Lof en critiek voor minister Goselihg De vrees Chelsea schakelt Arsenal uit EERSTE KAMER OVER DE BEGROOTING DE ERFPACHTSKWESTIE IN DE HOOFDSTAD ----- - - - - ZONDAG 8 JANUARI 1939 De zaak Oss en de wilde bussen weer in het geding Toelating van Duitsche vluchtelingen Alweer Oss! Wilde bussen Handhaving van het gezag Politie TWEE VLIEGEN IN ÉÉN KLAP Autodief en gezocht meisje aangehouden Urk weer voorzien van levensmiddelen Von Geusau en Idonea bij het eiland aangekomen ONZE ZUIVEL NAAR AMERIKA Besprekingen over extra invoerrechten KORT GEDING OM EEN HOND Muilkorven van het dier geëischt Clearingkoersen B. en W. beantwoorden de vragen van het raadslid v. Wijck Niet Elte maar Elders! De gronduitgifte aan Venemans c.s. HET DRAMA TE KOOTWIJK Landbouwer gaat in cassatie Post voor Hr. Ms. „Sumatra" BINNENSCHEEPV AART RAMPEN De eerste uitspraken van de speciale commissie UNIVERSITEIT TE LEIDEN Nieuwe vleugel wordt 20 Januari in gebruik genomen MINISTER DE WILDE OOK NAAR ZWITSERLAND LAW NT EN NIS VINES NEEMT FRAAI REVANCHE Ditmaal werd Budge in drie sets geslagen SKI-SPORT CHRISTL CRANZ WINT IN PARIJS Lantschner eerste bij de heeren CUPVOETBAL IN ENGELAND Teleurstellende nederlaag van Charlton Athletic en een dito draw van de Villa Everton slaat Derby in eigen huis Match mevr. Roodzant- Musgrave -miss Herplaatsing wegens misstelling BEDDEN - TAPIJTEN - MEUBELEN Gevraagd te Amsterdam tegen 1 Maart: EEN CHEF-BEDIENDE bekend met bovengenoemde vakken en maken van begrootingen - Etaleeren en lakschrijven. Hij moet in staat zijn bij veel afwezigheid van den patroon de leiding op zich te nemen en met personeel kunnen omgaan. Aanv.sal. p. m. 150 Gld. -f- prov. Fr. br. m. opg. 1. betr., leeft., enz., onder lett. 1-B 19036, bur. v/d bl. Geheimh. verz. BILJARTEN EERSTE KLASSE KLEIN BILJART KADER Kampioenschap van Nederland AUTOMOBILISME Rallye Monte Carlo SCHAKEN Sterke bezetting van het tornooi te Margate NederlandEngeland te Den Haag Blijkens het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer over de Justitiebegrooting voor 1939 ver klaarden verscheidene leden den Minister geen lofte te kunnen brengen voor het door hem ge voerde beleid. Zij twijfelden geenszins aan 's ministers be kwaamheid, maar meenden, dat de resultaten van zijn beleid toch niet beantwoordden aan de bij zijn optreden gekoesterde verwachtingen, ncch zijn stelligheid van toon bevestiging vond in zijn daden. Met name achtten zij de rechtszekerheid en het gezag sedert het optreden van dezen be windsman niet te zijn verstevigd. In dit verband werd in het bijzonder gewezen op de „zaak Oss" tn de „wilde-bussen-quaestie". Wat voorts het terrein der wetgeving betreft, wachten, sinds langeren of korteren tijd tal van belangrijke onderwerpen op afdoening. Zoo bij voorbeeld het huwelijksvermogensrecht, het arbeidsrecht, de verplichte verzekering tegen de geldelijke gevolgen der wettelijke aansprakelijk heid, voortvloeiende uit het gebruik van motor rijtuigen, de inning van onbetwiste geldvorde ringen, de administratieve rechtspraak, het vreemdelingenrecht, een regeling van de zaak- waamemerij, het fiscale straf- en procesrecht, zoomede een technische herziening van bet burgerlijk wetboek. Enkele leden wezen op den onbevredigenden indruk, welken 's ministers optreden tegen de brigade Oss der koninklijke marechaussee, naar bleek tijdens de behandeling van deze zat^t in eerste instantie in hooger beroep, in breeden kring heeft gemaakt. Andere leden waren van oordeel, dat eene be spreking van het door den Minister te dezer zake geveerde beleid behoorde te worden uitge steld totdat de Tweede Kamer zich aan de hand van de door den Minister toegezegde nota nader over de zaak zou hebben uitgesproken. Verscheidene leden waren van oordeel, dat de door den Minister tegen zoogenaamde wilde autobusdiensten