Lof en critiek voor minister
Goselihg
De vrees
Chelsea schakelt
Arsenal uit
EERSTE KAMER OVER
DE BEGROOTING
DE ERFPACHTSKWESTIE
IN DE HOOFDSTAD
----- - - - -
ZONDAG 8 JANUARI 1939
De zaak Oss en de wilde bussen
weer in het geding
Toelating van Duitsche
vluchtelingen
Alweer Oss!
Wilde bussen
Handhaving van het gezag
Politie
TWEE VLIEGEN IN ÉÉN KLAP
Autodief en gezocht meisje
aangehouden
Urk weer voorzien van
levensmiddelen
Von Geusau en Idonea bij het
eiland aangekomen
ONZE ZUIVEL NAAR
AMERIKA
Besprekingen over extra
invoerrechten
KORT GEDING OM EEN HOND
Muilkorven van het dier geëischt
Clearingkoersen
B. en W. beantwoorden de vragen
van het raadslid v. Wijck
Niet Elte maar Elders!
De gronduitgifte aan
Venemans c.s.
HET DRAMA TE KOOTWIJK
Landbouwer gaat in cassatie
Post voor Hr. Ms. „Sumatra"
BINNENSCHEEPV AART
RAMPEN
De eerste uitspraken van de
speciale commissie
UNIVERSITEIT TE LEIDEN
Nieuwe vleugel wordt 20 Januari
in gebruik genomen
MINISTER DE WILDE OOK
NAAR ZWITSERLAND
LAW NT EN NIS
VINES NEEMT FRAAI
REVANCHE
Ditmaal werd Budge in drie sets
geslagen
SKI-SPORT
CHRISTL CRANZ WINT
IN PARIJS
Lantschner eerste bij de heeren
CUPVOETBAL IN ENGELAND
Teleurstellende nederlaag van
Charlton Athletic en een dito
draw van de Villa
Everton slaat Derby
in eigen huis
Match mevr. Roodzant-
Musgrave
-miss
Herplaatsing wegens misstelling
BEDDEN - TAPIJTEN - MEUBELEN
Gevraagd te Amsterdam tegen 1 Maart:
EEN CHEF-BEDIENDE
bekend met bovengenoemde vakken en
maken van begrootingen - Etaleeren en
lakschrijven. Hij moet in staat zijn bij
veel afwezigheid van den patroon
de leiding op zich te nemen en met personeel kunnen omgaan.
Aanv.sal. p. m. 150 Gld. -f- prov. Fr. br. m. opg. 1. betr., leeft.,
enz., onder lett. 1-B 19036, bur. v/d bl. Geheimh. verz.
BILJARTEN
EERSTE KLASSE KLEIN
BILJART KADER
Kampioenschap van Nederland
AUTOMOBILISME
Rallye Monte Carlo
SCHAKEN
Sterke bezetting van het tornooi
te Margate
NederlandEngeland te
Den Haag
Blijkens het Voorloopig Verslag der Eerste
Kamer over de Justitiebegrooting voor 1939 ver
klaarden verscheidene leden den Minister geen
lofte te kunnen brengen voor het door hem ge
voerde beleid.
Zij twijfelden geenszins aan 's ministers be
kwaamheid, maar meenden, dat de resultaten
van zijn beleid toch niet beantwoordden aan de
bij zijn optreden gekoesterde verwachtingen,
ncch zijn stelligheid van toon bevestiging vond
in zijn daden.
Met name achtten zij de rechtszekerheid en
het gezag sedert het optreden van dezen be
windsman niet te zijn verstevigd. In dit verband
werd in het bijzonder gewezen op de „zaak Oss"
tn de „wilde-bussen-quaestie".
Wat voorts het terrein der wetgeving betreft,
wachten, sinds langeren of korteren tijd tal van
belangrijke onderwerpen op afdoening. Zoo bij
voorbeeld het huwelijksvermogensrecht, het
arbeidsrecht, de verplichte verzekering tegen de
geldelijke gevolgen der wettelijke aansprakelijk
heid, voortvloeiende uit het gebruik van motor
rijtuigen, de inning van onbetwiste geldvorde
ringen, de administratieve rechtspraak, het
vreemdelingenrecht, een regeling van de zaak-
waamemerij, het fiscale straf- en procesrecht,
zoomede een technische herziening van bet
burgerlijk wetboek.
Enkele leden wezen op den onbevredigenden
indruk, welken 's ministers optreden tegen de
brigade Oss der koninklijke marechaussee, naar
bleek tijdens de behandeling van deze zat^t in
eerste instantie in hooger beroep, in breeden
kring heeft gemaakt.
