Het verzet tegen Reynaud's herstelplannen Oordeel der Tweede Kamer over Binnenlandsche Zaken Daladier zoekt een nieuwe meerderheid De soep staat klaar! HOEST FAMEL BEDREIGING MET EEN FAILLIET ZUIVERT CRITIEK GEOEFEND OP DE LUCHTBESCHERMING Buitenlandsch Overzicht ZATERDAG 19 NOVEMBER 1938 Z) HET GEZINSPERSOONS KAARTEN STELSEL Instemming bij de Tweede Kamer over invoering UITBREIDING VAN HET CADEAUSTELSEL? Middenstand hoopt op regeerings- maatregelen FIGARO'S HOCHZEIT Uitzending door den K.R.O. VERBODEN VEREENIGINGEN Gewijzigde beschikking geldt ook voor Indië INVOERRECHTEN IN INDIË OFFICIEELE CRISIS PUBLICATIE Steunvergoeding erwten en veldboonen DUITSCHE JODEN OP JAVA NIET TOEGELATEN Kamerlid stelt vragen er over Alsnog mogelijkheid tot staats exploitatie gevraagd Wijziging en aanvulling der Indische begrooting Nederland kan zich gezond eten aan vier en een half millioen liter tomaten Groot belang voor den tuinbouw Twijfel aan verbetering van de financieele verhouding tus schen Rijk en gemeenten Het vraagstuk der volkshuisvesting Financieele verhouding Bemoeienissen met gemeenten Openbare orde Luchtbescherming Volkshuisvesting •.Het accoord van München, dat ontegenzeglijk gevoelige slag was voor den Franschen trots, minder een beslissing geweest dan wel een ^hstatatie; die namelijk, dat een tegenstelling ^stond tusschen het systeem van verdragen, "°°r Frankrijk opgebouwd, en den feitelijken ^stand, zooals die ontstaan was door de mas- Duitsche herbewapening." 2ulk een taal spreekt thans de „Tfemps", die de eerste Octoberdagen een geheel anderen aansloeg over het accoord. Het blad dringt op een reorganisatie en vermeerdering van ^ankrijks kracht op alle gebieden, terwijl het !ahd zich speciaal zal moeten wijden aan zijn ^kmiale taak: een verlangen, dat den laatsten ''W meer en meer tot uiting komt, en dat zijn ^and vindt in het feit, dat men instinctief bijna 'aar een tegenwicht zoekt voor dezen verloren 'avioed in het Oosten van Europa. Dat een blad 41s de Temps intusschen de zéér betrekkelijke gaarde van München met zooveel woorden er- ^ht, is opmerkelijk, daar het een verschuiving inzichten beteekent, die sedert de totstand koming van die overeenkomst latent was. De ^matigde Franschen zijn door dezen plotselingen ^er in de internationale verhoudingen vermoe- ^ijk het meest getroffen, doch zij zagen het -(rekkelijke voordeel van een oogenblikkelijke ^(spanning in; de linksche partijen, die hun kassa's meer door sentiment dan beleid moeten e'den, waren een oogenblik zwaar gekrenkt om Zologische redenen, zoodat men het merk waardige geval te aanschouwen kreeg, dat de Zwoede pacifisten en ontwapenaars van kort Zoren plotseling een ongekende oorlogszuch- %ieid aan den dag legden. Nu de eerste schok ®rsteld is, ziet men, dat de dingen weer nor- Zal gaan verloopen: de C.G.T. neemt weer Zgademige moties aan tegen den oorlog en V°°r ontwapening, terwijl haar tegenstanders, de Zicaien incluis, een krachtige politiek en be doening nastreven. Zt herstelplan, dat Raynaud met den steun Vaa Daladier in een heele reeks wetsdecreten Z-wikkelde, beoogde aan de verlangens der Zstandige politici tegemoet te komen. Toer. Znwel ontdekte men, dat er voor dit vurig ^langde herstel offers gebracht moesten wor- Zi, en de critiek kw'am los. Niet, dat men te- Ven geen bereidwilligheid getoond had tot het ehgen van offers, doch ieders bereidwilligheid jZ gebaseerd op de offers, die anderen zouden 'ongen; thans wordt van elke groep een offer Zraagd. daladier moge zich erover verwonderen, dat linksche parijen zich verzetten; het volgt of meer uit de constellatie van den linker- Zgei jn het Fransche parlement. Twee jaar Zeden ging de C.G.T. geen partij maar de Zialistische vakbond een fusie aan met de Zimunistische bonden; onder het „voorspoe- 'ëe" volksfrontbewind groeide het aantal leden Z «ïillioenen, die allen werden blootgesteld aar. 6 communistische infiltratie. Van dat oogenblik Zest de S.F.I.O. rekening houden met de com- Zhistische wenschen, en hoe meer de politieke Zei tusschen Parijs en Moskou verzwakte, hoa Zider de