Meer decentralisatie in voorraadvorming Wat September ons kan leeren ÜJ fi <Kdveï&aal vonden dag De avonturen van een verkeersagent je fV; AaBe DEKENS Alle abonné's verwacht U! E.N.I.T. - LEIDSCHESTRAAT 9 - AMSTERDAM HONIG's KEUKENSTPOO VidsUizonMsf gevorst VRIJDAG 18 NOVEMBER 1938 dÏeren EN ALLE REISBUREAUX ■onder God geen gezag. Vermogen in een schoen Het verhaal van Frosine I reist incognito FRITZ METZNER de spanningen eind September is thans Ij rust weer volkomen wedergekeerd en men ',plhaast het gevaar vergeten, waarin men 5jt eerci heeft. Een dergelijke rustperiode is en.ate nuttig om zich te bezinnen op de Hh die 111 de voorbÜe angstige dagen in- gemaakt werden en in een derge- R6"000 kan men tevens maatregelen be- fjcj. om deze fouten in de toekomst te on- ljjflVahgen. De rustige beschouwingen in de inschriften zijn daarom in dezen tijd van het zoojuist verschenen nummer van het ahdschrift Economie wijdt nu Prof. Dr. J. E. I Quay onder den titel: „Hamstert veel.... |,ar nu!" een beschouwing aan de wensche- ueid van voorraadvorming bü den consu lt. is verscheidene economische een zaak, waarover harde noten zijn (..-.aakt !?%isel pten zitten. ^Üne Excellentie Dr. H. Colijn drukte zich il aün September-radiorede duidelijk uit en ivrSde de hamsteraars aan, hen wijzend op raakt, n.l. over het hamsteren, een ver- ^-uusel waaraan Si' en tevens duidelijk doelend op het im- i^?recle hiervan. In de daarop volgende publi- lj zoowel van overheids- als van particu- We zijde, werd er in alle toonaarden op ge- dl cn, dat dit hamsteren zeer afkeurenswaar- ''as: het getuigde niet van vertrouwen in overheid, het werkte demoraliseerend, het H cHt geheel ten onrechte een paniekstemming y4/jer de bevolking, het deed de prijzen, vooral de meest gevraagde artikelen (waaronder ti/uwaardigerwijze thee en koffie een belang de Plaats innamen) stijgen, het stelde de Voters jn staat, om zich van een behoorlijken rraad zeker te stellen ten koste van de min- Jhogenden. °ch nog vrij velen hebben in die spannen- dagen zich van extra inkoopen weten te {Jrhouden of althans zich bij hun inkoopen hi^tigd tot het inslaan van een voor de voor enkele weken. Psychologisch ge- V| Was dit hamsteren, vooral van kleine hoe- k "aden, een zeer normaal verschijnsel, omdat tegenwoordige huishoudens bijna in het *'el geen voorraad meer wordt gehouden Ij Wanneer er dus maar een kleine druk komt qe staan op de voorraden in de winkelbedrijven, ijy^uishoudens practisch niet in staat zijn om t, van de gewone, dagelijksche hoeveelheden Lv°orzien. De suggestie door de Overheid op critiek moment gegeven, om toch vooral w'S te blijven kan gewaardeerd worden, kan ij,, s noodzakelijk zijn; misschien is zelfs de (w6rPe toon in de critiek hier en daar geweest Ad grootere lawine van inkoopen, welke in- t Uaad ernstige gevolgen zouden kunnen heb- V te voorkomen. Maar dit alles neemt niet dat bij de nabeschouwing, welke een be- (^ueering van de reëele feiten eischt, aller- st nnriov het oog moet worden gezien, de over dit niet V" onder Waire vraag of Nederland inderdaad Ebbende voor t. geval, dan zou men voor de toekomst maat reen dienen te overwegen. 'l de voorraadvorming heeft de laatste jaren W belangrijke verandering plaats gehad. Het puurde eertijds tot de typische taak van den ^del om de verschillen tusschen productie lij consumptie, vooral die van plaatselijken en jClijken aard, te overbruggen. Inmiddels hebben zich belangrijke wijzigingen deze voorraadvorming voorgedaan en tot k "dangrükste oorzaak hiervan kan men aan- de enorme verbetering in het verkeers- ^n, waardoor het snel en regelmatig aan- trekken, ook van kleine hoeveelheden, tegen geringe kosten mogelijk is geworden; en ver der de perfecte