De avonturen van een verkeersagent je tKdmfcfmd ma dm iaq AUTOBRIDGE Rug- en Gewrichtspij! vlug verholpen! ALLE ABONNÉ'S F 750- F 250- F 750- doodelilken afloop De man van Iracema De rechterlijke dwaling Margadant EERHERSTEL VRIJHEID HONIG's KEÜKEHSTÜOOPcetf^z^Ms/ Zumvuwt/ WDUill fiwrrvgfnn VRIJDAG 16 DECEMBER 1938 Uit Oost en West -! Een moedige vrouw AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL DOOR OTFRID VON HANSTEIN Het requisitoir, dat Mr. Jonkman, als officier van Justitie te Makassar gedetacheerd om het O M. te vertegenwoordigen in de Boeloekoem- bazaak, gehouden heeft tegen de beklaagden K. Jr. en den chauffeur B. blijkt tevens een eerherstel in te houden van den nu overleden, vroeger in deze zaak veroordeelden heer Mar gadant. Aan het Bat. Nbld. ontleenen wij de volgende bijzonderheden; Mr. Jonkman herinnerde allereerst aan de Omstandigheden, waaronder Margadant's kas verdwenen is. Ook dit proces heeft bevestigd, dat begin Februari 1925, één week, nadat de fd. contro leur Margadant het bestuur over de onderaf- deeling Boeloekoemba van gezaghebber K. sr had overgenomen, de geheele inhoud van de vastgemetselde geldkist uit het controleurs kantoor verdwenen was. Die geldkist had in gehouden o.a.: ongeveer 18.000, waarvan ongeveer 10,000 zilvergeld (vertegenwoordi gende dus een gewicht van ongeveer 100 K.G.) en ongeveer 8000 bankpapier (waaronder drie biljetten van 1000), één pakje gouden voor werpen (zijnde stukken van overtuiging) en de duplicaat-sleutels der geldkist. G^dkist noch kantoor vertoonde eenig spoor van Draak, doch de roestige scharnieren, welke bij openen en sluiten der geldkist steeds een ver hoorbaar knarsend geluid hadden veroor zaakt, bleken van buiten en van binnen met olie gesmeerd, zoodat de leeggehaalde geldkist geruischloos bleek open en dicht te gaan. Personeel noch wakers noch iemand anders hadden eenig onraad gerapporteerd. De over heid heeft nimmers iets van wat aldus verdween achterhaald. Men gaf er zich rekenschap van, dat het mis drijf vermoedelijk onder Europeesche leiding moest zijn gepleegd en dat dan op de kleine binnenplaats Boeloekoemba eigenlijk alleen Margadant, die over de sleutels beschikte, met helpers of K., die de sleutels had* kunnen laten namaken, met diens zoon en hun aanhang voor verdenking in aanmerking kwamen. K. sr., die vier jaren gezaghebber op Boeloe koemba was geweest, had zich immers na zijn pensionneering als planter op Borongrapoa, in de bergen ongeveer 30 KJVf. van Boeloekoemba ln de onderafdeeling van dien naam, gevestigd; zijn zoon, eerste beklaagde, woonde sinds eenige jaren op Boeloekoemba en onderhield een vrachtautodienst tusschen Boeloekoemba en Makassar; beiden waren ingeburgerd in de streek. B., tweede beklaagde, was ten tijde van de verdwijning der kas hun vertrouwde chauf feur. De bevolking schijnt deze zaak ook immer als een strijd te hebben gezien tusschen Mar gadant en K. en vroeg zich af, wie verliezen en wie overwinnen zou. Margadant droeg dadelijk zijn ambtenaren op de zaak te onderzoeken. Den Kien Februari reeds verschenen voor andere zaken op dienstreis zijn chefs, de gou verneur van Celebes en de assistent-resident van Bonthain, te Boeloekoemba, en den daarop volgenden dag al nam de officier van justitie ter plaatse het onderzoek in handen. Noch Margadant, noch K. erkende eenige schuld. Margadant kon noch de verdwijning zijner kas noch het oliën der geldkist ophelderen; hij vermoedde alleen dat er valsche sleutels ge bruikt waren; en zijn gedachten bleken uit te gaan in de richting der K's. Van K. trok dien eersten dag van het onder zoek door den officier van justitie de opmer king de aandacht, dat hij er verontwaardigd over was dat Margadant had gezegd dat de ontvreemding slechts met nagemaakte