satellieten van de Komintern belang Ven in een sterk Frankrijk; hun eenig stre- Z was gericht op het maken van politieke 'hst door het land bloot te stellen aan allerlei Zaal genoemde experimenten. Daaruit behaal- Z zij tweeërlei winst: de vérgaande sociale Zatregelen, wonnen de gunst der arbeiders, en bloedarmoede, Waaraan de voortbrenging lijden, kweekte nieuwe ontevredenen, die linksche rijen kwamen versterken. Reynaud's Vien gaan dwars tegen deze plannen in, en Z linksche verzet werd daardoor onvermij- Z'Jk; ook een verstandig en voorzichtig man v Blum is tenslotte gedwongen de partij te Zen, Waarvan hij het hoofd is. ,üoch ook de ondernemers, die in theorie nog jher het veelgeprezen eigen initiatief aanhin- v h, verslapten en steunden op den staat: een ^Schijnsel, dat zich ook in andere z.g. demo nische landen in Europa voordoet In Oosten- J* Was de ondernemer ook een soort rentenier, t6 door den staat beschermd werd; het zou -Z'essant zijn dienaangaande eens een onder- JjZ in te stellen naar wat van den Britschen dernemingslust nog is overgebleven. Een zoo Vn rijk land als Frankrijk kon lange jaren aJn reserves teren; doch ongemerkt is het een staat van indolentie gaan verkeeren, iVvan Reynaud akn het begin van deze week ëevaar heeft aangewezen; de voortbrenging jj.Ver en ver achter bij die van andere landen. k'Zaard valt het niet gemakkelijk om met de dusver zoo genoeglijke slem- te breken. Rey vud g.af hun intusschen de laatste kans om m Zeiu te volbrengen, wat anderen elders ge- ^^ëen doen; niettemin komt ook van deze jjA verzet. Van het doorzetten van de nieuwe JJZiien hangt intusschen af, of Frankrijk een ^stei tegemoet gaat, of dat het land voor een ®ekend failliet zal komen te staan. Daladier zijn plannen onmiddellijk na V^hhhen kunnen bekend maken, dan was hij 'hoodelijk. van aller medewerking verzekerd tjdest, daar toen het psychologische oogenblik tv Was. De inwendige weerstand, dien hij te ^Winnen had, heeft hem evenwel van kost- tijd beroofd, zoodat hij thans naar een W6*6 basis zal moeten zoeken om zijn decre- ^door te kunnen voeren. Iv ^danks de losgekomen critiek mag men ver- lelijk wel zeggen, dat zijn drie-iaren-plan 06 Kamer een meerderheid zal kunnen vin den bij de midden- en rechtsche partijen, die evenwel hun voorwaarden stellen. De voorgestel de maatregelen zijn impópulair, en indien de verkiezingscampagne in het 'voorjaar van 1939 moet worden ingezet, zullen de linkschen vrij zeker groote winsten boeken. Men overweegt thans het mandaat van de Kamer met twee jaar te verlengen: daarna zal het land kunnen oordeelen over het Welslagen van de herstelplan nen, van welker doeltreffendheid men thans reeds overtuigd is. Hiervoor zouden de rechtsche partijen wel te vinden zijn, met uitzondering van de la Rocque, die op een spoedig succes voor zichzelf hoopt. Is het in verband met dit voornemen, dat de „Temps" plotseling is opge-" houden met haar campagne voor directe alge- fneene verkiezingen? Wanneer de Kamer in December bijeenkomt zal zij voor de beslissing staan. Daladier stelde het land voor de keuze: hem volgen, of eer ruïne. „Après nous le déluge" het devies van de lichtzinnigheid kreeg in den mond van den premier de beteekenis van een zware bedrei ging, die boven de Fransche republiek hangt. Aan het Voorloopig Verslag der Tweede Ka mer over het wetsontwerp tot wijziging en ver hooging van het vijfde hoofdstuk der Rijksbe- grooting voor het dienstjaar 1938 is het vol gende ontleend: De algemeene invoering van het gezinsper- soonskaartenstelsel vond algemeen instemming Bij de proefnemingen met dit stelsel is geble ken, dat daaraan belangrijke administratieve voordeelen zijn verbonden.. Daarentegen vond de wijze, waarop de mi nister zich voorstelt, dit stelsel te doen invoeren, van verschillende zijden bestrijding. Verscheidene leden zouden het redelijk ach ten, dat het Rijk, nu de invoering van dat stel sel verplicht is gesteld, alle daaraan verbon den kosten te zijnen laste neemt. Dat de werkzaamheden, waartoe de gemeen ten verplicht zijn na de wijziging van het be sluit