J&deM
wettsveAuuéd/
Neuscatarrh
China verdedigt de belangen
van het Wester
GEVAARLIJKE
DEMAGOGIE
Dr. Philippe Etter
DINGAANSDAG
Trammetjes en
kanalen
Va-tro-nol
Buitenlandsch overzicht
DE MONROE-LEER VAN
TOKIO
Nog kan Tsjang Kai Sjek
volhouden
SEBALD'S
VRIJDAG 16 DECEMBER 1938
De toekomst van het
Duitsche Rijk
Rede van Hitler te Berlijn
JgÉpP
Drie modellen en drie melanges
in dezelfde prijsklasse.
Een prachfserie van
De nieuwe Bondspresident van
Zwitserland een vooraan
staand Katholiek
Ontslag van Britten bij
Duitsche firma's
TER DOOD VEROORDEELD
VlCKS
1838 -16 December - 938
Oud-minister Bongaerts
onderscheider»
Commandeurskruis met ster van
de orde Polonia Restituta
verkregen
HAARTINCTUUR
OVERZICHT TWEEDE KAMER
Stavoren of de Lemmer
EXTRA-NACHTTREINEN OP
OUDEJAARSAVOND
Aanbesteding nieuw gebouw
voor de K.L.M.
Hoe gevaarlijk de verachtelijke de
magogie van de N.S.B. naar aan
leiding van het succes der lande
lijke collecte voor de om hun geloof of
ras vervolgden is, heeft ons een schrijven
bewezen, dat wij dezer dagen in verband
met ons artikel over „Verachtelijke
demagogie" ontvingen. De schrijver van
dien brief, die zich goed katholiek en
geen N.S.B-er noemt, vraagt zich af,
waarom er zooveel drukte is gemaakt
voor die collecte.
„Voor buitenlanders, waarvan het
aantal, dat in ons land komt, groeit,
naarmate er meer geld voor binnen
komt," aldus schrijft hij. „Velen hebben
een onderdak gevonden bij familie en
kennissen, zegt Colijn in zijn radio-rede.
Wat zullen deze Duitschers gaan doen?
Zich op de Nederlandsche arbeidsmarkt
Werpen, een betrekking zoeken, een han
deltje of winkel beginnen, enz. om daar
door de ellende en de werkloosheid voor
onze eigen arbeiders te vergrooten.
Maar van die zijde belicht u de zaak
niet, omdat uw ijver voor de collecte uit
10 pet. weldadigheid en uit 90 pCt. po
litiek bestaat."
Van de door dezen inzender ge-
wenschte zijde kunnen wij de
collecte niet belichten, omdat zulk
een zijdelingsche belichting volkomen
Valsch is. De Duitsche vluchtelingen, die
in ons land worden toegelaten, mogen
en kunnen geen betrekking zoeken, een
handeltje of winkel beginnen of de
ellende en de werkloosheid voor onze
eigen arbeiders vergrooten. Hun wordt
slechts een tijdelijk verblijf toege
staan, en zoowel de vestigingswet voor
het kleinbedrijf als de stringente bepa
lingen van den minister van Justitie
maken het voor hen onmogelijk onze
eigen arbeiders en neringdoenden te
beconcurreeren. Dat de verontwaardig
de briefschrijver dat niet weet, bewijst,
dat zijn opmerkingen in het gun
stigste geval voor 100 pCt. uit vol
slagen onkunde voortkomen, een on
kunde, die hem tot een gemakkelijke
prooi hebben gemaakt van de verachte
lijke demagogie van de N.S.B., waartoe
hij zegt niet te behooren.
Bovendien vindt deze inzender het
treurig, dat de opbrengst van deze
collecte alle records heeft geslagen,
en dat de Emmabloem-collecte jaarlijks
geen vier ton opbrengt, terwijl wij voor
onze t.b.c.-patiënten jaarlijks meer dan
Vier ton kunnen gebruiken. Ook een
bankgarantie van één millioen voor onze
Volksgezondheid vindt hij niet te veel,
maar, aldus schrijft hij, voor dat doel
Wordt het niet aangeboden. .„Maar het
Publiek wordt opgehitst en opgezweept
door een pers, die de stemmen van de
andere zijde doodzwijgt."
