Euwe speelt remise Aljechin tegen A.D.O. neemt door een zege op Vitesse den kop <3id m&aal aan den dag De avonturen van een verkeersagent je W.F.C. laat zich verrassen ONZE LANDGENOOT STOND OP WINST v NIEUW SUCCES VAN ST. GEORGE Shaken geschreven wordt? HONIG's e MAANDAG 21 NOVEMBER 1938 SCHAKEN ngenieuze aanval van den wereld' kampioen ontnam hem zijn voordeel Ook Capablanca—Fine remise V. te; flj EuweAljechin Capablanca stond op winst tegen Fine (Ingezonden Mededeéttng) T GE KUNNEN VOLGEN, WAT OVER TWEEDE KLASSE l.V.C.B. Hertha bewijst Zwaluwen Vooruit een dienst door L.V.V. te slaan Groote zege van V.V.E. - De oom van Hartman 2e KLASSE K.N.V.B. D.W.V. paste echter in Utrecht op zijn tellen en bedwong Hercules R.C.H. klopt H.F.C. W.F.C.Alkm. Boys 03 POOR reist incognito FRITZ METZNER Wh*' wy hebben een smedery, hoogheid. Ik Ik daar altyd meegeholpen. Maar ik wilde eenmaal altijd adellijk Slot zijn. Ik stelde dat zoo eenvoudig voor,,,." Hiermede wordt zoowel b2 als e2 gedekt. 21 22. Pc2a3 23. Pa3c2 24. Pc2a3 Pe8—Ci6 Pd6—f5 Pf5d6 E>e51;5 Zondag werd te Breda onder groote be- 'sngstelling de tiende ronde van het ^■V.R.O.-tournooi gespeeld. In een Caro- Sann werd de partij tusschen Keres en ^lohr in 30 zetten remise. Aljechin verde lgde zich West-Indisch tegen Euwe en ook fleze partij werd. na 41 zetten, remise ge- Steven. c£Pablanca—Fine en Reshevsky—Botwinnik aaten partijen met de Nimzo-Indische verde- 'sting. De eerste werd na 43 zetten afgebroken, ce laatste na 40 zetten. Op weg naar Amster- 31 deelde Capablanca aan den wedstrijdleider kabdau mede, dat hij met remise genoegen A stand luidt thans: 1. Fine 6pnt. plus 1 Gebroken partij; 2. Keres 6 pnt. plus 1 af stoken partij; 3. Capablanca 5 punten; 4. 'otWinnik i1A pnt. plus 2 afgebroken partijen; Aljechin 4% pnt. en 1 afgebroken partij. .®Uwe VA pnt.; 7. Reshevsky 3 punten plus 3 Ebroken partijen; 8. Flohr 3 punten. afgebroken partijen worden heden te Am- lrtfam verder gespeeld. ^et was een West-Indische opening, waarbij Mt op den éden zet in plaats van het ver- ,'achte Lb7 den looper naar a6 bracht, een 'lsU\vigheid, waarvan de waarde ons tamelijk ocbkbeeldig voorkwam, daar de looper weldra naar b7 ging, zonder dat wit een zichtbaar a^6el bezorgd werd. ®kwe bouwde een geweldige aanvalsstelling en bood bij den 16den zet een paard aan 'echin, die overtuigd is, dat offercombi- van den mathematicus Euwe correct zijn, ne'gerde dit geschenk. Dientengevolge kreeg hij ®flrUkt spel en om zich te bevrijden gaf hij ü'1 Pion prijs. Men meende reeds Euwe te zien }'nhen, toen Aljechin zeer ingenieus een tegen val bedacht had, welke Euwe dwong den ';:i terug te geven. ltl het eindspel speelde de wereldkampioen op winst, Euwe hield echter door goed .^nspel stand en bereikte remise op den ''ten zet. Nimzowitsch-variant met Capa's.bekenden 4. dc2. Fine koos aanvankelijk dezelfde uitzetting als Euwe tegen Capablanca, maar öen achtsten zet week hij af en speelde Fc6 in plaats van c5 x d4. »QaPablanca was er trotsch op, een zet ge iden te hebben, welke niet in het boekje i8at. De ex-wereldkampioen verkeert nog in Picening, dat de kracht der jongeren in i.'b theoretische kennis schuilt. Inderdaad ver- f teg hij het beste spel. Door het binnendrin- ■,,!l met