genomen maatregelen op een tijdstip, waarop een uitspraak van den Hoogen Raad kon worden verwacht, waarbij artikel 2 van het reglement autovervoer personen (R.A.P.) niet verbindend zou worden verklaard gelijk dan ook is geschied terecht ontstemming heeft gewekt. Het ten deze gevoerde beleid heeft niet bijgedragen tot versterking van het gezag. Naar de meening dezer leden had de regeering beter gedaan door, zoodra twijfel kwam te rijzen aan de verbindendheid van artikel 2 van het R.A.P., onmiddellijk de indiening van een ont- werp-noodwetje te bevorderen. Daardoor had kunnen worden voorkomen, dat het wilde-bus- bedrijf een dusdanigen omvang had genomen en zouden ondernemers en publiek niet in zóó sterke mate in hun verzet zijn gestijfd. Velen worden nu in hunne zij het dan niet gerecht vaardigde verwachtingen teleurgesteld. Enkele leden voegden aan het voorgaande toe. dat het huns inziens het departement niet tot eer strekt, de samenstelling van het RAPte hebben opgedragen aan een commissie, welke niet in staat bleek een reglement gereed te maken in overeenstemming met de wet, waarop het werd gebaseerd. Verschillende andere leden achtten 's minis ters optreden tegen de ondernemers der bedoelde busdiensten niet te laken. Teneindé de nakoming te verzekeren van de uitspraken van den pre sident der rechtbank te Amsterdam, was de mi nister wel verplicht de politie te instrueeren. Is de fout, zoo werd dezerzijds gevraagd, niet veel eer te zoeken bij het departement van Water staat, dan Dij dat van Justitie? Nog andere leden, die geneigd waren, deze vraag bevestigend te beantwoorden, meenden toch tegenover het door de zooeven aan het woord zijnde leden aangevoerde argument te moeten stellen, dat er ook andere rechterlijke uitspraken waren, dan de Amsterdamsche, en her alleen uit dien hoofde reeds de voorkeur zou hebben verdiend, indien de Minister het arrest van den Hoogen Raad had afgewacht. Overigens hadden deze leden er zich over ver wonderd, dat het mogelijk was. dat deze zaak zich toedroeg, als is geschied. Verscheidene leden verklaarden niet geheel te zijn voldaan over 's Ministers beleid ten aanzien van de handhaving van het gezag en zijn op treden tegen excessieve uitingen en extremisti sche stroomingen. Met aandrang bepleitten zij een zoo krachtig mogelijk optreden tegen anti-semietische uitin gen, opdat deze „nationale schande" binnen de engst mogelijke grenzen worde gehouden. Voorts werd van deze zijde aangedrongen op maatregelen ter voorkoming van een herhaling van overtreding van het uniformverbod door buitenlandsche groepen, welke deelnemen aan sport-evenementen in ons land. Zou een kleine aanvulling van de betreffende wetsbepaling hier niet de eenvoudigste oplossing kunnen brengen? Enkele leden meenden, dat de overheid bij gelegenheid van den terugkeer van vorenbedoel de vrijwilligers uit Spanje te ver is gegaan, met name doordat zelfs een maaltijd aan de terugkeerenden is verstrekt. Deze leden achtten een scherp toezicht op hun gestie noodzakelijk, daar zij te beschouwen zijn als een bolsjewis tisch weerkorps. Dezelfde leden meenden, dat in onvoldoende mate wordt opgetreden tegen uitlatingen in beleedigenden vorm over de nationaal socialis tische beweging. Zelfs indien hiervan aangifte wordt gedaan, aldus deze leden, blijft vaak ver volging achterwege. Tegen een zoodanige ver ruwing en ontaarding der politieke zeden dient huns Inziens de minister maatregelen te nemen. Tegenover deze klacht stelden andere leden als hun meening, dat er wel nauwelijks eenig ernstiger voorbeeld van verruwing en ontaarding in genoemd opzicht valt aan te wijzen, dan waarvan juist de pers die bewe ging in hare beleedigingen van groote volks groepen en personen onophoudelijk op de bru taalste wijze blijk geeft. Het was dan ook niet in de laatste