De diepere beteekenis van MacDonald's verklaringen -L Concessies leiden niet tot het beoogde doel MkMNë M\ '- li Keuringen op tuberculose Autovervoer voor personen Chamberlain diep teleur gesteld door Duitsch- lands houding Bevordering emigratie Restaurant DORRIUS WEER MOOTJES De wilde busdiensten ZATERDAG 16 DECEMBER 1938 De werktuigkundige Jaedicke, die bij de vliegramp van de Ekstereveneens om het leven kwam Minister Romme vraagt voor op te richten stichting een Rijks bijdrage aan HET REGEER1N GS JUBILEUM Geschenk van Indische gemeenten voor H. M. de Koningin C.A.O. IN DE TYPOGRAFIE Herdenking 25-jarig bestaan VLIEGTUIGBOUWERS DOEN EXAMEN Vijftien candidaten zullen naar het diploma dingen Scheepsradiotelegrafist en -telefonist MOREELE EN GEESTELIJKE HERBEWAPENING Adres van het Roode Kruis aan H. M. de Koningin Bereidverklaring tot daadwer kelijke actie te Batavia NIJVERHEIDSONDERWIJS Vergadering der Vereeniging van Directies HERDENKING LANDING PRINS VAN ORANJE De Koningin zal de plechtigheid bijwonen f 12.000 VERDUISTERD Secretaris pleegde boeken- vervalschingen JAPANSCHE VISSCHERS IN ONZE OOST Geen aanleiding voor bijzondere maatregelen DE REMOUS-TIK VAN DE P.K.-A.F.M. Lockheed waarschijnlijk in windhoos geraakt UITSPRAAK ZAAK MARGA- DANT UITGESTELD REGIONALE TOESLAG VERMINDERD AARDBEVING TE PREMBOEN Vele Tweede Kamerleden hebben ernstige bedenkingen tegen het wetsontwerp Academische examens Stuurlieden-examen Apothekers-assistent Wiskunde L. O. (Van onzen Londenschen correspondent) De debatten over het „koloniale vraagstuk", dat men naar thans duidelijk gebleken is in Engeland in het geheel niet (of niet meer) als een vraagstuk erkennen wil, werden met eenige belangstelling tegemoet gezien. Zij werden evenwel veel belangrijker dan men verwacht had en wij gelooven zelfs, dat zij indirect een beteekenis hadden, welke nog ver uitging bo ven die der besproken aangelegenheid. De hoofdpunten der debatten zijn u bekend. Zij werden gevoerd naar aanleiding van een motie, ingediend door den bekenden, vooral in internationale politiek belang stellenden La- bour-afgevaardigde Noel-Baker, die voorstelde dat. (wij vatten samen) een „herverdeeling" van koloniaal of mandaat-gebied zal plaats hebben zonder toestemming der bewoners, en dat, bij wijze van algemeene vredesregeling, een internationaal mandaatstelsel zal worden ingevoerd voor alle gebieden, die niet rijp zijn voor zelfbestuur. Dit laatste is steeds een socialistisch stok paardje geweest. Zooals te verwachten was, werd dit déél der motie dan ook met groote meerderheid van stemmen verworpen. Maar veel belangrijker was het dat een amendement van den con servatieven kolonel Ponsonby, dat feitelijk het eerste deel der motie belichaamde, het bijna, algemeene oordeel van het Huis bleek te ver tolken. Een zeer groot aantal volgelingen der regeering richten hun houding en hun stem ge woonlijk naar den betreffenden minister het geen trouwens min of meer een parlementaire noodzakelijkheid is. Toen Woensdag de minister van Koloniën, Malcolm MacDonald, verklaard had: „Wij bespreken deze zaak niet; wij over wegen haar niet; zij behoort niet tot het terrein dei praktische politiek" toen was het ook duidelijk, dat hij het standpunt van het geheele Huis weergaf en dat die conservatieven (en zij vormden de meerderheid) die in de laatste jaren niet meegedaan hadden aan de agitatie tegen teruggave van koloniën aan Duitschland, zich uitsluitend hadden laten leiden door de over weging, dat aan de regeering het volle initiatief inzake internationale problemen overgelaten moet worden. Wij mogen eraan herinneren, dat vóór Hitier in Duitschland aan het bewind kwam, de socia listen en de meeste liberalen de' krachtigste voorvechters waren van het herstel der voor malige Duitsche koloniën. Het meer onverzoen lijke standpunt werd toen uit den aard der zaak ingenomen door de conservatieven, niet zoozeer omdat dezen vóór 1933 zooveel onwelwillender stonden ten opzichte van Duitschland, alswel doordat zij in veel geringer mate twijfelden aan de rechtvaardigheid