NORTH STATE
.VERACHTELIJKE DEMAGOGIE
f* II ROL toutodtt, geneest en VCttfiaait de huid.
Amerika streeft naar
samenwerking
De conferentie te
Lima
Eert voorbeeld voor
het oude Europa
v Qmeriean%€igwieüe6
Buitenlandsch overzicht
Kerkelijk leven
DINSDAG 13 DECEMBER 1938
Het gouden priester
feest van Pierre l'Ermite
Nieuwe wijbisschop
van Aken
Mm
Zondag verkiezing in
Slowakije
De Joden moeten in aparte
bureaux stempnen
Spaansch tankschip
gestrand
„FATHER COUGHLIN NIET
GEMACHTIGD TE SPREKENM
Ned. taal en cultuur
in Zuid-Afrika
Een onderhoud met prof. Van den
Heever over het doel van zijn
bezoek aan ons land
Onjuist weergegeven
zftveu are 71
bbmded fidter-
erm
KERSTU IT KEERING VOOR DE
MIJNWERKERS?
Verzoek aan directies in verband
met betere bedrijfsresultaten
DE REORGANISATIE
Een communiqué der bestuurs
commissie R.K.F.
KUNSTENAARS EXPOSEEREN
TE ROTTERDAM
Tentoonstelling geopend ten bate
van jeugdige vluchtelingen
„PRO ARTE CHRISTIANA"
Tentoonstelling religieuze kunst
BOSSCHE DIOCESANE
WERKLIEDENBOND
A. Th. van Rijen gaat heen
als voorzitter
Aanbesteding nieuwe R. K. kerk
te Delft
BENOEMINGEN
In het Aartsbisdom
Naar aanleiding van het stellen van
één millioen bankgarantie en het
formidabele succes van de col
lecte voor de Joodsche vluchtelingen voe
ren de persorganen van de N.S.B. een ver
achtelijke demagogie, speculeerend op de
domste lagen der bevolking, blijkbaar de
eenigen, waarvan zij nog eenig heil voor
hun beweging verwachten. Wanneer het
Nederlandsche volk, dat zeker niet onza
kelijk en graag op eigen voordeel uit is, zich
Van zijn besten en breedsten kant toont
door het hooghouden van de nobele tradi
tie van gastvrijheid en milddadigheid, dan
begint blijkbaar het bloed van deze pa
tent-Nederlanders van ergernis te koken.
Ofschoon zij zeiven handen vol geld uit
geven voor een nuttelooze propaganda,
Voor een schandaalpers, die als een natio-
1 hale ergernis door iederen weldenkende ge
brandmerkt dient te worden, en voor de
Persoonlijke politieke hobby <van den heer
Mussert, wiens toekomst er in ons land
geen haar beter, maar eerder steeds slech
ter op wordt, meenen zij het Nederland
sche volk de les te mogen en te moeten
lezen, omdat het zoo vrijgevig voor de
Joodsche vluchtelingen in Duitschland is,
terwijl het voor de eigen noodlijdenden
Veel minder zou over hebben. Om deze lee-
hjke beschuldiging een schijn van waar-
beid te verleenen, zetten zij dan de volgen
de „contrasten" tegenover elkaar: de bank
garantie van één millioen ten bate van
de Joodsche vluchtelingen kwam in een
handomdraaien tot stand, maar het Natio-
hale Fonds voor Bijzondere Nooden kon
himmer zulk een bedrag bijeen krijgen;
de opbrengst van de collecte voor de Jood
sche vluchtelingen slaat alle records en
geen enkele andere collecte heeft in ons
land zulk een bedrag ineens opgeleverd; dr.
Coljjn heeft door de radio verklaard, dat de
Joodsche vluchtelingen per persoon een
noodzakelijke uitgave van f 1,50 per dag
kosten, terwijl de gezinnen der werkloozen
hier te lande heel wat minder dan f 1.50 per
Persoon en per dag ontvangen; een Joodsch
Vluchtelingengezin van vier personen zou,
Volgens Colijn, per week dus f 31,50 noodig
hebben, terwijl een zelfde werkloozengezin
slechts f 11,85 ontvangt. Wij aarzelen niet
deze vergelijkingen bewust misleidend en
Volksbedriegend te noemen.
