J&deM wettsveAuuéd/ Neuscatarrh China verdedigt de belangen van het Wester GEVAARLIJKE DEMAGOGIE Dr. Philippe Etter DINGAANSDAG Trammetjes en kanalen Va-tro-nol Buitenlandsch overzicht DE MONROE-LEER VAN TOKIO Nog kan Tsjang Kai Sjek volhouden SEBALD'S VRIJDAG 16 DECEMBER 1938 De toekomst van het Duitsche Rijk Rede van Hitler te Berlijn JgÉpP Drie modellen en drie melanges in dezelfde prijsklasse. Een prachfserie van De nieuwe Bondspresident van Zwitserland een vooraan staand Katholiek Ontslag van Britten bij Duitsche firma's TER DOOD VEROORDEELD VlCKS 1838 -16 December - 938 Oud-minister Bongaerts onderscheider» Commandeurskruis met ster van de orde Polonia Restituta verkregen HAARTINCTUUR OVERZICHT TWEEDE KAMER Stavoren of de Lemmer EXTRA-NACHTTREINEN OP OUDEJAARSAVOND Aanbesteding nieuw gebouw voor de K.L.M. Hoe gevaarlijk de verachtelijke de magogie van de N.S.B. naar aan leiding van het succes der lande lijke collecte voor de om hun geloof of ras vervolgden is, heeft ons een schrijven bewezen, dat wij dezer dagen in verband met ons artikel over „Verachtelijke demagogie" ontvingen. De schrijver van dien brief, die zich goed katholiek en geen N.S.B-er noemt, vraagt zich af, waarom er zooveel drukte is gemaakt voor die collecte. „Voor buitenlanders, waarvan het aantal, dat in ons land komt, groeit, naarmate er meer geld voor binnen komt," aldus schrijft hij. „Velen hebben een onderdak gevonden bij familie en kennissen, zegt Colijn in zijn radio-rede. Wat zullen deze Duitschers gaan doen? Zich op de Nederlandsche arbeidsmarkt Werpen, een betrekking zoeken, een han deltje of winkel beginnen, enz. om daar door de ellende en de werkloosheid voor onze eigen arbeiders te vergrooten. Maar van die zijde belicht u de zaak niet, omdat uw ijver voor de collecte uit 10 pet. weldadigheid en uit 90 pCt. po litiek bestaat." Van de door dezen inzender ge- wenschte zijde kunnen wij de collecte niet belichten, omdat zulk een zijdelingsche belichting volkomen Valsch is. De Duitsche vluchtelingen, die in ons land worden toegelaten, mogen en kunnen geen betrekking zoeken, een handeltje of winkel beginnen of de ellende en de werkloosheid voor onze eigen arbeiders vergrooten. Hun wordt slechts een tijdelijk verblijf toege staan, en zoowel de vestigingswet voor het kleinbedrijf als de stringente bepa lingen van den minister van Justitie maken het voor hen onmogelijk onze eigen arbeiders en neringdoenden te beconcurreeren. Dat de verontwaardig de briefschrijver dat niet weet, bewijst, dat zijn opmerkingen in het gun stigste geval voor 100 pCt. uit vol slagen onkunde voortkomen, een on kunde, die hem tot een gemakkelijke prooi hebben gemaakt van de verachte lijke demagogie van de N.S.B., waartoe hij zegt niet te behooren. Bovendien vindt deze inzender het treurig, dat de opbrengst van deze collecte alle records heeft geslagen, en dat de Emmabloem-collecte jaarlijks geen vier ton opbrengt, terwijl wij voor onze t.b.c.-patiënten jaarlijks meer dan Vier ton kunnen gebruiken. Ook een bankgarantie van één millioen voor onze Volksgezondheid vindt hij niet te veel, maar, aldus schrijft hij, voor dat doel Wordt het niet aangeboden. .„Maar het Publiek wordt opgehitst en opgezweept door een pers, die de stemmen van de andere zijde doodzwijgt." Op deze wederom voor 100 pCt. domme opmerkingen hebben wij slechts het volgende te antwoorden. Juist omdat de Emmabloemcollecte geen 4 ton jaarlijks opbrengt, worden er nog tal van andere collecten voor t.b.c.