Vermist vaartuig
terecht
DE DUITSCHE HELD}
WOENSDAG 11 JANUARI 1939
beide opvarenden in goeden
welstand aan boord
Hedrijfstelling
Wetsontwerp ingediend, om deze
om de tien jaar te houden
Hoog water in het
Binnen-IJ
Drie schepen hadden moeilijke
vaart door het ijs
Poging tot doodslag
op zijn moeder
Biscuit-industrie in
moeilijkheden
CONTINGENTEERING VAN
VLEESCH
Minister Steenberghe zal een
onderzoek laten instellen
NOTARISTARIEVEN
Commissie moet wettelijke
regeling ontwerpen
INBRAAK IN EEN KERK
TE BAARN
De buit was niet groot
Voorwaardelijke gevangenisstraf
van twaalf maanden geëischt
Uit het knellende ijs
bevrijd
De Goedkoop-booten en de IJssel-
stroom in Amsterdam terug
De K.W. 18 opgepikt
Schip verkeerde in ontredderden
toestand
OM DE VERZEKERINGSSOM
2VZ jaar geëischt wegens
brandstichting
ONTEIGENINGSWET
Tweede Kamer over voorgestelde
wijziging
STADHUISPRIJSVRAAG TE
EINDHOVEN
Eerste en tweede prijs niet
toegekend
KORPORAALS BLIJVEN
GEDEGRADEERD
Vonnis van Krijgsraad bevestigd
TROELSTRA'S ECHTGENOOTE
OVERLEDEN
MALARIA-GEVAAR VOORBIJ
Haven van Priok weer vrij
Vijf schoten gelost op
rijksveldwachter
Vier jaar gevangenisstraf tegen
notarisklerk geëischt
VELINGMEESTER KNOEIDE
Verkoop tomatensoep in blik
Het bedrijfsleven
in Den Haag
In 1938 gaf het geen reden
tot tevredenheid
VOLKSRAADSVERKIEZINGEN
UIT DE STAATSCOURANT
Landmacht
Onderscheiding
Natuurwetenschappelijk
onderzoek
Onderwijs
Het Duitsche recherchevaartuig „Von
Hindenburg" heeft Dinsdagmiddag om
twaalf uur het vermiste visschersvaartuig
fet Termunten nabij De Knock, de Zuid
west-punt van Oost-Friesland, opgespoord.
He twee zoons van schipper Bakker bevon
den zich nog aan boord.
Het recherchevaartuig heeft het schip op
®eptouw genomen naar Termuntenzijl, waar
is overgenomen door het visschersvaartuig
JJh schipper Ari Kuiper. Deze was Dinsdag-
entend reeds om vijf uur uitgevaren om
■ssistentie te verleenen.
He „Von Hindenburg" had het vermiste schip
eeds om acht uur 's ochtends ontdekt, doch kon
j t door den lagen waterstand niet naderen,
jntusschen was ook het Nederlandsche recher-
nevaartuig „Alexander Gogel" in de nabijheid
het schip gekomen, doch heeft geen hulp
0leer verleend.
Dinsdagochtend acht uur was een der jongens
*^n boord gegaan en is over het ijs naar Rie-
geloopen om naar Nederland te telefonee-
^n- De verbinding kon echter niet tot stand
'orden gebracht, zoodat de jongen onverrich-
rzake naar het schip is teruggekeerd.
Hij de opsporing hebben ook nog Duitsche
tuigen hun medewerking verleend, doch
aese hadden tot dusver nog niets gerapporteerd.
De minister van Economische Zaken heeft
k'-i de Tweede Kamer een ontwerp van wet
^gediend bevattende regelen betreffende een
%emeene tienjaarlijksche bedrijfstelling.
Aan de memorie van toelichting tot dit wets-
Ohtwerp is het volgende ontleend:
Hij de wet van 31 Juli 1930, houdende maat
delen tot het verkrijgen van een juiste be-
^rijfestaitistiek, werden regelen gegeven over
jje eerste hier te lande te houden bedrijfstel-
fjhg. Nu deze telling als geslaagd kan worden
feschouwd, bestaat er aanleiding, haar met re
gelmatige tusschenpoozen te herhalen. Niet te
ontkennen toch valt, dat het ook in de ver
dere toekomst van het grootste belang zal zijn,
Oe veranderingen, welke in de structuur van
Oet bedrijfsleven opgetreden zijn, periodiek na
k gaan en in cijfers vast te leggen.
Haar komt bij, dat Nederland ingevolge de
^ct van 8 Juli 1932 is overgegaan tot ratificatie
J'an de conventie betreffende economische sta-
^stieken van 14 December 1928, waarbij het
Periodiek houden van bedrijf stellingen in de
Nijverheid en zoo mogelijk in den handel is
aanbevolen en wel ten minste eens in de tien
Jaar.
Deze periode komt ook den minister wen-
achelijk voor, mede daar alsdan, gelijk ook bij
Ne in 1930 gehouden bedrijfstelling is geschied,
aansluiting kan worden gezocht bij de tien
jaarlijksche volkstellingen. De eerstvolgende
bedrijfstelling zal derhalve in 1940 worden ge
houden.