een toren op de 7e lijn bezorgde wit tegenstander groote moeilijkheden. Fine 5, geen betere keuze dan een stuk prijs te -ten. De Cubaan ging'er echter niet direcf 6„ 'h om de moeilijkheden te vermijden welke V zijn achterstand in ontwikkeling hier uit i»l <ten kunnen geboren worden. Pas later, toen V het stuk ten tweede male aanbood, nam j^übaan het aan. (A moeilijkheden voor Fine werden nog groo- X toen hij bovendien in tijdverlegenheid 'afn Capablanca, om eventueele gevaren te jijden, gaf het stuk terug en won een pion J^ij had toen een gewonnen toreneindspel, om zijn tegenstander geen tijd rot den- C te geven, speelde hij eveneens1 vlug met C resultaat, dat Fine zijn achterstand kon Jteien en een remise-eindspel bereikte. 6 partij werd afgebroken. In den trein naai ilj schriftelijke cursus leert U in één maand X, Publicaties en verslagen begrijpen. HANS V°CH en TH. M. E. LIKET leeren het U 'i.-sns „De Schaakwereld"-metho<fe. Slechts V v®rloren uurtje per week en over 4 weken V ge schaken. Aanvang 29 November. Prijs tic, J1 den geheelen cursus 0.60 franco. Zendt V essel of stort het bedrag op giro 184041 tiij .,De Schaakwereld", Nes 53, Amsterdam, vermelding „Schaakcursus." de hoofdstad deelde de Cubaan aan Landau mede, dat hij zich met remise tevreden stelde De party EuweAljechin had het volgende verloop: Wit: Dr. M. Euwe Zwart: Dr. A. Aljechin West-Indisch. 1. d2d4 2. c2c4 3. Pgl—f3 Pg8—f6 e7e6 Dr. Euwe heeft zijn tactiek gewijzigd, vroeger speelde hij 3. Pc3 om juist de Nimzowitsch- verdediging uit te lokken, thans vermydt h« dit. 3b7—b6 4. g2g3 Lc8a6 Aljechin zou geen Aljechin zyn wanneer hij niet iets nieuws zou probeeren. Deze zet werd nog nooit gespeeld, al bestaat een dergeiyke idee in de West-Indische verdediging, welke van Nimzowitsch afkomstig is. 5. Ddl—a4 Dit ziet er goed uit. De dame dekt c4 en houdt tegelijkertyd het paard op b8 vast, dat den looper moet dekken. 5 6. Lflg2 7. 0—0 Lf8e7 0—0 La6b7 Nu blijkt La6 een verloren zet geweest te zijn, maar aan den anderen kant kan Da4 niet als winnende zet beschouwd worden. 8. Lel—f4 c7c5 De bekende methode om zich op de c-iyn tegenspel te verschaffen. 9. Pblc3 c5xd4 10. Pf3Xd4 Wit moet ruil der loopers toelaten. Immers hy zoekt zyn voordeel in de betere, pionnen- formatie, de d-pion van zwart zou zwak kun nen worden. 10Lb7xg2 11. KglXg2 Dd8--c8 Maakt Pc6 mogelük, terwyi ook de dame op b7 goed komt te staan. 12. Tfl—dl Wit speelt consequent op den zwakken d- pion. 12Dc8b7t 13. f2—f3 Tf8—c8 14. Pd4b5 Db7—c6 Er dreigde Pd6, waarna zwart zyn looper had moeten afstaan. 15. Tal—cl! Een fijne zet, zwart kan niet op c4 nemen wegens dameruil en Pc7 met winst van de kwaliteit. 15Ff6--e8 Op a6 had gevolgd Pd6 e. v. Ld6: TdS: Dc4: Dc4 Tb6: met voordeel voor wit. 16. PC3d51 Een fraai offer. Op 16Ed5; 17. d5 Db7, 18. Tc8 Dc8, 19. Tel Db7, 20. De4 d6, 21. Pd6 Pd6, 22. Ld6 LdC, 23. De8+ Lf8, 24. Te8 enz. 16 17 Pd5b4 18. Lf4Xb8! 19 TdlXd7 20. Pb4c2 21. Pb5c3 Le7—f8 Dc6—b7 Db7xb8 a7a5 Db3e5 Blijkbaar speelde de wereldkampioen nog op winst, anders zou hy zijn vorigen zet wel her haald hebben. 25. Tel—dl Dc5—b4 Niet goed zou geweest zyn Pc4: wegens 26. Pc4: Dc4: 27. Dc4: Tc4: 28. Tb7 Lc5 Tdl—67 en wit staat beter. 