sleutels kon hebben plaats gehad, omdat deze volgens hem daarmee hem als den schuldige zou heb ben aangewezen, wijl hij immers de sleutels dan vóór de overgave zou hebben moeten laten namaken. Aldus beschuldigden Margadant en K. dade lijk min of meer bedekt elkander. Ook bestuur en justitie waren van oordeel dat het ging om één van .beiden met hand langers of aanhang; zij bleken echter van den aanvang van het onderzoek af ernstig wantrou wen tegen Margadant te koesteren en in K. daarentegen groot vertrouwen te stellen. Spr. nam de tegen Margadant aangevoerde bewijsmiddelen nog eens in beschouwing. Reeds de meineed-zaken, in 1935 en 1936 tegen HJIIIIIIIIIIIIIIIilllll iiiiiiiiiiiiiniiiiiiiË De sympathie van Neerland gaat De Reiger achterna, Vliegt over zee en bosch en land Naar 't ver Zuid-Afrika. Daar wordt vandaag een feit vol roem Vol moed en mannenkracht, Daar wordt een feit van groot belang, De Groote Trek herdacht. Het was weer 't lied van 't goede bloed, Dat zich niet looch'nen kon, En dat het juk van slavernij Zich afwierp, en verwon. Dat was weer de ontemb're geest Van Nederlandschen stam, Die daar toen in den Grooten Trek Vol kracht tot uiting kwam. Den Bijbel mee, de ossenkar Geladen met al 't goed, Het hoofd omhoog, den blik vooruit, De toekomst tegemoet! De toekomst met haar zorg en pijn, Met strijd en ongerief, Maar tóch trok men steeds verder, want De vrijheid had men lief. De vrijheid, die voor Hollandsch volk Als levensbasis geldt; De vrijheid, voor 't bezit waarvan Geen last, geen offer telt Aan hen, die vrijheid zochten, trots Verlies en nederlaag, Zendt vrijheidlievend Nederland Een broedergroet vandaag! I HERMAN KRAMER. lilllllllllllllllllllllllliUlllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllip Moehamma, Alexander, Pa Erai daeng Mattara en mevrouw Blaset behandeld, hebben het be wijs tegen Margadant goeddeels doen verloren gaan; dit proces heeft niet alleen de juistheid van hun veroordeelingen bevestigd maar ook overigens dat bewijs zien wegvallen of krach teloos worden. Geconcludeerd mag worden, dat, wat vroeger tegen Margadant als bewijs heeft gediend, in het heronderzoek is verloren gegaan waar mee tevens de nieuwe omstandigheden als door art. 356, 2e van het reglement op de Strafvordering, voor de ontvankelijkheid van een aanvraag om herziening van Margadants veroordeeling voorgeschreven aangegeven zijn, Spr. schetste hierna hoe vier getuigen wegens meineed zijn veroordeeld, hoe van elf anderen eveneens bleek dat zij min of meer valsche verklaringen hadden afgelegd, terwijl in het thans gehouden onderzoek nogeens vijftien ge tuigen erkenden, vroeger in de zaak-Marga- dant valsche verklaringen te hebben afgelegd. Dertig getuigenissen zijn dus aan den vroe- geren bewijslast tegen Margadant ontvallen. Spr. constateerde, dat in het thans aange voerde bewijsmateriaal onderling groote over eenstemming heerscht. Gezegd kan worden dat in de worsteling tusschen K. en Margadant, de laatste, die eerst onder lag, thans boven Is ge komen. Spr. somde de volgende als voornaamste aan wijzingen dat de K.'s de zaak-Margadant ge maakt hebben, op: De influenceering van Moehamma door Sul- than, Kraeng van Gantarang, tot de valsche verklaringen van de zwaarder geworden tasch en de al leege geldkist; volgens de verklaringen immers van Bedja, Badjido en Pasoekoe heeft Sulthan zich bij de partij der dieven gevoegd De influenceering van Alexander eerst door den jongen K. tot de verzonnen verklaring dat Margadant hem zou hebben geïnstrueerd te zeggen, dat de jonge Kuen van 5 op 6 Februari tweemaal naar Borongrappoa was gereden, v 1. i Zoudt U f. 5000.- overhebben voor privélesen van den wereldkampioen Hij zou het er niet voor "doen. En toch kunt U met hem spelen, toch kunt U, al bridgend, de fijnste nuances van het spel van hem leeren. Niet voor f. 5000.