-bestrijding gehou den, worden in tal van sanatoria, con- sultatiebureaux etc. veel méér dan 4 ton Per jaar in ons land uitgegeven voor onze volksgezondheid. Er wordt op dit gebied door overheid en particulieren heel wat meer gepraesteerd dan een bankgarantie van één millioen. En voor steun in het algemeen wordt, volgens Dr. Colijn, wiens gezag en betrouwbaar heid blijkbaar ook door dezen inzender Worden erkend, brengt ons volk pl.m. één millioen per dag op, d.w.z. pl.m. 365 millioen per jaar. Juist op dezen feitelijken grondslag hebben wij de boosaardige belichting van deze zaak door de N.S.B.-pers Vecht laten wedervaren door ze te citeeren en als verachtelijke demagogie te disqualificeeren. Den verontwaardigden briefschrijver, die zich katholiek en niet- N.S.B.-er noemt, bevelen wij tenslotte de schoone parabel van den barmhartigen Samaritaan ter lezing aan, al hebben wij er weinig vertrouwen in, dat hij deze zal begrijpen, aangezien hij zich kennelijk al te zeer heeft laten ophitsen en op- Zweepen door een zekere pers, die de feiten doodzwijgt om haar onkunde en fantasie vrijer spel te gunnen ten bate van haar voor 100 pCt. politieke bedoe lingen. BERLIJN, 16 Dec. (D.N.B.) In een gister avond voor 3000 arbeiders te Berlijn gehouden vede zeide Hitier o.a., dat Duitschland meer uit den grond haalt dan eenig ander land ter Wereld. Er is echter een grens en daarom moet ^Jet de realiteit rekening worden gehouden, ffaartoe behoort het op de juiste waarde schat ten van de overige wereld. Wij willen Duitschland zoo sterk maken, aldus Hitier, dat niemand ons kan vernietigen. Daartoe behport in de eerste plaats, dat wij °nze consumptie zóó organiseeren, dat wij deze door onze eigen productie kunnen dekken. De aanleg der rijksautowegen zal pas over Vijftig of zestig jaar vruchten dragen. De grensversterking in het Westen werd Duitschland door andere landen opgedrongen De aanleg is zóó, als de wereld nog nooit heeft gezien, het is geen copie van andere ves tingen maar een Duitsch werk. Het is voor- Bekomen dat buiten den arbeidsdienst en mili tairen ca. 400.000 man er aan werkten. Ook door dezen arbeid is de in de laatste maanden t°t stand gebrachte éénwording van het Duit- 6che volk mogelijk geweest. KAREL I De nieuwe bondspresident van Zwitserland, Philippe Etter, chef van het departement van Einnenlandsche Zaken, werd 21 December 1891 in de kleine plaats Menzingen in het kanton Zug geboren. Na de kantonale school te Zug- en het beroem de college te Einsiedeln te hebben doorloopen, heeft de gekozen bondspresident te Zürich in de rechten gestudeerd. Vanaf 1917 was hij te Zug als advocaat gevestigd. Daarna vervulde hij gedurende vijf jaren de functie van rechter van instructie en werd in 1922 tot lid van de kantonale regeering van Zug benoemd. Sinds 1918 maakte hij echter al deel uit van den grooten raad van zijn kanton. In 1927 en 1928 werd hij benoemd tot „Landam- mann"; sinds 1930 behoort Philippe Etter tot den „Standerat" (lid der Eerste Kamer) en sinds Mei 1934 is hij lid van den Bondsraad. Met herbeginnen van zijn werkzaamheden bij ce kantonale regeering, werd hij directeur van het departement van Onderwijs. Hij heeft een wet in het leven geroepen voor de hervorming van. de normaalschool. Dr. Etter is een emi nent jurist en een paedagoog van beteekenis. De cursussen in het recht en de economie, die hij geaurende verscheidene jaren aan de landbouw school te Zug heeft gegeven, hebben allerwege de aandacht op hem gevestigd. Hij is de schrij ver van verschillende handleidingen, die 'op de scholen in verschillende katholieke kantons worden gebruikt. Philippe Etter was redacteur van de „Zuger Nachrichten" en voorzitter van de vereenigde katholieke pers. Een Zwitser, in de beste beteekenis van het woord, een man, die toch evenmin van moderne opvattingen is gespeend. Hij heeft zijn ideeën samengevat in een met zorg bewerkte studie, getiteld „De Zwit- sersche Democratie", waarin hij zich