Vermist vaartuig terecht DE DUITSCHE HELD} WOENSDAG 11 JANUARI 1939 beide opvarenden in goeden welstand aan boord Hedrijfstelling Wetsontwerp ingediend, om deze om de tien jaar te houden Hoog water in het Binnen-IJ Drie schepen hadden moeilijke vaart door het ijs Poging tot doodslag op zijn moeder Biscuit-industrie in moeilijkheden CONTINGENTEERING VAN VLEESCH Minister Steenberghe zal een onderzoek laten instellen NOTARISTARIEVEN Commissie moet wettelijke regeling ontwerpen INBRAAK IN EEN KERK TE BAARN De buit was niet groot Voorwaardelijke gevangenisstraf van twaalf maanden geëischt Uit het knellende ijs bevrijd De Goedkoop-booten en de IJssel- stroom in Amsterdam terug De K.W. 18 opgepikt Schip verkeerde in ontredderden toestand OM DE VERZEKERINGSSOM 2VZ jaar geëischt wegens brandstichting ONTEIGENINGSWET Tweede Kamer over voorgestelde wijziging STADHUISPRIJSVRAAG TE EINDHOVEN Eerste en tweede prijs niet toegekend KORPORAALS BLIJVEN GEDEGRADEERD Vonnis van Krijgsraad bevestigd TROELSTRA'S ECHTGENOOTE OVERLEDEN MALARIA-GEVAAR VOORBIJ Haven van Priok weer vrij Vijf schoten gelost op rijksveldwachter Vier jaar gevangenisstraf tegen notarisklerk geëischt VELINGMEESTER KNOEIDE Verkoop tomatensoep in blik Het bedrijfsleven in Den Haag In 1938 gaf het geen reden tot tevredenheid VOLKSRAADSVERKIEZINGEN UIT DE STAATSCOURANT Landmacht Onderscheiding Natuurwetenschappelijk onderzoek Onderwijs Het Duitsche recherchevaartuig „Von Hindenburg" heeft Dinsdagmiddag om twaalf uur het vermiste visschersvaartuig fet Termunten nabij De Knock, de Zuid west-punt van Oost-Friesland, opgespoord. He twee zoons van schipper Bakker bevon den zich nog aan boord. Het recherchevaartuig heeft het schip op ®eptouw genomen naar Termuntenzijl, waar is overgenomen door het visschersvaartuig JJh schipper Ari Kuiper. Deze was Dinsdag- entend reeds om vijf uur uitgevaren om ■ssistentie te verleenen. He „Von Hindenburg" had het vermiste schip eeds om acht uur 's ochtends ontdekt, doch kon j t door den lagen waterstand niet naderen, jntusschen was ook het Nederlandsche recher- nevaartuig „Alexander Gogel" in de nabijheid het schip gekomen, doch heeft geen hulp 0leer verleend. Dinsdagochtend acht uur was een der jongens *^n boord gegaan en is over het ijs naar Rie- geloopen om naar Nederland te telefonee- ^n- De verbinding kon echter niet tot stand 'orden gebracht, zoodat de jongen onverrich- rzake naar het schip is teruggekeerd. Hij de opsporing hebben ook nog Duitsche tuigen hun medewerking verleend, doch aese hadden tot dusver nog niets gerapporteerd. De minister van Economische Zaken heeft k'-i de Tweede Kamer een ontwerp van wet ^gediend bevattende regelen betreffende een %emeene tienjaarlijksche bedrijfstelling. Aan de memorie van toelichting tot dit wets- Ohtwerp is het volgende ontleend: Hij de wet van 31 Juli 1930, houdende maat delen tot het verkrijgen van een juiste be- ^rijfestaitistiek, werden regelen gegeven over jje eerste hier te lande te houden bedrijfstel- fjhg. Nu deze telling als geslaagd kan worden feschouwd, bestaat er aanleiding, haar met re gelmatige tusschenpoozen te herhalen. Niet te ontkennen toch valt, dat het ook in de ver dere toekomst van het grootste belang zal zijn, Oe veranderingen, welke in de structuur van Oet bedrijfsleven opgetreden zijn, periodiek na k gaan en in cijfers vast te leggen. Haar komt bij, dat Nederland ingevolge de ^ct van 8 Juli 1932 is overgegaan tot ratificatie J'an de conventie betreffende economische sta- ^stieken van 14 December 1928, waarbij het Periodiek houden van bedrijf stellingen in de Nijverheid en zoo mogelijk in den handel is aanbevolen en wel ten minste eens in de tien Jaar. Deze periode komt ook den minister wen- achelijk voor, mede daar alsdan, gelijk ook bij Ne in 1930 gehouden bedrijfstelling is geschied, aansluiting kan worden gezocht bij de tien jaarlijksche volkstellingen. De eerstvolgende bedrijfstelling zal derhalve in 1940 worden ge houden. Het ontwerp bepaalt zich er toe voor te fehryven, dat in genoemd jaar en vervolgens °fe de tien jaren een bedrijfstelling zal worden gehouden. Het is den minister noodzakelijk voorgeko men uitdrukkelijk