Euwe speelt remise
Aljechin
tegen
A.D.O. neemt door een zege
op Vitesse den kop
<3id m&aal aan den dag
De avonturen van een verkeersagent je
W.F.C. laat zich
verrassen
ONZE LANDGENOOT
STOND OP WINST
v
NIEUW SUCCES VAN
ST. GEORGE
Shaken geschreven wordt?
HONIG's
e
MAANDAG 21 NOVEMBER 1938
SCHAKEN
ngenieuze aanval van den wereld'
kampioen ontnam hem
zijn voordeel
Ook Capablanca—Fine
remise
V.
te;
flj
EuweAljechin
Capablanca stond op winst
tegen Fine
(Ingezonden Mededeéttng)
T GE KUNNEN VOLGEN, WAT OVER
TWEEDE KLASSE l.V.C.B.
Hertha bewijst Zwaluwen Vooruit
een dienst door L.V.V. te slaan
Groote zege van V.V.E.
-
De oom van
Hartman
2e KLASSE K.N.V.B.
D.W.V. paste echter in Utrecht
op zijn tellen en bedwong
Hercules
R.C.H. klopt H.F.C.
W.F.C.Alkm. Boys 03
POOR
reist incognito
FRITZ METZNER
Wh*' wy hebben een smedery, hoogheid. Ik
Ik daar altyd meegeholpen. Maar ik wilde
eenmaal altijd adellijk Slot zijn. Ik stelde
dat zoo eenvoudig voor,,,."
Hiermede wordt zoowel b2 als e2 gedekt.
21
22. Pc2a3
23. Pa3c2
24. Pc2a3
Pe8—Ci6
Pd6—f5
Pf5d6
E>e51;5
Zondag werd te Breda onder groote be-
'sngstelling de tiende ronde van het
^■V.R.O.-tournooi gespeeld. In een Caro-
Sann werd de partij tusschen Keres en
^lohr in 30 zetten remise. Aljechin verde
lgde zich West-Indisch tegen Euwe en ook
fleze partij werd. na 41 zetten, remise ge-
Steven.
c£Pablanca—Fine en Reshevsky—Botwinnik
aaten partijen met de Nimzo-Indische verde-
'sting. De eerste werd na 43 zetten afgebroken,
ce laatste na 40 zetten. Op weg naar Amster-
31 deelde Capablanca aan den wedstrijdleider
kabdau mede, dat hij met remise genoegen
A stand luidt thans: 1. Fine 6pnt. plus 1
Gebroken partij; 2. Keres 6 pnt. plus 1 af
stoken partij; 3. Capablanca 5 punten; 4.
'otWinnik i1A pnt. plus 2 afgebroken partijen;
Aljechin 4% pnt. en 1 afgebroken partij.
.®Uwe VA pnt.; 7. Reshevsky 3 punten plus 3
Ebroken partijen; 8. Flohr 3 punten.
afgebroken partijen worden heden te Am-
lrtfam verder gespeeld.
^et was een West-Indische opening, waarbij
Mt op den éden zet in plaats van het ver-
,'achte Lb7 den looper naar a6 bracht, een
'lsU\vigheid, waarvan de waarde ons tamelijk
ocbkbeeldig voorkwam, daar de looper weldra
naar b7 ging, zonder dat wit een zichtbaar
a^6el bezorgd werd.
®kwe bouwde een geweldige aanvalsstelling
en bood bij den 16den zet een paard aan
'echin, die overtuigd is, dat offercombi-
van den mathematicus Euwe correct zijn,
ne'gerde dit geschenk. Dientengevolge kreeg hij
®flrUkt spel en om zich te bevrijden gaf hij
ü'1 Pion prijs. Men meende reeds Euwe te zien
}'nhen, toen Aljechin zeer ingenieus een tegen
val bedacht had, welke Euwe dwong den
';:i terug te geven.
ltl het eindspel speelde de wereldkampioen
op winst, Euwe hield echter door goed
.^nspel stand en bereikte remise op den
''ten zet.
Nimzowitsch-variant met Capa's.bekenden
4. dc2. Fine koos aanvankelijk dezelfde
uitzetting als Euwe tegen Capablanca, maar
öen achtsten zet week hij af en speelde
Fc6 in plaats van c5 x d4.
