IS CHRISTUS
Menschen comt tot Bethlem treden
KERSTMIS IN
EUROPA
ZONDAG 25 DECEMBER 1938
op 25 December geboren?
Wij tasten in het duister
r°-
Mater Dei of Mater pia
'%wn/£ lij 33,
iv
De aanbidding der herders, naar. een schilderij van Correggio
Frankrijk
De Heilige Maagd in het bosch, een Ker stv oor stelling van tra Filippo Lippi, in
het museum te Berlijn
--Un/
Relief op een sarcophaag in de St.
Celsuskerk te Milaan; de oudste afbeel
ding van Christus' Geboorte (4e eeuw)
Hier intense kerkelijke viering
elders een orakel
jl cUn chn-
datrdt >nae<&,-l*
-trUtv
QuM^c ffla+uX'
VOfV
(W on-
•Ktm
de gieloovigen aan de vervaardiging der kribben
en beelden mee en in den Kerstnacht wordt, zij
het, dan nog slechts op het platteland, de doe
delzak geblazen. Gescnenken worden eerst 6
Januari, het Peest van Driekoningen, uitgedeeld.
Dan trekt de „Piazza Navona" vele nieuwsgie
rigen. Met Kerstmis eet de Italiaan zijn „Pan
giallo", 'n hoogen, biscuitachtigen taart, zijn„ter-
rone", een amandelkoek, verder aal, sardellen-
saus en maccaroni.
Het Zuiden van Italië viert den avond vóór
Eersten Kerstdag met een groote processie. Op
Sicilië is de doedelzak nog veel in gebruikt de
spelers spelen, naar oud gebruik, de „Pastorale",
een pakkend herderslied, dat speciaal voor den"
Kerstavond werd gecomponeerd. Het in West-
Europa bekende en beroemde „Stille Nacht,
Heilige Nacht" is in Italië weinig bekend. Sinds
vele geslachten kent men op Sicilië ook den
volksdans, als onderdeel der Kerstviering, de
Tarantella genaamd. In Zuid-Italië vindt men
kleine dorpen, waar de Kerstviering begint met
hout verbranden. Ieder gooit een blok in het
open vuur. Zoodra dit is uitgebrand, begeeft
men zich naar de dorpskerk.
Tot slot van de Kerstviering wordt 'n grootsch
vuurwerk ontstoken.
Een uitgesproken verzoeningskarakter draagt
het Kerstfeest in Daimatië. De groote verzoe
ningsceremoniën worden geopend in de kerk.
De geloovigen stellen zich op in lange rijen. Men
trekt langs de heiligenbeelden, wier voeten wor
den gekust. Dan omhelzen de geloovigen elkaar
en kussen elkaar op het voorhoofd. In Servië
heerscht het gebruik het Kerstfeest door pistool
schoten in te leiden. Zoodra de schoten weer
klinken, verlaten de geloovigen. brandende kaar
sen dragend, de huizen en roepen elkaar toe:
„Vrede op aarde! Christus is geboren!" Een
oud Servisch gebruik is het verbranden van een
„badniak", een kleinen eik, aan den vooravond
van het Kerstfeest. Verkoolde resten van den
eik bindt men dan aan jonge fruitboomen,
waarbij men bidt om een rijken oogst. Een der
gelijk gebruik vindt men ook in Montenegro,
met dit verschil, dat, zoodra de boom verbrand
is, men er wijn overgiet.
In Bulgarije werd het Kerstfeest in vroeger
tijden „Kolosjeg" genoemd, ofwel „wielver-
branding". Thans noemt men het feest „Ko-
leda", waarmee men den „Kleine Kerstnacht"
(24 December) en den „Grooten Kerstnacht"
(25 December) aanduidt. Scharen van kinderen,
die van het eene huis naar het andere trekken
en met boomtakken op de deuren slaan, kondi
gen het Kerstfeest aan. Overal, waar zij ver
schijnen, worden zij door de bewoners ontvangen
en feestelijk onthaald.