Het ontwerp bepaalt zich er toe voor te
fehryven, dat in genoemd jaar en vervolgens
°fe de tien jaren een bedrijfstelling zal worden
gehouden.
Het is den minister noodzakelijk voorgeko
men uitdrukkelijk te voorzien in een verplich
ting de noodige opgaven en inlichtingen te
dstrekken en tevens in de daartegenover-
dande verplichting, de ontvangen opgaven en
'^lichtingen geheim te houden.
In verband daarmede werd bovendien de
Nlogelijkheid geopend de overtreding van in
gevolge de wet te geven voorschriften strafbaar
k stellen.
Naar de minister zich voorstelt zal, wat de
°ok bij de vorige bedrijfstelling getelde be
drijfstakken betreft, de telling zoo mogelijk
Wederom op dezelfde wijze dienen te worden
Behouden, dus met gebruikmaking van de
loonlijsten der Ongevallenverzekering en met
Ni edewerking van de Raden van Arbeid.
Daarentegen zullen de agrarische bedrijven
°P andere wijze geteld moeten worden, omdat
by deze bedrijven, waaromtrent mede door de
orisisbemoeiingen momenteel reeds veel be
kend is, gezichtspunten in acht zullen moeten
borden genomen, welke eenigszins anders zijn
öan bij de niet-agrarische bedrijven. Het ligt
bovendien in de bedoeling, in 1940 de normale
tienjaarlijksche landbouwtelling te houden,
baarbij dan tevens aansluiting zal worden ge
docht bij hetgeen in andere landen op dit ter
rein geschiedt. Zooveel mogelijk zal daarbij
Coördinatie van deze landbouwtelling met de
op grond van deze wet te houden telling be
vorderd worden.
gende bepalingen betreffende de basistijdvak
ken en de percentages voor de berekening van
de autonome contingenten zullen worden vast
gesteld
Versch, gekoeld en bevroren rund- en kalfs-
vleesch 1-1-1936 tot 1-7 1936 100 v- h. bruto-gew.,
„Ander" rund- en kalfsvleesch 19311932, 20
v. h, bruto-gew., Paarde- en Schapevleesch
19311932, 20 v. h. bruto-gew.
De aandacht wordterop gevestigd, dat bo
vengenoemde percentages alleen betrekking
hebben op de autonome contingenten, derhalve
niet de by handelsverdrag verleende contingen
ten, welke in vele gevallen hooger zijn.
Dinsdagmiddag tegen half vier is een drietal
motorschepen "uit Nijkerk en Amersfoort, de
klippermotor „Dankbaarheid" uit Amersfoort,
de „Vertrouwen" van den beurtschipper Kos
uit Huizen en de „Johanna" van den beurt
schipper Heimensen uit Nijkerk, de Oranjeslui
zen gepasseerd.
Nadat de schepen ongeveer vier uur in het
ijs hadden vastgezeten, slaagden zij erin Am
sterdam te bereiken.
De Harderwijkerboot van de Holland-Veluwe-
lijn was Dinsdagmorgen om ongeveer acht uur
uit Harderwijk vertrokken, doch deze kon niet
door het ijs heenkomen en is daarom naar
Harderwijk teruggekeerd.
Het water op het Binnen-IJ is op het oogen -
bilk weer abnormaal hoog, circa 13 min AP.,
zoodat het stoomgemaal in werking is gesteld.
Dit hooge peil is ontstaan, doordat IJmuiden
als gevolg van den Westenwind niet voldoende
kan spuien.
De contingenteering van vleesch zal met in-
Bung van 16 Januari as. voor den duur van een
Jaar worden verlengd, waarbij de hieronder vol-
Minister Steenberghe zal, naar het Handels
blad weet te berichten, binnenkort een commis
sie installeeren, welke tot taak zal hebben, rap
port uit te brengen over de mogelijkheid,
binnen het kader van de Landbouwcrisiswet een
oplossing te vinden voor de moeilijkheden, waar
in de biscuit-industrie verkeert. Deze commissie
zal bestaan uit de heeren J. Stuurop, directeur
Meursing's Biscuitfabrieken te Amersfoort; L.
Jamin te Rotterdam, A. H. Verkade te Zaan
dam, Th. R. Neutelings, directeur Liga Biscuit
fabrieken te Bergen op Zoom, H. M. Abraham,
directeur der Meelcentrale en mr. E. J. Waller,
ambtenaar van het departement van Economi
sche Zaken.
In een schrijven aan den voorzitter van de
Tweede Kamer deelt de minister van Justitie
mede, dat hij een commissie heeft ingesteld,
aan welke is opgedragen, een wettelijke rege
ling^ te ontwerpen in zake de tarieven, welke
de notarissen in acht dienen te nemen bij de
vaststelling van het hun verschuldigde wegens
de verrichtingen, waartoe zij krachtens wette
lijk voorschrift bevoegd zijn, alsmede wegens
die, welke in hun practijk gebruikelijk zijn. of
daarmede samenhangen.