plaats met het oog op het exces sief karakter van deze pers, dat tal van leden op verscherpte maatregelen aandrongen. Vreemdelingenrecht Verscheidene leden verklaarden, dat ook het beleid van den minister, ten aanzien van het toelaten van Duitsche vluchtelingen, vervolgd om der wille van politieke overtuiging, geloof of ras, hun geen volkomen voldoening ver mocht te schenken. Al stemden zij toe, dat tegen onbelemmerde toelating van vluch telingen in ons land groote oezwaren bestaan, zij meenden toch, dat het verstand aan de stem van het hart wel eens te veel het zwijgen oplegt. Tegenover zoo schrijnend leed moge vooral waar het kinderen geldt, aan ambtelijke voorschriften niet met te groote gestrengheid worden vastgehouden. In dit verband zouden bedoelde leden, gaarne vernemen hoevele vluchtelingen, volwassenen en kinderen, thans zijn toegelaten en hoe velen van hen bij familie onderdak hebben gevonden. Ge ïnformeerd werd verder hoe het staac met de inrichting van kampementen. Aangedrongen werd op den bouw van barakken aan grens stations, waar immigranten en transmigranten voor zeer korten tijd verblijf zouden kunnen houden, wanneer hun papieren niet geheel in orde zijn. Verschillende andere leden waren van oor deel, dat niet steeds voldoende begrip wordt getoond voor de groote moeilijkheden welkp zouden ontstaan, indien de regeering ten deze een andere gedragslijn had gevolgd en zou vol gen. Het is een eisch van zelfbehoud, slechts een zeer beperkte toelating Van vluchtelingen te doen plaats hebben. Niet alleen uit een oogpunt van algemeen belang, doch ook in ver band met de belangen van de Joodsche Neder landers in het bijzonder moet erop worden acht gegeven, dat zich geen te groot contingent van Duitsche Joden in ons land zal vestigen. De wenschelijkheid om spoedig te komen tot een goed geoutilleerd laboratorium werd met klem bepleit, vooral met het oog op een deug delijk schrift- en sectieonderzoek. Verscheidene leden meenden, dat ln het be lang van de verkeersveiligheid zoo krachtig mogelijk diende te worden opgetreden tegen overtreding van verkeersregelen. Zij vertrouw den. dat de minister in die richting werkzaam wilde zijn. Er is alleszins reden om ln bepaalde gevallen voorgoed pesturen van een motor rijtuig te verbieden. In verband met 's ministers mededeelingen in de Memorie van Antwoord op het voorloopig verslag der Tweede Kamer, zouden verschillen de leden gaarne vernemen hoever de zooge naamde rijkspolitie-commissie met haren arbeid is gevorderd. Naast den aandrang, welke werd uitgeoefend tot spoedige totstandkoming van een defini tieve regeling, werd de opmerking vernomen, dat het zeer te betreuren zou zijn, Indien in de positie van de koninklijke marechaussee, een korps met zulk eenen uitmuntenden staat van dienst, wijziging zou worden gebracht in dien zin, dat haar een deel harer taak zou worden ontnomen. Van andere zijne werd vooral ge wezen op het zeer weinig bevredigende van den huldigen toestand, waaïbij de twee korpsen, rijksveldwacht en marechaussee, zelfstandig tegenover elkander staan, en op de noodzake lijkheid eener voorziening ten deze. Vrijdagavond heeft de Haagsche politie in een café aan de Hobbemastraat te Den Haag aangehouden den 21-jarigen D. K„ uit Ede, wiens opsporing en aanhouding was verzocht door den commissaris van politie te Arnhem, in verband met een autodiefstal, acht dagen geleden aldaar gepleegd. De ontvreemde auto was inmiddels te Woudenberg teruggevonden. Ook de commissaris van politie te Ede had K.'s aanhouding verzocht wegens verduistering van een auto. In het gezelschap van K., die in particuliere auto's naar Den Haag was meegereden, trof de politie een 18-jarig meisje, L. van K„ uit Wageningen aan. waarvan eveneens, namens do ouders, opsporing was verzocht. Het meisje beweert van den