Het verzet tegen Reynaud's
herstelplannen
Oordeel der Tweede Kamer
over Binnenlandsche Zaken
Daladier zoekt een
nieuwe meerderheid
De soep staat
klaar!
HOEST
FAMEL
BEDREIGING MET EEN
FAILLIET
ZUIVERT
CRITIEK GEOEFEND OP
DE LUCHTBESCHERMING
Buitenlandsch Overzicht
ZATERDAG 19 NOVEMBER 1938
Z)
HET GEZINSPERSOONS
KAARTEN STELSEL
Instemming bij de Tweede Kamer
over invoering
UITBREIDING VAN HET
CADEAUSTELSEL?
Middenstand hoopt op regeerings-
maatregelen
FIGARO'S HOCHZEIT
Uitzending door den K.R.O.
VERBODEN VEREENIGINGEN
Gewijzigde beschikking geldt ook
voor Indië
INVOERRECHTEN IN INDIË
OFFICIEELE CRISIS
PUBLICATIE
Steunvergoeding erwten en
veldboonen
DUITSCHE JODEN OP JAVA
NIET TOEGELATEN
Kamerlid stelt vragen er over
Alsnog mogelijkheid tot staats
exploitatie gevraagd
Wijziging en aanvulling der
Indische begrooting
Nederland kan zich gezond eten
aan vier en een half millioen
liter tomaten
Groot belang voor den
tuinbouw
Twijfel aan verbetering van de
financieele verhouding tus
schen Rijk en gemeenten
Het vraagstuk der
volkshuisvesting
Financieele verhouding
Bemoeienissen met gemeenten
Openbare orde
Luchtbescherming
Volkshuisvesting
•.Het accoord van München, dat ontegenzeglijk
gevoelige slag was voor den Franschen trots,
minder een beslissing geweest dan wel een
^hstatatie; die namelijk, dat een tegenstelling
^stond tusschen het systeem van verdragen,
"°°r Frankrijk opgebouwd, en den feitelijken
^stand, zooals die ontstaan was door de mas-
Duitsche herbewapening."
2ulk een taal spreekt thans de „Tfemps", die
de eerste Octoberdagen een geheel anderen
aansloeg over het accoord. Het blad dringt
op een reorganisatie en vermeerdering van
^ankrijks kracht op alle gebieden, terwijl het
!ahd zich speciaal zal moeten wijden aan zijn
^kmiale taak: een verlangen, dat den laatsten
''W meer en meer tot uiting komt, en dat zijn
^and vindt in het feit, dat men instinctief bijna
'aar een tegenwicht zoekt voor dezen verloren
'avioed in het Oosten van Europa. Dat een blad
41s de Temps intusschen de zéér betrekkelijke
gaarde van München met zooveel woorden er-
^ht, is opmerkelijk, daar het een verschuiving
inzichten beteekent, die sedert de totstand
koming van die overeenkomst latent was. De
^matigde Franschen zijn door dezen plotselingen
^er in de internationale verhoudingen vermoe-
^ijk het meest getroffen, doch zij zagen het
-(rekkelijke voordeel van een oogenblikkelijke
^(spanning in; de linksche partijen, die hun
kassa's meer door sentiment dan beleid moeten
e'den, waren een oogenblik zwaar gekrenkt om
Zologische redenen, zoodat men het merk
waardige geval te aanschouwen kreeg, dat de
Zwoede pacifisten en ontwapenaars van kort
Zoren plotseling een ongekende oorlogszuch-
%ieid aan den dag legden. Nu de eerste schok
®rsteld is, ziet men, dat de dingen weer nor-
Zal gaan verloopen: de C.G.T. neemt weer
Zgademige moties aan tegen den oorlog en
V°°r ontwapening, terwijl haar tegenstanders, de
Zicaien incluis, een krachtige politiek en be
doening nastreven.
Zt herstelplan, dat Raynaud met den steun
Vaa Daladier in een heele reeks wetsdecreten
Z-wikkelde, beoogde aan de verlangens der
Zstandige politici tegemoet te komen. Toer.
Znwel ontdekte men, dat er voor dit vurig
^langde herstel offers gebracht moesten wor-
Zi, en de critiek kw'am los. Niet, dat men te-
Ven geen bereidwilligheid getoond had tot het
ehgen van offers, doch ieders bereidwilligheid
jZ gebaseerd op de offers, die anderen zouden
'ongen; thans wordt van elke groep een offer
Zraagd.
daladier moge zich erover verwonderen, dat
linksche parijen zich verzetten; het volgt
of meer uit de constellatie van den linker-
Zgei jn het Fransche parlement. Twee jaar
Zeden ging de C.G.T. geen partij maar de
Zialistische vakbond een fusie aan met de
Zimunistische bonden; onder het „voorspoe-
'ëe" volksfrontbewind groeide het aantal leden
Z «ïillioenen, die allen werden blootgesteld aar.
