r 1 Daladier terug van zijn reis „Ik zal handhaven" HYSTERISCH t* De vliegramp bij Senlis Rome vindt geen bemiddelaars Kerkelijk leven Naar de Nieuwe Gemeenschap DALADIER TE PARIJS TERUGGEKEERD Buitenlandsch overzicht MAANDAG 9 JANUARI 1939 BENOEMINGEN In het bisdom Haarlem K. R. O. UITZENDING A.S. DINSDAG 7.15 UUR SPREKER: PROF. H. KAAG De premier voldaan over de resultaten van zijn reis Dinsdag Ministerraad De uitwijzing van Tharaud Het aantal slachtoffers tot vijf gestegen Naar de Nieuwe Gemeenschap Werkcomité gevormd Regimenten vieren feest 125-jarig bestaan herdacht "'"e Nijmegen Te Harderwijk OTTER'S CATARRH PASTILLES De Reorganisatie commissie R. K. F. Geen uitbreiding MOTORSCHIP „PRINS WILLEM IIP Te Groningen Dr. P. v. Berkum Benoemd als opvolger van prof. Ketel te Tilburg Naar aanleiding van het nu juist niet bepaald gezouten oordeel, dat door verschillende vooraanstaande en officieele Amerikaansche autoriteiten bij herhaling in het openbaar is uitge sproken over het nationaal-socialistische Duitschland, zijn machthebbers en prac- tijken, een oordeel, waarvan zij ook na herhaalde sommatie van Duitsche zijde geen tittel of jota wenschten terug te nemen, schrijft de Duitsche pers, dat er een „hysterische campagne" door het officieele Amerika tegen Duitschland wordt gevoerd, waarvan natuurlijk weer de Joden en de communisten, of liever de Joodsche communisten, de schuld dragen. Den vorm van de bedoelde Ame rikaansche uitspraken kunnen wij niet als erg diplomatiek of parlementair waar- deeren, maar ditzelfde geldt voor tal van uitlatingen, welke door Hitier zelf en zijn naaste medewerkers in verschillende redevoeringen zijn gedaan, in gelijke mate. Het Derde Rijk, dat brak met het parlement en de tot dan toe gebruikelijke diplomatie, heeft wel het minste recht zich over het niet gebruiken van diplo matieke en parlementaire termen door officieele gezagsdragers te beklagen. Trouwens, wanneer de Amerikaansche tirades tegen het Derde Rijk en de daar heerschende toestanden „hysterisch" moeten genoemd worden, hoe moeten dan b.v. zekere redevoeringen, tegen een zekeren „Herr Benesj" uitgesproken, en de anti-semietische campagne in Duitschland worden geheeten? En wat hebben wij dan te denken van de blijken van matelooze verheerlijking, welke helaas ook door sommige katholieken aan den persoon van den Führer van het Derde Rijk worden gebracht? oo heeft b.v. een Berlijnsch pastoor Karl König den volgenden Nieuw jaarsgroet ten beste gegeven: „Zalig de oogen, die zien, wat gij ziet; zalig de ooren, die hooren, wat gij hoort!" „Velen, ook koningen en vorsten, heb ben innig gewenscht, te zien, wat gij ziet; en zij hebben innig gewenscht, te hooren, wat gij hoort; en zij hebben het niet gehoord" „Moge het ons steeds meer gelukken, de harten der menschen, en juist ook die der Katholieke menschen, in Groot- Duitschland en in de wereld voor den Führer te winnen! Inderdaad: wanneer onze Führer niet door God gezonden zou zijn, wie is dan wèl door God gezonden. Heil den Führer! Heil allen menschen, die van goeden wille zijn. Heil en vrede u allen!" Nu mag de N.S.B.-pers, indien zij daar toe lust gevoelt, zich van dezen pastoor meester maken, zooals zij het gedaan heeft van Pastoor Leonards en enkele anderen, om dezen uit te spelen tegen bisschoppen en kardinalen en zelfs tegen den Pauselijken schrijver van „Mit bren- nender Sorge", maar wij aarzelen niet een dergelijke verheerlijking, die aan Hitier geeft, wat slechts Christus toe komt, en de woorden, die de Zaligmaker over Zichzelf heeft gesproken op den Führer toepast, niet alleen „hysterisch", maar ergerlijk profaneerend bovendien te noemen. De Duitsche katholieken heb ben evenals alle Duitsche staatsburgers den plicht het staatshoofd en het staats gezag den eerbied