van de desbetreffende be palingen in het Verdrag van Versailles, en ook natuurlijk in verband met het feit, dat de conservatieven min of meer de vertegenwoordi gers zijn van het „imperialisme", en dus in be ginsel eiken afstand van gebied, waarover een maal de Union Jack wappert, verwerpen. Het is evenwel eerst in de laatste vier jaren, dat het koloniale probleem in een acuut stadium getreden is, en in deze vier jaren hebben wij gezien dat juist de linksche partijen zich het krachtigst schrap zetten tegen elke inwilliging van een eventueel te stellen Duitschen eisch betreffende koloniën, terwijl een sterke, doch invloedrijke conservatieve minderheid, onder lei ding van L. S. Amery, Winston Churchill en Sandys keer op keer van de regeering eischte, dat deze op ondubbelzinnige wijze verklaren zou, geen afstand van koloniën of mandaten te zul len overwegen. Ook weten wij, dat Baldwin, als Eerste Minister, hardnekkig weigerde op dit Punt een verklaring af te leggen, waardoor de regeering ook in de toekomst gebonden zou Worden, en dat men, vooral sinds Chamberlain Eerste Minister geworden was, voortdurend ster ker den indruk kreeg, dat de regeermg bereid Was mede te werken tot een oplossing van het koloniale probleem in naar zij hoopte voor Duitschland bevredigenden zin, onder voorwaar de, dat deze oplossing deel uitmaakte van een algemeene „vredesregeling". Er zijn alle redenen om aan te nemen, dat in de eerste weken na de overeenkomst van Mün- chen Chamberlain dit standpunt bleef innemen, ofschoon men zich ernstig afvroeg, of hij voor zulk een politiek een meerderheid in het par lement zou kunnen vinden, met bijna de geheele oppositie en waarschijnlijk minstens tachtig conservatieven tegen zich. De beantwoording van deze vraag evenwel zou zeker voor een groot deel hiervan afhangen, of de zoogenaamde „politiek van München" zich op zoodanige wijze ontwikkelen zou, dat zij wer kelijk niet alleen den in de laatste September dagen dreigenden oorlog voorkomen had, maar Positieven vredesverhoudingen het aanzien zou geven. Zooals men weet, heeft in dit opzicht München bijna niets anders dan grievende teleurstelling gebracht. Vele leden van het kabinet hebben dit openlijk erkend; Woensdag gaf zelfs Chamber lain het indirect toe, toen hij een vraag beant woordde, door een socialist gesteld naar aan leiding van een scherpe rede, Zondag door den president van de „Board of Education" (minister Van Onderwijs), Earl De La Warr, gehouden. Woensdag hebben leden van alle partijen dui delijk te kennen gegeven, dat aan geen ander land inlandsche bevolkingen, die onder Britsch bewind leven, als „vee en inboedel" overgeleverd kunnen worden. Malcolm MacDonald werd van alle banken af geestdriftig toegejuicht. Uit Ber- lijnsche telegrammen blijkt, dat de Duitsche Pers hem heftig aanvalt, maar het spreekt van zelf, dat hij niet de persoonlijke verantwoorde lijkheid draagt voor den inhoud zijner rede, maar dat deze de politiek der regeering, en op de eerste plaats die van Chamberlain zelf, verte genwoordigt. Het is echter een der weinige be moedigende teekenen dat de Duitsche pers, die nu al weken lang zoo heftig tegen Engeland en Britsche staatslieden en politici te keer gaat, zorgvuldig vermijdt ook maar iets tegen Cham berlain persoonlijk aan te voeren. Men leidt hieruit af, dat diens vredespogingen in Septem ber zulk een diepen indruk op het Duitsche volk gemaakt hebben, dat dit de hoop op een vreed zame toekomst zou opgeven, indien ook Cham berlain het mikpunt werd van de aanvallen der Duitsche pers en propsear"'- Nu is één duig vru duidelijk, .Terwijl Cham berlain tot een maand terug nog bereid was nu of later het koloniale vraagstuk onder de oogen te zien, in verband met zijn politiek van „paci ficatie", heeft hij, zooal niet in theorie dan toch praktisch, sinds eenige weken zijn standpunt gewijzigd. Men zal zich herinneren, dat reeds in November Malcolm MacDonald, vooral, doch niet uitsluitend, in verband met de in Tanganyika heerschende onrust, een verklaring aflegde van denzelfden aard als die van