»QaPablanca was er trotsch op, een zet ge
iden te hebben, welke niet in het boekje
i8at. De ex-wereldkampioen verkeert nog in
Picening, dat de kracht der jongeren in
i.'b theoretische kennis schuilt. Inderdaad ver-
f teg hij het beste spel. Door het binnendrin-
■,,!l met een toren op de 7e lijn bezorgde wit
tegenstander groote moeilijkheden. Fine
5, geen betere keuze dan een stuk prijs te
-ten. De Cubaan ging'er echter niet direcf
6„ 'h om de moeilijkheden te vermijden welke
V zijn achterstand in ontwikkeling hier uit
i»l <ten kunnen geboren worden. Pas later, toen
V het stuk ten tweede male aanbood, nam
j^übaan het aan.
(A moeilijkheden voor Fine werden nog groo-
X toen hij bovendien in tijdverlegenheid
'afn Capablanca, om eventueele gevaren te
jijden, gaf het stuk terug en won een pion
J^ij had toen een gewonnen toreneindspel,
om zijn tegenstander geen tijd rot den-
C te geven, speelde hij eveneens1 vlug met
C resultaat, dat Fine zijn achterstand kon
Jteien en een remise-eindspel bereikte.
6 partij werd afgebroken. In den trein naai
ilj schriftelijke cursus leert U in één maand
X, Publicaties en verslagen begrijpen. HANS
V°CH en TH. M. E. LIKET leeren het U
'i.-sns „De Schaakwereld"-metho<fe. Slechts
V v®rloren uurtje per week en over 4 weken
V ge schaken. Aanvang 29 November. Prijs
tic, J1 den geheelen cursus 0.60 franco. Zendt
V essel of stort het bedrag op giro 184041
tiij .,De Schaakwereld", Nes 53, Amsterdam,
vermelding „Schaakcursus."
de hoofdstad deelde de Cubaan aan Landau
mede, dat hij zich met remise tevreden stelde
De party EuweAljechin had het volgende
verloop:
Wit: Dr. M. Euwe
Zwart: Dr. A. Aljechin
West-Indisch.
1. d2d4
2. c2c4
3. Pgl—f3
Pg8—f6
e7e6
Dr. Euwe heeft zijn tactiek gewijzigd, vroeger
speelde hij 3. Pc3 om juist de Nimzowitsch-
verdediging uit te lokken, thans vermydt
h« dit.
3b7—b6
4. g2g3 Lc8a6
Aljechin zou geen Aljechin zyn wanneer hij
niet iets nieuws zou probeeren. Deze zet werd
nog nooit gespeeld, al bestaat een dergeiyke
idee in de West-Indische verdediging, welke
van Nimzowitsch afkomstig is.
5. Ddl—a4
Dit ziet er goed uit. De dame dekt c4 en
houdt tegelijkertyd het paard op b8 vast, dat
den looper moet dekken.
5
6. Lflg2
7. 0—0
Lf8e7
0—0
La6b7
Nu blijkt La6 een verloren zet geweest te
zijn, maar aan den anderen kant kan Da4
niet als winnende zet beschouwd worden.
8. Lel—f4 c7c5
De bekende methode om zich op de c-iyn
tegenspel te verschaffen.
9. Pblc3 c5xd4
10. Pf3Xd4
Wit moet ruil der loopers toelaten. Immers
hy zoekt zyn voordeel in de betere, pionnen-
formatie, de d-pion van zwart zou zwak kun
nen worden.
10Lb7xg2
11. KglXg2 Dd8--c8
Maakt Pc6 mogelük, terwyi ook de dame op
b7 goed komt te staan.
12. Tfl—dl
Wit speelt consequent op den zwakken d-
pion.
12Dc8b7t
13. f2—f3 Tf8—c8
14. Pd4b5 Db7—c6
Er dreigde Pd6, waarna zwart zyn looper
had moeten afstaan.
15. Tal—cl!
Een fijne zet, zwart kan niet op c4 nemen
wegens dameruil en Pc7 met winst van de
kwaliteit.
15Ff6--e8
Op a6 had gevolgd Pd6 e. v. Ld6: TdS: Dc4:
Dc4 Tb6: met voordeel voor wit.
16. PC3d51
Een fraai offer. Op 16Ed5; 17.
d5 Db7, 18. Tc8 Dc8, 19. Tel Db7, 20.
De4 d6, 21. Pd6 Pd6, 22. Ld6 LdC, 23. De8+
Lf8, 24. Te8 enz.