autodiefstal niets af te weten. Beiden zijn op transport gesteld naar Arn hem. Zaterdagmiddag Dm 13.10 uur kwamen te Urk aan de postboot Jhr. Von Geusau en de motor boot Idonea, beide van de N.V. Urker Stoom boot maatschappij, die dien morgen om zeven uur van den VOssenwaard vertrokken waren. De twintig passagiers hadden den nacht aan boord doorgebracht. Ook de vracht van de beide booten bedroeg een aanzienlijke hoeveelheid: voor vier weken levensmiddelen en zestien zak ken post. Ofschoon de reis zes uur geduurd heeft, kan men, gezien de moeilijke omstandigheden, toch van een vlotten overtocht spreken. Dit is voor namelijk te danken aan de waakzaamheid van den vuurtorenwachter, di eden kapiteins Kioon van de Von Geusau en Van Dokkum van de Idonea regelmatig radiografisch aanwijzingen heeft gegeven omtrent den te volgen koers. Dr. P. N. Boekei, chef van de afdeeling mar garine, vet en olie der Zuivelcentrale, is, naar het Handelsblad verneemt, in opdracht van minister Steenberghe naar Amerika vertrokken, ten einde te Washington besprekingen te hou den met de regeering der Ver. Staten over de z.g. countervailing duties (extra-invoerrechten) op onze zuivelproducten. De uitgestelde - invoering daarvan wordt door Amerika gemo tiveerd met een verwijzing naar den Nerer- landschen veehouderij-steun, welke een dum pings-element' zou inhouden. Het in werking tre den dezer countervailing duties is kort geleden opgeschort in afwachting van een nader onder zoek naar den waren aard van onzen zuivel- steun De president van de Amsterdamsche recht bank heeft uitspraak gedaan in het kort ge ding tusschen een villabewoner van Crailoo (Blaricum) als eischer en diens buurman, die in het beizt is van een Duitsclien herdershond, die naar het oordeel van eischer gevaar ople vert voor de omgeving, als gedaagde. De villabewoner had herhaaldelijk over den hond geklaagd en hij vreesde, dat, daar reeds enkele personen door het dier zijn aangevallen, ook zijn 5-jarig dochtertje zou worden gebeten. In kort geding vroeg hij daarom van» den pre sident een bevel om het dier te muilkorven met oplegging van een dwangsom van, f 100 voor iedere overtreding van dit verbod. De president weigerde echter de gevraagde voorziening, daar hij zich onbevoegd achtte, om dat hetgeen eischer vordert geen voorziening bii voorraad is. Bovendien acht de president het twijfelach tig of in dezen recht van eischer aanwezig is om de onderhavige vordering bij den gewonen rech ter te doen geldig maken. Koersen voor stortingen op 9 Januari 1939 te gen verplichtingen luidende in Reichsmarken 73.79, lires 9,66. In antwoord op vragen van het Amsterdam sche raadslid mr. Van Wijck betreffende het onderzoek in de erfpachtskwestie, deelt het col lege van B. en V/. der gemeente mede, dat het van bedoeld artikel in het ochtendblad van de „Telegraaf" van 6 Januari heeft kennis ge nomen. In verband hiermede verwijzen B. en W. naar het door den wethouder De Miranda op 6 Jan. j.l. aan de bladen verstrekte communiqué, het welk in de avondedities van dien datum is op genomen. Zij voegen hieraan toe, dat hun tot Vrijdag van een justitieel onderzoek niets be kend was, dat zij ook thans nog geen kennis dragen van het tijdstip, waarop bedoeld onder zoek is begonnen, en evenmin van den omvang daarvan. De mededeeling in het artikel, dat de dienst der publieke werken zich buiten den wet houder om tot het college van Burgemeester en Wethouders heeft gewend, is niet juist. B. en W. kunnen geen inlichtingen ver strekken omtrent den stand van het onder zoek door de rijksrecherche en omtrent de tot nu toe verkregen resultaten daarvan. De burgemeester heeft den raad bijeen geroepen tegen Woensdag 11 Januari. Het antwoord op de vraag, of B. en W. kunnen erkennen, dat vaak gronden werden toegewezen aan een kring van lieden, die