6 communistische infiltratie. Van dat oogenblik
Zest de S.F.I.O. rekening houden met de com-
Zhistische wenschen, en hoe meer de politieke
Zei tusschen Parijs en Moskou verzwakte, hoa
Zider de satellieten van de Komintern belang
Ven in een sterk Frankrijk; hun eenig stre-
Z was gericht op het maken van politieke
'hst door het land bloot te stellen aan allerlei
Zaal genoemde experimenten. Daaruit behaal-
Z zij tweeërlei winst: de vérgaande sociale
Zatregelen, wonnen de gunst der arbeiders, en
bloedarmoede, Waaraan de voortbrenging
lijden, kweekte nieuwe ontevredenen, die
linksche rijen kwamen versterken. Reynaud's
Vien gaan dwars tegen deze plannen in, en
Z linksche verzet werd daardoor onvermij-
Z'Jk; ook een verstandig en voorzichtig man
v Blum is tenslotte gedwongen de partij te
Zen, Waarvan hij het hoofd is.
,üoch ook de ondernemers, die in theorie nog
jher het veelgeprezen eigen initiatief aanhin-
v h, verslapten en steunden op den staat: een
^Schijnsel, dat zich ook in andere z.g. demo
nische landen in Europa voordoet In Oosten-
J* Was de ondernemer ook een soort rentenier,
t6 door den staat beschermd werd; het zou
-Z'essant zijn dienaangaande eens een onder-
JjZ in te stellen naar wat van den Britschen
dernemingslust nog is overgebleven. Een zoo
Vn rijk land als Frankrijk kon lange jaren
aJn reserves teren; doch ongemerkt is het
een staat van indolentie gaan verkeeren,
iVvan Reynaud akn het begin van deze week
ëevaar heeft aangewezen; de voortbrenging
jj.Ver en ver achter bij die van andere landen.
k'Zaard valt het niet gemakkelijk om met de
dusver zoo genoeglijke slem- te breken. Rey
vud g.af hun intusschen de laatste kans om m
Zeiu te volbrengen, wat anderen elders ge-
^^ëen doen; niettemin komt ook van deze
jjA verzet. Van het doorzetten van de nieuwe
JJZiien hangt intusschen af, of Frankrijk een
^stei tegemoet gaat, of dat het land voor een
®ekend failliet zal komen te staan.
Daladier zijn plannen onmiddellijk na
V^hhhen kunnen bekend maken, dan was hij
'hoodelijk. van aller medewerking verzekerd
tjdest, daar toen het psychologische oogenblik
tv Was. De inwendige weerstand, dien hij te
^Winnen had, heeft hem evenwel van kost-
tijd beroofd, zoodat hij thans naar een
W6*6 basis zal moeten zoeken om zijn decre-
^door te kunnen voeren.
Iv ^danks de losgekomen critiek mag men ver-
lelijk wel zeggen, dat zijn drie-iaren-plan
06 Kamer een meerderheid zal kunnen vin
den bij de midden- en rechtsche partijen, die
evenwel hun voorwaarden stellen. De voorgestel
de maatregelen zijn impópulair, en indien de
verkiezingscampagne in het 'voorjaar van 1939
moet worden ingezet, zullen de linkschen vrij
zeker groote winsten boeken. Men overweegt
thans het mandaat van de Kamer met twee
jaar te verlengen: daarna zal het land kunnen
oordeelen over het Welslagen van de herstelplan
nen, van welker doeltreffendheid men thans
reeds overtuigd is. Hiervoor zouden de rechtsche
partijen wel te vinden zijn, met uitzondering
van de la Rocque, die op een spoedig succes
voor zichzelf hoopt. Is het in verband met dit
voornemen, dat de „Temps" plotseling is opge-"
houden met haar campagne voor directe alge-
fneene verkiezingen?
Wanneer de Kamer in December bijeenkomt
zal zij voor de beslissing staan. Daladier stelde
het land voor de keuze: hem volgen, of eer
ruïne. „Après nous le déluge" het devies van
de lichtzinnigheid kreeg in den mond van den
premier de beteekenis van een zware bedrei
ging, die boven de Fransche republiek hangt.
Aan het Voorloopig Verslag der Tweede Ka
mer over het wetsontwerp tot wijziging en ver
hooging van het vijfde hoofdstuk der Rijksbe-
grooting voor het dienstjaar 1938 is het vol
gende ontleend:
De algemeene invoering van het gezinsper-
soonskaartenstelsel vond algemeen instemming
Bij de proefnemingen met dit stelsel is geble
ken, dat daaraan belangrijke administratieve
voordeelen zijn verbonden..