outillage en vaak de overcapa citeit bij de voortbrenging, waardoor belangrijke hoeveelheden a la minute den besteller kunnen worden geleverd. De consument koopt op het allerlaatste oogenblik bij den winkelier, deze houdt zijn voorraad zoo gering mogelijk en bestelt even eens op het laatste oogenblik bij den grossier en zoo gaat het verder naar de industrie, naar den producent van halffabrikaten, enz. enz. De verschuiving heeft natuurlijk invloed op de voedselvoorziening in oorlogstijd. Zoo zou er, volgens den heer Pabius, directeur der N.V. Blaauwhoedenveem-Vriesseveem, behalve zeer enkele artikelen al heel spoedig gebrek aan letterlijk alles zijn gekomen. In 1914 waren de voorraden aanzienlijk groo- ter dan thans en de bevolking van Nederland telde eenige millioenen menschen minder om te voeden, te kleeden en te verwarmen." Afgezien van de enkele maatregelen, die voor de voorziening door de Regeering zijn genomen ten gevolge waarvan hier en daar iets grootere voorraden aanwezig waren ik denk b.v. aan de groote graanvoorraden in eigen land ten gevolge van de landbouw-crisispolitiek kom ik eveneens tot de conclusie, dat de voorraden geringer moeten zijn geweest dan in 1914, ter wijl het zeer de vraag is of wij van buitenaf veel hadden kunnen aanvoeren, gezien de erva ringen, die op het gebied van materieel- en voedselvoorziening de andere landen in 1914 1918 hebben opgedaan. De heer Pabius doet echter ook een oplossing aan de hand door voorraadvorming bij den consument zoover eenigszins mogelijk in ver band met het inkomen, aan te bevelen en hij wijst erop, dat daarvoor een volksopvoeding noodig is, door het geven van een juiste voor lichting, zooals dit b.v. ook ten aanzien van de luchtbescherming geschiedt. Indien n.l. in alle huishoudens voor een belangrijke groep van levensmiddelen en kleeding een ijzeren voorraad werd aangehouden voor b.v. 6 maan den, dan zou in dagen van spanning de nei ging tot hamsteren niet zijn ontstaan en dan zou tevens, wat belangrijker is, een veel groo tere voorraad in het geheele land aanwezig zijn geweest. Financieel gezien beteekent dit, dat in tijden van rust de particulier een klein verlies aan vaardt in den vorm van de rente van het in den voorraad geïnvesteerde kapitaal. Indien dit echter over de verschillende huishoudens wordt verdeeld zal de druk voor elk afzonderlijk natuurlijk zeer gering zijn. In deze zou Prof. de Quay nog een stap ver der willen gaan en de noodzakelijkheid van de voorraadvorming ook bij den handel en resp. bij de verwerkende industrie willen bepleiten, allereerst natuurlijk uit het oogpunt van voor zieningen in tijden van oorlog of oorlogsgevaar, doch tevens omdat door de verschuiving van de voorraadvorming naar boven ,,de risico's" en dus de dekkingskosten van den handel wel geringer worden, maar deels worden afgewen teld op andere instanties en deels zelfs hoogere uitgaven elders ten gevolge hebben. De les uit de ervaringen van de laatste Sep- tember-maand kan dan ook zijn, dat overwogen ITALIË Genotvolle dagen zuli U doorbrengen in de onvergetelijke plaatsen van hei zonnige eiland SICILIër PALERMO, TAORMINA, SIRACUSE, CATANIA, in NAPELS of de andere plaatsen van zijn befaamde GOLF r CAPRI, AMALFI, SORRENTO, POSILLIPO, ie VENETIë en in talrijke andere steden, rijk aan kunstschatten en historische herinnerin gen. OVERAL ZULT U HARTELIJK EN GASTVRIJ WORDEN ONTVANGEN. Belangrijke faciliieitenr CHEQUES CREDIETBRIEVEN in TOERISTEN LIRES HOTEL- BENZINEBONS REDUCTIES OP DE SPOORWEGEN (5070«/o) Inlichtingen bij moet worden op welke wijze het particulier huishouden en het bedrijfshuishouden, gericht op het algemeen belang, voorbereidingen kun nen treffen ter bescherming in tijden van ge