Op deze wederom voor 100 pCt. domme
opmerkingen hebben wij slechts het
volgende te antwoorden. Juist omdat de
Emmabloemcollecte geen 4 ton jaarlijks
opbrengt, worden er nog tal van andere
collecten voor t.b.c.-bestrijding gehou
den, worden in tal van sanatoria, con-
sultatiebureaux etc. veel méér dan 4 ton
Per jaar in ons land uitgegeven voor
onze volksgezondheid. Er wordt op dit
gebied door overheid en particulieren
heel wat meer gepraesteerd dan een
bankgarantie van één millioen. En voor
steun in het algemeen wordt, volgens
Dr. Colijn, wiens gezag en betrouwbaar
heid blijkbaar ook door dezen inzender
Worden erkend, brengt ons volk pl.m.
één millioen per dag op, d.w.z. pl.m.
365 millioen per jaar.
Juist op dezen feitelijken grondslag
hebben wij de boosaardige belichting
van deze zaak door de N.S.B.-pers
Vecht laten wedervaren door ze te
citeeren en als verachtelijke demagogie te
disqualificeeren. Den verontwaardigden
briefschrijver, die zich katholiek en niet-
N.S.B.-er noemt, bevelen wij tenslotte de
schoone parabel van den barmhartigen
Samaritaan ter lezing aan, al hebben wij
er weinig vertrouwen in, dat hij deze zal
begrijpen, aangezien hij zich kennelijk
al te zeer heeft laten ophitsen en op-
Zweepen door een zekere pers, die de
feiten doodzwijgt om haar onkunde en
fantasie vrijer spel te gunnen ten bate
van haar voor 100 pCt. politieke bedoe
lingen.
BERLIJN, 16 Dec. (D.N.B.) In een gister
avond voor 3000 arbeiders te Berlijn gehouden
vede zeide Hitier o.a., dat Duitschland meer uit
den grond haalt dan eenig ander land ter
Wereld. Er is echter een grens en daarom moet
^Jet de realiteit rekening worden gehouden,
ffaartoe behoort het op de juiste waarde schat
ten van de overige wereld.
Wij willen Duitschland zoo sterk maken,
aldus Hitier, dat niemand ons kan vernietigen.
Daartoe behport in de eerste plaats, dat wij
°nze consumptie zóó organiseeren, dat wij deze
door onze eigen productie kunnen dekken.
De aanleg der rijksautowegen zal pas over
Vijftig of zestig jaar vruchten dragen.
De grensversterking in het Westen werd
Duitschland door andere landen opgedrongen
De aanleg is zóó, als de wereld nog nooit
heeft gezien, het is geen copie van andere ves
tingen maar een Duitsch werk. Het is voor-
Bekomen dat buiten den arbeidsdienst en mili
tairen ca. 400.000 man er aan werkten. Ook
door dezen arbeid is de in de laatste maanden
t°t stand gebrachte éénwording van het Duit-
6che volk mogelijk geweest.
KAREL I
De nieuwe bondspresident van Zwitserland,
Philippe Etter, chef van het departement van
Einnenlandsche Zaken, werd 21 December 1891
in de kleine plaats Menzingen in het kanton
Zug geboren.
Na de kantonale school te Zug- en het beroem
de college te Einsiedeln te hebben doorloopen,
heeft de gekozen bondspresident te Zürich in
de rechten gestudeerd. Vanaf 1917 was hij te
Zug als advocaat gevestigd.
Daarna vervulde hij gedurende vijf jaren de
functie van rechter van instructie en werd in
1922 tot lid van de kantonale regeering van Zug
benoemd. Sinds 1918 maakte hij echter al deel
uit van den grooten raad van zijn kanton. In
1927 en 1928 werd hij benoemd tot „Landam-
mann"; sinds 1930 behoort Philippe Etter tot
den „Standerat" (lid der Eerste Kamer) en sinds
Mei 1934 is hij lid van den Bondsraad.
Met herbeginnen van zijn werkzaamheden bij
ce kantonale regeering, werd hij directeur van
het departement van Onderwijs. Hij heeft een
wet in het leven geroepen voor de hervorming
van. de normaalschool. Dr. Etter is een emi
nent jurist en een paedagoog van beteekenis. De
cursussen in het recht en de economie, die hij
geaurende verscheidene jaren aan de landbouw
school te Zug heeft gegeven, hebben allerwege
de aandacht op hem gevestigd. Hij is de schrij
ver van verschillende handleidingen, die 'op de
scholen in verschillende katholieke kantons
worden gebruikt. Philippe Etter was redacteur
van de „Zuger Nachrichten" en voorzitter van
de vereenigde katholieke pers. Een Zwitser, in
de beste beteekenis van het woord, een man,
die toch evenmin van moderne opvattingen is
gespeend. Hij heeft zijn ideeën samengevat in
een met zorg bewerkte studie, getiteld „De Zwit-
sersche Democratie", waarin hij zich een reso
luut baanbreker toont. Dit werk werd uitgege
ven door de „Société des étudiants suisses". In
zijn geboorte-kantpn heeft hij de conservatieve
katholieke partij gepresideerd en was hij de
vertrouwensman van de jonge katholieken.
