r
1
Daladier terug van zijn reis
„Ik zal handhaven"
HYSTERISCH
t*
De vliegramp bij
Senlis
Rome vindt geen
bemiddelaars
Kerkelijk leven
Naar de Nieuwe
Gemeenschap
DALADIER TE PARIJS
TERUGGEKEERD
Buitenlandsch overzicht
MAANDAG 9 JANUARI 1939
BENOEMINGEN
In het bisdom Haarlem
K. R. O. UITZENDING
A.S. DINSDAG 7.15 UUR
SPREKER: PROF. H. KAAG
De premier voldaan over de
resultaten van zijn reis
Dinsdag Ministerraad
De uitwijzing van Tharaud
Het aantal slachtoffers tot vijf
gestegen
Naar de Nieuwe
Gemeenschap
Werkcomité gevormd
Regimenten vieren
feest
125-jarig bestaan herdacht
"'"e Nijmegen
Te Harderwijk
OTTER'S
CATARRH
PASTILLES
De Reorganisatie
commissie R. K. F.
Geen uitbreiding
MOTORSCHIP „PRINS
WILLEM IIP
Te Groningen
Dr. P. v. Berkum
Benoemd als opvolger van prof.
Ketel te Tilburg
Naar aanleiding van het nu juist
niet bepaald gezouten oordeel, dat
door verschillende vooraanstaande
en officieele Amerikaansche autoriteiten
bij herhaling in het openbaar is uitge
sproken over het nationaal-socialistische
Duitschland, zijn machthebbers en prac-
tijken, een oordeel, waarvan zij ook na
herhaalde sommatie van Duitsche zijde
geen tittel of jota wenschten terug te
nemen, schrijft de Duitsche pers, dat er
een „hysterische campagne" door het
officieele Amerika tegen Duitschland
wordt gevoerd, waarvan natuurlijk weer
de Joden en de communisten, of liever
de Joodsche communisten, de schuld
dragen. Den vorm van de bedoelde Ame
rikaansche uitspraken kunnen wij niet als
erg diplomatiek of parlementair waar-
deeren, maar ditzelfde geldt voor tal van
uitlatingen, welke door Hitier zelf en zijn
naaste medewerkers in verschillende
redevoeringen zijn gedaan, in gelijke
mate. Het Derde Rijk, dat brak met het
parlement en de tot dan toe gebruikelijke
diplomatie, heeft wel het minste recht
zich over het niet gebruiken van diplo
matieke en parlementaire termen door
officieele gezagsdragers te beklagen.
Trouwens, wanneer de Amerikaansche
tirades tegen het Derde Rijk en de daar
heerschende toestanden „hysterisch"
moeten genoemd worden, hoe moeten
dan b.v. zekere redevoeringen, tegen een
zekeren „Herr Benesj" uitgesproken, en
de anti-semietische campagne in
Duitschland worden geheeten? En wat
hebben wij dan te denken van de blijken
van matelooze verheerlijking, welke
helaas ook door sommige katholieken
aan den persoon van den Führer van
het Derde Rijk worden gebracht?
oo heeft b.v. een Berlijnsch pastoor
Karl König den volgenden Nieuw
jaarsgroet ten beste gegeven:
„Zalig de oogen, die zien, wat gij ziet;
zalig de ooren, die hooren, wat gij hoort!"
„Velen, ook koningen en vorsten, heb
ben innig gewenscht, te zien, wat gij
ziet; en zij hebben innig gewenscht, te
hooren, wat gij hoort; en zij hebben het
niet gehoord"
„Moge het ons steeds meer gelukken,
de harten der menschen, en juist ook die
der Katholieke menschen, in Groot-
Duitschland en in de wereld voor den
Führer te winnen! Inderdaad: wanneer
onze Führer niet door God gezonden zou
zijn, wie is dan wèl door God gezonden.
Heil den Führer! Heil allen menschen,
die van goeden wille zijn. Heil en vrede
u allen!"