Ten eerste is het vanzelfsprekend, dat
het Nationale Fonds voor Bijzondere
Nooden, hetwelk geregeld vaste bij
dragen of giften ineens van particulieren
ontvangt, een geringere opbrengst per inza
meling boekt, dan een algemeene collecte,
die eenmaal wordt gehouden onder den in
druk van 't massale leed, dat door mensch-
°nwaardige handelwijzen elders wordt ver
oorzaakt. Dat voor het leger van werkloo-
Sen jaarlijks tientallen millioenen aan steun
bedragen, werkverschaffingsloonen, kinder
bijslagen enz. door ons land worden uitge
geven, wordt door de berekenende N.S.B.
Uatuurlijk niet meegerekend, anders zou
haar boosaardig sommetje te opvallend
anders uitkomen dan zij het hebben wil.
Wanneer plotseling een watersnood ons
land zou teisteren en duizenden gezinnen
dakloos zou maken en er zou voor de slacht
offers een millioen bijeen worden gebracht,
dan zouden volgens de redeneering van de
N.S.B. alle andere noodlijdenden in den
lande zich mogen beklagen, omdat dat mil-
hoen aan hen wordt onthouden. Wanneer
de nationale collecte voor de Joodsche
Vluchtelingen f 400.000 opbrengt, dan zou
Volgens de N.S.B. elke jaarlijksche Emma-
bloemcollecte voor de T.B.C.-bestrijding
telkens minstens evenveel moeten opbren
gen, en daar zij dat niet doet, zou er van
een weergaloos schandaal moeten gespro
ken worden, omdat de t.b.c.-patiënten ach
tergesteld zouden worden bij de Joodsche
vluchtelingen uit Duitschland. Zulk een
Vedeneering kan alleen steek houden voor
hen, aan wiens denkvermogen een steekje
tes is.
Nog manker gaat de vergelijking, die
de N.S.B. maakt tuschen de onder
steuning, welke een Nederlandsch
Werkloozengezin ontvangt, en het bedrag,
hat aan een even groot Joodsche vluchte
lingengezin moet ten koste worden gelegd.
Voor het herbergen van dak- en bezitlooze
Joodsche vluchtelingen moeten extra-kosten
Worden gemaakt als het inrichten van ba-
Takken, administratie, toezicht, voedsel
voorziening enz. Wanneer deze kosten, ge
middeld f 1,50 per persoon en per dag be
dragen, dan wil dat niet zeggen, dat dat
Joodsch vluchtelingengezin ook f 31,50 per
Week in het handje krijgt, gelijk het Ne
derlandsche werkloozengezin zijn f 11,85.
De Joodsche vluchtelingengezinnen, die
hier tijdelijk worden opgenomen, krijgen
heelemaal geen geld, maar zij kosten het
land geld, en als dat naar den smaak van
de N.S.B. te veel is, dan mag zij wel eens
bedenken, dat ons land het uitsluitend aan
haar geestverwanten in Duitschland te dan
ken heeft, dat het op zoo hooge onvoorziene
e*tra-kosten wordt gejaagd. Indien een
Joodsch vluchtelingengezin van drie per
sonen hier te lande wezenlijk f 31,50 per
Week zou ontvangen, dan zou dat wezenlijk
een onrecht zijn tegenover de werkloozen,
Want dan zou het nog meer krijgen dan
Veruit de meeste arbeidersgezinnen in het
tierde Rijk. Bovendien ontvangt een werk
loozengezin hier te lande behalve het uit
gekeerde steunbedrag nog tal van andere
Waarden, die voor de Joodsche vluchtelingen
biet zijn weggelegd, zooals b.v. de voorrech-^
ten van het Nederlandsche staatsburger
schap, waardoor het gevrijwaard wordt
Voor een behandeling als die welke de Joden
Sich in het Derde Rijk moeten laten wel
gevallen. Wat de voorrechten van het Ne-
herlandsche staatsburgerschap, zoolang ten
minste de N.S.B. het hier niet voor het
zeggen heeft, waard zijn, blijkt overduide
lijk uit de tallooze aanvragen van buiten
landers om naturalisatie. Wij willen heele
maal niet beweren, dat de werkloozen hier
te lande te veel steun ontvangen, doch al
leen aantoonen, dat de door de N.S.B. ge
construeerde contrasten van een verachte
lijk demagogisch allooi zijn, te verachtelij
ker, omdat zij ten koste van als wild opge
jaagde menschen den geest in ons volk
tracht te vergiftigen.