Woensdag. De opvallende verandering In de politiek is ontstaan sinds het uitbreken der Jodenvervol gingen in Duitschland, ofschoon reeds daarvoor wrijving begon te heerschen tusschen Londen en Berlijn. Het groote „moreele" argument van de linkerzijde en van vele conservatieven tegen af stand van koloniën aan Duitschland is sinds jaren reeds geweest, dat geen bevolking van niet-Arisch ras overgegeven mag worden aan de heerschappij der Nazi's. Noel-Baker voerde dit argument met vele andere ook Woens dag aan, en vond algemeene instemming. De inzichten der verschillende partijen loopen trou wens weinig uiteen. Zij alle leggen den nadruk op de militaire waarde, die koloniën voor Duitschland zouden hebben, en hoe zou Enge land, zonder eenige zekerheid te hebben om trent Hitler's vredelievende bedoelingen, de militaire macht van diens land nog kunnen uit breiden. En hierin is, geheel afgezien van het koloniale vraagstuk zelf. de diepere beteekenis gelegen van de gevoerde debatten en van de door de regeering aangenomen houding. Die houding is, zooals wij reeds opmerkten, in den loop der laatste weken veranderd. De vervolging der Duitsche Joden, de ongeloofelijke wettelijke bepalingen, waaraan dezen onderworpen worden, hebben in Engeland een onbeschrijfelijken indruk gemaakt. Zelfs een zoo verknocht vriend en bewonderaar van Nazi- Duitschland als Lord Londonderry heeft zich de vorige week in het Hoogerhuis hierover in de scherpste bewoordingen uitgelaten. Maar of schoon het volkomen logisch kan zijn met Noel- Baker te zeggen: „Aan een land, dat zóó zijn Joden behandelt, kan men geen negers toever trouwen" toch is het niet de behandeling der Duitsche Joden zelf die den doorslag gegeven heeft. Veeleer ziet men in het ten top gedreven anti-semitisme (en verscheidene ministers heb ben dit reeds openlijk toegegeven) een bewijs, dat de zoogenaamde „geest van München" voor Duitschland feitelijk niet bestaat en dat Cham berlain's pacificatie-politiek, waarop het Duit sche volk zoo groote verwachtingen gebouwd heeft, bij de Duitsche machthebbers in het minst geen weerklank vindt. Deze indruk is nog versterkt door de felle agitatie, die nu reeds weken lang in Duitschland tegen Engeland gevoerd word. Men mag met de grootste stelligheid aanne men, dat MacDonald niet een zoo ondubbelzin nige verklaring afgelegd zou hebben, indien de Britsche regeering er niet aan was gaan wan hopen Hitier en diens raadgevers door conces sies op dit gebied tot medewerking aan een po sitieve vredespolitiek te kunnen bewegen. Dat Chamberlain zijn pogingen om de „poli tiek van München" voort te zetten, niet opge geven heeft, staat vast, maar niemand kan er aan twijfelen dat hij diep teleurgesteld is door Duitschlands houding, en dat ook hij niet langer gelooft dat eenige concessie gevolgd zal worden door grootere toeschietelijkheid van Duitsche zijde. Dit is de ernstiger en verstrekkender beteeke nis, welke men aan MacDonalds verklaringen hechten moet. De Italiaansche bladen/ die men hier sinds maanden niet meer ernstig opneemt, beweren, blijkens telegrammen uit Rome in de Engelsche pers, dat de houding der Britsche regeering in zake koloniën in strijd is met den „geest van München". Maar het is nooit de Engelsche op vatting van dien „geest" geweest, dat alle eischen van Duitschland of Italië overwogen en inge willigd moeten worden, terwijl op deze beide landen geen enkele plicht zou rusten. Ook de weigering van Frankrijk om Tunis, Savoye en Corsica af te staan aan Italië, was trouwens volgens de Italiaansche pers, in strijd met den „geest van München". MacDonald's verklaringen wijzen er op, dat de Britsche regeering niet langer vertrouwen stelt, of niet langer wil voorwenden vertrouwen te stellen, in de oprechte bedoelingen van Hitler, op den grondslag van München Europeesche toenadering en vrede te vestigen. Zij wijzen er op, dat, ofschoon Chamberlain zijn pogingen zal voortzetten, de regeering vóór alles wacht op blijken van Duitschen goeden wil en goede trouw. Zij laten geen ruimte over aan eenigen twijfel ten aanzien