Nu mag de N.S.B.-pers, indien zij daar
toe lust gevoelt, zich van dezen pastoor
meester maken, zooals zij het gedaan
heeft van Pastoor Leonards en enkele
anderen, om dezen uit te spelen tegen
bisschoppen en kardinalen en zelfs tegen
den Pauselijken schrijver van „Mit bren-
nender Sorge", maar wij aarzelen niet
een dergelijke verheerlijking, die aan
Hitier geeft, wat slechts Christus toe
komt, en de woorden, die de Zaligmaker
over Zichzelf heeft gesproken op den
Führer toepast, niet alleen „hysterisch",
maar ergerlijk profaneerend bovendien
te noemen. De Duitsche katholieken heb
ben evenals alle Duitsche staatsburgers
den plicht het staatshoofd en het staats
gezag den eerbied te betuigen, die hun
toekomt, maar wat Godes is, mag niet
aan den Keizer gegeven worden. Pastoor
König is het nieuwe jaar niet al te best
begonnen.
Z.H. Exc. de Bisschop van Haarlem heeft be
noemd:
tot kapelaan te 's Gravenhage (H. Jacobus)
den weleerw. heer J. R. van Dael;
tot kapelaan te Amsterdam (H. Willibrordus
buiten de Veste) den weleerw. heer J. G. J.
Rutten;
tot kapelaan te Hillegersberg (Christus Ko
ning) den weleerw. heer L. M. Sluys;
tot kapelaan te Noordwijk den weleerw. heer
B. J. A. Haanen;
tot kapelaan te Vlissingen den Weleerw. Heer
W. J. J. M. van Niekerk;
tot kapelaan te Bloemendaal den Weleerw.
J. A. J. Adank (Neom.).
VOOS D&. AG*m
e* d!^door-
PARIJS, 9 Jan. (Havas). Zondagochtend
te 9.20 uur is minister-president Daladier na
zijn bezoek aan Noord-Afrika te Parijs te
ruggekeerd.
Daladier werd op het station begroet door
verscheidene ministers en andere vooraan
staande personen.
Terstond bij zijn aankomst verklaarde de pre
mier:
„Het verheugt mij, dat ik op deze reis heb
kunnen vaststellen, hoezeer de inheemsche be
volking van Algiers en Tunis aan Frankrijk ge
hecht is en hoe sterk him onderlinge band is.
Ook heb ik met voldoening opgemerkt, dat zij
grooter eensgezindheid onder de Franschen wen-
schen, opdat dezen de groote taak kunnen ver
vullen, die hun wacht."
Om elf uur ontving president Lebrun den
minister-president, die hem verslag van zijn reis
kwam uitbrengen. Opnieuw gaf de president
uiting aan Frankrijks dankbaarheid jegens Da
ladier, zooals hij reeds telegrafisch gedaan had.
Het onderhoud duurde ruim een uur.
Dinsdag om tien uur zal de ministerraad on
der voorzitterschap van president Lebrun bij
eenkomen.
Zondagmorgen om elf uur zijn de in Frankrijk
wonende Garibaldianen, te zamen met depu
taties van Fransche en Italiaansche oudstrij
ders, op het kerkhof Père Lachaise bijeenge
komen, op den 24sten verjaardag van den slag
in de Argonnen, waarin 500 vrijwilligers van
het Garibaldi-legioen voor Frankrijk gevallen
zijn.
De voorziter van de Fransche federatie van
Garibaldianen der Argonnen, kapt. Camillo Ma-
rilini, sprak een rede uit, waarin hij o.m. zeide:
„Wij kennen de gevoelens, die alle Franschen
koesteren jegens de Italiaansche oudstrijders der
Argonnen. Ik wil plechtig verklaren, dat de
„roodhemden" nooit één woord, één gebaar of
één daad van hun leven zullen verloochenen."