een reso luut baanbreker toont. Dit werk werd uitgege ven door de „Société des étudiants suisses". In zijn geboorte-kantpn heeft hij de conservatieve katholieke partij gepresideerd en was hij de vertrouwensman van de jonge katholieken. De liefde voor het vaderland en voor zijn historische tradities maakte van Philippe Etter een man van politieke beteekenis, die zeer veei heeft bijgedragen tot den vrede tusschen de ver schillende religies, dien hij als 'n absolute nood zakelijkheid voor het welzijn van het Zwitser- sche volk beschouwt. Philippe Etter was altijd verdediger vair het gezinsleven. Hij is zelf vader van vijf zoons en vijf dochters. De chef van het departement voor Binnen- landsche Zaken heeft gedurende zijn zitting in den Bondsraad een serie gelukkige initiatie ven genomen voor de intellectueele ontwikke ling van het land en de bescherming van het Zwitsersche cultureele erfdeel. Het land heeft vertrouwen in den jongsten bondsraad Philippe Etter, tegenwoordig nog vice-president, die voor het jaar 1939 als bonds president is gekozen. LONDEN, 16 December In het Lagerhuis zijn vragen gesteld betreffende gevallen, waar in Britsch personeel in dienst van Duitsche firma's te Londen wordt ontslagen als gevolg van instructies, door dergelijke firma's van de Rijksregeering ontvangen, dat na 25 December 1938 geen personen van Joodschen godsdienst meer in dienst mogen zijn. Hierop heeft Sir Samuel Hoare geantwoord, dat weliswaar beweerd wordt, dat dienstbetrek kingen door Duitsche firma's waren opgezegd op rasgronden, doch dat hij niet vernomen had, dat instructies van genoemden aard door de Rijksregeering waren uitgegeven. Hij kon de verzekering geven, dat geen enkele firma ver gunning zou krijgen een buitenlander in dienst te nemen ter bezetting van de plaats, vervuld door iemand die de noodige bekwaamheden be zit. Majoor Fletscher, die de vragen had gesteld, zeide: „Ik ben op de hoogte van twee volkomen authentieke gevallen van dergelijke ontslagen. In een geval was een man zeventien jaren in dienst van de firma. Hij was ontslagen met de mededeeling, dat zijn ontslag alleen berustte op zijn godsdienst". Hoare vroeg Fletcher hem nadere gegevens te verstrekken over dit geval. WELS, (Ostmark), 18 Dec. Havas). De rechtbank heeft een zekeren Josef Fischer, die beschuldigd wordt tijdens de ongeregeldheden in Juli 1934, welke volgden op den moord op Dollfuss, een Oostenrijksch S.A.-man te hebben gedood, ter dood veroordeeld. Andere leden van de Heimwehr werden tot gevangenisstraffen veroordeeld. Een paar dezer aangename nieuwe druppels in ieder neusgat geneest opgezwollen slijm vliezen, verwijdert opgehoopt slijm, ver zacht de prikkeling en laat U weer vrij ademen. „Harte word stil en kom tot inkeer Oë gaan toe. Laat vandag bedek word met die sluier van die nag. Kijk! in die lig van ons Afrikanerdom Hoe ons helde oor ons velde, oor ons berge kom! Struikelend kom hulle en vallend, Diep is hul spore deurweek van hul bloed...." Johanna van Broekhuizen in „Dingaansfeestnummer van Die Vaderland 1935". Door de thans voorspoedig ten einde gebrach te Dingaansvlucht van de K.L.M., waardoor Nederland ook officieel bij de herdenking van den Grooten Trek vertegenwoordigd zal zijn, wordt de aandacht van het Nederlandsche pu bliek weer eens even opzettelijk gevestigd op een bewogen episode en een bloedige bladzijde uit het historieboek der Zuid-Afrikaansche stamverwanten. Ook op de aangrijpende lotge vallen van de dappere trekkers onder de boe ren, meest van Hollandsche afkomst, die na 1814 met den aanvang van het Engelsche regime allengs naar het Noorden uitweken, om den knevelarijen der Engelsehe overheerschers te ontgaan. Daardoor geraakten ze evenwel bij