De avonturen van een verkeersagent je
tKdmfcfmd ma dm iaq
AUTOBRIDGE
Rug- en Gewrichtspij!
vlug verholpen!
ALLE ABONNÉ'S
F 750-
F 250-
F 750- doodelilken afloop
De man van Iracema
De rechterlijke dwaling
Margadant
EERHERSTEL
VRIJHEID
HONIG's KEÜKEHSTÜOOPcetf^z^Ms/
Zumvuwt/
WDUill fiwrrvgfnn
VRIJDAG 16 DECEMBER 1938
Uit Oost en West
-! Een moedige
vrouw
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
DOOR OTFRID VON HANSTEIN
Het requisitoir, dat Mr. Jonkman, als officier
van Justitie te Makassar gedetacheerd om het
O M. te vertegenwoordigen in de Boeloekoem-
bazaak, gehouden heeft tegen de beklaagden
K. Jr. en den chauffeur B. blijkt tevens een
eerherstel in te houden van den nu overleden,
vroeger in deze zaak veroordeelden heer Mar
gadant.
Aan het Bat. Nbld. ontleenen wij de volgende
bijzonderheden;
Mr. Jonkman herinnerde allereerst aan de
Omstandigheden, waaronder Margadant's kas
verdwenen is.
Ook dit proces heeft bevestigd, dat begin
Februari 1925, één week, nadat de fd. contro
leur Margadant het bestuur over de onderaf-
deeling Boeloekoemba van gezaghebber K. sr
had overgenomen, de geheele inhoud van
de vastgemetselde geldkist uit het controleurs
kantoor verdwenen was. Die geldkist had in
gehouden o.a.: ongeveer 18.000, waarvan
ongeveer 10,000 zilvergeld (vertegenwoordi
gende dus een gewicht van ongeveer 100 K.G.)
en ongeveer 8000 bankpapier (waaronder drie
biljetten van 1000), één pakje gouden voor
werpen (zijnde stukken van overtuiging) en de
duplicaat-sleutels der geldkist.
G^dkist noch kantoor vertoonde eenig spoor
van Draak, doch de roestige scharnieren, welke
bij openen en sluiten der geldkist steeds een
ver hoorbaar knarsend geluid hadden veroor
zaakt, bleken van buiten en van binnen met
olie gesmeerd, zoodat de leeggehaalde geldkist
geruischloos bleek open en dicht te gaan.
Personeel noch wakers noch iemand anders
hadden eenig onraad gerapporteerd. De over
heid heeft nimmers iets van wat aldus verdween
achterhaald.
Men gaf er zich rekenschap van, dat het mis
drijf vermoedelijk onder Europeesche leiding
moest zijn gepleegd en dat dan op de kleine
binnenplaats Boeloekoemba eigenlijk alleen
Margadant, die over de sleutels beschikte, met
helpers of K., die de sleutels had* kunnen
laten namaken, met diens zoon en hun aanhang
voor verdenking in aanmerking kwamen.
K. sr., die vier jaren gezaghebber op Boeloe
koemba was geweest, had zich immers na zijn
pensionneering als planter op Borongrapoa, in
de bergen ongeveer 30 KJVf. van Boeloekoemba
ln de onderafdeeling van dien naam, gevestigd;
zijn zoon, eerste beklaagde, woonde sinds eenige
jaren op Boeloekoemba en onderhield een
vrachtautodienst tusschen Boeloekoemba en
Makassar; beiden waren ingeburgerd in de
streek. B., tweede beklaagde, was ten tijde van
de verdwijning der kas hun vertrouwde chauf
feur.
De bevolking schijnt deze zaak ook immer
als een strijd te hebben gezien tusschen Mar
gadant en K. en vroeg zich af, wie verliezen en
wie overwinnen zou.
Margadant droeg dadelijk zijn ambtenaren
op de zaak te onderzoeken.
Den Kien Februari reeds verschenen voor
andere zaken op dienstreis zijn chefs, de gou
verneur van Celebes en de assistent-resident
van Bonthain, te Boeloekoemba, en den daarop
volgenden dag al nam de officier van justitie
ter plaatse het onderzoek in handen.