Op Zondag 11 December heeft Pierre l'Ermite
Mgr. Loutil in zijn parochiekerk van St.
Franciscus van Sales een H. Mis van dankbaar
heid opgedragen bij zijn vijftigjarig priesterjubi
leum. Kardinaal Verdier, Aartsbisschop van Pa
rijs, heeft deze H. Mis bijgewoond.
Z. H. de Paus heeft benoemd tot wijbisschop
van Aken prof. dr. F. P. Hünermann, pastoor
der St. Petrusparochie te Aken.
De nieuwe wijbisschop werd in 1886 te Erkrath
geboren en op 5 Sept. 1909 in den dom te Keu
len tot priester gewijd. Op 15 Februari 1910 werd
hij benoemd tot domvicaris in Keulen. Daarna
was hij werkzaam als repetitor aan het Collegi
um Albertinum te Bonn en aan de Rheinische
Friedrich Wilhem Universitat; gedurende een
7-tal jaren tot 1 Juli 1927 was hij vervolgens
pastoor van Sechtem. Op laatstgenoemden da
tum volgde zijn benoeming tot professor. Sedert
15 Februari 1929 is de nieuwe wijbisschop in
functie als pastoor van St. Petrus. Onder groote
belangstelling vierde hij op 9 September 1934
zijn zilveren priesterfeest. Dr. Hünermann ver
wierf vooral bekendheid door zijn publicaties op
theologisch gebied.
De lste luitenant E. CJ. M. van de
Laarschot, van het regiment wielrijders,
is benoemd tot adjudant van den
gouverneur van Curacao en zal op 23
December naar West-Indië vertrekken
De burgemeester van Geldrop, de heer
Fleskens, heeft in de gemeenteraads
vergadering meegedeeld, dat hij het
volgend jaar, wegens het bereiken van
den 65-jarigen leeftijd, eervol ontslag
als burgemeester zal aanvragen
BRATISLAWA, 13 Dec. (Havas) Bij de
verkiezingen voor den Slowaakschen Landdag,
welke Zondag a.s. zullen worden gehouden, zul
len de Joden in speciale bureaux stemmen.
Narodni OsvoDozeni schrijft, dat „deze maat
regel de gelegenheid moet geven de geestesge
steldheid der Joodsche kiezers na te gaan".
In een officieel communiqué wordt medege
deeld, dat Zondag 11 December de Duitsche
partij in Slowakije een vergadering had belegd
te Unteretzen Seifen in het district Spiss, waar
de staatssecretaris van Duitsche aangelegen
heden, Karmasin, zou spreken. De pro-Hon-
gaarsche bevolking was door Hongaren opgeruid
om tegen Karmasin te betoogen, waarbij zich
enkele incidenten voordeden. Hierbij werd een
jong meisje gewond. De autoriteiten hebben 'n
streng onderzoek gelast. Men vermoedt, aldus
het officieele communiqué, dat de voorbereiding
in Hongarije is geschied.
NARBONNE, 13 Dec. (Havas) Een van Bar
celona komend tankschip, dat de vlag voert
van het linksche Spanje, is gisteravond ter
hoogte van St. Pierre nabij Sete aan den grond
geloopen. Het schip ligt 200 meter uit de kust.
