcapa
citeit bij de voortbrenging, waardoor belangrijke
hoeveelheden a la minute den besteller kunnen
worden geleverd.
De consument koopt op het allerlaatste
oogenblik bij den winkelier, deze houdt zijn
voorraad zoo gering mogelijk en bestelt even
eens op het laatste oogenblik bij den grossier
en zoo gaat het verder naar de industrie, naar
den producent van halffabrikaten, enz. enz.
De verschuiving heeft natuurlijk invloed op
de voedselvoorziening in oorlogstijd. Zoo zou
er, volgens den heer Pabius, directeur der N.V.
Blaauwhoedenveem-Vriesseveem, behalve zeer
enkele artikelen al heel spoedig gebrek aan
letterlijk alles zijn gekomen.
In 1914 waren de voorraden aanzienlijk groo-
ter dan thans en de bevolking van Nederland
telde eenige millioenen menschen minder om
te voeden, te kleeden en te verwarmen."
Afgezien van de enkele maatregelen, die voor
de voorziening door de Regeering zijn genomen
ten gevolge waarvan hier en daar iets grootere
voorraden aanwezig waren ik denk b.v. aan
de groote graanvoorraden in eigen land ten
gevolge van de landbouw-crisispolitiek kom
ik eveneens tot de conclusie, dat de voorraden
geringer moeten zijn geweest dan in 1914, ter
wijl het zeer de vraag is of wij van buitenaf
veel hadden kunnen aanvoeren, gezien de erva
ringen, die op het gebied van materieel- en
voedselvoorziening de andere landen in 1914
1918 hebben opgedaan.
De heer Pabius doet echter ook een oplossing
aan de hand door voorraadvorming bij den
consument zoover eenigszins mogelijk in ver
band met het inkomen, aan te bevelen en hij
wijst erop, dat daarvoor een volksopvoeding
noodig is, door het geven van een juiste voor
lichting, zooals dit b.v. ook ten aanzien van
de luchtbescherming geschiedt. Indien n.l. in
alle huishoudens voor een belangrijke groep
van levensmiddelen en kleeding een ijzeren
voorraad werd aangehouden voor b.v. 6 maan
den, dan zou in dagen van spanning de nei
ging tot hamsteren niet zijn ontstaan en dan
zou tevens, wat belangrijker is, een veel groo
tere voorraad in het geheele land aanwezig
zijn geweest.
Financieel gezien beteekent dit, dat in tijden
van rust de particulier een klein verlies aan
vaardt in den vorm van de rente van het in
den voorraad geïnvesteerde kapitaal. Indien
dit echter over de verschillende huishoudens
wordt verdeeld zal de druk voor elk afzonderlijk
natuurlijk zeer gering zijn.
In deze zou Prof. de Quay nog een stap ver
der willen gaan en de noodzakelijkheid van de
voorraadvorming ook bij den handel en resp.
bij de verwerkende industrie willen bepleiten,
allereerst natuurlijk uit het oogpunt van voor
zieningen in tijden van oorlog of oorlogsgevaar,
doch tevens omdat door de verschuiving van
de voorraadvorming naar boven ,,de risico's"
en dus de dekkingskosten van den handel wel
geringer worden, maar deels worden afgewen
teld op andere instanties en deels zelfs hoogere
uitgaven elders ten gevolge hebben.
De les uit de ervaringen van de laatste Sep-
tember-maand kan dan ook zijn, dat overwogen
ITALIË
Genotvolle dagen zuli U doorbrengen in de
onvergetelijke plaatsen van hei zonnige
eiland SICILIër
PALERMO, TAORMINA, SIRACUSE, CATANIA,
in NAPELS of de andere plaatsen van zijn
befaamde GOLF r
CAPRI, AMALFI, SORRENTO, POSILLIPO,
ie VENETIë en in talrijke andere steden, rijk
aan kunstschatten en historische herinnerin
gen.