Zoodra de kinderen binnen komen, strooit men
handenvol tarwekorrels over de hoofden uit,
zulks, volgens oud volksgeloof, om een goeden
oogst te verkrijgen. Maar ook aan geschenken
ontbreekt het niet. Vroeg in den morgen luis
tert men met scherpe ooren. Verneemt men het
geblaf van een hond, dan is dat een goed tee-
ken. Men zal dan in het komend jaar op een
vrijer mogen hopen. Bedenkelijk is het, wanneer
in den Kerstnacht het haardvuur in de keuken
uitgaat. Ziekte en armoede kan worden ver
wacht. Daarom wordt het vuur zoo hoog moge
lijk opgerakeld. Afwisselend werpen de familie
leden kornoeljeknoppen in het vuur. Springen
de knoppen open, dan is dat een teeken, dat
het komende jaar in vele opzichten goed zal zijn.
Verbranden de knoppen echter spoedig, dan is*
het een slecht omen, want ziekte, misoogst en
armoede zullen niet voorbij gaan.
lllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllll
Het heerlijka familiefeest van Kerstmis is er
weer. En wij zouden het niet graag missen. Be
halve dat Kerstmis voor godsdienstige zielen
een der grootste feesten van het kerkelijk jaar
is, heeft het familieleven deze kerkelijke viering
als het ware tot een motief gemaakt om aan het
gezin een reden te verschaffen den familieband
tusschen de huisgenooten nauwer aan te halen.
Kerstmis is een huiselijk, een genoeglijk feest
Vooral daar, waar de eenvoud de familieleden
nog weet samen te brengen rondom een stal of
stalleke, kostbaar of van bordpapier, doch steeds
het zinnebeeld van het groote Geheim, dat zich
eens voltrokken heeft in een der grotten van
Bethlehem. Zoo weet dan het meerendeel dier
christelijke zielen, die zich telken jare huis aan
huis op den schoonen Kerstdag verblijden, niet
beter, of op dien datum, op 25 December, aan
schouwde eens het Jezuskind het wereldlicht.
En zoo wij nu hier neerschrijven, dat wij geheel
en al in het duister tasten omtrent den geboorte
datum van den Heiland, zelfs zoo, dat geen en
kele datum zelfs niet als slechts waarschijnlijk
kan worden opgegeven, zullen zij ons dit niet
kwalijk nemen, daar wij met dit geschrijf niet
in het minst de bedoeling hebben hen van dit
mooie feest te berooven. Niets is minder
waar: wij wensclien vurig de Kerstmisviering in
het gezin te behouden, maar ook niets is minder
waar, dan dat Christus op 25 December zou ge
boren zijn.
Het kan vreemd klinken, doch een feit is het,
dat de tijdgenooten van Jezus, of ten minste de
Christenen uit de eerste tientallen jaren na
Diens dood, zich niet de moeite getroost hebben
eens na te gaan, op welken datum Jezus geboren
is. Men kan dit echter den Oosterlingen uit dien
tijd niet te zwaar aanrekenen. Pelgrims van het
H. Land, die zich wellicht de moeite getroost
hebben den een of anderen hedendaagschen
inwoner van Palestina te vragen, wanneer hij
jarig is, zullen ondervonden hebben, dat in onze
verlichte eeuw de bewoners van het Oosten niet,
't minste gevoel bezitten voor verjaringsdatums.
Een Palestijner, die zijn geboortedatum kent, is
en blijft vandaag aan den dag een groote uit
zondering. Daarbij hebben de Apostelen en de
eerste Christenen er nooit aan gedacht het ge
heim aangaande den geboortedatum van Jezus
te ontsluieren, want voor hen was de dood van
Jezus en Diens verrijzenis van veel grooter waar
de dan de geboorte, die bijna in alle stilte ge
schied is. Voor de eerste Christenen gold als ge
boortedatum de dag, waarop de mensch vaarwel
kan zeggen aan dit tijdelijke en geboren wordt
voor het eeuwig leven. Omstreeks het jaar 200
berispt Clemens van Alexandrië dan ook dege
nen, die hun tijd zoek brengen met het onder
zoek naar den geboortedatum van den Heiland.