te voorzien in een verplich ting de noodige opgaven en inlichtingen te dstrekken en tevens in de daartegenover- dande verplichting, de ontvangen opgaven en '^lichtingen geheim te houden. In verband daarmede werd bovendien de Nlogelijkheid geopend de overtreding van in gevolge de wet te geven voorschriften strafbaar k stellen. Naar de minister zich voorstelt zal, wat de °ok bij de vorige bedrijfstelling getelde be drijfstakken betreft, de telling zoo mogelijk Wederom op dezelfde wijze dienen te worden Behouden, dus met gebruikmaking van de loonlijsten der Ongevallenverzekering en met Ni edewerking van de Raden van Arbeid. Daarentegen zullen de agrarische bedrijven °P andere wijze geteld moeten worden, omdat by deze bedrijven, waaromtrent mede door de orisisbemoeiingen momenteel reeds veel be kend is, gezichtspunten in acht zullen moeten borden genomen, welke eenigszins anders zijn öan bij de niet-agrarische bedrijven. Het ligt bovendien in de bedoeling, in 1940 de normale tienjaarlijksche landbouwtelling te houden, baarbij dan tevens aansluiting zal worden ge docht bij hetgeen in andere landen op dit ter rein geschiedt. Zooveel mogelijk zal daarbij Coördinatie van deze landbouwtelling met de op grond van deze wet te houden telling be vorderd worden. gende bepalingen betreffende de basistijdvak ken en de percentages voor de berekening van de autonome contingenten zullen worden vast gesteld Versch, gekoeld en bevroren rund- en kalfs- vleesch 1-1-1936 tot 1-7 1936 100 v- h. bruto-gew., „Ander" rund- en kalfsvleesch 19311932, 20 v. h, bruto-gew., Paarde- en Schapevleesch 19311932, 20 v. h. bruto-gew. De aandacht wordterop gevestigd, dat bo vengenoemde percentages alleen betrekking hebben op de autonome contingenten, derhalve niet de by handelsverdrag verleende contingen ten, welke in vele gevallen hooger zijn. Dinsdagmiddag tegen half vier is een drietal motorschepen "uit Nijkerk en Amersfoort, de klippermotor „Dankbaarheid" uit Amersfoort, de „Vertrouwen" van den beurtschipper Kos uit Huizen en de „Johanna" van den beurt schipper Heimensen uit Nijkerk, de Oranjeslui zen gepasseerd. Nadat de schepen ongeveer vier uur in het ijs hadden vastgezeten, slaagden zij erin Am sterdam te bereiken. De Harderwijkerboot van de Holland-Veluwe- lijn was Dinsdagmorgen om ongeveer acht uur uit Harderwijk vertrokken, doch deze kon niet door het ijs heenkomen en is daarom naar Harderwijk teruggekeerd. Het water op het Binnen-IJ is op het oogen - bilk weer abnormaal hoog, circa 13 min AP., zoodat het stoomgemaal in werking is gesteld. Dit hooge peil is ontstaan, doordat IJmuiden als gevolg van den Westenwind niet voldoende kan spuien. De contingenteering van vleesch zal met in- Bung van 16 Januari as. voor den duur van een Jaar worden verlengd, waarbij de hieronder vol- Minister Steenberghe zal, naar het Handels blad weet te berichten, binnenkort een commis sie installeeren, welke tot taak zal hebben, rap port uit te brengen over de mogelijkheid, binnen het kader van de Landbouwcrisiswet een oplossing te vinden voor de moeilijkheden, waar in de biscuit-industrie verkeert. Deze commissie zal bestaan uit de heeren J. Stuurop, directeur Meursing's Biscuitfabrieken te Amersfoort; L. Jamin te Rotterdam, A. H. Verkade te Zaan dam, Th. R. Neutelings, directeur Liga Biscuit fabrieken te Bergen op Zoom, H. M. Abraham, directeur der Meelcentrale en mr. E. J. Waller, ambtenaar van het departement van Economi sche Zaken. In een schrijven aan den voorzitter van de Tweede Kamer deelt de minister van Justitie mede, dat hij een commissie heeft ingesteld, aan welke is opgedragen, een wettelijke rege ling^ te ontwerpen in zake de tarieven, welke de notarissen in acht dienen te nemen bij de vaststelling van het hun verschuldigde wegens de verrichtingen, waartoe zij krachtens wette lijk voorschrift bevoegd zijn, alsmede wegens die, welke in hun practijk gebruikelijk zijn. of daarmede samenhangen. In deze commissie zijn benoemd tot lid en voorzitter: prof. mr. A. H. M. J. van Kan te 's-Gravenhage: en tot leden; mr. H. F. R. Du bois, administrateur bij het departement van Financiën, te 's-Gravenhage; B. van Haersma Buma, directeur van de N.V. Westlandsche Hypotheekbank te 's-Gravenhage; mr. M E. Havelaar, president van de arrondissements rechtbank te Utrecht, te Maartensdijk; mr. Ph. B. Libourel, notaris te Delft mr. F. A. Ne lemans, kantonrechter te Rotterdam; jhr. mr. R. A. van Rijckevorsel, burgemeester van Eer- licum (N.