te betuigen, die hun toekomt, maar wat Godes is, mag niet aan den Keizer gegeven worden. Pastoor König is het nieuwe jaar niet al te best begonnen. Z.H. Exc. de Bisschop van Haarlem heeft be noemd: tot kapelaan te 's Gravenhage (H. Jacobus) den weleerw. heer J. R. van Dael; tot kapelaan te Amsterdam (H. Willibrordus buiten de Veste) den weleerw. heer J. G. J. Rutten; tot kapelaan te Hillegersberg (Christus Ko ning) den weleerw. heer L. M. Sluys; tot kapelaan te Noordwijk den weleerw. heer B. J. A. Haanen; tot kapelaan te Vlissingen den Weleerw. Heer W. J. J. M. van Niekerk; tot kapelaan te Bloemendaal den Weleerw. J. A. J. Adank (Neom.). VOOS D&. AG*m e* d!^door- PARIJS, 9 Jan. (Havas). Zondagochtend te 9.20 uur is minister-president Daladier na zijn bezoek aan Noord-Afrika te Parijs te ruggekeerd. Daladier werd op het station begroet door verscheidene ministers en andere vooraan staande personen. Terstond bij zijn aankomst verklaarde de pre mier: „Het verheugt mij, dat ik op deze reis heb kunnen vaststellen, hoezeer de inheemsche be volking van Algiers en Tunis aan Frankrijk ge hecht is en hoe sterk him onderlinge band is. Ook heb ik met voldoening opgemerkt, dat zij grooter eensgezindheid onder de Franschen wen- schen, opdat dezen de groote taak kunnen ver vullen, die hun wacht." Om elf uur ontving president Lebrun den minister-president, die hem verslag van zijn reis kwam uitbrengen. Opnieuw gaf de president uiting aan Frankrijks dankbaarheid jegens Da ladier, zooals hij reeds telegrafisch gedaan had. Het onderhoud duurde ruim een uur. Dinsdag om tien uur zal de ministerraad on der voorzitterschap van president Lebrun bij eenkomen. Zondagmorgen om elf uur zijn de in Frankrijk wonende Garibaldianen, te zamen met depu taties van Fransche en Italiaansche oudstrij ders, op het kerkhof Père Lachaise bijeenge komen, op den 24sten verjaardag van den slag in de Argonnen, waarin 500 vrijwilligers van het Garibaldi-legioen voor Frankrijk gevallen zijn. De voorziter van de Fransche federatie van Garibaldianen der Argonnen, kapt. Camillo Ma- rilini, sprak een rede uit, waarin hij o.m. zeide: „Wij kennen de gevoelens, die alle Franschen koesteren jegens de Italiaansche oudstrijders der Argonnen. Ik wil plechtig verklaren, dat de „roodhemden" nooit één woord, één gebaar of één daad van hun leven zullen verloochenen." Naar aanleiding van de uitwijzing door Italië van Jérome Tharaud, stelt het Fransche mi nisterie van Buitenlandsche Zaken een onder zoek in, teneinde vast te stellen of het paspoort en de visa, die de Fransche schrijver noodig had om Italië binnen te komen, wel aan alle voor waarden voldeden. Indien dit het geval blijkt te zijn, zal de Fransche ambassadeur te Rome waarschijnlijk opdracht krijgen, bij de Italiaan sche regeering een protest in te dienen tegen de arrestatie en uitwijzing van Tharaud. SENLIS, 9 Jan. Omtrent de vliegramp tusschen La Chapelle-en-Serval en Sur- villiers, waarbij het lijntoestel Zürich Parijs van de „Air Swiss" is neergestort, wordt nog nader vernomen, dat hierbij vijf personen om het leven zijn gekomen. Zaterdag omstreeks vijf uur in den middag zagen de bewoners van het dorp La Chapelle- en-Surval een toestel van de „Air Swiss" be trekkelijk laag vliegen. Het scheen, dat de mo toren niet in orde waren. Plotseling stortte het toestel omlaag en sloeg te pletter tegen een heuvel tusschen La Chapelle-en-Serval en Sur- villiers. In het toestel zaten de piloot, de radio telegrafist, de stewardess en veertien passagiers. De vlieger, de radiotelegrafist en een passagier dr. Nüss Vauns uit Frankfort, werden op slag gedood, tien inzittenden werden gewond. De stewardess is later in het ziekenhuis overleden, terwijl Zondagavond een der passagiers, de Poolsche mevrouw Smygula, aan haar