Daarentegen vond de wijze, waarop de mi
nister zich voorstelt, dit stelsel te doen invoeren,
van verschillende zijden bestrijding.
Verscheidene leden zouden het redelijk ach
ten, dat het Rijk, nu de invoering van dat stel
sel verplicht is gesteld, alle daaraan verbon
den kosten te zijnen laste neemt.
Dat de werkzaamheden, waartoe de gemeen
ten verplicht zijn na de wijziging van het be
sluit bevolkingsboekhouding, in beginsel in
werkverschaffing zullen moeten worden ver
richt, achtten vele leden.niet juist.
Dezer dagen is gebleken, dat de reeds eenige
maanden terug bij geruchte bekend geworden
plannen tot invoering van 't cadeaustelsel door
verschillende firma's, welke tot op heden dit
verkoopsysteem nog niet toepassen, thans bij
enkele geheel voor uitvoering gereed liggen.
Inmiddels ziet het er naar uit, dat het hier niet
enkelen firma's geldt, doch een heele groep, wel
ke voornemens schijnt te zijn het cadeaustelsel
op zeer uitgebreide schaal te gaan toepassen,
eventueel in onderlinge samenwerking.
Voor den handeldrijvenden middenstand zal
deze ongunstige ontwikkeling der dingen, wan
neer zij een feit mocht worden, wel zeer teleur
stellend zijn. Niet alleen zal men hebben te re
kenen op een groote uitbreiding van het cadeau
stelsel onder de fabrikanten, doch het is te
voorzien, dat ook in de kringen der firma's,
welke thans reeds cadeaux geven, van den
wederomstuit het betrokken verkoopsysteem nog
krachtiger dan voorheen zal worden toegepast.
In middenstandskringen wordt gehoopt, dat
de Minister van Economische Zaken in de Me
morie van Antwoord terzake de Rijksbegrooting
over 1939, als een uitvloeisel van het o.a. door
de rijksaccountants ingestelde onderzoek naar
de beteekenis van het cadeaustelsel voor de bin-
nenlandsche fabrikanten- van cadeau-artikelen,
uiteindelijk bevredigende mededeelingen zal
kunnen doen.
De allernaaste toekomst zal leeren, of de drei
gende uitbreiding van het cadeaustelsel door
maatregelen van de regeering nog zal worden
voorkomen, in het algemeen belang en in dat
van den handeldrijvenden middenstand in het
bijzonder.
De voorstelling van Mozart's „Le Nozze di Fi
garo" door de Wagnervereeniging, welke onder
leiding van Bruno Walter heden in den Stads
schouwburg te Amsterdam wordt gegeven, zal
door den K. R. O. worden uitgezonden.
SOERABAJA, 19 Nov. (Aneta). Ook voor het
in Nederlandsch-Indië vertoevend personeel der
Koninklijke Marine is thans de beschikking af
gekomen, dat aansluiting bij groepen of ver-
eenigingen van personen op sociaal-democrati-
schen grondslag, niet meer verboden is.
Aan het eindverslag der Tweede Kamer over
het wetsontwerp, houdende maatregelen ten
aanzien van de invoerrechten in Nederlandsch-
Indië, is het volgende ontleend:
Verscheidene leden merkten op, dat de voor
gestelde verhooging van invoerrechten niet kan
worden gezien los van den geheelen economi-
schen en budgetairen toestand in Ned.-Indië.
Naar het oordeel van enkele leden heeft de
volkshuishouding van de laatste conjunctuur
verbetering niet geprofiteerd. Van de voorge
stelde verhooging van invoerrechten verwachtten
zij voor de inheemsche bevolking groot nadeel.
De Nederlandsche Akkerbouwcèntrale maakt
bekend, dat de steunvergoeding voor voeder
erwten van den oogst 1938, welke voldoen aan
de daartoe gestelde eischen en door den teler,
die deze erwten zelf heeft geteeld, zijn gedena
tureerd in het tijdvak 14 tot en met 19 Novem
ber 1938, zal bedragen f 1— per 100 kg.
De steunvergoeding voor in hetzelfde tijdvak
door telers of handelaren gedenatureerde veld
boonen van den oogst 1938 welke voldoen aan
de kwaliteitseischen zal f 2.50 per 100 kg. be
dragen.
's-Gravenhage, 18 Nov. 1938.
Het Soc.-Dem. Tweede Kamerlid Albarda
heeft aan den minister van Koloniën gevraagd,
Of het waar is, dat onlangs aan Duitsche reizi
gers van Joodschcn bloede door een immigra
tieambtenaar te Batavia verboden is daar aan
land te gaan, hoewei deze reizigers wel te Sa-
bang en Belawan aan den wal waren geweest
en zij konden aantoonen niet voornemens te
zijn, zich in Ned.-Indië te vestigen en dat door
dien ambtenaar van die reizigers is verlangd,
dat zij schriftelijk zouden verklaren, niet als
.Ariërs" te kunnen worden beschouwd.