-B.); mr. M. W. Scheltema, commies bij het departement van Justitie, te 's Graven- hage en tot id. tevens secretaris: R. Remmelts, candidaat-notaris te 's-Gravenhage. Inbrekers hebben zich vermoedeiyk in den nacht van Maandag op Dinsdag door een bui tendeur aan de achterzijde toegang verschaft tot de consistoriekamer der Gereformeerde kerk te Baarn. Zij haalden hier alles overhoop. Een brandkastje, waarin de opbrengst van de col lectes op Zondagen bewaard wordt, bewerkten de inbrekers met een koevoet en vervolgens sne den zy het open; f 200 maakten zij buit. Met een grootere brandkast hadden zij min der succes. Deze sleepten zy van haar plaats, doch verder dan een paar gaten heeft men het niet kunnen brengen. De inbrekers zyn met gummi-handschoenen te werk gegaan. In de maand Augustus van het vorig jaar werd het dorp Reuver en omgeving in op schudding gebracht door een gebeurtenis, waar van de gevolgen Dinsdag voor de Roermondsche rechtbank behandeld werden. In den nacht van 28 op 29 Augustus kwam het op den openbaren weg te Reuver tot een tragische ontmoeting tusschen den 38-jarigen A. van den V., caféhouder en grossier aldaar en zijn 58-jarige moeder, destijds weduwe, doch thans gehuwd. De zoon trok een revolver en loste verschil lende schoten op haar. Het slachtoffer werd ernstig in borst en schouder getroffen en moest onmiddellijk in een ziekenhuis worden opge nomen. De dader, die in zeer overspannen toestand verkeerde, vervoegde zich na het misdryf bij de marechaussee. Hij verklaarde in overspannen toestand te hebben gehandeld en tot zijn daad te zijn gekomen door de uiterst slechte ver houding, die het slachtoffer door haar gedra gingen tusschen hem en haar had geschapen. In de dagvaarding werd verdachte ten laste gelegd: poging tot doodslag, subs, zware mis handeling, subs, poging tot zware mishande ling. Er werd een zevental getuigen gehoord. Reeds bij het verhoor van den eersten getuige, dokter Overbosch uit Venlo, begonnen de moeilijk heden voor het O.M. Het slachtoffer had n.l. negen wonden, vijf aan het achterhoofd, twee aan het voorhoofd, een aan den rug en in de borst. Van geen van alle kon de medicus met zekerheid verklaren, dat het schotwonden waren. De - officier van justitie merkte op, dat van de zijde der medici wat meer belangstelling mocht worden gevraagd voor de crimineele zijde van het geval. Verdachte was bij het verhoor zün zenuwen niet meer de baas. De vrouw daarentegen nam oogenschijnlijk onbewogen op het getuigen- bankje plaats en gaf op alle vragen met stoï- cijnsche kalmte antwoord. Beiden wisten overi gens zich niet veel meer te herinneren van het geval. Het O.M. eischte in een mild requisitoir tegen verdachte een voorwaardeiyke gevangenisstraf van twaalf maanden. De verdediger, mr. Nederveen, vroeg wegens gebrek aan bewijs vrijspraak en onmiddellijke invrijheidstelling van zün cliënt. Na zich in raadkamer te hebben terugge trokken, achtte de rechtbank geen termen aan wezig tot onmiddellijke invryheidstelling over te gaan. Uitspraak 24 Januari. Verscheidene leden achtten het noodzakelijk, dat de procedure voor de onteigening ten be hoeve van aanleg en verbetering van terreinen en werken voor de drinkwatervoorziening op overeenkomstige wijze geregeld wordt als zulks ten aanzien van spoorweg- en havenwerken en van terreinen en werken voor de luchtvaart reeds geschied is. Niet minder noodzakelijk achtten deze leden een herziening van de bepalingen betreffende de berekening van de schadeloosstelling, zulks ten einde de ongelijkheid, welke op dit punt bestaat tusschen de onteigening in het belang van de volkshuisvesting en de onteigening in het belang van andere doeleinden, weg te nemen. Dinsdagavond zes uur bereikten de „Wilhel- mina Goedkoop" en de „Daniël Goedkoop" met de „IJsselstroom" op sleeptouw, de Oranjeslui zen te Amsterdam. Drie