verwon dingen in het Parijsche ziekenhuis is overleden. Volgens de eerste resultaten van het onder zoek schijnt het ongeluk te wijten aan ijsvor- ming op de vleugels, zoodat niet in de eerste plaats aan een motor-defect moet worden ge dacht, waarop de verklaring-en van de bewoners van La Chapelle-en-Serval zouden kunnen wijzen. In gevolge een besluit van het algemeen co mité voor de actie „Naar de ^Nieuwe Gemeen schap" is thans een werkcomité gevormd, be staande uit de heeren Z. Exc. prof. mr. P. J. M. Aalberse, voorzitter, dr. L. G. Kortenhorst, plv. van mr. dr. E. Jaspar, prof. A. Cleophas, p. Mulders S.J., E. J. Luijf, mr. P. Aalberse j„ mr. F. Bach, plv. v. drs. H. L. Jansen, A. C. de Bruijn, J. A. Schutte, J. G. van den Brink, p. mag. dr. S. Stokman O.F.M., A. C. van Hilst, J. Asberg, L. M. Beumer, secretaris. Het werkcomité kwam reeds bijeen en koos zich den heer J. A. Schutte tot tweeden voor zitter. Besproken werd de aanstelling van een dertig tal gewestelijke propagandisten; voor hunne aanstelling zal een beroep worden gedaan, waar mogelijk, op de diocesane commissies van samen werking en voorts op de diocesane instanties. Men denkt aldus te komen tot de aanwijzing van een dertigtal personen, die zich belasten met het stimuleeren van de plaatselijke propa ganda, waartoe het werkcomité instructies zal verstrekken. Medewerking wordt verzocht- van alle in het algemeen comité vertegenwoordigde organisaties. Bovendien ligt het in de bedoeling over te gaan tot de vorming van plaatselijke co- mité's, welke de actie plaatselijk zullen ontplooi en, stimuleeren en leiden. Voorts werden in deze eerste vergadering van het werkcomité besprekingen gevoerd over de filmpropaganda, het verzamelen van documen- tatie-materiaal, het aanleggen van een sprekers lijst, het doen vervaardigen van affiches, het uitgeven van een manifest, het zoo mogelijk instellen van een enquête. Het comité vereenigde zich met een ontwerp-symbool voor de actie „Naar de Nieuwe Gemeenschap". Met spoed zal worden uitgewerkt, wat in deze vergadering is besproken; op 18 Januari wordt opnieuw vergaderd. De tentoonstelling „Pro Arte Christiana" in het Stedelijk museum te Amsterdam is officieel door den Bisschop van Haarlem, Z. H Exc. Mgr. J. P. Huibers, geopend. Tijdens den rondgang. V.l.n.r. Joan Colette, Mgr. Huibers, minister Slotemaker de Bruine en prof. dr. J J. Henneman „Je maintiendrai ik zal handhaven", zeide de Fransche minister-president, toen hij van zijn reis door de Fransche Overzeesche bezit tingen was teruggekeerd in zijn geboorteplaats Orange. Het was het juiste woord op de juiste plaats, die immers het „handhaven" in haar devies voert; en het was een woord, dat op het oogenblik misschien het beste de stemming weergeeft, die in Frankrijk heerscht ten aan zien van de verlangens, die aan de „overzijde van de Alpen" hardnekkig geuit worden. De Franschen zijn wrevelig geworden; na het échec, dat hun politiek te Muenchen leed al wordt dat officieel niet toegegeven en de Fransch-Duitsche verklaring, die zij met een wantrouwend oog bezien, maakt de Italiaansche uitdaging hen geprikkeld. Allereerst, omdat het hier een rechtstreeks Fransch belang geldt, waarvoor de Franschen desnoods bereid zijn de wapenen op te nemen; en verder, omdat zij met geen mogelijkheid de Italiaansche eischen voor volledigen ernst kunnen nemen, vooral niet, nu sommige Italiaansche bladen dien eischen kracht bijzetten door toespelingen op de vol komenheid van het Italiaansche leger. Er zijn weinig Franschen, die het Italiaansche leger au sérieux nemen, en ondanks de snoevende woorden over de „drie moderne oorlogen", waar in dit leger geoefend en gestaald zou'zijn, kun nen de prestaties ervan niet zóó hoog aangesla gen worden, dat de Franschen dit als een