vaar. Naast deze zeer stringente decentralisatie, n.l. by den consument, wordt een andere min der vergaande decentralisatie voorgesteld door C. P. van der Sluys in het Weekblad voor Ge meentebelangen. Het centrale gezag zorgde tot dusver voor den militairen en economischen weerstand der bevolking. De gemeentebesturen werden alleen ingeschakeld in de luchtbescherming, als zünde een afweer tegen oorlogsgruwelen, welke niet bepaaldelyk tot Defensie behoort. Ik vraag me af, of de gemeentebesturen niet ingescha keld behooren te worden of zich zelf behooren in te schakelen in den economischen weerstand. De zaak is toch deze, dat zü wel het dichtst bij de bevolking staan, wanneer bij oorlog de voed selvoorziening in gevaar is. Zij zien den nood, voelen dien aan en vangen vóór alle anderen de daaruit voortvloeiende moeilijkheden op. Een voorraadvorming met inschakeling van de gemeentebesturen kan tot financieel betere resultaten leiden, terwül in tijden van nood, door b.v. een beperkte vervoergelegenheid, een gedecentraliseerde voorraadvorming van groote beteekenis kan zijn. De gemeentebesturen hebben zich tot dusver voor dit vraagstuk niet bijzonder geïnteresseerd. Wellicht een gevolg hiervan, dat de Regeering hiervoor zorg droeg, misschien ook, omdat de noodzakelükheid daarvan tot voor kort niet in die mate werd aangevoeld als thans het geval is. Ik geloof, dat het nu meer dan tüd is, dat de gemeentebesturen zich hierover eens ernstig gaan beraden. Deze aangelegenheid mag, naar ik meen, de Vereeniging van Nederlandsche Ge meenten niet ontgaan. Zou het bestuur der vereeniging er niet toe kunnen besluiten op korten termijn een veelzijdig samengestelde commissie te benoemen, om dit vraagstuk met den meesten spoed in studie te nemen? De Regeering moge zich tegenover alle ingezetenen van haar plicht bewust zijn, de gemeentebestu ren hebben te denken aan de belangen van de plaatselüke burgerij. Door de veranderde wijze van oorlogvoering, ik zou zeggen door de meer intensieve vernietiging, zullen de toestanden in komende oorlogen niet meer te vergeleken zyn met die, welke achter ons liggen. Wie kan in oorlogstüd waarborgen, dat het vervoer van levensmiddelen, indien al aanwezig, ongestoord Ik zal je nu eens de ware reden vertellen, Joyce, waarom het op een gegeven oogen blik tusschen Han en mij spaak liep," begon Frosine. „Je bent m'n boezemvriendin en ik zou niet weten aan wie ik dat eerder zou vertellen dan aan jou. De eigenlijke oorzaak onzer ver- wüdering waren Han's gekregen costuums. Je kijkt me ongeloovig aan, maar helaas, het is zoo en voor mü was 't om te huilen. Enfin, je kent oom Alfons, niet? Hü is de best gekleede man in de heele stad, de beste klant van de beste en duurste kleermakers firma. Oom Alfons nu, droeg elk costuum slechts een paar maal en gaf het dan, zoo goed als nieuw, aan Han, wien het als aan 't lüf gegoten zat. Dat was zoo een gril van oom. Dikwijls dacht ik, dat het veel beter zou wezen, Han op een andere manier te helpen, sinds hü z'n goede betrekking verloren had. Maar daar had oom Alfons geen ooren naar. In zake contant geld, redeneerde hü, moeten jongelui zich zelf behelpen. Nu zal je wel denken, Joyce, dat die gegeven costuums een waardevol geschenk waren, in elk geval beter dan niets. En dat is ook zoo. Ze gaven niet alleen veel besparing, maar ze wa ren ook, als Han ze droeg, prachtig om te zien en Han was dit ook. Pakken van prima stof, bij den duursten kleermaker gemaakt. Het eerste costuum van oom Alfons droeg Han alleen op Zondag of bü speciale gelegenheden. Hü trok het ook aan, als ik m'n beste japon droeg. Op zulke dagen voelden we ons niet slechts een zeer goed gekleed, maar ook een paar dat op viel. We merkten dit aan de