De diepere beteekenis van
MacDonald's verklaringen
-L
Concessies leiden niet
tot het beoogde doel
MkMNë
M\ '-
li
Keuringen op
tuberculose
Autovervoer voor
personen
Chamberlain diep teleur
gesteld door Duitsch-
lands houding
Bevordering emigratie
Restaurant DORRIUS
WEER MOOTJES
De wilde busdiensten
ZATERDAG 16 DECEMBER 1938
De werktuigkundige Jaedicke, die bij de
vliegramp van de Ekstereveneens om
het leven kwam
Minister Romme vraagt voor op te
richten stichting een Rijks
bijdrage aan
HET REGEER1N GS JUBILEUM
Geschenk van Indische gemeenten
voor H. M. de Koningin
C.A.O. IN DE TYPOGRAFIE
Herdenking 25-jarig bestaan
VLIEGTUIGBOUWERS
DOEN EXAMEN
Vijftien candidaten zullen naar
het diploma dingen
Scheepsradiotelegrafist en
-telefonist
MOREELE EN GEESTELIJKE
HERBEWAPENING
Adres van het Roode Kruis aan
H. M. de Koningin
Bereidverklaring tot daadwer
kelijke actie te Batavia
NIJVERHEIDSONDERWIJS
Vergadering der Vereeniging
van Directies
HERDENKING LANDING
PRINS VAN ORANJE
De Koningin zal de plechtigheid
bijwonen
f 12.000 VERDUISTERD
Secretaris pleegde boeken-
vervalschingen
JAPANSCHE VISSCHERS
IN ONZE OOST
Geen aanleiding voor bijzondere
maatregelen
DE REMOUS-TIK VAN DE
P.K.-A.F.M.
Lockheed waarschijnlijk in
windhoos geraakt
UITSPRAAK ZAAK MARGA-
DANT UITGESTELD
REGIONALE TOESLAG
VERMINDERD
AARDBEVING TE PREMBOEN
Vele Tweede Kamerleden hebben
ernstige bedenkingen tegen
het wetsontwerp
Academische examens
Stuurlieden-examen
Apothekers-assistent
Wiskunde L. O.
(Van onzen Londenschen correspondent)
De debatten over het „koloniale vraagstuk",
dat men naar thans duidelijk gebleken is in
Engeland in het geheel niet (of niet meer) als
een vraagstuk erkennen wil, werden met eenige
belangstelling tegemoet gezien. Zij werden
evenwel veel belangrijker dan men verwacht
had en wij gelooven zelfs, dat zij indirect een
beteekenis hadden, welke nog ver uitging bo
ven die der besproken aangelegenheid.
De hoofdpunten der debatten zijn u bekend.
Zij werden gevoerd naar aanleiding van een
motie, ingediend door den bekenden, vooral in
internationale politiek belang stellenden La-
bour-afgevaardigde Noel-Baker, die voorstelde
dat. (wij vatten samen) een „herverdeeling"
van koloniaal of mandaat-gebied zal plaats
hebben zonder toestemming der bewoners, en
dat, bij wijze van algemeene vredesregeling,
een internationaal mandaatstelsel zal worden
ingevoerd voor alle gebieden, die niet rijp zijn
voor zelfbestuur.
Dit laatste is steeds een socialistisch stok
paardje geweest.
Zooals te verwachten was, werd dit déél der
motie dan ook met groote meerderheid van
stemmen verworpen. Maar veel belangrijker
was het dat een amendement van den con
servatieven kolonel Ponsonby, dat feitelijk het
eerste deel der motie belichaamde, het bijna,
algemeene oordeel van het Huis bleek te ver
tolken. Een zeer groot aantal volgelingen der
regeering richten hun houding en hun stem ge
woonlijk naar den betreffenden minister het
geen trouwens min of meer een parlementaire
noodzakelijkheid is. Toen Woensdag de minister
van Koloniën, Malcolm MacDonald, verklaard
had: „Wij bespreken deze zaak niet; wij over
wegen haar niet; zij behoort niet tot het terrein
dei praktische politiek" toen was het ook
duidelijk, dat hij het standpunt van het geheele
Huis weergaf en dat die conservatieven (en zij
vormden de meerderheid) die in de laatste jaren
niet meegedaan hadden aan de agitatie tegen
teruggave van koloniën aan Duitschland, zich
uitsluitend hadden laten leiden door de over
weging, dat aan de regeering het volle initiatief
inzake internationale problemen overgelaten
moet worden.