In het Oosten was er wel een belangrijk feest
ontstaan op 6 Januari, waarop herdacht werden
de geboorte van Jezus, de aanbidding der Drie
Koningen en Zijn doop. De oorsprong van dit
feest ligt geheel in het duister. Het Westen nam
dit feest van 6 Januari spoedig van het Oosten
over, doch voor de Westersche mentaliteit was
een feest met driedubbele herdenking al spoedig
te topzwaar. Drie groote geheimen op eenzelf
den dag te vieren vonden de Christelijke Romei
nen, die tusschen de jaren 243 en 336 Rome be
woonden, een te groote economie van tijd en een
te ver gedreven spaarzaamheid van feesten. Uit
verschillende documenten weten we zeker, dat
er voor het jaar 243 geen Kerstfeestviering, als
de onze op 25 December, bestond, terwijl dit feest
in het jaar 336 op 25 December wel door Paus
Liberius herdacht is.
Ofschoon men gedurende de eerste eeuwen van
het bestaan van de Kerk nooit op den eigen
lijken geboortedatum van Christus gelet heeft,
kan men toch wel een zeer goede verklaring
vinden, waarom sedert 336 Christus' geboorte
juist op 25" December gevierd wordt.
In de eerste eeuwen van zijn bestaan had het,
CXndenlt/, /un ftoca cu-drruxlo -
fr n.CUmofcUu
II
In een cribbe van den beesten
Rust op stroy den aldermeesten
In dit dun gedackt gebou,
Daer was vier noch schou te vinnen,
Maar een os en ezelinne
Dienen Hem hier voor de kou.
III
d'Engelen die songen vrede
Dat de goede menschen mede
Glory geven Godt van al!
Een'ge herders, van de oprechtste.
Seer eenvoudich, van de slechtste
Brengen giften in den stal.
Comt, hovaerdigh mensch, wilt leren
Van dien grooten Heer der Heeren
Hier d'oprechte ootmoedigheyt:
Daar uw Godt con alles hebben
L.eyt hier in een arme crebbe:
Past dat op syn majesteyt?
V
Wilt aen Hem doch vurigh vragen
Dat g'hem mooght int herte dragen;
Maeckt dat ghij dies sijt bereyt;
Bidt dat hij daer uyt wil jagen
Dat sijn Godtheyt mocht mishagen
En er woone in eeuwigheyt!
ZUSTER MARIA VAN GRAVE
Christendom den strijd aan te binden tegen hei-
densche gewoonten en zeden van zijn nieuwe
volgelingen. Het Doopsel maakte hen wel tot
Christenen, maar door dit Sacrament verwier
ven de nieuw bekeerden zoo maar niet op stel
en sprong een christelijke mentaliteit. Hun liefde
voor heidensche volksfeesten, plechtigheden en
voor alles, wat met hun sociaal leven was sa
mengegroeid, zat hun diep en zeer diep in
hart en ziel geworteld. In die eerste eeuwen nu
was algemeen, in Oost en West, de eeredienst
van de zon verspreid en het groote feest, ter
eere van dit hemellichaam, was de dag der ge
boorte. Dit feest viel natuurlijk in den langsten
nacht van het jaar, in den nacht van 24 op 25
December. Dit feest was ons al bekend uit de
geschriften van een zekeren Cosmas uit Jeruza
lem, die in de 8e eeuw veel over Oostersche
godsdienstgebruiken geschreven heeft en in een
zijner geschriften ons ook verhaalt, hoe in het
geheele Oosten en in het midden der derde eeuw
ook in het Westen, de geboorte van de zon ge
vierd werd. Nu zou men nog kunnen denken, dat
Cosmas een groote fantasie bezat en met behulp
van deze boeken vol schreef over ware en on
ware zaken. Doch Cosmas' bewering aangaande
de viering van de geboorte van de zon wordt
gestaafd door den „Kalender" van den sterren
kundige Antiochus, een zeer oud document, door
Antiochus in het midden van de tweede eeuw in
Beneden-Egypte opgesteld. Behalve een reeks
aanwijzingen aangaande het opkomen en
ondergaan van de zon gedurende het jaar, vin
den we in dien kalender ook als groot feest aan
gegeven de geboorte van de zon op 25 December.