OVERAL ZULT U HARTELIJK EN GASTVRIJ
WORDEN ONTVANGEN.
Belangrijke faciliieitenr
CHEQUES CREDIETBRIEVEN in TOERISTEN
LIRES HOTEL- BENZINEBONS
REDUCTIES OP DE SPOORWEGEN (5070«/o)
Inlichtingen bij
moet worden op welke wijze het particulier
huishouden en het bedrijfshuishouden, gericht
op het algemeen belang, voorbereidingen kun
nen treffen ter bescherming in tijden van ge
vaar.
Naast deze zeer stringente decentralisatie,
n.l. by den consument, wordt een andere min
der vergaande decentralisatie voorgesteld door
C. P. van der Sluys in het Weekblad voor Ge
meentebelangen.
Het centrale gezag zorgde tot dusver voor
den militairen en economischen weerstand der
bevolking. De gemeentebesturen werden alleen
ingeschakeld in de luchtbescherming, als zünde
een afweer tegen oorlogsgruwelen, welke niet
bepaaldelyk tot Defensie behoort. Ik vraag
me af, of de gemeentebesturen niet ingescha
keld behooren te worden of zich zelf behooren
in te schakelen in den economischen weerstand.
De zaak is toch deze, dat zü wel het dichtst bij
de bevolking staan, wanneer bij oorlog de voed
selvoorziening in gevaar is. Zij zien den nood,
voelen dien aan en vangen vóór alle anderen
de daaruit voortvloeiende moeilijkheden op.
Een voorraadvorming met inschakeling van
de gemeentebesturen kan tot financieel betere
resultaten leiden, terwül in tijden van nood,
door b.v. een beperkte vervoergelegenheid, een
gedecentraliseerde voorraadvorming van groote
beteekenis kan zijn.
De gemeentebesturen hebben zich tot dusver
voor dit vraagstuk niet bijzonder geïnteresseerd.
Wellicht een gevolg hiervan, dat de Regeering
hiervoor zorg droeg, misschien ook, omdat de
noodzakelükheid daarvan tot voor kort niet in
die mate werd aangevoeld als thans het geval
is. Ik geloof, dat het nu meer dan tüd is, dat
de gemeentebesturen zich hierover eens ernstig
gaan beraden. Deze aangelegenheid mag, naar
ik meen, de Vereeniging van Nederlandsche Ge
meenten niet ontgaan. Zou het bestuur der
vereeniging er niet toe kunnen besluiten op
korten termijn een veelzijdig samengestelde
commissie te benoemen, om dit vraagstuk met
den meesten spoed in studie te nemen? De
Regeering moge zich tegenover alle ingezetenen
van haar plicht bewust zijn, de gemeentebestu
ren hebben te denken aan de belangen van de
plaatselüke burgerij. Door de veranderde wijze
van oorlogvoering, ik zou zeggen door de meer
intensieve vernietiging, zullen de toestanden
in komende oorlogen niet meer te vergeleken
zyn met die, welke achter ons liggen. Wie kan
in oorlogstüd waarborgen, dat het vervoer van
levensmiddelen, indien al aanwezig, ongestoord
Ik zal je nu eens de ware reden vertellen,
Joyce, waarom het op een gegeven oogen
blik tusschen Han en mij spaak liep," begon
Frosine. „Je bent m'n boezemvriendin en ik zou
niet weten aan wie ik dat eerder zou vertellen
dan aan jou. De eigenlijke oorzaak onzer ver-
wüdering waren Han's gekregen costuums. Je
kijkt me ongeloovig aan, maar helaas, het is
zoo en voor mü was 't om te huilen.