De liefde voor het vaderland en voor zijn
historische tradities maakte van Philippe Etter
een man van politieke beteekenis, die zeer veei
heeft bijgedragen tot den vrede tusschen de ver
schillende religies, dien hij als 'n absolute nood
zakelijkheid voor het welzijn van het Zwitser-
sche volk beschouwt.
Philippe Etter was altijd verdediger vair het
gezinsleven. Hij is zelf vader van vijf zoons en
vijf dochters.
De chef van het departement voor Binnen-
landsche Zaken heeft gedurende zijn zitting
in den Bondsraad een serie gelukkige initiatie
ven genomen voor de intellectueele ontwikke
ling van het land en de bescherming van het
Zwitsersche cultureele erfdeel.
Het land heeft vertrouwen in den jongsten
bondsraad Philippe Etter, tegenwoordig nog
vice-president, die voor het jaar 1939 als bonds
president is gekozen.
LONDEN, 16 December In het Lagerhuis
zijn vragen gesteld betreffende gevallen, waar
in Britsch personeel in dienst van Duitsche
firma's te Londen wordt ontslagen als gevolg
van instructies, door dergelijke firma's van de
Rijksregeering ontvangen, dat na 25 December
1938 geen personen van Joodschen godsdienst
meer in dienst mogen zijn.
Hierop heeft Sir Samuel Hoare geantwoord,
dat weliswaar beweerd wordt, dat dienstbetrek
kingen door Duitsche firma's waren opgezegd op
rasgronden, doch dat hij niet vernomen had,
dat instructies van genoemden aard door de
Rijksregeering waren uitgegeven. Hij kon de
verzekering geven, dat geen enkele firma ver
gunning zou krijgen een buitenlander in dienst
te nemen ter bezetting van de plaats, vervuld
door iemand die de noodige bekwaamheden be
zit.
Majoor Fletscher, die de vragen had gesteld,
zeide: „Ik ben op de hoogte van twee volkomen
authentieke gevallen van dergelijke ontslagen.
In een geval was een man zeventien jaren
in dienst van de firma. Hij was ontslagen met
de mededeeling, dat zijn ontslag alleen berustte
op zijn godsdienst".
Hoare vroeg Fletcher hem nadere gegevens te
verstrekken over dit geval.
WELS, (Ostmark), 18 Dec. Havas). De
rechtbank heeft een zekeren Josef Fischer, die
beschuldigd wordt tijdens de ongeregeldheden
in Juli 1934, welke volgden op den moord op
Dollfuss, een Oostenrijksch S.A.-man te hebben
gedood, ter dood veroordeeld. Andere leden van
de Heimwehr werden tot gevangenisstraffen
veroordeeld.
Een paar dezer aangename nieuwe druppels
in ieder neusgat geneest opgezwollen slijm
vliezen, verwijdert opgehoopt slijm, ver
zacht de prikkeling en
laat U weer vrij ademen.
„Harte word stil en kom tot inkeer
Oë gaan toe.
Laat vandag bedek word met die sluier van
die nag.
Kijk! in die lig van ons Afrikanerdom
Hoe ons helde oor ons velde, oor ons berge
kom!
Struikelend kom hulle en vallend,
Diep is hul spore deurweek van hul bloed...."
Johanna van Broekhuizen in
„Dingaansfeestnummer van Die
Vaderland 1935".
Door de thans voorspoedig ten einde gebrach
te Dingaansvlucht van de K.L.M., waardoor
Nederland ook officieel bij de herdenking van
den Grooten Trek vertegenwoordigd zal zijn,
wordt de aandacht van het Nederlandsche pu
bliek weer eens even opzettelijk gevestigd op
een bewogen episode en een bloedige bladzijde
uit het historieboek der Zuid-Afrikaansche
stamverwanten. Ook op de aangrijpende lotge
vallen van de dappere trekkers onder de boe
ren, meest van Hollandsche afkomst, die na
1814 met den aanvang van het Engelsche regime
allengs naar het Noorden uitweken, om den
knevelarijen der Engelsehe overheerschers te
ontgaan. Daardoor geraakten ze evenwel bij
herhaling slaags met de naturellen, die den
blanken het nieuw betreden land, hoewel het
zoo goed als Niemandsland en uitermate dun
bevolkt was, met de kracht van hun primitieve
wapenen als knotsen, assegaaien en knopkieries
betwistten.