kwartier later hadden de schepen ligplaats genomen aan den steiger der firma Goedkoop aan de De Ruyterkade. Zooals bekend, hebben de beide laatstgenoem de schepen in het ijs op het IJselmeer bekneld gezeten. De sleepboot „Holland' van de reederij Doek- sen op Terschelling is er Dinsdagmiddag om half twee in geslaagd op ongeveer zestig mijl N.N.W. van IJmuiden met de K.W. 18 „Vier Gebroeders", welke in ontredderden toestand verkeerde, verbinding te krijgen. De „Holland" is' thans met den treiler op weg naar IJmuiden. Op 27 September van het vorig jaar brandde te Boskoop een schuur af, welke toebehoorde aan mej. Van Dam en waarin de 28-jarige schilders patroon J. H. zijn bedrijf had gevestigd. De brand was vrij ernstig, want verschillende hui zen kwamen door den vonkenregen in gevaar. De schuur evenwel brandde geheel af, zoodat men de oorzaak niet meer kon vaststellen. Na eeni- gen tijd echter meldde H. zich bij de politie met de mededeeling, dat hij de schuur in brand had gestoken om de verzekeringspenningen te kun nen innen. De man werd daarop in het huis van bewaring ingesloten. Dinsdag diende zün zaak voor de Haagsche rechtbank. De president wees erop, dat er tij dens den brand ernstig gevaar is ontstaan voor de omwonenden. Verdachte had hieraan niet gedacht en had gehoopt met de gelden van de verzekering zijn schulden te kunnen betalen. De officier van justitie betoogde, dat H. een buitengewoon ernstig misdrijf had gepleegd, dat nog verzwaard werd door de omstandigheid, dat hij het leven van medemenschen in gevaar had gebracht. Het reclasseeringsrapport van H. is gunstig, doch hij schijnt den ernst van zijn daad nog niet in te zien. Om deze redenen eischte de officier een on voorwaardelijke gevangenisstraf van twee jaar en zes maanden. Verdachte's verdediger pleitte clementie. De uitspraak is bepaald op 24 Januari. Aan het Voorloopig Verslag der Tweede Ka mer over de voorgestelde wyziging van de Onteigeningswet is het volgende ontleend: Voor zoover dit ontwerp van wet beoogt ont eigening tot het verhoogen van de opbrengst van gronden niet alleen mogelijk te maken ten name van een vereeniging, doch ook ten name van een stichting, kon men zich daarmede al gemeen vereenigen. Sommige leden meenden, dat een geheel nieuwe regeling van de onteigening tot stand behoort te worden gebracht, welke zich beter dan de thans geldende aan de eischen van den tyd aanpast. De burgemeester van Eindhoven heeft aan 't einde van de Maandag gehouden besloten zit ting van den raad medegedeeld, dat voor de prijsvraag van den stadhuisbouw te Eindhoven 110 ontwerpen zijn binnengekomen. Op voorstel van de jury en na met de be treffende raadscommissie gepleegd overleg zijn de eerste en tweede prijs niet toegekend. De derde prijs is toegewezen aan feet ontwerp, in gezonden onder het motto „een huis, dat staat in den stroom, die gaat". Echter beveelt de jury dit ontwerp niet voor uitvoering aan. Het ge meentebestuur heeft in overleg met de jury en de betreffende raadscommissie besloten den maker van het genoemde ontwerp en de ont werpers van de plannen, ingezonden onder de motto's „Broletto", „Stadhuis" en „Achtenveer tig" uit te noodigen hun plannen nader om te werken. Hiervoor zal een tyd van drie maanden ter beschikking worden gesteld. Het Hoog Militair Gerechtshof heeft uit spraak gedaan in de zaak tegen de gewoon dienstplichtige korporaals van het 7e regiment veld-artillerie P. S., C. A., en H. D. J„ die de Krijgsraad voor de landmacht te 's-Hertogen- bosch wegens opzettelijke ongehoorzaamheid in vereeniging en, getuige zijnde van een door minderen gepleegd misdrijf, nalaten tegen de daders maatregelen aan te wenden (zij en eenige soldaten zijn blijven liggen als protest tegen de slechte kwaliteit van het brood) had veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden en onvoorwaardelijke verlaging tot den stand van soldaat. Het Hof heeft het vonnis van den Krijgsraad bevestigd. Te Hilversum, waar zy in een rusthuis haar laatste levensjaren sleet, is Maandagavond op 78-jarigen leeftijd overleden mevrouw Troelstra- Bokma de Boer. Zij was de echtgenoote van den overleden pio nier der