voorbügangers, aan de extra-beleefdheden van de kellners, als we eigens gingen dineeren en aan tal van andere dingen meer. Echter, het eerste costuum, dat Han gekre gen had, kwam hem duur te staan. Men vindt overal goed gekleede vrouwen, maar een inder daad goed gekleede man is veel zeldzamer. Ons uitgaan op Zondag richtte zich heelemaal naar Han's costuum. Ons programma werd er door bepaald, omdat het een büzondere omgeving vergde. Wanneer we ons anders vergenoegd zou den hebben fnet restaurant „Buskers", moesten we dan wegens Hans elegant pak in restaurant „Royal" gaan. Terwijl we eerst op de meeste Zondagen met de familie Gaaskamp hadden af gesproken, waarmee we uitstekend konden op schieten, voelden we ons thans meer aangetrok ken tot de deftige familie Hanepoel, ofschoon kan doorgaan? Wie kan thans waarborgen, dat ze nooit en te nimmer tijdens het vervoer zul len worden vernietigd? Er zijn dunkt me alle redenen aanwezig om te bevorderen, dat de gemeentebesturen maatrege len nemen ten einde te voorkomen, dat de bevolking in oorlogstüd gebrek aan voedsel heeft. ÉvW(OiSl.M'<l**-. s Toen de voetstukken waren geplaatst, gingen de twee avon turiers er op staan. Keesie in de houding van een agent, die het verkeer tegen houdt, terwijl het matroosje deed alsof hü op den uitkük stond en naar land speurt. Maar ze waren niet tevreden, want ze staken te veel bij de andere beelden af. De boschgod wist er weldra raad op. Uit de schuur van den tuinman haalde hü, stiekum, een pot met kalk en waterkwasten. Het Was in den nacht en het maantje keek zoo oohjk alsof het zeggen wilde: „Dat lapt hij hem." Verkoopingen zün altüd omgeven door een zeker waas van geheimzinnigheid, vooral voor de particuliere koopers, die hopen op die wüze iets büzonder waardevols te koopen voor wei nig geld. Er zullen echter maar weinige menschen zijn, die zoo'n geluk hadden als een zekere Miss Mabel Bowes uit Toronto in Canada. Uit pure nieuwsgierigheid woonde Miss Bowes een ver- kooping bü van een spoorwegmaatschappij, waarbü alle in de treinen gevonden voorwerpen verkocht werden. Volgens een voor ons onge woon gebruik werden alle pakjes ongeopend verkocht. Ook Miss Bowes kreeg lust om iets te koopen. Ze bood mee en kocht twee pakjes. Thuis maakte zij ze nieuwsgierig open. In het grootste pak zat een paar schoenen. Toen ze deze onder zocht vond ze in de schoenenbankbiljetten ter waarde van 5000 dollar. Het andere pakje bevatte een portefeuille met 2000 dollar. Miss Bowes echter had voor deze beide pakjes slechts 2 dollars betaald. er eigenlijk nooit een hartelijke relatie tusschen ons had bestaan. Waren we vroeger met de tram naar de Gaaskampers gereden, bü de Hanepoels konden we moeilük anders dan met een taxi voorkomen. Langzamerhand maakte Han's keurige, onbe- rispelüke verschüning op oom Alfons zoo'n in druk, dat z'n liefhebberü van costuums weg geven letterlük een manie bü hem werd. De eene bestelling bü z'n kleermaker volgde op de andere en Hans werd overstelpt met nauwelijks gedragen colbert-, jacquet- en sport-costuums en smokings. Ik overdrijf niet, Joyce, als ik je zeg, dat hü gekleed ging als een vorst. Dit had echter tengevolge, dat de harmonie tusschen ons verstoord werd. Ik was slechts in t bezit van één avondtoilet en een donkerbruine mid dagjurk, maar dat was dan ook alles. Hoe zelfbewuster Han's optreden in z'n pracht-costuums werd, hoe kleiner, belachelüker en onbeholpener ik me naast hem voelde. Het scheen, dat Han's füngevoeligheid hem in den steek gelaten had. Als ik me tegenover hem over ons zoo geheel verschillend uiterlijk be klaagde, lachte hü me uit, sprak over gekrenkte Üdelheid en verbeelding en zei, dat hü met een gratis costuum van een eerste-klas kleermaker