-, maar voor f. 3.50 door Bent U alleen en wilt U bridgen? Autobridge zorgt voor 3 medebridgers, die bieden en spelen zonder fouten en iedere vergissing prompt corrigeeren. Ie Ze versterken de speelkracht van een goed bridger. 2e Ze geven een „crack" waardig partij. 3e Ze leeren den beginner geduldig en haarfijn, waarom het zóó moet en niet anders. Autobridge blijft bovendien nieuw, want iedere maand komen er nieuwe series bij, 10 series zijn reeds verschenen. formaat 38 x 26 cio luxe uitvoering m m m prijs f. 3.50 s pri|s f. 7.50 VERKRIJGBAAR IN DE VOORNAME ZAKEN VAN ALLE STEDEN IN NEDERLAND J.M. Querjdo, Keizerstraat 26, A'dam C.Tel. 40584 daarna door den ouden K. door den raad die verklaring zoo noodig veilig te stellen door Soppe er uit te werken; de bedreiging van den ouden K., dat gedood zou worden wie zich tijdens Pa Erai's nasporingen onbevoegd op zijn perceel op Borongrappoa vertoonen mocht; de influenceering van Badjiko op Boeloekoem ba eenig overgebleven gevaarlijken getuige uit Pa Erai's nasporingen o.a. door den ouden K., den Kraeng van Gantarang en Sa Ehoe, tot de valsche verklaring dat hij van niets ver dachts op Borongrappoa zou weten en het tegendeel maar in strijd met de waarheid op aandrang van Djaja zou hebben beweerd; en de poging van den ouden Kuen om Oei Soen Goan valschelijk te doen erkennen, dat Mar gadant dezen koopman te Malili nog 10,009 schuldig zou zijn. Tegen K. Jr. met name kan in het bijzonder als aanwijzing gelden de influenceering door hem van Alexander. (Bij diens voor hem be zwarende verklaringen sluit aan die van mevr. Diets (ook door beklaagde ontkend), waar deze verklaarde, dat de jonge K„ haar buurman, kort na de ontdekking van den diefstal haar is komen vragen, of zij hem 's nachts had hooren uitrijden, en haar toen heeft gezegd: dat flie gemeene Alexander had verraden dat hij met zijn auto was uitgegaan. Tegen beklaagde B. met name kan in het verband dezer inleiding in het bijzonder als aanwijzing gelden zijn krachtdadige en deskun dige poging om Soessa tot een ontwijkende ver- 't Was een maanlooze zomernacht, en dat kwam de vrouw, die lenig als een kat langs het dak sloop, goed van pas. Langzaam bewoog zij zich voort, 't Geluid van haar voetstappen was onhoorbaar door de dikke zolen van rubber onder haar schoenen. Ze liep langs een schoor steen en keek over de dakgoot, 't Was twee uur in den nacht. De vrouw, die hoogstens 35 jaar kon zijn, glimlachte. In haar donkere jumper en rok liep ze naar een hoek van 't dak. Ze voelde in haar taschje, waarin een zaklantaarn en een revolver zat Vastberaden greep ze de deur, die toegang gaf tot het dak van de gara ge. Die deur was gesloten, maar ze had een kleinen schroevendraaier bij zich. Na enkele minuten kon ze de deur zonder moeite open maken. Nu knipte ze haar zaklantaarn aan. Voor haar lag een steenen trap; ze daalde die voorzichtig af. Ze kwam nu in een groote ruimte, waar een aantal auto's stonden. Daar op zag ze bij 't licht van haar lantaarn een tweede, kleinere deur, die niet gesloten was en toegang gaf naar een trap, die ook naar be neden leidde. Voorzichtig liep ze die trap af en kwam in een soort werkplaats. Zware, dubbele deuren sloten den ingang af. 