Naar aanleiding van de uitwijzing door Italië
van Jérome Tharaud, stelt het Fransche mi
nisterie van Buitenlandsche Zaken een onder
zoek in, teneinde vast te stellen of het paspoort
en de visa, die de Fransche schrijver noodig had
om Italië binnen te komen, wel aan alle voor
waarden voldeden. Indien dit het geval blijkt
te zijn, zal de Fransche ambassadeur te Rome
waarschijnlijk opdracht krijgen, bij de Italiaan
sche regeering een protest in te dienen tegen de
arrestatie en uitwijzing van Tharaud.
SENLIS, 9 Jan. Omtrent de vliegramp
tusschen La Chapelle-en-Serval en Sur-
villiers, waarbij het lijntoestel Zürich
Parijs van de „Air Swiss" is neergestort,
wordt nog nader vernomen, dat hierbij vijf
personen om het leven zijn gekomen.
Zaterdag omstreeks vijf uur in den middag
zagen de bewoners van het dorp La Chapelle-
en-Surval een toestel van de „Air Swiss" be
trekkelijk laag vliegen. Het scheen, dat de mo
toren niet in orde waren. Plotseling stortte het
toestel omlaag en sloeg te pletter tegen een
heuvel tusschen La Chapelle-en-Serval en Sur-
villiers. In het toestel zaten de piloot, de radio
telegrafist, de stewardess en veertien passagiers.
De vlieger, de radiotelegrafist en een passagier
dr. Nüss Vauns uit Frankfort, werden op slag
gedood, tien inzittenden werden gewond. De
stewardess is later in het ziekenhuis overleden,
terwijl Zondagavond een der passagiers, de
Poolsche mevrouw Smygula, aan haar verwon
dingen in het Parijsche ziekenhuis is overleden.
Volgens de eerste resultaten van het onder
zoek schijnt het ongeluk te wijten aan ijsvor-
ming op de vleugels, zoodat niet in de eerste
plaats aan een motor-defect moet worden ge
dacht, waarop de verklaring-en van de bewoners
van La Chapelle-en-Serval zouden kunnen
wijzen.
In gevolge een besluit van het algemeen co
mité voor de actie „Naar de ^Nieuwe Gemeen
schap" is thans een werkcomité gevormd, be
staande uit de heeren Z. Exc. prof. mr. P. J. M.
Aalberse, voorzitter, dr. L. G. Kortenhorst, plv.
van mr. dr. E. Jaspar, prof. A. Cleophas, p.
Mulders S.J., E. J. Luijf, mr. P. Aalberse j„
mr. F. Bach, plv. v. drs. H. L. Jansen, A. C. de
Bruijn, J. A. Schutte, J. G. van den Brink, p.
mag. dr. S. Stokman O.F.M., A. C. van Hilst,
J. Asberg, L. M. Beumer, secretaris.
Het werkcomité kwam reeds bijeen en koos
zich den heer J. A. Schutte tot tweeden voor
zitter.
Besproken werd de aanstelling van een dertig
tal gewestelijke propagandisten; voor hunne
aanstelling zal een beroep worden gedaan, waar
mogelijk, op de diocesane commissies van samen
werking en voorts op de diocesane instanties.
Men denkt aldus te komen tot de aanwijzing
van een dertigtal personen, die zich belasten
met het stimuleeren van de plaatselijke propa
ganda, waartoe het werkcomité instructies zal
verstrekken. Medewerking wordt verzocht- van
alle in het algemeen comité vertegenwoordigde
organisaties. Bovendien ligt het in de bedoeling
over te gaan tot de vorming van plaatselijke co-
mité's, welke de actie plaatselijk zullen ontplooi
en, stimuleeren en leiden.
Voorts werden in deze eerste vergadering van
het werkcomité besprekingen gevoerd over de
filmpropaganda, het verzamelen van documen-
tatie-materiaal, het aanleggen van een sprekers
lijst, het doen vervaardigen van affiches, het
uitgeven van een manifest, het zoo mogelijk
instellen van een enquête. Het comité vereenigde
zich met een ontwerp-symbool voor de actie
„Naar de Nieuwe Gemeenschap".