toch voordeeliger uit was, dan met het goed koopste pak uit een confectie-winkel. Jammer genoeg kon ik daar weinig tegen in brengen. Hü zag echter niet in, dat hü hoé langer hQe meer afhankelük was van z'n kleeren, dat z'n kleeren hem de baas werden. De vriendschap met de familie Hanepoel werd steeds inniger. Mevrouw Hanepoel vertelde aan iedereen, die 't hooren wilde, dat Han een man was, die overal gezien mocht worden en Han was door dit compliment zeer gevleid. Ik voor mij vond niets aan Barbara Hanepoel, evenmin als aan d'r man, die ook al even veel op uiter lijkheden gesteld was als z'n vrouw. Han werd een graag geziene gast bij de Hanepoels. Er werd met hem getelefoneerd, afspraken ge maakt; we werden uitgenoodigd op de thee, voor dans- en bridge-partijen. Maar met dit al zag ik duidelük genoeg dat Bar- i bare Hanepoel het belachelük vond, als ik drie maal achtereen in diezelfde ja- i pon verscheen en ze mü er om minachtte. „Och, 't is niets dan verbeelding van je, kind lief," zei Han, toen ik hem op een avond mee deelde, dat ik het vaste besluit genomen had, voortaan thuis te blijven. „Neen, Han," zei ik, ,,'t is zoo en niet anders. Die costuums van oom Alfons hebben ons tot een ongelük paar gemaakt. En 't spüt me, dat ik 't je zeggen moet, maar ook innerlijk ben je veranderd. Vroeger zou je je verveeld hebben in 't gezelschap van die Hanepoels. Wat is die Barbara Hanepoel eigenlijk? Een ei zonder dooier, een noot zonder pit. Ik begrüp niet, Han, dat je de dwaze vleierüen van die vrouw voor echte munt accepteert. Trek eens een oud costuum aan en ga daar eens mee naar die familie; dan ben ik werkelijk benieuwd naar den uitslag. Hoe kan je toch zoo kortzichtig, hoe kan je toch zoo bespottelük ijdel zün, Han?" Zoo sprak ik, lieve Joyce en 't scheen of mün met nadruk gesproken woorden indruk op hem gemaakt hadden. Misschien, dacht ik, zal hü nu eens verstandig worden. Vergeet ook niet, dat Han met z'n elegante costuums veel meer bü- komende kosten had; nieuwe schoenen, een keu rige hoed. dure, moderne handschoenen en zoo meer zoo kocht hij bijv. een nieuw er);. heel duur raket, omdat mevrouw Hanepoel hem. uitgenoodigd had om te tennissen. Nu denk je misschien al te kunnen conclu- deeren Joyce, tot het slot van deze lamentabele geschiedenis. Maar dan heb je het gelukkig mis. Reeds had ik onze verloving verbroken, toen opeensoom Alfons ten tooneele verscheen, maar heel anders dan we gedacht hadden. Han had het laatste costuum, dat hü hem gestuurd had, geretourneerd, met een brief er bü, waarin hü hem de eigenhjke oorzaak van 't verbreken onzen verloving meedeelde. Oom Alfons had gezien, hoe ongelukkig Han was, omdat hü mü verloren had en had be sloten mü eens op te zoeken. Het einde van ons onderhoud was, dat, als ik me weer met Han verzoende, hü Han als deelgenoot in z'n zaak zou opnemen, waardoor ons niets in den weg stond, om dadelijk te trouwen. We verzoenden ons nu direct met elkaar en op den dag dat dit geschiedde, kwam een groote spanen doos van oom Alfons, echter niet vol heerencostuums, maar gevuld met drie prach tige avondjaponnen voor „de lieve, aanstaande vrouw van Han." op dit blad zijn Ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen |*n mm a bfl levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen F DUia verlies van belde armen, belde beenen oC belde oogen M, W«" doodelijken afloop AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL bü een ongeval met WJ nrf A bü vexOaa van aan ban& i Ol/a- doodelijken afloop F Ad DU*" eel m M M dat waar, Frida?" vroeg de landeigenaar zijn dochter het bevestigde, beefde de ,,]ve' ruwe man zichtbaar. n is mün dochter als medeplichtige dus ^huidig." l «as scheen de heer Richter graaf