Noch Margadant, noch K. erkende eenige
schuld.
Margadant kon noch de verdwijning zijner
kas noch het oliën der geldkist ophelderen; hij
vermoedde alleen dat er valsche sleutels ge
bruikt waren; en zijn gedachten bleken uit te
gaan in de richting der K's.
Van K. trok dien eersten dag van het onder
zoek door den officier van justitie de opmer
king de aandacht, dat hij er verontwaardigd
over was dat Margadant had gezegd dat de
ontvreemding slechts met nagemaakte sleutels
kon hebben plaats gehad, omdat deze volgens
hem daarmee hem als den schuldige zou heb
ben aangewezen, wijl hij immers de sleutels dan
vóór de overgave zou hebben moeten laten
namaken.
Aldus beschuldigden Margadant en K. dade
lijk min of meer bedekt elkander.
Ook bestuur en justitie waren van oordeel
dat het ging om één van .beiden met hand
langers of aanhang; zij bleken echter van den
aanvang van het onderzoek af ernstig wantrou
wen tegen Margadant te koesteren en in K.
daarentegen groot vertrouwen te stellen.
Spr. nam de tegen Margadant aangevoerde
bewijsmiddelen nog eens in beschouwing.
Reeds de meineed-zaken, in 1935 en 1936 tegen
HJIIIIIIIIIIIIIIIilllll
iiiiiiiiiiiiiniiiiiiiË
De sympathie van Neerland gaat
De Reiger achterna,
Vliegt over zee en bosch en land
Naar 't ver Zuid-Afrika.
Daar wordt vandaag een feit vol roem
Vol moed en mannenkracht,
Daar wordt een feit van groot belang,
De Groote Trek herdacht.
Het was weer 't lied van 't goede bloed,
Dat zich niet looch'nen kon,
En dat het juk van slavernij
Zich afwierp, en verwon.
Dat was weer de ontemb're geest
Van Nederlandschen stam,
Die daar toen in den Grooten Trek
Vol kracht tot uiting kwam.
Den Bijbel mee, de ossenkar
Geladen met al 't goed,
Het hoofd omhoog, den blik vooruit,
De toekomst tegemoet!
De toekomst met haar zorg en pijn,
Met strijd en ongerief,
Maar tóch trok men steeds verder,
want
De vrijheid had men lief.
De vrijheid, die voor Hollandsch volk
Als levensbasis geldt;
De vrijheid, voor 't bezit waarvan
Geen last, geen offer telt
Aan hen, die vrijheid zochten, trots
Verlies en nederlaag,
Zendt vrijheidlievend Nederland
Een broedergroet vandaag!
I HERMAN KRAMER.
lilllllllllllllllllllllllliUlllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllip
Moehamma, Alexander, Pa Erai daeng Mattara
en mevrouw Blaset behandeld, hebben het be
wijs tegen Margadant goeddeels doen verloren
gaan; dit proces heeft niet alleen de juistheid
van hun veroordeelingen bevestigd maar ook
overigens dat bewijs zien wegvallen of krach
teloos worden.
Geconcludeerd mag worden, dat, wat vroeger
tegen Margadant als bewijs heeft gediend, in
het heronderzoek is verloren gegaan waar
mee tevens de nieuwe omstandigheden als
door art. 356, 2e van het reglement op de
Strafvordering, voor de ontvankelijkheid van
een aanvraag om herziening van Margadants
veroordeeling voorgeschreven aangegeven zijn,
Spr. schetste hierna hoe vier getuigen wegens
meineed zijn veroordeeld, hoe van elf anderen
eveneens bleek dat zij min of meer valsche
verklaringen hadden afgelegd, terwijl in het
thans gehouden onderzoek nogeens vijftien ge
tuigen erkenden, vroeger in de zaak-Marga-
dant valsche verklaringen te hebben afgelegd.
Dertig getuigenissen zijn dus aan den vroe-
geren bewijslast tegen Margadant ontvallen.