De namen Bloedrivier, Weenen, Pre
toria enz., die toen ontstonden, werden daar
door historische namen, evenals Bredasdorp,
Zuidoost van Kaapstad op den 20sten meridi
aan O. L. v. Gr. dichtbij de Struisbaai, uit een
vroeger tijdperk der Kaapsehe geschiedenis nog
aan den trek van Bredasche kolonisten in
Zuid-Afrika herinnert. Voor ditmaal zij echter
even de aandacht gevraagd voor den Grooten
Trek en den historischen Dingaansdag op 16
December van het jaar 1838.
De naam Dingaansdag zegt reeds wat het
groote moment is in de geschiedenis van den
Grooten Trek. Door de overwinning van de
Trekkers op 16 December is deze datum een
historische feestdag geworden voor het Zuid-
Afrikaansche volk, thans de honderdste, ter
herdenking van het feit, dat de Boerenvoor-
trekkers toen den geweldigen aanval der Zoeloes
afsloegen en, hoewel verre in de minderheid,
op deze geduchte vijanden een glorierijke over
winning behaalden. Deze overwinning kreeg
juist daardoor zulk een beteekenis, dat nu de
ook onder de inboorlingen gevreesde tyrannie
en bloeddorst van den Zoeloehoofdman Dingaan
waren gebroken. Honderden Boeren, hun vrou
wen en kinderen had hij op de meest verrader
lijke en wreedaardige wijze doen ombrengen
en die folteringen riepen om wraak. Duizenden
Zoeloes kwamen in het gevecht van man tegen
man om en het water van de rivier, die door
en langs het slagveld liep, was dermate rood
gekleurd van het bloed der gesneuvelden, dat
deze stroom voortaan Bloedrivier werd genoemd,
evenals Weenen herinnerde aan de afslachting
der Boerenfamilies door de Zoeloes, toen deze
ter plaatse de lagers der niets vermoedende
Trekkers omsingelden.
Dingaan nam de vlucht, nadat hij zijn stad
in brand had doen steken, en werd eerst in 1840
bij de grenzen van Swaziland door een stan)-
genoot uit wraak gedood. Aan het hoofd der
Boeren stond toen een man met leidersgaven,
wiens persoonlijkheid gezag afdwong, n.L An-
dries Pretorius, aan wiens flink en dapper op
treden thans nog de naam Pretoria herinnert,
de hoofdstad van de Unie van Zuid-Afrika en
van Transvaal. Hij was het niet alleen, die de
zege op de Zoeloes bevocht, doch die ook zoo
veel organisatietalent bezat, om de Boeren, wier
ongetemde vrijheidszin hen zoo dikwijls on
handelbaar jegens elkander maakte, in den ure
des gevaars te verzamelen en onder zijn leiding
te brengen. Deze waarlijk vrome man begon zijn
onderneming steeds met een plechtige gods
dienstoefening en toen de grootste dreiging der
Zoeloes zijn volgelingen benauwde, deed hij al
len dè gelofte afleggen, dat zij den dag, waarop
God hun de overwinning zou geven, tot in
lengte van dagen onder hun nakomelingen zou
den bestemmen tot een dankdag „aan Zijns
Na den verrassenden val van Kanton en
Hankau staan de beide tegenstanders in
China weer bijkans bewegingloos tegenover
elkaar. De Japanners schijnen de laatste ha
venstad, waarover Tsjang Kai Sjek nog be
schikte, meer door snelle manoeuvre dan door
grootscheepsch militair optreden te heb
ben veroverd; zij doen thans hun
uiterste best hun positie strategisch te conso-
lideeren, meer troepen aan te trekken en de
Chineesche guerilla-krijgers, waarvan het ge
bied om Kanton wemelt, uit hun naaste om
geving te verwijderen. Tsjang Kai Sjek, die
ontsteld moet zijn geweest over den val van
Kanton, heeft weliswaar dreigende woorden
geuit, doch tot den beslissenden slag laat hij
het niet komen; vooreerst dreigt Hankau hem
in de flank en bovendien is het vermoedelijk
al te laat. Wel nemen de Chineezen af en toe
een vijandige stelling in, doch hun successen
schijnen het karakter van plaatselijke over
winningen niet te boven te gaan.