Wil de minister mededeelen, aldus de vraag
steller, of hij het beleid van den immigratie
ambtenaar te Batavia goedkeurt en, indien hij
dit niet goedkeurt, welke maatregelen zijn ee
nomen, om te voorkomen, dat in den vervolge
onderscheid wordt gemaakt tusschen Joodsche
en niet-Joodsche reizigers?
AARDOLIE-ONTGINNING
OP JAVA
In het eindverslag van de Tweede Kamer over
het wetsontwerp, houdende machtiging tot het
sluiten van een overeenkomst als bedoeld in ar
tikel 5a der Indische Mijnwet met de N.V. „De
Bataafsche Petroleum Maatschappij" voor de
opsporing en ontginning van aardolie, enz. in
een terrein, gelegen in de provincies midden- en
Oost-Java verklaarden verscheidene leden tegen
dit wetsontwerp dezelfde overwegende bezwaren
te hebben als tegen het ontwerp van wet, hou
dende machtiging tot het sluiten van een over
eenkomst als bedoeld in artikel 5a der Indische
Mijnwet met de N.V. ,.Ds Bataafsche Petro
leum Maatschappij".
Naar aanleiding van de mededeeling van den
minister in de vergadering van 18 October j.l
dat de opbrengst voor de Indische schatkist uit
de 5a-contracten over 1936 en 1937 onderschei
denlijk f 2.4 en f 4.9 millioen heeft bedragen,
vroegen verscheidene leden, in welke verhouding
dit bedrag staat tot de netto-winst, welke de
aardoliemaatschappijen over 1936 en 1937 door
middel van de exploitatie-contracten hebben
gemaakt, in welke verhouding deze netto-winst
staat tot het kapitaal dezer maatschappijen in
die jaren en of de minister mededeelingen kan
doen omtrent de over vroegere jaren door de
schatkist uit de 5a-contracten genoten baten.
Een aantal leden betreurde, dat de regeering
steeds voortgaat met het overlaten van de ont
ginning van delfstoffen in Indië aan particu
liere maatschappijen in stede van exploitatie
ooor het land.
Andere leden meenden, dat er alle aanleiding
s om daartoe in het onderhavige geval niet over
te gaan.
Verscheidene leden vroegen of de minister
alsnog bereid is, een onderzoek te doen instellen
naar de mogelijkheid van een proefneming met
staatsexploitatie op beperkte schaal van ruwe
aardolie van de bron tot de kust.
Andere leden zouden ook daartegen bezwaar
maken, aangezien zij van meening waren, dat
het land zich moet onthouden van de exploitatie
ook op beperkte schaal van aardolie.
Aan het eindverslag van de Tweede Kamer
over het wetsontwerp houdende goedkeuring
van twee besluiten van den Gouvemeur-Gene-
Uw ademhalingsorganen
met de Pellets
van Dt, J. B. MEENK
BÖ keelpijn en hoest laat men voor het naar
bed gaan 'n PELLETJE langzaam weg smelten
VERKRIJGBAAR BIJ APOTH. EN DROGISTEN
Het mag een bekend feit geacht worden,
dat onze Nederlandsche Tuinbouw in het
algemeen in hevige mate gedupeerd is door
de economische crisis. In het bijzonder trof
deze catastrophe ook onze tomatencultuur
een der belangrijkste onderdeelen van
den intensieven tuinbouw. De Nederland
sche tomaat had in de voor- en na-oorlog-
sche jaren zeer groote afzetgebieden gevon
den in de ons omringende landen met
name Duitschland en Engeland. Hoewel de
vraag naar onze tomaten op de buitenland-
sche markten in geenendeele verminderde,
deed het autarkisch streven, hetwelk zich
openbaarde in hooge invoerrechten, contin-
genteeringen en andere belemmeringen, on-
aen tuinbouwexport en daarmede onzen
tomaten-export tot een ongekend laag peil
dalen.
De afzet in het buitenland daalde in 10 jaar
tijds met niet minder dan 4614 pet. Vanzelfspre
kend oefende dit enorm verlies van afzetgebied
een catastrophalen invloed uit op den prijs van
het product. Ter illustratie hiervan diene, dat
aan een der grootste Westlandsche veilingen de
gemiddelde prijs (per 100 kg.) vóór 15 Juli (de
periode, waarin de z.g. gestookte tomaten aan
de veiling komen) en na 15 Juli (de periode
van de koude kastomaten) in tien jaar tijds
terugliep van 54.10 tot 22.23 en van 16.48
tot ƒ5.50.
Hieruit blijkt, hoe volkomen prijsvernietigend
de invloed is geweest, ontstaan door het ver
dwijnen van een groot deel van onzen export.