Wij mogen eraan herinneren, dat vóór Hitier
in Duitschland aan het bewind kwam, de socia
listen en de meeste liberalen de' krachtigste
voorvechters waren van het herstel der voor
malige Duitsche koloniën. Het meer onverzoen
lijke standpunt werd toen uit den aard der zaak
ingenomen door de conservatieven, niet zoozeer
omdat dezen vóór 1933 zooveel onwelwillender
stonden ten opzichte van Duitschland, alswel
doordat zij in veel geringer mate twijfelden aan
de rechtvaardigheid van de desbetreffende be
palingen in het Verdrag van Versailles, en ook
natuurlijk in verband met het feit, dat de
conservatieven min of meer de vertegenwoordi
gers zijn van het „imperialisme", en dus in be
ginsel eiken afstand van gebied, waarover een
maal de Union Jack wappert, verwerpen.
Het is evenwel eerst in de laatste vier jaren,
dat het koloniale probleem in een acuut stadium
getreden is, en in deze vier jaren hebben wij
gezien dat juist de linksche partijen zich het
krachtigst schrap zetten tegen elke inwilliging
van een eventueel te stellen Duitschen eisch
betreffende koloniën, terwijl een sterke, doch
invloedrijke conservatieve minderheid, onder lei
ding van L. S. Amery, Winston Churchill en
Sandys keer op keer van de regeering eischte,
dat deze op ondubbelzinnige wijze verklaren zou,
geen afstand van koloniën of mandaten te zul
len overwegen. Ook weten wij, dat Baldwin, als
Eerste Minister, hardnekkig weigerde op dit
Punt een verklaring af te leggen, waardoor de
regeering ook in de toekomst gebonden zou
Worden, en dat men, vooral sinds Chamberlain
Eerste Minister geworden was, voortdurend ster
ker den indruk kreeg, dat de regeermg bereid
Was mede te werken tot een oplossing van het
koloniale probleem in naar zij hoopte voor
Duitschland bevredigenden zin, onder voorwaar
de, dat deze oplossing deel uitmaakte van een
algemeene „vredesregeling".
Er zijn alle redenen om aan te nemen, dat in
de eerste weken na de overeenkomst van Mün-
chen Chamberlain dit standpunt bleef innemen,
ofschoon men zich ernstig afvroeg, of hij voor
zulk een politiek een meerderheid in het par
lement zou kunnen vinden, met bijna de geheele
oppositie en waarschijnlijk minstens tachtig
conservatieven tegen zich.
De beantwoording van deze vraag evenwel
zou zeker voor een groot deel hiervan afhangen,
of de zoogenaamde „politiek van München" zich
op zoodanige wijze ontwikkelen zou, dat zij wer
kelijk niet alleen den in de laatste September
dagen dreigenden oorlog voorkomen had, maar
Positieven vredesverhoudingen het aanzien zou
geven.
Zooals men weet, heeft in dit opzicht München
bijna niets anders dan grievende teleurstelling
gebracht. Vele leden van het kabinet hebben dit
openlijk erkend; Woensdag gaf zelfs Chamber
lain het indirect toe, toen hij een vraag beant
woordde, door een socialist gesteld naar aan
leiding van een scherpe rede, Zondag door den
president van de „Board of Education" (minister
Van Onderwijs), Earl De La Warr, gehouden.
Woensdag hebben leden van alle partijen dui
delijk te kennen gegeven, dat aan geen ander
land inlandsche bevolkingen, die onder Britsch
bewind leven, als „vee en inboedel" overgeleverd
kunnen worden. Malcolm MacDonald werd van
alle banken af geestdriftig toegejuicht. Uit Ber-
lijnsche telegrammen blijkt, dat de Duitsche
Pers hem heftig aanvalt, maar het spreekt van
zelf, dat hij niet de persoonlijke verantwoorde
lijkheid draagt voor den inhoud zijner rede,
maar dat deze de politiek der regeering, en op de
eerste plaats die van Chamberlain zelf, verte
genwoordigt. Het is echter een der weinige be
moedigende teekenen dat de Duitsche pers, die
nu al weken lang zoo heftig tegen Engeland en
Britsche staatslieden en politici te keer gaat,
zorgvuldig vermijdt ook maar iets tegen Cham
berlain persoonlijk aan te voeren. Men leidt
hieruit af, dat diens vredespogingen in Septem
ber zulk een diepen indruk op het Duitsche volk
gemaakt hebben, dat dit de hoop op een vreed
zame toekomst zou opgeven, indien ook Cham
berlain het mikpunt werd van de aanvallen der
Duitsche pers en propsear"'-
Nu is één duig vru duidelijk, .Terwijl Cham
berlain tot een maand terug nog bereid was nu
of later het koloniale vraagstuk onder de oogen
te zien, in verband met zijn politiek van „paci
ficatie", heeft hij, zooal niet in theorie dan toch
praktisch, sinds eenige weken zijn standpunt
gewijzigd. Men zal zich herinneren, dat reeds in
November Malcolm MacDonald, vooral, doch niet
uitsluitend, in verband met de in Tanganyika
heerschende onrust, een verklaring aflegde van
denzelfden aard als die van Woensdag.