blijkbaar een zekere voorkeur genoten, luidt volstrekt ontkennend. Naar aanleiding van het bericht, dat de heer Elte geen relaties onderhoudt met den heer Gulden, heeft bedoeld raadslid aan het Volk het volgende medegedeeld. Het betreft hier inderdaad een vergissing mijnerzijds. Bij het opnoemen van dit rijtje namen van menschen, die twintig, dertig jaar geleden bij mij hebben gewerkt, heb ik den naam van den heer Elte te Alkmaar neerge schreven, terwijl ik een naam met een derge- lijken klank, n.l. den heer Elders bedoelde, die toentertijd naar Bergen is vertrokken. Het Zaterdagavondblad van „De Standaard" geeft de volgende interessante bijzonderheden over de gronduitgifte aan Venemans c.s.: „Bij nadere informatie is ons gebleken, dat de bona-fide bouwers Venemans c.s. den grond in Zuid, waarover het gaat in de beschuldiging van de „Tel." aan het adres van wethouder De Miranda en zijn zoon, inderdaad tegen den nor malen canon direct van de Gemeente hebben gekregen. De heer Fuldauer heeft daarbij echter zijn bemiddeling verleend en heeft daarvoor'ont vangen de zooals het in bouwerskringen heet „normale provisie". Dat de bona-fide bouwers bij het verkrij gen van grond der Gemeente het optreden van zulk een tusschenpersoon „normaal" achten, is ons bij ons onderzoek nog weer eens bevestigd, toen wij vernamen van bona fide bouwers, die in de laatste 15 jaren regelmatig elk jaar in Amsterdam gebouwd hebben, doch wien het in die jaren slechts tweemaal gelukt is den grond direct van de Gemeente te verkrijgen, terwijl zij in alle andere gevallen zich van een tusschenper soon hebben moeten bedienen. Waar de handel in erfpachtsgrond blijkbaar zoo inhaerent is aan het stelsel van gronduit gifte, zooals dit bij de Gemeente Amsterdam bestaat, is er toch alle reden de kwestie der gronduitgifte grondig te herzien en te bespreken en zoo noodig radicaal te wijzigen." op 22, 23, 24 en 26 Januari, naar Genua op 31 Januari, 1, 2,.3, 4 en 6 Februari, naar Cag- liari op 13 en 17 Februari, naar Palermo op 21, 22, 23 en 24 Februari, naar Venetië op 1 t/m. 6 Maart, naar Patras op 7 t/m. 11 Maart, naar Gibraltar op 15 en 22 Maart. De stukken, ont vangen na de verzending op 22 Maart, worden naar Den Helder doorgezonden. Correspondentie voor Hr. Ms. Sumatra moet gefrankeerd worden volgens internationaal ta rief en voorzien zijn van twee elkaar snijdende lijnen over het geheele adres. Naar wij vernemen heeft de landbouwer M. B. te Kootwijk gemeente Apeldoorn cassatie aan- geteekend tegen het arrest van het gerechtshof te Arnhem, waarbij hij werd veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf wegens zware mishan deling van mr. H. B. ten C„ advocaat en grond bezitter te Kootwijk. Zooals men zich zal herinneren had ver dachte in April j.l. den heer B. ten C., waar mede hij ruzie had over een weg, met een greep op het hoofd geslagen en levensgevaar lijk verwond. De rechtbank te Zutphen had overwogen, dat met het oog op den ernst van het feit, doch ook op de omstandigheden waaronder het is gepleegd, in verband ook met het zeer gunstig verleden van verdachte, met het opleggen eener voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maan den kon worden volstaan. Tegen die uitspraak was de officier van justitie in hooger beroep gekomen, met het reeds vermelde gevolg. Voor Hr. Ms. kruiser „Sumatra" zullen de vol gende brievenmalen worden verzonden: naar Oran op 13 en 14 Januari, naar Valeta (Malta) Zou er wel iemand zijn, die met volkomen overtuiging durft tegen te spreken, dat in de zen tijd de vrees de meest vóórkomende ziekte is? Ik geloof het niet; maar dat neemt niet weg, dat men met recht kan vragen, of het niet heel vreemd is, en ongewoon, dat de vrees zulk een macht over de menschen krijgt. En wanneer het vreemd en ongewenscht is, dan is het misschien