Wat deze prijsinstorting voor onzen Nederland-
schen Tuinbouw in het algemeen en voor de
individueele tuinders in het bijzonder beteekent,
is zonder meer duidelijk.
Het bleek daarom noodig meer dan tot
dusver afzet te zoeken op de eigen binnen-
landsche markt. Het Centraal Bureau van
de Tuinbouwveilingen heeft sinds verschei
dene jaren getracht door een intensieve
reclame-campagne de binnenlandsche markt
meer dan voorheen voor onze tomaten te
veroveren. Deze reclame heeft uitstekende
resultaten opgeleverd. Terwijl vóór 1925 het
gebruik van tomaten in ons land nog zeer
gering was, bedroeg de verkoop voor het
binnenland in 1932 reeds 6.000.000 kg., welk
kwantum in 1937 steeg tot ruim 13.000.000
kg. De binnenlandsche consumptie is dus in
5 jaren tijd meer dan verdubbeld.
Ondanks dezen beteekenenden vooruitgang van
den afzet in het eigen land, bleef echter jaar
lijks een aanzienlijke hoeveelheid der op onze
veilingen aangevoerde tomaten onverkocht,
welke hoeveelheid voor het grootste gedeelte aan
vernietiging moest worden prijsgegeven. In het
vorige jaar waren niet minder dan ruim 11 mil
lioen kg. tomaten, zelfs tegen den minimumprijs
van 4 ct. per kg., niet te plaatsen.
Om nu toch zooveel mogelijk dit kostelijk
product aan zijn bestemming te doen komen,
werden vanaf 1935 geregeld ook tomaten be
schikbaar gesteld ter distributie onder de werk-
loozen; op deze wijze zijn in 1937 ongeveer
700.000 kg. versche tomaten en 1.300.000 kg.
tomaten, verwerkt tot tomatensoep, onder de
werkloozen gedistribueerd, zoodat wij kunnen
vaststellen, dat door de Levensmiddelendistri-
butie in totaal thans 2 millioen kg. tomaten
worden afgenomen.
Het blijft echter bij een deel, en wel een klein
deel van het surplus; meer dan 9 millioen kg-
tomaten van prima kwaliteit werden in 1937
vernietigd.
Onder deze omstandigheden ligt de vraag
voor de hand of niet met vernieuwde kracht
moet getracht worden dit overschot op doeltref
fende wijze een bestemming te doen vinden.
De tomatencampagne 1938 begon onder
wel zeer zorgwekkende internationale om
standigheden. De politieke spanningen in
Europa namen van dag tot dag toe. Gezien
deze situatie, meende de regeering bij wijze
van voorzorg ten aanzien van onze voedsel
voorziening, een veel grooter kwantum toma
ten tot soep te moeten doen verwerken dan
in vorige jaren geschiedde ten behoeve van
de levensmiddelendistributie. Gelukkig heeft
de wereldtoestand zich dusdanig gewijzigd,
dat de naaste toekomst met meer gerustheid
mag worden tegemoetgezien en is het er
niet toegekomen den voorraad tomatensoep
te gebruiken voor het doel, waarvoor de
regeering vreesde dezen noodig te hebben. In
dien rekening gehouden wordt met de hoe
veelheid, welke het departement van Sociale
Zaken zal noodig hebben voor de distributie,
blijft er nog een extra-hoeveelheid van on
geveer 4.5 millioen literblikken over.
Het Centraal Bureau van de Tuinbouwveilin
gen heeft nu aan de regeering aangeboden deze
voorraad in den komenden winter onder het
publiek te brengen. De regeering is op dit voor
stel ingegaan. Er staan thans dus 4.5 millioen
literbussen tomatensoep klaar om tegen lagen
prijs hun weg naar de consumenten te vinden,
waarvoor het Centraal Bureau een grootsche
campagne zal gaan voeren,
De afzet zal plaats hebben met inschakeling
van den binnenlandschen handel, welke zich
met de distributie van groenten en fruit in ver-
schen of geconserveerdpn vorm bezighoudt. De
prijs wordt zóó gesteld, dat ieder ook inderdaad
in staat zal zijn het product te betrekken.
De uitvoering van een en ander zal zeker
groote inspanning vergen. Het Centraal Bureau
is zich hiervan ten volle bewust, doch het is
evenzeer overtuigd van het succesvol ten uit
voer brengen van het plan, indien allen mede
werken. Op die medewerking wordt gerekend,
want de zaak is dat ten volle waard. Het tuin-
bouwbelang is ermede gediend. Deze bedrijfstak,
die in zoo zorgelijke omstandigheden verkeert,
moet in ons eigen land meerderen afzet vinden
voor dit waardevol product. En dat is mogelijk.
Immers aan het Nederlandsche publiek wordt
een zeer gezond voedingsmiddel geboden, dat
als algemeen volksvoedsel nog altezeer onbe
kend is.