De opvallende verandering In de politiek is
ontstaan sinds het uitbreken der Jodenvervol
gingen in Duitschland, ofschoon reeds daarvoor
wrijving begon te heerschen tusschen Londen en
Berlijn. Het groote „moreele" argument van de
linkerzijde en van vele conservatieven tegen af
stand van koloniën aan Duitschland is sinds
jaren reeds geweest, dat geen bevolking van
niet-Arisch ras overgegeven mag worden aan
de heerschappij der Nazi's. Noel-Baker voerde
dit argument met vele andere ook Woens
dag aan, en vond algemeene instemming. De
inzichten der verschillende partijen loopen trou
wens weinig uiteen. Zij alle leggen den nadruk
op de militaire waarde, die koloniën voor
Duitschland zouden hebben, en hoe zou Enge
land, zonder eenige zekerheid te hebben om
trent Hitler's vredelievende bedoelingen, de
militaire macht van diens land nog kunnen uit
breiden.
En hierin is, geheel afgezien van het koloniale
vraagstuk zelf. de diepere beteekenis gelegen van
de gevoerde debatten en van de door de regeering
aangenomen houding. Die houding is, zooals wij
reeds opmerkten, in den loop der laatste weken
veranderd. De vervolging der Duitsche Joden, de
ongeloofelijke wettelijke bepalingen, waaraan
dezen onderworpen worden, hebben in Engeland
een onbeschrijfelijken indruk gemaakt. Zelfs een
zoo verknocht vriend en bewonderaar van Nazi-
Duitschland als Lord Londonderry heeft zich
de vorige week in het Hoogerhuis hierover in de
scherpste bewoordingen uitgelaten. Maar of
schoon het volkomen logisch kan zijn met Noel-
Baker te zeggen: „Aan een land, dat zóó zijn
Joden behandelt, kan men geen negers toever
trouwen" toch is het niet de behandeling der
Duitsche Joden zelf die den doorslag gegeven
heeft. Veeleer ziet men in het ten top gedreven
anti-semitisme (en verscheidene ministers heb
ben dit reeds openlijk toegegeven) een bewijs,
dat de zoogenaamde „geest van München" voor
Duitschland feitelijk niet bestaat en dat Cham
berlain's pacificatie-politiek, waarop het Duit
sche volk zoo groote verwachtingen gebouwd
heeft, bij de Duitsche machthebbers in het
minst geen weerklank vindt.
Deze indruk is nog versterkt door de felle
agitatie, die nu reeds weken lang in Duitschland
tegen Engeland gevoerd word.
Men mag met de grootste stelligheid aanne
men, dat MacDonald niet een zoo ondubbelzin
nige verklaring afgelegd zou hebben, indien de
Britsche regeering er niet aan was gaan wan
hopen Hitier en diens raadgevers door conces
sies op dit gebied tot medewerking aan een po
sitieve vredespolitiek te kunnen bewegen.
Dat Chamberlain zijn pogingen om de „poli
tiek van München" voort te zetten, niet opge
geven heeft, staat vast, maar niemand kan er
aan twijfelen dat hij diep teleurgesteld is door
Duitschlands houding, en dat ook hij niet langer
gelooft dat eenige concessie gevolgd zal worden
door grootere toeschietelijkheid van Duitsche
zijde.
Dit is de ernstiger en verstrekkender beteeke
nis, welke men aan MacDonalds verklaringen
hechten moet.
De Italiaansche bladen/ die men hier sinds
maanden niet meer ernstig opneemt, beweren,
blijkens telegrammen uit Rome in de Engelsche
pers, dat de houding der Britsche regeering in
zake koloniën in strijd is met den „geest van
München". Maar het is nooit de Engelsche op
vatting van dien „geest" geweest, dat alle eischen
van Duitschland of Italië overwogen en inge
willigd moeten worden, terwijl op deze beide
landen geen enkele plicht zou rusten. Ook de
weigering van Frankrijk om Tunis, Savoye en
Corsica af te staan aan Italië, was trouwens
volgens de Italiaansche pers, in strijd met den
„geest van München".
MacDonald's verklaringen wijzen er op, dat
de Britsche regeering niet langer vertrouwen
stelt, of niet langer wil voorwenden vertrouwen
te stellen, in de oprechte bedoelingen van Hitler,
op den grondslag van München Europeesche
toenadering en vrede te vestigen. Zij wijzen er
op, dat, ofschoon Chamberlain zijn pogingen zal
voortzetten, de regeering vóór alles wacht op
blijken van Duitschen goeden wil en goede
trouw. Zij laten geen ruimte over aan eenigen
twijfel ten aanzien van de diepe teleurstelling,
welke Duitschlands houding sinds München bij
Chamberlain en diens collega's verwekt heeft.