van de diepe teleurstelling, welke Duitschlands houding sinds München bij Chamberlain en diens collega's verwekt heeft. Bij nota van wijziging stelt de minister van Sociale Zaken eenige aanvullingen op de be- grooting voor 1939 voor. Aan de toelichting ontleenen wij: Binnenkort zal worden opgericht een stich ting, welke zich zal belasten met de keuringen op medisch-hygiënisch gebied, waarbij in de eer ste plaats worden beoogd keuringen op long- tuberculose, welke in de laatste jaren ten aan zien van personeel, zoowel in dienst van de overheid als van particulieren, in toenemende mate worden verricht. Met de oprichting van die stichting wordt bedoeld, de keuringen, welke een groote preventieve waarde hebben op het gebied der tuberculosebestrijding te organi- seeren en te centraliseeren, waardoor meer doel treffend en economisch te werk kan worden ge gaan. Aan de oprichting en de werkzaamheid der stichting zullen medewerken verscheidene op het gebied van de gezondheidszorg en van de sociale verzekering werkzame vereenigingen en instellingen, benevens organisaties van werk gevers en werknemers. Het ligt in de bedoeling, dat het Rijk zal participeeren, voorshands alleen door het de partement van Onderwijs, Kunsten en* Weten schappen met het oog op de keuringen van sehoolpersoneel en door het departement van Sociale Zaken wegens de hierbij betrokken be langen van de volksgezondheid. Deswege is in de ontwerp-statuten der stichting aan den mi nister van Sociale Zaken op onderscheidene punten zeggenschap toegekend. De bijdrage n het stichtingskapitaal (hetwelk in het geheel ongeveer 50.000.groot zal zijn) kan op de begrooting van den minister worden gecompen seerd uit den post voor tuberculosebestrijding Verdere bijdragen aan de stichting zijn niet te verwachten, aangezien zij volgens den opzet zich zelf zal bedruipen. Bij een binnenkort in te dienen suppletoire begrooting voor het dienstjaar 1938 zullen gel den worden aangevraagd wegens door de stich ting Landverhuizing Nederland te nemen maat regelen ter bevordering van de emigratie naar verschillende overzeesche landen, in het bij zonder in verband met een door genoemde stichting in te stellen onderzoek omtrent nieu we emigratie-mogelijkheden. De hieruit voor 1939 voortvloeiende uitgaven (kosten van vertegenwoordiging der stichting Landverhuizing Nederland in Canada, Austra lië, Chili, Argentinië en Zuid-Afrika) worden geraamd op 41.000.— N. Z. Voorburgwal b. h. Spui, Amsterdam. PLATS OU JOUR EN «k LA CARTE Vrijdagmiddag is ir. E. A. Voorneman, burge meester van Batavia, thans met verlof in Ne derland, in particuliere audiëntie ontvangen door H.M. de Koningin, ten einde den burge meester van Indië's hoofdstad in de gelegenheid te stellen H.M. het geschenk der Indische ge meenten bij het regeeringsjubileum, aan te bie den. Dit geschenk is een fraaie klok, waarvan de wijzerplaat is versierd met de wapens van ver schillende Indische gemeenten. Tevens was een oorkonde bij het geschenk gevoegd. Tijdens de audiëntie, welke circa twintig mi nuten duurde, gaf H.M hoogstderzelver inge nomenheid te kennen met dit geschenk en vroeg verschillende bijzonderheden omtrent de fraaie bewerking en de diverse wapens der gemeenten. H.M. verzocht burgemeester Voorneman Haar dank aan de verschillende Indische gemeenten voor het fraaie cadeau te willen overbrengen. Ter herdenking van het feit, dat 1 Januari 1914 het eerste collectief contract in de typo grafie in werking trad en sindsdien sedert 25 jaar onafgebroken een collectieve overeenkomst in dezen bedrijfstak van»kracht is geweest, als mede ter herdenking van 25 jaren bedrijfs- rechtspraak van de centrale commissie in de typografie, zal Donderdag 12 Januari 1939, des namiddags van twee tot vier uur, een openbare zitting van genoemde commissie worden gehou den in de aula van het Koloniaal Instituut te Amsterdam. Deze plechtige herdenking zal bestaan in het uitspreken van redevoeringen, welke prof. mr. Paul Scholten, hoogleeraar aan de gemeente lijke universiteit te Amsterdam en de heer H. Diemer, voorzitter