ook wel niet waar, of althans onwaarschijnlijk, want wfj- zijn allen min of meer zeker, dat de menschheid vrijwel altijd dezelfde geweest is. Hier is dus reden tot een historische beschouwing, waaruit zou kunnen blijken, dat er altijd vrees geweest is; alleen tegenwoordig meer dan vroeger. Welnu, men zegt zeker niet te veel, wanneer men beweert, dat het streven, zonder vrees te leven, altijd een van de allervoornaamste mo tieven geweest is, zoowel van wijsbegeerte, mo raal, godsdienst als ten slotte ook van elke soort levenskunst. In de Griekseh-Romeinsche Oudheid was de Stoïcijnsche philosophie de eenige, die populair genoemd mocht worden; het was een uitge breide, eeuwen lang durende beweging met hoofdleeraars, onderwijzers en als men het zoo zeggen mag zielzorgers. Het was in de eerste plaats een school van moraal of levens kunst, en zij streefde in de eerste plaats naar de ataraxia, d.w.z. kalmte, vreezeloosheid, gelijk moedigheid. Met het Boeddhisme is het niet veel anders gesteld: dat was er in de eerste plaats op uit het lijden te ontvluchten, en zelfs het bestaan; zóó was het mogelijk om zonder vrees te leven. In deze Oostersche philo sophie was de passiviteit misschien wel ten top gedreven. Echter ook in de Chineesche philosophie en moraal van het Taoïsme speelde net streven naar leven zonder vrees een aller eerste rol. Hetzelfde kan gezegd worden van Luther en Calvijn; ook thans nog meenen de protestan ten, dat de hervormde leer dit vóór heeft op de katholieke leer, dat zij heilszekerheid geeft, m. a. w. zekerheid gered te worden. Luther en Calvijn geloofden beiden in een soort noodlot (misschien mag men het een Christelijk nood lot noemen); elke mensch is volgens hen vóór- bestemd, hetzij zalig, hetzij verdoemd te worden; en daaraan is niets te veranderen. Nu is het duidelijk, dat voor iemand, die scru puleus is en nooit weet, hoe het met hem staat, dit in zekeren zin een opluchting is. Maar dan komt er nog bij, dat iedereen, die gelooft, zalig wordt; welnu op deze wijze is dan de vrees overwonnen; dezelfde vrees, die Luther zoo benauwd maakte. Wij weten natuurlijk heel goed, dat de protestanten daaruit niet de volle consequentie getrokken hebben; ik meen althans, dat er wel zeer weinigen geweest zullen zijn, die zich strikt aan het artikel hielden, dat het geloof alleen voldoende is, en dat de levenswijze en moraal er verder niet op aan kwamen. Prac- tisch zullen verreweg de meesten ook geloo- ven en geloofd hebben in de noodzakelijkheid van een godvruchtig leven, maar dit neemt met weg, dat nochtans de protestanten het als een voordeel van hunne leer beschouwen, dat deze de heilszekerheid geeft. Er zijn in den loop der geschiedenis golven van vrees over de menschheid geslagen; kort voor de reformatie was izulk een tijd, dat groote scharen menschen, door vrees voor ver doemenis gedreven, van de eene stad naar de andere trokken, terwijl zij zich zelf geeselden. Vlak vóór den val van het Fransche koning schap ging er een golf van vrees door het Fransche volk (la grande peur)want het be greep, dat de eeuwenlangen wereldorde ge schokt werd. Er zijn menschen, die gewend zijn, zich hals over kop aan de vrees over te geven; het schijnt alsof zij meenen, dat het een pure on mogelijkheid is, daaraan te weerstaan. Maar dat is niet juist; er bestaan zeer vele men schen met groote courage, die een leVen lang van armoede en zorg met kalmte en opge wektheid, en in 't geheel niet wanhopig, door leven. Nog sterker, er zijn menschen, die van nature uitermate vreesachtig zijn, en toch tot de meest beroemde dapperen der geschiedenis behooren. Zoo was b.v. Eugenius van Savoye (1663—1736), van nature zou men zeggen, een man des vredes, kunstzinnig, vriende'ijk, be zorgd voor anderen, een echt organisator, maar toch de grootste veldheer van