Andere leden waren van oordeel, dat eene be
spreking van het door den Minister te dezer
zake geveerde beleid behoorde te worden uitge
steld totdat de Tweede Kamer zich aan de
hand van de door den Minister toegezegde nota
nader over de zaak zou hebben uitgesproken.
Verscheidene leden waren van oordeel, dat de
door den Minister tegen zoogenaamde wilde
autobusdiensten genomen maatregelen op een
tijdstip, waarop een uitspraak van den Hoogen
Raad kon worden verwacht, waarbij artikel 2
van het reglement autovervoer personen (R.A.P.)
niet verbindend zou worden verklaard gelijk
dan ook is geschied terecht ontstemming
heeft gewekt. Het ten deze gevoerde beleid heeft
niet bijgedragen tot versterking van het gezag.
Naar de meening dezer leden had de regeering
beter gedaan door, zoodra twijfel kwam te rijzen
aan de verbindendheid van artikel 2 van het
R.A.P., onmiddellijk de indiening van een ont-
werp-noodwetje te bevorderen. Daardoor had
kunnen worden voorkomen, dat het wilde-bus-
bedrijf een dusdanigen omvang had genomen en
zouden ondernemers en publiek niet in zóó
sterke mate in hun verzet zijn gestijfd. Velen
worden nu in hunne zij het dan niet gerecht
vaardigde verwachtingen teleurgesteld.
Enkele leden voegden aan het voorgaande toe.
dat het huns inziens het departement niet tot
eer strekt, de samenstelling van het RAPte
hebben opgedragen aan een commissie, welke
niet in staat bleek een reglement gereed te
maken in overeenstemming met de wet, waarop
het werd gebaseerd.
Verschillende andere leden achtten 's minis
ters optreden tegen de ondernemers der bedoelde
busdiensten niet te laken. Teneindé de nakoming
te verzekeren van de uitspraken van den pre
sident der rechtbank te Amsterdam, was de mi
nister wel verplicht de politie te instrueeren. Is
de fout, zoo werd dezerzijds gevraagd, niet veel
eer te zoeken bij het departement van Water
staat, dan Dij dat van Justitie?
Nog andere leden, die geneigd waren, deze
vraag bevestigend te beantwoorden, meenden
toch tegenover het door de zooeven aan het
woord zijnde leden aangevoerde argument te
moeten stellen, dat er ook andere rechterlijke
uitspraken waren, dan de Amsterdamsche, en
her alleen uit dien hoofde reeds de voorkeur zou
hebben verdiend, indien de Minister het arrest
van den Hoogen Raad had afgewacht.
Overigens hadden deze leden er zich over ver
wonderd, dat het mogelijk was. dat deze zaak
zich toedroeg, als is geschied.
Verscheidene leden verklaarden niet geheel te
zijn voldaan over 's Ministers beleid ten aanzien
van de handhaving van het gezag en zijn op
treden tegen excessieve uitingen en extremisti
sche stroomingen.
Met aandrang bepleitten zij een zoo krachtig
mogelijk optreden tegen anti-semietische uitin
gen, opdat deze „nationale schande" binnen de
engst mogelijke grenzen worde gehouden.
Voorts werd van deze zijde aangedrongen op
maatregelen ter voorkoming van een herhaling
van overtreding van het uniformverbod door
buitenlandsche groepen, welke deelnemen aan
sport-evenementen in ons land. Zou een kleine
aanvulling van de betreffende wetsbepaling hier
niet de eenvoudigste oplossing kunnen brengen?
Enkele leden meenden, dat de overheid bij
gelegenheid van den terugkeer van vorenbedoel
de vrijwilligers uit Spanje te ver is gegaan,
met name doordat zelfs een maaltijd aan de
terugkeerenden is verstrekt. Deze leden achtten
een scherp toezicht op hun gestie noodzakelijk,
daar zij te beschouwen zijn als een bolsjewis
tisch weerkorps.
Dezelfde leden meenden, dat in onvoldoende
mate wordt opgetreden tegen uitlatingen in
beleedigenden vorm over de nationaal socialis
tische beweging. Zelfs indien hiervan aangifte
wordt gedaan, aldus deze leden, blijft vaak ver
volging achterwege. Tegen een zoodanige ver
ruwing en ontaarding der politieke zeden dient
huns Inziens de minister maatregelen te nemen.
