De Amsterdamsche handel in erfpacht Viva Chamberlain, viva Halifax" Stadt Schanke Commissie zal onderzoek instellen Het nieuws van heden GEEN LEDEN BUITEN DEN RAAD HARTELIJKE ONTVANGST TE ROME DE BAROMETER VEREENIGDE katholieke pers Gezegende ouderdom DONDERDAG 12 JANUARI 1939 - OCHTENDBLAD BUREAUX VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE. NASSAULAAN 51 - TEL. 13866 - GIRO 22884 Abonnementsprijs (bij vooruitbetaling) voor Haarlem 25 cent per week; per kwartaal f3.25. Bij onze Agenten 27Vi ct. per week, per kwartaal f 3.58 VIJF EN ZESTIGSTE JAARGANG No. 21580 DAGBLAD MET OCHTEND- EN AVOND-EDITIE, UITGEGEVEN DOOR DE N.V. DRUKKERIJ DE SPAARNESTAD. HAARLEM „„onee, .Omr0>o.„. nt op De gemeenteraad van Amsterdam heeft Woensdagavond op voorstel van den heer Matthijsen, voorzitter der soc.-dem. raads fractie, diens motie zonder hoofdelijke stemming aangenomen, een raadscommissie te benoemen, welke een onderzoek zal instellen naar de wijze, waarop de uitgifte van erfpachtsgronden heeft plaats gehad, dit naar aanleiding der beschuldigingen tegen de soc.-dem. raadsleden, wethouder De Miranda en architect Gulden. De raad heeft deze commissie onmiddellijk samengesteld en zij zal reeds hedenmorgen te kwart over negen ten stadhuize hare Werkzaamheden aanvangen. Bij stemming werden tot leden dezer commissie benoemd de «Volgende raadsleden: oud-wethouder Boissevain (Lib.), die als voorzitter zal optreden, oud-wethouder Ter Haar (Chr.- Hist.), Dingemans (R.K.), Woudenberg (Soc.-Dem.), Seegers (Comm.) en Crucq (wilde). De waarnemende burgemeester, wethouder Kropman, die op uitnemende wijze de debatten heeft geleid en door zijn kort krachtig vermaan bij den aanvang er veel toe heeft bijgedragen de gedachtenwisseling op peil te houden, zeide aan het slot namens Burgemeester en Wethouders, alle medewerking toe. „Door de burgerij zal met spanning het resultaat van het onderzoek verwacht worden," zoo sprak hij, „en deze com missie zal niet zijn een doofpotcommissie. Deze commissie zal van B. en W. alle medewerking ondervinden, alle gewenschte inlichtingen in den ruimsten zin kunnen krijgen en van B. en W. allen steun ontvangen welken zij behoeft. Moge ze spoedig met hare resultaten komen hij den Raad!" Heden begint reeds het onderzoek naar de beschuldigingen jegens wethouder De Miranda en architect Gulden Waardig debat onder goede leiding Voorzitter is mr. Kropman Inter pellatie-Kitsz Wethouder De Miranda verdedigt zich Het Weer inzake handel in erf pachtsgronden (Zie vervolg op pagina 2) 99 •- Besprekingen op het Palazzo Venetia verliepen in vriend schappelijke sfeer Een protest van Spaansche moeders Op het Palazzo Venezia De besprekingen De ..Scharnhorsf'^Duitschlands tweede slagschip, is t& Wilhelmshaven in dienstjfesteld Fascistische persstemmen Telegrammen aan Chamberlain In de Poolsche havenstad Gdynia aan de Oostzee overleed dezer da gen een zigeunerin, Bogoemila Kozer geheeten, in den ouderdom van honderd-en-achttien jaar. Een gezegende leeftijd ook in dien zin, dat het haar niet aan nakome lingen ontbrak. Zij teas vijfmaal gehuwd en telde vijf zoons en acht dochters. Dit betrekkelijk beschei den getal moet echter worden vermeerderd met twee-en-vijftig kleinkinderen en twee-honderd veertig achterkleinkinderen Van de bet-achterkleinkinderen schijnt het juiste aantal niet bekend te zijn, maar men telt er in elk geval méér dan vierhonderd. Houdt U van Faust? NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Advertentieprijzen; Per lossen regel 50 et., Inget mededeeüngen 50 cent; Idem op pag. één 55 cent per regel. BIJ contract sterk verlaagde prijzen Voor lij in. leef- 535 publiek overtuigd zijn, dat de raad van Amster dam zich bewust is van zijn verantwoordelijk heid en zijn plicht en dat alles zal gedaan worden en niet zal nagelaten dat deze zaak eerlijk en oprecht en zonder eenige reserve zal worden onderzocht wanneer een onderzoek noo dig wordt geacht. Spr. hoopte vurig, dat de geruchten en be richten zullen blijken niet van dien ernstigen aard te zijn, dat de feiten van nadeel zouden zijn voor den goeden