In Egypte was het dien dag gebruikelijk een pro
cessie te houden met een pasgeboren kind, dat
de nieuwe zon moest voorstellen. De zon had
volgens dien heidenschen eeredienst ook een
moeder, een zeer vruchtbare maagd, bescherm
ster van alle geslachten. Wij krijgen dus au, dat
in het Oosten en sedert de derde eeuw in het
Westen, in den nacht van 24 op 25 December de
hemelsche Maagd een nieuwe Zon voortbracht.
De nieuwe zon begon dan een nieuw levensjaar.
Wij moeten het den ouden niet kwalijk nemen,
dat zij over een nieuwgeboren zon spraken,
want we gebruiken zelf nog de uitdrukking
„nieuwe maan".
Christus nu was reeds door den ouden Simeon
in den tempel het Licht der volkeren genoemd,
de H. Cyprianus noemt Jezus de ware Zon en
den waren Dag, Malachias, de profeet, zegt, dat
„er een Zon van gerechtigheid zal opdagen".
Keizer Heliogabal stelt in 218 in Rome den
eeredienst van Mithra in, den god, die het sym
bool was van de zon. Deze Mithra krijgt op 25
December zijn grootste feest: natalis invicti
het geboortefeest van den onoverwinbare. Keizer
Aurelius doet voor dien god een tempel bouwen,
dien hij op 25 December 274 plechtig inwijdt.
Wat was nu gemakkelijker dan voor de nieuwe
christengemeente het grootste feest van Mithra,
de geboorte van de zon, nog te doen vieren maar
dan met een veel edeler beteekenis, n.l. als net
feest van den geboortedatum van de eeuwige
Zon, van het ware Licht.
Het mag ons dus niet hinderen, dat Christus
naar alle waarschijnlijkheid niet op 25 Decem
ber geboren is; deze datum is na 16 eeuwen van
kerkelijke traditie zóó met onze litur||sche men
taliteit en intieme familieleven samengegroeid,
dat wij dien dag met genoegen zien naderen en
eenmaal aangebroken, hem doorbrengen in ge
voelens van dankbaarheid jegens het geboren
Kind van Bethlehem, dat waarlijk voor oprechte
navolgers van Zijn leer een zonnelicht is van
een onoverwinbare.
epstmis
Beelóenóe kunst
In Frankrijk is de kerst-dennenboom even
zoo onbekend als het feest van. Sint Nicolaas.
Een uitzondering hierop maken enkele families,
wier voorouders uit den Elzas kwamen. Bre-
tagne heeft wel meegeholpen den kerstboom in
Frankrijk te brengen, doch men ziet er meer een
pleziertje voor de jeugd in. Kinderlijke gezangen
als „La belle Nuit" en „Mon bon Sapin' pogen
de Kerststemming te verhoogen. Briefkaarten
en kleine visitekaartjes, met een sierlijk kopje
in een der hoekjes „Petit Jjfsus", worden naar
kennissen en vrienden gezonden. Ook in Frank
rijk mogen de kinderen hun schoenen onder den
schoorsteen zetten. Als de klok 12 slagen slaat
en daarmee Kerstmis inluidt, gaat katholiek
Frankrijk naar de Nachtmis. De Nachtmis
blijft hier in hooge eere en evenals in de ge-
loovige Zweedsche dorpen behoort het tot een
eereplicht in den Kerstnacht ter kerke te gaan.