Op de uitgezonden noodseinen zijn van Mar
seille sleepbooten vertrokken, welke zullen trach
ten het schip vlot te sleepen. Aan boord bevin
den zich 38 man.
Kardinaal Mundelein, aartsbisschop van Chi
cago, heeft in een radio-toespraak gezegd, dat
Father Coughlin, de bekende „radio
priester" uit Detroit, niet gemachtigd was, om
namens de Katholieke Kerk te spreken.
Hij voegde hieraan toe dat de radiopraatjes
van Father Coughlin niet de leerstellingen of
gevoelens van de Kerk vertolken.
Naar aanleiding van zijn bezoek aan Neder
land heeft prof. Van den Heever in een pers-
gesprek medegedeeld, dat het plan van de
Zuid-Afrikaansche regeering om nauwere be
trekkingen op cultureel gebied tusschen Neder
land en Zuid-Afrika te verkrijgen door middel
van uitruiling van geleerden in breede kringen
in Zuid-Afrika met instemming is begroet. Een
aantal jaren geleden is reeds veel gedaan om
toenadering tusschen de beide landen te bevor
deren, en het lijdt geen twijfel, dat ook deze
stap ertoe zal bijdragen om iets daadwerkelijks
te doen. Misschien hebben i^ij in het verleden te
veel stil gestaan bij „sympathiebetuigingen" en
„cultuurbanden", zonder in de practijk alles te
doen wat in ons vermogen lag om de cultureele
samenwerking een levend en wezenlijk iets te
doen zijn
Hoe stelt u zich zulk een samenwerking voor?
Hierop moet ik direct antwoorden en verduide
lijken, dat wat Nederlandsch en Afrikaansch
betreft, wij nog te veel bezig zijn met abstracte
formules en toestanden van een kwarteeuw
of meer geleden. Dikwijls wordt de meening nog
vernomen, dat er vijandigheid tegenover de
Nederlandsche taal in Zuid-Afrika bestaat, om
dat een afgeleefd verhaaltje steeds gehoord
wordt over ientand, die uit louter agressiviteit
in het belang van de Afrikaansche taal al zij»
Nederlandsche boeken zou hebben verbrand. Ook
wordt soms de meening verkondigd, dat een ge
vierde Afrikaansche schrijver zooals Langen-
hoven gepleit heeft voor Afrikaansche isolatie
en zich afkeurend zou hebben uitgelaten over
gedweep met „Dietsche banden". Ik meen, dat
ik de tolk ben van alle intellectueele Afrikaners
als ik beweer, dat dergelijke voorvallen en mee
ningen tot het verleden behooren en dat de Afri
kaner, nu zijn taal erkend is en deze nieuw ter
rein verovert, behoefte aan Nederlandsch heeft
als nimmer te voren. Op technisch gebied ont
plooit Zuid-Afrika in de laatste jaren zich met
ongeloofelijke aanpassingskracht en dit wordt
alleen mogelijk door gebruik te maken van den
rijken Nederlandschen woordenschat, welke kant
en klaar op Afrikaansche inburgering wacht.
De natie-bewuste Afrikaner voelt scherper dan
ooit welke waarde de groot-Nederlandsche cul
tureele achtergrond voor zijn ontplooiende taal
en gedachtenleven heeft en hij weet, dat hij
daarin een onmisbare kracht vindt om zijn taal
zuiver te houden en daaraan sociale en cultu
reele draagkracht te geven. Om daar de Neder
landsche cultuurschatten te veroveren en
vruchtbaar te assimileeren binnen een eigen
Afrikaansch wezen, daarvoor is het noodig, dat
de Nederlandsche boeken worden gelezen, niet
slechts door geleerden en studenten, maar in
steeds breeder wordende kringen. Maar om den
leeslust van Nederlandsche boeken aan te moe
digen, is het noodig, dat er een levende uitwis
seling van cultuurkrachten bestaat, van per
sonen, gereed om ondanks moeilijkheden en
noodwendige verschillen ts werken voor een
ideaal, dat voor den vooruitgang van de Afri
kaansche taal en cultuur diepe en blijvende be-
teekenis kan hebben. Ik hecht in verband met
dergelijke bezoeken veel waarde aan persoonlijk
contact, aan de opwekking van een levende be
langstelling, die tot een stille kracht kan ont
wikkelen wanneer abstracte redeneeringen reeds
verdwenen zijn. Gedurende mijn bezoek aan
België heb ik de eer gehad om veel letterkun
digen en geleerden te ontmoeten en ik meen.