In deze commissie zijn benoemd tot lid en
voorzitter: prof. mr. A. H. M. J. van Kan te
's-Gravenhage: en tot leden; mr. H. F. R. Du
bois, administrateur bij het departement van
Financiën, te 's-Gravenhage; B. van Haersma
Buma, directeur van de N.V. Westlandsche
Hypotheekbank te 's-Gravenhage; mr. M E.
Havelaar, president van de arrondissements
rechtbank te Utrecht, te Maartensdijk; mr.
Ph. B. Libourel, notaris te Delft mr. F. A. Ne
lemans, kantonrechter te Rotterdam; jhr. mr.
R. A. van Rijckevorsel, burgemeester van Eer-
licum (N.-B.); mr. M. W. Scheltema, commies
bij het departement van Justitie, te 's Graven-
hage en tot id. tevens secretaris: R. Remmelts,
candidaat-notaris te 's-Gravenhage.
Inbrekers hebben zich vermoedeiyk in den
nacht van Maandag op Dinsdag door een bui
tendeur aan de achterzijde toegang verschaft
tot de consistoriekamer der Gereformeerde kerk
te Baarn. Zij haalden hier alles overhoop. Een
brandkastje, waarin de opbrengst van de col
lectes op Zondagen bewaard wordt, bewerkten
de inbrekers met een koevoet en vervolgens sne
den zy het open; f 200 maakten zij buit.
Met een grootere brandkast hadden zij min
der succes. Deze sleepten zy van haar plaats,
doch verder dan een paar gaten heeft men het
niet kunnen brengen.
De inbrekers zyn met gummi-handschoenen
te werk gegaan.
In de maand Augustus van het vorig jaar
werd het dorp Reuver en omgeving in op
schudding gebracht door een gebeurtenis, waar
van de gevolgen Dinsdag voor de Roermondsche
rechtbank behandeld werden.
In den nacht van 28 op 29 Augustus kwam
het op den openbaren weg te Reuver tot een
tragische ontmoeting tusschen den 38-jarigen
A. van den V., caféhouder en grossier aldaar
en zijn 58-jarige moeder, destijds weduwe, doch
thans gehuwd.
De zoon trok een revolver en loste verschil
lende schoten op haar. Het slachtoffer werd
ernstig in borst en schouder getroffen en moest
onmiddellijk in een ziekenhuis worden opge
nomen.
De dader, die in zeer overspannen toestand
verkeerde, vervoegde zich na het misdryf bij
de marechaussee. Hij verklaarde in overspannen
toestand te hebben gehandeld en tot zijn daad
te zijn gekomen door de uiterst slechte ver
houding, die het slachtoffer door haar gedra
gingen tusschen hem en haar had geschapen.
In de dagvaarding werd verdachte ten laste
gelegd: poging tot doodslag, subs, zware mis
handeling, subs, poging tot zware mishande
ling.
Er werd een zevental getuigen gehoord. Reeds
bij het verhoor van den eersten getuige, dokter
Overbosch uit Venlo, begonnen de moeilijk
heden voor het O.M.
Het slachtoffer had n.l. negen wonden, vijf
aan het achterhoofd, twee aan het voorhoofd,
een aan den rug en in de borst. Van geen van
alle kon de medicus met zekerheid verklaren,
dat het schotwonden waren.
De - officier van justitie merkte op, dat van
de zijde der medici wat meer belangstelling
mocht worden gevraagd voor de crimineele zijde
van het geval.
Verdachte was bij het verhoor zün zenuwen
niet meer de baas. De vrouw daarentegen nam
oogenschijnlijk onbewogen op het getuigen-
bankje plaats en gaf op alle vragen met stoï-
cijnsche kalmte antwoord. Beiden wisten overi
gens zich niet veel meer te herinneren van het
geval.
Het O.M. eischte in een mild requisitoir tegen
verdachte een voorwaardeiyke gevangenisstraf
van twaalf maanden.
De verdediger, mr. Nederveen, vroeg wegens
gebrek aan bewijs vrijspraak en onmiddellijke
invrijheidstelling van zün cliënt.
Na zich in raadkamer te hebben terugge
trokken, achtte de rechtbank geen termen aan
wezig tot onmiddellijke invryheidstelling over
te gaan.
Uitspraak 24 Januari.
Verscheidene leden achtten het noodzakelijk,
dat de procedure voor de onteigening ten be
hoeve van aanleg en verbetering van terreinen
en werken voor de drinkwatervoorziening op
overeenkomstige wijze geregeld wordt als zulks
ten aanzien van spoorweg- en havenwerken en
van terreinen en werken voor de luchtvaart
reeds geschied is.
Niet minder noodzakelijk achtten deze leden
een herziening van de bepalingen betreffende
de berekening van de schadeloosstelling, zulks
ten einde de ongelijkheid, welke op dit punt
bestaat tusschen de onteigening in het belang
van de volkshuisvesting en de onteigening in
het belang van andere doeleinden, weg te
nemen.