26. Da4b3 Pd6Xc4 Nu behoeft zwart niet de dame op c4 te rui len. Zwart wint den pion terug en staat- minstens gelijk. 27. Pa3Xc4 Tc3>'cl 28. Td7—b7 Do4v;b3 29. a2Xb3 Tc4b4 30. Pc3—a4 Tb4vb3 31. Tb7Xb6 Tb3Xb6 32 Pa4Xb6 Ta8b8 33. Pb6—c4 a5a4 34. Tdl—d2 g7g6 35. Pc4r—e5 Lf8—g7 36 Pe5d3 Tb8C8 37. Kg2fl Lg7d4 38. Td2—dl e6e5 39. Tdl—al Tc8c4 40. Tala3 f6—f5 41. b2—b3 Remise. Wij vernemen, dat de afgebroken partijen heden Maandagavond om zes uur in Krasna- polsky te Amsterdam aanvangen. De afgebroken party tusschen Capablanca en Fine, werd door den Cubaan alsnog remise ge geven. De afgebroken partijen, welke nog uit de vorige ronden zijn overgebleven, worden Maandagavond te Amsterdam voortgezet. Hertha is er in geslaagd Zwaluwen Vooruit een grooten dienst te bewyzen. LVV, dat een mooie kans had nog met de leiders gel-yk te komen, maar daarvoor dan ook geen enkel puntje van zijn achterstallige wedstrijden meer mocht verliezen, is onverwacht gestrui keld. Met 2—0 bleven de gastheeren in de meerderheid, een resultaat, dat ook henzelf best van pas komt. Zwaluwen Vooruit zorgde ervoor, dat het zelf ook aan de verbetering van zijn positie medewerkte. Het ging wel niet gemakkelijk tegen WY, dat immers onderaan bengelt, maar in ieder geval toonden de Utrech tenaren zich twee doelpunten sterker, zoodat ook de winst twee volle punten bedroeg. Knap werk deed HMS 2, dat het sterke RKBVV een 4—1-nederlaag toebracht. Ook Actif deed het goed, getuige de 40-zege op MSV, waar mede het nu van positie heeft gewisseld. Saes- tum en Olympia vlogen elkaar te Zeist In de haren. Ten slotte trokken de gastheeren met 32 aan het langste eind. Zwaluwen Vooruit 8 6 2 0 14 27—12 SDO 5 1 2 11 23—17 LVV 6 3 2 1 8 15— 8 RKBVV 7 3 2 2 8 13—12 Saestum 8 3 2 3 8 20—23 Actif 7 2 2 3 6 15—16 Olympia 6 2 1 3 5 11— 9 Hertha 6 2 1 3 5 12—17 HMS 2 7 2 1 4 5 20—20 MSV 8 1 3 4 5 9—24 VVV 5 1 0 4 2 7—11 In Ib heeft St. George tegen WA 2 geen risico genomen. Met een veilige 53-ov-erwin- ning handhaafden de Spierdykers hun fraaien voorsprong. Overigens is deze zege heusch geen luxe, want ook de achtervolgers gaan de za ken nu serieus opvatten. DOSS liet zich niet verrassen door VIC en sloeg zijn stadgenooten, wier opmarsch voorloopig mislukt is, met 2 0. Always Forward blijft eveneens het goede pad houden. The Victory kreeg tenminste in Hoorn geen kans en moest met een 41-ne- derlaag afdruipen. RKAV heeft den zwaren strijd ook niet vol kunnen houden. Er vielen de laatste weken nogal eens nederlagen en ook gisteren tegen Constantius kon men het niet tot een zege brengen, al was het verschil dan ook maar zeer gering. Van Constantius even goed een prestatie die er wezen mag. Zwaluwen deed het ook al niet slecht en snoepte den re serves van de landskampioenen een kostbaar punt af. St. George 8 5 3 0 13 23—14 DOSS 9 5 2 2 12 34—20 Always Forward 7 5, 0 2 10 34—16 RKAV 9 4 0 5 8 17—17 Constantius 7 4 0 3 8 12—18 Volendam 2 7 2 3 2 7 16—20 Vic 7 3 1 3 7 19—28 The Victory 8 2 1 5 5 15—28 Zwaluwen 5 1 1 3 3 5— 9 WA 2 8 0 3 5 3 9—22 In Ila is de bigmatch ADOVitesse in een klinkende zege voor dé Heemskerker club ge ëindigd. Met niet minder dan 30 moest Vi tesse de meerderheid van zijn gastheeren er kennen, waardoor de Castricummers tevens van de leiding verdrongen zijn. Van ADO een fraaie