't Was zooals ze gedacht had. Haar zaklantaarn bescheen nu de ge schilderde auto's op de werkbank. Op haar tee- nen liep ze zacht op een der auto's af. Toen ze aan den derden wagen was, hoorde ze eenig gerucht. Een sleutel werd in 't slot der zware deur omgedraaid. Snel deed ze haar lantaarn uit, en verborg zich achter een „Packard", met de revolver in d'r hand. De dubbele deur ging uiteen; de lichten werden ontstoken. Van onder den auto, waar achter ze op haar hurken zat, zag de vrouw een paar glimmende laarzen en een linnen broek. Ze stond op. De man had een zware browning bij zich. „Leg dat speelgoed neer", beval hij. Zij gehoorzaamde. Daarop keek ze den man aan, liep langzaam op hem toe en bleef hem aankijken. Nu had ze hem herkend en sprak: „Hoe toevallig! Goeden avond, Ralph. Je ziet er veel beter uit dan vroeger." „Cathy!" riep de man verbaasd. Hij keek even naar z'n revolver, stak het wapen in een leeren foedraal en daarna in z'n zak. „Een mensch kan nooit van te voren raden, wien hij in den laten avond ontmoeten zal," lachte de vrouw. Hij keek even om naar de trapdeur, „De trap staat in verbinding met een bel," ver duidelijkte hij. Die ging beneden in het kan toor over. Ik was daar juist. Onze garage is dag en nacht geopend." „Wel, wel, en ben jij de eigenaar van deze zaak?" „Natuurlijk, 't is de grootste garage van de stad." „Dus, de Darton garageRolph Darton inderdaad," zei Cathy zacht, ,,'t spijt me erg, Ralph." Hij keek haar uitvorschend aan en vroeg: „Wat kwam je hier doen?" „Begrijp je dat niet?" „Neen, je denkt toch zeker niet een auto hier vandaan te halen?" De jonge vrouw dacht even na. „Een auto niet, maar zij die hun wagens in garages zet ten, laten er vaak dingen van waarde in zit ten. Die zou ik kunnen nemen; ze zouden niet gemist worden, voor de reparatie was ge schied." Een harde trek kwam op 't sombere gezicht van den man, toen hij antwoordde; „Dan zouden wij er van verdacht worden, er voor verantwoordelijk worden gesteld en aan sprakelijk voor de schade zijn." „Dat dunkt me ook." „En ben je al lang met dat soort werk be zig?" vroeg Ralph Darton. „Ja, al een paar jaar M'n man kent de on- deïwereld heel goed. Verleden week werd hij gewond, en nu doe ik z'n werk, tot hij weer hersteld is." „Je schijnt er nog trotsch op te gaan ook". „Kom, laten we niet over mij spreken. Ver tel me liever wat van jou. Ben je nog altijd met Helen Lightfoot getrouwd?" Ralph knikte. „Ja, maar ga nu mee naar beneden." Bij 't naar beneden gaan, zei Cathy: „Ik houd eiken dag meer van m'n man, en als ik er aan denk, dat jij en i" ik bijna getrouwd waren. „Laten we daar maar niet aan denken," viel hij haar bruusk in de rede. Wanneer U ltfdt aan Rheumatiek, Rugpijn, Ge wrichtspijn, 's Nachts te moeten opstaan, Irriteeren de zuurafscheiding, Zenuwachtigheid, Duizeligheid, Kringen onder de oogen, Branden op de maag, Gezwollen enkels en U zich uitgeput voelt, dan moet U eens CYSTEX gebruiken. CYSTEX, het nieuwe middel van een beroemden dokter, begin direct te werken, bestijdt deze kwalen en is zeker de medicijn, die U hebben moet of U krijgt gegarandeerd Uw geld terug. Wacht niet, koop vandaag nog CYSTEX bij Uw apotheker of drogist. De garantie beschermt U. Ook Keesje was op verkenning uitgegaan. Hij had kans ge zien om uit het paleis te glippen en zocht naar de torenkamer, waar de prinses gevangen zat. Op zijn paardje gezeten vloog hij eenige malen om den toren en eindelijk meende hij een glimp van het witte kleed van de prinses te zien. Het was te donker om alles te onderscheiden. Terwijl het matroosje wat uitrustte en zijn luchtpaard aan een boom had gebonden, verscheen de kok Keesje, ook op een paardje en zeide hem haastig: „Kom morgenavond, als de Wacht om 9 uur de ronde heeft gedaan, hier. Maar neem een breekijzer mee en houd je paardje gereed. Het spel kan be ginnen. Vergeet het niet, want ik moet nu weg. Ik zal zorgen, dat de dikke sultan zijn avondpap krijgt." En de matroos be loofde hem voor alles te zorgen en op tijd te zijn. klaring te bewegen. Daarnaast kan hier worden vermeld uit de verklaring van Kondong, hoe deze, die aan controleur Scholten het een en ander over de zaak had bericht, deswege door B. bedreigd werd. Op die aanwijzingen nu in verband te zien met de 