Spr. constateerde, dat in het thans aange
voerde bewijsmateriaal onderling groote over
eenstemming heerscht. Gezegd kan worden dat
in de worsteling tusschen K. en Margadant, de
laatste, die eerst onder lag, thans boven Is ge
komen.
Spr. somde de volgende als voornaamste aan
wijzingen dat de K.'s de zaak-Margadant ge
maakt hebben, op:
De influenceering van Moehamma door Sul-
than, Kraeng van Gantarang, tot de valsche
verklaringen van de zwaarder geworden tasch
en de al leege geldkist; volgens de verklaringen
immers van Bedja, Badjido en Pasoekoe heeft
Sulthan zich bij de partij der dieven gevoegd
De influenceering van Alexander eerst door
den jongen K. tot de verzonnen verklaring dat
Margadant hem zou hebben geïnstrueerd te
zeggen, dat de jonge Kuen van 5 op 6 Februari
tweemaal naar Borongrappoa was gereden,
v 1. i
Zoudt U f. 5000.- overhebben voor privélesen
van den wereldkampioen Hij zou het er niet voor
"doen. En toch kunt U met hem spelen, toch kunt
U, al bridgend, de fijnste nuances van het spel
van hem leeren. Niet voor f. 5000.-, maar voor
f. 3.50 door
Bent U alleen en wilt U bridgen? Autobridge zorgt
voor 3 medebridgers, die bieden en spelen zonder
fouten en iedere vergissing prompt corrigeeren.
Ie Ze versterken de speelkracht van een goed
bridger.
2e Ze geven een „crack" waardig partij.
3e Ze leeren den beginner geduldig en haarfijn,
waarom het zóó moet en niet anders.
Autobridge blijft bovendien nieuw, want iedere
maand komen er nieuwe series bij, 10 series zijn
reeds verschenen.
formaat 38 x 26 cio
luxe uitvoering
m m m prijs f. 3.50
s pri|s f. 7.50
VERKRIJGBAAR IN DE VOORNAME ZAKEN VAN ALLE
STEDEN IN NEDERLAND
J.M. Querjdo, Keizerstraat 26, A'dam C.Tel. 40584
daarna door den ouden K. door den raad die
verklaring zoo noodig veilig te stellen door
Soppe er uit te werken; de bedreiging van den
ouden K., dat gedood zou worden wie zich
tijdens Pa Erai's nasporingen onbevoegd op
zijn perceel op Borongrappoa vertoonen mocht;
de influenceering van Badjiko op Boeloekoem
ba eenig overgebleven gevaarlijken getuige
uit Pa Erai's nasporingen o.a. door den ouden
K., den Kraeng van Gantarang en Sa Ehoe,
tot de valsche verklaring dat hij van niets ver
dachts op Borongrappoa zou weten en het
tegendeel maar in strijd met de waarheid op
aandrang van Djaja zou hebben beweerd; en
de poging van den ouden Kuen om Oei Soen
Goan valschelijk te doen erkennen, dat Mar
gadant dezen koopman te Malili nog 10,009
schuldig zou zijn.
Tegen K. Jr. met name kan in het bijzonder
als aanwijzing gelden de influenceering door
hem van Alexander. (Bij diens voor hem be
zwarende verklaringen sluit aan die van mevr.
Diets (ook door beklaagde ontkend), waar deze
verklaarde, dat de jonge K„ haar buurman,
kort na de ontdekking van den diefstal haar is
komen vragen, of zij hem 's nachts had hooren
uitrijden, en haar toen heeft gezegd: dat flie
gemeene Alexander had verraden dat hij met
zijn auto was uitgegaan.