bevolkingsboekhouding, in beginsel in werkverschaffing zullen moeten worden ver richt, achtten vele leden.niet juist. Dezer dagen is gebleken, dat de reeds eenige maanden terug bij geruchte bekend geworden plannen tot invoering van 't cadeaustelsel door verschillende firma's, welke tot op heden dit verkoopsysteem nog niet toepassen, thans bij enkele geheel voor uitvoering gereed liggen. Inmiddels ziet het er naar uit, dat het hier niet enkelen firma's geldt, doch een heele groep, wel ke voornemens schijnt te zijn het cadeaustelsel op zeer uitgebreide schaal te gaan toepassen, eventueel in onderlinge samenwerking. Voor den handeldrijvenden middenstand zal deze ongunstige ontwikkeling der dingen, wan neer zij een feit mocht worden, wel zeer teleur stellend zijn. Niet alleen zal men hebben te re kenen op een groote uitbreiding van het cadeau stelsel onder de fabrikanten, doch het is te voorzien, dat ook in de kringen der firma's, welke thans reeds cadeaux geven, van den wederomstuit het betrokken verkoopsysteem nog krachtiger dan voorheen zal worden toegepast. In middenstandskringen wordt gehoopt, dat de Minister van Economische Zaken in de Me morie van Antwoord terzake de Rijksbegrooting over 1939, als een uitvloeisel van het o.a. door de rijksaccountants ingestelde onderzoek naar de beteekenis van het cadeaustelsel voor de bin- nenlandsche fabrikanten- van cadeau-artikelen, uiteindelijk bevredigende mededeelingen zal kunnen doen. De allernaaste toekomst zal leeren, of de drei gende uitbreiding van het cadeaustelsel door maatregelen van de regeering nog zal worden voorkomen, in het algemeen belang en in dat van den handeldrijvenden middenstand in het bijzonder. De voorstelling van Mozart's „Le Nozze di Fi garo" door de Wagnervereeniging, welke onder leiding van Bruno Walter heden in den Stads schouwburg te Amsterdam wordt gegeven, zal door den K. R. O. worden uitgezonden. SOERABAJA, 19 Nov. (Aneta). Ook voor het in Nederlandsch-Indië vertoevend personeel der Koninklijke Marine is thans de beschikking af gekomen, dat aansluiting bij groepen of ver- eenigingen van personen op sociaal-democrati- schen grondslag, niet meer verboden is. Aan het eindverslag der Tweede Kamer over het wetsontwerp, houdende maatregelen ten aanzien van de invoerrechten in Nederlandsch- Indië, is het volgende ontleend: Verscheidene leden merkten op, dat de voor gestelde verhooging van invoerrechten niet kan worden gezien los van den geheelen economi- schen en budgetairen toestand in Ned.-Indië. Naar het oordeel van enkele leden heeft de volkshuishouding van de laatste conjunctuur verbetering niet geprofiteerd. Van de voorge stelde verhooging van invoerrechten verwachtten zij voor de inheemsche bevolking groot nadeel. De Nederlandsche Akkerbouwcèntrale maakt bekend, dat de steunvergoeding voor voeder erwten van den oogst 1938, welke voldoen aan de daartoe gestelde eischen en door den teler, die deze erwten zelf heeft geteeld, zijn gedena tureerd in het tijdvak 14 tot en met 19 Novem ber 1938, zal bedragen f 1— per 100 kg. De steunvergoeding voor in hetzelfde tijdvak door telers of handelaren gedenatureerde veld boonen van den oogst 1938 welke voldoen aan de kwaliteitseischen zal f 2.50 per 100 kg. be dragen. 's-Gravenhage, 18 Nov. 1938. Het Soc.-Dem. Tweede Kamerlid Albarda heeft aan den minister van Koloniën gevraagd, Of het waar is, dat onlangs aan Duitsche reizi gers van Joodschcn bloede door een immigra tieambtenaar te Batavia verboden is daar aan land te gaan, hoewei deze reizigers wel te Sa- bang en Belawan aan den wal waren geweest en zij konden aantoonen niet voornemens te zijn, zich in Ned.