In deze tijden, nu zoo breede lagen van
ons volk een zwaren strijd om het bestaan
voeren, is het van het grootste belang aan
de voedselvoorziening alle aandacht te
schenken en geen gelegenheid voorbij te
laten gaan, die kan dienen om een gezond
product onder ieders bereik te brengen. Het
mag niet meer voorkomen, dat groote hoe
veelheden tomaten, welke bij de instand
houding en bevordering der volksgezond
heid van buitengewone beteekenis kunnen
zijn, aan vernietiging worden prijs ge
geven. Dit zou ook in het belang van het
Nederlandsche volk niet verantwoord zijn.
Er is echter meer. Uit het bovenstaande volgt
reeds, dat het de bedoeling is ons volk in al zijn
geledingen te maken tot 'n vasten gebruiker van
een der meest gezonde voortbrengselen van on
zen bodem. Het doel waarnaar gestreefd wordt,
is: dat tomatensoep aan het einde van deze
campagne volksvoedsel is geworden. Dan is
tevens de vraag gevestigd. En deze algemeene
vraag opent perspectieven voor de toekomst.
In volgende jaren kan dan de industrie de
kans waarnemen en de zorg ook voor dit deel
der voedselvoorziening op zich nemen. Dat onze
conservenindustrie deze kans zal grijpen, be
hoeft niet betwijfeld te worden. Zeker zal de
Nederlandsche ondernemingsgeest zorgdragen,
dat de vraag naar het product volledige be
vrediging kan vinden. Dat hierbij tevens de
handel zal klaar staan om, als schakel tusschen
fabriek en consument, de distributie van het
product op zich te nemen, behoeft voor hen, die
de energie van deze middenstanders kennen, geen
betoog. Beide, industrie en handel, hebben in
moeilijke jaren getoond te weten, wat aanpak
ken is.
Het Centraal Bureau vat zoo vol moed zijn
taak aan. Het doet een beroep op aller mede
werking. Het mag dit doen, want velerlei belan
gen zijn gediend bij het welslagen van zijn
pogen. De Nederlandsche Tuinbouw heeft het
noodig; aan onze industrie en handel brengt
het arbeid en wel, een in alle opzichten produc
tieven arbeid; en aan den Nederlandschen con
sument tenslotte wordt een voedzaam, gezond
en goedkoop product beschikbaar gesteld, zoodat
evenzeer de algemeene volksgezondheid er mee
gebaat is.
raai van Ned.-Indië tot wijziging en aanvulling
van afdeeling m her begrooting van Ned.-
Indië voor het dienstjaar 1938 is ontleend, dat
verscheidene leden er de voorkeur aan zouden
hebben gegeven, indien de Kamer bij dit ont
werp de gelegenheid had gehad om zich om
trent elk van de ter goedkeuring voorgelegde
besluiten van den Gouverneur-Generaal af
zonderlijk uit te spreken.
Enkele leden verklaarden, hun stem aan dit
ontwerp niet te kunnen geven. Zij brachten in
herinnering, dat indertijd tegen het voorstel
tot verhooging van de loonbelasting tot 4 pCt.
veel verzet is gerezen. De economische toestand
van Ned.-Indie is nog te slecht, dan dat de ver
laging van deze belasting thans reeds ongedaan
mog worden gemaakt. Indien nieuwe bronnen
moeten worden aangeboord, komen het defen
sie-uitvoerrecht en de rubberbelasting eerder
voor verhooging in aanmerking.
VERKOUDHEID
BRONCHITIS
Sedert meer dan 30 jaar wordt
Siroop Famel door doktoren
gewaardeerd als een betrouw
baar geneesmiddel ter bestrij
ding van aandoeningen der
ademhalingsorganen
SIROOP
Kleine flacon f 1.15 Groote flacon f 1.90
Aan het Voorloopig Verslag der Tweede
Kamer over de begrooting van Binnenlandsche
Zaken is het volgende ontleend:
Ook ditmaal werd gewezen op den onbevre-
digenden toestand ten aanzien van de lijkver
branding, die geschiedt zonder dat zij wette
lijk geoorloofd is. Een wettelijke regeling werd
dringend noodig geacht.
Vele leden vestigden opnieuw de aandacht
van den minister op het steeds voortschrijden
van de zedenverwildering. Nu meer en meer
blijkt, dat de verdediging van de publieke eer
baarheid in handen van vele gemeentebesturen
absoluut onvoldoende veilig is, rijst de vraag,
of de tijd niet rijp "is voor een wet, die althans
de ergste excessen tegengaat. Zij zouden het
waardeeren, indien de minister ter zake het
overleg met zijn ambtgenoot van Justitie zou
willen heropenen.
