NORTH STATE .VERACHTELIJKE DEMAGOGIE f* II ROL toutodtt, geneest en VCttfiaait de huid. Amerika streeft naar samenwerking De conferentie te Lima Eert voorbeeld voor het oude Europa v Qmeriean%€igwieüe6 Buitenlandsch overzicht Kerkelijk leven DINSDAG 13 DECEMBER 1938 Het gouden priester feest van Pierre l'Ermite Nieuwe wijbisschop van Aken Mm Zondag verkiezing in Slowakije De Joden moeten in aparte bureaux stempnen Spaansch tankschip gestrand „FATHER COUGHLIN NIET GEMACHTIGD TE SPREKENM Ned. taal en cultuur in Zuid-Afrika Een onderhoud met prof. Van den Heever over het doel van zijn bezoek aan ons land Onjuist weergegeven zftveu are 71 bbmded fidter- erm KERSTU IT KEERING VOOR DE MIJNWERKERS? Verzoek aan directies in verband met betere bedrijfsresultaten DE REORGANISATIE Een communiqué der bestuurs commissie R.K.F. KUNSTENAARS EXPOSEEREN TE ROTTERDAM Tentoonstelling geopend ten bate van jeugdige vluchtelingen „PRO ARTE CHRISTIANA" Tentoonstelling religieuze kunst BOSSCHE DIOCESANE WERKLIEDENBOND A. Th. van Rijen gaat heen als voorzitter Aanbesteding nieuwe R. K. kerk te Delft BENOEMINGEN In het Aartsbisdom Naar aanleiding van het stellen van één millioen bankgarantie en het formidabele succes van de col lecte voor de Joodsche vluchtelingen voe ren de persorganen van de N.S.B. een ver achtelijke demagogie, speculeerend op de domste lagen der bevolking, blijkbaar de eenigen, waarvan zij nog eenig heil voor hun beweging verwachten. Wanneer het Nederlandsche volk, dat zeker niet onza kelijk en graag op eigen voordeel uit is, zich Van zijn besten en breedsten kant toont door het hooghouden van de nobele tradi tie van gastvrijheid en milddadigheid, dan begint blijkbaar het bloed van deze pa tent-Nederlanders van ergernis te koken. Ofschoon zij zeiven handen vol geld uit geven voor een nuttelooze propaganda, Voor een schandaalpers, die als een natio- 1 hale ergernis door iederen weldenkende ge brandmerkt dient te worden, en voor de Persoonlijke politieke hobby <van den heer Mussert, wiens toekomst er in ons land geen haar beter, maar eerder steeds slech ter op wordt, meenen zij het Nederland sche volk de les te mogen en te moeten lezen, omdat het zoo vrijgevig voor de Joodsche vluchtelingen in Duitschland is, terwijl het voor de eigen noodlijdenden Veel minder zou over hebben. Om deze lee- hjke beschuldiging een schijn van waar- beid te verleenen, zetten zij dan de volgen de „contrasten" tegenover elkaar: de bank garantie van één millioen ten bate van de Joodsche vluchtelingen kwam in een handomdraaien tot stand, maar het Natio- hale Fonds voor Bijzondere Nooden kon himmer zulk een bedrag bijeen krijgen; de opbrengst van de collecte voor de Jood sche vluchtelingen slaat alle records en geen enkele andere collecte heeft in ons land zulk een bedrag ineens opgeleverd; dr. Coljjn heeft door de radio verklaard, dat de Joodsche vluchtelingen per persoon een noodzakelijke uitgave van f 1,50 per dag kosten, terwijl de gezinnen der werkloozen hier te lande heel wat minder dan f 1.50 per Persoon en per dag ontvangen; een Joodsch Vluchtelingengezin van vier personen zou, Volgens Colijn, per week dus f 31,50 noodig hebben, terwijl een zelfde werkloozengezin slechts f 11,85 ontvangt. Wij aarzelen niet deze vergelijkingen bewust misleidend en Volksbedriegend te noemen. Ten eerste is het vanzelfsprekend, dat het Nationale Fonds voor Bijzondere Nooden, hetwelk geregeld vaste bij dragen of giften ineens van particulieren ontvangt, een geringere opbrengst per inza meling boekt, dan een algemeene collecte, die eenmaal wordt gehouden onder den in druk van 't massale leed, dat door mensch- °nwaardige handelwijzen elders wordt ver oorzaakt. Dat voor het leger van werkloo- Sen jaarlijks tientallen