-Indië te vestigen en dat door dien ambtenaar van die reizigers is verlangd, dat zij schriftelijk zouden verklaren, niet als .Ariërs" te kunnen worden beschouwd. Wil de minister mededeelen, aldus de vraag steller, of hij het beleid van den immigratie ambtenaar te Batavia goedkeurt en, indien hij dit niet goedkeurt, welke maatregelen zijn ee nomen, om te voorkomen, dat in den vervolge onderscheid wordt gemaakt tusschen Joodsche en niet-Joodsche reizigers? AARDOLIE-ONTGINNING OP JAVA In het eindverslag van de Tweede Kamer over het wetsontwerp, houdende machtiging tot het sluiten van een overeenkomst als bedoeld in ar tikel 5a der Indische Mijnwet met de N.V. „De Bataafsche Petroleum Maatschappij" voor de opsporing en ontginning van aardolie, enz. in een terrein, gelegen in de provincies midden- en Oost-Java verklaarden verscheidene leden tegen dit wetsontwerp dezelfde overwegende bezwaren te hebben als tegen het ontwerp van wet, hou dende machtiging tot het sluiten van een over eenkomst als bedoeld in artikel 5a der Indische Mijnwet met de N.V. ,.Ds Bataafsche Petro leum Maatschappij". Naar aanleiding van de mededeeling van den minister in de vergadering van 18 October j.l dat de opbrengst voor de Indische schatkist uit de 5a-contracten over 1936 en 1937 onderschei denlijk f 2.4 en f 4.9 millioen heeft bedragen, vroegen verscheidene leden, in welke verhouding dit bedrag staat tot de netto-winst, welke de aardoliemaatschappijen over 1936 en 1937 door middel van de exploitatie-contracten hebben gemaakt, in welke verhouding deze netto-winst staat tot het kapitaal dezer maatschappijen in die jaren en of de minister mededeelingen kan doen omtrent de over vroegere jaren door de schatkist uit de 5a-contracten genoten baten. Een aantal leden betreurde, dat de regeering steeds voortgaat met het overlaten van de ont ginning van delfstoffen in Indië aan particu liere maatschappijen in stede van exploitatie ooor het land. Andere leden meenden, dat er alle aanleiding s om daartoe in het onderhavige geval niet over te gaan. Verscheidene leden vroegen of de minister alsnog bereid is, een onderzoek te doen instellen naar de mogelijkheid van een proefneming met staatsexploitatie op beperkte schaal van ruwe aardolie van de bron tot de kust. Andere leden zouden ook daartegen bezwaar maken, aangezien zij van meening waren, dat het land zich moet onthouden van de exploitatie ook op beperkte schaal van aardolie. Aan het eindverslag van de Tweede Kamer over het wetsontwerp houdende goedkeuring van twee besluiten van den Gouvemeur-Gene- Uw ademhalingsorganen met de Pellets van Dt, J. B. MEENK BÖ keelpijn en hoest laat men voor het naar bed gaan 'n PELLETJE langzaam weg smelten VERKRIJGBAAR BIJ APOTH. EN DROGISTEN Het mag een bekend feit geacht worden, dat onze Nederlandsche Tuinbouw in het algemeen in hevige mate gedupeerd is door de economische crisis. In het bijzonder trof deze catastrophe ook onze tomatencultuur een der belangrijkste onderdeelen van den intensieven tuinbouw. De Nederland sche tomaat had in de voor- en na-oorlog- sche jaren zeer groote afzetgebieden gevon den in de ons omringende landen met name Duitschland en Engeland. Hoewel de vraag naar onze tomaten op de buitenland- sche markten in geenendeele verminderde, deed het autarkisch streven, hetwelk zich openbaarde in hooge invoerrechten, contin- genteeringen en andere belemmeringen, on- aen tuinbouwexport en daarmede onzen tomaten-export tot een ongekend laag peil dalen. De afzet in het buitenland daalde in 10 jaar tijds met niet minder dan 4614 pet. Vanzelfspre kend oefende dit enorm verlies van afzetgebied een catastrophalen invloed uit op den prijs van het product. Ter illustratie hiervan diene, dat aan een der grootste Westlandsche veilingen de gemiddelde prijs (per 100 kg.) vóór 15 Juli (de periode, waarin de z.g. gestookte tomaten aan de veiling komen) en na 15 Juli (de periode van de koude kastomaten) in tien jaar tijds terugliep van 54.10 tot 22.23 en van 16.48 tot ƒ5.50. Hieruit blijkt, hoe volkomen prijsvernietigend de invloed is geweest, ontstaan door het ver dwijnen van een groot deel van onzen export. Wat deze prijsinstorting voor onzen Nederland- schen Tuinbouw in het algemeen en voor de individueele tuinders in het bijzonder beteekent, is zonder meer duidelijk. Het bleek daarom noodig meer dan tot dusver afzet te zoeken op de eigen binnen- landsche markt. Het Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen heeft sinds verschei dene jaren getracht door een intensieve