Na beëindiging van de Nachtmis zoekt ieder
zijn woning op, om in familiekring een goed
verzorgd ontbijt te genieten, waarvan ganzele-
ver en oesters de hoofdschotels uitmaken. Rond
den Kersttijd zorgt iedere rechtgeaarde Fransch-
man en Frangaise naar huis te kunnen gaan,
want iedere Fransche streek heeft zoo zijn eigen
gebruiken, welke men in den Kersttijd niet graag
wil missen. De in de Alpen gelegen stad Aix-les-
Bains is bekend om haar kerstopvoeringen van
oud-christelijke legenden, waarbij de middel-
eeuwsche toonkunst hoogtij viert.
Een uitgesproken Duitsch karakter draagt het
Kerstfeest in den Elzas. Inplaats van St. Nico
laas heerscht daar de „Biggesel" of wel „Hans-
trapp" genaamd. De Elzassers geven hun
Kerstboom niet op, ofschoon hun kerstviering
in alle opzichten vroom is.
De Italianen kennen geen „Witten Kerst
nacht", zooals hij door zoovele dichters is be
zongen. Toch viert Italië zijn Kerstmis met een
eigen karakter. Het feest speelt zich echter bijna
geheel op religieus gebied af en het zijn de
kerken, die in het middelpunt der viering staan.
De schoonste kribben vindt men rond Kerstmis
in de Italiaansche kerken. In dei dorpen werken
Uit 'den tijd, dat het Kerstfeest zijn plaats
begon te krijgen in het kerkelijk jaar,
omstreeks de tweede helft van de vierde
eeuw, stamt ook de eerste voorstelling van
Christus' Geboorte, welke wij kennen. In de
kerk van den H. Celsus te Milaan kan men
een ruwe steenen sarcophaag bezichtigen, met
vijf voorstellingen uit het leven van Christus.
De eerste daarvan is, zoover ons bekend, de
oudste voorstelling van de geboorte van den
Verlosser. Het is een relief, een ruw en uiterst
primitief beeldhouwwerk, gelijk men aan onze
afbeelding kan zien. Met heel weinig vaardig
heid is het door een onbekende hand uitge
houwen, en als technisch kunstwerk is het van
geenerlei waarde; als openbaring echter van
kinderlijk geloof en eerbiedige vereering is het
zeer kostbaar. Hoe eenvoudig en tegelijk hoe
realistisch heeft de beeldhouwer het gebeuren
voorgesteld! Het Kindje ligt, in doeken gewik
keld, in een kribbe. Het stroodak er boven is
blijkbaar het dak van een stal, want deze een
voudige kunstenaar weet nog niets van de la
tere overlevering, die de plaats van Christus'
geboorte naar een grot overbrengt. Ook de os
en de ezel zijn er bij, en niet maar zoo toeval
lig, omdat ze nu eenmaal bij een stal behoo-
ren, heeft de beeldhouwer ze er bij geplaatst,
maar in samenhang met de woorden van den
profeet uit het Oude Testament: „De os kent
zijn eigenaar en de ezel de kribbe van zijn
meester, maar Israël erkent mij niet, mijn volk
Waardeert mij niet." Geen van de groote en
Wijze mannen is aanwezig, geen wijzen uit het
Oosten, zelfs niet de eenvoudige arme boeren,
de herders uit Bethlehems omgeving, om de
komst des Heeren te begroeten. Ieder onder
deel van dit eenvoudig beeldhouwwerk verhaalt
van de armoede, de nederigheid en hulpbehoe
vendheid, waarin het Kind Jezus werd gebo
ren. En waar is de Maagd Maria, Zijn Heilige
Moeder? En waar is Sint Joseph, haar bruide
gom en behoeder? Zelfs deze gestalten ontbre
ken, want de kunstenaar wil al ons denken en
voelen richten op de centrale figuur, het Kind
je in de kribbe. Maar één straaltje van de he
melsche glorie wilde hij er toch op aanbren
gen, een kleine aanduiding, dat déze geboorte,
naar het uiterlijk zoo gering en armoedig, er
toch een was van bovennatuurlijke beteekenis
en goddelijke verhevenheid. En daarom plaat
ste hij een Engel op het dak, die in bewonde
rende aanschouwing de rechterhand omhoog
heft, terwijl de linker het kruis vasthoudt, het
teeken van den lijdensweg, dien de pasgeboren
Knaap eenmaal zou gaan om de menschheid te
verlossen.