prestatie. Trouwens, de manier waarop het den kop genomen heeft bewijst afdoende, dat deze voorloopige bezetting van de eerste plaats best eens een definitieve zou kunnen zijn! Al zijn natuurlyk ook Lisse en.... Vitesse er nog. Ook VVE is plotseling een eind naar voren gekomen en mocht men dit nog niet zoo opgemerkt hebben, de 9—1-overwinning op Santpoort 2 behaald, accentueert zijn bedoe lingen geheel en al. E.SM bewees zichzelf een heel goeden dienst door een 20-zege op Tey- lingen, maar DSSH stelde geducht teleur, door tegen OIV een punt te verspelen. Van de iilmuideniren intüsséhen een kranige beurt. ADO 8 4 3 1 11 14— 2 VVE 8 4 2 2 10 22—17 Lisse 8 4 2 2 10 15—14 Vitesse 9 4 2 3 10 15—12 Dem 7 4 1 2 9 23—10 DSSH 8 2 4 2 8 14—15 BSM 9 2 3 4 7 12—29 Santpoort 2 8 2 2 4 6 19—25 TeyHngen 9 2 2 5 6 10—12 OIV 8 1 3 4 5 7—14 Mijnheer Hartman was een eerzaam kan toorklerk. Hij volbracht zijn dagelijksche plichten bij dé firma Schuit en Zoon met nauwgezetheid en hij accepteerde het lage sa laris met een kennelijk gevoel van dankbaar heid. Hij was een man zonder idealen en hij vroeg weinig van het leven, omdat hij met een beetje tevreden was. Maar één ding was er in zijn bestaan, dat hem zelf van trots vervulde, doch dat anderen irriteerde. Mynheer Hartman had een oom, die schepen bouwde en bovendien lid van den gemeenteraad was, ergens in een ander gedeelte van het land. Die oom werd door mynheer Hartman vereerd en bij elke gelegen heid prees hy de groote daden van den scheeps bouwer en citeerde hij diens uitspraken in veler lei kwesties. En dat verdroot de collega's van mijnheer Hartman, die altijd maar moesten toeluisteren. „Het ïykt wel of hij de eenige man ter we reld is, die een oom heeft," zei v. d. Pas. „En ik denk niet, dat die oom zoo trotsch op zyn neef is," voegde de Bruin er aan toe. „Weet je wat, we moesten dien Hartman er eens tusschen nemen. Laten we hem een tele gram sturen, dat die miraculeuze oom overleden is en dat hij hem een massa geld heeft nagela ten. Ik heb een broer, die handelsreiziger is, die kan het telegram afzenden, wanneer hij in Rotterdam komt en dan laten we het hier be zorgen, dan hebben we zelf het pleizier er van." Een paar dagen later, toen mynheer Hartman verdiept was in het natellen van een lange reeks cyfers, bracht de jongste bediende hem een te legram. Met bevende vingers scheurde hij het open. De Bruin en v. d. Pas keken nieuwsgierig toe. Hartman zag eensklaps verschrikt op. „Lieve Hemel," zei hij. „Wat kan alles toch vlug gaan. Ik had het juist nog over mijn oom en vertelde, wat hij over de contingenteering van lynkoeken had gezegd en nu is hy dood." „Gecondoleerd. En laat hy je nog wat na?", informeerde v. d. Pas. „Ja, twintig duizend gulden." „Maar kerel," riep de Bruin. „Ga je nu stil leven?" „Dat is zorg voor later. Eerst moet ik myn tante telegrafeeren." En mijnheer Hartman, geholpen door zijn collega's, stelde een hartelijk condoleance-tele- gram op, waarin hij tevens naar den dag der teraardebestelling informeerde. Mijnheer Hartman ging in de middaguren niet naar huis en omdat v. d. Pas en de Bruin hun vryen tyd in de buitenlucht doorbrachten, kon het dus gebeuren, dat de heer Schuit Sr. slechts een droomerigen erfgenaam vond, toen hij het lokaal