reclame-campagne de binnenlandsche markt meer dan voorheen voor onze tomaten te veroveren. Deze reclame heeft uitstekende resultaten opgeleverd. Terwijl vóór 1925 het gebruik van tomaten in ons land nog zeer gering was, bedroeg de verkoop voor het binnenland in 1932 reeds 6.000.000 kg., welk kwantum in 1937 steeg tot ruim 13.000.000 kg. De binnenlandsche consumptie is dus in 5 jaren tijd meer dan verdubbeld. Ondanks dezen beteekenenden vooruitgang van den afzet in het eigen land, bleef echter jaar lijks een aanzienlijke hoeveelheid der op onze veilingen aangevoerde tomaten onverkocht, welke hoeveelheid voor het grootste gedeelte aan vernietiging moest worden prijsgegeven. In het vorige jaar waren niet minder dan ruim 11 mil lioen kg. tomaten, zelfs tegen den minimumprijs van 4 ct. per kg., niet te plaatsen. Om nu toch zooveel mogelijk dit kostelijk product aan zijn bestemming te doen komen, werden vanaf 1935 geregeld ook tomaten be schikbaar gesteld ter distributie onder de werk- loozen; op deze wijze zijn in 1937 ongeveer 700.000 kg. versche tomaten en 1.300.000 kg. tomaten, verwerkt tot tomatensoep, onder de werkloozen gedistribueerd, zoodat wij kunnen vaststellen, dat door de Levensmiddelendistri- butie in totaal thans 2 millioen kg. tomaten worden afgenomen. Het blijft echter bij een deel, en wel een klein deel van het surplus; meer dan 9 millioen kg- tomaten van prima kwaliteit werden in 1937 vernietigd. Onder deze omstandigheden ligt de vraag voor de hand of niet met vernieuwde kracht moet getracht worden dit overschot op doeltref fende wijze een bestemming te doen vinden. De tomatencampagne 1938 begon onder wel zeer zorgwekkende internationale om standigheden. De politieke spanningen in Europa namen van dag tot dag toe. Gezien deze situatie, meende de regeering bij wijze van voorzorg ten aanzien van onze voedsel voorziening, een veel grooter kwantum toma ten tot soep te moeten doen verwerken dan in vorige jaren geschiedde ten behoeve van de levensmiddelendistributie. Gelukkig heeft de wereldtoestand zich dusdanig gewijzigd, dat de naaste toekomst met meer gerustheid mag worden tegemoetgezien en is het er niet toegekomen den voorraad tomatensoep te gebruiken voor het doel, waarvoor de regeering vreesde dezen noodig te hebben. In dien rekening gehouden wordt met de hoe veelheid, welke het departement van Sociale Zaken zal noodig hebben voor de distributie, blijft er nog een extra-hoeveelheid van on geveer 4.5 millioen literblikken over. Het Centraal Bureau van de Tuinbouwveilin gen heeft nu aan de regeering aangeboden deze voorraad in den komenden winter onder het publiek te brengen. De regeering is op dit voor stel ingegaan. Er staan thans dus 4.5 millioen literbussen tomatensoep klaar om tegen lagen prijs hun weg naar de consumenten te vinden, waarvoor het Centraal Bureau een grootsche campagne zal gaan voeren, De afzet zal plaats hebben met inschakeling van den binnenlandschen handel, welke zich met de distributie van groenten en fruit in ver- schen of geconserveerdpn vorm bezighoudt. De prijs wordt zóó gesteld, dat ieder ook inderdaad in staat zal zijn het product te betrekken. De uitvoering van een en ander zal zeker groote inspanning vergen. Het Centraal Bureau is zich hiervan ten volle bewust, doch het is evenzeer overtuigd van het succesvol ten uit voer brengen van het plan, indien allen mede werken. Op die medewerking wordt gerekend, want de zaak is dat ten volle waard. Het tuin- bouwbelang is ermede gediend. Deze bedrijfstak, die in zoo zorgelijke omstandigheden verkeert, moet in ons eigen land meerderen afzet vinden voor dit waardevol product. En dat is mogelijk. Immers aan het Nederlandsche publiek wordt een zeer gezond voedingsmiddel geboden, dat als algemeen volksvoedsel nog altezeer onbe kend is. In deze tijden, nu zoo breede lagen van ons volk een zwaren strijd om het bestaan voeren, is het van het grootste belang aan de voedselvoorziening alle aandacht te schenken en geen gelegenheid voorbij te laten gaan, die kan dienen om een gezond product onder ieders bereik te brengen. Het