Hughen W jennen. Het was in de kleine ruimte ook half-donker. VÜ'Jdheer Hughen! U zult toch niet mün %r£;r aanklagen terwille van uw knecht ligt niet aan graaf Hughen," sprak de pachter streng. „Hier beslist slechts de n afih rcie en benadeelde münheer Warmsteen. kQ,:ht r hü strafvervolging eischt, hangt uw er er net zoo goed aan, want Michel zal nlet vrüspreken." vlg el> was JU het alleen?" uje' mijnheer Richter. Heelemaal alleen." i'ita onder getuigen bekend, dat je door "lijf Richter bent opgestookt. Die bekentenis kracht." H boorden van den veldwachter misten ^werking niet. „Z,ult u een eisch tot strafvervolging indie nen, mijnheer Warmsteen?" vroeg de heer Richter met trillende stem. „Dat is moeilük direct te zeggen. Onder één voorwaarde niet, münheer Richter." „Noem mü die voorwaarde, mijnheer Warm steen! Spaar mij toch voor zoo'n groote schande over mün huis! Ik smeek het u, bespaar mij dat!" „Goed. Maar eerst wensch ik te weten, waar om Michel die schuur in brand stak en mij onder verdenking wilde brengen." „Omdat ik u haatte, mijnheer Warmsteen. U hebt mü geslagen," beet Michel hem toe. Sigmar bleef kalm. „Hoor eens, Michel, dat kan de reden niet zijn. Had je geen haat tegen mü, omdat je voor mij je betrekking moest afstaan? Ook daarom, nietwaar? Maar dat was ook nog niet de wer kelijke reden. Ik weet, dat je het niet kon velen, dat ik in de nabüheid van Frida Richter was. Klopt dat, of niet?" „JaIk houd immers van Frida." De heer Richter week ontsteld een stap achteruit, doch beheerschte zich weer, toen Sigmar von Wernstein verder sprak. „En u, juffrouw Richter, weest u, als het u belieft eerlük. Is het niet waar, dat u uw woede op mü wilde koelen en daarom Michel tegen mü ophitste? Toen ik op het landgoed kwam, be stond er tusschen u beiden toch laten wü maar zeggen zooiets als vertrouwelijkheid. U meende echter, dat u Michel maar gewoonweg opzij kon schuiven, toen ik u beter beviel, nietwaar? Dat hebt u er nu van, arme Frida Richter. Nu eisch ik schadevergoeding omdat ik onschuldig in voorrarrest werd gehouden. En het gevolg daarvanDe officier van justitie krijgt de heele zaak in handen en die laat de ware schuldigen niet loopen." Frida greep haar vader bij den arm. „Wacht even, münheer Richter, nu komt mün voorwaarde, u zult een verstandige vader en verstandige landeigenaar zijn, door oogenblikkelük uw dochter toestemming te geven tot haar verloving met Michel of.... Michel en uw dochter kunnen hier in mijn plaats in de cel gaan zitten. Wat wenscht u?" De heer Richter stond daar nu totaal ver slagen, doch Michel mompelde: „Zoo is het goed. Wij waren het toch allang met elkaar eens, voordat Warmsteen kwam." Allen keken verwonderd, dat Sigmar een en ander zoo juist had doorzien, doch Sigmar liet nu nog een tweede voorwaarde hooren. „Die is lichter, münheer Richter. U neemt oogenblikkelük die vijfduizend mark schuld van Disselhof aan en u verplicht zich, dien man met rust te laten. Begrüpt u? Ik blüf nog eeni- gen tüd hier. Neemt u werkelük een andere houding aan, dan blijft mijn voorwaarde gelden, doch wanneer ik merk, dat u weer in hatelijk heden vervalt, dan dien ik onherroepelijk een aanklacht in. Zoo, wanneer de veldwachter nu geen bezwaar tegen deze overeenkomst heeft, dan blüft de cel leeg." „Laten wü gaan," zei graaf Hughen kort, om in tegenwoordigheid van de Richters Sigmar niet te vertrouwelük aan te spreken. En zoo verliet het gezelschap het donkere brandspuithuisje. Michel straalde van vreugde, nu hij als toe komstig schoonzoon naast den heer Richter liep. De zaak was voor allen nog goed afgeloo- pen. De detective kon aan de vorstin von Cher bourg nu werkelijk heel wat sensatie meedee- len, en den veldwachter speet het niets, dat