Dinsdagavond zes uur bereikten de „Wilhel-
mina Goedkoop" en de „Daniël Goedkoop" met
de „IJsselstroom" op sleeptouw, de Oranjeslui
zen te Amsterdam. Drie kwartier later hadden
de schepen ligplaats genomen aan den steiger
der firma Goedkoop aan de De Ruyterkade.
Zooals bekend, hebben de beide laatstgenoem
de schepen in het ijs op het IJselmeer bekneld
gezeten.
De sleepboot „Holland' van de reederij Doek-
sen op Terschelling is er Dinsdagmiddag om
half twee in geslaagd op ongeveer zestig mijl
N.N.W. van IJmuiden met de K.W. 18 „Vier
Gebroeders", welke in ontredderden toestand
verkeerde, verbinding te krijgen.
De „Holland" is' thans met den treiler op
weg naar IJmuiden.
Op 27 September van het vorig jaar brandde
te Boskoop een schuur af, welke toebehoorde aan
mej. Van Dam en waarin de 28-jarige schilders
patroon J. H. zijn bedrijf had gevestigd. De
brand was vrij ernstig, want verschillende hui
zen kwamen door den vonkenregen in gevaar. De
schuur evenwel brandde geheel af, zoodat men
de oorzaak niet meer kon vaststellen. Na eeni-
gen tijd echter meldde H. zich bij de politie met
de mededeeling, dat hij de schuur in brand had
gestoken om de verzekeringspenningen te kun
nen innen. De man werd daarop in het huis van
bewaring ingesloten.
Dinsdag diende zün zaak voor de Haagsche
rechtbank. De president wees erop, dat er tij
dens den brand ernstig gevaar is ontstaan voor
de omwonenden. Verdachte had hieraan niet
gedacht en had gehoopt met de gelden van de
verzekering zijn schulden te kunnen betalen.
De officier van justitie betoogde, dat H. een
buitengewoon ernstig misdrijf had gepleegd, dat
nog verzwaard werd door de omstandigheid, dat
hij het leven van medemenschen in gevaar had
gebracht. Het reclasseeringsrapport van H. is
gunstig, doch hij schijnt den ernst van zijn daad
nog niet in te zien.
Om deze redenen eischte de officier een on
voorwaardelijke gevangenisstraf van twee jaar en
zes maanden. Verdachte's verdediger pleitte
clementie.
De uitspraak is bepaald op 24 Januari.
Aan het Voorloopig Verslag der Tweede Ka
mer over de voorgestelde wyziging van de
Onteigeningswet is het volgende ontleend:
Voor zoover dit ontwerp van wet beoogt ont
eigening tot het verhoogen van de opbrengst
van gronden niet alleen mogelijk te maken ten
name van een vereeniging, doch ook ten name
van een stichting, kon men zich daarmede al
gemeen vereenigen.
Sommige leden meenden, dat een geheel
nieuwe regeling van de onteigening tot stand
behoort te worden gebracht, welke zich beter
dan de thans geldende aan de eischen van
den tyd aanpast.
De burgemeester van Eindhoven heeft aan 't
einde van de Maandag gehouden besloten zit
ting van den raad medegedeeld, dat voor de
prijsvraag van den stadhuisbouw te Eindhoven
110 ontwerpen zijn binnengekomen.
Op voorstel van de jury en na met de be
treffende raadscommissie gepleegd overleg zijn
de eerste en tweede prijs niet toegekend. De
derde prijs is toegewezen aan feet ontwerp, in
gezonden onder het motto „een huis, dat staat
in den stroom, die gaat". Echter beveelt de jury
dit ontwerp niet voor uitvoering aan. Het ge
meentebestuur heeft in overleg met de jury en
de betreffende raadscommissie besloten den
maker van het genoemde ontwerp en de ont
werpers van de plannen, ingezonden onder de
motto's „Broletto", „Stadhuis" en „Achtenveer
tig" uit te noodigen hun plannen nader om te
werken. Hiervoor zal een tyd van drie maanden
ter beschikking worden gesteld.
Het Hoog Militair Gerechtshof heeft uit
spraak gedaan in de zaak tegen de gewoon
dienstplichtige korporaals van het 7e regiment
veld-artillerie P. S., C. A., en H. D. J„ die de
Krijgsraad voor de landmacht te 's-Hertogen-
bosch wegens opzettelijke ongehoorzaamheid in
vereeniging en, getuige zijnde van een door
minderen gepleegd misdrijf, nalaten tegen de
daders maatregelen aan te wenden (zij en eenige
soldaten zijn blijven liggen als protest tegen de
slechte kwaliteit van het brood) had veroordeeld
tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van
twee maanden en onvoorwaardelijke verlaging
tot den stand van soldaat.
Het Hof heeft het vonnis van den Krijgsraad
bevestigd.
Te Hilversum, waar zy in een rusthuis haar
laatste levensjaren sleet, is Maandagavond op
78-jarigen leeftijd overleden mevrouw Troelstra-
Bokma de Boer.