dat dit waarde heeft gehad voor de verovering
van kennis van het Afrikaansche boek zoowei
als voor de vorming van een juist begrip van
wat daar op letterkundig gebied in Zuid-Afrika
wordt gepresteerd.
„Hoe staat het dan met de opmerking in ver
schillende bladen, afkomstig uit Johannesburg,
dat u daar op een afscheidsdiner o.a. zou heb
ben gezegd: „Wanneer wij willen leven, moet
de Nederlandsche taal ophouden zoo'n belang
rijken achtergrond te vormen wij moeten
breken met den Nederlandschen invloed"?
Ja, tot mijn diepe verontwaardiging heb ik dit
ook gelezen. Dit verscheen oorspronkelijk in een
Engelsche krant, doch allen, die bij dat diner
aanwezig waren, weten, dat ik precies het tegen
overgestelde heb gezegd. Het is te betreuren, dat
zulke schromelijke onzin ook in Nederlandsche
bladen is verschenen. Belachelijker onjuistheid
heb ik nog zelden gelezen.
Tenslotte dit: Ik ben mij volkomen ervan be
wust, hoe ontzaglijk veel de Afrikaners nog van
de degelijke Nederlandsche geleerden en de Ne
derlandsche wetenschap kunnen leeren. Mijn
doel is ook om vooral te leeren ons te assimi
leeren en te zien hoe een geregelde doorstroo
ming van den Nederlandschen geest en de Ne
derlandsche gedachte ook naar Zuid-Afrika kan
geschieden. Wat ik zelf heb aan te bieden is
hoofdzakelijk een voorstelling van problemen in
zoo'n jong land. Het stemt mij echter tot dank
baarheid, dat er reeds zooveel belangstelling in
Nederland is voor het moderne Zuid-Afrika en
vooral voor wat daar op cultureel gebied ge
beurt.
De heer Fred. J. Roeske, dirigent van de Kon. Mannenzangvereeniging „Apollo"
te Amsterdam, vierde Maandag zijn 50-jarig toonkunstenaarsjubileum. In het
Amsterdamsch Concertgebouw werd een herdenkingsconcert gegeven. De
voorzitter van „Apollo", de heer Jac. Denijs (rechts), huldigt den jubilaris
Terwijl men zich in de kanselarijen der Euro-
peesche hoofdsteden ófwel ernstige zorgen maakt
over de moeilijkheden, die het jaar 1939 zal
brengen, ófwel die moeilijkheden met alle zor
gen voorbereidt, wordt te Lima een congres ge
houden, dat den vrede en den voorspoed op het
Amerikaansche halfrond verder wenscht uit te
bouwen. De Pan-Amerikaansche conferentie, die,
zooals haar naam reeds aanduidt, een nauwere
samenwerking beoogt van de 21 Amerikaansche
republieken van Noord en Zuid, heeft zich dit
jaar tot doel gesteld de organisatie van de ver
dediging van het geheele continent in den ruim-
sten zin van het woord, alsmede die van den
onderlingen vrede. Dit doel werd met vrij groote
duidelijkheid omschreven door den president van
de republiek Peru, die te Lima de honneurs
waarneemt, in de radio-rede, waarmee hij het
congres inluidde.