Tegenover deze klacht stelden andere
leden als hun meening, dat er wel nauwelijks
eenig ernstiger voorbeeld van verruwing en
ontaarding in genoemd opzicht valt aan te
wijzen, dan waarvan juist de pers die bewe
ging in hare beleedigingen van groote volks
groepen en personen onophoudelijk op de bru
taalste wijze blijk geeft. Het was dan ook niet
in de laatste plaats met het oog op het exces
sief karakter van deze pers, dat tal van leden
op verscherpte maatregelen aandrongen.
Vreemdelingenrecht
Verscheidene leden verklaarden, dat ook het
beleid van den minister, ten aanzien van het
toelaten van Duitsche vluchtelingen, vervolgd
om der wille van politieke overtuiging, geloof
of ras, hun geen volkomen voldoening ver
mocht te schenken. Al stemden zij toe, dat
tegen onbelemmerde toelating van vluch
telingen in ons land groote oezwaren bestaan,
zij meenden toch, dat het verstand aan de
stem van het hart wel eens te veel het zwijgen
oplegt. Tegenover zoo schrijnend leed moge
vooral waar het kinderen geldt, aan ambtelijke
voorschriften niet met te groote gestrengheid
worden vastgehouden.
In dit verband zouden bedoelde leden, gaarne
vernemen hoevele vluchtelingen, volwassenen en
kinderen, thans zijn toegelaten en hoe velen van
hen bij familie onderdak hebben gevonden. Ge
ïnformeerd werd verder hoe het staac met de
inrichting van kampementen. Aangedrongen
werd op den bouw van barakken aan grens
stations, waar immigranten en transmigranten
voor zeer korten tijd verblijf zouden kunnen
houden, wanneer hun papieren niet geheel in
orde zijn.
Verschillende andere leden waren van oor
deel, dat niet steeds voldoende begrip wordt
getoond voor de groote moeilijkheden welkp
zouden ontstaan, indien de regeering ten deze
een andere gedragslijn had gevolgd en zou vol
gen. Het is een eisch van zelfbehoud, slechts
een zeer beperkte toelating Van vluchtelingen
te doen plaats hebben. Niet alleen uit een
oogpunt van algemeen belang, doch ook in ver
band met de belangen van de Joodsche Neder
landers in het bijzonder moet erop worden acht
gegeven, dat zich geen te groot contingent van
Duitsche Joden in ons land zal vestigen.
De wenschelijkheid om spoedig te komen tot
een goed geoutilleerd laboratorium werd met
klem bepleit, vooral met het oog op een deug
delijk schrift- en sectieonderzoek.
Verscheidene leden meenden, dat ln het be
lang van de verkeersveiligheid zoo krachtig
mogelijk diende te worden opgetreden tegen
overtreding van verkeersregelen. Zij vertrouw
den. dat de minister in die richting werkzaam
wilde zijn. Er is alleszins reden om ln bepaalde
gevallen voorgoed pesturen van een motor
rijtuig te verbieden.
In verband met 's ministers mededeelingen
in de Memorie van Antwoord op het voorloopig
verslag der Tweede Kamer, zouden verschillen
de leden gaarne vernemen hoever de zooge
naamde rijkspolitie-commissie met haren arbeid
is gevorderd.
Naast den aandrang, welke werd uitgeoefend
tot spoedige totstandkoming van een defini
tieve regeling, werd de opmerking vernomen,
dat het zeer te betreuren zou zijn, Indien in de
positie van de koninklijke marechaussee, een
korps met zulk eenen uitmuntenden staat van
dienst, wijziging zou worden gebracht in dien
zin, dat haar een deel harer taak zou worden
ontnomen. Van andere zijne werd vooral ge
wezen op het zeer weinig bevredigende van den
huldigen toestand, waaïbij de twee korpsen,
rijksveldwacht en marechaussee, zelfstandig
tegenover elkander staan, en op de noodzake
lijkheid eener voorziening ten deze.
Vrijdagavond heeft de Haagsche politie in
een café aan de Hobbemastraat te Den Haag
aangehouden den 21-jarigen D. K„ uit Ede,
wiens opsporing en aanhouding was verzocht
door den commissaris van politie te Arnhem,
in verband met een autodiefstal, acht dagen
geleden aldaar gepleegd. De ontvreemde auto
was inmiddels te Woudenberg teruggevonden.
Ook de commissaris van politie te Ede had
K.'s aanhouding verzocht wegens verduistering
van een auto.
In het gezelschap van K., die in particuliere
auto's naar Den Haag was meegereden, trof
de politie een 18-jarig meisje, L. van K„ uit
Wageningen aan. waarvan eveneens, namens
do ouders, opsporing was verzocht. Het meisje
beweert van den autodiefstal niets af te weten.