Enfin, je kent oom Alfons, niet? Hü is de
best gekleede man in de heele stad, de beste
klant van de beste en duurste kleermakers
firma. Oom Alfons nu, droeg elk costuum slechts
een paar maal en gaf het dan, zoo goed als
nieuw, aan Han, wien het als aan 't lüf gegoten
zat. Dat was zoo een gril van oom. Dikwijls
dacht ik, dat het veel beter zou wezen, Han op
een andere manier te helpen, sinds hü z'n
goede betrekking verloren had. Maar daar had
oom Alfons geen ooren naar. In zake contant
geld, redeneerde hü, moeten jongelui zich zelf
behelpen.
Nu zal je wel denken, Joyce, dat die gegeven
costuums een waardevol geschenk waren, in elk
geval beter dan niets. En dat is ook zoo. Ze
gaven niet alleen veel besparing, maar ze wa
ren ook, als Han ze droeg, prachtig om te zien
en Han was dit ook. Pakken van prima stof, bij
den duursten kleermaker gemaakt. Het eerste
costuum van oom Alfons droeg Han alleen op
Zondag of bü speciale gelegenheden. Hü trok
het ook aan, als ik m'n beste japon droeg. Op
zulke dagen voelden we ons niet slechts een
zeer goed gekleed, maar ook een paar dat op
viel. We merkten dit aan de voorbügangers, aan
de extra-beleefdheden van de kellners, als we
eigens gingen dineeren en aan tal van andere
dingen meer.
Echter, het eerste costuum, dat Han gekre
gen had, kwam hem duur te staan. Men vindt
overal goed gekleede vrouwen, maar een inder
daad goed gekleede man is veel zeldzamer. Ons
uitgaan op Zondag richtte zich heelemaal naar
Han's costuum. Ons programma werd er door
bepaald, omdat het een büzondere omgeving
vergde. Wanneer we ons anders vergenoegd zou
den hebben fnet restaurant „Buskers", moesten
we dan wegens Hans elegant pak in restaurant
„Royal" gaan. Terwijl we eerst op de meeste
Zondagen met de familie Gaaskamp hadden af
gesproken, waarmee we uitstekend konden op
schieten, voelden we ons thans meer aangetrok
ken tot de deftige familie Hanepoel, ofschoon
kan doorgaan? Wie kan thans waarborgen, dat
ze nooit en te nimmer tijdens het vervoer zul
len worden vernietigd?
Er zijn dunkt me alle redenen aanwezig om te
bevorderen, dat de gemeentebesturen maatrege
len nemen ten einde te voorkomen, dat de
bevolking in oorlogstüd gebrek aan voedsel
heeft.
ÉvW(OiSl.M'<l**-.
s
Toen de voetstukken waren geplaatst, gingen de twee avon
turiers er op staan. Keesie in de houding van een agent, die het
verkeer tegen houdt, terwijl het matroosje deed alsof hü op den
uitkük stond en naar land speurt. Maar ze waren niet tevreden,
want ze staken te veel bij de andere beelden af.
De boschgod wist er weldra raad op. Uit de schuur van den
tuinman haalde hü, stiekum, een pot met kalk en waterkwasten.
Het Was in den nacht en het maantje keek zoo oohjk alsof het
zeggen wilde: „Dat lapt hij hem."
Verkoopingen zün altüd omgeven door een
zeker waas van geheimzinnigheid, vooral voor
de particuliere koopers, die hopen op die wüze
iets büzonder waardevols te koopen voor wei
nig geld.
Er zullen echter maar weinige menschen zijn,
die zoo'n geluk hadden als een zekere Miss
Mabel Bowes uit Toronto in Canada. Uit pure
nieuwsgierigheid woonde Miss Bowes een ver-
kooping bü van een spoorwegmaatschappij,
waarbü alle in de treinen gevonden voorwerpen
verkocht werden. Volgens een voor ons onge
woon gebruik werden alle pakjes ongeopend
verkocht.
Ook Miss Bowes kreeg lust om iets te koopen.