Men kan het werk grof vinden en stuntelig
als een kinderteekening. Men kan inderdaad
aannemen, dat tegenwoordig op elke kunst
school driekwart der leerlingen het gegeven be
ter zouden uitvoeren. Maar de geest, het ge
voel, de oprechte eerlijkheid ervan bewijzen ons,
dat de man, die dit. gemaakt heeft, den geest
van het ware Kerstfeest reeds heeft begrepen
en dat hij dit tafereel vervaardigde, omdat hij
aan het onderwerp geloofde en er diep door
getroffen was. En dat is meer dan men van
vele kunstenaars zou kunnen zeggen. Hoewel
Wij van een waarlijk mooi kunstwerk iets meer
verlangen dan alleen zuiver gevoel en verheven
opvatting, toch zullen wij, als wij te kiezen heb
ben tusschen volmaakte techniek of eerlijk ge-
Voel, de voorkeur geven aan het wezenlijke
boven den schijn, zullen wij liever een
schoonen inhoud zien dan alleen een schoonen
Vorm.
Wanneer wij vervolgens op zoek gaan naar
mannen, die voldoende vaardigheid en oefening
hebben verworven om hun gedachten over de
Geboorte van Christus een volkomener uitdruk
king te geven, dan moeten wij ons oog richten
op de sarcophagen, de mozaïeken en monolo-
gieën van de Byzantijnsche kunst met al haar
merkwaardige symbolische overleveringen. Dan
komen wij tenslotte bij Giotto, den eigenlijken
grondlegger van de Renaissance in Italië. Dat
is een man, die kan schilderen. Oningaaijden
kunnen aanvankelijk misschien glimlachm om
zijn opvatting van het perspectief, en de lede
maten en gewaden van zijn figuren vergelij
ken met de houten marionetten van de pop
penkast; het is een feit dat hij, wanneer hij een
liggende figuur wil uitbeelden, haar eenvoudig
weg op de zijde legt, zonder een lid te buigen
of een spier te doen bewegen. Maar trots dat
alles voelen wij, dat zijn menschen beginnen te
leven. Al zien wij niet, zooals later bij Titiaan
het geval zou zijn, het bloed kloppen onder de
huid, de gezichten verraden toch gedachten en
gevoel, zij nemen werkelijk deel aan de gebeur
tenissen, die voor hen evenveel gewicht hebben
als voor ons. Wanneer wij zijn Christus" Ge
boorte bezien in de Sancta Maria dell' Arena,
genaamd de Scrovegni-kapel_ te Padua merken
we de onmogelijkste rotsen op, die pogen een
stal voor te stellen, Sint Joseph staat er sla
perig en met een simpele uitdrukking bij,
maar boven 't dak is de hemelsche muziek en
binnen in den stal is de verhevenste blijdschap;
want de Moedermaagd neemt haar pasgeboren
Kind op de armen en een buitengewone teeder-
heid, een wondermooie zorgzaamheid leest men
in ieder gebaar, in heel de uitdrukking. Wie
dieper doordringt zal leeren inzien, dat Giotto
een der heel grooten is vóór de Renaissance.