Beiden zijn op transport gesteld naar Arn
hem.
Zaterdagmiddag Dm 13.10 uur kwamen te Urk
aan de postboot Jhr. Von Geusau en de motor
boot Idonea, beide van de N.V. Urker Stoom
boot maatschappij, die dien morgen om zeven
uur van den VOssenwaard vertrokken waren.
De twintig passagiers hadden den nacht aan
boord doorgebracht. Ook de vracht van de beide
booten bedroeg een aanzienlijke hoeveelheid:
voor vier weken levensmiddelen en zestien zak
ken post.
Ofschoon de reis zes uur geduurd heeft, kan
men, gezien de moeilijke omstandigheden, toch
van een vlotten overtocht spreken. Dit is voor
namelijk te danken aan de waakzaamheid van
den vuurtorenwachter, di eden kapiteins Kioon
van de Von Geusau en Van Dokkum van de
Idonea regelmatig radiografisch aanwijzingen
heeft gegeven omtrent den te volgen koers.
Dr. P. N. Boekei, chef van de afdeeling mar
garine, vet en olie der Zuivelcentrale, is, naar
het Handelsblad verneemt, in opdracht van
minister Steenberghe naar Amerika vertrokken,
ten einde te Washington besprekingen te hou
den met de regeering der Ver. Staten over de
z.g. countervailing duties (extra-invoerrechten)
op onze zuivelproducten. De uitgestelde -
invoering daarvan wordt door Amerika gemo
tiveerd met een verwijzing naar den Nerer-
landschen veehouderij-steun, welke een dum
pings-element' zou inhouden. Het in werking tre
den dezer countervailing duties is kort geleden
opgeschort in afwachting van een nader onder
zoek naar den waren aard van onzen zuivel-
steun
De president van de Amsterdamsche recht
bank heeft uitspraak gedaan in het kort ge
ding tusschen een villabewoner van Crailoo
(Blaricum) als eischer en diens buurman, die
in het beizt is van een Duitsclien herdershond,
die naar het oordeel van eischer gevaar ople
vert voor de omgeving, als gedaagde.
De villabewoner had herhaaldelijk over den
hond geklaagd en hij vreesde, dat, daar reeds
enkele personen door het dier zijn aangevallen,
ook zijn 5-jarig dochtertje zou worden gebeten.
In kort geding vroeg hij daarom van» den pre
sident een bevel om het dier te muilkorven met
oplegging van een dwangsom van, f 100 voor
iedere overtreding van dit verbod.
De president weigerde echter de gevraagde
voorziening, daar hij zich onbevoegd achtte, om
dat hetgeen eischer vordert geen voorziening
bii voorraad is.
Bovendien acht de president het twijfelach
tig of in dezen recht van eischer aanwezig is om
de onderhavige vordering bij den gewonen rech
ter te doen geldig maken.
Koersen voor stortingen op 9 Januari 1939 te
gen verplichtingen luidende in Reichsmarken
73.79, lires 9,66.
In antwoord op vragen van het Amsterdam
sche raadslid mr. Van Wijck betreffende het
onderzoek in de erfpachtskwestie, deelt het col
lege van B. en V/. der gemeente mede, dat het
van bedoeld artikel in het ochtendblad van de
„Telegraaf" van 6 Januari heeft kennis ge
nomen.
In verband hiermede verwijzen B. en W. naar
het door den wethouder De Miranda op 6 Jan.
j.l. aan de bladen verstrekte communiqué, het
welk in de avondedities van dien datum is op
genomen. Zij voegen hieraan toe, dat hun tot
Vrijdag van een justitieel onderzoek niets be
kend was, dat zij ook thans nog geen kennis
dragen van het tijdstip, waarop bedoeld onder
zoek is begonnen, en evenmin van den omvang
daarvan. De mededeeling in het artikel, dat de
dienst der publieke werken zich buiten den wet
houder om tot het college van Burgemeester en
Wethouders heeft gewend, is niet juist.
B. en W. kunnen geen inlichtingen ver
strekken omtrent den stand van het onder
zoek door de rijksrecherche en omtrent de
tot nu toe verkregen resultaten daarvan.
De burgemeester heeft den raad bijeen
geroepen tegen Woensdag 11 Januari.
Het antwoord op de vraag, of B. en W.
kunnen erkennen, dat vaak gronden werden
toegewezen aan een kring van lieden, die
blijkbaar een zekere voorkeur genoten, luidt
volstrekt ontkennend.
Naar aanleiding van het bericht, dat de heer
Elte geen relaties onderhoudt met den heer
Gulden, heeft bedoeld raadslid aan het Volk
het volgende medegedeeld.