Eigenlijk is het streven, dat in conferenties als
deze tot uiting komt, een moderne vorm van de
aloude leer, die Monroe' in 1823 verkondigde en
die kort samengevat luidt: Amerika voor de
Amerikanen. Aanvankelijk heeft het geheeie
Westelijk halfrond van de geestesgesteldheid,
die door die leer ten leven gewekt werd, ge
profiteerd bij de consolidatie van zijn zelfstan
digheid tegenover de pogingen, door Europeesche
staten gedaan, om zich in de Amerikaansche
zaken te mengen, daarbij het voordeel najagend,
dat spreekwoordelijk uit troebel whter te beha
len valt. Op den duur is de Europeesche invloed
in Amerika tot een minimum gereduceerd, doch
toen wijzigde de Monroe-leer zich in een poli
tiek systeem, waarvan de groote republiek der
Vereenigae Staten listig gebruik maakte om zich
te mengen in de Zuid-Amerikaansche kwtestie,
zeer ten ongenoegen van de Latijnsche republie
ken. Sedert den wereldoorlog heeft Washington
de ernstige fouten van dit stelsel ingezien en
streefde het een voorzichtiger politiek na, doch
de Zuidelijke republieken bleven nog geruimen
tijd kopschuw, voor zij de oprechtheid van Uncle
Sam's goede bedoelingen wilden aanvaarden.
Hoe voorzichtig het beleid van Washington in
dezen is, bleek wel uit de houding, die het aan
nam in het Mexicaansche olie-conflict. Hoewel
groote belangen van Noord-Amerikaansche
maatschappijen op het spel stonden, wilde Hul!
klaarblijkelijk den schijn vermijden, als zoude
hij wfifen samenwerken met Europeesche staten
tegen een Amerikaansche republiek; en de
maatregelen, die hij tegen de onteigenaars nam,
vallen in het niet, vergeleken bij de houding,
die Lenden, zelfs Den Haag aannam.
Niettemin hadden de redevoeringen van Roo
sevelt, die op gewteldige defensie-maatregeler.
aandrong, de schichtigheid der Zuid-Amerika
nen weer aangewakkerd; men vreesde er in het
Zuiden voor, dat de V.S. te Lima met een plan
zouden aankomen, dat de hegemonie der U.S.A.
op het Westelijk continent zou voorbereiden,
daarbij de kleinere republieken gebruikend als
schild voor de eigen Noord-Amerikaansche be
langen.
Cordell Huil, de Staatssecretaris van de U.S.A,
heeft bij de voorbereidende besprekingen de
Zuid-Amerikaansche vertegenwoordigers dien
aangaande gerustgesteld. Hij zette uiteen, dat.
de „moreele alliantie", die de V.S. op het Weste
lijk halfrond nastreven, niet het doel heeft een
statengemeenschap per verdrag te bewerkstelli
gen, doch slechts een eerlijke samenwerking van
allen beoogt, met behoud van ieders vrijheid en
zelfstandigheid. In het belang van allen en tot
afweer van de gevaren, die allen gezamenlijk
bedreigen.
Die gevaren zijn geen hersenschimmen, door
Washington gewekt om eigen voordeel na te
streven door gebruik te maken van de gewekte
vrees. Zoowel van het Oosten als het Wésten
wordt Amerika bedreigd: de agressieve metho
den van Japan en de Europeesche totalitaire
staten wekken hét wantrouwen van geheel Ame
rika. Sterker nog dan de bedreiging van een
militaire agressie is de economische, terwijl
vooral Duitschland en Italië door middel van
nationalistische en irredentistisehe vereenigin-
gen binnenlandsche onrust verwekken. Het
afgeloopen jaar heeft zoowel in Noord- als in
Zuid-Amerika door spionnage-processen en mis
lukte revoluties daarvoor bewijzen geleverd.
Op de openingszitting van het congres heeft
Cordell Huil de wegen aangewezen, waarlangs
de Amerikaansche staten hun verdediging moe
ten bereiken tegen die bedreigingen. Allereerst
door een moreele aaneensluiting, waardoor elk
afzonderlijk zich door de anderen gesteund voelt.