Dit was het eerste, wat de veertiende eeuw
wist te geven, en voor de volgende honderd jaar
werd het niet overtroffen. Fra Angelico schil
derde de geboorte met overgave en toewijding,
maar zelf wist hij-wel dat zijn schilderingen
van den hemel zijn beste werk waren. Fra
Angelico was op de aarde, in Bethlehem, niet
zoo goed thuis als hierboven. Van den grooten
kunstvernieuwer, den geweldigen Masaccio,
kennen wij geen voorstelling van de geboorte
van Christus. Het scheen of hij de taak van
Giotto moest overnemen, hij stond op den drem
pel van twee tijdperken in de schilderkunst,
maar zijn al te kort leven zal hem helaas niet
de gelegenheid gelaten hebben, ook dit onder
werp aan te vatten.
Anderen plaatsten de gestalten van de Moe
der Gods. den Heiligen Joseph of de Drie Ko
ningen zoozeer op den voorgrond en geven de
zen door de pronkerige overlading der gewa
den zulk een gewicht, dat de heiligheid en ver
hevenheid van de gebeurtenis op den achter
grond raakt; het Goddelijk Kind is daar niet
langer het voornaamste. Het is voldoende, in
dit opzicht op het werk van Simone Gentile
da Fabriano te wijzen en naar Murani. Slechts
de etalages van een juwelier kunnen eenig
idee geven van de overladenheid met kostbaar
heden en juweelen, die men op hun schilderijen
aantreft.
In het jaar 1420 kwam een weesjongen in
het klooster der Carmelieten te Florence, die
den goeden naam van die kloostergemeente in
gevaar dreigde te brengen, maar de kunst groo
te diensten bewees. In de kunstgeschiedenis
draagt hij den naam: Fra Filippo Lippi. Zijn
penseel schiep een prachtige natuurlijkheid. Hij
trad uit het kloosterleven, raakte op dwaalwe
gen en in slecht gezelschap, en toch heeft hij
veel vroomheid en innigheid weten te bewa
ren, want slechts weinigen, zooal eenigen van
zijn tijdgenooten, hebben de geboorte van Je
zus zoo treffend geschilderd als hij; zijn schil
derij met de H. Maagd in 't bosch toont, waar
toe hij in staat was. Deze voorstelling geeft een
indruk van de wijze, die langzamerhand geliefd
werd bij de schilders in Italië. De plaats der
handeling, de omgeving, de historische bijzon
derheden komen niet meer in overweging. De
eerbiedige bewondering en aanbidding door de
Moedermaagd van Haar Heiland, die als Haar
Zoon op de wereld is gekomen, wordt het hoofd
thema. Het is niet meer de Mater Dei der
theologie, maar de Mater pia van het mensche-
lijk hart.
Ook de omgeving toont vele variaties. Maria
aanbidt haar Kind in een bosch, in een tuin
vol rozen, omgeven door engelen, of ordestich
ters of de schenkers van het schilderij, zooals
bij Perugino vaak voorkomt. Dikwijls is de grens
moeilijk te trekken of het nu eigenlijk een Ma
donnabeeltenis is of een voorstelling van het
Heilig Gebeuren van den Kerstnacht. Lucca
omgeeft zijn Kerstkind gaarne met de zingende
engelen en geeft zoodoende de hoofdgedachte
van het Gloria in Excelsis. Dan komen Pol-
laiuolo, Ghirlandaio en Botticelli de goud-
smidschool genaamd, daar zij allen hun loop
baan begonnen waren als goudsmid. Een heel
andere opvatting van anatomie en techniek
breekt zich baan. De streng religieuze opvatting
wordt vermengd met landschapsschilderingen,
heele paleizen en personen van hun tijd komen
er op voor. Men kan in eenige herdersfiguren
ontwijfelbaar de typen herkennen van de edel
ste burgers van Florence, die van schapenteelt
evenveel verstand gehad zullen hebben als onze
hedendaagsche magistraten. Had men een min
dere gedachte van de heiligheid van Kerstmis,
ofeen hoogere van de waardigheid van den
mensch?