Met spoed zal worden uitgewerkt, wat in deze
vergadering is besproken; op 18 Januari wordt
opnieuw vergaderd.
De tentoonstelling „Pro Arte Christiana" in het Stedelijk museum te Amsterdam is
officieel door den Bisschop van Haarlem, Z. H Exc. Mgr. J. P. Huibers, geopend.
Tijdens den rondgang. V.l.n.r. Joan Colette, Mgr. Huibers, minister Slotemaker
de Bruine en prof. dr. J J. Henneman
„Je maintiendrai ik zal handhaven", zeide
de Fransche minister-president, toen hij van
zijn reis door de Fransche Overzeesche bezit
tingen was teruggekeerd in zijn geboorteplaats
Orange. Het was het juiste woord op de juiste
plaats, die immers het „handhaven" in haar
devies voert; en het was een woord, dat op het
oogenblik misschien het beste de stemming
weergeeft, die in Frankrijk heerscht ten aan
zien van de verlangens, die aan de „overzijde
van de Alpen" hardnekkig geuit worden. De
Franschen zijn wrevelig geworden; na het
échec, dat hun politiek te Muenchen leed al
wordt dat officieel niet toegegeven en de
Fransch-Duitsche verklaring, die zij met een
wantrouwend oog bezien, maakt de Italiaansche
uitdaging hen geprikkeld. Allereerst, omdat het
hier een rechtstreeks Fransch belang geldt,
waarvoor de Franschen desnoods bereid zijn de
wapenen op te nemen; en verder, omdat zij met
geen mogelijkheid de Italiaansche eischen voor
volledigen ernst kunnen nemen, vooral niet, nu
sommige Italiaansche bladen dien eischen
kracht bijzetten door toespelingen op de vol
komenheid van het Italiaansche leger. Er zijn
weinig Franschen, die het Italiaansche leger
au sérieux nemen, en ondanks de snoevende
woorden over de „drie moderne oorlogen", waar
in dit leger geoefend en gestaald zou'zijn, kun
nen de prestaties ervan niet zóó hoog aangesla
gen worden, dat de Franschen dit als een doo-
deljjke bedreiging zouden kunnen beschouwen.
De reis van Daladier was dan ook een rustige
demonstratie van macht. Er zijn op Corsica, in
Tunis, Bizerta, of waar dan ook in de Afrikaan-
sche bezettingen die Daladier aandeed, geen
felle woorden geuit; met tact wist de premier
in elke plaats de bevolking te raken, daar waar
zü het gevoeligst was, en voor zoover men dit
kan nagaan, liep het overal uit op demonstra
ties van trouw aan Frankrijk, door de Fran
sche zoowel als de inheemsche bevolking.
Slechts eenmaal werd een wanklank gehoord:
te Tunis, waar een kleine groep tegen den pre
mier demonstreerde. Die demonstratie ging
evenwel uit van de „Destour", een der natio
nale bewegingen in de Arabische wereld; wan
neer men nu bedenkt dat „Destour" grond
wet beteekent, en het streven van deze bewe
ging is het verkrijgen van een eigen constitu
tie een oud geschil met de Fransche be
windhebbers dan is het wel duidelijk, dat
deze demonstratie allesbehalve in het voordeel
der Italianen was.
Er zijn trouwens in de laatste dagen meer
stemmen in de Arabische wereld opgegaan die
de Italianen onprettig moeten stemmen.
Hoewel in de Islamietische wereld een
groeiend verlangen naar zelfstandigheid be
staat, begrijpt men daar ook, dat bij de thans
heerschende verdeeldheid een aan zijn lot over
gelaten Arabierendom een gemakkelijke prooi
zou worden van protectors met landhonger. Men
oordeelt het dus raadzaam, liever het demo
cratische eii soepeler Fransche juk te dragen,
dan uitgeleverd te worden aan den „protector
van den Islam", wiens goede bedoelingen men
niet meer voetstoots aanneemt, en wiens in
vloed en aantrekkingskracht op de Arabische
wereld zienderoogen verzwakken.