Ze bood mee en kocht twee pakjes. Thuis maakte
zij ze nieuwsgierig open. In het grootste pak
zat een paar schoenen. Toen ze deze onder
zocht vond ze in de schoenenbankbiljetten
ter waarde van 5000 dollar. Het andere pakje
bevatte een portefeuille met 2000 dollar. Miss
Bowes echter had voor deze beide pakjes slechts
2 dollars betaald.
er eigenlijk nooit een hartelijke relatie tusschen
ons had bestaan. Waren we vroeger met de
tram naar de Gaaskampers gereden, bü de
Hanepoels konden we moeilük anders dan met
een taxi voorkomen.
Langzamerhand maakte Han's keurige, onbe-
rispelüke verschüning op oom Alfons zoo'n in
druk, dat z'n liefhebberü van costuums weg
geven letterlük een manie bü hem werd. De
eene bestelling bü z'n kleermaker volgde op de
andere en Hans werd overstelpt met nauwelijks
gedragen colbert-, jacquet- en sport-costuums
en smokings. Ik overdrijf niet, Joyce, als ik je
zeg, dat hü gekleed ging als een vorst. Dit had
echter tengevolge, dat de harmonie tusschen
ons verstoord werd. Ik was slechts in t bezit
van één avondtoilet en een donkerbruine mid
dagjurk, maar dat was dan ook alles.
Hoe zelfbewuster Han's optreden in z'n
pracht-costuums werd, hoe kleiner, belachelüker
en onbeholpener ik me naast hem voelde. Het
scheen, dat Han's füngevoeligheid hem in den
steek gelaten had. Als ik me tegenover hem
over ons zoo geheel verschillend uiterlijk be
klaagde, lachte hü me uit, sprak over gekrenkte
Üdelheid en verbeelding en zei, dat hü met een
gratis costuum van een eerste-klas kleermaker
toch voordeeliger uit was, dan met het goed
koopste pak uit een confectie-winkel. Jammer
genoeg kon ik daar weinig tegen in brengen. Hü
zag echter niet in, dat hü hoé langer hQe meer
afhankelük was van z'n kleeren, dat z'n kleeren
hem de baas werden.
De vriendschap met de familie Hanepoel werd
steeds inniger. Mevrouw Hanepoel vertelde aan
iedereen, die 't hooren wilde, dat Han een man
was, die overal gezien mocht worden en Han
was door dit compliment zeer gevleid. Ik voor
mij vond niets aan Barbara Hanepoel, evenmin
als aan d'r man, die ook al even veel op uiter
lijkheden gesteld was als z'n vrouw. Han werd
een graag geziene gast bij de Hanepoels. Er
werd met hem getelefoneerd, afspraken ge
maakt; we werden uitgenoodigd op de thee,
voor dans- en bridge-partijen. Maar met dit al
zag ik duidelük
genoeg dat Bar- i
bare Hanepoel
het belachelük
vond, als ik drie
maal achtereen
in diezelfde ja- i
pon verscheen en
ze mü er om minachtte.
„Och, 't is niets dan verbeelding van je, kind
lief," zei Han, toen ik hem op een avond mee
deelde, dat ik het vaste besluit genomen had,
voortaan thuis te blijven.
„Neen, Han," zei ik, ,,'t is zoo en niet anders.
Die costuums van oom Alfons hebben ons tot
een ongelük paar gemaakt. En 't spüt me, dat
ik 't je zeggen moet, maar ook innerlijk ben je
veranderd. Vroeger zou je je verveeld hebben in
't gezelschap van die Hanepoels. Wat is die
Barbara Hanepoel eigenlijk? Een ei zonder
dooier, een noot zonder pit. Ik begrüp niet, Han,
dat je de dwaze vleierüen van die vrouw voor
echte munt accepteert. Trek eens een oud
costuum aan en ga daar eens mee naar die
familie; dan ben ik werkelijk benieuwd naar
den uitslag. Hoe kan je toch zoo kortzichtig, hoe
kan je toch zoo bespottelük ijdel zün, Han?"