herhaling slaags met de naturellen, die den blanken het nieuw betreden land, hoewel het zoo goed als Niemandsland en uitermate dun bevolkt was, met de kracht van hun primitieve wapenen als knotsen, assegaaien en knopkieries betwistten. De namen Bloedrivier, Weenen, Pre toria enz., die toen ontstonden, werden daar door historische namen, evenals Bredasdorp, Zuidoost van Kaapstad op den 20sten meridi aan O. L. v. Gr. dichtbij de Struisbaai, uit een vroeger tijdperk der Kaapsehe geschiedenis nog aan den trek van Bredasche kolonisten in Zuid-Afrika herinnert. Voor ditmaal zij echter even de aandacht gevraagd voor den Grooten Trek en den historischen Dingaansdag op 16 December van het jaar 1838. De naam Dingaansdag zegt reeds wat het groote moment is in de geschiedenis van den Grooten Trek. Door de overwinning van de Trekkers op 16 December is deze datum een historische feestdag geworden voor het Zuid- Afrikaansche volk, thans de honderdste, ter herdenking van het feit, dat de Boerenvoor- trekkers toen den geweldigen aanval der Zoeloes afsloegen en, hoewel verre in de minderheid, op deze geduchte vijanden een glorierijke over winning behaalden. Deze overwinning kreeg juist daardoor zulk een beteekenis, dat nu de ook onder de inboorlingen gevreesde tyrannie en bloeddorst van den Zoeloehoofdman Dingaan waren gebroken. Honderden Boeren, hun vrou wen en kinderen had hij op de meest verrader lijke en wreedaardige wijze doen ombrengen en die folteringen riepen om wraak. Duizenden Zoeloes kwamen in het gevecht van man tegen man om en het water van de rivier, die door en langs het slagveld liep, was dermate rood gekleurd van het bloed der gesneuvelden, dat deze stroom voortaan Bloedrivier werd genoemd, evenals Weenen herinnerde aan de afslachting der Boerenfamilies door de Zoeloes, toen deze ter plaatse de lagers der niets vermoedende Trekkers omsingelden. Dingaan nam de vlucht, nadat hij zijn stad in brand had doen steken, en werd eerst in 1840 bij de grenzen van Swaziland door een stan)- genoot uit wraak gedood. Aan het hoofd der Boeren stond toen een man met leidersgaven, wiens persoonlijkheid gezag afdwong, n.L An- dries Pretorius, aan wiens flink en dapper op treden thans nog de naam Pretoria herinnert, de hoofdstad van de Unie van Zuid-Afrika en van Transvaal. Hij was het niet alleen, die de zege op de Zoeloes bevocht, doch die ook zoo veel organisatietalent bezat, om de Boeren, wier ongetemde vrijheidszin hen zoo dikwijls on handelbaar jegens elkander maakte, in den ure des gevaars te verzamelen en onder zijn leiding te brengen. Deze waarlijk vrome man begon zijn onderneming steeds met een plechtige gods dienstoefening en toen de grootste dreiging der Zoeloes zijn volgelingen benauwde, deed hij al len dè gelofte afleggen, dat zij den dag, waarop God hun de overwinning zou geven, tot in lengte van dagen onder hun nakomelingen zou den bestemmen tot een dankdag „aan Zijns Na den verrassenden val van Kanton en Hankau staan de beide tegenstanders in China weer bijkans bewegingloos tegenover elkaar. De Japanners schijnen de laatste ha venstad, waarover Tsjang Kai Sjek nog be schikte, meer door snelle manoeuvre dan door grootscheepsch militair optreden te heb ben veroverd; zij doen thans hun uiterste best hun positie strategisch te conso- lideeren, meer troepen aan te trekken en de Chineesche guerilla-krijgers, waarvan het ge bied om Kanton wemelt, uit hun naaste om geving te verwijderen. Tsjang Kai Sjek, die ontsteld moet zijn geweest over den val van Kanton, heeft weliswaar dreigende woorden geuit, doch tot den beslissenden slag laat hij het niet komen; vooreerst dreigt Hankau hem in de flank en bovendien is het vermoedelijk al te laat. Wel nemen de Chineezen