Nederlandsche socialisten, P. J. Troelstra. Zij heeft verschillende werken geschreven on der het pseudoniem. Nynke van Hichtum. BATAVIA, 10 Jan. (Aneta). Van gisteren af mag ook Tandjong-Priok weer door Indische oorlogsschepen worden aangedaan. De destijds genomen maatregel, in verband met het mala ria-gevaar, nj. het niet aandoen van Priok, is dus opgeheven. Hij „Wat, ga je weer examen doen vooi je rijbewijs Hoe vaak ben je al gezakt Zy „Morgen voor den vijfden keer". Het Amsterdamsche Gerechtshof heeft de behandeling voortgezet van de strafzaak tegen een notarisklerk, verdacht van poging tot dood slag. Hü was te dier zake door de rechtbank te Utrecht veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf met aftrek van de voorloopige hechtenis. In den nacht van 3 Februari 1938 werd hij op den Rijksstraatweg bij Everdingen (Utrecht) aangehouden door een rijksveldwachter, omdat hij op aen straatweg fietste, wat verboden is. De man gaf, toen de veldwachter proces-verbaal opmaakte, een valschen naam op. Na een korte woordenwisseling trok hij een browning en lost- te op een afstand van ruim één meter vijf scho ten op den veldwachter, die op drie plaatsen, ni. in den buik, in het linkerbeen en in één der handen, werd getroffen. De dader maakte zich per fiets uit de voeten. De veldwachter was, hoewel zwaar gewond, nog in staat de woning van een van zijn collega's te bereiken. Vandaar is hij vervoerd naar een ziekenhuis te Utrecht, waar hij geruimen tyd verpleegd moest worden, doch thans is hij geheel hersteld. Dienzelfden nacht gelukte het den brigade commandant den dader te axresteeren. De jonge man, die overigens gunstig in de buurt bekend stond, legde een volledige beken tenis af en de rechtbank te Utrecht achtte hem schuldig aan poging tot doodslag. Eenigen tijd geleden stond hij voor het Hof terecht, doch de zitting werd toen geschorst, om een psychiatrisch rapport over hem te doen uitbrengen. Dit rapport is thans behandeld. De geneesheeren achtten hem toerekeningsvatbaar Wel reageert verdachte zeer snel, doch er be staan geen aanknoopingspunten om tot een ha- bitueele stoornis in de geestvermogens te con- cludeeren. De president vond het onbegrijpeiyk, dat ver dachte een geladen revolver bü zichhad ge stoken. „Die had ik toevallig in mijn zak," antwoord de verdachte. Het biykt, dat de man vergunning had voor het dragen van een wapen. Hij oefende zich zelfs zoo nu en dan met een veldwachter in het revolverschieten. De procureur-generaal, mr. J. Versteeg, was van oordeel, dat het rapport van de medici wei nig nieuw licht op de zaak werpt. Verdachte reageert zeer fel, wat wij echter uit deze zaak reeds hebben begrepen. Voorts is spr. van oor deel, dat hier naast de felle reactie ook koele berekening van de zijde van den verdachte is op te merken. Hij gaf een valschen naam op en na een korte ruzie schoot hij, waarschijniyk om buiten een vervolging te blijven. De procureur-generaal persisteerde bij zijn reeds genomen requisitoir en eischte een gevan genisstraf van vier jaar met aftrek van de ge- heele preventieve hechtenis. Verdachte bleef aandringen op een lagere straf. Het gerechtshof zal 24 Januari arrest wyzen. De veilingmeester J. M. bij de tuinbouw- vereeniging „Katwijk en Omstreken" heeft in die functie een reeks knoeierijen verricht, Welke begonnen met het tweemaal gebruiken van kwitantie-zegels. Om aan deze gebruikte zegels te komen ver scheurde hij kwitanties van de vereeniging, welke hy onder zich had om te bewaren en pleegde zoodoende opnieuw een strafbaar feit. Op deze wijze benadeelde hy wel den fiscus, doch zulks ten voordeele van de tuinbouw- vereeniging. Om zelf deze voordeelen deelach tig te worden, liet hij den secretaris-penning meester valsche boekingen verrichten. Voor deze drie feiten moest hij voor de straf kamer van de Haagsche rechtbank terecht staan. Hij legde een volledige bekentenis af. De officier van justitie, jhr. mr. van Asch van Wijck, eischt drie maanden onvoorwaar delijke gevangenisstraf. De verdediger, mr. P. du Ry van Beest Holle, bepleitte een voorwaardelijke straf. Uitspraak 24 Januari. Van de 4V4 millioen blikken regeeringstoma- tensoep