Tegen beklaagde B. met name kan in het
verband dezer inleiding in het bijzonder als
aanwijzing gelden zijn krachtdadige en deskun
dige poging om Soessa tot een ontwijkende ver-
't Was een maanlooze zomernacht, en dat
kwam de vrouw, die lenig als een kat langs het
dak sloop, goed van pas. Langzaam bewoog zij
zich voort, 't Geluid van haar voetstappen was
onhoorbaar door de dikke zolen van rubber
onder haar schoenen. Ze liep langs een schoor
steen en keek over de dakgoot, 't Was twee uur
in den nacht. De vrouw, die hoogstens 35 jaar
kon zijn, glimlachte. In haar donkere jumper
en rok liep ze naar een hoek van 't dak. Ze
voelde in haar taschje, waarin een zaklantaarn
en een revolver zat Vastberaden greep ze de
deur, die toegang gaf tot het dak van de gara
ge. Die deur was gesloten, maar ze had een
kleinen schroevendraaier bij zich. Na enkele
minuten kon ze de deur zonder moeite open
maken. Nu knipte ze haar zaklantaarn aan.
Voor haar lag een steenen trap; ze daalde die
voorzichtig af. Ze kwam nu in een groote
ruimte, waar een aantal auto's stonden. Daar
op zag ze bij 't licht van haar lantaarn een
tweede, kleinere deur, die niet gesloten was en
toegang gaf naar een trap, die ook naar be
neden leidde.
Voorzichtig liep ze die trap af en kwam in
een soort werkplaats. Zware, dubbele deuren
sloten den ingang af. 't Was zooals ze gedacht
had. Haar zaklantaarn bescheen nu de ge
schilderde auto's op de werkbank. Op haar tee-
nen liep ze zacht op een der auto's af. Toen
ze aan den derden wagen was, hoorde ze eenig
gerucht. Een sleutel werd in 't slot der zware
deur omgedraaid. Snel deed ze haar lantaarn
uit, en verborg zich achter een „Packard",
met de revolver in d'r hand.
De dubbele deur ging uiteen; de lichten
werden ontstoken. Van onder den auto, waar
achter ze op haar hurken zat, zag de vrouw
een paar glimmende laarzen en een linnen
broek. Ze stond op. De man had een zware
browning bij zich.
„Leg dat speelgoed neer", beval hij.
Zij gehoorzaamde. Daarop keek ze den man
aan, liep langzaam op hem toe en bleef hem
aankijken. Nu had ze hem herkend en sprak:
„Hoe toevallig! Goeden avond, Ralph. Je
ziet er veel beter uit dan vroeger."
„Cathy!" riep de man verbaasd. Hij keek
even naar z'n revolver, stak het wapen in een
leeren foedraal en daarna in z'n zak.
„Een mensch kan nooit van te voren raden,
wien hij in den laten avond ontmoeten zal,"
lachte de vrouw.
Hij keek even om naar de trapdeur, „De
trap staat in verbinding met een bel," ver
duidelijkte hij. Die ging beneden in het kan
toor over. Ik was daar juist. Onze garage is
dag en nacht geopend."
„Wel, wel, en ben jij de eigenaar van deze
zaak?"
„Natuurlijk, 't is de grootste garage van de
stad."
„Dus, de Darton garageRolph Darton
inderdaad," zei Cathy zacht, ,,'t spijt me erg,
Ralph."
Hij keek haar uitvorschend aan en vroeg:
„Wat kwam je hier doen?"
„Begrijp je dat niet?"
„Neen, je denkt toch zeker niet een auto
hier vandaan te halen?"
De jonge vrouw dacht even na. „Een auto
niet, maar zij die hun wagens in garages zet
ten, laten er vaak dingen van waarde in zit
ten. Die zou ik kunnen nemen; ze zouden niet
gemist worden, voor de reparatie was ge
schied."
Een harde trek kwam op 't sombere gezicht
van den man, toen hij antwoordde;
„Dan zouden wij er van verdacht worden, er
voor verantwoordelijk worden gesteld en aan
sprakelijk voor de schade zijn."
„Dat dunkt me ook."
„En ben je al lang met dat soort werk be
zig?" vroeg Ralph Darton.
„Ja, al een paar jaar M'n man kent de on-
deïwereld heel goed. Verleden week werd hij
gewond, en nu doe ik z'n werk, tot hij weer
hersteld is."
„Je schijnt er nog trotsch op te gaan ook".