Men weet, dat de grondslagen van Tsjang
Kai Sjek's overwicht bij zijn landgenooten
wankelden, toen Kanton en Hankau zoo onvoor
zien in handen van de Japanners vielen.
Slechts draconische maatregelen tegen den
generaal, die de verdediging had verwaarloosd,
alsmede een krachtige houding tegenover de
Kwo Min Tang konden voorkomen, dat de tot
verzoening geneigde Chineezen de overhand
kregen. Sedertdien heeft hij nog meer crises
moeten doorstaan. Begin December nog ver
klaarde de Chineesche gezant te Washington
tijdens een hem aangeboden lunch, dat China
na den val van Kanton en Hankau informeele
en indirecte vredesvoorstellen heeft ge
daan de Britsche bemiddeling heeft dus
toch gewerkt. Alleen: tevergeefs.
Prins Konoye heeft omstreeks denzelfden
tijd in den staatsraad de voorwaarden van
een vrede genoemd: de regeering van Tsjang
Kai Sjek moet zichzelf ontbinden. Vooralsnog
toont die regeering nog geen neiging daartoe,
tot droefheid van Tokio, dat het weliswaar pro
beert eigen regeerinkjes in diverse hoofdsteden
te stichten, doch telkens komt het tot de ver
rassende donclusie, dat de voornaamste Chi
nees, waarop het beslag heeft weten te leggen,
wegloopt, waarna het alleen nog maar met
zichzelf kan onderhandelen.
Het alternatief, dat Konoye stelde, was dat
van een „gestadige ontwikkeling". Hij hoopt
vermoedelijk, dat Tsjang Kai Sjek vroeger of
later zonder hulp komt te staan, aangezien al
zijn bronnen verstopt zijn. Tsjang's munitie-
voorraden worden geschat nog een half jaar
minstens toereikend te zijn. Zeker is dat niet
voldoende om den oorlog tegen het uitstekend
geoefende en uitgeruste Japansche leger te
winnen, doch hij hoopt nog op de toegangs
wegen uit Indo-China, Birma en Rusland, en
er zijn redenen om aan te nemen, dat dit geen
ijdele hoop is.
Anders zouden de zakenlieden van Washing
ton, die nooit blijk gegeven hebben van een
zeldzaam altruïsme, China geen 25 millioen
dollars crediet verleenen; zij het dan ook in
den vorm van een goederenleening: zooveel er
varing hebben zij wel met Japan gehad, dat
zij van die zijde niets te verwachten hebben,
wanneer het crediet in handen van de aan
vallers valt. Of moet men dat crediet beschou
wen als een wraakoefening, evenals de hulp,
die Engeland bij geruchte den Chineezen zou
verleenen? Beide landen hebben er wel reaen
toe, want de behandeling, die zij van Tokio
ondervinden, is allesbehalve een prettige. Op
vragen in het House of Lords heeft Lord Ply
mouth een klaaglied aangeheven over de Brit
sche belangen in China, die door de Japanners
worden geschaad.
Toen een der Lords vroeg, wat de Britsche
regeering van plan was daartegen te doen, was
het verheffende antwoord practisch: niets.
Lord Plymouth wacht op een vrede tusscnen de
beide partijen, een vrede, die ook naar zijn
meening nog lang op zich laat wachten. Londen;
aandacht is tezeer verdeeld over de geheele
wereld om krachtig op een punt in te grijpen.
Intusschen gaan de Japanners door met het
uitdrijven der „witte duivels" uit de gebieden
die naar hun oordeel tot de invloedssfeer van
Tokio behooren. Ondanks felle protesten hou
den zij den Jangtse, en ook den toegang tot Kan
ton, een der belangrijkste aders voor Hongkong
gesloten, onder allerlei schoonklinkende voor
wendsels.
Thans is eindelijk de sedert lang aangekon
digde „commissie voor Chineesche zaken" ge
boren; haar doel zal uiteindelijk zijn de schep
ping van een yen-blok, dat een definitief einde
maakt aan den Westerscnen invloed in China
En tevens moet zij het herstel van de Chinee
sche gebieden bewerkstelligen. Japan put zich
in een oorlog uit, en een vrede kon wel eens
ruïneus blijken, wanneer Tokio voor de taak ge
steld gaat worden zoowel eigen land als China
tot herstel te moeten brengen. Het plan-Tanaka
dat een soort Aziatische monroe-leer behelst
nadert zijn voltooiing, tot schade van het Wes
ten. De tegenstand is zwak de beste verde
digers van de Westersche belangen zijn de Chi
neezen zelf. Wat zal er gebeuren, wanneer zi
dat gaan beseffen?