Van zijn hoogen redactiestoel te Rome af heeft
de diplomatieke redacteur van de „Giornale
dTtalia'" gedecreteerd, dat de reis van Dala
dier een mislukking was. Vermoedelijk zal de
Italiaansche gezant te Parijs tot een andere
conclusie komen, Wanneer hij de filmvoorstel
ling bijwoont, die de Fransche regeering naar
aanleiding van die reis heeft georganiseerd voor
de te Parijs geaccrediteerde diplomaten. Doch
officieel is de reis een mislukking, in Italië.
Bovendien is zij een provocatie, een .symboli
sche dolksteek", en nog eenige andere minder
fraaie dingen meer. Het spel, dat de gecen
sureerde Italiaansche pers met deze qualifi-
caties speelt, is niet ongevaarlijk, daar het de
bevolking opzweept, om aan de gewekte harts
tochten straks niet te voldoen. Want zeer
gunstig ziet het er voor de Italiaansche eischen
alles bij elkaar niet uit. Dat Italië alléén een
oplossing zou forceeren, lijkt uitgesloten het
moet dus rekenen op de hulp van vrienden en
kennissen. De eenigen, die onder dezen in aan
merking komen voor het verleenen van daad
werkelijken steun, zijn Duitschland en Enge
land, die dan ook met name in de Italiaansche
pers genoemd worden.
Nu kan men in Duitschland wel officieuze
uitlatingen hooren, die Italië rugsteun verlee
nen. Volgens de Duitsche bladen werd Daladier
toegejuicht door een „jüdisch-marxistischer
Mob", het bekende paradepaardje. Doch veel
verder dan tot het verleenen van dezen ,,mo-
reelen" steun schijnt de Wilhelmstrasse niet
geneigd të zijn, allen geruchtmakenden artikelen
ten spijt. De Duce die overigens in dezen
gezwegen heeft moet daarover minder goed
gehumeurd zijn. En juist daarom had hij mis
schien gehoopt, dat Chamberlain zich bij zijn
aanstaand bezoek aan Rome gulhartig zou be-
toonen. De Britsche premier, die zichzelf de
rol van bemiddelaar zoo goéd vindt liggen,
schijnt er immers op te rekenen, dat hij Mus
solini van de „as" kan losweeken en daartoe
scheen de kans schoon. Er behoeft niet aan
getwijfeld te worden: Chamberlain wilde bemid
delen, doch Parijs stak een spaak in het wiel
en zeide: „laat ons alleen". Corbin heeft vele
malen den weg naar het Foreign Office af
moeten leggen, aleer Chamberlain toegaf: hij
zal dan niet bemiddelen. En daarmee is de
laatste hoop van den Duce ongetwijfeld ver
vlogen.
De viering van het 125-jarig bestaan van het
te Amersfoort gelegerde eerste regiment huza
ren en het vijfde, zestiende, achttiende en een-
en-twintigste regiment infanterie is Zaterdag
ingezet door de huzaren. De Von Huegenin-ma-
nege van de Prins Willem III kazerne was voor
deze gelegenheid smaakvol met oranje en vlag
gendoek versierd, evenals de schermzaal, ter
wijl een gedeelte van den voorgevel van het
hoofdgebouw van tallooze gekleurde gloeilamp
jes was voorzien, die in het duister van het
plantsoen een sprookjesachtig effect sorteer
den.
Tusschen elf uur en half twaalf kwamen de
reünisten, voor een deel per trein, voor een an
der deel per auto, in Amersfoort aan. Zij wer
den begroet door pittige marschmuziek, uitge
voerd door de vrijwillige kapel van het eerste
regiment huzaren. Tegen het middaguur ver
zamelden de officieren alsmede de reünisten
met hun dames zich ten stadhuize, waar zij door
het gemeentebestuur officieel werden ontvan
gen.