„Kom, laten we niet over mij spreken. Ver
tel me liever wat van jou. Ben je nog altijd
met Helen Lightfoot getrouwd?"
Ralph knikte. „Ja, maar ga nu mee naar
beneden."
Bij 't naar beneden gaan, zei Cathy:
„Ik houd eiken dag meer van m'n man, en
als ik er aan
denk, dat jij en i"
ik bijna getrouwd
waren.
„Laten we daar
maar niet aan
denken," viel hij
haar bruusk in
de rede.
Wanneer U ltfdt aan Rheumatiek, Rugpijn, Ge
wrichtspijn, 's Nachts te moeten opstaan, Irriteeren
de zuurafscheiding, Zenuwachtigheid, Duizeligheid,
Kringen onder de oogen, Branden op de maag,
Gezwollen enkels en U zich uitgeput voelt, dan
moet U eens CYSTEX gebruiken. CYSTEX, het
nieuwe middel van een beroemden dokter, begin
direct te werken, bestijdt deze kwalen en is zeker de
medicijn, die U hebben moet of U krijgt gegarandeerd
Uw geld terug. Wacht niet, koop vandaag nog
CYSTEX bij Uw apotheker of drogist. De garantie
beschermt U.
Ook Keesje was op verkenning uitgegaan. Hij had kans ge
zien om uit het paleis te glippen en zocht naar de torenkamer,
waar de prinses gevangen zat. Op zijn paardje gezeten vloog hij
eenige malen om den toren en eindelijk meende hij een glimp
van het witte kleed van de prinses te zien. Het was te donker
om alles te onderscheiden.
Terwijl het matroosje wat uitrustte en zijn luchtpaard aan een
boom had gebonden, verscheen de kok Keesje, ook op een
paardje en zeide hem haastig: „Kom morgenavond, als de
Wacht om 9 uur de ronde heeft gedaan, hier. Maar neem een
breekijzer mee en houd je paardje gereed. Het spel kan be
ginnen. Vergeet het niet, want ik moet nu weg. Ik zal zorgen,
dat de dikke sultan zijn avondpap krijgt." En de matroos be
loofde hem voor alles te zorgen en op tijd te zijn.
klaring te bewegen. Daarnaast kan hier worden
vermeld uit de verklaring van Kondong, hoe
deze, die aan controleur Scholten het een en
ander over de zaak had bericht, deswege door
B. bedreigd werd.
Op die aanwijzingen nu in verband te
zien met de 'geheele voorgeschiedenis dezer'
zaak en met den voortdurenden veelzijdigen
invloed der K.'s rust het verdere bewijs
materiaal.
In het middelpunt daarvan staan de verkla
ringen van Bedja, die getuigde den diefstal
door de K.'s en B. te hebben meegemaakt.
Uitvoerig ging spr. hierop na, tot welke ge
volgtrekkingen de overige getuigenverklaringen
z.i. moesten leiden.
Het verloren gaan van het destijds tegen
Margadant aangevoerde bewijs is overtuigend,
niet alleen omdat het op zich zelf al zwak
was, immers slechts zeer onvolledig beschreef,
hoe Margadant dé verduistering zou hebben
gepleegd, en maar moeilijk aannemelijk kon
maken, wat op het eerste gezicht onwaar
schijnlijk moest lijken, ook omdat de in het
heronderzoek afgelegde verklaringen van vroe
ger» valsche getuigen elk voor zich door ver
schillende andere oude en fiieuwe bewijsmiddelen
worden gesteund en bovendien onderling klaar
blijkelijk samenhangend in dezelfde richting
wijzen.
Het O.M. heeft de overtuiging behouden,
dat terecht de beklaagden voor den Raad zijn
gebracht, omdat het eindonderzoek heeft be
vestigd, dat het tegen hen verzamelde bewijs
materiaal meer dan gewichtig genoeg is, om
de vraag hunner schuld aan rechterlijk oordeel
te onderwerpen.