Zoo sprak ik, lieve Joyce en 't scheen of mün
met nadruk gesproken woorden indruk op hem
gemaakt hadden. Misschien, dacht ik, zal hü nu
eens verstandig worden. Vergeet ook niet, dat
Han met z'n elegante costuums veel meer bü-
komende kosten had; nieuwe schoenen, een keu
rige hoed. dure, moderne handschoenen en
zoo meer zoo kocht hij bijv. een nieuw er);.
heel duur raket, omdat mevrouw Hanepoel hem.
uitgenoodigd had om te tennissen.
Nu denk je misschien al te kunnen conclu-
deeren Joyce, tot het slot van deze lamentabele
geschiedenis. Maar dan heb je het gelukkig mis.
Reeds had ik onze verloving verbroken, toen
opeensoom Alfons ten tooneele verscheen,
maar heel anders dan we gedacht hadden. Han
had het laatste costuum, dat hü hem gestuurd
had, geretourneerd, met een brief er bü, waarin
hü hem de eigenhjke oorzaak van 't verbreken
onzen verloving meedeelde.
Oom Alfons had gezien, hoe ongelukkig Han
was, omdat hü mü verloren had en had be
sloten mü eens op te zoeken. Het einde van ons
onderhoud was, dat, als ik me weer met Han
verzoende, hü Han als deelgenoot in z'n zaak
zou opnemen, waardoor ons niets in den weg
stond, om dadelijk te trouwen.
We verzoenden ons nu direct met elkaar en
op den dag dat dit geschiedde, kwam een groote
spanen doos van oom Alfons, echter niet vol
heerencostuums, maar gevuld met drie prach
tige avondjaponnen voor „de lieve, aanstaande
vrouw van Han."
op dit blad zijn Ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen |*n mm a bfl levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door
ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen F DUia verlies van belde armen, belde beenen oC belde oogen M, W«" doodelijken afloop
AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
bü een ongeval met WJ nrf A bü vexOaa van aan ban&
i Ol/a- doodelijken afloop F Ad DU*" eel m M M
dat waar, Frida?" vroeg de landeigenaar
zijn dochter het bevestigde, beefde de
,,]ve' ruwe man zichtbaar.
n is mün dochter als medeplichtige dus
^huidig."
l «as scheen de heer Richter graaf Hughen
W jennen. Het was in de kleine ruimte ook
half-donker.
VÜ'Jdheer Hughen! U zult toch niet mün
%r£;r aanklagen terwille van uw knecht
ligt niet aan graaf Hughen," sprak de
pachter streng. „Hier beslist slechts de
n afih rcie en benadeelde münheer Warmsteen.
kQ,:ht r hü strafvervolging eischt, hangt uw
er er net zoo goed aan, want Michel zal
nlet vrüspreken."
vlg el> was JU het alleen?"
uje' mijnheer Richter. Heelemaal alleen."
i'ita onder getuigen bekend, dat je door
"lijf Richter bent opgestookt. Die bekentenis
kracht."
H boorden van den veldwachter misten
^werking niet.
„Z,ult u een eisch tot strafvervolging indie
nen, mijnheer Warmsteen?" vroeg de heer
Richter met trillende stem.
„Dat is moeilük direct te zeggen. Onder één
voorwaarde niet, münheer Richter."
„Noem mü die voorwaarde, mijnheer Warm
steen! Spaar mij toch voor zoo'n groote schande
over mün huis! Ik smeek het u, bespaar mij
dat!"
„Goed. Maar eerst wensch ik te weten, waar
om Michel die schuur in brand stak en mij
onder verdenking wilde brengen."
„Omdat ik u haatte, mijnheer Warmsteen.
U hebt mü geslagen," beet Michel hem toe.
Sigmar bleef kalm.