millioenen aan steun bedragen, werkverschaffingsloonen, kinder bijslagen enz. door ons land worden uitge geven, wordt door de berekenende N.S.B. Uatuurlijk niet meegerekend, anders zou haar boosaardig sommetje te opvallend anders uitkomen dan zij het hebben wil. Wanneer plotseling een watersnood ons land zou teisteren en duizenden gezinnen dakloos zou maken en er zou voor de slacht offers een millioen bijeen worden gebracht, dan zouden volgens de redeneering van de N.S.B. alle andere noodlijdenden in den lande zich mogen beklagen, omdat dat mil- hoen aan hen wordt onthouden. Wanneer de nationale collecte voor de Joodsche Vluchtelingen f 400.000 opbrengt, dan zou Volgens de N.S.B. elke jaarlijksche Emma- bloemcollecte voor de T.B.C.-bestrijding telkens minstens evenveel moeten opbren gen, en daar zij dat niet doet, zou er van een weergaloos schandaal moeten gespro ken worden, omdat de t.b.c.-patiënten ach tergesteld zouden worden bij de Joodsche vluchtelingen uit Duitschland. Zulk een Vedeneering kan alleen steek houden voor hen, aan wiens denkvermogen een steekje tes is. Nog manker gaat de vergelijking, die de N.S.B. maakt tuschen de onder steuning, welke een Nederlandsch Werkloozengezin ontvangt, en het bedrag, hat aan een even groot Joodsche vluchte lingengezin moet ten koste worden gelegd. Voor het herbergen van dak- en bezitlooze Joodsche vluchtelingen moeten extra-kosten Worden gemaakt als het inrichten van ba- Takken, administratie, toezicht, voedsel voorziening enz. Wanneer deze kosten, ge middeld f 1,50 per persoon en per dag be dragen, dan wil dat niet zeggen, dat dat Joodsch vluchtelingengezin ook f 31,50 per Week in het handje krijgt, gelijk het Ne derlandsche werkloozengezin zijn f 11,85. De Joodsche vluchtelingengezinnen, die hier tijdelijk worden opgenomen, krijgen heelemaal geen geld, maar zij kosten het land geld, en als dat naar den smaak van de N.S.B. te veel is, dan mag zij wel eens bedenken, dat ons land het uitsluitend aan haar geestverwanten in Duitschland te dan ken heeft, dat het op zoo hooge onvoorziene e*tra-kosten wordt gejaagd. Indien een Joodsch vluchtelingengezin van drie per sonen hier te lande wezenlijk f 31,50 per Week zou ontvangen, dan zou dat wezenlijk een onrecht zijn tegenover de werkloozen, Want dan zou het nog meer krijgen dan Veruit de meeste arbeidersgezinnen in het tierde Rijk. Bovendien ontvangt een werk loozengezin hier te lande behalve het uit gekeerde steunbedrag nog tal van andere Waarden, die voor de Joodsche vluchtelingen biet zijn weggelegd, zooals b.v. de voorrech-^ ten van het Nederlandsche staatsburger schap, waardoor het gevrijwaard wordt Voor een behandeling als die welke de Joden Sich in het Derde Rijk moeten laten wel gevallen. Wat de voorrechten van het Ne- herlandsche staatsburgerschap, zoolang ten minste de N.S.B. het hier niet voor het zeggen heeft, waard zijn, blijkt overduide lijk uit de tallooze aanvragen van buiten landers om naturalisatie. Wij willen heele maal niet beweren, dat de werkloozen hier te lande te veel steun ontvangen, doch al leen aantoonen, dat de door de N.S.B. ge construeerde contrasten van een verachte lijk demagogisch allooi zijn, te verachtelij ker, omdat zij ten koste van als wild opge jaagde menschen den geest in ons volk tracht te vergiftigen. Op Zondag 11 December heeft Pierre l'Ermite Mgr. Loutil in zijn parochiekerk van St. Franciscus van Sales een H. Mis van dankbaar heid opgedragen bij zijn vijftigjarig priesterjubi leum. Kardinaal Verdier, Aartsbisschop van Pa rijs, heeft deze H. Mis bijgewoond. Z. H. de Paus heeft benoemd tot wijbisschop van Aken prof. dr. F. P. Hünermann, pastoor der St. Petrusparochie te Aken. De nieuwe wijbisschop werd in 1886 te Erkrath geboren