Spr. achtte het zeer wel mogelijk tot de
overtuiging van de schuld dezer beklaagden
te komen, indien men de wettige bewijsmiddelen
duidelijk in hun onderling verband, en dat
tegen den achtergrond van de voorgeschiedenis
dezer zaak, voor zich heeft uitgestald, en zich
rekenschap er van geeft, dat deze ongewone
zaak uiteraard met ongewonen maatstaf mag
en moet beoordeeld worden.
Zooals reeds gemeld werd tegen ieder dei
beklaagden twee jaar gevangenisstraf geëischt.
De uitspraak, aanvankelijk bepaald op 10 De
cember, is nader vastgesteld op 17 December.
Beneden in 't kantoor gekomen, ontnam
Ralph Darton haar d'r taschje en haalde z'n
browning weer uit z'n zak.
„Ga daar zitten," beval hij, „je bent m'n
arrestant."
„Wat moet dat beteekenen, Ralph?"
„Dat beteekent, dat het verleden dood is. t
Is al elf jaar geleden, sinds we samen op de
hoogeschool waren. Onze wegen zijn geschei
den, Oathy, zoo is het."
En hij belde het politie-bureau op.
„In dankbaarheid heb je nooit uitgemunt,
Ralph", verweet hem de jonge vrouw.
„Dankbaarheid?" vroeg hij.
„Zeker. Er was een deficit in de kas van onze
club aan de hoogeschool. Die kas stond onder
jouw beheer; jij was de penningmeester. Je werd
er uitgegooid."
Een roode gloed overtoog het gelaat van den
man.
„Ik was onschuldig", verdedigde hij zich, ..en
daarom
„Onschuldig of niet", onderbrak ze hem. ,Je
werd door allen dood verklaard, door allen, re-
halve door mij. Ik was de voorzitster van de
club, en toen ik niet met je brak, kwam de club
op haar besluit terug, in de .meeijjng. dat men
je ten onrechte beschuldigd had. Nog geen
jaar daarna werd je verliefd op Helen Light
foot en verbrak onze verloving. Dat was voor
mij een droeve gebeurtenis, Ralph".
„Ik heb je toch al gezegd, dat dit alles tot
't verleden behoort!" viel hij ongeduldig uit.
„Je kunt voor mijn part
HQ sprak niet verder; er traden twee detec
tives het kantoor binnen.
„Jij hier. Cathy'zei een hunner.
„Zooals je ziet" antwoordde de jonge vrouw,
„Alles is in orde."
In een oogwenk was .Ralph Darton ontwapend
en geboeid.
„Er heeft hier een misverstand plaats!" riep
de garagehouder woedend. „Het is die vrouw
hier!"
„Ik zou me maar kalm houden, Ralph", zei
Cathy. „Boven heb ik al de nummerborden ge-
inspecteert, die alle precies overeenkwamen
met de gestolen auto's. M'n man was je al een
maand of vijf op 't spoor, als vertegenwoordiger
van vier verzekeringmaatschappijen. Een dag
of zes geleden had hij je bijna te pakken, Ralph,
maar een van je mannen schoot hem door z'n
arm. Zijn taak heb ik zoo lang op me genomen."
kWHufij!»
MMWSat
ÏV2ËAï®
VOORKOMEN
RHEUMATIEK
WETTIG GEDEP. HANDELSMERK
op dit blad ingevolge de veraekerlngsvourwaarden tegen
ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen
QdJ levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door
verlies van belde armen, belde beenen of beide oogen
Of} een ongeval met
tflj verlies van een nana
at een oog
30
De dokter trachtte het gesprek op Londen
te brengen maar daar zij hem doorzag, behield
zij de leiding van het gesprek, sprak alleen over
koetjes en kalfjes om aan het slot van het ge
sprek te zeggen:
.Dokter, ik dank u zeer, ik ben heusch in
elk opzicht volkomen gezond."