af en toe een vijandige stelling in, doch hun successen schijnen het karakter van plaatselijke over winningen niet te boven te gaan. Men weet, dat de grondslagen van Tsjang Kai Sjek's overwicht bij zijn landgenooten wankelden, toen Kanton en Hankau zoo onvoor zien in handen van de Japanners vielen. Slechts draconische maatregelen tegen den generaal, die de verdediging had verwaarloosd, alsmede een krachtige houding tegenover de Kwo Min Tang konden voorkomen, dat de tot verzoening geneigde Chineezen de overhand kregen. Sedertdien heeft hij nog meer crises moeten doorstaan. Begin December nog ver klaarde de Chineesche gezant te Washington tijdens een hem aangeboden lunch, dat China na den val van Kanton en Hankau informeele en indirecte vredesvoorstellen heeft ge daan de Britsche bemiddeling heeft dus toch gewerkt. Alleen: tevergeefs. Prins Konoye heeft omstreeks denzelfden tijd in den staatsraad de voorwaarden van een vrede genoemd: de regeering van Tsjang Kai Sjek moet zichzelf ontbinden. Vooralsnog toont die regeering nog geen neiging daartoe, tot droefheid van Tokio, dat het weliswaar pro beert eigen regeerinkjes in diverse hoofdsteden te stichten, doch telkens komt het tot de ver rassende donclusie, dat de voornaamste Chi nees, waarop het beslag heeft weten te leggen, wegloopt, waarna het alleen nog maar met zichzelf kan onderhandelen. Het alternatief, dat Konoye stelde, was dat van een „gestadige ontwikkeling". Hij hoopt vermoedelijk, dat Tsjang Kai Sjek vroeger of later zonder hulp komt te staan, aangezien al zijn bronnen verstopt zijn. Tsjang's munitie- voorraden worden geschat nog een half jaar minstens toereikend te zijn. Zeker is dat niet voldoende om den oorlog tegen het uitstekend geoefende en uitgeruste Japansche leger te winnen, doch hij hoopt nog op de toegangs wegen uit Indo-China, Birma en Rusland, en er zijn redenen om aan te nemen, dat dit geen ijdele hoop is. Anders zouden de zakenlieden van Washing ton, die nooit blijk gegeven hebben van een zeldzaam altruïsme, China geen 25 millioen dollars crediet verleenen; zij het dan ook in den vorm van een goederenleening: zooveel er varing hebben zij wel met Japan gehad, dat zij van die zijde niets te verwachten hebben, wanneer het crediet in handen van de aan vallers valt. Of moet men dat crediet beschou wen als een wraakoefening, evenals de hulp, die Engeland bij geruchte den Chineezen zou verleenen? Beide landen hebben er wel reaen toe, want de behandeling, die zij van Tokio ondervinden, is allesbehalve een prettige. Op vragen in het House of Lords heeft Lord Ply mouth een klaaglied aangeheven over de Brit sche belangen in China, die door de Japanners worden geschaad. Toen een der Lords vroeg, wat de Britsche regeering van plan was daartegen te doen, was het verheffende antwoord practisch: niets. Lord Plymouth wacht op een vrede tusscnen de beide partijen, een vrede, die ook naar zijn meening nog lang op zich laat wachten. Londen; aandacht is tezeer verdeeld over de geheele wereld om krachtig op een punt in te grijpen. Intusschen gaan de Japanners door met het uitdrijven der „witte duivels" uit de gebieden die naar hun oordeel tot de invloedssfeer van Tokio behooren. Ondanks felle protesten hou den zij den Jangtse, en ook den toegang tot Kan ton, een der belangrijkste aders voor Hongkong gesloten, onder allerlei schoonklinkende voor wendsels. Thans is eindelijk de sedert lang aangekon digde „commissie voor Chineesche zaken" ge boren; haar doel zal uiteindelijk zijn de schep ping van een yen-blok, dat een definitief einde maakt aan den Westerscnen invloed in China En tevens moet zij het herstel van de Chinee sche gebieden bewerkstelligen. Japan put zich in een oorlog uit, en een