hem het schrijven van een lang proces-verbaal bespaard bleef. De detective was vooruitgeloopen. Hij wachtte bü de smederij, waar hij diep voor Sigmar boog. „Gaat u nu eindelijk heen en breng de vorstin von Cherbourg alles haarfijn over,',' voegde Sigmar hem toe. „Ik blüf hier, dat kunt u er nog bij vertellen. Kom echter voortaan niet meer te dicht bü de smedery, beste vriend. Wij hebben hier heel groote hamers. Vijf en twintig pond zwaar. Rekent u van te voren maar uit, hoeveel gram op iederen centimeter van uw kostbaar hoofd zou kunnen neerkomen, waarde spion." „Sigmar, jü bent en blijft een dolle kerel," lachte graaf Hughen. „Dat huwelykt zelfs de dochter van een landeigenaar uit." „Heb je het zure gezicht van Richard goed gezien, Hervard? Ik verzeker je, dat die van avond weinig eetlust zal hebben. Hü moet nu maar zien, hoe hü het met Michel als schoon zoon klaarspeelt." „Je hebt een dollen streek uitgehaald!" „Het dolste komt nog! Vandaag neem je Maria mee naar Berlün en het beste is, dat je nog vanuit Harzburg graaf Margon dringend opbelt, om alles in orde te maken. En nu wil ik eindelük naar Maria toe." De vrienden stonden nog bü den ingang van de poort, toen Maria met stralend gezicht op hen toekwam. „Sigmar! Sigmar!" „Kindje, kindje, o wat ben je opgewonden! „Nee, heelemaal niet! Maar ik heb je weer terug Lang konden Sigmar en Maria zich niet aan de vreugde van het weerzien overgeven, want er moest nu vlug naar Harzburg worden gere den, en ook daar ging alles tamelijk gehaast. Met voor hem ongewone ernst, fluisterde Sigmar Maria/ bij het laatste afscheid toe: „Ik blijf bij je vader en moeder. Maak je daar over dus niet bezorgd, lieveling. En wanneer ik je kan komen bezoeken, kom ik natuurlijk." „Mün man telefoneert reeds," kwam gravin Hughen met een blij gezicht vertellen. En werkelük was graaf Hughen reeds met slot Wernstein aangesloten. „Hier graaf Hughen. Geef mij, als het u be lieft, graaf Margon. O, bent u het zelf! Prach tig! Luister dan, waarde Margon. U vertelde mij laatst toch, dat de majoraatsheer nooit over zün gezelschapsdames tevreden was. Nu, ik heb op het oogenblik de verplichting op mü genomen om voor een dame een betrekking te zoeken. Een buitengewoon meisje. Ja, ja, luistert u nu even verder. Bent u nog altüd zoo verknocht aan den jongen vorst, aan Sig mar? Hij is hier bij mü en laat u hartelük groeten. Wat dat met die dame te maken heeft? Veel kan ik u niet zeggen, maar wel, dat u ook Sigmar pleizier zou doen door die dame aan te nemen. Doch denk er om, de majoraats heer mag in geen geval iets merken. Wan neer de dame in dienst kan treden? O, den eersten al! Goed? Zü zal zich den eersten op uw bureau komen aanmelden. Hartelük dank, waarde Margon. Wat? O, ja, overmorgen zien wij elkaar al. De groeten aan uw vrouw en de kinderen, en nogmaals mijn dank!" Heel voldaan belde graaf Hughen af. „Kinderen, alles is glad in 'orde. Neemt af scheid, dan rijden wü weg. Ober, mün reke ning!" Nog lang stond Sigmar von Wernstein aan het kruispunt van den weg en wuifde den steeds verder verdwünenden wagen na. Toen ging hij te voet terug naar Altroda. Het dorp lag reeds in avondschemer, waaruit de lamp van Disselhoffs benzinepomp als een witte bloem te voorschü'n kwam. Sigmar trok krachtig aan de bel van de poort en was niet weinig verbaasd, dat, inplaats vam den leerling, baas Disselhof zelf opendeed. ,Ik had zoowaar al angst, dat Je niet terug zoudt komen, Sigmar. Doch nu ben ik blij, ke rel. Weet je, ik ga niet meer naar „Het Witte Hert", nu vanavond niet en nooit meer! Jü ziet dat niet graag, hè?" „Maar. vader Disselhoff. gaat u toch gerust! Ik blijf wel bü moeder de vrouw." (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 13