Nadat de dokter vertrokken was, was Iracema
echter ook aan het einde van haar zelfbeheer-
sching. Zij moest weg, zij moest vluchten naar
een eerlijk hart De laatste dagen had zij reeds
telkens weer aan juffrouw Turner gedacht. Zij
telde haar geld. Veel had zij niet meer. Bij haar
overhaast vertrek uit Amerika had zij alleen
maar aan de reis naar Madeira gedacht. Wei
had meneer Hosband haar zeer royaal van reis
geld voorzien, maar haar verblijf in Londen en
op Madeira, de begrafenis van haar vader en
nu weer 't hotel te Lissabon hadden heel wat
gekost. Wanneer zij nu nogmaals naar Madeira
zou reizen, bleef er haast niets meer over.
Zich tot Jenkins wenden?
Dat kon eventueel beter vanuit Madeira ge
beuren.
Zij ging naar een scheepsagentuur. Een
Fransche boot lag in de haven en zou ln den
middag naar Madeira vertrekken.
Ze besprak een hut, ging naar het hotel terug
en toen zij aan boord was, had zij werkelijk
nog maar wat klein geld in haar zak.
Desondanks haalde zij verlicht adem. Sedert
de arts haar bezocht had, kon zij den angst niet
van zich afschudden dat men haar misschien
van haar vrijheid zou trachten te berooven.
Nu had zij een Fransch dek onder de voeten
en was voorloopig dus zeker veilig.
Niettegenstaande dat verliet zij haar hut ech
ter pas nadat het trillen der scheepsschroeven
haar zekerheid gaf, dat het schip voer. Het
signaal voor aan tafel gaan werd gegeven
van louter opwinding had zij dien dag nog
niets gegeten en dus haastte zij zich naar de
groote zaal. Bijna bonsde ze tegen een der
stewards op. die juist op haar hut klopte.
Iracema keek haar» aan, en beiden herkenden
elkaar.
Eliza Merrem stond voor haar.
Iracema kromp ineen, terwijl om den mond
•an de ander een triomfantelijk lachje speelde.
„Wenscht u iets?"
„Dank u zeer."
Tracema ging de trap op, maar haar eetlust
vas verdwenen.
Moest dat wijf nu ook nog haar pad kruisen?
Des avonds vond zfj in haar hut een Fransche
courant. Natuurlijk had Eliza Merrem die daar
neergelegd. Ze was zoo gevouwen, dat een arti
kel direct in het oog moest vallen:
Benjamin Huxley? Waar had zQ dien naam
reeds eerder gehoord?
Weer voelde zij een steek in haar hart.
Had die vrouw Robert niet eens zoo ge
noemd?
Ze dwong zich tot lezing van het artikel.
„De valsche munter Benjamin Huxley, die
indertijd een filiaal van de Bank van Frankrijk
overviel, blijkt door 'n toeval toch nog in de han
den van de gerechtigheid gevallen hij werd
tusschen Lissabon en Madeira met een valschen
Duitschen pas gevangen genomen is, na tot
tien jaar dwangarbeid te zijn veroordeeld, gis
teren op transport gesteld met als bestemming
't Duivelseiland."
Iracema moest beide handen op haar bon
zend hart leggen.
Was dat nu werkelijk de oplossing' van het
raadsel?
Onwillekeurig keek zij nog eens in de cou
rant.
Daar stond een zeer onduidelijk, nauwelijks
herkenbaar portret.
„Robert."
Met een laatste inspanning sloot Iracema
haar hut af, en wierp zich toen snikkend in
haar kooi.
Tijdens den verderen overtocht verscheen Ira
cema niet aan dek en zelfs niet aan tafel. Ze
was bang om de deur open te doen. Telkens
weer hoorde zij de stem van Eliza Merrem, die
zeer opzettelijk juist voor haar deur luid stond
te praten.
Ze was bang! Die Eliza Merrem wist zeker
nog veel meer.
Neen, zelfs zoo zij zich zou verlagen om dat
mensch te spreken, dan zou zij slechts te hoo
ren krijgen, wat ze kwijt wou zijn.
Ze pakte haar koffer en ging naar dek.
Uit het praten op de gang had zij begrepen,
dat de boot Funchal binnenvoer.
Ze was zoo slap van het lange vasten, dat
zij zich nauwelijks op de been kon houden.