en op 5 Sept. 1909 in den dom te Keu len tot priester gewijd. Op 15 Februari 1910 werd hij benoemd tot domvicaris in Keulen. Daarna was hij werkzaam als repetitor aan het Collegi um Albertinum te Bonn en aan de Rheinische Friedrich Wilhem Universitat; gedurende een 7-tal jaren tot 1 Juli 1927 was hij vervolgens pastoor van Sechtem. Op laatstgenoemden da tum volgde zijn benoeming tot professor. Sedert 15 Februari 1929 is de nieuwe wijbisschop in functie als pastoor van St. Petrus. Onder groote belangstelling vierde hij op 9 September 1934 zijn zilveren priesterfeest. Dr. Hünermann ver wierf vooral bekendheid door zijn publicaties op theologisch gebied. De lste luitenant E. CJ. M. van de Laarschot, van het regiment wielrijders, is benoemd tot adjudant van den gouverneur van Curacao en zal op 23 December naar West-Indië vertrekken De burgemeester van Geldrop, de heer Fleskens, heeft in de gemeenteraads vergadering meegedeeld, dat hij het volgend jaar, wegens het bereiken van den 65-jarigen leeftijd, eervol ontslag als burgemeester zal aanvragen BRATISLAWA, 13 Dec. (Havas) Bij de verkiezingen voor den Slowaakschen Landdag, welke Zondag a.s. zullen worden gehouden, zul len de Joden in speciale bureaux stemmen. Narodni OsvoDozeni schrijft, dat „deze maat regel de gelegenheid moet geven de geestesge steldheid der Joodsche kiezers na te gaan". In een officieel communiqué wordt medege deeld, dat Zondag 11 December de Duitsche partij in Slowakije een vergadering had belegd te Unteretzen Seifen in het district Spiss, waar de staatssecretaris van Duitsche aangelegen heden, Karmasin, zou spreken. De pro-Hon- gaarsche bevolking was door Hongaren opgeruid om tegen Karmasin te betoogen, waarbij zich enkele incidenten voordeden. Hierbij werd een jong meisje gewond. De autoriteiten hebben 'n streng onderzoek gelast. Men vermoedt, aldus het officieele communiqué, dat de voorbereiding in Hongarije is geschied. NARBONNE, 13 Dec. (Havas) Een van Bar celona komend tankschip, dat de vlag voert van het linksche Spanje, is gisteravond ter hoogte van St. Pierre nabij Sete aan den grond geloopen. Het schip ligt 200 meter uit de kust. Op de uitgezonden noodseinen zijn van Mar seille sleepbooten vertrokken, welke zullen trach ten het schip vlot te sleepen. Aan boord bevin den zich 38 man. Kardinaal Mundelein, aartsbisschop van Chi cago, heeft in een radio-toespraak gezegd, dat Father Coughlin, de bekende „radio priester" uit Detroit, niet gemachtigd was, om namens de Katholieke Kerk te spreken. Hij voegde hieraan toe dat de radiopraatjes van Father Coughlin niet de leerstellingen of gevoelens van de Kerk vertolken. Naar aanleiding van zijn bezoek aan Neder land heeft prof. Van den Heever in een pers- gesprek medegedeeld, dat het plan van de Zuid-Afrikaansche regeering om nauwere be trekkingen op cultureel gebied tusschen Neder land en Zuid-Afrika te verkrijgen door middel van uitruiling van geleerden in breede kringen in Zuid-Afrika met instemming is begroet. Een aantal jaren geleden is reeds veel gedaan om toenadering tusschen de beide landen te bevor deren, en het lijdt geen twijfel, dat ook deze stap ertoe zal bijdragen om iets daadwerkelijks te doen. Misschien hebben i^ij in het verleden te veel stil gestaan bij „sympathiebetuigingen" en „cultuurbanden", zonder in de practijk alles te doen wat in ons vermogen lag om de cultureele samenwerking een levend en wezenlijk iets te doen zijn Hoe stelt u zich zulk een samenwerking voor? Hierop moet ik direct antwoorden en verduide lijken, dat wat Nederlandsch en Afrikaansch betreft, wij nog te veel bezig zijn met abstracte formules en toestanden van een kwarteeuw of meer geleden. Dikwijls wordt de meening nog vernomen, dat er vijandigheid tegenover