binnentrad. „Waar hangt die v. d. Pas uit," mopperde hy. „v. d. Pas en de Bruin zyn gaan koffie drin ken, mijnheer," antwoordde Hartman beleefd. „Koffie drinken.... koffie drinken. Hebben jullie niets anders om aan te denken. Ik heb jullie niet aangenomen om koffie te drinken...." „Het is hun goed recht, mijnheer," viel Hart man den woedenden patroon in de rede. „Van half een tot half twee heeft het personeel vry om te lunchen en ik zie niet in welk k^-aad daarin steekt." „Nonsens. Jullie zijn allemaal luilakken. Praatjes kunnen jullie maken, maar werken, ho maar." Mijnheer Hartman voelde zich beleedigd door de onverdiende bejegeningen. Hij dacht aan het telegram en aan de financieele onafhankelyk- heid, die hem te wachten stond en voor hij het wist, hoorde hy zichzelf zeggen: „In een betrekking, waar men my zulke din gen zegt, wensch ik niet langer te blijven. Ik ben werkelyk niet om dit slecht betaalde baantje verlegen. Houdt u er dus rekening mee, dat ik om ontslag verzoek. „Voor' mijn part hoepel je meteen op," was het antwoord van den heer Schuit Sr. Maar ;oen deze in zijn i privé-kant-oor :wam en zijn zoon- rem vroeg, wat er tan het handje vas, geloofde hij »eh niet, dat het verdwijnen van Hartman hem erg pleizierig zou stemmen. „Hy zei het zoo zelfverzekerd, zie je. Ik geloof dat hij wat anders op het oog heeft." „'t Is dwaasheid om Hartman te laten gaan,' zei' Schuit Jr. „Hy is onze beste bediende. Hy weet alles van de zaak af en wanneer hij weg is, zal de boel in het honderd loopen. U hebt hem altijd te weinig betaald en nu gaat hij na tuurlijk naar onzen grootsten concurrent Vran- ken. U moet hem overhalen te blijven." Vijf minuten later verscheen de heer Schuit Sr. wederom bij mynheer Hartman. „Ik was zoo juist een beetje driftig," zei hy, joviaal lachend. „Maar van dat ontslag komt natuurlijk niets. Ik had gedacht je chef de bureau te maken en je salaris te verhoogen tot driehonderd gulden. Ga je daarmee accoord?" „Zeker mijnheer," knikte Hartman. „Dat is in orde." Het was een herboren mynheer Hartman, die om half twee zijn collega's ontving en ze met een kleur van opwinding vertelde van zyn pro motie. „Zie je," zei hij, „die erfenis gaf mij een mo- reelen steun. Ik wenschte als bezitter van een kapitaal niet zoo afgeblaft te worden „Een telegram, mynheer," onderbrak hem de jongste bediende. „Wat nu weer," mompelde mijnheer Hart man. Toen keek hy beteuterd op. „Ik snap er niets van. Een telegram van mijn oom. Hy vraagt of ik gek ben. Hij mankeert niets, en begrijpt niet, waarom ik hem begraven wil. Dan moet er een vreeseiyke vergissing in het spel geweest zijn. Wat een geluk dat de brave man nog leeft De Bruin en v. d. Pas hebben nooit den moed gehad, mynheer Hartman te vertellen aan wien hy zyn promotie te danken had. Maar mynheer Hartman houdt vol, dat het zyn oom was, die er voor zorgde. Hetgeen tenslotte indirect ook juist was. 1.1 u/,. i En daar stonden nu Keesie en de matroos in de laan, stand beelden gelyk. In het begin kon dat Keesie wel bevallen, maar later trok hy een meewarig gezicht, alsof hij zeggen wilde: „dat bevalt me toch maar half. Ik doe net alsof het hier zco druk is met het verkeer, maar er loopt geen kip." Toen de boschgod! met het witten klaar was en den pot