Oostenrijk, en de man, die de macht der Turken in Europa definitief ten val bracht. Hij beefde en sidderde voor eiken veldslag. Hetzelfde was het geval bij Napoleon's maarschalk Ney „den dappere onder de dapperen" en God weet, met hoevele anderen. Ook de vrees voor den dood is lang niet zoo algemeen verbreid als sommige menschen wel denken; ja, ik heb zelfs door een zeer wijs man hooren zeggen, dat de vrees voor den dood niet normaal is. Ik geloof, dat dit waar is, ech ter alleen voor menschen, die, in het algemeen gesproken, een zuiver geweten hebben. Met dat al behoort de vrees tot de normale menschelijke instincten, wanneer men het maar goed begrijpt. Wanneer iemand zegt: ik vrees, dat vannacht de waterleiding bevriest, dan is dat in 't geheel geen vrees. Wanneer hij ech ter werkelijk bang wordt voor de koude, of het ongemak, of de kosten, en vreest daar niet tegen op te kunnen, dan is de zaak anders. De scholastieke wijsbegeerte beschouwt de vrees als een tusschendmg; in den normalen afloop van de menschelijke instincten eindigt alles met vreugde of droefheid. Iemand wenscht iets te hebben, spant zich in, en verkrijgt het: vreugde is zijn deel. Of iemand vreest iets te zullen ondergaan, hij spant zich in, en over wint; vreugde is ook zijn deel. Of hij wordt overwonnen en dan is hij bedroefd. Tegen deze voorstelling van zaken is niets in te brengen; daaruit blijkt, dat het abnormaal is, in de vrees te blijven steken. De vrees is iets, waar men uit vandaan moet, soms vlugger en soms langzamer, maar het is abnormaal als het een blijvende toestand wordt. Men moet dus strij den of verlies nemen. De vraag, die alles beheerscht, n.l. waarom sommige, zelfs vele menschen op abnormale wijze in de vrees blijven steken, vindt dus haar natuurlijk antwoord hierin, dat zij niet kun nen strijden (1), of geen verlies kunnen ne men (2), of geen van beide kunsten ver staan (3) Nu bestaan er in dit punt soms misvattingen. Er zijn menschen, die zeggen, dat men steeds moet strijden; en er zijn er ook, die zeggen, dat men terstond verlies moet nemen; welnu, deze twee meeningen komen merkwaardigerwijze in één enkel punt overeen, n.l. dat iemand, die de kunst van strijden verstaat, de kunst van lijden niet verstaat, en dat eveneens iemand, die de kunst van lijden en ondergaan verstaat, niet strijdbaar is. Voorbeelden zijn het best te zien by huismoeders: er zijn er, die steeds vechten en kijven, en'er zijn er, die laks en slordig, te vreden en lui zijn en zeggen: er is toch niets aan te doen. De waarheid echter is, dat de kunsten van strijden en lilden gelijk opgaan: en hier ligt ook de Christelijke oplossing van de over winning van de vrees. Want ook de leer van het Evangelie leert ons zonder vrees te leven, niet echter door als houten klazen alles zonder weerstand te ondergaan, maar wel door de vrees te overwinnen met strijden en lijden tegelijk en het geduld; en het geduld is vreugde in het lijden. Het schijnt een zeer subtiele en inge wikkelde kwestie, nochtans is het een levende werkelijkheid in het dagelijksche christelijke leven. Ik wil hierop later doorgaan. dr. TH. H. SCHLICHTING De commissie, bedoeld in artikel 2 van de binnenvaartrampenwet, heeft thans haar eerste uitspraken bekend gemaakt, welke zijn ver schenen als bijvoegsel van de Nederlandsche Staatscourant. Het betreft op de eerste plaats de ramp van het motorsqhip Maria II in den nacht van 3 op 4 October 1938 op het Braasemermeer, waar bij twee opvarenden om het leven zijn geko men. Voorts geeft de commissie haar meening over de ramp van de Jonge Jan III, een tjalk- schip, dat op het Bergumermeer tijdens de reis in den beurtdienst Groningen-Leeuwarden is gezonken. Vrijdag 20 Januari zal te Leiden de- nieuwe vleugel van het academiegebouw plechtig wor den ingewijd. Te 14.30 uur zal een bijeenkomst