de Nederlandsche taal in Zuid-Afrika bestaat, om dat een afgeleefd verhaaltje steeds gehoord wordt over ientand, die uit louter agressiviteit in het belang van de Afrikaansche taal al zij» Nederlandsche boeken zou hebben verbrand. Ook wordt soms de meening verkondigd, dat een ge vierde Afrikaansche schrijver zooals Langen- hoven gepleit heeft voor Afrikaansche isolatie en zich afkeurend zou hebben uitgelaten over gedweep met „Dietsche banden". Ik meen, dat ik de tolk ben van alle intellectueele Afrikaners als ik beweer, dat dergelijke voorvallen en mee ningen tot het verleden behooren en dat de Afri kaner, nu zijn taal erkend is en deze nieuw ter rein verovert, behoefte aan Nederlandsch heeft als nimmer te voren. Op technisch gebied ont plooit Zuid-Afrika in de laatste jaren zich met ongeloofelijke aanpassingskracht en dit wordt alleen mogelijk door gebruik te maken van den rijken Nederlandschen woordenschat, welke kant en klaar op Afrikaansche inburgering wacht. De natie-bewuste Afrikaner voelt scherper dan ooit welke waarde de groot-Nederlandsche cul tureele achtergrond voor zijn ontplooiende taal en gedachtenleven heeft en hij weet, dat hij daarin een onmisbare kracht vindt om zijn taal zuiver te houden en daaraan sociale en cultu reele draagkracht te geven. Om daar de Neder landsche cultuurschatten te veroveren en vruchtbaar te assimileeren binnen een eigen Afrikaansch wezen, daarvoor is het noodig, dat de Nederlandsche boeken worden gelezen, niet slechts door geleerden en studenten, maar in steeds breeder wordende kringen. Maar om den leeslust van Nederlandsche boeken aan te moe digen, is het noodig, dat er een levende uitwis seling van cultuurkrachten bestaat, van per sonen, gereed om ondanks moeilijkheden en noodwendige verschillen ts werken voor een ideaal, dat voor den vooruitgang van de Afri kaansche taal en cultuur diepe en blijvende be- teekenis kan hebben. Ik hecht in verband met dergelijke bezoeken veel waarde aan persoonlijk contact, aan de opwekking van een levende be langstelling, die tot een stille kracht kan ont wikkelen wanneer abstracte redeneeringen reeds verdwenen zijn. Gedurende mijn bezoek aan België heb ik de eer gehad om veel letterkun digen en geleerden te ontmoeten en ik meen. dat dit waarde heeft gehad voor de verovering van kennis van het Afrikaansche boek zoowei als voor de vorming van een juist begrip van wat daar op letterkundig gebied in Zuid-Afrika wordt gepresteerd. „Hoe staat het dan met de opmerking in ver schillende bladen, afkomstig uit Johannesburg, dat u daar op een afscheidsdiner o.a. zou heb ben gezegd: „Wanneer wij willen leven, moet de Nederlandsche taal ophouden zoo'n belang rijken achtergrond te vormen wij moeten breken met den Nederlandschen invloed"? Ja, tot mijn diepe verontwaardiging heb ik dit ook gelezen. Dit verscheen oorspronkelijk in een Engelsche krant, doch allen, die bij dat diner aanwezig waren, weten, dat ik precies het tegen overgestelde heb gezegd. Het is te betreuren, dat zulke schromelijke onzin ook in Nederlandsche bladen is verschenen. Belachelijker onjuistheid heb ik nog zelden gelezen. Tenslotte dit: Ik ben mij volkomen ervan be wust, hoe ontzaglijk veel de Afrikaners nog van de degelijke Nederlandsche geleerden en de Ne derlandsche wetenschap kunnen leeren. Mijn doel is ook om vooral te leeren ons te assimi leeren en te zien hoe een geregelde doorstroo ming van den Nederlandschen geest en de Ne derlandsche gedachte ook naar Zuid-Afrika kan geschieden. Wat ik zelf heb aan te bieden is hoofdzakelijk een voorstelling van problemen in zoo'n jong land. Het stemt mij echter tot dank baarheid, dat er reeds zooveel belangstelling in Nederland is voor het moderne Zuid-Afrika en vooral voor wat daar