naam onzer stad! Welbewust heeft de raad deze commissie voor "hderzoek uitsluitend van raadsleden doen zijn. *®et 38 tegen 3 stemmen werd dan ook het voor stel van den liberaal mr. Jansma verworpen, pie leden buiten den raad aan de commissie 'be te voegen. In zijn toelichting toonde mr. "ansme een gemis aan tact door reeds drie tiamen, die van den voorzitter der Kamer van poophandel, Gottfr. Crone, van den oud-presi- Jpht van het Gerechtshof, mr. Kruseman, en van den president der Ned. Bank, mr. Trip_, te «oemen. Hij deed dit „ten einde aan de voorgestelde prnmissie nog meer het karakter van eereraad Se geven." Maar dit karakter wilde zéér terecht he meerderheid van den raad niet gehecht zien aan de commissie. Want al zal natuurlijk de bbhimissie de beschuldigingen tegen de heeren He Mirnda en Gulden grondig dienen te onder deken, er moet méér gedaan dan een uitspraak Verkregen van een eereraad over personen. Er bioet een onderzoek in den breedsten zin des V'oords worden ingesteld. Boven de personen Baat de gemeentelijke zaak en deze commissie dl hebben te onderzoeken in hoever het alge- jheen belang geschaad werd en hoe voor de toe komst zoo noodig verbetering moet komen. Naar aanleiding van een Tijd-artikel verklaar de de heer Matthijsen dan ook dat hij zijn on derzoek zoo breed mogelijk wilde, niet eng en tegenover mr. v. Wijck (R.K.) herhaalde hij dezen uitleg van zijn voorstel, daar mr. v. Wijck "ad voorgesteld niet alleen 'n onderzoek naar Ovfpacht, maar ook naar evrkoop van grond er hij te trekken. Mr. v. Wijck doelde blijkbaar op de vreemde dingen die gebeurd zijn bij den verkoop der gemeenteschool in de Marnixstraat, Jvaaraan we in Februari vorig jaar een artikel hebben gewijd en waarover De Telegraaf gis- mrenvond weer schreef. Volgens den voorsteller dor commissie zullen al deze aangelegenheden "ij het onderzoek betrokken moeten worden. Hij wenschte evenwel niet in te gaan op een ^enk van mr. v. Wijck om geen soc.-democraten 'h de commissie zitting te doen nemen. Minder, Omdat de soc.-dem. de partijgenooten van twee "eschuldigden zijn, maar wel omdat de soc.- dem. fractie alreeds de beschuldigingen van De "Hiranda jegens Gulden behandeld heeft en heeft hfgedaan. Hoewel de beweringen van De Mi randa en Gulden soms lijnrecht tegenover el kander stonden, deed de fractie een uitspraak, alsof voor haar de zaak uit was. „Onvoorwaar delijk werden de ontkenningen van den heer Hulden aanvaard" vervolgens de verklaring van ^ïatthijsen. Welnu, nadat de soc.-dem. raads fractie aldus zich reeds uitgesproken heeft, moet Ze zich niet met het onderzoek bemoeien. Noch "e soc.-democraten noch de meerderheid van "en raad dachten er echter zoo over en voor de soc.-dem. fractie werd dan ook de heer Wou denberg in de commissie gekozen. Wethouder DE MIRANDA heeft de interpel latie van den rev.-social. Kitsz gebruikt om een Uitvoerig betoog te houden, dat in dit blad in zÜn geheel is weergegeven. Het persoonlijk ac eent ontbrak niet. En wij hopen voor hem dat hij in den uitslag der commissie de voldoening moge vinden waarop hij doelde, toen hij zijn lEmg raadslidmaatschap sedert 1911 memoreerde. Voor hem en het algemeen belang hopen al- Jcn. dat het een voldoening moge zijn over alge hele integriteit. Hij heeft niet het verwijt kunnen ontzenuwen, hij met zijn klachten tegen Gulden, als ma gistraat, niet naar den raad, maar naar de fractie is gegaan en dat de zaak daarmee zou zijn af gedaan indien de brief aan de fractie niet ware gepubliceerd door de Telegraaf. Hij heeft ook niet rechtstreeks geantwoord op een vraag van mr. Van Wijck, wat hij, na zijn beschuldigin gen, dacht over de ontkenningen van den heer Gulden. Heel die zaak, ook de brief aan de soc.