doo- deljjke bedreiging zouden kunnen beschouwen. De reis van Daladier was dan ook een rustige demonstratie van macht. Er zijn op Corsica, in Tunis, Bizerta, of waar dan ook in de Afrikaan- sche bezettingen die Daladier aandeed, geen felle woorden geuit; met tact wist de premier in elke plaats de bevolking te raken, daar waar zü het gevoeligst was, en voor zoover men dit kan nagaan, liep het overal uit op demonstra ties van trouw aan Frankrijk, door de Fran sche zoowel als de inheemsche bevolking. Slechts eenmaal werd een wanklank gehoord: te Tunis, waar een kleine groep tegen den pre mier demonstreerde. Die demonstratie ging evenwel uit van de „Destour", een der natio nale bewegingen in de Arabische wereld; wan neer men nu bedenkt dat „Destour" grond wet beteekent, en het streven van deze bewe ging is het verkrijgen van een eigen constitu tie een oud geschil met de Fransche be windhebbers dan is het wel duidelijk, dat deze demonstratie allesbehalve in het voordeel der Italianen was. Er zijn trouwens in de laatste dagen meer stemmen in de Arabische wereld opgegaan die de Italianen onprettig moeten stemmen. Hoewel in de Islamietische wereld een groeiend verlangen naar zelfstandigheid be staat, begrijpt men daar ook, dat bij de thans heerschende verdeeldheid een aan zijn lot over gelaten Arabierendom een gemakkelijke prooi zou worden van protectors met landhonger. Men oordeelt het dus raadzaam, liever het demo cratische eii soepeler Fransche juk te dragen, dan uitgeleverd te worden aan den „protector van den Islam", wiens goede bedoelingen men niet meer voetstoots aanneemt, en wiens in vloed en aantrekkingskracht op de Arabische wereld zienderoogen verzwakken. Van zijn hoogen redactiestoel te Rome af heeft de diplomatieke redacteur van de „Giornale dTtalia'" gedecreteerd, dat de reis van Dala dier een mislukking was. Vermoedelijk zal de Italiaansche gezant te Parijs tot een andere conclusie komen, Wanneer hij de filmvoorstel ling bijwoont, die de Fransche regeering naar aanleiding van die reis heeft georganiseerd voor de te Parijs geaccrediteerde diplomaten. Doch officieel is de reis een mislukking, in Italië. Bovendien is zij een provocatie, een .symboli sche dolksteek", en nog eenige andere minder fraaie dingen meer. Het spel, dat de gecen sureerde Italiaansche pers met deze qualifi- caties speelt, is niet ongevaarlijk, daar het de bevolking opzweept, om aan de gewekte harts tochten straks niet te voldoen. Want zeer gunstig ziet het er voor de Italiaansche eischen alles bij elkaar niet uit. Dat Italië alléén een oplossing zou forceeren, lijkt uitgesloten het moet dus rekenen op de hulp van vrienden en kennissen. De eenigen, die onder dezen in aan merking komen voor het verleenen van daad werkelijken steun, zijn Duitschland en Enge land, die dan ook met name in de Italiaansche pers genoemd worden. Nu kan men in Duitschland wel officieuze uitlatingen hooren, die Italië rugsteun verlee nen. Volgens de Duitsche bladen werd Daladier toegejuicht door een „jüdisch-marxistischer Mob", het bekende paradepaardje. Doch veel verder dan tot het verleenen van dezen ,,mo- reelen" steun schijnt de Wilhelmstrasse niet geneigd të zijn, allen geruchtmakenden artikelen ten spijt. De Duce die overigens in dezen gezwegen heeft moet daarover minder goed gehumeurd zijn. En juist daarom had hij mis schien gehoopt, dat Chamberlain zich bij zijn aanstaand bezoek aan Rome gulhartig zou be- toonen. De Britsche premier, die zichzelf de rol van bemiddelaar zoo goéd vindt liggen, schijnt er immers op te rekenen, dat hij Mus solini van de „as" kan losweeken en daartoe scheen de kans schoon. Er behoeft niet aan getwijfeld te worden: Chamberlain wilde bemid delen, doch Parijs stak een spaak in het wiel en zeide: „laat ons alleen". Corbin