op cultureel gebied ge beurt. De heer Fred. J. Roeske, dirigent van de Kon. Mannenzangvereeniging „Apollo" te Amsterdam, vierde Maandag zijn 50-jarig toonkunstenaarsjubileum. In het Amsterdamsch Concertgebouw werd een herdenkingsconcert gegeven. De voorzitter van „Apollo", de heer Jac. Denijs (rechts), huldigt den jubilaris Terwijl men zich in de kanselarijen der Euro- peesche hoofdsteden ófwel ernstige zorgen maakt over de moeilijkheden, die het jaar 1939 zal brengen, ófwel die moeilijkheden met alle zor gen voorbereidt, wordt te Lima een congres ge houden, dat den vrede en den voorspoed op het Amerikaansche halfrond verder wenscht uit te bouwen. De Pan-Amerikaansche conferentie, die, zooals haar naam reeds aanduidt, een nauwere samenwerking beoogt van de 21 Amerikaansche republieken van Noord en Zuid, heeft zich dit jaar tot doel gesteld de organisatie van de ver dediging van het geheele continent in den ruim- sten zin van het woord, alsmede die van den onderlingen vrede. Dit doel werd met vrij groote duidelijkheid omschreven door den president van de republiek Peru, die te Lima de honneurs waarneemt, in de radio-rede, waarmee hij het congres inluidde. Eigenlijk is het streven, dat in conferenties als deze tot uiting komt, een moderne vorm van de aloude leer, die Monroe' in 1823 verkondigde en die kort samengevat luidt: Amerika voor de Amerikanen. Aanvankelijk heeft het geheeie Westelijk halfrond van de geestesgesteldheid, die door die leer ten leven gewekt werd, ge profiteerd bij de consolidatie van zijn zelfstan digheid tegenover de pogingen, door Europeesche staten gedaan, om zich in de Amerikaansche zaken te mengen, daarbij het voordeel najagend, dat spreekwoordelijk uit troebel whter te beha len valt. Op den duur is de Europeesche invloed in Amerika tot een minimum gereduceerd, doch toen wijzigde de Monroe-leer zich in een poli tiek systeem, waarvan de groote republiek der Vereenigae Staten listig gebruik maakte om zich te mengen in de Zuid-Amerikaansche kwtestie, zeer ten ongenoegen van de Latijnsche republie ken. Sedert den wereldoorlog heeft Washington de ernstige fouten van dit stelsel ingezien en streefde het een voorzichtiger politiek na, doch de Zuidelijke republieken bleven nog geruimen tijd kopschuw, voor zij de oprechtheid van Uncle Sam's goede bedoelingen wilden aanvaarden. Hoe voorzichtig het beleid van Washington in dezen is, bleek wel uit de houding, die het aan nam in het Mexicaansche olie-conflict. Hoewel groote belangen van Noord-Amerikaansche maatschappijen op het spel stonden, wilde Hul! klaarblijkelijk den schijn vermijden, als zoude hij wfifen samenwerken met Europeesche staten tegen een Amerikaansche republiek; en de maatregelen, die hij tegen de onteigenaars nam, vallen in het niet, vergeleken bij de houding, die Lenden, zelfs Den Haag aannam. Niettemin hadden de redevoeringen van Roo sevelt, die op gewteldige defensie-maatregeler. aandrong, de schichtigheid der Zuid-Amerika nen weer aangewakkerd; men vreesde er in het Zuiden voor, dat de V.S. te Lima met een plan zouden aankomen, dat de hegemonie der U.S.A. op het Westelijk continent zou voorbereiden, daarbij de kleinere republieken gebruikend als schild voor de eigen Noord-Amerikaansche be langen. Cordell Huil, de Staatssecretaris van de U.S.A, heeft bij de voorbereidende besprekingen de Zuid-Amerikaansche vertegenwoordigers dien aangaande gerustgesteld. Hij zette uiteen, dat. de „moreele alliantie", die de V.S. op het Weste lijk halfrond nastreven, niet het doel heeft een statengemeenschap per verdrag te bewerkstelli gen, doch slechts een eerlijke samenwerking van allen beoogt, met behoud van ieders vrijheid en zelfstandigheid. In het belang van allen en tot afweer van de gevaren, die