„Hoor eens, Michel, dat kan de reden niet
zijn. Had je geen haat tegen mü, omdat je voor
mij je betrekking moest afstaan? Ook daarom,
nietwaar? Maar dat was ook nog niet de wer
kelijke reden. Ik weet, dat je het niet kon velen,
dat ik in de nabüheid van Frida Richter was.
Klopt dat, of niet?"
„JaIk houd immers van Frida."
De heer Richter week ontsteld een stap
achteruit, doch beheerschte zich weer, toen
Sigmar von Wernstein verder sprak.
„En u, juffrouw Richter, weest u, als het u
belieft eerlük. Is het niet waar, dat u uw woede
op mü wilde koelen en daarom Michel tegen mü
ophitste? Toen ik op het landgoed kwam, be
stond er tusschen u beiden toch laten wü
maar zeggen zooiets als vertrouwelijkheid. U
meende echter, dat u Michel maar gewoonweg
opzij kon schuiven, toen ik u beter beviel,
nietwaar? Dat hebt u er nu van, arme Frida
Richter. Nu eisch ik schadevergoeding omdat ik
onschuldig in voorrarrest werd gehouden. En
het gevolg daarvanDe officier van justitie
krijgt de heele zaak in handen en die laat de
ware schuldigen niet loopen."
Frida greep haar vader bij den arm.
„Wacht even, münheer Richter, nu komt
mün voorwaarde, u zult een verstandige
vader en verstandige landeigenaar zijn, door
oogenblikkelük uw dochter toestemming te
geven tot haar verloving met Michel of....
Michel en uw dochter kunnen hier in mijn
plaats in de cel gaan zitten. Wat wenscht
u?"
De heer Richter stond daar nu totaal ver
slagen, doch Michel mompelde: „Zoo is het
goed. Wij waren het toch allang met elkaar
eens, voordat Warmsteen kwam."
Allen keken verwonderd, dat Sigmar een en
ander zoo juist had doorzien, doch Sigmar liet
nu nog een tweede voorwaarde hooren.
„Die is lichter, münheer Richter. U neemt
oogenblikkelük die vijfduizend mark schuld van
Disselhof aan en u verplicht zich, dien man
met rust te laten. Begrüpt u? Ik blüf nog eeni-
gen tüd hier. Neemt u werkelük een andere
houding aan, dan blijft mijn voorwaarde gelden,
doch wanneer ik merk, dat u weer in hatelijk
heden vervalt, dan dien ik onherroepelijk een
aanklacht in. Zoo, wanneer de veldwachter
nu geen bezwaar tegen deze overeenkomst heeft,
dan blüft de cel leeg."
„Laten wü gaan," zei graaf Hughen kort, om
in tegenwoordigheid van de Richters Sigmar
niet te vertrouwelük aan te spreken.
En zoo verliet het gezelschap het donkere
brandspuithuisje.
Michel straalde van vreugde, nu hij als toe
komstig schoonzoon naast den heer Richter
liep.
De zaak was voor allen nog goed afgeloo-
pen. De detective kon aan de vorstin von Cher
bourg nu werkelijk heel wat sensatie meedee-
len, en den veldwachter speet het niets, dat
hem het schrijven van een lang proces-verbaal
bespaard bleef.
De detective was vooruitgeloopen. Hij
wachtte bü de smederij, waar hij diep voor
Sigmar boog.
„Gaat u nu eindelijk heen en breng de
vorstin von Cherbourg alles haarfijn over,','
voegde Sigmar hem toe. „Ik blüf hier, dat kunt
u er nog bij vertellen. Kom echter voortaan
niet meer te dicht bü de smedery, beste vriend.
Wij hebben hier heel groote hamers. Vijf en
twintig pond zwaar. Rekent u van te voren
maar uit, hoeveel gram op iederen centimeter
van uw kostbaar hoofd zou kunnen neerkomen,
waarde spion."
„Sigmar, jü bent en blijft een dolle kerel,"
lachte graaf Hughen. „Dat huwelykt zelfs de
dochter van een landeigenaar uit."