vrede kon wel eens ruïneus blijken, wanneer Tokio voor de taak ge steld gaat worden zoowel eigen land als China tot herstel te moeten brengen. Het plan-Tanaka dat een soort Aziatische monroe-leer behelst nadert zijn voltooiing, tot schade van het Wes ten. De tegenstand is zwak de beste verde digers van de Westersche belangen zijn de Chi neezen zelf. Wat zal er gebeuren, wanneer zi dat gaan beseffen? De Poolsche gezant te s-Gravenliage, dtr. W. Babinski, heeft namens den president van de republiek Polen aan den voorzitter van de Nederlandsch-Poolsche vereeniging te 's-Gra- venhage, ir. M. Ch. E. Bongaerts, oud-minister van Waterstaat en lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, het commandeurskruis met ster van de orde Polonia Restituta over handigd. Na de toespraqk van den gezant nam de heer Bongaerts het woord, die, dankend voor de hooge onderscheiding, verzekerde, dat de Nederlandsch-Poolsche vereeniging verder haar werk zal doen tot wederzijdsch begrip en verdieping van de vriendschappelijke ban den tusschen Nederland en Polen. Daarna hebben de Poolsche gezant en me vrouw Babinska den gedecoreerde en mevrouw Bongaerts alsmede hun zoon een diner aan geboden, waaraan deelnamen de bestuursle den van de Nederlandsch-Poolsche vereeni ging: de heer Gerard D. van Es Gjps, consul van Polen en mevrouw van Es Gips, hun doch ter mej. Anny van Es Gips, dr. L. N. Deckers, oud-minister van Defensie en mevrouw Dec kers, prof. dr. N. van Wijk Uitleiden, Z.Exc. de Internuntius Mgr. Paolo Giobbe, Mgr. J. M. van der Tuyn, deken van Den Haag, de consul-generaal van Polen te Amsterdam en mevrouw Kolankowska, mevrouw C. Babinska, moeder van den Poolschen gezant, de heer en mevrouw W. N. J. van Ditmar, de heer H. Kuypers, directeur van de Maasbode, mevrouw W. Karpinska, de heer S. Dembinski, directeui van de particuliere boschbezitters in Polen uit Warschau, de heeren S. Babinski en M. An- droszewski, alsmede de pers-attaché van de Poolsche legatie, de heer S. Sroczynski. Naams gedachtenis". En zoo is 16 December sindsdien als Dingaansdag de historische ge denkdag van het Zuid-Afrikaansche volk ge worden en gebleven, dit jaar wel in het bij zonder, nu het feit een eeuw is geleden. Maar aan het op zich zelf ongetwijfeld be langrijke feit is natuurlijk heel wat voorafge gaan, in 't kort gezegd de geschiedenis van den Grooten Trek. Wat deze bedoelde, zjj hier met enkele woorden toegelicht. Hij kwam niet zoo als de trekkersbewegingen der Kaapsehe kolo nisten in de 17de en 18de eeuw voort uit eco nomische behoeften naar meer land en be staansvoorwaarden, doch de Groote Trek was de uiting van het nationale bewustzijn der Boe ren, het streven naar behoud van een eigen nationaliteit, welke door het Britsche gezag in de Kaapkolonie na 1814 stelselmatig werd on derdrukt. De voor ruim 52 pCt. van Holland sche, voor 27 pCt. van Duitsche, voor 17 pCt. van Fransche en voor 4 pCt. van gemengde afkomst zijnde Boeren vonden het bewind van den nieuwen overheerscher van hun land on nationaal en daaruit ontstonden bij herhaling conflicten. Het gevolg dezer botsingen was, dat de Boeren naar andere woonplaatsen uitzagen, die zij omstreeks 1836 meenden gevonden te hebben aan de andere zijde der Drakenbergen. vooral in Natal. Er waren verschillende groepen van Trekkers, die sedert 1835 na den zesden Kafferoorlog de groote reis naar het Noorden en het Oosten waagden. Zoo richtten Hendrik Potgieter en de zijnen zich op het land in de richting der Delagoabaai en kochten langs de Vetrivier in het tegenwoordige Oranje-Vrijstaat grond van de naturellen, terwijl Piet Retief en zijn vol gelingen in 1837 langs den weg van onderhan delingen met Dingaan zich het bezit meenden te verzekeren