Het betreft hier inderdaad een vergissing
mijnerzijds. Bij het opnoemen van dit rijtje
namen van menschen, die twintig, dertig jaar
geleden bij mij hebben gewerkt, heb ik den
naam van den heer Elte te Alkmaar neerge
schreven, terwijl ik een naam met een derge-
lijken klank, n.l. den heer Elders bedoelde, die
toentertijd naar Bergen is vertrokken.
Het Zaterdagavondblad van „De Standaard"
geeft de volgende interessante bijzonderheden
over de gronduitgifte aan Venemans c.s.:
„Bij nadere informatie is ons gebleken, dat
de bona-fide bouwers Venemans c.s. den grond
in Zuid, waarover het gaat in de beschuldiging
van de „Tel." aan het adres van wethouder De
Miranda en zijn zoon, inderdaad tegen den nor
malen canon direct van de Gemeente hebben
gekregen. De heer Fuldauer heeft daarbij echter
zijn bemiddeling verleend en heeft daarvoor'ont
vangen de zooals het in bouwerskringen heet
„normale provisie".
Dat de bona-fide bouwers bij het verkrij
gen van grond der Gemeente het optreden
van zulk een tusschenpersoon „normaal"
achten, is ons bij ons onderzoek nog weer
eens bevestigd, toen wij vernamen van bona
fide bouwers, die in de laatste 15 jaren
regelmatig elk jaar in Amsterdam gebouwd
hebben, doch wien het in die jaren slechts
tweemaal gelukt is den grond direct van de
Gemeente te verkrijgen, terwijl zij in alle
andere gevallen zich van een tusschenper
soon hebben moeten bedienen.
Waar de handel in erfpachtsgrond blijkbaar
zoo inhaerent is aan het stelsel van gronduit
gifte, zooals dit bij de Gemeente Amsterdam
bestaat, is er toch alle reden de kwestie der
gronduitgifte grondig te herzien en te bespreken
en zoo noodig radicaal te wijzigen."
op 22, 23, 24 en 26 Januari, naar Genua op
31 Januari, 1, 2,.3, 4 en 6 Februari, naar Cag-
liari op 13 en 17 Februari, naar Palermo op 21,
22, 23 en 24 Februari, naar Venetië op 1 t/m.
6 Maart, naar Patras op 7 t/m. 11 Maart, naar
Gibraltar op 15 en 22 Maart. De stukken, ont
vangen na de verzending op 22 Maart, worden
naar Den Helder doorgezonden.
Correspondentie voor Hr. Ms. Sumatra moet
gefrankeerd worden volgens internationaal ta
rief en voorzien zijn van twee elkaar snijdende
lijnen over het geheele adres.
Naar wij vernemen heeft de landbouwer M. B.
te Kootwijk gemeente Apeldoorn cassatie aan-
geteekend tegen het arrest van het gerechtshof
te Arnhem, waarbij hij werd veroordeeld tot
een jaar gevangenisstraf wegens zware mishan
deling van mr. H. B. ten C„ advocaat en grond
bezitter te Kootwijk.
Zooals men zich zal herinneren had ver
dachte in April j.l. den heer B. ten C., waar
mede hij ruzie had over een weg, met een
greep op het hoofd geslagen en levensgevaar
lijk verwond.
De rechtbank te Zutphen had overwogen, dat
met het oog op den ernst van het feit, doch
ook op de omstandigheden waaronder het is
gepleegd, in verband ook met het zeer gunstig
verleden van verdachte, met het opleggen eener
voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maan
den kon worden volstaan.
Tegen die uitspraak was de officier van
justitie in hooger beroep gekomen, met het
reeds vermelde gevolg.
Voor Hr. Ms. kruiser „Sumatra" zullen de vol
gende brievenmalen worden verzonden: naar
Oran op 13 en 14 Januari, naar Valeta (Malta)
Zou er wel iemand zijn, die met volkomen
overtuiging durft tegen te spreken, dat in de
zen tijd de vrees de meest vóórkomende ziekte
is? Ik geloof het niet; maar dat neemt niet
weg, dat men met recht kan vragen, of het niet
heel vreemd is, en ongewoon, dat de vrees
zulk een macht over de menschen krijgt. En
wanneer het vreemd en ongewenscht is, dan
is het misschien ook wel niet waar, of althans
onwaarschijnlijk, want wfj- zijn allen min of
meer zeker, dat de menschheid vrijwel altijd
dezelfde geweest is. Hier is dus reden tot een
historische beschouwing, waaruit zou kunnen
blijken, dat er altijd vrees geweest is; alleen
tegenwoordig meer dan vroeger.