16
17 Pd5b4
18. Lf4Xb8!
19 TdlXd7
20. Pb4c2
21. Pb5c3
Le7—f8
Dc6—b7
Db7xb8
a7a5
Db3e5
Blijkbaar speelde de wereldkampioen nog op
winst, anders zou hy zijn vorigen zet wel her
haald hebben.
25. Tel—dl Dc5—b4
Niet goed zou geweest zyn Pc4: wegens 26.
Pc4: Dc4: 27. Dc4: Tc4: 28. Tb7 Lc5 Tdl—67
en wit staat beter.
26. Da4b3 Pd6Xc4
Nu behoeft zwart niet de dame op c4 te rui
len. Zwart wint den pion terug en staat-
minstens gelijk.
27. Pa3Xc4 Tc3>'cl
28. Td7—b7 Do4v;b3
29. a2Xb3 Tc4b4
30. Pc3—a4 Tb4vb3
31.
Tb7Xb6
Tb3Xb6
32
Pa4Xb6
Ta8b8
33.
Pb6—c4
a5a4
34.
Tdl—d2
g7g6
35.
Pc4r—e5
Lf8—g7
36
Pe5d3
Tb8C8
37.
Kg2fl
Lg7d4
38.
Td2—dl
e6e5
39.
Tdl—al
Tc8c4
40.
Tala3
f6—f5
41.
b2—b3
Remise.
Wij vernemen, dat de afgebroken partijen
heden Maandagavond om zes uur in Krasna-
polsky te Amsterdam aanvangen.
De afgebroken party tusschen Capablanca en
Fine, werd door den Cubaan alsnog remise ge
geven. De afgebroken partijen, welke nog uit
de vorige ronden zijn overgebleven, worden
Maandagavond te Amsterdam voortgezet.
Hertha is er in geslaagd Zwaluwen Vooruit
een grooten dienst te bewyzen. LVV, dat een
mooie kans had nog met de leiders gel-yk te
komen, maar daarvoor dan ook geen enkel
puntje van zijn achterstallige wedstrijden
meer mocht verliezen, is onverwacht gestrui
keld. Met 2—0 bleven de gastheeren in de
meerderheid, een resultaat, dat ook henzelf
best van pas komt. Zwaluwen Vooruit zorgde
ervoor, dat het zelf ook aan de verbetering
van zijn positie medewerkte. Het ging wel niet
gemakkelijk tegen WY, dat immers onderaan
bengelt, maar in ieder geval toonden de Utrech
tenaren zich twee doelpunten sterker, zoodat
ook de winst twee volle punten bedroeg. Knap
werk deed HMS 2, dat het sterke RKBVV
een 4—1-nederlaag toebracht. Ook Actif deed
het goed, getuige de 40-zege op MSV, waar
mede het nu van positie heeft gewisseld. Saes-
tum en Olympia vlogen elkaar te Zeist In de
haren. Ten slotte trokken de gastheeren met
32 aan het langste eind.
Zwaluwen Vooruit
8
6
2
0
14
27—12
SDO
5
1
2
11
23—17
LVV
6
3
2
1
8
15— 8
RKBVV
7
3
2
2
8
13—12
Saestum
8
3
2
3
8
20—23
Actif
7
2
2
3
6
15—16
Olympia
6
2
1
3
5
11— 9
Hertha
6
2
1
3
5
12—17
HMS 2
7
2
1
4
5
20—20
MSV
8
1
3
4
5
9—24
VVV
5
1
0
4
2
7—11
In Ib heeft St. George tegen WA 2 geen
risico genomen. Met een veilige 53-ov-erwin-
ning handhaafden de Spierdykers hun fraaien
voorsprong. Overigens is deze zege heusch geen
luxe, want ook de achtervolgers gaan de za
ken nu serieus opvatten. DOSS liet zich niet
verrassen door VIC en sloeg zijn stadgenooten,
wier opmarsch voorloopig mislukt is, met 2 0.
Always Forward blijft eveneens het goede
pad houden. The Victory kreeg tenminste in
Hoorn geen kans en moest met een 41-ne-
derlaag afdruipen. RKAV heeft den zwaren
strijd ook niet vol kunnen houden. Er vielen
de laatste weken nogal eens nederlagen en ook
gisteren tegen Constantius kon men het niet
tot een zege brengen, al was het verschil dan
ook maar zeer gering. Van Constantius even
goed een prestatie die er wezen mag. Zwaluwen
deed het ook al niet slecht en snoepte den re
serves van de landskampioenen een kostbaar
punt af.