van de centrale commissie, zullen houden. Verschillende autoriteiten en vooraanstaande personen uit het juridische, sociale en econo mische leven zullen tot bijwoning van deze openbare zitting worden uitgenoodigd. De Centrale Jeugd Commissie van de Konink lijke Nederlandsche Vereeniging voor Lucht vaart heeft dezen zomer een plan kunnen uit voeren, dat zij reeds lang gemaakt had, name lijk het geven van een cursus aan leden van 'élllllllilllll IIIIIIIIIIIIIE In Januari 1939 en zoo noodig ook in de daarop volgende maanden zullen examens wor den gehouden ter verkrijging van certificaten als scheepsradiotelegrafist en -telefonist. Verzoeken om toelating moeten vóór 24 De cember tot den directeur-generaal der P.T.T. gericht worden. Onzen puiken weerprojeten Zijn wij waarlijk zeer verplicht §i Nu z'ons voortaan gaan tracteeren Op 'n uitvoerig weerbericht. 't A.N.P. zendt eiken avond Een complete studie uit Over 't weer in heel ons landje, Over Noord, Oost, West en Zuid. Een apart chapiter wijdt men Aan de kuststrook, aan het strand, En de rest heet zijn er wilden? Doodgewoon: het binnenland.... En dan krijgen we te hooren Hoe 't in Groningen wel was, hi Maastricht viel er een droppel, In Den Helder 'n heele plas.... Daarna blijkt: de temperatuur lijdt Steeds nog aan dezelfde kwaal: Of er boven, öf er onder, Maar in geen geval normaal!! Och, De Bilt kan het niet helpen En 't is prettig dat je 't wéét! Daarna krijgen we te hooren Wat te wachten staat. Welk leed! En men deelt het land in mootjes, Met een lineaal, naar 'k gis) Voor elk mootje een voorspelling Wat er wel te wachten is Nu wil 'k niet onvriend'lijk wezen, Want 't is niet onaardig, nee, Maar, De Bilt, het weer in Neerland Maak j' er toch niet beter mee! HERMAN KRAMER Het hoofdbestuur van het Nederlandsche Roode Kruis bericht ons: Het is met groote waardeering en volledige instemming, dat het hoofdbestuur van het Nederlandsche Roode Kruis heeft kennis ge nomen van het persoonlijk woord dat H. M de Koningin heeft willen richten tot Haar volk in zake den bekenden oproep voor mo reele en geestelijke herbewapening. In dit persoonlijk woord heeft onze Koningin er zoo juist op gewezen, dat wij allen, zonder, on derscheid, persoonlijk kunnen bijdragen om dien geheel nieuwen geest van eerlijkheid, vertrouwen en liefde over de wereld vaardig te doen worden, die de „conditio sine qua non vormt voor duurzamen vrede. Wanneer/-men bedenkt, dat het leidend be ginsel van het Roode Kruis is, zoowel in tijd van vrede als in tijd van oorlog de mensch- heid te dienen door hulp te verleenen aan zieken, gewonden, zwakken en hulpbehoeven den, en door mede te werken aan alle maat regelen waardoor menschelijk leed kan wor den voorkomen en verzacht, dan springt dui delijk in het oog, dat de Roode Kruisarbeid van allen die daaraan medewerken in dienst van de menschheid juist de practische toe passing van die eigenschappen van onzelf zuchtigheid en liefde, vereischt, die den grondslag van de moreele herbewapening vor men. s Daarom is in de Vrijdagmiddag gehouden vergadering van het hoofdbestuur, onder per soonlijke leiding van de voorzitster, H. K. H. Prinses Juliana, de volgende resolutie aangeno men, die in den vorm van een adres aan H. M de Koningin is gezonden: „Mevtouw, Het hoofdbestuur van het Nederlandsche Roode Kruis heeft met groote waardeering en instemming kennis genomen van den oproep van Uwe Majesteit tot ntoreele en geestelijke herbewapening. Overtuigd, dat de arbeid van het Roode Kruis, die beoogt zoowel in vrede als in tijd van oor log de menschheid te dienen door hulp te ver leenen aan zieken, gewonden, zwakken en hulpbehoevenden, steeds en overal moet ge grondvest zijn op en gedreven worden door naastenliefde gepaard met zelfopoffering, eer lijkheid en moed, wil deze arbpid slagen, erkennend, dat een aldus moreel en geeste lijk herbewapend volk in staat zal zijn den ze gen van den vrede te bewaren en mede te werken aan den wereldvrede. geeft hierbij aan Uwe Majesteit de verzeke ring, dat het van ganscher harte en onvoor waardelijk