De burgemeester, mr. J. C. de Graaf van
Randwijck, hield in de raadzaal een hartelijke
toespraak, die beantwoord werd door den regi
mentscommandant, den luitenant-kolonel van
den generalen staf. M. R. A. Bischoff van
Heemskerck.
De middag werd voor een belangrijk deel in
genomen door de afwerking van een zeer ge
varieerd programma in de Von Huegenin-ma-
nege, waaraan de officieren, onderofficieren,
korporaals en huzaren van het. jubileerende re
giment medewerkten.
De uitvoering mocht zich in de belangstelling
van tal van militaire autoriteiten verheugen.
De middaguitvoering werd gevolgd door een
buitengewoon druk bezochte receptie. Van de
lange reeks sprekers noemen wij generaal ma
joor H. F. M. Baron van Voorst tot Voorst, in
specteur der cavalerie, tevens commandant der
lichte brigade, generaal-majoor A. R. van den
Bent, commandant van de vierde divisie, kolo
nel A. de Vries, commandant van de achtste in-
fanterie-brigade, den heer Ant. Hofkamp, die
namens de burgerij een aantal vanen en banie
ren voor de huzarenkapel aanbood, den burge
meester van Amersfoort, mr. J. C. Graaf van
Randwijck, luit.-generaal b.d. H. A. C. Fabius,
die een zilveren taf el ornament met oorkonde
offreerde, luit.-kolonel C. H. Labouchère, die
het regiment namens de reserve-officieren en
oud-reserve-officieren met twee zilveren kan
delaars verrijkte, luit-kol. jhr. S. M. S. A. A.
de Marees van Swinderen, die een zilveren bel
schonk, luit.-kol. G. H. Schouten, commandant
van het vijfde regiment veldartillerie, luit.-kol.
D. A. Camerling Helmolt, directeur van de mi
litaire rijschool en ritmeester Bruinier, comman
dant van het tweede eskadron pantserwagens.
Er waren zeer vele bloemstukken en andere be
wijzen van sympathie gezonden.
Aan het einde van de receptie heeft de regi
mentscommandant, luit.-kol. M. R. A. Bischoff
van Heemskerck, dank gezegd voor de aangebo
den gelukwenschen en geschenken.
Vandaag werd te Nijmegen op officieele wijze
het 125-jarig bestaan van het Hde en het 15de
Regiment Infanterie herdacht.
Er heerschte een feeststemming zoowel onder
de militairen als onder de burgerij en reeds om
half elf des morgens had zich een groote me
nigte verzameld op het uitgestrekte Molenveld,
waar namens de burgerij aan de commandan
ten van het 11de en het 15de Regiment het
feest- en tevens herinneringsgeschenk werd
aangeboden, bestaande uit vier diepe trommen
voor het 11de Regiment en een diepe trom voor
het 15de Regiment Infanterie, welk laatste in-
fanterieregiment thans reeds gedeeltelijk in
garnizoen ligt te Grave, waar reeds Vrijdag j.l.
namens de burgerij drie diepe trommen waren
aangeboden.
Bij de feestelijke aanbieding te Nijmegen
werd het woord gevoerd door den burgemeester
van Nijmegen, den heer J. A. H. Steinweg, die,
mede namens het burgerijcomité, waarvan de
hr. H. de Goede de voorzitter was, gelukwen
schen aanbood en zijn sympathie uitsprak na
mens de burgerij tegenover het garnizoen, dat
ruim honderd jaar steeds op voet van vriend
schap met de Nijmeegsche burgers gestaan
had.
Luit. kolonel T. J. Reeser en luit. kolonel De
Bock aanvaardden de beide feestgeschenken na
mens resp. het 11de en 15de Regiment Infan
terie. Tevens werd hartelijk dank uitgesproken
voor de vele bewijzen van sympathie, welke
men steeds van de burgerij had mogen onder
vinden.
Hierna maakten de manschappen een feest-
marsch door de stad, vergezeld van het mili
taire muziekkorps, terwijl tegelijk de nieuwe
trommen geroerd werden.