Andere leden ontkenden, dat hier te lande
van voortschrijdende zedenverwildering gespro
ken kan worden. Reeds daarom gevoelden zij
aan bijzondere maatregelen geen behoefte.
Verscheidene leden vestigden er de aandacht
op, dat bij enkele burgemeesters geen juist be
grip blijkt te bestaan omtrent hun bevoegd
heid ten opzichte van het verbieden van film-
vertooningen.
Sommige burgemeesters hanteeren deze be
voegdheid, alsof zij kunnen optreden als een
instantie naast de centrale commissie, die be
oordeelt of een film in strijd is met de cjpen-
bare orde of goede zeden.
Gevraagd werd of de minister dezen burge
meesters wil duidelijk maken, dat zij met een
dergelijk optreden hun bevoegdheid te buiten
gaan.
Verscheidene andere leden drongen daaren
tegen aan op verruiming van de bevoegdheden
van de burgemeesters ten aanzien van de toe
lating van films.
Eenige leden wenschten de regeering te waar
schuwen tegen de steeds grooter wordende
overheersching van het geheele fümbedrijf door
„volksvreemde" elementen.
Vele leden waardeerden, dat de regeering in
de millioenennota mededeelt, een andere re
geling te overwegen van de financieele ver
houding tusschen het Rijk en de gemeenten,
waarbij aan een deel van de bestaande bezwa
ren zou kunnen worden tegemoet gekomen Deze
leden erkenden met de regeering dat voortzetting
van de huidige methode van ondersteuning van
gemeenten, die na toekenning van de gewone
bijdragen uit het Werkloosheidssubsidiefonds
niet tot een sluitende begrooting kunnen ge
raken, niet langer verantwoord is te achten,
ook wijl daardoor het verantwoordelijkheidsge
voel wordt verslapt.
Vele leden betwijfelden evenwel, of de
voorstellen, welke de regeering in uitzicht
stelt, in voldoende mate de gewenschte ver
betering zullen brengen en of zij in som
mige opzichten zelfs niet een achteruitgang
zullen beteekenen.
Dat gemeenten, die extra bijdragen behoeven,
maar thans uit het Werkloosheidssubsidiefonds
voor een groot deel slechts voorschotten ont
vangen, voortaan naar de bedoeling der regee
ring voor bijdragen a, fonds perdu in aanmer
king zullen kunnen komen, kan een belangrijke
verlichtinggeven, vooral in de toekomst, maar
dit voordeel zou duur worden betaald, als zij
dan niet slechts als noodlijdend zullen worden
behandeld, maar als bovendien de eischen tot
inperking van de uitgaven nog zullen worden
verscherpt, zooals uit de millioenennota kan
worden gelezen. Deze leden waren van oordeel,
dat er in het algemeen de versobering van de
gemeentelijke huishouding reeds zeer ver is
doorgevoerd.
Indien het de regeering werkelijk ernst rs
met het herstel van de zelfstandigheid der ge
meenten, aldus deze leden, dan moet zij trach
ten te voorkomen, dat de gemeenten noodlij
dend behoeven te worden. Dan zal het echter
noodig zijn, de wet betreffende de financieele
verhouding tusschen het Rijk en de gemeenten
aan de gewijzigde omstandigheden aan te pas
sen en voor de dekking van de werkloosheids
uitgaven, de uitgaven voor steun aan kleine
zelfstandigen en de kosten van armenzorg een
gewijzigde regeling vast te stellen. Zoolang de
kosten van armenzorg, waartoe gerekend wordt
de steun aan kleine zelfstandigen, door stelsel
matige overheveling op groote schaal van rijks-
steungevallen stijgen, zullen tal van gemeenten
niet of niet blijvend geholpen kunnen worden.
Zoo worden Amsterdam en Rotterdam door
uitgaven voor steun aan kleine zelfstandigen
feitelijk een vorm van crisissteun belast
met bedragen van onderscheidenlijk ongeveer
3 en 2 millioen gulden.
Eenige leden betoogden, dat de moeilijkheden,
waarin de gemeenten verkeeren, voor een groot
deel te wijten zijn aan de deflationistische
politiek, door de regeering tot September 1936
gevoerd.
Verscheidene leden drongen aan op een vlot
tere afdoening van de goedkeuring der ge
meen tebegrootingen.
Vele leden vestigden er de aandacht op, dat
de bemoeienissen van de regeering met en haar
toezicht op het beleid der gemeenten eer toe
nemen dan afnemen. Dit verschijsel hoe
zeer ten deele ook verklaarbaar als gevolg van
de financieele afhankelijkheid der gemeenten
van het Rijk blijft in de kringen van hen.
die de gepieentelijke zelfstandigheid beschou
wen als een onmisbare voorwaarde voor een
doelmatig bestuur, ongerustheid wekken.