allen gezamenlijk bedreigen. Die gevaren zijn geen hersenschimmen, door Washington gewekt om eigen voordeel na te streven door gebruik te maken van de gewekte vrees. Zoowel van het Oosten als het Wésten wordt Amerika bedreigd: de agressieve metho den van Japan en de Europeesche totalitaire staten wekken hét wantrouwen van geheel Ame rika. Sterker nog dan de bedreiging van een militaire agressie is de economische, terwijl vooral Duitschland en Italië door middel van nationalistische en irredentistisehe vereenigin- gen binnenlandsche onrust verwekken. Het afgeloopen jaar heeft zoowel in Noord- als in Zuid-Amerika door spionnage-processen en mis lukte revoluties daarvoor bewijzen geleverd. Op de openingszitting van het congres heeft Cordell Huil de wegen aangewezen, waarlangs de Amerikaansche staten hun verdediging moe ten bereiken tegen die bedreigingen. Allereerst door een moreele aaneensluiting, waardoor elk afzonderlijk zich door de anderen gesteund voelt. Uit die aaneensluiting vloeit vrijwel vanzelf voort, dat een weg gevonden moet worden om de onderlinge geschillen zoo veel en effec tief mogelijk op te lossen, opdat de in nerlijke wrijving de kracht naar b'.'iten niet verzwakt. De afdoening van het Chaco- geschil, dit jaar binnen de Amerikaansche be langengemeenschap bereikt, nadat de Volken- bood zich jarenlang tevergeefs met het geval had bezig gehouden, schept daarvoor een gunstig precedent. Er gaan thans stemmen op, die de stichting van een Amerikaanschen volkenbond bepleiten. Voorzichtigen in Amerika, zooals de vertegenwoordigers van Argentinië, meenen, dar men daarmee niet te overhaast te werk moet gaan; voorloopig schijnt men zich tevreden te stellen met contact op te nemen met het Haag- sche Hof van Internationale Justitie, dat even tueel met een aantal Amerikaansche raadshee- ren zou kunnen worden uitgebreid. Economische samenwerking zou uiteraard de onderlinge saamhoorigheid versterken, terwijl de wereld oorlog, gevoerd door tariefmuren en tol-syste- men, belangrijk beperkt zou worden. Cdrdell Huil bereed dit stokpaardje met de gebruikelijke geestdrift en het schijnt, dat hij een Willig ge hoor vond. Concha, de Peruaansche gedelegeerde, kantte zich in zijn openingsrede scherp tegen de kunstmatige methoden", in den internationa len handel toegepast, en zijn woorden vonden hartelijken bijval. Wat een politieke bedreiging betreft: de Pe ruaan verklaarde, dat „iedere ernstige aanslag op de onafhankelijkheid van een der Ameri kaansche republieken de veiligheid van het ge heele continent in gevaar brengt." De Argen tijn Cantilo trok daaruit de logische consequen tie en vulde de verklaring van zijn voorganger aan door te zeggen, dat „alle Zuid-Amerikaan sche republieken als één man zullen opstaan om zonder rekening te houden met politieke grenzen hun integriteit te verdedigen." Hoe Washington hierover denkt, is na de bewape- nings-redevoeringen van Roosevelt geen geheim meer, en de president der V.S. behaalt met den weerklank, dien zijn woorden in het Zuiden vin den, een niet te onderschatten succes. Bevrijd van den last eener historische tradi tie, waaronder Europa gebukt gaat, kan het Amerikaansche werelddeel den weg wijzen naar een samenwerking, die allen ten goede kar. komen. Lima, hoe kort de conferentie ook aan den gang is, bewijst weer een mijlpaal op dien weg te zijn; de Europeesche kanselarijen mogen aan het voorbeeld van het jonge Amerika een voorbeeld nemen. De Nederlandsche Mijnwerkersbond heeft een tweetal brieven naar de contact-commissie voor het mijnbedrijf gezonden. In een der brieven wordt de aandacht der mijndirecties er nog eens op gevestigd, dat de bond reeds eenige malen heeft voorgesteld om in verband met de gun stige ontwikkeling