mag niet meer voorkomen, dat groote hoe veelheden tomaten, welke bij de instand houding en bevordering der volksgezond heid van buitengewone beteekenis kunnen zijn, aan vernietiging worden prijs ge geven. Dit zou ook in het belang van het Nederlandsche volk niet verantwoord zijn. Er is echter meer. Uit het bovenstaande volgt reeds, dat het de bedoeling is ons volk in al zijn geledingen te maken tot 'n vasten gebruiker van een der meest gezonde voortbrengselen van on zen bodem. Het doel waarnaar gestreefd wordt, is: dat tomatensoep aan het einde van deze campagne volksvoedsel is geworden. Dan is tevens de vraag gevestigd. En deze algemeene vraag opent perspectieven voor de toekomst. In volgende jaren kan dan de industrie de kans waarnemen en de zorg ook voor dit deel der voedselvoorziening op zich nemen. Dat onze conservenindustrie deze kans zal grijpen, be hoeft niet betwijfeld te worden. Zeker zal de Nederlandsche ondernemingsgeest zorgdragen, dat de vraag naar het product volledige be vrediging kan vinden. Dat hierbij tevens de handel zal klaar staan om, als schakel tusschen fabriek en consument, de distributie van het product op zich te nemen, behoeft voor hen, die de energie van deze middenstanders kennen, geen betoog. Beide, industrie en handel, hebben in moeilijke jaren getoond te weten, wat aanpak ken is. Het Centraal Bureau vat zoo vol moed zijn taak aan. Het doet een beroep op aller mede werking. Het mag dit doen, want velerlei belan gen zijn gediend bij het welslagen van zijn pogen. De Nederlandsche Tuinbouw heeft het noodig; aan onze industrie en handel brengt het arbeid en wel, een in alle opzichten produc tieven arbeid; en aan den Nederlandschen con sument tenslotte wordt een voedzaam, gezond en goedkoop product beschikbaar gesteld, zoodat evenzeer de algemeene volksgezondheid er mee gebaat is. raai van Ned.-Indië tot wijziging en aanvulling van afdeeling m her begrooting van Ned.- Indië voor het dienstjaar 1938 is ontleend, dat verscheidene leden er de voorkeur aan zouden hebben gegeven, indien de Kamer bij dit ont werp de gelegenheid had gehad om zich om trent elk van de ter goedkeuring voorgelegde besluiten van den Gouverneur-Generaal af zonderlijk uit te spreken. Enkele leden verklaarden, hun stem aan dit ontwerp niet te kunnen geven. Zij brachten in herinnering, dat indertijd tegen het voorstel tot verhooging van de loonbelasting tot 4 pCt. veel verzet is gerezen. De economische toestand van Ned.-Indie is nog te slecht, dan dat de ver laging van deze belasting thans reeds ongedaan mog worden gemaakt. Indien nieuwe bronnen moeten worden aangeboord, komen het defen sie-uitvoerrecht en de rubberbelasting eerder voor verhooging in aanmerking. VERKOUDHEID BRONCHITIS Sedert meer dan 30 jaar wordt Siroop Famel door doktoren gewaardeerd als een betrouw baar geneesmiddel ter bestrij ding van aandoeningen der ademhalingsorganen SIROOP Kleine flacon f 1.15 Groote flacon f 1.90 Aan het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer over de begrooting van Binnenlandsche Zaken is het volgende ontleend: Ook ditmaal werd gewezen op den onbevre- digenden toestand ten aanzien van de lijkver branding, die geschiedt zonder dat zij wette lijk geoorloofd is. Een wettelijke regeling werd dringend noodig geacht. Vele leden vestigden opnieuw de aandacht van den minister op het steeds voortschrijden van de zedenverwildering. Nu meer en meer blijkt, dat de verdediging van de publieke eer baarheid in handen van vele gemeentebesturen absoluut onvoldoende veilig is, rijst de vraag, of de tijd niet rijp "is voor een wet, die althans de ergste excessen tegengaat. Zij zouden het waardeeren, indien de minister ter zake het overleg met zijn ambtgenoot van Justitie zou willen heropenen. Andere leden ontkenden, dat hier te lande van voortschrijdende zedenverwildering gespro ken kan worden. Reeds daarom gevoelden zij aan bijzondere maatregelen geen behoefte. Verscheidene leden vestigden er de aandacht op, dat bij enkele burgemeesters geen juist be grip blijkt te bestaan omtrent hun bevoegd heid ten opzichte van