De Poolsche gezant te s-Gravenliage, dtr.
W. Babinski, heeft namens den president van
de republiek Polen aan den voorzitter van de
Nederlandsch-Poolsche vereeniging te 's-Gra-
venhage, ir. M. Ch. E. Bongaerts, oud-minister
van Waterstaat en lid van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal, het commandeurskruis
met ster van de orde Polonia Restituta over
handigd.
Na de toespraqk van den gezant nam de
heer Bongaerts het woord, die, dankend voor
de hooge onderscheiding, verzekerde, dat de
Nederlandsch-Poolsche vereeniging verder
haar werk zal doen tot wederzijdsch begrip
en verdieping van de vriendschappelijke ban
den tusschen Nederland en Polen.
Daarna hebben de Poolsche gezant en me
vrouw Babinska den gedecoreerde en mevrouw
Bongaerts alsmede hun zoon een diner aan
geboden, waaraan deelnamen de bestuursle
den van de Nederlandsch-Poolsche vereeni
ging: de heer Gerard D. van Es Gjps, consul
van Polen en mevrouw van Es Gips, hun doch
ter mej. Anny van Es Gips, dr. L. N. Deckers,
oud-minister van Defensie en mevrouw Dec
kers, prof. dr. N. van Wijk Uitleiden, Z.Exc.
de Internuntius Mgr. Paolo Giobbe, Mgr. J.
M. van der Tuyn, deken van Den Haag, de
consul-generaal van Polen te Amsterdam en
mevrouw Kolankowska, mevrouw C. Babinska,
moeder van den Poolschen gezant, de heer
en mevrouw W. N. J. van Ditmar, de heer H.
Kuypers, directeur van de Maasbode, mevrouw
W. Karpinska, de heer S. Dembinski, directeui
van de particuliere boschbezitters in Polen uit
Warschau, de heeren S. Babinski en M. An-
droszewski, alsmede de pers-attaché van de
Poolsche legatie, de heer S. Sroczynski.
Naams gedachtenis". En zoo is 16 December
sindsdien als Dingaansdag de historische ge
denkdag van het Zuid-Afrikaansche volk ge
worden en gebleven, dit jaar wel in het bij
zonder, nu het feit een eeuw is geleden.
Maar aan het op zich zelf ongetwijfeld be
langrijke feit is natuurlijk heel wat voorafge
gaan, in 't kort gezegd de geschiedenis van den
Grooten Trek. Wat deze bedoelde, zjj hier met
enkele woorden toegelicht. Hij kwam niet zoo
als de trekkersbewegingen der Kaapsehe kolo
nisten in de 17de en 18de eeuw voort uit eco
nomische behoeften naar meer land en be
staansvoorwaarden, doch de Groote Trek was
de uiting van het nationale bewustzijn der Boe
ren, het streven naar behoud van een eigen
nationaliteit, welke door het Britsche gezag in
de Kaapkolonie na 1814 stelselmatig werd on
derdrukt. De voor ruim 52 pCt. van Holland
sche, voor 27 pCt. van Duitsche, voor 17 pCt.
van Fransche en voor 4 pCt. van gemengde
afkomst zijnde Boeren vonden het bewind van
den nieuwen overheerscher van hun land on
nationaal en daaruit ontstonden bij herhaling
conflicten. Het gevolg dezer botsingen was, dat
de Boeren naar andere woonplaatsen uitzagen,
die zij omstreeks 1836 meenden gevonden te
hebben aan de andere zijde der Drakenbergen.
vooral in Natal.
Er waren verschillende groepen van Trekkers,
die sedert 1835 na den zesden Kafferoorlog de
groote reis naar het Noorden en het Oosten
waagden. Zoo richtten Hendrik Potgieter en
de zijnen zich op het land in de richting der
Delagoabaai en kochten langs de Vetrivier in
het tegenwoordige Oranje-Vrijstaat grond van
de naturellen, terwijl Piet Retief en zijn vol
gelingen in 1837 langs den weg van onderhan
delingen met Dingaan zich het bezit meenden
te verzekeren van een groot deel van Natal.