In den namiddag werden de soldaten van
beide regimenten onthaald op bioscoopvoorstel
lingen in de Nijmeegsche theaters.
De commandanten van beide jubileerende
regimenten, luit. kol. T. J. Reeser en luit kol.
De Bock hielden in den namiddag een receptie
in den foyer van „De Vereeniging".
De dag wordt besloten met een grooten feest
avond in de Concertzaal van „De Vereeniging",
waar door de manschappen van het gamizoen-
zelf een varieerend program wordt afgewerkt,
bestaande uit muziek, zang, tooneel en sport.
Het 125-jarig bestaan van de beide infanterie-
regimenten (het 7de en 20ste) wordt heden te
Harderwijk op een zeer feestelijke wijze her
dacht.
Om zes uur begon het met een feestelijke
reveille, gevolgd door een bij zonderen morgen
maaltijd.
De beide regimentscommandanten hebben in
de Oranje-Nassaukazerne en de Jan v. Nassau-
kazerne, ieder voor hun regiment, een feest
rede uitgesproken.
Aan alle dienstplichtigen werd vervolgens een
boekwerkje, bevattende de regimentsgeschiede
nis, uitgereikt.
De beide regimenten rukten daarna op naar
het Marktplein, waar ze „en masse" werden
opgesteld.
Om kwart over tien hadden de autoriteiten
zich op het bordes verzameld en sprak de bur
gemeester, de heer De Jong Saakes, de beide
regimenten toe, feliciteerde het garnizoen en
bood bloemen aan.
Hierna kreeg de w.n. burgemeester van Am
sterdam, wethouder mr. G. C. J. D. Kropman,
het woord, die in een korte rede de gelukwen
schen van de hoofdstad, waar het zevende vroe
ger in garnizoen heeft gelegen, overbracht.
Met een korte toespraak bood de voorzitter
van het comité, burgemeester De Jong Saakes,
aan den garnizoenscommandant de instrumen
ten, bestemd voor de beide infanterie-regimen-
ten van zijn brigade, die te Harderwijk liggen,
aan.
De garnizoenscommandant, kolonel F. B. A. J.
Jansen, bedankte voor de geuite wenschen en
aanvaardde in dank de aangeboden muziek
instrumenten.
Korte zomers, lange winters, met als gevolg»
tallooze slachtoffers van catarrh, bronchitis,
angina en griep. Neem maatregelen en
zuiver neus, luchtpijpen en longen door zoo n
roode, bacteriëndoodende pastille in den
mond te nemen.
Reeds één pastille
zal U terstond ver
lichting brengen,
zelfs bij de zwaar
ste verkoudheid.
Bij alle Apothekers
en Drogisten.
Imp. H. ten Herkei
Hilversum.
f
Naar wij vernemen heeft het bestuur van de
R. K. Federatie in zijn Zaterdag gehouden
vergadering besloten een voorstel van het I. V.
C. B.-bestuur, om de reorganisatie-commissie
uit te breiden met een vertegenwoordiger van
de z.g. groote vereenigingen, van de agenda af
te voeren.
Naar wij vernemen is dezer dagen de kiel
gelegd van een nieuw motorschip voor dé
Oranje-lijn, hetwelk in aanbouw is bij de werf
„De Merwede" te Hardingsveld. Het schip zal
den naam krijgen van „Prins Willem III".
ST.
De commandant van het veldleger, luitenant-
generaal J. J. G. baron van Voorst tot Voorst,
voerde alsdan het woord. H. M. de Koningin
had hem opgedragen Haar hoogstderzelver
gelukwenschen aan te bieden.
Spr. hoopte dat het muziekcorps tot meer
dere plichtsbetrachting zou aansporen en hij
wekte het garnizoen op tot een palstaan voor
de hoogste belangen.
De commandant stelde voor een driewerf
hoera uit te brengen op H. M. de Koningin.