weer naar de schuur van den tuinman wilde brengen, kwam hem de tuinjongen tegen. Zoo'n raar wezen met een me nee hen- hoofd en bokkepooten had hy nog nooit geeien. Hij schrok geweldig en zette het op een loopen. Geheel tegen de verwachting in, heeft W.F.C, een mooie kans voorbij laten gaan, den achter stand op E.D O. eenigszins in te loopen. Alk- maarsche Boys, in Wormerveer op bezoek, verraste vriend en vijand door een overtuigende 3—0-zege, een prestatie waartoe men de Alk- maarders na hun laatste verrichtingen nauwe lijks meer in staat had geacht. R.C.H. won over eenkomstig de verwachting de derby tegen H.F.C. Ook de cyfers (31) zullen weinig ver rassing hebben gewekt. E. D. O 8 6 1 1 13 22—3 Alkm. Boys 8 4 2 2 10 16—14 W. F. C 8 4 2 2 10 10—9 R. C. H 7 4 1 2 9 22—15 O. S. V' 8 2 3 3 7 16—18 H. R. C 7 2 2 3 6 17—18 Kennemers 8 3 0 5 6 17—12 Alkm. Victrix 8 2 2 4 6 15—12 West-Frisia 7 1 3 3 5 1419 H. F. C 7 1 2 4 4 7—17 D.W.V. heeft zyn laatste kans niet voorby laten gaan. Met hoogere cijfers dan Waarop de meest fanatieke Amsterdammer zal hebben gehoopt (2—5), verhuisde de winst naar de hoofdstad. A.F.C. schoot weer eens uit zyn slof en klopte Vriendenschaar in Utrecht met niet minder dan 40. Hilversum 8 7 1 0 15 17—1 D. W. V 7 5 0 2 10 2110 Z. F. C 7 4 1 2 9 20—9 H. V C 7 4 1 2 9 17—10 A. F.' C 7 3 1 3 7 15—16 Hercules 7 3 1 3 7 7—12 Watergraafsm. 7 2 1 4 5 11—15 Zeeburgia 8 1 3 4 5 5—15 Spartaan 8 2 0 6 4 7—14 Vriendenschaar 8 0 3 5 3 3—5 Met een invaller voor v. d. Bosch nam WFC den stryd tegen de Alkm. Boys op, Aanvanke lijk ging het spel geiyk op, waarby de thuisclub door het kort spel kans op succes by voorbaat reeds uitsloot. De doelman v. d. Horst van de bezoekers geraakt dan geblesseerd en moet zich door Kos laten vervangen. Na een half uur opent V. Indrie de score (10). Bij de thuisclub wordt nog voor de rust Bleeker door Vos ver vangen. Gedurende de 2e helft hebben de gasten het beste van het spel en het duurt dan ook riiet lang of Goudsblom weet den voorsprong te ver- grooten (0—2), terwyi dezelfde speler er ver volgens 03 van maakt. De Wormerveerders komen er niet meer aan te pas, waardoor de Alkmaarders volkomen verdiend wonnen. R[(l« (U)«A v^angzaam ging Maria op den slotheer toe, en j aakte een diepe buiging, zooals 'zy dat van aVin Hughen had geleerd, j "^u Is uwe hoogheid boos op mij, omdat lk tg onbescheiden was, mijn meening rechtuit ?®ggen, nietwaar?" L-Wat is dat nog een verrukkelyk, natuurlyk heeft werkelyk Iets verkwikkends over tg.'V' dacht de vorst en glimlachte by zich- "Ëigenlijk moest lk boos op u zyn, maar tv'jöan vraag ik uwe hoogheid nederig om ver- tj.jtechuidigng. Ik meende het zoo niet. Mis- tu ien stuurt uwe hoogheid mij nu dadelijk ij ar huis, maar dat geeft niet, want mij bevalt 1 hier toch niet. Ik ben bang." °°tets was den vorst van Wemstein in zijn ete leven nooit overkomen, y^aar huis? Waar is dan eigeniyk uw thuis? vader is smid, heb ik gehoord.' „En is het dan zoo moeilyk, juffrouw Dissel- hoff?" „Ik had het my veel gemakkeiyker voorge steld, hoogheid." „Hahaha.... Zóó erg is het toch niet, is 't wel?" „Uwe hoogheid Kan geen openhartigheid velen, had graaf Margon my reeds gezegd, en daarom waê het dubbel onvoorzichtig van my." „WatZoo, zegt men