'geheele voorgeschiedenis dezer' zaak en met den voortdurenden veelzijdigen invloed der K.'s rust het verdere bewijs materiaal. In het middelpunt daarvan staan de verkla ringen van Bedja, die getuigde den diefstal door de K.'s en B. te hebben meegemaakt. Uitvoerig ging spr. hierop na, tot welke ge volgtrekkingen de overige getuigenverklaringen z.i. moesten leiden. Het verloren gaan van het destijds tegen Margadant aangevoerde bewijs is overtuigend, niet alleen omdat het op zich zelf al zwak was, immers slechts zeer onvolledig beschreef, hoe Margadant dé verduistering zou hebben gepleegd, en maar moeilijk aannemelijk kon maken, wat op het eerste gezicht onwaar schijnlijk moest lijken, ook omdat de in het heronderzoek afgelegde verklaringen van vroe ger» valsche getuigen elk voor zich door ver schillende andere oude en fiieuwe bewijsmiddelen worden gesteund en bovendien onderling klaar blijkelijk samenhangend in dezelfde richting wijzen. Het O.M. heeft de overtuiging behouden, dat terecht de beklaagden voor den Raad zijn gebracht, omdat het eindonderzoek heeft be vestigd, dat het tegen hen verzamelde bewijs materiaal meer dan gewichtig genoeg is, om de vraag hunner schuld aan rechterlijk oordeel te onderwerpen. Spr. achtte het zeer wel mogelijk tot de overtuiging van de schuld dezer beklaagden te komen, indien men de wettige bewijsmiddelen duidelijk in hun onderling verband, en dat tegen den achtergrond van de voorgeschiedenis dezer zaak, voor zich heeft uitgestald, en zich rekenschap er van geeft, dat deze ongewone zaak uiteraard met ongewonen maatstaf mag en moet beoordeeld worden. Zooals reeds gemeld werd tegen ieder dei beklaagden twee jaar gevangenisstraf geëischt. De uitspraak, aanvankelijk bepaald op 10 De cember, is nader vastgesteld op 17 December. Beneden in 't kantoor gekomen, ontnam Ralph Darton haar d'r taschje en haalde z'n browning weer uit z'n zak. „Ga daar zitten," beval hij, „je bent m'n arrestant." „Wat moet dat beteekenen, Ralph?" „Dat beteekent, dat het verleden dood is. t Is al elf jaar geleden, sinds we samen op de hoogeschool waren. Onze wegen zijn geschei den, Oathy, zoo is het." En hij belde het politie-bureau op. „In dankbaarheid heb je nooit uitgemunt, Ralph", verweet hem de jonge vrouw. „Dankbaarheid?" vroeg hij. „Zeker. Er was een deficit in de kas van onze club aan de hoogeschool. Die kas stond onder jouw beheer; jij was de penningmeester. Je werd er uitgegooid." Een roode gloed overtoog het gelaat van den man. „Ik was onschuldig", verdedigde hij zich, ..en daarom „Onschuldig of niet", onderbrak ze hem. ,Je werd door allen dood verklaard, door allen, re- halve door mij. Ik was de voorzitster van de club, en toen ik niet met je brak, kwam de club op haar besluit terug, in de .meeijjng. dat men je ten onrechte beschuldigd had. Nog geen jaar daarna werd je verliefd op Helen Light foot en verbrak onze verloving. Dat was voor mij een droeve gebeurtenis, Ralph". „Ik heb je toch al gezegd, dat dit alles tot 't verleden behoort!" viel hij ongeduldig uit. „Je kunt voor mijn part HQ sprak niet verder; er traden twee detec tives het kantoor binnen. „Jij hier. Cathy'zei een hunner. „Zooals je ziet" antwoordde de jonge vrouw, „Alles is in orde." In een oogwenk was .Ralph Darton ontwapend en geboeid. „Er heeft hier een misverstand plaats!" riep de garagehouder woedend. „Het is die vrouw hier!" „Ik zou me maar kalm houden, Ralph", zei Cathy. „Boven heb ik al de nummerborden ge- inspecteert, die alle precies overeenkwamen met de gestolen auto's. M'n man was je al een maand of vijf op 't spoor, als vertegenwoordiger van vier verzekeringmaatschappijen. Een dag of zes geleden had hij je bijna te pakken, Ralph, maar een van je mannen schoot hem door z'n arm. Zijn taak heb ik zoo lang