St. George
8
5
3
0
13
23—14
DOSS
9
5
2
2
12
34—20
Always Forward
7
5,
0
2
10
34—16
RKAV
9
4
0
5
8
17—17
Constantius
7
4
0
3
8
12—18
Volendam 2
7
2
3
2
7
16—20
Vic
7
3
1
3
7
19—28
The Victory
8
2
1
5
5
15—28
Zwaluwen
5
1
1
3
3
5— 9
WA 2
8
0
3
5
3
9—22
In Ila is de bigmatch
ADOVitesse
in een
klinkende zege voor dé Heemskerker club ge
ëindigd. Met niet minder dan 30 moest Vi
tesse de meerderheid van zijn gastheeren er
kennen, waardoor de Castricummers tevens
van de leiding verdrongen zijn. Van ADO een
fraaie prestatie. Trouwens, de manier waarop
het den kop genomen heeft bewijst afdoende,
dat deze voorloopige bezetting van de eerste
plaats best eens een definitieve zou kunnen
zijn! Al zijn natuurlyk ook Lisse en.... Vitesse
er nog. Ook VVE is plotseling een eind naar
voren gekomen en mocht men dit nog niet zoo
opgemerkt hebben, de 9—1-overwinning op
Santpoort 2 behaald, accentueert zijn bedoe
lingen geheel en al. E.SM bewees zichzelf een
heel goeden dienst door een 20-zege op Tey-
lingen, maar DSSH stelde geducht teleur, door
tegen OIV een punt te verspelen. Van de
iilmuideniren intüsséhen een kranige beurt.
ADO
8
4
3
1
11
14— 2
VVE
8
4
2
2
10
22—17
Lisse
8
4
2
2
10
15—14
Vitesse
9
4
2
3
10
15—12
Dem
7
4
1
2
9
23—10
DSSH
8
2
4
2
8
14—15
BSM
9
2
3
4
7
12—29
Santpoort 2
8
2
2
4
6
19—25
TeyHngen
9
2
2
5
6
10—12
OIV
8
1
3
4
5
7—14
Mijnheer Hartman was een eerzaam kan
toorklerk. Hij volbracht zijn dagelijksche
plichten bij dé firma Schuit en Zoon met
nauwgezetheid en hij accepteerde het lage sa
laris met een kennelijk gevoel van dankbaar
heid. Hij was een man zonder idealen en hij
vroeg weinig van het leven, omdat hij met een
beetje tevreden was. Maar één ding was er in
zijn bestaan, dat hem zelf van trots vervulde,
doch dat anderen irriteerde. Mynheer Hartman
had een oom, die schepen bouwde en bovendien
lid van den gemeenteraad was, ergens in een
ander gedeelte van het land. Die oom werd door
mynheer Hartman vereerd en bij elke gelegen
heid prees hy de groote daden van den scheeps
bouwer en citeerde hij diens uitspraken in veler
lei kwesties. En dat verdroot de collega's van
mijnheer Hartman, die altijd maar moesten
toeluisteren.
„Het ïykt wel of hij de eenige man ter we
reld is, die een oom heeft," zei v. d. Pas.
„En ik denk niet, dat die oom zoo trotsch op
zyn neef is," voegde de Bruin er aan toe.
„Weet je wat, we moesten dien Hartman er
eens tusschen nemen. Laten we hem een tele
gram sturen, dat die miraculeuze oom overleden
is en dat hij hem een massa geld heeft nagela
ten. Ik heb een broer, die handelsreiziger is,
die kan het telegram afzenden, wanneer hij in
Rotterdam komt en dan laten we het hier be
zorgen, dan hebben we zelf het pleizier er van."
Een paar dagen later, toen mynheer Hartman
verdiept was in het natellen van een lange reeks
cyfers, bracht de jongste bediende hem een te
legram. Met bevende vingers scheurde hij het
open.
De Bruin en v. d. Pas keken nieuwsgierig toe.
Hartman zag eensklaps verschrikt op.
„Lieve Hemel," zei hij. „Wat kan alles toch
vlug gaan. Ik had het juist nog over mijn oom
en vertelde, wat hij over de contingenteering
van lynkoeken had gezegd en nu is hy dood."
„Gecondoleerd. En laat hy je nog wat na?",
informeerde v. d. Pas.