heeft vele malen den weg naar het Foreign Office af moeten leggen, aleer Chamberlain toegaf: hij zal dan niet bemiddelen. En daarmee is de laatste hoop van den Duce ongetwijfeld ver vlogen. De viering van het 125-jarig bestaan van het te Amersfoort gelegerde eerste regiment huza ren en het vijfde, zestiende, achttiende en een- en-twintigste regiment infanterie is Zaterdag ingezet door de huzaren. De Von Huegenin-ma- nege van de Prins Willem III kazerne was voor deze gelegenheid smaakvol met oranje en vlag gendoek versierd, evenals de schermzaal, ter wijl een gedeelte van den voorgevel van het hoofdgebouw van tallooze gekleurde gloeilamp jes was voorzien, die in het duister van het plantsoen een sprookjesachtig effect sorteer den. Tusschen elf uur en half twaalf kwamen de reünisten, voor een deel per trein, voor een an der deel per auto, in Amersfoort aan. Zij wer den begroet door pittige marschmuziek, uitge voerd door de vrijwillige kapel van het eerste regiment huzaren. Tegen het middaguur ver zamelden de officieren alsmede de reünisten met hun dames zich ten stadhuize, waar zij door het gemeentebestuur officieel werden ontvan gen. De burgemeester, mr. J. C. de Graaf van Randwijck, hield in de raadzaal een hartelijke toespraak, die beantwoord werd door den regi mentscommandant, den luitenant-kolonel van den generalen staf. M. R. A. Bischoff van Heemskerck. De middag werd voor een belangrijk deel in genomen door de afwerking van een zeer ge varieerd programma in de Von Huegenin-ma- nege, waaraan de officieren, onderofficieren, korporaals en huzaren van het. jubileerende re giment medewerkten. De uitvoering mocht zich in de belangstelling van tal van militaire autoriteiten verheugen. De middaguitvoering werd gevolgd door een buitengewoon druk bezochte receptie. Van de lange reeks sprekers noemen wij generaal ma joor H. F. M. Baron van Voorst tot Voorst, in specteur der cavalerie, tevens commandant der lichte brigade, generaal-majoor A. R. van den Bent, commandant van de vierde divisie, kolo nel A. de Vries, commandant van de achtste in- fanterie-brigade, den heer Ant. Hofkamp, die namens de burgerij een aantal vanen en banie ren voor de huzarenkapel aanbood, den burge meester van Amersfoort, mr. J. C. Graaf van Randwijck, luit.-generaal b.d. H. A. C. Fabius, die een zilveren taf el ornament met oorkonde offreerde, luit.-kolonel C. H. Labouchère, die het regiment namens de reserve-officieren en oud-reserve-officieren met twee zilveren kan delaars verrijkte, luit-kol. jhr. S. M. S. A. A. de Marees van Swinderen, die een zilveren bel schonk, luit.-kol. G. H. Schouten, commandant van het vijfde regiment veldartillerie, luit.-kol. D. A. Camerling Helmolt, directeur van de mi litaire rijschool en ritmeester Bruinier, comman dant van het tweede eskadron pantserwagens. Er waren zeer vele bloemstukken en andere be wijzen van sympathie gezonden. Aan het einde van de receptie heeft de regi mentscommandant, luit.-kol. M. R. A. Bischoff van Heemskerck, dank gezegd voor de aangebo den gelukwenschen en geschenken. Vandaag werd te Nijmegen op officieele wijze het 125-jarig bestaan van het Hde en het 15de Regiment Infanterie herdacht. Er heerschte een feeststemming zoowel onder de militairen als onder de burgerij en reeds om half elf des morgens had zich een groote me nigte verzameld op het uitgestrekte Molenveld, waar namens de burgerij aan de commandan ten van het 11de en het 15de Regiment het feest- en tevens herinneringsgeschenk werd aangeboden, bestaande uit vier diepe trommen voor het 11de Regiment en een diepe trom voor het 15de Regiment Infanterie, welk laatste in- fanterieregiment thans reeds gedeeltelijk in garnizoen ligt te Grave, waar reeds Vrijdag j.l. namens de burgerij drie diepe trommen waren aangeboden. Bij