Welnu, men zegt zeker niet te veel, wanneer
men beweert, dat het streven, zonder vrees
te leven, altijd een van de allervoornaamste mo
tieven geweest is, zoowel van wijsbegeerte, mo
raal, godsdienst als ten slotte ook van elke
soort levenskunst.
In de Griekseh-Romeinsche Oudheid was de
Stoïcijnsche philosophie de eenige, die populair
genoemd mocht worden; het was een uitge
breide, eeuwen lang durende beweging met
hoofdleeraars, onderwijzers en als men het
zoo zeggen mag zielzorgers. Het was in de
eerste plaats een school van moraal of levens
kunst, en zij streefde in de eerste plaats naar de
ataraxia, d.w.z. kalmte, vreezeloosheid, gelijk
moedigheid. Met het Boeddhisme is het niet
veel anders gesteld: dat was er in de eerste
plaats op uit het lijden te ontvluchten, en
zelfs het bestaan; zóó was het mogelijk om
zonder vrees te leven. In deze Oostersche philo
sophie was de passiviteit misschien wel ten
top gedreven. Echter ook in de Chineesche
philosophie en moraal van het Taoïsme speelde
net streven naar leven zonder vrees een aller
eerste rol.
Hetzelfde kan gezegd worden van Luther en
Calvijn; ook thans nog meenen de protestan
ten, dat de hervormde leer dit vóór heeft op
de katholieke leer, dat zij heilszekerheid geeft,
m. a. w. zekerheid gered te worden. Luther en
Calvijn geloofden beiden in een soort noodlot
(misschien mag men het een Christelijk nood
lot noemen); elke mensch is volgens hen vóór-
bestemd, hetzij zalig, hetzij verdoemd
te worden; en daaraan is niets te veranderen.
Nu is het duidelijk, dat voor iemand, die scru
puleus is en nooit weet, hoe het met hem staat,
dit in zekeren zin een opluchting is. Maar
dan komt er nog bij, dat iedereen, die gelooft,
zalig wordt; welnu op deze wijze is dan de
vrees overwonnen; dezelfde vrees, die Luther
zoo benauwd maakte.
Wij weten natuurlijk heel goed, dat de
protestanten daaruit niet de volle consequentie
getrokken hebben; ik meen althans, dat er
wel zeer weinigen geweest zullen zijn, die zich
strikt aan het artikel hielden, dat het geloof
alleen voldoende is, en dat de levenswijze en
moraal er verder niet op aan kwamen. Prac-
tisch zullen verreweg de meesten ook geloo-
ven en geloofd hebben in de noodzakelijkheid
van een godvruchtig leven, maar dit neemt
met weg, dat nochtans de protestanten het
als een voordeel van hunne leer beschouwen,
dat deze de heilszekerheid geeft.
Er zijn in den loop der geschiedenis golven
van vrees over de menschheid geslagen; kort
voor de reformatie was izulk een tijd, dat
groote scharen menschen, door vrees voor ver
doemenis gedreven, van de eene stad naar de
andere trokken, terwijl zij zich zelf geeselden.
Vlak vóór den val van het Fransche koning
schap ging er een golf van vrees door het
Fransche volk (la grande peur)want het be
greep, dat de eeuwenlangen wereldorde ge
schokt werd.
Er zijn menschen, die gewend zijn, zich
hals over kop aan de vrees over te geven; het
schijnt alsof zij meenen, dat het een pure on
mogelijkheid is, daaraan te weerstaan. Maar
dat is niet juist; er bestaan zeer vele men
schen met groote courage, die een leVen lang
van armoede en zorg met kalmte en opge
wektheid, en in 't geheel niet wanhopig, door
leven. Nog sterker, er zijn menschen, die van
nature uitermate vreesachtig zijn, en toch tot
de meest beroemde dapperen der geschiedenis
behooren. Zoo was b.v. Eugenius van Savoye
(1663—1736), van nature zou men zeggen, een
man des vredes, kunstzinnig, vriende'ijk, be
zorgd voor anderen, een echt organisator,
maar toch de grootste veldheer van Oostenrijk,
en de man, die de macht der Turken in Europa
definitief ten val bracht. Hij beefde en sidderde
voor eiken veldslag. Hetzelfde was het geval
bij Napoleon's maarschalk Ney „den dappere
onder de dapperen" en God weet, met hoevele
anderen.