Doch hoe goed ook bedoeld en verstandig ge
handeld, Retief beging bij die onderhandelingen
een dubbele fout, die de indirecte oorzaak werd
van de nederlaag, den Boeren in 1838 bij her
haling toegebracht.
In de eerste plaats vertrouwde Retief te ge
makkelijk op het woord van den hoogst onbe
trouwbaren Zoeloehoofdman Dingaan. Het
contract was opgemaakt en zou geteekend wor
den in Umkungunklovu, de hoofdstad der Zoe
loes. De Boeren gingen hierbij zoo argeloos te
werk, dat, toen zij gereed waren om te vertrek
ken en werden uitgenoodigd, om naar het mid
den van de Kraal te gaan, ten einde aldaar bier
te drinken en van het opperhoofd afscheid te
nemen, zij hun geweren buiten lieten staan
Een andere lezing van het geval zegt echter,
dat dit geschiedde op uitdrukkelijk verlangen
van Dingaan zelf, en de Boeren, geen achter
docht willende verwekken, gevolg gaven aan
dien wensch. Zij zaten nauwelijks naar de ge
bruiken van het land ongewapend op den grond,
zonder aan eenig gevaar te denken, of Dingaan
riep plotseling tegen zijn getrouwen: Grijpt
hen! Terstond stormde een menigte Zoeloes op
de weerlooze Boeren toe, sleepten hen naar de
gerechtsplaats van Umkungunklovu en sloegen
hun de hersenen in met knopkieries. Bij dezen
massamoord ontkwam geen enkele „witmenseh",
en evenmin de door de Boeren meegebrachte
Hottentotten met hun Engelschen tolk uit Port
Natal. En deze weerzinwekkende tooneelen her
haalden zich in nog vreeselijker vorm, toen de
7 eloes de verraste Boeren, vrouwen en kin
deren in de voorste lagers van ossewagens, over
vielen.
De tweede fout, welke door Retief en de zij
nen werd gemaakt, was dat zij niet tijdig heb
ben ingezien, dat het door de Zoeloes stelsel
matig uitgemoorde en verwoeste gebied voor
deze inboorlingen als het ware een essentieel
belang vormde als grensdekking tegen andere
Bantoestammen zoowel als tegen de blanken
Dingaan's politiek was er op gebaseerd, om
Natal leeg en onbewoond te houden; slechts
enkele geïsoleerd wonende blanken en zende
lingen voor het kustgebied duldde hij er voor
zijn handel, geen aanzienlijke macht als die
van de klompjes Trekboeren.
De na den moord op Retief en de zijnen ge
volgde strafexpeditie van Andries Pretorius en
de daaruit voortvloeiende consequenties brach
ten Dingaan ten val; zijn opvolger Panda moest
de voorwaarden aanvaarden, die het opper
commando der Boeren hem stelde. Toen in 1842
Britsche troepen Natal in bezit namen, weken
de meeste Trekkers weer verder landwaarts uit.
Eerst toen in 1856 Natal tot afzonderlijke kolo
nie met beperkt zelfbestuur werd verhevei
kwam de Trek der Boeren voor eenigen tijd to
rust.
Dingaansdag 1838 bleef een historische datuo
in de geschiedenis onzer Afrikaansche stam
verwanten. A. H.
naar volledig herstel van den haargroei. Het
is nooit te laat om een dankbaar resultaat
te zien, zoolang de haarwortels nog groei
kracht hebben. De natuur laat zich niet
dwingen door z.g. „wondermiddelen". Sebald's
Haartinctuuris een wetenschappelijk middel,
dat reeds 70 jaar als het haargroeimiddel
erkend wordt. Eén of twee flacons beëindi
gen den haaruitval, terwijl voortzetting der
kuur nieuw, overvloedig haar doet groeien.
Bovendien is Sebald van onschatbare waarde,
wijl 't het grijsworden der haren aanzienlek
vertraagt en bovendien de roos - de oor
zaak van menigen haaruitval - krachtdadig
bestrijdt en doet verdwijnen. Bij apothekers,
drogisten, kappers en parfumerie - zaken
Vzflac. f. 1.65."
V, flac. f. 2.95.
1/2 literflacon
f-4.75, Vi liter
flacon f. 8.50.
Is reeds geheel of ge
deeltelijk grijs, gebruik dan
Sebald's Haarkleurherstel
ler f. 2.50 per '/1 flacon.
Proefflacons a 75 ct. franco
na ontvangst postwissel of
giro 977.