datJa, mijn kind, dat is nu eenmaal de schaduwzyde van ons leven. Overal dat leege en onwareZoo denkt men dus over myTreurig, treurig, want ik ben een oude, gebrekkige man." Lang zag de vorst Maria zwijgend aan. „Wat u mij daar verteld hebt, is een bittere verrassing voor my. Maar lk zie nu in, dat ik myn leven lang verkeerd heb gehandeld. Ik heb my van myn laatsten bloedverwant gescheiden, terwille van een dame, een vorstin. Myn neef ging het huis uit, ennu komt de vorstin ook niet meer. Sindsdien is myn leven nog eenzamer geworden. En nu komt u en opent myn oogen voor een heel andere wereld. Ik ben u dankbaar daarvoor. Wilt u by den ouden, eenzamen man blijven? U zei toch, dat u verloofd was en wilde trouwen." „O ja, hoogheid, zoo gauw wy geld genoeg hebben." „En uw verloofde, is hy ook smid?" „Hij leert het vak nu by myn vader. Hy was vroeger een nietsnut, een zwerver, hoogheid." „Dat is toch niet goed, jufrouw Disselhoff." „Waarom niet, hoogheid? Ik zal dien grooten jongen heusch wel leiden." „Eigenaardige toestanden..,. Vertrouwt u er op, dat uw verloofde nog een goed, flink mensch zal worden?" „Beslist, hoogheid. Hy is dat ook altyd ge weest. Hij was alleen den laatsten tyd maar zoo'n beetje van de wys geraakt." „Ik heb de gewoonte, na tafel twee urn- te slRpen. U kunt zich intusschen uw kamers laten wijzen en ook rusten. Precies vier uur verwacht ik u in het park. De kamerdienaar zal u wel bij mij brengen." De vorst had reeds gebeld. De kamerdienaar reed hem de eetzaal uit, en direct daana kwam Maria's kamenier zich voorstellen. „Mag ik de juffrouw verzoeken, mee naar boven te gaan? Myn naam is Louise. Wanneer de jufrouw het een of ander wenscht, hier is de bel!" „Dank je, Louise." Toen Maria het groote ledikant en de toilet tafel zag, riep zij in verrukking uit: „Een sprookjesslot! Een echt sprookjesslot!" „Pardon, juffrouw. Zijne hoogheid heeft al weer den slaap niet kunnen vatten, en verzoekt u, zoo vlug mogelijk in het park te komen." Maria, die in een beige middagjapon voor het venster stond, wendde zich om en keek den be diende vragend aan. „Het is helaas meestal zoo, juffrouw. Sinds onze jonge vorst het slot heeft verlaten, vindt zyne hoogheid geen rust meer. En weet u, daar door hebben alle gezelschapsdames hun betrek king reeds verloren, omdat liaar dat te zwaar viel. Zijne hoogheid zit in den bloementuin, volgt u my maar." Reeds van verre lachte de vorst Maria toe „Het spyt mij, dat ik u in uw middagrust heb gestoord, juffrouw Disselhoff. Maar er spookte weer zooveel door het hoofd. U be-grljpt dat wel, niet waar?" De kamerdienaar nam reeds plaats achter den rolstoet van den vorst. Doch Maria reed den stoel al vooruit en lachte. „U lacht zoo vroolyk, Juffrouw Maria. Mag ik weten waarom?" „Omdat de kamerdienaar nog altyd op dezelfde plek staat. Het ïykt net of leder woord van mij op hem werkt als een slok citroensap, zoo zuur staat zijn gezicht." Vorst Harro lachte harteiyk. „Kostelijk, m'n kind! Ik leef weer heelemaal op! Zte Je, nu ben ik ook oprecht. Ik vind het jammer van den tyd, dien ik vanmiddag voorby heb laten gaan zonder u." „En ik wil u eerlijk bekennen, hoogheid, dat ik niet eens aan slapen heb kunnen denken. Ik had zoo'n medelijden met u. U bent ziek en dan zoo