Ook de vrees voor den dood is lang niet zoo
algemeen verbreid als sommige menschen wel
denken; ja, ik heb zelfs door een zeer wijs man
hooren zeggen, dat de vrees voor den dood
niet normaal is. Ik geloof, dat dit waar is, ech
ter alleen voor menschen, die, in het algemeen
gesproken, een zuiver geweten hebben.
Met dat al behoort de vrees tot de normale
menschelijke instincten, wanneer men het maar
goed begrijpt. Wanneer iemand zegt: ik vrees,
dat vannacht de waterleiding bevriest, dan is
dat in 't geheel geen vrees. Wanneer hij ech
ter werkelijk bang wordt voor de koude, of het
ongemak, of de kosten, en vreest daar niet
tegen op te kunnen, dan is de zaak anders.
De scholastieke wijsbegeerte beschouwt de
vrees als een tusschendmg; in den normalen
afloop van de menschelijke instincten eindigt
alles met vreugde of droefheid. Iemand wenscht
iets te hebben, spant zich in, en verkrijgt het:
vreugde is zijn deel. Of iemand vreest iets te
zullen ondergaan, hij spant zich in, en over
wint; vreugde is ook zijn deel. Of hij wordt
overwonnen en dan is hij bedroefd. Tegen deze
voorstelling van zaken is niets in te brengen;
daaruit blijkt, dat het abnormaal is, in de
vrees te blijven steken. De vrees is iets, waar
men uit vandaan moet, soms vlugger en soms
langzamer, maar het is abnormaal als het een
blijvende toestand wordt. Men moet dus strij
den of verlies nemen.
De vraag, die alles beheerscht, n.l. waarom
sommige, zelfs vele menschen op abnormale
wijze in de vrees blijven steken, vindt dus haar
natuurlijk antwoord hierin, dat zij niet kun
nen strijden (1), of geen verlies kunnen ne
men (2), of geen van beide kunsten ver
staan (3)
Nu bestaan er in dit punt soms misvattingen.
Er zijn menschen, die zeggen, dat men steeds
moet strijden; en er zijn er ook, die zeggen, dat
men terstond verlies moet nemen; welnu, deze
twee meeningen komen merkwaardigerwijze in
één enkel punt overeen, n.l. dat iemand, die de
kunst van strijden verstaat, de kunst van lijden
niet verstaat, en dat eveneens iemand, die de
kunst van lijden en ondergaan verstaat, niet
strijdbaar is. Voorbeelden zijn het best te zien
by huismoeders: er zijn er, die steeds vechten
en kijven, en'er zijn er, die laks en slordig, te
vreden en lui zijn en zeggen: er is toch niets
aan te doen.
De waarheid echter is, dat de kunsten van
strijden en lilden gelijk opgaan: en hier ligt
ook de Christelijke oplossing van de over
winning van de vrees. Want ook de leer van
het Evangelie leert ons zonder vrees te leven,
niet echter door als houten klazen alles zonder
weerstand te ondergaan, maar wel door de vrees
te overwinnen met strijden en lijden tegelijk en
het geduld; en het geduld is vreugde in het
lijden. Het schijnt een zeer subtiele en inge
wikkelde kwestie, nochtans is het een levende
werkelijkheid in het dagelijksche christelijke
leven. Ik wil hierop later doorgaan.
dr. TH. H. SCHLICHTING
De commissie, bedoeld in artikel 2 van de
binnenvaartrampenwet, heeft thans haar eerste
uitspraken bekend gemaakt, welke zijn ver
schenen als bijvoegsel van de Nederlandsche
Staatscourant.
Het betreft op de eerste plaats de ramp van
het motorsqhip Maria II in den nacht van 3
op 4 October 1938 op het Braasemermeer, waar
bij twee opvarenden om het leven zijn geko
men.
Voorts geeft de commissie haar meening
over de ramp van de Jonge Jan III, een tjalk-
schip, dat op het Bergumermeer tijdens de
reis in den beurtdienst Groningen-Leeuwarden
is gezonken.
Vrijdag 20 Januari zal te Leiden de- nieuwe
vleugel van het academiegebouw plechtig wor
den ingewijd. Te 14.30 uur zal een bijeenkomst
voor genoodigden en studenten in het groot
auditorium worden gehouden, waarna gelegen
heid bestaat tot bezichtiging van het gebouw.
De minister van Financiën, mr. J. A. de
Wilde, die Zaterdag in stilte zijn zestigsten
verjaardag vierde, gaat a.s. Dinsdag voor een
tiental dagen met verlof naar Klosters in Zwit
serland, waar ook dr. Colijn thans vertoeft
Na twee matches van de tournée verloren te
hebben, won Ellsworth Vines de derde in
straight sets met 63, 63, 64.