„Heb je het zure gezicht van Richard goed
gezien, Hervard? Ik verzeker je, dat die van
avond weinig eetlust zal hebben. Hü moet nu
maar zien, hoe hü het met Michel als schoon
zoon klaarspeelt."
„Je hebt een dollen streek uitgehaald!"
„Het dolste komt nog! Vandaag neem je
Maria mee naar Berlün en het beste is, dat je
nog vanuit Harzburg graaf Margon dringend
opbelt, om alles in orde te maken. En nu
wil ik eindelük naar Maria toe."
De vrienden stonden nog bü den ingang van
de poort, toen Maria met stralend gezicht op
hen toekwam.
„Sigmar! Sigmar!"
„Kindje, kindje, o wat ben je opgewonden!
„Nee, heelemaal niet! Maar ik heb je weer
terug
Lang konden Sigmar en Maria zich niet aan
de vreugde van het weerzien overgeven, want
er moest nu vlug naar Harzburg worden gere
den, en ook daar ging alles tamelijk gehaast.
Met voor hem ongewone ernst, fluisterde
Sigmar Maria/ bij het laatste afscheid toe:
„Ik blijf bij je vader en moeder. Maak je daar
over dus niet bezorgd, lieveling. En wanneer
ik je kan komen bezoeken, kom ik natuurlijk."
„Mün man telefoneert reeds," kwam gravin
Hughen met een blij gezicht vertellen.
En werkelük was graaf Hughen reeds met
slot Wernstein aangesloten.
„Hier graaf Hughen. Geef mij, als het u be
lieft, graaf Margon. O, bent u het zelf! Prach
tig! Luister dan, waarde Margon. U vertelde
mij laatst toch, dat de majoraatsheer nooit
over zün gezelschapsdames tevreden was. Nu,
ik heb op het oogenblik de verplichting op mü
genomen om voor een dame een betrekking te
zoeken. Een buitengewoon meisje. Ja, ja,
luistert u nu even verder. Bent u nog altüd
zoo verknocht aan den jongen vorst, aan Sig
mar? Hij is hier bij mü en laat u hartelük
groeten. Wat dat met die dame te maken
heeft? Veel kan ik u niet zeggen, maar wel, dat
u ook Sigmar pleizier zou doen door die dame
aan te nemen. Doch denk er om, de majoraats
heer mag in geen geval iets merken. Wan
neer de dame in dienst kan treden? O, den
eersten al! Goed? Zü zal zich den eersten op uw
bureau komen aanmelden. Hartelük dank,
waarde Margon. Wat? O, ja, overmorgen
zien wij elkaar al. De groeten aan uw vrouw en
de kinderen, en nogmaals mijn dank!"
Heel voldaan belde graaf Hughen af.
„Kinderen, alles is glad in 'orde. Neemt af
scheid, dan rijden wü weg. Ober, mün reke
ning!"
Nog lang stond Sigmar von Wernstein aan
het kruispunt van den weg en wuifde den
steeds verder verdwünenden wagen na. Toen
ging hij te voet terug naar Altroda.
Het dorp lag reeds in avondschemer, waaruit
de lamp van Disselhoffs benzinepomp als een
witte bloem te voorschü'n kwam.
Sigmar trok krachtig aan de bel van de poort
en was niet weinig verbaasd, dat, inplaats vam
den leerling, baas Disselhof zelf opendeed.
,Ik had zoowaar al angst, dat Je niet terug
zoudt komen, Sigmar. Doch nu ben ik blij, ke
rel. Weet je, ik ga niet meer naar „Het Witte
Hert", nu vanavond niet en nooit meer! Jü ziet
dat niet graag, hè?"
„Maar. vader Disselhoff. gaat u toch gerust!
Ik blijf wel bü moeder de vrouw."
(Wordt vervolgd.)