van een groot deel van Natal. Doch hoe goed ook bedoeld en verstandig ge handeld, Retief beging bij die onderhandelingen een dubbele fout, die de indirecte oorzaak werd van de nederlaag, den Boeren in 1838 bij her haling toegebracht. In de eerste plaats vertrouwde Retief te ge makkelijk op het woord van den hoogst onbe trouwbaren Zoeloehoofdman Dingaan. Het contract was opgemaakt en zou geteekend wor den in Umkungunklovu, de hoofdstad der Zoe loes. De Boeren gingen hierbij zoo argeloos te werk, dat, toen zij gereed waren om te vertrek ken en werden uitgenoodigd, om naar het mid den van de Kraal te gaan, ten einde aldaar bier te drinken en van het opperhoofd afscheid te nemen, zij hun geweren buiten lieten staan Een andere lezing van het geval zegt echter, dat dit geschiedde op uitdrukkelijk verlangen van Dingaan zelf, en de Boeren, geen achter docht willende verwekken, gevolg gaven aan dien wensch. Zij zaten nauwelijks naar de ge bruiken van het land ongewapend op den grond, zonder aan eenig gevaar te denken, of Dingaan riep plotseling tegen zijn getrouwen: Grijpt hen! Terstond stormde een menigte Zoeloes op de weerlooze Boeren toe, sleepten hen naar de gerechtsplaats van Umkungunklovu en sloegen hun de hersenen in met knopkieries. Bij dezen massamoord ontkwam geen enkele „witmenseh", en evenmin de door de Boeren meegebrachte Hottentotten met hun Engelschen tolk uit Port Natal. En deze weerzinwekkende tooneelen her haalden zich in nog vreeselijker vorm, toen de 7 eloes de verraste Boeren, vrouwen en kin deren in de voorste lagers van ossewagens, over vielen. De tweede fout, welke door Retief en de zij nen werd gemaakt, was dat zij niet tijdig heb ben ingezien, dat het door de Zoeloes stelsel matig uitgemoorde en verwoeste gebied voor deze inboorlingen als het ware een essentieel belang vormde als grensdekking tegen andere Bantoestammen zoowel als tegen de blanken Dingaan's politiek was er op gebaseerd, om Natal leeg en onbewoond te houden; slechts enkele geïsoleerd wonende blanken en zende lingen voor het kustgebied duldde hij er voor zijn handel, geen aanzienlijke macht als die van de klompjes Trekboeren. De na den moord op Retief en de zijnen ge volgde strafexpeditie van Andries Pretorius en de daaruit voortvloeiende consequenties brach ten Dingaan ten val; zijn opvolger Panda moest de voorwaarden aanvaarden, die het opper commando der Boeren hem stelde. Toen in 1842 Britsche troepen Natal in bezit namen, weken de meeste Trekkers weer verder landwaarts uit. Eerst toen in 1856 Natal tot afzonderlijke kolo nie met beperkt zelfbestuur werd verhevei kwam de Trek der Boeren voor eenigen tijd to rust. Dingaansdag 1838 bleef een historische datuo in de geschiedenis onzer Afrikaansche stam verwanten. A. H. naar volledig herstel van den haargroei. Het is nooit te laat om een dankbaar resultaat te zien, zoolang de haarwortels nog groei kracht hebben. De natuur laat zich niet dwingen door z.g. „wondermiddelen". Sebald's Haartinctuuris een wetenschappelijk middel, dat reeds 70 jaar als het haargroeimiddel erkend wordt. Eén of twee flacons beëindi gen den haaruitval, terwijl voortzetting der kuur nieuw, overvloedig haar doet groeien. Bovendien is Sebald van onschatbare waarde, wijl 't het grijsworden der haren aanzienlek vertraagt en bovendien de roos - de oor zaak van menigen haaruitval - krachtdadig bestrijdt en doet verdwijnen. Bij apothekers, drogisten, kappers en parfumerie - zaken Vzflac. f. 1.65." V, flac. f. 2.95. 