Bij nota van wijziging stelt de minister van
Sociale Zaken eenige aanvullingen op de be-
grooting voor 1939 voor.
Aan de toelichting ontleenen wij:
Binnenkort zal worden opgericht een stich
ting, welke zich zal belasten met de keuringen
op medisch-hygiënisch gebied, waarbij in de eer
ste plaats worden beoogd keuringen op long-
tuberculose, welke in de laatste jaren ten aan
zien van personeel, zoowel in dienst van de
overheid als van particulieren, in toenemende
mate worden verricht. Met de oprichting van
die stichting wordt bedoeld, de keuringen, welke
een groote preventieve waarde hebben op het
gebied der tuberculosebestrijding te organi-
seeren en te centraliseeren, waardoor meer doel
treffend en economisch te werk kan worden ge
gaan. Aan de oprichting en de werkzaamheid
der stichting zullen medewerken verscheidene
op het gebied van de gezondheidszorg en van
de sociale verzekering werkzame vereenigingen
en instellingen, benevens organisaties van werk
gevers en werknemers.
Het ligt in de bedoeling, dat het Rijk zal
participeeren, voorshands alleen door het de
partement van Onderwijs, Kunsten en* Weten
schappen met het oog op de keuringen van
sehoolpersoneel en door het departement van
Sociale Zaken wegens de hierbij betrokken be
langen van de volksgezondheid. Deswege is in
de ontwerp-statuten der stichting aan den mi
nister van Sociale Zaken op onderscheidene
punten zeggenschap toegekend. De bijdrage n
het stichtingskapitaal (hetwelk in het geheel
ongeveer 50.000.groot zal zijn) kan op de
begrooting van den minister worden gecompen
seerd uit den post voor tuberculosebestrijding
Verdere bijdragen aan de stichting zijn niet te
verwachten, aangezien zij volgens den opzet zich
zelf zal bedruipen.
Bij een binnenkort in te dienen suppletoire
begrooting voor het dienstjaar 1938 zullen gel
den worden aangevraagd wegens door de stich
ting Landverhuizing Nederland te nemen maat
regelen ter bevordering van de emigratie naar
verschillende overzeesche landen, in het bij
zonder in verband met een door genoemde
stichting in te stellen onderzoek omtrent nieu
we emigratie-mogelijkheden.
De hieruit voor 1939 voortvloeiende uitgaven
(kosten van vertegenwoordiging der stichting
Landverhuizing Nederland in Canada, Austra
lië, Chili, Argentinië en Zuid-Afrika) worden
geraamd op 41.000.—
N. Z. Voorburgwal b. h. Spui, Amsterdam.
PLATS OU JOUR EN «k LA CARTE
Vrijdagmiddag is ir. E. A. Voorneman, burge
meester van Batavia, thans met verlof in Ne
derland, in particuliere audiëntie ontvangen
door H.M. de Koningin, ten einde den burge
meester van Indië's hoofdstad in de gelegenheid
te stellen H.M. het geschenk der Indische ge
meenten bij het regeeringsjubileum, aan te bie
den.
Dit geschenk is een fraaie klok, waarvan de
wijzerplaat is versierd met de wapens van ver
schillende Indische gemeenten. Tevens was een
oorkonde bij het geschenk gevoegd.
Tijdens de audiëntie, welke circa twintig mi
nuten duurde, gaf H.M hoogstderzelver inge
nomenheid te kennen met dit geschenk en vroeg
verschillende bijzonderheden omtrent de fraaie
bewerking en de diverse wapens der gemeenten.
H.M. verzocht burgemeester Voorneman Haar
dank aan de verschillende Indische gemeenten
voor het fraaie cadeau te willen overbrengen.
Ter herdenking van het feit, dat 1 Januari
1914 het eerste collectief contract in de typo
grafie in werking trad en sindsdien sedert 25
jaar onafgebroken een collectieve overeenkomst
in dezen bedrijfstak van»kracht is geweest, als
mede ter herdenking van 25 jaren bedrijfs-
rechtspraak van de centrale commissie in de
typografie, zal Donderdag 12 Januari 1939, des
namiddags van twee tot vier uur, een openbare
zitting van genoemde commissie worden gehou
den in de aula van het Koloniaal Instituut te
Amsterdam.
Deze plechtige herdenking zal bestaan in het
uitspreken van redevoeringen, welke prof. mr.
Paul Scholten, hoogleeraar aan de gemeente
lijke universiteit te Amsterdam en de heer H.
Diemer, voorzitter van de centrale commissie,
zullen houden.
Verschillende autoriteiten en vooraanstaande
personen uit het juridische, sociale en econo
mische leven zullen tot bijwoning van deze
openbare zitting worden uitgenoodigd.