Een van de meest bedenkelijke wijzen van
inmenging in het bestuursbeleid der lagere
organen achtten deze leden de nog steeds
groeiende neiging van de regeering om der,
gemeentebesturen per rondzendbrief zooge
naamde „aanwijzingen" te geven, die in wezen
bevelen zijn.
Miet de circulaire-politiek is het thans reeds
zoover gekomen, dat zelfs aan financieel nog
geheel zelfstandige gemeenten „aanwijzingen'
worden gegeven. Met klem drongen deze leden
er op aan, dat de minister deze politiek zal
staken, wijl daarmede het initiatief en het ver
antwoordelijkheidsgevoel bij de lagere organen
worden afgestompt.
Ernstig keurden deze leden voorts af, dat de
minister gemeenten dwingt, soms verder dan de
gemeentebesturen toelaatbaar achten, te bezui
nigen op noodzakelijke uitgaven in het belang
van de volksgezondheid, zooals kindervoeding
en kinderkleeding, uitzending van zwakke kin
deren naar buiten en instandhouding van het
schoolartseninstituut. De maatregelen, door
sommige gemeenten, in opdracht van den mi
nister getroffen, hebben de ondervoeding var
de schooljeugd doen toenemen.
Enkele leden stelden de vraag, of handhaving
van de burgerwacht nog wel noodzakelijk ls.
Andere leden daarentegen meenden, dat deze
instelling vooral in de huidige omstandighedei
niet diende te worden afgeschaft.
Den gang van zaken ten aanzien van de
luchtbescherming achtten vele leden onbe
vredigend.
In de eerste plaats merkten zij op, dat niei
wordt nagekomen de bfj de behandeling van
de wet betreffende bescherming tegen lucht
aanvallen gedane toezegging, dat de maatre
gelen, welke voor rekening van de gemeenten
genomen zouden moeten worden, geen noe
menswaardige kosten zouden medebrengen en
niet tot nieuwe verplichtingen van eenigen
omvang zouden leiden.
In de tweede plaats wezen deze leden er op,
dat de regeering bij de tot stand koming van
deze wet met nadruk heeft verklaard, dat het
maken van schuilplaatsen ten behoeve van het
publiek voor rekening van het Rijk zou komen.
Nu maakt de regeering van de omstandigheid,
dat thans meer aandacht wordt besteed san
sehuilloopgraven dan aan kelders, gebruik om
bij rondzendbrief van den minister van Sociale
Zaken te verklaren, dat dit een gemeentelijke
aangelegenheid is, maar dat de gemeenten
daarvoor een bijdrage uit het Werkloosheids-
subsidiefond kunnen verkrijgen. Deze ledfen
achtten het onjuist, dat dit reeds overbelaste
fonds wordt bezwaard met uitgaven, welke bij
artikel 13 van de begrooting van Binnenland
sche Zaken thuisbehooren.
Eenige leden bestreden de opvatting van den
minister als zou de bouw van bom- en gasvrije
schuilpaatsen in het algemeéh achterwege kun
nen blijven.
Andere leden merkten op, dat hiermede ge
weldige bedragen zouden zijn gemoeid zonder
dat nochtans een eenigszins afdoende bescher
ming zou zijn verkregen. Zij achtten het daar
om beter, dat in tijd van oorlogsgevaar overal,
waar dit mogelijk is, diepe loopgraven zullen
worden gemaakt.
Verscheidene leden drongen opnieuw aan op
meer samenvoeging van gemeenten.
Andere leden maanden in dit opzicht tot
groots voorzichtigheid. Sommige leden bepleit
ten samenvoeging van de Haagsche randge
meenten bij 's Gravenhage.
Wederom vestigde men de aandacht op de
treurige omstandigheden, waaronder de crisis-
slachtoffers uit de groep der zgn. kleine zelf
standigen verkeeren. Men achtte het onbillijk
deze personen, langer als armlastigen te be
handelen. Daarom vroeg men, of de minister er
toe wil medewerken, dat zijn ambtgenoot van
Sociale Zaken voor deze groep een steunrege
ling treft.
Vele leden betoogden, d^t ondanks de be
langrijke verbetering in de volkshuisvesting in
ons land op dit gebied nog veel te doen valt
Wel is waar staat een groot aantal woningen
leeg, maar het meerendeel daarvan zijn geen
volkswoningen. Het is thans, nu nog een groote
werkloosheid heerscht, in het bijzonder ook in
de bouwvakken, bij uitnemendheid de tijd, om
misstanden op woning-gebied op te ruimen.
Andere leden zouden het op prijs stellen, in
dien de minister de particuliere bouwnijverheid
zou willen aanzetten tot het bouwen van goed-
koope volkswoningen door het toekennen van
bouwpremies, zooals enkele jaren geleden in
verschillende gemeenten werd gedaan.