van den toestand in het mijn bedrijf met Kerstmis aan de mijnwerkers een flinke uitkeering ineens te verstrekken. In het schrijven wordt er op gewezen, dat te verwachten is, dat de diverse mijnondernemin gen na ruime reserveering en afschrijving nog een zeer belangrijke nettowinst zullen overhou den, waarvan ook aan de mijnwerkers eer. rede lijk deel toekomt. In dit verband wordt er aan herinnerd, dat de mijnwerkers over 1938 geenerlei loonsverhooging hebben ontvangen, terwijl evenmin aan het voor stel van den Nederlandschen Mijnwerkersbond ten aanzien van verkorting van arbeidstijd is tegemoetgekomen. Het hoofdbéstuur vertrouwt, dat de directies althans door een behoorlijke uitkeering ineens met Kerstmis aan de mijnwerkers het hun toe komende deel van de goede bedrijfsuitkomsten over 1938 zullen toekennen. In een tweeden brief wordt geklaagd, dat een aantal mijnwerkers die een van hun vacantie dagen hadden gereserveerd om den Oudejaars avond in den familiekring te kunnen vieren, nu verlof op bedoelden dag wordt geweigerd. Er wordt bij de directies nu op aangedrongen in deze wat meer tegemoetkomendheid te betrach ten en alsnog desgewenscht verlof op dien dag te verleenen. De bestuurscommissie van de R.K.F. besprak in haar vergadering van Zaterdag j.l. de ver schillende grieven welke kenbaar gemaakt zijn in verband met de samenstelling van de reor ganisatiecommissie. De bestuurscommissie stelde daarbij vast dat ten onrechte gemeend wordt, dat de oorspronke lijke idee van de reorganisatie uitging van de motie M.Uli.O. Echter was reeds op 21 Mei 1.1. door het R.K.F.-bestuur besloten den organisatie vorm van de Katholieke Voetbalbeweging en alles wat daarmede verband houdt, onder het oog te zien. Met voldoening wordt medegedeeld dat de commissie er in geslaagd is rector A. E. J. Vissers, die eerst alleen als geestelijk adviseur aan de commissie werd toegevoegd, bereid te vinden als stemgerechtigd lid in de commissie zitting te nemen. De Rotterdamsche Kunstenaars Sociëteit heeft het initiatief genomen tot het organiseeren van een tentoonstelling van werken van Rotterdam sche beeldende kunstenaars ten bate van jeug dige vluchtelingen. Deze tentoonstelling is Maandagavond om half negen in het gebouw van den Rotterdam- schen Kunstkring aan de Witte de Withstraat geopend door de echtgenoote van den burge meester, mevrouw J. Oud-Fischer. De Jury voor de tentoonstelling Pro Arte Christiana, welke van 7 Januari tot 12 Februari in het Stedelijk Museum te Amsterdam zal wor den gehouden, is samengesteld uit de volgende heeren: C. W. H. Baard, J. M. van Hardeveld, H. M. Kraayvanger, W. Maas, Dr. F. van der Meer, Pr., Jhr. Dr. J. L. A. A. M. van Rycke- vorsel, Jhr. W. Sandberg, -A. Termote. De termijn van inzending is verlengd tot en met 28 December a.s. Het secretariaat is ge vestigd Zandvoorterpad 7, Overveen (telef. i9314, Haarlem). De heer A. Th. van Rijen te Tilburg, lid van Ged. Staten van Noordbrabant, zal in de Zondag 29 Januari in Tilburg te houden vergadering van den centralen raad van den Bosschen Dioce- sanen Werkliedenbond'afscheid nemen als voor zitter van deze organisatie, welke hij sinds 1920 heeft geleid. Het architectenbureau van ir. H. Thunissen te 's-Gravenhage en J. Th. van Rossum, archi tect te Delft, zal Vrijdag 30 December aanbe steden den bouw van een nieuwe R. K. kerk met pastorie aan de Simonstraat in den Wip- polder te Delft. Zijn Hoogw. Excellentie de Aartsbisschop van Utrecht heeft benoemd tot kapelaan te Haaks bergen (H. Pancratius) den weleerw. heer J. C. J. Scheerder; tot kapelaan te Sensmeer den weleerw. heer C. J. M. Ottink (Neom.) en tot assistent te Velp (G.) den weleerw. heer C. Veeger.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 9