is thans, naar we vernemen, een voor raad van 1.600000 blikken verkocht. Tydens de eerste vergadering in 1939 van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor 's-Gravenhage heeft de voorzitter, de heer A G. Verbeek, zijn Nieuwjaarsrede uitgesproken, waarin hij een overzicht gaf van het econo misch leven in ons land en in de wereld. Het jaar 1938, aldus spr., heeft zich gekenmerkt door politieke onrust over de geheele wereld. De moeilijkheden, waaronder 1938 aanving, zyn niet noemenswaard veranderd. Spr. schetste uitvoerig de moeilijkheden in het bedrijfsleven in de verschillende perioden van het jaar; er waren vele ups en downs in het. conjunctuurverloop. Tengevolge van al deze schommelingen in het economisch leven on dergingen de koersen der aandeelen eveneens sterk veranderde noteeringen Het bedrijfsleven in ons district, aldus spr., gaf een weerspiegeling van de internationale conjunctuur. De ingekomen rapporten gewa gen bijna alle van stilstand of lichten terug gang in de omzetten en in de bedrijfsuitkom- sten. Opleving behoort tot de uitzonderingen Spr. behandelde eveneens de vliegveld-kwes tie, welker historie hy memoreerde. Naar veler gevoelen is het gewenscht. dat de regeering thans plannen ontwerpt voor een werkeiyk centraal gelegen vliegveld. Met het oog op de bodemgesteldheid bü Woerden en Bodegraven zou Leiderdorp waarschyniyk dan weer op den voorgrond komen. Het zou in ieder geval on verantwoord zyn, twee internationale lucht havens op betrekkelyk korten afstand van el kaar te exploiteeren. Komende tot het bedryfslcven in Den Haag, constateerde spr., dat dit geen reden tot te vredenheid geeft, maar niettegenstaande dat, mogen wij het nieuwe jaar met hoop in het hart intreden. De effectenbeurs, die den gang der conjunctuur zoo zuiver weet aan te voe len, herstelt zich .telkens weer van elke in zinking en wel tot een hooger punt dan zy tevoren bereikte. Hieruit mag worden gecon cludeerd, dat de grond voor een duurzaam herstel inderdaad aanwezig is en dat het wach ten slechts is op het einde der politieke ver wikkelingen. Aan het einde van zyn rede bracht spr. dank aan de verschillende commissies voor haar werk en aan de leden van het bureau. Spr. eindigde met den wensch, dat het nieuwe jaar eindelyfe een merkbare en duurzame verbetering moge brengen in de wereldconjunctuur. BATAVIA, 10 Jan. (Aneta). De uitslag van de verkiezingen voor den Volksraad voor de groep inheemsche onderdanen, kieskring West- Java, luidt als volgt: Verkozen: 1. R. A A. Mohammed Moesa Soeria Kartalegawa, regent van Garoet; 2. Iskander di Nata, voorzitter van Pasoerdan; 3. Mohammed Hoesni Thamrin, lid van den volks raad. Met 1 Januari is benoemd tot technisch amb tenaar 2e klasse der genie in vasten dienst, met standplaats 's-Gravenhage, P. van Broekhuizen. Op verzoek is eervol ontslag verleend aan den res.-officier van gezondheid eerste klasse B. N. Reijdon, van den geneesk. dienst der land macht. Ir. J. H. Mulder te Utrecht is verlof verleend tot het aannemen van het onderscheidingstee- ken van officier in de orde van Ouissam Alaouite van Marosko. Benoemd tot ridder in de orde van den Ne- derlandschen Leeuw jhr. ir. C. C. Th. Six, in tendant van het Koninklük Paleis te Amster dam. Met 1 Januari zyn wederom benoemd tot gewone leden van het bestuur van de Neder landsche organisatie voor toegepast natuur wetenschappelijk o nd ar zoek ten behoeve van Nijverheid, handel en verkeer, de heeren: Jhr. mr. H. A. Quarles van Ufford, 's-Gravenhage, S. de la Bella Jr. te Amsterdam, C. J. Kuiper te Utrecht en A. Stapelkamp te Utrecht. Voor het tydvak van 1 Januari 1939 tot 1 Juli 1939 is wederom benoemd tot tydelijk assistent aan de landbouwhoogeschool te Wageningen, J J. Duyverman, aldaar. Dr. E. J. Slijper te Utrecht is tot wederop zegging toegelaten als privaat-docent in de fa culteit der veeartsenükunde aan de ryksuni- versiteit te Utrecht, om onderwijs te geven in de veterinaire zoölogie. Een roman van Enrica von Handel-Mazzetti De aartshertog trad op de beide heeren aan het venster toe. Ook zy schrokken. Zij hadden hem niet hooren binnenkomen. Zij bogen diep. „Bent u hier nog