„Ja, twintig duizend gulden."
„Maar kerel," riep de Bruin. „Ga je nu stil
leven?"
„Dat is zorg voor later. Eerst moet ik myn
tante telegrafeeren."
En mijnheer Hartman, geholpen door zijn
collega's, stelde een hartelijk condoleance-tele-
gram op, waarin hij tevens naar den dag der
teraardebestelling informeerde.
Mijnheer Hartman ging in de middaguren
niet naar huis en omdat v. d. Pas en de Bruin
hun vryen tyd in de buitenlucht doorbrachten,
kon het dus gebeuren, dat de heer Schuit Sr.
slechts een droomerigen erfgenaam vond, toen
hij het lokaal binnentrad.
„Waar hangt die v. d. Pas uit," mopperde hy.
„v. d. Pas en de Bruin zyn gaan koffie drin
ken, mijnheer," antwoordde Hartman beleefd.
„Koffie drinken.... koffie drinken. Hebben
jullie niets anders om aan te denken. Ik heb
jullie niet aangenomen om koffie te drinken...."
„Het is hun goed recht, mijnheer," viel Hart
man den woedenden patroon in de rede. „Van
half een tot half twee heeft het personeel vry
om te lunchen en ik zie niet in welk k^-aad
daarin steekt."
„Nonsens. Jullie zijn allemaal luilakken.
Praatjes kunnen jullie maken, maar werken, ho
maar."
Mijnheer Hartman voelde zich beleedigd door
de onverdiende bejegeningen. Hij dacht aan het
telegram en aan de financieele onafhankelyk-
heid, die hem te wachten stond en voor hij het
wist, hoorde hy zichzelf zeggen:
„In een betrekking, waar men my zulke din
gen zegt, wensch ik niet langer te blijven. Ik ben
werkelyk niet om dit slecht betaalde baantje
verlegen. Houdt u er dus rekening mee, dat ik
om ontslag verzoek.
„Voor' mijn part hoepel je meteen op," was
het antwoord van den heer Schuit Sr. Maar
;oen deze in zijn i
privé-kant-oor
:wam en zijn zoon-
rem vroeg, wat er
tan het handje
vas, geloofde hij
»eh niet, dat het
verdwijnen van
Hartman hem erg pleizierig zou stemmen.
„Hy zei het zoo zelfverzekerd, zie je. Ik geloof
dat hij wat anders op het oog heeft."
„'t Is dwaasheid om Hartman te laten gaan,'
zei' Schuit Jr. „Hy is onze beste bediende. Hy
weet alles van de zaak af en wanneer hij weg
is, zal de boel in het honderd loopen. U hebt
hem altijd te weinig betaald en nu gaat hij na
tuurlijk naar onzen grootsten concurrent Vran-
ken. U moet hem overhalen te blijven."
Vijf minuten later verscheen de heer Schuit
Sr. wederom bij mynheer Hartman.
„Ik was zoo juist een beetje driftig," zei hy,
joviaal lachend. „Maar van dat ontslag komt
natuurlijk niets. Ik had gedacht je chef de
bureau te maken en je salaris te verhoogen tot
driehonderd gulden. Ga je daarmee accoord?"
„Zeker mijnheer," knikte Hartman. „Dat is
in orde."
Het was een herboren mynheer Hartman, die
om half twee zijn collega's ontving en ze met
een kleur van opwinding vertelde van zyn pro
motie.
„Zie je," zei hij, „die erfenis gaf mij een mo-
reelen steun. Ik wenschte als bezitter van een
kapitaal niet zoo afgeblaft te worden
„Een telegram, mynheer," onderbrak hem de
jongste bediende.
„Wat nu weer," mompelde mijnheer Hart
man. Toen keek hy beteuterd op. „Ik snap er
niets van. Een telegram van mijn oom. Hy
vraagt of ik gek ben. Hij mankeert niets, en
begrijpt niet, waarom ik hem begraven wil. Dan
moet er een vreeseiyke vergissing in het spel
geweest zijn. Wat een geluk dat de brave man
nog leeft
De Bruin en v. d. Pas hebben nooit den moed
gehad, mynheer Hartman te vertellen aan wien
hy zyn promotie te danken had. Maar mynheer
Hartman houdt vol, dat het zyn oom was, die
er voor zorgde. Hetgeen tenslotte indirect ook
juist was.