op me genomen." kWHufij!» MMWSat ÏV2ËAï® VOORKOMEN RHEUMATIEK WETTIG GEDEP. HANDELSMERK op dit blad ingevolge de veraekerlngsvourwaarden tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen QdJ levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door verlies van belde armen, belde beenen of beide oogen Of} een ongeval met tflj verlies van een nana at een oog 30 De dokter trachtte het gesprek op Londen te brengen maar daar zij hem doorzag, behield zij de leiding van het gesprek, sprak alleen over koetjes en kalfjes om aan het slot van het ge sprek te zeggen: .Dokter, ik dank u zeer, ik ben heusch in elk opzicht volkomen gezond." Nadat de dokter vertrokken was, was Iracema echter ook aan het einde van haar zelfbeheer- sching. Zij moest weg, zij moest vluchten naar een eerlijk hart De laatste dagen had zij reeds telkens weer aan juffrouw Turner gedacht. Zij telde haar geld. Veel had zij niet meer. Bij haar overhaast vertrek uit Amerika had zij alleen maar aan de reis naar Madeira gedacht. Wei had meneer Hosband haar zeer royaal van reis geld voorzien, maar haar verblijf in Londen en op Madeira, de begrafenis van haar vader en nu weer 't hotel te Lissabon hadden heel wat gekost. Wanneer zij nu nogmaals naar Madeira zou reizen, bleef er haast niets meer over. Zich tot Jenkins wenden? Dat kon eventueel beter vanuit Madeira ge beuren. Zij ging naar een scheepsagentuur. Een Fransche boot lag in de haven en zou ln den middag naar Madeira vertrekken. Ze besprak een hut, ging naar het hotel terug en toen zij aan boord was, had zij werkelijk nog maar wat klein geld in haar zak. Desondanks haalde zij verlicht adem. Sedert de arts haar bezocht had, kon zij den angst niet van zich afschudden dat men haar misschien van haar vrijheid zou trachten te berooven. Nu had zij een Fransch dek onder de voeten en was voorloopig dus zeker veilig. Niettegenstaande dat verliet zij haar hut ech ter pas nadat het trillen der scheepsschroeven haar zekerheid gaf, dat het schip voer. Het signaal voor aan tafel gaan werd gegeven van louter opwinding had zij dien dag nog niets gegeten en dus haastte zij zich naar de groote zaal. Bijna bonsde ze tegen een der stewards op. die juist op haar hut klopte. Iracema keek haar» aan, en beiden herkenden elkaar. Eliza Merrem stond voor haar. Iracema kromp ineen, terwijl om den mond •an de ander een triomfantelijk lachje speelde. „Wenscht u iets?" „Dank u zeer." Tracema ging de trap op, maar haar eetlust vas verdwenen. Moest dat wijf nu ook nog haar pad kruisen? Des avonds vond zfj in haar hut een Fransche courant. Natuurlijk had Eliza Merrem die daar neergelegd. Ze was zoo gevouwen, dat een arti kel direct in het oog moest vallen: Benjamin Huxley? Waar had zQ dien naam reeds eerder gehoord? Weer voelde zij een steek in haar hart. Had die vrouw Robert niet eens zoo ge noemd? Ze dwong zich tot lezing van het artikel. „De valsche munter Benjamin Huxley, die indertijd een filiaal van de Bank van Frankrijk overviel, blijkt door 'n toeval toch nog in de han den van de gerechtigheid gevallen hij werd tusschen Lissabon en Madeira met een valschen Duitschen pas gevangen genomen is, na tot tien jaar dwangarbeid te zijn veroordeeld, gis teren op transport gesteld met als bestemming 't Duivelseiland." Iracema moest beide handen op haar bon zend hart leggen. Was dat nu werkelijk de oplossing' van het raadsel? Onwillekeurig keek zij nog eens in de cou rant. Daar stond een zeer onduidelijk, nauwelijks herkenbaar portret. „Robert." Met een laatste inspanning sloot Iracema haar hut af, en wierp zich toen snikkend in haar kooi. Tijdens den verderen overtocht verscheen Ira cema niet aan dek en zelfs niet aan tafel. Ze was bang om de deur open te doen. Telkens weer hoorde zij de stem van Eliza Merrem, die