1/2 literflacon f-4.75, Vi liter flacon f. 8.50. Is reeds geheel of ge deeltelijk grijs, gebruik dan Sebald's Haarkleurherstel ler f. 2.50 per '/1 flacon. Proefflacons a 75 ct. franco na ontvangst postwissel of giro 977. IMPORTEUR H. TEN HERKEI - HILVERSUM CÏTan onzen parlementairen redacteur) Den Haag, 15 December 1938. Langzaam heel langzaam sukkelt de Kamer door het Verkeersfonds heen. Om een paar iokale kwesties wikkelt zij een urenlang debat. Hoe zit het met het trammetje van Rot terdam naar de eilanden? Gaat dat verdwijnen trekt het Rijk het subsidie in maar dat mag toch niet de eilanden hebben daar toch zoo groot economisch belang Dijop dat stramien borduurden zeker vijf of zes afgevaar digden. Het is nu eenmaal een slepende kwestie Een tijd lang wilde men op de eilanden geer trammetje meer, maar iets anders, een mo dern vervoermiddel. Doen thans gaan er weer stemmen op voor net behoud van hei vehikel. De minister deelde mee, dat een Rotterdamsche combinatie bereid is gevonden nieuw kapitaal in de onderneming te steken de Zuid-Hol- landsche eilanden zullen zich gelukkig kunnen blijven prijzen met hun trammetje. En dan de kanalen. Veertien of vijftien spre kers. De eene helft over het kanaal van Gro ningen naar het IJsselmeer de andere over de kanalisatie van den IJssel. Het voornemen van den minister om net kanaal met m Sta voren, doch in de Lemmer te doen eindigen, vond slechts van ééne zijde, bij den neer Kryger (AR.) steun. De anderen, behalve de heer van Lidth de Jeude (Lib.), die zich op de vlakte hield, voelden zich geroepen voor Stavoren op te komen. Bij de Lemmer zou het kanaal te veel belemmering ondervinden van den ijsgang. Groningen had óók liever Stavoren. En om de verbinding van Groningen was het toch De- gonnen. De minister moest met gek opkijken, wanneer Groningen zijn subsidie vermindert, indien de plannen van de Lemmer Dlijven De- staan. De kanalisatie van den IJssel vond overal sympathie. De heeren Andriessen iR-K.) Ebels (VJD.) en Hiigenga (S.D.A.P.) drongen alleen op spoediger uitvoering aan. Generaal Duymaer verdedigde bovendien den aanleg van een zijtak, van het TWente-Rijnkanaal naar Almelo, evenwijdig met den IJssel, een kanaal, dat hij vooral defensief van groote waarde achtte. Daar was ook de heer Ebels het mee eens. Minister van Buuren las uit de rapporten voor, dat de scheepvaart-deskundigen zich ongeveer even unaniem voor de Lemmer uit spraken als de Kamer het opnam voor Stavo ren. Over de verdeeling der lasten zou njj nog nader in contact treden met het provinciaal bestuur. De toejuiching van de iJssel-piannen stemde den minister dankbaar, doch daarnaast een kanaal FknnerdenAlmelo, daar is geen sprake van. Eén van beide maar niet alle twee. Naar wij vernemen geven de Nederlandsche Spoorwegen aan hen, die den Oudejaarsavond laat in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam of Dordrecht doorbrengen, ook thans weder ge legenheid, per extra-nachttrein terug te keeren. Hiervoor zijn op het baanvak Amsterdam Dordrecht in den nacht van 31 December op 1 Januari een aantal extra-treinen ingelegd. Voor de bewoners van \freesp, NaardenBus- sum en Hilversum, die den Oudejaarsavond te Amsterdam doorbrengen en laat willen terug- keeren. loopt dien nacht een extra-trein Am sterdam C.S., vertrek 2.30, Amsterdam MP. ver trek 2.36 naar Weesp, NaardenBussum en Hilversum. Terugreisgedeelten van één daag- sche- en avondretourkaarten, genomen op 31 December 1938, zijn op deze treinen ook geldig. Op het baanvak Amsterdam—Dordrecht, waar verschillende extra-nachttreinen loopen, kan voor reizen naar en van de stopstations ook van deze extra-treinen gebruik worden ?r maakt. Architect ir. D. Roosenburg heeft aanbesteed jet bouwen van een kantoorgebouw voor de K. L. M. aan den Roomweg te 's-Giavenhage. Laagste inschrijfster was de N.V. Ingenieurs bureau voor Bouwnijverheid te Oegstgeest voor ƒ258.400.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 9