noodig, Malfatti?" vroeg hij gedempt. „Hoe gaat het met den kleine? Hebt h hem reeds kunnen kalmeeren?" Heel zacht antwoordde de dokter: „Hij huilt hog steeds." Met zorgvuldige bewegingen roerde hij in zyn glas. „Ik maak wat amandelmelk met hiandragora voor hem klaar. Misschien wil hij er van drinken. Als deze opwinding gedurende den nacht aanhout, vrees ik een zenuwkoorts. God beware ons daarvoor! Hij zou zooiets niet gemakkelijk doorstaan...." De aartshertog richtte zich met nauweiy'ks be dwongen ongeduld tot den tweeden heer. Het Was de gouverneur van den prins, kapitein Fo- ïesti. „De keizer had u toch gezegd, het kind met de hiterste voorzichtigheid voor te bereiden op het droeve bericht? Het schijnt dat u dat verzuimd hebt." „Keizerlijke Hoogheid," trachtte de officier, feet -onts teld gelaat, zich te verontschuldigen. „Ik heb het zoo voorzichtig gezegd als mij mogelijk was. Zie, keizerlijke hoogheid, ik kan u mijn concept toonen. Ik heb hem gezegd, dat zijn va der steeds ver weg was, en dat het dus geen scheiding beteekende; hij was hem nu veeleer nader gekomen dan vroeger, in het rijk Gods zou hij hem weerzien, in verheerlijkte gedaante. Ik heb, sprekend over leven en sterven in het licht van onzen heiligen godsdienst, het woord van den onsterfelijken dichter gebruikt: Aan den donkearen schoot der heilige aarde vertrouwt de Zaaier zijn zaad toe Toen Foresti met gedempte en bevende stem dit vers zeide, hoorde men achter de gordijnen luid snikken; de officier verstomde en zijn ang stige blikken zochten den arts. Deze mompelde: „Mijnheer von Foresti, aan het verdriet kunt u niets doen en ik kan er niets aan doen. De vader is dood, hij heeft hem lief gehad; zijn tranen kunnen noch door Friedrich von Schiller, noch door Hippocrates of Galen worden gedroogd." Toen werd de bekommerde ziel van den aarts hertog nog droeviger; tof den dood bedroefd werd zij. Zonder een woord te spreken schreed hij naar het bed van den kleine, sloeg het blauwe gordyn terug en zag zün blonden lieveling lig gen, het hoofd in het kussen woelen, het teere lichaam onder de zyden deken schokkend van koorts en snikkend. Hij legde zijn hand met eene teere bezorgdheid, zooals slechts moederhanden dat kunnen, op 't hoofd van den knaap; hij keek hem aan; zijn blauwe oogen, die zoo schelms konden lachen, die alle Weensche schoonen in verrukking brachten, hoe zwommen zij in tra nen, hoe heet brandden de roode huilvlekken in het sneeuwwitte gezichtje! De vader is dood, de tyran; dit kind had hem lief, ook al werd hij gehaat door millioenen; noch Hippocrates nog Galen kunnen dat veranderen! Die arme, arme vrouw daar in het nonnengasthuis, zij sterft aan den dood van Tessenburg, den moordenaar, en geen arts zal haar kunnen redden en je ziel be vrijden van den centenaarslast. „Franske," zei de aartshertog, het kleine trillende handje in de zijne nemend. „Waarom huil je zoo, omdat je vader naar God gegaan is? We gaan immers allen eens naar Hem?" Het kind gaf echter geen antwoord, wilde geen troost. Zijn hartverscheurend snikken schokte de zenuwen van den held en bracht zijn sterke ziel in steeds droeviger verwarring. De dokter drukte zich academisch uit; dit kind zegt het door z'n tranen, dat liefde, door den dood ver weesd, geen troost aanvaardt en van geen gene zing voor de geslagen wonde wil weten. Langs het open venster vloog een nachtegaal, met de snikken van den knaap vermengde zich het geruisch van de Neptunusfontein en de stap pen van de slotwacht. „Dokter Malfatti!" riep de aartshertog. De geleerde kwam, den bepker met amandelenmelk in de hand. De aartshertog nam hem aan en bood met zachte woorden den knaap te drinken. Maar hij wilde niet drinken. „Papa! Papa!" riep hij klagend. „O, één keer, één keer, zou ik hem toch nog zoo graag willen zien!" Ontzet luisterden de drie mannen naar dezen smartkreet vol verterend verlangen. Plotseling veranderde de gelaatsuitdrukking van den knaap. In zijn troostelooze engelenoogen sloop een vaal, spookachtig licht, de weerglans van de oogen van den dooden imperator, en in zijn stille klachten kwam een harde, dwingende klank, staal van het staal in de stem van den Corsicaan: „Ik wil niets meer eten! Ik wil niets drinken! Alle nachten heb ik gebeden, dat hij komen zou op zijn schimmelmet alle soldaten en kanon nen en mij halenen nu komt hij nooit, mijn papa, o mijn papa! Kom, of ik wil ook sterven!" „Zoo mag je niet spreken kind dat is zonde," zei de aartshertog met klem; zijn hart schokte in zijn borst. Noch Schiller, noch Hippocrates, noch Galen! „Zonde?" vroeg de kleine schuw. Het demo nische licht in zijn oogen doofde. „Ja, je vader zou dat niet gewild hebben. Hij was nooit zwak. Het goede zoowel als het bit tere heeft hij met krachtig hart verdragen. Dat moet jy ook doen." „Dat wil ik wel," boog de kleine zyn blonde kopje. „Maar ik wilde hem zien, o zoo graag wilde ik hem zien, maar ééns, maar éénmaal, nog Oom! Hebt u geen portret van hem? Hier is er geen, niemand geeft het mij, anderen hebben het, alleen ik niet." „Ik heb er drie of vier, mijn kind, ik zal ze je alle laten zien in Baden, en een ervan mag jij hebben. Ik zal je ook de ridderorde laten zien, die ik van hem kreeg en eenige brieven met zyn schrift," zei de vorst en trok zacht de bevende, kleine, witte hand aan zijn borst. Het wilde snik ken werd stil en gelaten. De dokter en de gou verneur wisselden een blik. Aartshertog Karl kent steeds het tooverwoord. Zyn stem is balse mend, zijn hand genezend, evenals de hand van Christus. „O, laat ze me zien, alstublieft! Hebt u ze niet bij u?" „In Baden, mijn kind. Maar een souvenir van hem heb ik hier, aan mijn hand." De veldheer trok den topaas, dien hij naast zijn trouwring aan de linkerhand droeg, af. „Zie, mijn kind, dezen heeft Napoleon, je vader, mij vóór vyftien jaren geschonken." Het kind, wiens tranen reeds opdroogden, greep met verlangende groote oogen naar den ring; zijn oom liet dien, den steen tegen het licht der nachtlamp heffend, in het licht flik keren. „Zie je, wat er op staat?" „Een engel," zei de kleine jongen. Fijn en kunstig was in den topaas een gevleu gelde genius gesneden. „Ja. Een engel met omgekeerden fakkel. Dit, mijn jongen, is de wijze, waarop de oude Grie ken zich den dood voorstelden. En rondom de engelenfiguur staat een inschrift: Immortalitas. Dat is Latyn en wil in 't Duitsch zeggen: on sterfelijkheid. De beteekenis van deze voor stelling is dus: Eerst door den dood valt ons het eeuwige leven bij God en in de herinnering van goede menschen ten deel. Voor hem, je vader, is dat reeds werkelijkheid geworden; wij, ande ren, wij moeten nog volharden tot God ons roept." Hij stak den ring weer aan den vinger. „Oom Karl," zei het kind. Zyn oogen staarden en heel zyn ziel scheen te luisteren. „Dat was mooi, mooi wat u gezegd hebt Wanneer heeft hij u dien ring gegeven? „In het jagerhuis te Stammersdorf, ik herin ner me den dag nog, 27 December 1805." „O, vertelt u toch, hoe het ging, en hoe hy er uitzag?" smeekte het kind; het klemde plotse ling zyn armen om den hals van zyn oom. ,Mijn kleine Fransje, je oom heeft nog veel te doen, dezen nacht nog, dingen, die geen uit stel lijden! Malfatti," wendde zich de aarts hertog plotseling tot den arts, „hebt u een rij paard? Anders kunt u er hier een krijgen." „Ik heb een paard, keizerlijke hoogheid. Waar heen wenscht uwe hoogheid, dat ik ga?" „Landstraat Elisabethgasthuis zoo snel u kunt ik zal u nog verder inlichten. Wacht een oogenblik. Ja, mijn kind ik wil *t je gaarne vertellen; het was onze eerste en laatste ontmoeting. Hij was klein, zeer bleek was zyn gelaat onder de donkerbruine haren, zijn optre den en in het bijzonder zijn stem was eerbied wekkend. Hij droeg de groene jagersuniform en het grootkruis van het Legioen van Eer. „Oom! Nu weet ik 't," fluisterde het kind ver rukt. „Nu u hem beschryft nu weet ik "t zoo is hy ik heb hem immers ook gezien. Ik was toen nog heel klein. Maar nu u vertelt van het grootkruis, dat drukte tegen my aan, toen hij mij in zyn armen hief. O, en wat heeft hij toen gezegd? Alstublieft, vertelt u t toch! Ziet u," het kind wendde zyn gezichtje, dat schooner was dan het engelenkopje van Rey nolds, dat boven het bed hing, naar het licht, „ik huil nu immers niet meer." (Wordt vervolgd'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 3