De administrateur kwam voorbij.
„Al dien tijd zeeziek geweest?"
„Helaas!"
„U ls nog niet aan land, of het is over!"
Ze had niet kunnen verhinderen, dat juist
Eliza Merrem overijverig haar bagage droeg.
„Goede reis, Madame Huxley!"
Ze zei Wet heel zachtjes, maar Iracema voel
de het als een zweepslag. Pas aan wal vond zQ
haar kalmte terug.
.„Quinta Esperanca!"
In den- auto maakte zij zich weer zorgen of zij
juffrouw Turner wel thuis zou treffen.
Met een weemoedig lachje keek zij om zich
heen.
Wat was "het hier toch mooi! In de tuinen de
palmen, overal bloemenpracht, in elke muur
spleet, in elk verscholen hoekje. En dan die
balsemgeur van dit paradijs met in de diepte
de kobald-blauwe zee.
Voor de tweede maal in korten tijd reed Ira
cema dezen weg en ook nu kon haar ziel zich
niet rustig aan al die pracht overgeven. Den
eersten keer was ze sidderend en vol angstige
voorgevoelens naar het sterfbed van haar va
der gereden. Ze was toen bedroefd geweest.
Achter die droefheid echter wachtte toch weer
het geluk.
Nu weer in het land der bloemen was zij
veel meer terneergeslagen.
Haar vader dood, haar geluk stuk geslagen.
Ze kwam als vluchtelinge om bescherming te
zoeken bij een vrouw, die eigenlijk voor haar
een vreemde was. En haar toch nader en meer
verwant leek, dan eenig ander mensch op de
wereld.
De auto stond stil. Ze schrok uit haar ge
peins op en zag de overwelfde poort voor zich,
die van den hoofdweg toegang gaf tot de tui
nen van Quinta. Ze zagen er nu wat verzengd
uit. De gloed van den zomer was er over heen
gegaan en pas de herfstregens zouden ze tot
nieuwe frischheid brengen.
Langzaam schreed Iracema op het hoofdge
bouw toe.
Alles zag er verlaten en eenzaam uit.
De zomergasten verbleven in dezen tijd liever
op de nog hooger gelegen Poseid.
In den tuin wachtten twee mannen, die over
hun schouders een langen draagboom droegen,
waaraan een hangmat hing.
Een dame in een vroolijk zomertoilet kwam
de trap van het huis af.
Ze bleef staan, keek naar Iracema en her
kende haar.
„Kind, jij?"
Nu verloor Iracema haar zelfbeheersching en
snikte:
„Ik ben naar u toegevlucht."
„Een oogenblik."
Juffrouw Turner zei een paar woorden tot de
dragers, die groetend heengingen. Nu pas zag
Iracema, die juffrouw Turner begreep en zich
weer trachtte te beheerschen, naast haar een ge
moedelijke, Portugeesche, die haar vriendelijk
lachend toeknikte.
Juffrouw Turner riep deze toe:
„Vandaag vertrek ik niet, Mathilde, we heb
ben een lieve gast gekregen, laat haar kamer
luchten en maak snel wat eten klaar.
Daarna leidde zij Iracema het huis binnen.
Hoe echt huiselijk en gezellig was het daar.
Kleine kamers, overal met veel smaak uitge
zochte bibelots, vazen en beelden van kunst
waarde.
Juffrouw Turner drukte haar gast zachtjes
naast zich en tegen zich aan op een divan neer.
Iracema begon hardop te snikken.
„Huil eerst maar eens goed uit. Dat zal Je
opluchten.
Zwijgend zaten zij naast elkaar en de oudere
vrouw begreep volkomen de zielesipart van de
jonge.
De oude Mathilde kwam binnen.
„Ik heb het eten klaar."
Iracema stond op. Ze had nu een glimlach om
haar mond. De vreeselijke spanning van de
laatste dagen was gebroken.
„Heusch, ik heb honger."
Zich tot juffrouw Turner wendend:
„Ik geloof dat ik in twee dagen niet gegeten
heb."
(Wordt vervolgd)