Bij de schilders uit de Umbrische School, Ni-
colo, Alumno, Perugino bijvoorbeeld, vinden wij
weer een andere opvatting: rust, geheimzinnig
heid misschien, eerbiedige aandacht. Ook Vene
tië had zijn eigen richting. Aan fantasie krach
tiger, rijker en wereldscher, schilderden de Bel
lini's hun Madonna minder met jonkvrouwelij
ke teederheid dan met de waardigheid eener
matrone. Te Padua waren de schilders nog
meer beïnvloed door de "klassieke vormen en
den geest der Renaissance dan die van Venetië.
Alleen Mantegna heeft ons op eenvoudige ma
nier veel te vertellen over Bethlehem en de
geboorte.
Lorenzo di Credi uit Florence vereenigde vele
goede eigenschappen van verschillende richtin-
gen, en zijn voorstellingen van den Kerstnacht
moeten wij tot de beste rekenen, die ooit ge
schilde^ zijn.
Het lichten aan den hemel door het groote
driegesternte: Leonardo da Vinci, Michelangelo
en Raphael werd het hoogtepunt der kunst in
Italië. Michelangelo heeft echter geen enkele
geboorte geschilderd of gebeeldhouwd, Raphael
schilderde meer de madonna ,op de eerste plaats.
Zijn Madonna del Granduca bij voorbeeld is een
meesterwerk van liefelijkheid en schoonheid en
toont duidelijk den invloed van zijn leermees
ter Perugino. Ook Leonardo liet eigenlijk geen
beeltenis omtrent Kerstmis na zijn „Aanbid
ding der Wijzen" in de Uffizi is onvoltooid.
Zeer bekend zijn de schilderingen van Cor
reggio. Zijn uitbeelding van de geboorte is de
zuiverste poëzie, overgebracht op het doek. Als
wij echter zijn kostelijk schilderij uit Dresden
bezien, vragen wij ons af, of het niet te ly
risch, te onrustig is, te overdreven; er zijn geen
bezonkenheid en geen rhythme in. Was Cor
reggio niet te gevoelig voor uiterlijk schoon
zijner figuren, te zinnelijk en te verlangend,
zijn technisch meesterschap te toonen? Dat
brengt een valschen toon in dit bekende Kerst
mis-schilderstuk, dat echter toch nog een won
der is van schoonheid.
Er zou nog veel te zeggen zijn over andere
meesters, die Christus' geboorte ook op won
dermooie wijze hebben uitgebeeld. Wij denken
aan een Van der Weyden, een Murillo. Maar
wanneer wij ons hier beperken tot de Italia
nen, weten wij, dat wij reeds een duidelijk over
zicht, zij het in zeer groote trekken, gaven van
een ontwikkeling, die haar oorsprong vond in
de eenvoudige voorstelling in de St. Celsuskerk
van Milaan.
Kerstmis, het inrtfgste, liefelijkste, schoonste
feest van het gansche jaar! Het wordt gevierd
over geheel de wereld, natuurlijk op velerlei wij
zen. Wanneer wij die nagaan, zullen wij stuiten
op zoo sterke contrasten, dat wij het Kerst
feest, zooals wij het kennen, nauwelijks er in te
rug zien!
Het „Christmas" der Engelschen is en blijft
een vrij nuchter feest, de „Heilige Abend", zoo
als de Duitschers dien kennen, is voor de Brit
ten een vreemd begrip. Wel verzorgen de radio-
omroepen in Londen, Daventry, etc. hun „Kerst
programma", maar van een heerlijk, huiselijk
feest is in Engeland niet veel sprake en zeker
niet in de groote steden. Wat men in Engeland
als Kerstgebruiken kent, is doorgaans „geïmpor
teerd" en de Britten deen weinig moeite 't feest
een eigen karakter te geven. De eigenlijke, tra-
ditioneele beteekenis hangt samen met de mist
letoe, welke door de jongeren in hooge eere
wordt gehouden, om begrijpelijke redenen.