De Centrale Jeugd Commissie van de Konink
lijke Nederlandsche Vereeniging voor Lucht
vaart heeft dezen zomer een plan kunnen uit
voeren, dat zij reeds lang gemaakt had, name
lijk het geven van een cursus aan leden van
'élllllllilllll
IIIIIIIIIIIIIE
In Januari 1939 en zoo noodig ook in de
daarop volgende maanden zullen examens wor
den gehouden ter verkrijging van certificaten
als scheepsradiotelegrafist en -telefonist.
Verzoeken om toelating moeten vóór 24 De
cember tot den directeur-generaal der P.T.T.
gericht worden.
Onzen puiken weerprojeten
Zijn wij waarlijk zeer verplicht §i
Nu z'ons voortaan gaan tracteeren
Op 'n uitvoerig weerbericht.
't A.N.P. zendt eiken avond
Een complete studie uit
Over 't weer in heel ons landje,
Over Noord, Oost, West en Zuid.
Een apart chapiter wijdt men
Aan de kuststrook, aan het strand,
En de rest heet zijn er wilden?
Doodgewoon: het binnenland....
En dan krijgen we te hooren
Hoe 't in Groningen wel was,
hi Maastricht viel er een droppel,
In Den Helder 'n heele plas....
Daarna blijkt: de temperatuur lijdt
Steeds nog aan dezelfde kwaal:
Of er boven, öf er onder,
Maar in geen geval normaal!!
Och, De Bilt kan het niet helpen
En 't is prettig dat je 't wéét!
Daarna krijgen we te hooren
Wat te wachten staat. Welk leed!
En men deelt het land in mootjes,
Met een lineaal, naar 'k gis)
Voor elk mootje een voorspelling
Wat er wel te wachten is
Nu wil 'k niet onvriend'lijk wezen,
Want 't is niet onaardig, nee,
Maar, De Bilt, het weer in Neerland
Maak j' er toch niet beter mee!
HERMAN KRAMER
Het hoofdbestuur van het Nederlandsche
Roode Kruis bericht ons:
Het is met groote waardeering en volledige
instemming, dat het hoofdbestuur van het
Nederlandsche Roode Kruis heeft kennis ge
nomen van het persoonlijk woord dat H. M
de Koningin heeft willen richten tot Haar
volk in zake den bekenden oproep voor mo
reele en geestelijke herbewapening. In dit
persoonlijk woord heeft onze Koningin er zoo
juist op gewezen, dat wij allen, zonder, on
derscheid, persoonlijk kunnen bijdragen om
dien geheel nieuwen geest van eerlijkheid,
vertrouwen en liefde over de wereld vaardig
te doen worden, die de „conditio sine qua non
vormt voor duurzamen vrede.
Wanneer/-men bedenkt, dat het leidend be
ginsel van het Roode Kruis is, zoowel in tijd
van vrede als in tijd van oorlog de mensch-
heid te dienen door hulp te verleenen aan
zieken, gewonden, zwakken en hulpbehoeven
den, en door mede te werken aan alle maat
regelen waardoor menschelijk leed kan wor
den voorkomen en verzacht, dan springt dui
delijk in het oog, dat de Roode Kruisarbeid
van allen die daaraan medewerken in dienst
van de menschheid juist de practische toe
passing van die eigenschappen van onzelf
zuchtigheid en liefde, vereischt, die den
grondslag van de moreele herbewapening vor
men. s
Daarom is in de Vrijdagmiddag gehouden
vergadering van het hoofdbestuur, onder per
soonlijke leiding van de voorzitster, H. K. H.
Prinses Juliana, de volgende resolutie aangeno
men, die in den vorm van een adres aan H. M
de Koningin is gezonden:
„Mevtouw,
Het hoofdbestuur van het Nederlandsche
Roode Kruis heeft met groote waardeering en
instemming kennis genomen van den oproep
van Uwe Majesteit tot ntoreele en geestelijke
herbewapening.
Overtuigd, dat de arbeid van het Roode Kruis,
die beoogt zoowel in vrede als in tijd van oor
log de menschheid te dienen door hulp te ver
leenen aan zieken, gewonden, zwakken en
hulpbehoevenden, steeds en overal moet ge
grondvest zijn op en gedreven worden door
naastenliefde gepaard met zelfopoffering, eer
lijkheid en moed, wil deze arbpid slagen,
erkennend, dat een aldus moreel en geeste
lijk herbewapend volk in staat zal zijn den ze
gen van den vrede te bewaren en mede te
werken aan den wereldvrede.
geeft hierbij aan Uwe Majesteit de verzeke
ring, dat het van ganscher harte en onvoor
waardelijk wenscht mede te werken om de ver
vulling van dezen oproep zooveel mogelijk te
benaderen."