1.1 u/,. i
En daar stonden nu Keesie en de matroos in de laan, stand
beelden gelyk. In het begin kon dat Keesie wel bevallen, maar
later trok hy een meewarig gezicht, alsof hij zeggen wilde:
„dat bevalt me toch maar half. Ik doe net alsof het hier zco
druk is met het verkeer, maar er loopt geen kip."
Toen de boschgod! met het witten klaar was en den pot weer
naar de schuur van den tuinman wilde brengen, kwam hem
de tuinjongen tegen. Zoo'n raar wezen met een me nee hen-
hoofd en bokkepooten had hy nog nooit geeien. Hij schrok
geweldig en zette het op een loopen.
Geheel tegen de verwachting in, heeft W.F.C,
een mooie kans voorbij laten gaan, den achter
stand op E.D O. eenigszins in te loopen. Alk-
maarsche Boys, in Wormerveer op bezoek,
verraste vriend en vijand door een overtuigende
3—0-zege, een prestatie waartoe men de Alk-
maarders na hun laatste verrichtingen nauwe
lijks meer in staat had geacht. R.C.H. won over
eenkomstig de verwachting de derby tegen
H.F.C. Ook de cyfers (31) zullen weinig ver
rassing hebben gewekt.
E. D. O
8
6
1
1
13
22—3
Alkm. Boys
8
4
2
2
10
16—14
W. F. C
8
4
2
2
10
10—9
R. C. H
7
4
1
2
9
22—15
O. S. V'
8
2
3
3
7
16—18
H. R. C
7
2
2
3
6
17—18
Kennemers
8
3
0
5
6
17—12
Alkm. Victrix
8
2
2
4
6
15—12
West-Frisia
7
1
3
3
5
1419
H. F. C
7
1
2
4
4
7—17
D.W.V. heeft zyn laatste kans niet voorby
laten gaan. Met hoogere cijfers dan Waarop
de meest fanatieke Amsterdammer zal hebben
gehoopt (2—5), verhuisde de winst naar de
hoofdstad. A.F.C. schoot weer eens uit zyn slof
en klopte Vriendenschaar in Utrecht met niet
minder dan 40.
Hilversum
8
7
1
0
15
17—1
D. W. V
7
5
0
2
10
2110
Z. F. C
7
4
1
2
9
20—9
H. V C
7
4
1
2
9
17—10
A. F.' C
7
3
1
3
7
15—16
Hercules
7
3
1
3
7
7—12
Watergraafsm.
7
2
1
4
5
11—15
Zeeburgia
8
1
3
4
5
5—15
Spartaan
8
2
0
6
4
7—14
Vriendenschaar 8
0
3
5
3
3—5
Met een invaller voor v. d. Bosch nam WFC
den stryd tegen de Alkm. Boys op, Aanvanke
lijk ging het spel geiyk op, waarby de thuisclub
door het kort spel kans op succes by voorbaat
reeds uitsloot. De doelman v. d. Horst van de
bezoekers geraakt dan geblesseerd en moet zich
door Kos laten vervangen. Na een half uur
opent V. Indrie de score (10). Bij de thuisclub
wordt nog voor de rust Bleeker door Vos ver
vangen.
Gedurende de 2e helft hebben de gasten het
beste van het spel en het duurt dan ook riiet
lang of Goudsblom weet den voorsprong te ver-
grooten (0—2), terwyi dezelfde speler er ver
volgens 03 van maakt. De Wormerveerders
komen er niet meer aan te pas, waardoor de
Alkmaarders volkomen verdiend wonnen.
R[(l« (U)«A
v^angzaam ging Maria op den slotheer toe, en
j aakte een diepe buiging, zooals 'zy dat van
aVin Hughen had geleerd,
j "^u Is uwe hoogheid boos op mij, omdat lk
tg onbescheiden was, mijn meening rechtuit
?®ggen, nietwaar?"
L-Wat is dat nog een verrukkelyk, natuurlyk
heeft werkelyk Iets verkwikkends over
tg.'V' dacht de vorst en glimlachte by zich-
"Ëigenlijk moest lk boos op u zyn, maar
tv'jöan vraag ik uwe hoogheid nederig om ver-
tj.jtechuidigng. Ik meende het zoo niet. Mis-
tu ien stuurt uwe hoogheid mij nu dadelijk
ij ar huis, maar dat geeft niet, want mij bevalt
1 hier toch niet. Ik ben bang."