zeer opzettelijk juist voor haar deur luid stond te praten. Ze was bang! Die Eliza Merrem wist zeker nog veel meer. Neen, zelfs zoo zij zich zou verlagen om dat mensch te spreken, dan zou zij slechts te hoo ren krijgen, wat ze kwijt wou zijn. Ze pakte haar koffer en ging naar dek. Uit het praten op de gang had zij begrepen, dat de boot Funchal binnenvoer. Ze was zoo slap van het lange vasten, dat zij zich nauwelijks op de been kon houden. De administrateur kwam voorbij. „Al dien tijd zeeziek geweest?" „Helaas!" „U ls nog niet aan land, of het is over!" Ze had niet kunnen verhinderen, dat juist Eliza Merrem overijverig haar bagage droeg. „Goede reis, Madame Huxley!" Ze zei Wet heel zachtjes, maar Iracema voel de het als een zweepslag. Pas aan wal vond zQ haar kalmte terug. .„Quinta Esperanca!" In den- auto maakte zij zich weer zorgen of zij juffrouw Turner wel thuis zou treffen. Met een weemoedig lachje keek zij om zich heen. Wat was "het hier toch mooi! In de tuinen de palmen, overal bloemenpracht, in elke muur spleet, in elk verscholen hoekje. En dan die balsemgeur van dit paradijs met in de diepte de kobald-blauwe zee. Voor de tweede maal in korten tijd reed Ira cema dezen weg en ook nu kon haar ziel zich niet rustig aan al die pracht overgeven. Den eersten keer was ze sidderend en vol angstige voorgevoelens naar het sterfbed van haar va der gereden. Ze was toen bedroefd geweest. Achter die droefheid echter wachtte toch weer het geluk. Nu weer in het land der bloemen was zij veel meer terneergeslagen. Haar vader dood, haar geluk stuk geslagen. Ze kwam als vluchtelinge om bescherming te zoeken bij een vrouw, die eigenlijk voor haar een vreemde was. En haar toch nader en meer verwant leek, dan eenig ander mensch op de wereld. De auto stond stil. Ze schrok uit haar ge peins op en zag de overwelfde poort voor zich, die van den hoofdweg toegang gaf tot de tui nen van Quinta. Ze zagen er nu wat verzengd uit. De gloed van den zomer was er over heen gegaan en pas de herfstregens zouden ze tot nieuwe frischheid brengen. Langzaam schreed Iracema op het hoofdge bouw toe. Alles zag er verlaten en eenzaam uit. De zomergasten verbleven in dezen tijd liever op de nog hooger gelegen Poseid. In den tuin wachtten twee mannen, die over hun schouders een langen draagboom droegen, waaraan een hangmat hing. Een dame in een vroolijk zomertoilet kwam de trap van het huis af. Ze bleef staan, keek naar Iracema en her kende haar. „Kind, jij?" Nu verloor Iracema haar zelfbeheersching en snikte: „Ik ben naar u toegevlucht." „Een oogenblik." Juffrouw Turner zei een paar woorden tot de dragers, die groetend heengingen. Nu pas zag Iracema, die juffrouw Turner begreep en zich weer trachtte te beheerschen, naast haar een ge moedelijke, Portugeesche, die haar vriendelijk lachend toeknikte. Juffrouw Turner riep deze toe: „Vandaag vertrek ik niet, Mathilde, we heb ben een lieve gast gekregen, laat haar kamer luchten en maak snel wat eten klaar. Daarna leidde zij Iracema het huis binnen. Hoe echt huiselijk en gezellig was het daar. Kleine kamers, overal met veel smaak uitge zochte bibelots, vazen en beelden van kunst waarde. Juffrouw Turner drukte haar gast zachtjes naast zich en tegen zich aan op een divan neer. Iracema begon hardop te snikken. „Huil eerst maar eens goed uit. Dat zal Je opluchten. Zwijgend zaten zij naast elkaar en de oudere vrouw begreep volkomen de zielesipart van de jonge. De oude Mathilde kwam binnen. „Ik heb het eten klaar." Iracema stond op. Ze had nu een glimlach om haar mond. De vreeselijke spanning van de laatste dagen was gebroken. „Heusch, ik heb honger." Zich tot juffrouw Turner wendend: „Ik geloof dat ik in twee dagen niet gegeten heb." (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 10