het verbieden van film- vertooningen. Sommige burgemeesters hanteeren deze be voegdheid, alsof zij kunnen optreden als een instantie naast de centrale commissie, die be oordeelt of een film in strijd is met de cjpen- bare orde of goede zeden. Gevraagd werd of de minister dezen burge meesters wil duidelijk maken, dat zij met een dergelijk optreden hun bevoegdheid te buiten gaan. Verscheidene andere leden drongen daaren tegen aan op verruiming van de bevoegdheden van de burgemeesters ten aanzien van de toe lating van films. Eenige leden wenschten de regeering te waar schuwen tegen de steeds grooter wordende overheersching van het geheele fümbedrijf door „volksvreemde" elementen. Vele leden waardeerden, dat de regeering in de millioenennota mededeelt, een andere re geling te overwegen van de financieele ver houding tusschen het Rijk en de gemeenten, waarbij aan een deel van de bestaande bezwa ren zou kunnen worden tegemoet gekomen Deze leden erkenden met de regeering dat voortzetting van de huidige methode van ondersteuning van gemeenten, die na toekenning van de gewone bijdragen uit het Werkloosheidssubsidiefonds niet tot een sluitende begrooting kunnen ge raken, niet langer verantwoord is te achten, ook wijl daardoor het verantwoordelijkheidsge voel wordt verslapt. Vele leden betwijfelden evenwel, of de voorstellen, welke de regeering in uitzicht stelt, in voldoende mate de gewenschte ver betering zullen brengen en of zij in som mige opzichten zelfs niet een achteruitgang zullen beteekenen. Dat gemeenten, die extra bijdragen behoeven, maar thans uit het Werkloosheidssubsidiefonds voor een groot deel slechts voorschotten ont vangen, voortaan naar de bedoeling der regee ring voor bijdragen a, fonds perdu in aanmer king zullen kunnen komen, kan een belangrijke verlichtinggeven, vooral in de toekomst, maar dit voordeel zou duur worden betaald, als zij dan niet slechts als noodlijdend zullen worden behandeld, maar als bovendien de eischen tot inperking van de uitgaven nog zullen worden verscherpt, zooals uit de millioenennota kan worden gelezen. Deze leden waren van oordeel, dat er in het algemeen de versobering van de gemeentelijke huishouding reeds zeer ver is doorgevoerd. Indien het de regeering werkelijk ernst rs met het herstel van de zelfstandigheid der ge meenten, aldus deze leden, dan moet zij trach ten te voorkomen, dat de gemeenten noodlij dend behoeven te worden. Dan zal het echter noodig zijn, de wet betreffende de financieele verhouding tusschen het Rijk en de gemeenten aan de gewijzigde omstandigheden aan te pas sen en voor de dekking van de werkloosheids uitgaven, de uitgaven voor steun aan kleine zelfstandigen en de kosten van armenzorg een gewijzigde regeling vast te stellen. Zoolang de kosten van armenzorg, waartoe gerekend wordt de steun aan kleine zelfstandigen, door stelsel matige overheveling op groote schaal van rijks- steungevallen stijgen, zullen tal van gemeenten niet of niet blijvend geholpen kunnen worden. Zoo worden Amsterdam en Rotterdam door uitgaven voor steun aan kleine zelfstandigen feitelijk een vorm van crisissteun belast met bedragen van onderscheidenlijk ongeveer 3 en 2 millioen gulden. Eenige leden betoogden, dat de moeilijkheden, waarin de gemeenten verkeeren, voor een groot deel te wijten zijn aan de deflationistische politiek, door de regeering tot September 1936 gevoerd. Verscheidene leden drongen aan op een vlot tere afdoening van de goedkeuring der ge meen tebegrootingen. Vele leden vestigden er de aandacht op, dat de bemoeienissen van de regeering met en haar toezicht op het beleid der gemeenten eer toe nemen dan afnemen. Dit verschijsel hoe zeer ten deele ook verklaarbaar als gevolg van de financieele afhankelijkheid der gemeenten van het Rijk blijft in de kringen van hen. die de gepieentelijke zelfstandigheid beschou wen als een onmisbare voorwaarde voor een doelmatig bestuur, ongerustheid wekken. Een van de meest bedenkelijke wijzen van inmenging in het bestuursbeleid der lagere organen achtten deze leden de nog steeds groeiende neiging van de regeering om