Zij was de echtgenoote van den overleden pio
nier der Nederlandsche socialisten, P. J.
Troelstra.
Zij heeft verschillende werken geschreven on
der het pseudoniem. Nynke van Hichtum.
BATAVIA, 10 Jan. (Aneta). Van gisteren
af mag ook Tandjong-Priok weer door Indische
oorlogsschepen worden aangedaan. De destijds
genomen maatregel, in verband met het mala
ria-gevaar, nj. het niet aandoen van Priok, is
dus opgeheven.
Hij „Wat, ga je weer examen doen vooi
je rijbewijs Hoe vaak ben je al gezakt
Zy „Morgen voor den vijfden keer".
Het Amsterdamsche Gerechtshof heeft de
behandeling voortgezet van de strafzaak tegen
een notarisklerk, verdacht van poging tot dood
slag. Hü was te dier zake door de rechtbank te
Utrecht veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf
met aftrek van de voorloopige hechtenis.
In den nacht van 3 Februari 1938 werd hij
op den Rijksstraatweg bij Everdingen (Utrecht)
aangehouden door een rijksveldwachter, omdat
hij op aen straatweg fietste, wat verboden is.
De man gaf, toen de veldwachter proces-verbaal
opmaakte, een valschen naam op. Na een korte
woordenwisseling trok hij een browning en lost-
te op een afstand van ruim één meter vijf scho
ten op den veldwachter, die op drie plaatsen,
ni. in den buik, in het linkerbeen en in één der
handen, werd getroffen. De dader maakte zich
per fiets uit de voeten. De veldwachter was,
hoewel zwaar gewond, nog in staat de woning
van een van zijn collega's te bereiken. Vandaar
is hij vervoerd naar een ziekenhuis te Utrecht,
waar hij geruimen tyd verpleegd moest worden,
doch thans is hij geheel hersteld.
Dienzelfden nacht gelukte het den brigade
commandant den dader te axresteeren.
De jonge man, die overigens gunstig in de
buurt bekend stond, legde een volledige beken
tenis af en de rechtbank te Utrecht achtte hem
schuldig aan poging tot doodslag.
Eenigen tijd geleden stond hij voor het Hof
terecht, doch de zitting werd toen geschorst,
om een psychiatrisch rapport over hem te doen
uitbrengen. Dit rapport is thans behandeld. De
geneesheeren achtten hem toerekeningsvatbaar
Wel reageert verdachte zeer snel, doch er be
staan geen aanknoopingspunten om tot een ha-
bitueele stoornis in de geestvermogens te con-
cludeeren.
De president vond het onbegrijpeiyk, dat ver
dachte een geladen revolver bü zichhad ge
stoken.
„Die had ik toevallig in mijn zak," antwoord
de verdachte.
Het biykt, dat de man vergunning had voor
het dragen van een wapen. Hij oefende zich
zelfs zoo nu en dan met een veldwachter in het
revolverschieten.
De procureur-generaal, mr. J. Versteeg, was
van oordeel, dat het rapport van de medici wei
nig nieuw licht op de zaak werpt. Verdachte
reageert zeer fel, wat wij echter uit deze zaak
reeds hebben begrepen. Voorts is spr. van oor
deel, dat hier naast de felle reactie ook koele
berekening van de zijde van den verdachte is
op te merken. Hij gaf een valschen naam op en
na een korte ruzie schoot hij, waarschijniyk om
buiten een vervolging te blijven.
De procureur-generaal persisteerde bij zijn
reeds genomen requisitoir en eischte een gevan
genisstraf van vier jaar met aftrek van de ge-
heele preventieve hechtenis.
Verdachte bleef aandringen op een lagere
straf.
Het gerechtshof zal 24 Januari arrest wyzen.
De veilingmeester J. M. bij de tuinbouw-
vereeniging „Katwijk en Omstreken" heeft in
die functie een reeks knoeierijen verricht,
Welke begonnen met het tweemaal gebruiken
van kwitantie-zegels.
Om aan deze gebruikte zegels te komen ver
scheurde hij kwitanties van de vereeniging,
welke hy onder zich had om te bewaren en
pleegde zoodoende opnieuw een strafbaar
feit.
Op deze wijze benadeelde hy wel den fiscus,
doch zulks ten voordeele van de tuinbouw-
vereeniging. Om zelf deze voordeelen deelach
tig te worden, liet hij den secretaris-penning
meester valsche boekingen verrichten.
Voor deze drie feiten moest hij voor de straf
kamer van de Haagsche rechtbank terecht
staan. Hij legde een volledige bekentenis af.
De officier van justitie, jhr. mr. van Asch
van Wijck, eischt drie maanden onvoorwaar
delijke gevangenisstraf.
De verdediger, mr. P. du Ry van Beest Holle,
bepleitte een voorwaardelijke straf.
Uitspraak 24 Januari.
Van de 4V4 millioen blikken regeeringstoma-
tensoep is thans, naar we vernemen, een voor
raad van 1.600000 blikken verkocht.