De garnizoenscommandant van Harderwijk
zeide, diep getroffen te zijn door de gelukwen
schen van H. M. de Koningin en verzocht den
generaal Hare Majesteit den dank van het
garnizoen over te brengen. Spr. gaf hem de
verzekering, dat hij ook in de moeilijkste
cogenblikken op de zevende infanteriebrigade
kon rekenen.
Het sedert kort opgerichte muziekkorps van de
7e infanteriebrigade, onder leiding van kapel
meester M. A. J. van Kerkhoff, nam daarop de
instiumenten in ontvangst.
Het korps nam vervolgens zijn plaats tusschen
de opgestelde troepen in en gaf als eerste ge
luid in het openbaar het „Wilhelmus".
De troepen presenteerden het geweer en de
officieren brachten de eerbewijzen.
Nadat nog een enkele marsch ten gehoore
was gebracht, begon het défilé voor de autori
teiten, die zich op het bordes van het stadhuis
hadden opgesteld. Hier bevond zich o.a. de com
mandant van het veldleger, luitenant-generaal
baron Van Voorst tot Voorst.
Vanmiddag werd in de garnizoens-cantine een
feestvoorstelling gegeven voor de dienst
plichtigen, terwijl van half drie tot vier uur in
de officierscantine van „Kranenburg-noord"
een receptie werd gehouden, waar talrijke mili
taire en burgerlijke autoriteiten hunne ge
lukwenschen kwamen aanbieden.
De Amsterdammers hadden voor hun kazerne
een fraaie eerepoort opgericht.
De feestelijkheden worden vanavond besloten
met bioscoopvoorstellingen voor dienstplichti
gen, terwijl om 9 uur op de Markt 'n militaire
taptoe zal gegeven worden, gevolgd door een
muzikalen rondgane.
De feestelijkheden ter gelegenheid van het
125-jarig bestaan van het 12e regiment infan
terie te Groningen op 9 en 14 Januari zijn
hedenmorgen om zeven uur ingezet met een
muzikale reveille. Hiervoor bestond ook van de
zijde van de burgerij groote belangstelling.
In het voormalige Engelsche intemeerings-
kamp geschiedde de aanbieding van het hul
deblijk der burgerij, dat bestond uit vier diepe
trommen. Het geschenk werd aangeboden bij
monde van den voorzitter van het werkcomité,
mr. Offerhaus.
De burgemeester, mr. P. Cort v. d. Linden,
hierna het woord voerend, sprak den wensch
uit, dat het 12e regiment infanterie nog langen
tijd aan de stad Groningen verbonden zal zijn-
De regimentscommandant, overste Sturm,
dankte voor de hulde.
Onmiddellijk daarna volgde een feestmarsch
door de stad met een défilé voor burgerlijke cn
militaire autoriteiten op de Groote Markt
Het curatorium der Katholieke Economische
hoogeschool heeft met ingang van 1 Mei, op zijn
verzoek, eervol ontslag verleend aan prof. dr.
A. B. A. van Ketel, als buitengewoon hoog
leeraar aan genoemde hoogeschool in de be
drijfsleer, inzonderheid het financiewezen der
onderneming en de toegepaste bedrijfshuishoud-
kunde.
In deze vacature is voorzien door de benoe
ming van dr. P. P. van Berkum, referendaris
bij den Economischen Voorlichtingsdienst van
het departement van Economische Zaken, tot
gewoon hoogleeraar in de bedrijfsleer, het fi
nanciewezen en de toegepaste bedrijfshuis-
houdkunde.
De nieuwbenoemde hoogleeraar werd geboden
te Den Helder 17 December 1901.
Na voltooiing zijner studiën in de econmische
wetenschappen aan de Katholieke Economische
Hoogeschool te Tilburg, promoveerde hij 3 Fe
bruari 1938 „met lof" als eerste doctor dier on
derwijsinstelling op een proefschift, getiteld:
„De betalingsbalans als uitgangspunt eener be
schouwing over de recente structuurwijzigingen
fn het economisch leven".