Uit die aaneensluiting vloeit vrijwel vanzelf
voort, dat een weg gevonden moet worden om
de onderlinge geschillen zoo veel en effec
tief mogelijk op te lossen, opdat de in
nerlijke wrijving de kracht naar b'.'iten
niet verzwakt. De afdoening van het Chaco-
geschil, dit jaar binnen de Amerikaansche be
langengemeenschap bereikt, nadat de Volken-
bood zich jarenlang tevergeefs met het geval
had bezig gehouden, schept daarvoor een gunstig
precedent. Er gaan thans stemmen op, die de
stichting van een Amerikaanschen volkenbond
bepleiten. Voorzichtigen in Amerika, zooals de
vertegenwoordigers van Argentinië, meenen, dar
men daarmee niet te overhaast te werk moet
gaan; voorloopig schijnt men zich tevreden te
stellen met contact op te nemen met het Haag-
sche Hof van Internationale Justitie, dat even
tueel met een aantal Amerikaansche raadshee-
ren zou kunnen worden uitgebreid. Economische
samenwerking zou uiteraard de onderlinge
saamhoorigheid versterken, terwijl de wereld
oorlog, gevoerd door tariefmuren en tol-syste-
men, belangrijk beperkt zou worden. Cdrdell
Huil bereed dit stokpaardje met de gebruikelijke
geestdrift en het schijnt, dat hij een Willig ge
hoor vond.
Concha, de Peruaansche gedelegeerde, kantte
zich in zijn openingsrede scherp tegen de
kunstmatige methoden", in den internationa
len handel toegepast, en zijn woorden vonden
hartelijken bijval.
Wat een politieke bedreiging betreft: de Pe
ruaan verklaarde, dat „iedere ernstige aanslag
op de onafhankelijkheid van een der Ameri
kaansche republieken de veiligheid van het ge
heele continent in gevaar brengt." De Argen
tijn Cantilo trok daaruit de logische consequen
tie en vulde de verklaring van zijn voorganger
aan door te zeggen, dat „alle Zuid-Amerikaan
sche republieken als één man zullen opstaan
om zonder rekening te houden met politieke
grenzen hun integriteit te verdedigen." Hoe
Washington hierover denkt, is na de bewape-
nings-redevoeringen van Roosevelt geen geheim
meer, en de president der V.S. behaalt met den
weerklank, dien zijn woorden in het Zuiden vin
den, een niet te onderschatten succes.
Bevrijd van den last eener historische tradi
tie, waaronder Europa gebukt gaat, kan het
Amerikaansche werelddeel den weg wijzen naar
een samenwerking, die allen ten goede kar.
komen. Lima, hoe kort de conferentie ook aan
den gang is, bewijst weer een mijlpaal op dien
weg te zijn; de Europeesche kanselarijen mogen
aan het voorbeeld van het jonge Amerika een
voorbeeld nemen.
De Nederlandsche Mijnwerkersbond heeft een
tweetal brieven naar de contact-commissie voor
het mijnbedrijf gezonden. In een der brieven
wordt de aandacht der mijndirecties er nog eens
op gevestigd, dat de bond reeds eenige malen
heeft voorgesteld om in verband met de gun
stige ontwikkeling van den toestand in het mijn
bedrijf met Kerstmis aan de mijnwerkers een
flinke uitkeering ineens te verstrekken.
In het schrijven wordt er op gewezen, dat te
verwachten is, dat de diverse mijnondernemin
gen na ruime reserveering en afschrijving nog
een zeer belangrijke nettowinst zullen overhou
den, waarvan ook aan de mijnwerkers eer. rede
lijk deel toekomt.
In dit verband wordt er aan herinnerd, dat de
mijnwerkers over 1938 geenerlei loonsverhooging
hebben ontvangen, terwijl evenmin aan het voor
stel van den Nederlandschen Mijnwerkersbond
ten aanzien van verkorting van arbeidstijd is
tegemoetgekomen.