BATAVIA, 9 Dec. (Aneta). Ondanks het feit,
dat b(j het sympathie-onderzoek omtrent de re
actie van de koninklijke boodschap inzake
geestelijke en moreele herbewapening de uiter
ste reserve in acht is genomen, gaven zich te
Batavia niet minder dan zestig personen op, die
bereid zijn tot daadwerkelijke actie. Van deze
betuigingen van sympathie en eveneens van an
dere sympathie-reacties zal een dezer dagen
worden getuigd in een adres, aan H. M. de Ko
ningin te richten. Eerst later zal over de reactie
door geheel Indië meer te zeggen zijn.
Te Amsterdam is de ledenvergadering van
de Vereeniging van directies van nijverheids
scholen aangevangen.
De voorzitter, de heer H. Bus, directeur van
de ambachtsschool te Maastricht, sloeg in zijn
openingswoord een terugblik op de behande
ling van de onderwijsbegrooting in de Twee
de Kamer, meer speciaal op hetgeen er ten
aanzien van het nijverheidsonderwijs was te
berde gebracht. Spr. stond stil bij het terug
brengen van de dagopleiding var. drie op twee
jaren, welke hij een onrecht jegens de hui
dige en toekomstige jeugdige vaklieden noem
de en welke z.i. meer het economisch belang
van da industrie en meer de belangen van het
grootbedrijf, dan de sociale belangen van de
leerlingen en de waarde van het onderwijs als
opleiding op he» oog hebben. Voor een univer-
seele opleiding is de twee-jarige cursus te kort
De Vereeniging van directeuren van nijver
heidsscholen heeft steeds op het standpunt
gestaan, dat hiervoor minstens drie jaren die
nen te worden gesteld.
De gegeven gelegenheid tot avondonderwijs
zal niets afdoen aan dén eisch tot herstel van
de driejarige dagschoolopleiding.
Ook de departementen van Economische en
van Sociale Zaken doen aan nijverheidsonder
wijs. Aan de opleiding ter uitvoering van de
Vestigingswet dient de vereeniging volgens
spr. waakzame aandacht te besteden.
Naast het onderwijs aan onze .scholen, al
dus spr., eischt Sociale Zaken, en terecht,
hulpverleening aan de jonge werkloozen. Wij
moeten hier hopen een behulpzame hand te
mogen bieden-.
Na behandeling van de ingekomen en uit
gegane stukken werden de gewijzigde statu
ten en het huishoudelijk reglement aanvaard.
'Een achttal nieuwe leden werd aangenomen,
jeugd-luchtvaartclubs in het bouwen van mo
delvliegtuigen.
Deze schriftelijke cursus voor modelvliegtuig
bouwleider is samengesteld door ing. Juste van
Hattum en gevolgd door ongeveer 25 leden van
de jeugdluchtvaartclubs. De cursus is verdeeld
in zes lessen en behandelt o.a. onderwerpen van
vliegtuigbouw uit geschiedkundig, organisatorisch
en theoretisch oogpunt. Ook materialenkennis
en het gebruik van gereedschap behooren tot
de stof.
Hedenochtend om 10 uur komen in de con
greszaal op Schiphol 15 candidaten uit het ge
heele land bijeen om een schriftelijk examen
af te leggen. De examen-commissie bestaat uit
de heeren H. F. C. Holtz, voorzitter, F. J.
Bartholomeus. H. Fuchs, ing. Juste van Hat
tum en H. J. Hagelen Hzn., secretaris. Dit
schriftelijk gedeelte bestaat uit drie afdeelin-
gen: theorie, berekening en practijk. Des mid
dags wordt een mondeling examen afgenomen.
De bedoeling van dit examen is tweeërlei
In de eerste plaats gaat het er om de kennis
van de luchtvaart onder de jeugd te vergroo-
ten. De geslaagden kunnen als leiders in het
bouwen van modelvliegtuigen voor de plaatse
lijke clubs optreden. In de tweede plaats is het
uit sportief oogpunt gewenscht, dat de jeugd-
luchtvaartbeweging in ons land nu beter kan
concurreeren met buitenlandsche zusteronder
nemingen op internationale wedstrijden. De ge
slaagden krijgen van de Koninklijke .Vereeniging
een diploma.
Van officieele zijde meldt men ons, dat het in
het voornemen van H. M. de Koningin ligt, 14
Dgcember, des morgens te Scheveningen de her
denking .van de landing van den Prins van
Oranje in 1813, gade 'te slaan, welke herdenking
elke 25 jaar geschiedt.
BATAVIA, 10 Dec. (Aneta) Gisterenmiddag
meldde zich bij den officier van justitie bij den
Raad van Justitie te Batavia de secretaris van
de Batavia Buitenzorg Wedloop Sociëteit,
P. H. C. K, die verklaarde sedert 1935 door mid
del van boekenvervalschingen verduisteringen te
hebben gepleegd tot 'n bedrag van ƒ12.000. K is
in preventieve hechtenis gesteld.