der, gemeentebesturen per rondzendbrief zooge naamde „aanwijzingen" te geven, die in wezen bevelen zijn. Miet de circulaire-politiek is het thans reeds zoover gekomen, dat zelfs aan financieel nog geheel zelfstandige gemeenten „aanwijzingen' worden gegeven. Met klem drongen deze leden er op aan, dat de minister deze politiek zal staken, wijl daarmede het initiatief en het ver antwoordelijkheidsgevoel bij de lagere organen worden afgestompt. Ernstig keurden deze leden voorts af, dat de minister gemeenten dwingt, soms verder dan de gemeentebesturen toelaatbaar achten, te bezui nigen op noodzakelijke uitgaven in het belang van de volksgezondheid, zooals kindervoeding en kinderkleeding, uitzending van zwakke kin deren naar buiten en instandhouding van het schoolartseninstituut. De maatregelen, door sommige gemeenten, in opdracht van den mi nister getroffen, hebben de ondervoeding var de schooljeugd doen toenemen. Enkele leden stelden de vraag, of handhaving van de burgerwacht nog wel noodzakelijk ls. Andere leden daarentegen meenden, dat deze instelling vooral in de huidige omstandighedei niet diende te worden afgeschaft. Den gang van zaken ten aanzien van de luchtbescherming achtten vele leden onbe vredigend. In de eerste plaats merkten zij op, dat niei wordt nagekomen de bfj de behandeling van de wet betreffende bescherming tegen lucht aanvallen gedane toezegging, dat de maatre gelen, welke voor rekening van de gemeenten genomen zouden moeten worden, geen noe menswaardige kosten zouden medebrengen en niet tot nieuwe verplichtingen van eenigen omvang zouden leiden. In de tweede plaats wezen deze leden er op, dat de regeering bij de tot stand koming van deze wet met nadruk heeft verklaard, dat het maken van schuilplaatsen ten behoeve van het publiek voor rekening van het Rijk zou komen. Nu maakt de regeering van de omstandigheid, dat thans meer aandacht wordt besteed san sehuilloopgraven dan aan kelders, gebruik om bij rondzendbrief van den minister van Sociale Zaken te verklaren, dat dit een gemeentelijke aangelegenheid is, maar dat de gemeenten daarvoor een bijdrage uit het Werkloosheids- subsidiefond kunnen verkrijgen. Deze ledfen achtten het onjuist, dat dit reeds overbelaste fonds wordt bezwaard met uitgaven, welke bij artikel 13 van de begrooting van Binnenland sche Zaken thuisbehooren. Eenige leden bestreden de opvatting van den minister als zou de bouw van bom- en gasvrije schuilpaatsen in het algemeéh achterwege kun nen blijven. Andere leden merkten op, dat hiermede ge weldige bedragen zouden zijn gemoeid zonder dat nochtans een eenigszins afdoende bescher ming zou zijn verkregen. Zij achtten het daar om beter, dat in tijd van oorlogsgevaar overal, waar dit mogelijk is, diepe loopgraven zullen worden gemaakt. Verscheidene leden drongen opnieuw aan op meer samenvoeging van gemeenten. Andere leden maanden in dit opzicht tot groots voorzichtigheid. Sommige leden bepleit ten samenvoeging van de Haagsche randge meenten bij 's Gravenhage. Wederom vestigde men de aandacht op de treurige omstandigheden, waaronder de crisis- slachtoffers uit de groep der zgn. kleine zelf standigen verkeeren. Men achtte het onbillijk deze personen, langer als armlastigen te be handelen. Daarom vroeg men, of de minister er toe wil medewerken, dat zijn ambtgenoot van Sociale Zaken voor deze groep een steunrege ling treft. Vele leden betoogden, d^t ondanks de be langrijke verbetering in de volkshuisvesting in ons land op dit gebied nog veel te doen valt Wel is waar staat een groot aantal woningen leeg, maar het meerendeel daarvan zijn geen volkswoningen. Het is thans, nu nog een groote werkloosheid heerscht, in het bijzonder ook in de bouwvakken, bij uitnemendheid de tijd, om misstanden op woning-gebied op te ruimen. Andere leden zouden het op prijs stellen, in dien de minister de particuliere bouwnijverheid zou willen aanzetten tot het bouwen van goed- koope volkswoningen door het toekennen van bouwpremies, zooals enkele jaren geleden in verschillende gemeenten werd gedaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 9