Het hoofdbéstuur vertrouwt, dat de directies
althans door een behoorlijke uitkeering ineens
met Kerstmis aan de mijnwerkers het hun toe
komende deel van de goede bedrijfsuitkomsten
over 1938 zullen toekennen.
In een tweeden brief wordt geklaagd, dat een
aantal mijnwerkers die een van hun vacantie
dagen hadden gereserveerd om den Oudejaars
avond in den familiekring te kunnen vieren, nu
verlof op bedoelden dag wordt geweigerd. Er
wordt bij de directies nu op aangedrongen in
deze wat meer tegemoetkomendheid te betrach
ten en alsnog desgewenscht verlof op dien dag
te verleenen.
De bestuurscommissie van de R.K.F. besprak
in haar vergadering van Zaterdag j.l. de ver
schillende grieven welke kenbaar gemaakt zijn
in verband met de samenstelling van de reor
ganisatiecommissie.
De bestuurscommissie stelde daarbij vast dat
ten onrechte gemeend wordt, dat de oorspronke
lijke idee van de reorganisatie uitging van de
motie M.Uli.O. Echter was reeds op 21 Mei 1.1.
door het R.K.F.-bestuur besloten den organisatie
vorm van de Katholieke Voetbalbeweging en
alles wat daarmede verband houdt, onder het
oog te zien.
Met voldoening wordt medegedeeld dat de
commissie er in geslaagd is rector A. E. J.
Vissers, die eerst alleen als geestelijk adviseur
aan de commissie werd toegevoegd, bereid te
vinden als stemgerechtigd lid in de commissie
zitting te nemen.
De Rotterdamsche Kunstenaars Sociëteit heeft
het initiatief genomen tot het organiseeren van
een tentoonstelling van werken van Rotterdam
sche beeldende kunstenaars ten bate van jeug
dige vluchtelingen.
Deze tentoonstelling is Maandagavond om
half negen in het gebouw van den Rotterdam-
schen Kunstkring aan de Witte de Withstraat
geopend door de echtgenoote van den burge
meester, mevrouw J. Oud-Fischer.
De Jury voor de tentoonstelling Pro Arte
Christiana, welke van 7 Januari tot 12 Februari
in het Stedelijk Museum te Amsterdam zal wor
den gehouden, is samengesteld uit de volgende
heeren: C. W. H. Baard, J. M. van Hardeveld,
H. M. Kraayvanger, W. Maas, Dr. F. van der
Meer, Pr., Jhr. Dr. J. L. A. A. M. van Rycke-
vorsel, Jhr. W. Sandberg, -A. Termote.
De termijn van inzending is verlengd tot en
met 28 December a.s. Het secretariaat is ge
vestigd Zandvoorterpad 7, Overveen (telef.
i9314, Haarlem).
De heer A. Th. van Rijen te Tilburg, lid van
Ged. Staten van Noordbrabant, zal in de Zondag
29 Januari in Tilburg te houden vergadering
van den centralen raad van den Bosschen Dioce-
sanen Werkliedenbond'afscheid nemen als voor
zitter van deze organisatie, welke hij sinds 1920
heeft geleid.
Het architectenbureau van ir. H. Thunissen
te 's-Gravenhage en J. Th. van Rossum, archi
tect te Delft, zal Vrijdag 30 December aanbe
steden den bouw van een nieuwe R. K. kerk
met pastorie aan de Simonstraat in den Wip-
polder te Delft.
Zijn Hoogw. Excellentie de Aartsbisschop van
Utrecht heeft benoemd tot kapelaan te Haaks
bergen (H. Pancratius) den weleerw. heer J. C.
J. Scheerder; tot kapelaan te Sensmeer den
weleerw. heer C. J. M. Ottink (Neom.) en tot
assistent te Velp (G.) den weleerw. heer C.
Veeger.