voor genoodigden en studenten in het groot auditorium worden gehouden, waarna gelegen heid bestaat tot bezichtiging van het gebouw. De minister van Financiën, mr. J. A. de Wilde, die Zaterdag in stilte zijn zestigsten verjaardag vierde, gaat a.s. Dinsdag voor een tiental dagen met verlof naar Klosters in Zwit serland, waar ook dr. Colijn thans vertoeft Na twee matches van de tournée verloren te hebben, won Ellsworth Vines de derde in straight sets met 63, 63, 64. Op den tweeden dag van de wedstrijden om den grooten prijs der Skiclub van Parijs, werd de slalom geloopen. De uitslagen luiden: 1. H. Lantschner (Duitschland) 1 min. 47 sec. (53 en 54 sec.); 2. Walch (Duitschland) 1 min. 50,2 sec. (55,6 en 54,6)3. Rudi Cranz (Duitschland) en James Couttet (Frankrijk* beiden 1 min. 51 sec. Combinatie heeren: 1. Lantschner 477,72 pnt., 2. Walch (Duitschland) 477,15 pnt.; 3. Couttet 476,49 pnt.; 4. Haro Cranz (Duitschland) 468,64 pnt.; 5. Rudi Cranz 467,25 pnt. Slalom dames: 1. Christl Cranz (Duitschland) 2 min. 6,2 sec., (1. min. 3,6 sec. en 1 min. 2,6); 2. Loulou Boullaz (Zwitserland) 2 min 17,2 sec. Combinatie: 1. Cristl Cranz 480 punten; 2. Loulou Boullaz 464,12 pnt.; 3. De Fressange (Frankrijk) 455,5 pnt. De uitslagen van de wedstrijden, gespeeld in de derde ronde van het tournooi om de Cup, luiden Sheffield WednesdayYeovil Petters Un. 11 Westbromwich AlbionManchester United 00 PortsmouthLincoln City 40 BrentfordNewcastle United 02 Liverpool-Luton Town 3—0 BamsleyStockport County 12 ChesterCoventry City 10 Derby CountyEverton 01 Blackburn RoversSwansea To- 20 ChelseaArsenal 21 SunderlandPlymouth Argyle 3—0 Aston VillaIpswich Town 11 Newport CountyWalsall 0—2 Queen's Park RangersWest-ham United 12 Leicester City—Stoke City 11 RuncornPreston Northend 2—4 Tottenham HotspurWatford 71 Chelmsford CityCharlton Athletic 10 ChesterfieldSouthend United 11 gestaakt Wolverhampton Wanderers—Bradford 31 FulhamBury 60 BlackpoolSheffield United 12 MiddlesbroughBolton Wanderers 0—0 Notts CountyBurnley 31 BirminghamHalifax Town 20 300 32 34 9 37 257 32 28 8.03 300 24 63 12.50 269 24 64 11.20 300 15 86 20 128 15 55 8.53 238 25 37 9.52 300 25 63 12.— de Vrijdagavond gespeelde Bornkamp 300 15 55 20.— Koehler 206 15 52 13.73 Metz 300 25 46 12.— Steffers 221 25 46 8.84 Eriejer 300 24 46 12.50 Van der Jogt 244 24 41 10.16 Heemskerk 300 34 66 8.82 Groeneveld 247 34 24 7.26 Vrijdagmiddag werden te Haarlem de eersts partijen gespeeld om het eerste klasse kampioen schap van Nederland klein biljart, kader. De uitslagen dezer partijen luiden: G. Heemskerk B. H. Bornkamp J. Steffers M. van der Jogt K. Koehler J. Grbeneveld W S. Briejer G. W. Metz partijen luiden: Na Gatsonides is thans een tweede Neder- landsch team, bestaande uit Cornelius en Buyze, te Boedapest aangekomen. Van Frankfort tot Boedapest had men zeer veel last van sneeuw, ijs en mist. De gemiddelde snelheid was moei lijk te bereiken. Vandaag hopen de beide teams samen tot Belgrado te rijden. Naar wij vernemen zal het jaarlijksche tour nooi te Margate, in April as., zeer sterk bezet zijn. Capablanca neemt definitief deel, terwijl verder Keres, Botwinnik, Flohr en Simonson (VS.), een uitnoodiging zullen ontvangen. Dit vijftal wordt aangevuld met Engelsche spelers. Landau wordt als eerste reserve voor dit tour nooi genoemd. De jaarlijksche landen wedstrijd tusschen Nederland en Engeland zal op 28 en 29 Mei (Pinksteren), te Den Haag worden gespeeld. Naar wij vernemen zal dezer dagen te Londen een match aanvangen tusschen de kampioene ■van Engeland, Miss Musgrave en onze land- genoote, mevr. Roodzant uit Rotterdam, kam pioene van Nederland. Miss Musgrave eindigde n het tournooi te Hastings, spelende in dezeli- ie groep als onze landgenoote, als negende.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 6