de feestelijke aanbieding te Nijmegen werd het woord gevoerd door den burgemeester van Nijmegen, den heer J. A. H. Steinweg, die, mede namens het burgerijcomité, waarvan de hr. H. de Goede de voorzitter was, gelukwen schen aanbood en zijn sympathie uitsprak na mens de burgerij tegenover het garnizoen, dat ruim honderd jaar steeds op voet van vriend schap met de Nijmeegsche burgers gestaan had. Luit. kolonel T. J. Reeser en luit. kolonel De Bock aanvaardden de beide feestgeschenken na mens resp. het 11de en 15de Regiment Infan terie. Tevens werd hartelijk dank uitgesproken voor de vele bewijzen van sympathie, welke men steeds van de burgerij had mogen onder vinden. Hierna maakten de manschappen een feest- marsch door de stad, vergezeld van het mili taire muziekkorps, terwijl tegelijk de nieuwe trommen geroerd werden. In den namiddag werden de soldaten van beide regimenten onthaald op bioscoopvoorstel lingen in de Nijmeegsche theaters. De commandanten van beide jubileerende regimenten, luit. kol. T. J. Reeser en luit kol. De Bock hielden in den namiddag een receptie in den foyer van „De Vereeniging". De dag wordt besloten met een grooten feest avond in de Concertzaal van „De Vereeniging", waar door de manschappen van het gamizoen- zelf een varieerend program wordt afgewerkt, bestaande uit muziek, zang, tooneel en sport. Het 125-jarig bestaan van de beide infanterie- regimenten (het 7de en 20ste) wordt heden te Harderwijk op een zeer feestelijke wijze her dacht. Om zes uur begon het met een feestelijke reveille, gevolgd door een bij zonderen morgen maaltijd. De beide regimentscommandanten hebben in de Oranje-Nassaukazerne en de Jan v. Nassau- kazerne, ieder voor hun regiment, een feest rede uitgesproken. Aan alle dienstplichtigen werd vervolgens een boekwerkje, bevattende de regimentsgeschiede nis, uitgereikt. De beide regimenten rukten daarna op naar het Marktplein, waar ze „en masse" werden opgesteld. Om kwart over tien hadden de autoriteiten zich op het bordes verzameld en sprak de bur gemeester, de heer De Jong Saakes, de beide regimenten toe, feliciteerde het garnizoen en bood bloemen aan. Hierna kreeg de w.n. burgemeester van Am sterdam, wethouder mr. G. C. J. D. Kropman, het woord, die in een korte rede de gelukwen schen van de hoofdstad, waar het zevende vroe ger in garnizoen heeft gelegen, overbracht. Met een korte toespraak bood de voorzitter van het comité, burgemeester De Jong Saakes, aan den garnizoenscommandant de instrumen ten, bestemd voor de beide infanterie-regimen- ten van zijn brigade, die te Harderwijk liggen, aan. De garnizoenscommandant, kolonel F. B. A. J. Jansen, bedankte voor de geuite wenschen en aanvaardde in dank de aangeboden muziek instrumenten. Korte zomers, lange winters, met als gevolg» tallooze slachtoffers van catarrh, bronchitis, angina en griep. Neem maatregelen en zuiver neus, luchtpijpen en longen door zoo n roode, bacteriëndoodende pastille in den mond te nemen. Reeds één pastille zal U terstond ver lichting brengen, zelfs bij de zwaar ste verkoudheid. Bij alle Apothekers en Drogisten. Imp. H. ten Herkei Hilversum. f Naar wij vernemen heeft het bestuur van de R. K. Federatie in zijn Zaterdag gehouden vergadering besloten een voorstel van het I. V. C. B.