Tydens de eerste vergadering in 1939 van
de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor
's-Gravenhage heeft de voorzitter, de heer A
G. Verbeek, zijn Nieuwjaarsrede uitgesproken,
waarin hij een overzicht gaf van het econo
misch leven in ons land en in de wereld. Het
jaar 1938, aldus spr., heeft zich gekenmerkt
door politieke onrust over de geheele wereld.
De moeilijkheden, waaronder 1938 aanving, zyn
niet noemenswaard veranderd.
Spr. schetste uitvoerig de moeilijkheden in
het bedrijfsleven in de verschillende perioden
van het jaar; er waren vele ups en downs in
het. conjunctuurverloop. Tengevolge van al deze
schommelingen in het economisch leven on
dergingen de koersen der aandeelen eveneens
sterk veranderde noteeringen
Het bedrijfsleven in ons district, aldus spr.,
gaf een weerspiegeling van de internationale
conjunctuur. De ingekomen rapporten gewa
gen bijna alle van stilstand of lichten terug
gang in de omzetten en in de bedrijfsuitkom-
sten. Opleving behoort tot de uitzonderingen
Spr. behandelde eveneens de vliegveld-kwes
tie, welker historie hy memoreerde. Naar veler
gevoelen is het gewenscht. dat de regeering
thans plannen ontwerpt voor een werkeiyk
centraal gelegen vliegveld. Met het oog op de
bodemgesteldheid bü Woerden en Bodegraven
zou Leiderdorp waarschyniyk dan weer op den
voorgrond komen. Het zou in ieder geval on
verantwoord zyn, twee internationale lucht
havens op betrekkelyk korten afstand van el
kaar te exploiteeren.
Komende tot het bedryfslcven in Den Haag,
constateerde spr., dat dit geen reden tot te
vredenheid geeft, maar niettegenstaande dat,
mogen wij het nieuwe jaar met hoop in het
hart intreden. De effectenbeurs, die den gang
der conjunctuur zoo zuiver weet aan te voe
len, herstelt zich .telkens weer van elke in
zinking en wel tot een hooger punt dan zy
tevoren bereikte. Hieruit mag worden gecon
cludeerd, dat de grond voor een duurzaam
herstel inderdaad aanwezig is en dat het wach
ten slechts is op het einde der politieke ver
wikkelingen.
Aan het einde van zyn rede bracht spr. dank
aan de verschillende commissies voor haar werk
en aan de leden van het bureau. Spr. eindigde
met den wensch, dat het nieuwe jaar eindelyfe
een merkbare en duurzame verbetering moge
brengen in de wereldconjunctuur.
BATAVIA, 10 Jan. (Aneta). De uitslag van
de verkiezingen voor den Volksraad voor de
groep inheemsche onderdanen, kieskring West-
Java, luidt als volgt:
Verkozen: 1. R. A A. Mohammed Moesa
Soeria Kartalegawa, regent van Garoet; 2.
Iskander di Nata, voorzitter van Pasoerdan; 3.
Mohammed Hoesni Thamrin, lid van den volks
raad.
Met 1 Januari is benoemd tot technisch amb
tenaar 2e klasse der genie in vasten dienst, met
standplaats 's-Gravenhage, P. van Broekhuizen.
Op verzoek is eervol ontslag verleend aan
den res.-officier van gezondheid eerste klasse B.
N. Reijdon, van den geneesk. dienst der land
macht.
Ir. J. H. Mulder te Utrecht is verlof verleend
tot het aannemen van het onderscheidingstee-
ken van officier in de orde van Ouissam
Alaouite van Marosko.
Benoemd tot ridder in de orde van den Ne-
derlandschen Leeuw jhr. ir. C. C. Th. Six, in
tendant van het Koninklük Paleis te Amster
dam.
Met 1 Januari zyn wederom benoemd tot
gewone leden van het bestuur van de Neder
landsche organisatie voor toegepast natuur
wetenschappelijk o nd ar zoek ten behoeve van
Nijverheid, handel en verkeer, de heeren: Jhr.
mr. H. A. Quarles van Ufford, 's-Gravenhage,
S. de la Bella Jr. te Amsterdam, C. J. Kuiper
te Utrecht en A. Stapelkamp te Utrecht.
Voor het tydvak van 1 Januari 1939 tot 1 Juli
1939 is wederom benoemd tot tydelijk assistent
aan de landbouwhoogeschool te Wageningen,
J J. Duyverman, aldaar.
Dr. E. J. Slijper te Utrecht is tot wederop
zegging toegelaten als privaat-docent in de fa
culteit der veeartsenükunde aan de ryksuni-
versiteit te Utrecht, om onderwijs te geven in
de veterinaire zoölogie.
Een roman van Enrica von Handel-Mazzetti
De aartshertog trad op de beide heeren aan
het venster toe. Ook zy schrokken. Zij hadden
hem niet hooren binnenkomen. Zij bogen diep.
„Bent u hier nog noodig, Malfatti?" vroeg hij
gedempt. „Hoe gaat het met den kleine? Hebt
h hem reeds kunnen kalmeeren?"