wenscht mede te werken om de ver vulling van dezen oproep zooveel mogelijk te benaderen." BATAVIA, 9 Dec. (Aneta). Ondanks het feit, dat b(j het sympathie-onderzoek omtrent de re actie van de koninklijke boodschap inzake geestelijke en moreele herbewapening de uiter ste reserve in acht is genomen, gaven zich te Batavia niet minder dan zestig personen op, die bereid zijn tot daadwerkelijke actie. Van deze betuigingen van sympathie en eveneens van an dere sympathie-reacties zal een dezer dagen worden getuigd in een adres, aan H. M. de Ko ningin te richten. Eerst later zal over de reactie door geheel Indië meer te zeggen zijn. Te Amsterdam is de ledenvergadering van de Vereeniging van directies van nijverheids scholen aangevangen. De voorzitter, de heer H. Bus, directeur van de ambachtsschool te Maastricht, sloeg in zijn openingswoord een terugblik op de behande ling van de onderwijsbegrooting in de Twee de Kamer, meer speciaal op hetgeen er ten aanzien van het nijverheidsonderwijs was te berde gebracht. Spr. stond stil bij het terug brengen van de dagopleiding var. drie op twee jaren, welke hij een onrecht jegens de hui dige en toekomstige jeugdige vaklieden noem de en welke z.i. meer het economisch belang van da industrie en meer de belangen van het grootbedrijf, dan de sociale belangen van de leerlingen en de waarde van het onderwijs als opleiding op he» oog hebben. Voor een univer- seele opleiding is de twee-jarige cursus te kort De Vereeniging van directeuren van nijver heidsscholen heeft steeds op het standpunt gestaan, dat hiervoor minstens drie jaren die nen te worden gesteld. De gegeven gelegenheid tot avondonderwijs zal niets afdoen aan dén eisch tot herstel van de driejarige dagschoolopleiding. Ook de departementen van Economische en van Sociale Zaken doen aan nijverheidsonder wijs. Aan de opleiding ter uitvoering van de Vestigingswet dient de vereeniging volgens spr. waakzame aandacht te besteden. Naast het onderwijs aan onze .scholen, al dus spr., eischt Sociale Zaken, en terecht, hulpverleening aan de jonge werkloozen. Wij moeten hier hopen een behulpzame hand te mogen bieden-. Na behandeling van de ingekomen en uit gegane stukken werden de gewijzigde statu ten en het huishoudelijk reglement aanvaard. 'Een achttal nieuwe leden werd aangenomen, jeugd-luchtvaartclubs in het bouwen van mo delvliegtuigen. Deze schriftelijke cursus voor modelvliegtuig bouwleider is samengesteld door ing. Juste van Hattum en gevolgd door ongeveer 25 leden van de jeugdluchtvaartclubs. De cursus is verdeeld in zes lessen en behandelt o.a. onderwerpen van vliegtuigbouw uit geschiedkundig, organisatorisch en theoretisch oogpunt. Ook materialenkennis en het gebruik van gereedschap behooren tot de stof. Hedenochtend om 10 uur komen in de con greszaal op Schiphol 15 candidaten uit het ge heele land bijeen om een schriftelijk examen af te leggen. De examen-commissie bestaat uit de heeren H. F. C. Holtz, voorzitter, F. J. Bartholomeus. H. Fuchs, ing. Juste van Hat tum en H. J. Hagelen Hzn., secretaris. Dit schriftelijk gedeelte bestaat uit drie afdeelin- gen: theorie, berekening en practijk. Des mid dags wordt een mondeling examen afgenomen. De bedoeling van dit examen is tweeërlei In de eerste plaats gaat het er om de kennis van de luchtvaart onder de jeugd te vergroo- ten. De geslaagden kunnen als leiders in het bouwen van modelvliegtuigen voor de plaatse lijke clubs optreden. In de tweede plaats is het uit sportief oogpunt gewenscht, dat de jeugd- luchtvaartbeweging in ons land nu beter kan concurreeren met buitenlandsche zusteronder nemingen op internationale wedstrijden. De ge slaagden krijgen van de Koninklijke .Vereeniging een diploma. Van officieele zijde meldt men ons, dat het in het voornemen van H. M. de Koningin ligt, 14 Dgcember, des morgens te Scheveningen de her denking .van de landing van den Prins van Oranje in 1813, gade 'te slaan, welke herdenking elke 25 jaar geschiedt. BATAVIA, 10 Dec. (Aneta) Gisterenmiddag meldde zich bij den officier van justitie bij den Raad van Justitie