Op den tweeden dag van de wedstrijden om
den grooten prijs der Skiclub van Parijs, werd
de slalom geloopen. De uitslagen luiden:
1. H. Lantschner (Duitschland) 1 min. 47
sec. (53 en 54 sec.); 2. Walch (Duitschland)
1 min. 50,2 sec. (55,6 en 54,6)3. Rudi Cranz
(Duitschland) en James Couttet (Frankrijk*
beiden 1 min. 51 sec.
Combinatie heeren: 1. Lantschner 477,72 pnt.,
2. Walch (Duitschland) 477,15 pnt.; 3. Couttet
476,49 pnt.; 4. Haro Cranz (Duitschland) 468,64
pnt.; 5. Rudi Cranz 467,25 pnt.
Slalom dames: 1. Christl Cranz (Duitschland)
2 min. 6,2 sec., (1. min. 3,6 sec. en 1 min. 2,6);
2. Loulou Boullaz (Zwitserland) 2 min 17,2
sec.
Combinatie: 1. Cristl Cranz 480 punten; 2.
Loulou Boullaz 464,12 pnt.; 3. De Fressange
(Frankrijk) 455,5 pnt.
De uitslagen van de wedstrijden, gespeeld in
de derde ronde van het tournooi om de Cup,
luiden
Sheffield WednesdayYeovil Petters Un. 11
Westbromwich AlbionManchester United 00
PortsmouthLincoln City 40
BrentfordNewcastle United 02
Liverpool-Luton Town 3—0
BamsleyStockport County 12
ChesterCoventry City 10
Derby CountyEverton 01
Blackburn RoversSwansea To- 20
ChelseaArsenal 21
SunderlandPlymouth Argyle 3—0
Aston VillaIpswich Town 11
Newport CountyWalsall 0—2
Queen's Park RangersWest-ham United 12
Leicester City—Stoke City 11
RuncornPreston Northend 2—4
Tottenham HotspurWatford 71
Chelmsford CityCharlton Athletic 10
ChesterfieldSouthend United 11 gestaakt
Wolverhampton Wanderers—Bradford 31
FulhamBury 60
BlackpoolSheffield United 12
MiddlesbroughBolton Wanderers 0—0
Notts CountyBurnley 31
BirminghamHalifax Town 20
300
32
34
9 37
257
32
28
8.03
300
24
63
12.50
269
24
64
11.20
300
15
86
20
128
15
55
8.53
238
25
37
9.52
300
25
63
12.—
de Vrijdagavond
gespeelde
Bornkamp
300
15
55
20.—
Koehler
206
15
52
13.73
Metz
300
25
46
12.—
Steffers
221
25
46
8.84
Eriejer
300
24
46
12.50
Van der Jogt
244
24
41
10.16
Heemskerk
300
34
66
8.82
Groeneveld
247
34
24
7.26
Vrijdagmiddag werden te Haarlem de eersts
partijen gespeeld om het eerste klasse kampioen
schap van Nederland klein biljart, kader.
De uitslagen dezer partijen luiden:
G. Heemskerk
B. H. Bornkamp
J. Steffers
M. van der Jogt
K. Koehler
J. Grbeneveld
W S. Briejer
G. W. Metz
partijen luiden:
Na Gatsonides is thans een tweede Neder-
landsch team, bestaande uit Cornelius en Buyze,
te Boedapest aangekomen. Van Frankfort tot
Boedapest had men zeer veel last van sneeuw,
ijs en mist. De gemiddelde snelheid was moei
lijk te bereiken. Vandaag hopen de beide teams
samen tot Belgrado te rijden.
Naar wij vernemen zal het jaarlijksche tour
nooi te Margate, in April as., zeer sterk bezet
zijn. Capablanca neemt definitief deel, terwijl
verder Keres, Botwinnik, Flohr en Simonson
(VS.), een uitnoodiging zullen ontvangen. Dit
vijftal wordt aangevuld met Engelsche spelers.
Landau wordt als eerste reserve voor dit tour
nooi genoemd.
De jaarlijksche landen wedstrijd tusschen
Nederland en Engeland zal op 28 en 29 Mei
(Pinksteren), te Den Haag worden gespeeld.
Naar wij vernemen zal dezer dagen te Londen
een match aanvangen tusschen de kampioene
■van Engeland, Miss Musgrave en onze land-
genoote, mevr. Roodzant uit Rotterdam, kam
pioene van Nederland. Miss Musgrave eindigde
n het tournooi te Hastings, spelende in dezeli-
ie groep als onze landgenoote, als negende.