heel alleen in zoo'n groot slot." Maria liet den rolstoel staan, en zette zich op een bank tegenover een klein meer. „Lieve kind, om mijn ziek-zijn heeft zich vroeger nooit een gezelschapsdame bekommerd. Ik voelde duldeiyk, dat ik voor hen alleen maar een last was, dien men voortsleepte, omdat men er geld mee verdiende." „Arme hoogheid! Door mijn toedoen zult u zooiets niet m»,er hoeven ondervinden. Maar kan uwe hoogheid heelemaal niet loopen? Nee? Wy zouden dan kunnen wandelen, want dat is veel gezonder dan rijden. En uw zwak hart zal daardoor beter werden." ,3eter....? Ik heb de beste dokters!" „De natuur is de allerbeste dokter, hoogheid. Wil uwe hoogheid niet eens probeeren te loopen? Ik steun heel krachtig met mijn arm." „Zooveel last wil ik u niet aandoen, kind." „Heelemaal geen last, hoogheid. Zou het niet heerlijk zyn? lederen dag een stukje langer; u zult eens zien hoe goed u dat zal doen." Na eenige dagen stond de rolstoel van den vorst geheel verlaten. Enalle bedienden, die de nieuwe gezelschapsdame eerst met schele oogen haden aangekeken, gingen als om strijd van Maria houden. Sinds haar verschynen op Wemstein was de grimmige vorst immers ge heel veranderd, en dat kwam hun allen ten goede. Maria las een roman voor, doch werd plot- 'aling door den slotheer onderbroken. „Het verbaast my nog iederen keer, juffrouw Disselhoff! U leest die Fransche passages bij zonder vloeiend." „Ook als smidsdochter kan men een zekere mate van ontwikkeling niet ontberen, hoog heid." „En toch verrast het mij telkens weer. Maar au wat den roman betreft. Steeds opnieuw leest men van de tweespalt tusschen vader en ^oon. Kunnen de moderne schryvers nu niet eindeiyk eens een ander, een nieuw thema vinden?" „Och, hoogheid, al is dit thema al ouder dan de litteratuur zelf, toch blijft het steeds nog nieuw. Dagelyks komen immers ouders en kinderen nog in botsing. Soms komt dat voor uit al te streng vasthouden aan tradities, doch dikwijls ook is het pure eigenzinnigheid waardoor een botsing tusschen de generaties ontstaat." Vorst Harro keek Maria scherp aan. „Ik heb u niet van de oneenigheid met myn bloedverwant verteld, opdat u die geschiedenis nu tegen my zoudt uitspelen, beste kind." „Uwe hoogheid heeft mij toch bevolen, over elk boek dat wij lezen, ronduit mijn meening te zeggen." „Jij, klein brutaaltje! Dat is hier zoo onver wachts op Wernstein komen binnensluipen, en hoor nu eens aan! Het is mooi, hoor! Doch die geschiedenis van mijn onbezonnen bloedver want blijft voortaan bulten alle besprekingen. Eigenaardig anders, dat het heele geval iets lijkt op hetgeen u van uw verloofde vertelde... Maar zeg eens, juffrouw Disselhoff, wanneer zult u my dien zeer byzonderen jongeman, van wien u my reeds zooveel heldendaden hebt ver teld, nu eigenlijk voorstellen? U ziet, ik ben oud. Er is niemand om my later hier op te vol gen Ik heb het souvereine recht, u, wan neer u zich goed gedraagt, een lijfrente toe te kennen, opdat u makkelijk zoudt kunnen trou wen." Vorst Harro lette goed op, welke uitwerking zijn woorden op Maria hadden. „Ik dank uwe hoogheid van harte, maar ik zou dat toch in leder geval afslaan. Wy willen werken en Sigmar leert immers voor smid." (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 11