Heel zacht antwoordde de dokter: „Hij huilt
hog steeds." Met zorgvuldige bewegingen roerde
hij in zyn glas. „Ik maak wat amandelmelk met
hiandragora voor hem klaar. Misschien wil hij
er van drinken. Als deze opwinding gedurende
den nacht aanhout, vrees ik een zenuwkoorts.
God beware ons daarvoor! Hij zou zooiets niet
gemakkelijk doorstaan...."
De aartshertog richtte zich met nauweiy'ks be
dwongen ongeduld tot den tweeden heer. Het
Was de gouverneur van den prins, kapitein Fo-
ïesti.
„De keizer had u toch gezegd, het kind met de
hiterste voorzichtigheid voor te bereiden op het
droeve bericht? Het schijnt dat u dat verzuimd
hebt."
„Keizerlijke Hoogheid," trachtte de officier,
feet -onts teld gelaat, zich te verontschuldigen. „Ik
heb het zoo voorzichtig gezegd als mij mogelijk
was. Zie, keizerlijke hoogheid, ik kan u mijn
concept toonen. Ik heb hem gezegd, dat zijn va
der steeds ver weg was, en dat het dus geen
scheiding beteekende; hij was hem nu veeleer
nader gekomen dan vroeger, in het rijk Gods zou
hij hem weerzien, in verheerlijkte gedaante. Ik
heb, sprekend over leven en sterven in het licht
van onzen heiligen godsdienst, het woord van
den onsterfelijken dichter gebruikt: Aan den
donkearen schoot der heilige aarde vertrouwt de
Zaaier zijn zaad toe
Toen Foresti met gedempte en bevende stem
dit vers zeide, hoorde men achter de gordijnen
luid snikken; de officier verstomde en zijn ang
stige blikken zochten den arts.
Deze mompelde: „Mijnheer von Foresti, aan
het verdriet kunt u niets doen en ik kan er niets
aan doen. De vader is dood, hij heeft hem lief
gehad; zijn tranen kunnen noch door Friedrich
von Schiller, noch door Hippocrates of Galen
worden gedroogd."
Toen werd de bekommerde ziel van den aarts
hertog nog droeviger; tof den dood bedroefd werd
zij. Zonder een woord te spreken schreed hij
naar het bed van den kleine, sloeg het blauwe
gordyn terug en zag zün blonden lieveling lig
gen, het hoofd in het kussen woelen, het teere
lichaam onder de zyden deken schokkend van
koorts en snikkend. Hij legde zijn hand met eene
teere bezorgdheid, zooals slechts moederhanden
dat kunnen, op 't hoofd van den knaap; hij keek
hem aan; zijn blauwe oogen, die zoo schelms
konden lachen, die alle Weensche schoonen in
verrukking brachten, hoe zwommen zij in tra
nen, hoe heet brandden de roode huilvlekken
in het sneeuwwitte gezichtje! De vader is dood,
de tyran; dit kind had hem lief, ook al werd hij
gehaat door millioenen; noch Hippocrates nog
Galen kunnen dat veranderen! Die arme, arme
vrouw daar in het nonnengasthuis, zij sterft aan
den dood van Tessenburg, den moordenaar, en
geen arts zal haar kunnen redden en je ziel be
vrijden van den centenaarslast.
„Franske," zei de aartshertog, het kleine
trillende handje in de zijne nemend. „Waarom
huil je zoo, omdat je vader naar God gegaan
is? We gaan immers allen eens naar Hem?"
Het kind gaf echter geen antwoord, wilde geen
troost. Zijn hartverscheurend snikken schokte
de zenuwen van den held en bracht zijn sterke
ziel in steeds droeviger verwarring. De dokter
drukte zich academisch uit; dit kind zegt het
door z'n tranen, dat liefde, door den dood ver
weesd, geen troost aanvaardt en van geen gene
zing voor de geslagen wonde wil weten.
Langs het open venster vloog een nachtegaal,
met de snikken van den knaap vermengde zich
het geruisch van de Neptunusfontein en de stap
pen van de slotwacht.
„Dokter Malfatti!" riep de aartshertog. De
geleerde kwam, den bepker met amandelenmelk
in de hand. De aartshertog nam hem aan en
bood met zachte woorden den knaap te drinken.
Maar hij wilde niet drinken.
„Papa! Papa!" riep hij klagend. „O, één keer,
één keer, zou ik hem toch nog zoo graag willen
zien!"
Ontzet luisterden de drie mannen naar dezen
smartkreet vol verterend verlangen. Plotseling
veranderde de gelaatsuitdrukking van den knaap.
In zijn troostelooze engelenoogen sloop een vaal,
spookachtig licht, de weerglans van de oogen van
den dooden imperator, en in zijn stille klachten
kwam een harde, dwingende klank, staal van het
staal in de stem van den Corsicaan: „Ik wil
niets meer eten! Ik wil niets drinken! Alle
nachten heb ik gebeden, dat hij komen zou op
zijn schimmelmet alle soldaten en kanon
nen en mij halenen nu komt hij nooit,
mijn papa, o mijn papa! Kom, of ik wil ook
sterven!"