-bestuur, om de reorganisatie-commissie uit te breiden met een vertegenwoordiger van de z.g. groote vereenigingen, van de agenda af te voeren. Naar wij vernemen is dezer dagen de kiel gelegd van een nieuw motorschip voor dé Oranje-lijn, hetwelk in aanbouw is bij de werf „De Merwede" te Hardingsveld. Het schip zal den naam krijgen van „Prins Willem III". ST. De commandant van het veldleger, luitenant- generaal J. J. G. baron van Voorst tot Voorst, voerde alsdan het woord. H. M. de Koningin had hem opgedragen Haar hoogstderzelver gelukwenschen aan te bieden. Spr. hoopte dat het muziekcorps tot meer dere plichtsbetrachting zou aansporen en hij wekte het garnizoen op tot een palstaan voor de hoogste belangen. De commandant stelde voor een driewerf hoera uit te brengen op H. M. de Koningin. De garnizoenscommandant van Harderwijk zeide, diep getroffen te zijn door de gelukwen schen van H. M. de Koningin en verzocht den generaal Hare Majesteit den dank van het garnizoen over te brengen. Spr. gaf hem de verzekering, dat hij ook in de moeilijkste cogenblikken op de zevende infanteriebrigade kon rekenen. Het sedert kort opgerichte muziekkorps van de 7e infanteriebrigade, onder leiding van kapel meester M. A. J. van Kerkhoff, nam daarop de instiumenten in ontvangst. Het korps nam vervolgens zijn plaats tusschen de opgestelde troepen in en gaf als eerste ge luid in het openbaar het „Wilhelmus". De troepen presenteerden het geweer en de officieren brachten de eerbewijzen. Nadat nog een enkele marsch ten gehoore was gebracht, begon het défilé voor de autori teiten, die zich op het bordes van het stadhuis hadden opgesteld. Hier bevond zich o.a. de com mandant van het veldleger, luitenant-generaal baron Van Voorst tot Voorst. Vanmiddag werd in de garnizoens-cantine een feestvoorstelling gegeven voor de dienst plichtigen, terwijl van half drie tot vier uur in de officierscantine van „Kranenburg-noord" een receptie werd gehouden, waar talrijke mili taire en burgerlijke autoriteiten hunne ge lukwenschen kwamen aanbieden. De Amsterdammers hadden voor hun kazerne een fraaie eerepoort opgericht. De feestelijkheden worden vanavond besloten met bioscoopvoorstellingen voor dienstplichti gen, terwijl om 9 uur op de Markt 'n militaire taptoe zal gegeven worden, gevolgd door een muzikalen rondgane. De feestelijkheden ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan van het 12e regiment infan terie te Groningen op 9 en 14 Januari zijn hedenmorgen om zeven uur ingezet met een muzikale reveille. Hiervoor bestond ook van de zijde van de burgerij groote belangstelling. In het voormalige Engelsche intemeerings- kamp geschiedde de aanbieding van het hul deblijk der burgerij, dat bestond uit vier diepe trommen. Het geschenk werd aangeboden bij monde van den voorzitter van het werkcomité, mr. Offerhaus. De burgemeester, mr. P. Cort v. d. Linden, hierna het woord voerend, sprak den wensch uit, dat het 12e regiment infanterie nog langen tijd aan de stad Groningen verbonden zal zijn- De regimentscommandant, overste Sturm, dankte voor de hulde. Onmiddellijk daarna volgde een feestmarsch door de stad met een défilé voor burgerlijke cn militaire autoriteiten op de Groote Markt Het curatorium der Katholieke Economische hoogeschool heeft met ingang van 1 Mei, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend aan prof. dr. A. B. A. van Ketel, als buitengewoon hoog leeraar aan genoemde hoogeschool in de be drijfsleer, inzonderheid het financiewezen der onderneming en de toegepaste bedrijfshuishoud- kunde. In deze vacature is voorzien door de benoe ming van dr. P. P. van Berkum, referendaris bij den Economischen Voorlichtingsdienst van het departement van Economische Zaken, tot gewoon hoogleeraar in de bedrijfsleer, het fi nanciewezen en de toegepaste bedrijfshuis- houdkunde. De nieuwbenoemde hoogleeraar werd geboden te Den Helder 17 December 1901. Na voltooiing zijner studiën in de econmische wetenschappen aan de Katholieke Economische Hoogeschool te Tilburg, promoveerde hij 3 Fe bruari 1938 „met lof" als eerste doctor dier on derwijsinstelling op een proefschift, getiteld: „De betalingsbalans als uitgangspunt eener be schouwing over de recente structuurwijzigingen fn het economisch leven".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 6