Ten vervolge op de beantwoording van vra
gen van den communist Roestam Effendi be
treffende het optreden van Japansche visschers
jegens Nederlandsche onderdanen van Bangka
en Billiton heeft de minister van Koloniën
medegedeeld
Uit van de Indische regeering ontvangen in
lichtingen is den minister gebleken, dat het
eiland Kelemar (residentie Bangka en Billiton)
verschillende malen is bezocht door Japansche
visschers, die aldaar water en brandhout kwa
men halen. Tijdens hun verblijf op dat eiland
plukten zij ook veelal klappers om deze ter
plaatse te nuttigen. Het plukken geschiedde
somtijds zonder voorafgaande toestemming.
Door de rechthebbenden is ter zake nimmer een
klacht bij het bestuur ingediend, vermoedelijk
omdat deze vruchten slechts geringe waarde
hebben. Overigens zijn geen handelingen, als
bedoeld, aan het licht gekomen.
Voor het treffen van bijzondere maatregelen,
buiten het normaal politietoezicht ter zee, wordt
geen aanleiding aanwezig geacht.
BATAVIA, 10 December. (Aneta). Omtrent
den reeds gemelden remous-tik van het vliegtuig
der K. N. I. L. M. in de nabijheid van Port
Darwin, kan nog worden medegedeeld, dat dit
vliegtuig gisterenmiddag op het vliegveld van
Batavia aankwam. Aneta vernam van den ge
zagvoerder, den heer De Graaf, dat deze remous-
tik geheel onverwachts kwam. Het was zeer
mooi weer, zoodat voor de passagiers geen en
kele aanleiding bestond, van de gordelriemen
gebruik te maken. De gezagvoerder De Graaf
stond naast den tweeden piloot, die op dat mo
ment stuurde. Hij werd door de remous met het
hoofd egen het platform geworpen, waardoor
'n snede aan zijn voorhoofd ontstond, welke in
Port Darwin is gehecht. De heer De Graaf
meent, dat de Lockheed waarschijnlijk geweest
is in het begin van een windhoos, welke den
grond nog niet had geraakt. Onmiddellijk na de
remoua was de situatie weer normaal. Behalve
de passagier, de heer Van Vliet, die een rib heeft
gekneusd, bekwam geen der passagiers eenig let
sel. De heer Van Vliet zelf wilde doorvliegen,
doch op medisch advies te Port Darwin in
gewonnen bleef hij daar enkele dagen rust
houden. Hij zal 12 December verder naar Bata
via vliegen.
MAKASSAR, 10 December (Aneta). De uit
spraak van den raad van justitie in de zaak
tegen den beklaagde K Jr. en den inland-
schen chauffeur B., is uitgesteld tot 17 De
cember.
BUITENZORG. 10 December. (Aneta). Bij
gouvernementsbesluit is het bezoldigingsbesluit
voor landsdienaren-1938 in dien zin gewijzigd,
dat de regionale standplaats-toeslag voor de re
gentschappen Malang en Soerabaja van vijf tot
drie procent is teruggebracht.
PREMBOEN, 10 December. (Aneta) Heden
morgen te 06.20 uur is te Premboen. afdeeling
Keboemen, residentie Kedoe, een aardbeving ge
voeld welke een halve minuut aanhield.
Het observatorium te Batavia heeft van deze j J
beving niets geregistreerd. lt€
Blijkens het voorloopig verslag der Tweede
Kamer over het wetsontwerp vervoer van per
sonen met motorrijtuigen, betreurden vele leden
dat dit wetsontwerp op een zoodanig tijdstip
26 September j.l. is ingediend, dat de
Kamer het te midden van of aanstonds na de
behandeling van de ontwerpen van wet tot
vaststelling van de Rijksbegrooting zal moeten
behandelen indien zij het althans mogelijk
wil maken, dat het vóór 15 Februari 1939
den datum, waarop het R. A. P. vervalt door
de beide Kamers der Staten-Generaal zal ziji:
behandeld.
In dit verband werd de vraag gesteld, waar
om de regeering niet aanstonds, nadat gebleken
was, dat paragraaf 47 der wet tot "erlaging
van de openbare uitgaven van 29 November
1935 en het R. A. P. niet met elkander in over
eenstemming waren, een voorstel van wet heeft
aanhangig gemaakt tot verruiming van de
formuleering. van genoemde paragraaf.
Enkele leden achtten het onjuist, voor het
personenvervoer het vergunningsstelsel te be
stendigen. aangezien dat uit zijn aard tot ver
starring leidt en den drang doodt tot verdere
vervolmaking van de voorziening in de behoef
ten van het vervoer, alsmede tot aanpassing
aan de voortdurend wisselende omstandigheden.