IMPORTEUR H. TEN HERKEI - HILVERSUM
CÏTan onzen parlementairen redacteur)
Den Haag, 15 December 1938.
Langzaam heel langzaam sukkelt de
Kamer door het Verkeersfonds heen. Om een
paar iokale kwesties wikkelt zij een urenlang
debat. Hoe zit het met het trammetje van Rot
terdam naar de eilanden? Gaat dat verdwijnen
trekt het Rijk het subsidie in maar dat
mag toch niet de eilanden hebben daar toch
zoo groot economisch belang Dijop dat
stramien borduurden zeker vijf of zes afgevaar
digden. Het is nu eenmaal een slepende kwestie
Een tijd lang wilde men op de eilanden geer
trammetje meer, maar iets anders, een mo
dern vervoermiddel. Doen thans gaan er weer
stemmen op voor net behoud van hei vehikel.
De minister deelde mee, dat een Rotterdamsche
combinatie bereid is gevonden nieuw kapitaal
in de onderneming te steken de Zuid-Hol-
landsche eilanden zullen zich gelukkig kunnen
blijven prijzen met hun trammetje.
En dan de kanalen. Veertien of vijftien spre
kers. De eene helft over het kanaal van Gro
ningen naar het IJsselmeer de andere over
de kanalisatie van den IJssel. Het voornemen
van den minister om net kanaal met m Sta
voren, doch in de Lemmer te doen eindigen,
vond slechts van ééne zijde, bij den neer Kryger
(AR.) steun. De anderen, behalve de heer van
Lidth de Jeude (Lib.), die zich op de vlakte
hield, voelden zich geroepen voor Stavoren op
te komen. Bij de Lemmer zou het kanaal te
veel belemmering ondervinden van den ijsgang.
Groningen had óók liever Stavoren. En om de
verbinding van Groningen was het toch De-
gonnen. De minister moest met gek opkijken,
wanneer Groningen zijn subsidie vermindert,
indien de plannen van de Lemmer Dlijven De-
staan. De kanalisatie van den IJssel vond
overal sympathie. De heeren Andriessen iR-K.)
Ebels (VJD.) en Hiigenga (S.D.A.P.) drongen
alleen op spoediger uitvoering aan. Generaal
Duymaer verdedigde bovendien den aanleg van
een zijtak, van het TWente-Rijnkanaal naar
Almelo, evenwijdig met den IJssel, een kanaal,
dat hij vooral defensief van groote waarde
achtte. Daar was ook de heer Ebels het mee
eens.
Minister van Buuren las uit de rapporten
voor, dat de scheepvaart-deskundigen zich
ongeveer even unaniem voor de Lemmer uit
spraken als de Kamer het opnam voor Stavo
ren. Over de verdeeling der lasten zou njj nog
nader in contact treden met het provinciaal
bestuur. De toejuiching van de iJssel-piannen
stemde den minister dankbaar, doch daarnaast
een kanaal FknnerdenAlmelo, daar is geen
sprake van. Eén van beide maar niet alle
twee.
Naar wij vernemen geven de Nederlandsche
Spoorwegen aan hen, die den Oudejaarsavond
laat in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam of
Dordrecht doorbrengen, ook thans weder ge
legenheid, per extra-nachttrein terug te keeren.
Hiervoor zijn op het baanvak Amsterdam
Dordrecht in den nacht van 31 December op
1 Januari een aantal extra-treinen ingelegd.
Voor de bewoners van \freesp, NaardenBus-
sum en Hilversum, die den Oudejaarsavond te
Amsterdam doorbrengen en laat willen terug-
keeren. loopt dien nacht een extra-trein Am
sterdam C.S., vertrek 2.30, Amsterdam MP. ver
trek 2.36 naar Weesp, NaardenBussum en
Hilversum. Terugreisgedeelten van één daag-
sche- en avondretourkaarten, genomen op 31
December 1938, zijn op deze treinen ook geldig.
Op het baanvak Amsterdam—Dordrecht,
waar verschillende extra-nachttreinen loopen,
kan voor reizen naar en van de stopstations ook
van deze extra-treinen gebruik worden ?r
maakt.
Architect ir. D. Roosenburg heeft aanbesteed
jet bouwen van een kantoorgebouw voor de
K. L. M. aan den Roomweg te 's-Giavenhage.
Laagste inschrijfster was de N.V. Ingenieurs
bureau voor Bouwnijverheid te Oegstgeest
voor ƒ258.400.