te Batavia de secretaris van de Batavia Buitenzorg Wedloop Sociëteit, P. H. C. K, die verklaarde sedert 1935 door mid del van boekenvervalschingen verduisteringen te hebben gepleegd tot 'n bedrag van ƒ12.000. K is in preventieve hechtenis gesteld. Ten vervolge op de beantwoording van vra gen van den communist Roestam Effendi be treffende het optreden van Japansche visschers jegens Nederlandsche onderdanen van Bangka en Billiton heeft de minister van Koloniën medegedeeld Uit van de Indische regeering ontvangen in lichtingen is den minister gebleken, dat het eiland Kelemar (residentie Bangka en Billiton) verschillende malen is bezocht door Japansche visschers, die aldaar water en brandhout kwa men halen. Tijdens hun verblijf op dat eiland plukten zij ook veelal klappers om deze ter plaatse te nuttigen. Het plukken geschiedde somtijds zonder voorafgaande toestemming. Door de rechthebbenden is ter zake nimmer een klacht bij het bestuur ingediend, vermoedelijk omdat deze vruchten slechts geringe waarde hebben. Overigens zijn geen handelingen, als bedoeld, aan het licht gekomen. Voor het treffen van bijzondere maatregelen, buiten het normaal politietoezicht ter zee, wordt geen aanleiding aanwezig geacht. BATAVIA, 10 December. (Aneta). Omtrent den reeds gemelden remous-tik van het vliegtuig der K. N. I. L. M. in de nabijheid van Port Darwin, kan nog worden medegedeeld, dat dit vliegtuig gisterenmiddag op het vliegveld van Batavia aankwam. Aneta vernam van den ge zagvoerder, den heer De Graaf, dat deze remous- tik geheel onverwachts kwam. Het was zeer mooi weer, zoodat voor de passagiers geen en kele aanleiding bestond, van de gordelriemen gebruik te maken. De gezagvoerder De Graaf stond naast den tweeden piloot, die op dat mo ment stuurde. Hij werd door de remous met het hoofd egen het platform geworpen, waardoor 'n snede aan zijn voorhoofd ontstond, welke in Port Darwin is gehecht. De heer De Graaf meent, dat de Lockheed waarschijnlijk geweest is in het begin van een windhoos, welke den grond nog niet had geraakt. Onmiddellijk na de remoua was de situatie weer normaal. Behalve de passagier, de heer Van Vliet, die een rib heeft gekneusd, bekwam geen der passagiers eenig let sel. De heer Van Vliet zelf wilde doorvliegen, doch op medisch advies te Port Darwin in gewonnen bleef hij daar enkele dagen rust houden. Hij zal 12 December verder naar Bata via vliegen. MAKASSAR, 10 December (Aneta). De uit spraak van den raad van justitie in de zaak tegen den beklaagde K Jr. en den inland- schen chauffeur B., is uitgesteld tot 17 De cember. BUITENZORG. 10 December. (Aneta). Bij gouvernementsbesluit is het bezoldigingsbesluit voor landsdienaren-1938 in dien zin gewijzigd, dat de regionale standplaats-toeslag voor de re gentschappen Malang en Soerabaja van vijf tot drie procent is teruggebracht. PREMBOEN, 10 December. (Aneta) Heden morgen te 06.20 uur is te Premboen. afdeeling Keboemen, residentie Kedoe, een aardbeving ge voeld welke een halve minuut aanhield. Het observatorium te Batavia heeft van deze j J beving niets geregistreerd. lt€ Blijkens het voorloopig verslag der Tweede Kamer over het wetsontwerp vervoer van per sonen met motorrijtuigen, betreurden vele leden dat dit wetsontwerp op een zoodanig tijdstip 26 September j.l. is ingediend, dat de Kamer het te midden van of aanstonds na de behandeling van de ontwerpen van wet tot vaststelling van de Rijksbegrooting zal moeten behandelen indien zij het althans mogelijk wil maken, dat het vóór 15 Februari 1939 den datum, waarop het R. A. P. vervalt door de beide Kamers der Staten-Generaal zal ziji: behandeld. In dit verband werd de vraag gesteld, waar om de regeering niet aanstonds, nadat gebleken was, dat paragraaf 47 der wet tot "erlaging van de openbare uitgaven van 29 November 1935 en het R. A. P. niet met elkander in over eenstemming waren, een voorstel van wet heeft aanhangig gemaakt tot verruiming van de formuleering. van genoemde paragraaf. Enkele leden achtten het onjuist, voor het personenvervoer het vergunningsstelsel te be stendigen. aangezien