°°tets was den vorst van Wemstein in zijn
ete leven nooit overkomen,
y^aar huis? Waar is dan eigeniyk uw thuis?
vader is smid, heb ik gehoord.'
„En is het dan zoo moeilyk, juffrouw Dissel-
hoff?"
„Ik had het my veel gemakkeiyker voorge
steld, hoogheid."
„Hahaha.... Zóó erg is het toch niet, is
't wel?"
„Uwe hoogheid Kan geen openhartigheid
velen, had graaf Margon my reeds gezegd, en
daarom waê het dubbel onvoorzichtig van my."
„WatZoo, zegt men datJa, mijn
kind, dat is nu eenmaal de schaduwzyde van
ons leven. Overal dat leege en onwareZoo
denkt men dus over myTreurig, treurig,
want ik ben een oude, gebrekkige man."
Lang zag de vorst Maria zwijgend aan. „Wat
u mij daar verteld hebt, is een bittere verrassing
voor my. Maar lk zie nu in, dat ik myn leven
lang verkeerd heb gehandeld. Ik heb my van
myn laatsten bloedverwant gescheiden, terwille
van een dame, een vorstin. Myn neef ging het
huis uit, ennu komt de vorstin ook niet
meer. Sindsdien is myn leven nog eenzamer
geworden. En nu komt u en opent myn oogen
voor een heel andere wereld. Ik ben u dankbaar
daarvoor. Wilt u by den ouden, eenzamen
man blijven? U zei toch, dat u verloofd was en
wilde trouwen."
„O ja, hoogheid, zoo gauw wy geld genoeg
hebben."
„En uw verloofde, is hy ook smid?"
„Hij leert het vak nu by myn vader. Hy was
vroeger een nietsnut, een zwerver, hoogheid."
„Dat is toch niet goed, jufrouw Disselhoff."
„Waarom niet, hoogheid? Ik zal dien grooten
jongen heusch wel leiden."
„Eigenaardige toestanden..,. Vertrouwt u er
op, dat uw verloofde nog een goed, flink mensch
zal worden?"
„Beslist, hoogheid. Hy is dat ook altyd ge
weest. Hij was alleen den laatsten tyd maar
zoo'n beetje van de wys geraakt."
„Ik heb de gewoonte, na tafel twee urn- te
slRpen. U kunt zich intusschen uw kamers laten
wijzen en ook rusten. Precies vier uur verwacht
ik u in het park. De kamerdienaar zal u wel bij
mij brengen."
De vorst had reeds gebeld. De kamerdienaar
reed hem de eetzaal uit, en direct daana kwam
Maria's kamenier zich voorstellen.
„Mag ik de juffrouw verzoeken, mee naar
boven te gaan? Myn naam is Louise. Wanneer
de jufrouw het een of ander wenscht, hier is
de bel!"
„Dank je, Louise."
Toen Maria het groote ledikant en de toilet
tafel zag, riep zij in verrukking uit: „Een
sprookjesslot! Een echt sprookjesslot!"
„Pardon, juffrouw. Zijne hoogheid heeft al
weer den slaap niet kunnen vatten, en verzoekt
u, zoo vlug mogelijk in het park te komen."
Maria, die in een beige middagjapon voor het
venster stond, wendde zich om en keek den be
diende vragend aan.
„Het is helaas meestal zoo, juffrouw. Sinds
onze jonge vorst het slot heeft verlaten, vindt
zyne hoogheid geen rust meer. En weet u, daar
door hebben alle gezelschapsdames hun betrek
king reeds verloren, omdat liaar dat te zwaar viel.
Zijne hoogheid zit in den bloementuin, volgt
u my maar."
Reeds van verre lachte de vorst Maria toe
„Het spyt mij, dat ik u in uw middagrust
heb gestoord, juffrouw Disselhoff. Maar er
spookte weer zooveel door het hoofd. U be-grljpt
dat wel, niet waar?"
De kamerdienaar nam reeds plaats achter den
rolstoet van den vorst.
Doch Maria reed den stoel al vooruit en
lachte.
„U lacht zoo vroolyk, Juffrouw Maria. Mag
ik weten waarom?"
„Omdat de kamerdienaar nog altyd op
dezelfde plek staat. Het ïykt net of leder woord
van mij op hem werkt als een slok citroensap,
zoo zuur staat zijn gezicht."