„Zoo mag je niet spreken kind dat is zonde,"
zei de aartshertog met klem; zijn hart schokte
in zijn borst.
Noch Schiller, noch Hippocrates, noch Galen!
„Zonde?" vroeg de kleine schuw. Het demo
nische licht in zijn oogen doofde.
„Ja, je vader zou dat niet gewild hebben. Hij
was nooit zwak. Het goede zoowel als het bit
tere heeft hij met krachtig hart verdragen. Dat
moet jy ook doen."
„Dat wil ik wel," boog de kleine zyn blonde
kopje. „Maar ik wilde hem zien, o zoo graag
wilde ik hem zien, maar ééns, maar éénmaal,
nog Oom! Hebt u geen portret van hem?
Hier is er geen, niemand geeft het mij, anderen
hebben het, alleen ik niet."
„Ik heb er drie of vier, mijn kind, ik zal ze
je alle laten zien in Baden, en een ervan mag
jij hebben. Ik zal je ook de ridderorde laten zien,
die ik van hem kreeg en eenige brieven met zyn
schrift," zei de vorst en trok zacht de bevende,
kleine, witte hand aan zijn borst. Het wilde snik
ken werd stil en gelaten. De dokter en de gou
verneur wisselden een blik. Aartshertog Karl
kent steeds het tooverwoord. Zyn stem is balse
mend, zijn hand genezend, evenals de hand van
Christus.
„O, laat ze me zien, alstublieft! Hebt u ze niet
bij u?"
„In Baden, mijn kind. Maar een souvenir
van hem heb ik hier, aan mijn hand."
De veldheer trok den topaas, dien hij naast
zijn trouwring aan de linkerhand droeg, af. „Zie,
mijn kind, dezen heeft Napoleon, je vader, mij
vóór vyftien jaren geschonken."
Het kind, wiens tranen reeds opdroogden,
greep met verlangende groote oogen naar den
ring; zijn oom liet dien, den steen tegen het
licht der nachtlamp heffend, in het licht flik
keren. „Zie je, wat er op staat?"
„Een engel," zei de kleine jongen.
Fijn en kunstig was in den topaas een gevleu
gelde genius gesneden.
„Ja. Een engel met omgekeerden fakkel. Dit,
mijn jongen, is de wijze, waarop de oude Grie
ken zich den dood voorstelden. En rondom de
engelenfiguur staat een inschrift: Immortalitas.
Dat is Latyn en wil in 't Duitsch zeggen: on
sterfelijkheid. De beteekenis van deze voor
stelling is dus: Eerst door den dood valt ons het
eeuwige leven bij God en in de herinnering van
goede menschen ten deel. Voor hem, je vader,
is dat reeds werkelijkheid geworden; wij, ande
ren, wij moeten nog volharden tot God ons
roept."
Hij stak den ring weer aan den vinger.
„Oom Karl," zei het kind. Zyn oogen staarden
en heel zyn ziel scheen te luisteren. „Dat was
mooi, mooi wat u gezegd hebt Wanneer heeft
hij u dien ring gegeven?
„In het jagerhuis te Stammersdorf, ik herin
ner me den dag nog, 27 December 1805."
„O, vertelt u toch, hoe het ging, en hoe hy er
uitzag?" smeekte het kind; het klemde plotse
ling zyn armen om den hals van zyn oom.
,Mijn kleine Fransje, je oom heeft nog veel
te doen, dezen nacht nog, dingen, die geen uit
stel lijden! Malfatti," wendde zich de aarts
hertog plotseling tot den arts, „hebt u een rij
paard? Anders kunt u er hier een krijgen."
„Ik heb een paard, keizerlijke hoogheid. Waar
heen wenscht uwe hoogheid, dat ik ga?"
„Landstraat Elisabethgasthuis zoo snel u
kunt ik zal u nog verder inlichten. Wacht
een oogenblik. Ja, mijn kind ik wil *t je
gaarne vertellen; het was onze eerste en laatste
ontmoeting. Hij was klein, zeer bleek was zyn
gelaat onder de donkerbruine haren, zijn optre
den en in het bijzonder zijn stem was eerbied
wekkend. Hij droeg de groene jagersuniform en
het grootkruis van het Legioen van Eer.
„Oom! Nu weet ik 't," fluisterde het kind ver
rukt. „Nu u hem beschryft nu weet ik "t
zoo is hy ik heb hem immers ook gezien. Ik
was toen nog heel klein. Maar nu u vertelt van
het grootkruis, dat drukte tegen my aan, toen
hij mij in zyn armen hief. O, en wat heeft
hij toen gezegd? Alstublieft, vertelt u t toch!
Ziet u," het kind wendde zyn gezichtje, dat
schooner was dan het engelenkopje van Rey
nolds, dat boven het bed hing, naar het licht,
„ik huil nu immers niet meer."
(Wordt vervolgd'