Zeer vele andere leden waren daarentegen
van oordeel, dat een vergunningsstelsel af
gezien van zijn bepaalden inhoud in beginsel
voor de regeling van het vervoer van personen
deugdelijk is.
Intusschen, de samen werking tusschen de
middelen van vervoer, niet het minst tus
schen het rail- en het wegverkeer, zal er
moeten komen. De coördinatiemaatregelen
zouden zelfs in hoofdzaak op dat doel moe
ten zijn gericht, doch daarvan blijkt uit
het onderhavige wetsontwerp niet veel.
Vele leden waren van oerdeel, dat van een
werkelijke coördinatie dat issamenwerking
op voet van gelijkberechtigdheid van het per
sonenvervoer eerst sprake zal kunnen zijn na
dat de N.S zich zullen hebben teruggetrokken uit
haar au.tobusondernemingen, ten einde het
autovervoer van personen over te laten aan
het vrije uit de maatschappij opgekomen initia
tief, hetwelk door middel van een vergunnings
stelsel kan worden gericht op het algemeen be
lang. Nu de minister blijkbaar niet voornemens
is deze wijziging in de vervoerpolitiek der N.S.
te bevorderen, konden deze leden nun stem
aan dit wetsontwero niet Teveii.
Voor vele leaen was net voornaamste be
zwaar tegen dit wetsontwerp gelegen in het
richtsnoer, als zou een vergunning voor een
met een spoorweg ongeveer parallel loopenden
autobusdienst veelal eerder aan den onderne
mer van dien spoorweg of aan een saarmede
samenhangende of samenwerkende onderne
ming behooren te worden gegeven dan aan eer
anderen ondernemer
Het autobusvervoer voorziet in een sociale
behoefte. Daarom gaat het niet aan, de
breede massa de dupe te laten worden van
een eenzijdige bescherming van de be.angen
van het spoorwegbedrijf. Naar het oordeel
dezer leden ligt het veeleer op den weg van
de N. S. de tarieven op de trajecten, die
als goudmijnen kunnen worden aangemerkt,
aanmerkelijk te verlagen.
Verscheidene leden verklaarden zich goed
deels met de richtlijnen voor het verleenen van
vergunningen, door den minister aangegeven, te
kunnen vereenigen.
Eenige leden achtten dit wetsontwerp in
strijd met de verklaring door dr. Colijn als
minister van Waterstaat a.i. afgelegd, dat het
verkeer als een geheel moet worden beschouwd.
Volgens deze leden dient de geheele regeling
in handen gesteld te worden van een jerkeers-
corporatie, die samengesteld moet worden uit
vertegenwoordigers van spoorweg-, auto- en
watervervoer, en tevens van vertegenwoordigers
van de gebruikers dezer vervoermiddelen.
Verscheidene leden merkten op, dat dit wets
ontwerp te veel overlaat aan de Kroon en de
Commissie autovervoer personen.
Vele leden hadden bewondering voor den
logischen opzet van dit ontwerp.
AMSTERDAM. Bevorderd tot doctor in de
rechtsgeleerdheid op proefschrift de heer G. A.
van Hamel, geb. te Amsterdam.
Geslaagd voor het candidaatsexamen Engel
sche taal- en letterkunde mej. A. D. M. Blok.
LEIDEN. Geslaagd doctoraal examen genees
kunde de heeren Tj. Kuipers, Den Haag; H.
H. Eröbrink, Den Haag.
Artsexamen le gedeelte de heeren J. Kweekei,
Heenvliet en J. A. Tolenaar, Rotterdam.
WAGENINGEN. Bevorderd tot doctor in de
landbouwkunde (met lof) de heer ir. W. H.
Diemont, geb. te Buitenzorg, op proefschrift
met stellingen.
GRONINGEN. Cand. examen rechten mej.
H. M. D. Rost Onnes te Groningen.
's-GRAVENHAGE. Geslaagd voor tweeder,
s'uurman groote handelsvaart H. P. Siegers.
Voor het aanvullingsdiploma kleine handels
vaart: G. Waker, H. Koerts en J. Hulshof.
's-GRAVENHAGE Geslaagd voor tweede
stuurman groote handelsvaart C. Kila, voor der
de stuurman groote handelsvaart Th. J. van
de Vrie, F. A. de Neijn van Hoogwerff en J-
Scherpenhuijsen.
LEIDEN. Geslaagd mej. R. E. Zelissen, 'sGra-
venhage; mej. M. Kok, 'sGravenhage en mej.
C. W. J. van der Spek, Poortugaal
•s-GRAVENHAGE. Geslaagd: de heeren H.
Beef tink te Hengelo (Ov.), E. E. Schipper
Westerbroek.