Vorst Harro lachte harteiyk. „Kostelijk, m'n
kind! Ik leef weer heelemaal op! Zte Je, nu ben
ik ook oprecht. Ik vind het jammer van den
tyd, dien ik vanmiddag voorby heb laten gaan
zonder u."
„En ik wil u eerlijk bekennen, hoogheid, dat
ik niet eens aan slapen heb kunnen denken.
Ik had zoo'n medelijden met u. U bent ziek en
dan zoo heel alleen in zoo'n groot slot."
Maria liet den rolstoel staan, en zette zich
op een bank tegenover een klein meer.
„Lieve kind, om mijn ziek-zijn heeft zich
vroeger nooit een gezelschapsdame bekommerd.
Ik voelde duldeiyk, dat ik voor hen alleen maar
een last was, dien men voortsleepte, omdat men
er geld mee verdiende."
„Arme hoogheid! Door mijn toedoen zult u
zooiets niet m»,er hoeven ondervinden. Maar
kan uwe hoogheid heelemaal niet loopen? Nee?
Wy zouden dan kunnen wandelen, want dat is
veel gezonder dan rijden. En uw zwak hart zal
daardoor beter werden."
,3eter....? Ik heb de beste dokters!"
„De natuur is de allerbeste dokter, hoogheid.
Wil uwe hoogheid niet eens probeeren te
loopen? Ik steun heel krachtig met mijn arm."
„Zooveel last wil ik u niet aandoen, kind."
„Heelemaal geen last, hoogheid. Zou het niet
heerlijk zyn? lederen dag een stukje langer;
u zult eens zien hoe goed u dat zal doen."
Na eenige dagen stond de rolstoel van den
vorst geheel verlaten. Enalle bedienden, die
de nieuwe gezelschapsdame eerst met schele
oogen haden aangekeken, gingen als om strijd
van Maria houden. Sinds haar verschynen op
Wemstein was de grimmige vorst immers ge
heel veranderd, en dat kwam hun allen ten
goede.
Maria las een roman voor, doch werd plot-
'aling door den slotheer onderbroken.
„Het verbaast my nog iederen keer, juffrouw
Disselhoff! U leest die Fransche passages bij
zonder vloeiend."
„Ook als smidsdochter kan men een zekere
mate van ontwikkeling niet ontberen, hoog
heid."
„En toch verrast het mij telkens weer. Maar
au wat den roman betreft. Steeds opnieuw leest
men van de tweespalt tusschen vader en ^oon.
Kunnen de moderne schryvers nu niet eindeiyk
eens een ander, een nieuw thema vinden?"
„Och, hoogheid, al is dit thema al ouder
dan de litteratuur zelf, toch blijft het steeds
nog nieuw. Dagelyks komen immers ouders
en kinderen nog in botsing. Soms komt dat
voor uit al te streng vasthouden aan tradities,
doch dikwijls ook is het pure eigenzinnigheid
waardoor een botsing tusschen de generaties
ontstaat."
Vorst Harro keek Maria scherp aan.
„Ik heb u niet van de oneenigheid met myn
bloedverwant verteld, opdat u die geschiedenis
nu tegen my zoudt uitspelen, beste kind."
„Uwe hoogheid heeft mij toch bevolen, over
elk boek dat wij lezen, ronduit mijn meening te
zeggen."
„Jij, klein brutaaltje! Dat is hier zoo onver
wachts op Wernstein komen binnensluipen, en
hoor nu eens aan! Het is mooi, hoor! Doch die
geschiedenis van mijn onbezonnen bloedver
want blijft voortaan bulten alle besprekingen.
Eigenaardig anders, dat het heele geval iets
lijkt op hetgeen u van uw verloofde vertelde...
Maar zeg eens, juffrouw Disselhoff, wanneer
zult u my dien zeer byzonderen jongeman, van
wien u my reeds zooveel heldendaden hebt ver
teld, nu eigenlijk voorstellen? U ziet, ik ben
oud. Er is niemand om my later hier op te vol
gen Ik heb het souvereine recht, u, wan
neer u zich goed gedraagt, een lijfrente toe te
kennen, opdat u makkelijk zoudt kunnen trou
wen."
Vorst Harro lette goed op, welke uitwerking
zijn woorden op Maria hadden.
„Ik dank uwe hoogheid van harte, maar
ik zou dat toch in leder geval afslaan. Wy
willen werken en Sigmar leert immers voor
smid." (Wordt vervolgd.)