dat uit zijn aard tot ver starring leidt en den drang doodt tot verdere vervolmaking van de voorziening in de behoef ten van het vervoer, alsmede tot aanpassing aan de voortdurend wisselende omstandigheden. Zeer vele andere leden waren daarentegen van oordeel, dat een vergunningsstelsel af gezien van zijn bepaalden inhoud in beginsel voor de regeling van het vervoer van personen deugdelijk is. Intusschen, de samen werking tusschen de middelen van vervoer, niet het minst tus schen het rail- en het wegverkeer, zal er moeten komen. De coördinatiemaatregelen zouden zelfs in hoofdzaak op dat doel moe ten zijn gericht, doch daarvan blijkt uit het onderhavige wetsontwerp niet veel. Vele leden waren van oerdeel, dat van een werkelijke coördinatie dat issamenwerking op voet van gelijkberechtigdheid van het per sonenvervoer eerst sprake zal kunnen zijn na dat de N.S zich zullen hebben teruggetrokken uit haar au.tobusondernemingen, ten einde het autovervoer van personen over te laten aan het vrije uit de maatschappij opgekomen initia tief, hetwelk door middel van een vergunnings stelsel kan worden gericht op het algemeen be lang. Nu de minister blijkbaar niet voornemens is deze wijziging in de vervoerpolitiek der N.S. te bevorderen, konden deze leden nun stem aan dit wetsontwero niet Teveii. Voor vele leaen was net voornaamste be zwaar tegen dit wetsontwerp gelegen in het richtsnoer, als zou een vergunning voor een met een spoorweg ongeveer parallel loopenden autobusdienst veelal eerder aan den onderne mer van dien spoorweg of aan een saarmede samenhangende of samenwerkende onderne ming behooren te worden gegeven dan aan eer anderen ondernemer Het autobusvervoer voorziet in een sociale behoefte. Daarom gaat het niet aan, de breede massa de dupe te laten worden van een eenzijdige bescherming van de be.angen van het spoorwegbedrijf. Naar het oordeel dezer leden ligt het veeleer op den weg van de N. S. de tarieven op de trajecten, die als goudmijnen kunnen worden aangemerkt, aanmerkelijk te verlagen. Verscheidene leden verklaarden zich goed deels met de richtlijnen voor het verleenen van vergunningen, door den minister aangegeven, te kunnen vereenigen. Eenige leden achtten dit wetsontwerp in strijd met de verklaring door dr. Colijn als minister van Waterstaat a.i. afgelegd, dat het verkeer als een geheel moet worden beschouwd. Volgens deze leden dient de geheele regeling in handen gesteld te worden van een jerkeers- corporatie, die samengesteld moet worden uit vertegenwoordigers van spoorweg-, auto- en watervervoer, en tevens van vertegenwoordigers van de gebruikers dezer vervoermiddelen. Verscheidene leden merkten op, dat dit wets ontwerp te veel overlaat aan de Kroon en de Commissie autovervoer personen. Vele leden hadden bewondering voor den logischen opzet van dit ontwerp. AMSTERDAM. Bevorderd tot doctor in de rechtsgeleerdheid op proefschrift de heer G. A. van Hamel, geb. te Amsterdam. Geslaagd voor het candidaatsexamen Engel sche taal- en letterkunde mej. A. D. M. Blok. LEIDEN. Geslaagd doctoraal examen genees kunde de heeren Tj. Kuipers, Den Haag; H. H. Eröbrink, Den Haag. Artsexamen le gedeelte de heeren J. Kweekei, Heenvliet en J. A. Tolenaar, Rotterdam. WAGENINGEN. Bevorderd tot doctor in de landbouwkunde (met lof) de heer ir. W. H. Diemont, geb. te Buitenzorg, op proefschrift met stellingen. GRONINGEN. Cand. examen rechten mej. H. M. D. Rost Onnes te Groningen. 's-GRAVENHAGE. Geslaagd voor tweeder, s'uurman groote handelsvaart H. P. Siegers. Voor het aanvullingsdiploma kleine handels vaart: G. Waker, H. Koerts en J. Hulshof. 's-GRAVENHAGE Geslaagd voor tweede stuurman groote handelsvaart C. Kila, voor der de stuurman groote handelsvaart Th. J. van de Vrie, F. A. de Neijn van Hoogwerff en J- Scherpenhuijsen. LEIDEN. Geslaagd mej. R. E. Zelissen, 'sGra- venhage; mej. M. Kok, 'sGravenhage en mej. C. W. J. van der Spek, Poortugaal •s-GRAVENHAGE. Geslaagd: de heeren H. Beef tink te Hengelo (Ov.), E. E. Schipper Westerbroek.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 9