- dem. fractie, zal voor de commissie komen, zoo meende de wethouder, en dus komt heel de aan gelegenheid weer aan de orde. Het was juist, dat hij nu er het zwijgen aan toedeed, uit eer bied voor de commissie. Voorzitter der raadsvergadering was, bij af wezigheid van burgemeester dr. de Vlugt, de waarnemende burgemeester wethouder mr. KROPMAN. Deze opende de ziting met de mededeeling, dat het aanvankelijk in de bedoe ling van B. en W. had gelegen den raad later bijeen te roepen, maar dat om redenen „u allen bekend" deze vervroegde zitting thans plaats had, mede om den heer Kitsz gelegenheid te geven zijn interpellatie te houden. Spr. las een schrijven voor van mevr. Tendelo, de heeren Crucq, dr. de Hartogh en Roobol, waar in deze hun afkeuring er over uitspreken dat wethouder De Miranda met zijn beschuldigin gen tegen Gulden niet bij den raad maar bij zijn fractie is gekomen, zoodat de verantwoor delijke raad er buiten bleef. De Voorzitter, mr. KROPMAN, consta teerde, dat het hier betreft een hoogst ernstige zaak, die aller aandacht getrok ken heeft niet alleen van ingezetenen dezer stad maar van velen verre daarbuiten. Deze zaak moet behandeld worden, met den ernst, dien deze zaak verdient, omdat de naam van de stad zelf erbij is betrokken. Het is overbodig maar toch wilde spr. niet nalaten- er bij alle raadsleden op aan te dringen, dat deze discussie een bewuste en waardige discussie zij! Allen zullen zich bewust moeten zijn van het ge vaar dat er in schuilt wanneer deze zoo ernstige zaak zou worden besproken zon der de noodige waardigheid in acht te ne men. Geen ondoordachte beschuldigingen mogen geuit en geen beschuldigingen tegen menschen die zich hier niet verdedigen kunnen. Laat het Alsdan kreeg de heer KITSZ (rev. soc.) ge legenheid zijn interpellatie te houden. De heer KITSZ laakte het, dat wethouder De Miranda met zijn beschuldigingen tegenover het raadslid Gulden niet gekomen is bij den raad maar bij zijn soc.-dem. raadsfractie. 20 Novem ber hebben spr. en het kath. raadslid De Groot een onderzoek gevraagd naar ergerlijken han del in erfpacht onder „Bosch en Lommer". De wethouder heeft zich toen met een Jantje van Leiden ervan afgemaakt. Later bleek echter, dat hij reeds dagen te voren n.l. 14 Nov. zijn brief met beschuldigingen aan 't adres van den heer Gulden aan de soc. dem. raadsfractie had verzonden. Dat is onjuist en onbehoorlijk. Nu gaat de naam vanw ethouder De Miranda over de tong van kruideniers jongen tot tram conducteur. Spr. zal niet in détails treden thans maar eerst het antwoord op zijn vragen en een onderzoek afwachten. 1. hebben Burgemeester en Wethouders ken nis genomen van de opzienbare publicatie ten opzichte van twee Raadsleden, waarvan een de functie van Wethouder bekleedt, in het dagblad „De Telegraaf" d.d. 6 Januari 1939, ochtendblad, verschenen? 2. Indien B. en W. kennis hebben genomen van de publicatie in vraag 1 genoemd, achten zij het dan niet gewenscht, dat de Raadsleden door B. en W. volkomen worden ingelicht in- stede door middel van de pers? 3. Indien de genoemde berichten juist zijn, welke maatregelen meenen B. en W. dan aan den Raad te moeten voorstellen om een verder doorwoekeren van zulke praktijken onmogelijk te maken? 4. Achten B. en W. het met steller dezer vra gen niet noodzakelijk het reglement van orde zoodanig te wijzigen, dat hierdoor de opgelegde geheimhouding voor de leden van de Commissie van Bijstand wordt opgeheven, zoodat ook de Raadsleden, die geen deel uitmaken van de Commissie van Bijstand, meer aan de weet kunnen komen dan thans het geval is? Onder ademlooze stilte las alsnu wethouder DE MIRANDA het volgende antwoord voor; De Raad, waarvan ik van 1911 af deel uit maak, terwijl ik sinds 1919 met enkele onder brekingen de stad als wethouder dien, zal, evenals de burgerij, onder den indruk zijn ge komen van publicaties, waarin de eer en goe de naam van den oudsten wethouder van de Hoofdstad wordt aangetast. Ten overstaan van U allen en ten aanhoore van de geheele burgerij, verklaar ik mij vol komen vrij te voelen van welke handelwijze ook, die den toets eener eerlijke critiek niet kan doorstaan. Nimmer is mijn beleid door een ander ele ment beïnvloed dan dat, ontleend aan het al gemeen belang, aan den wensch mijn stad met hart en ziel, zonder eenige nevenbedoeling, te dienen. Het nastreven van persoonlijke be langen van mijzelf of van wie dan ook, is mij immer vreemd geweest en zal mij altijd vreemd blijven. Steeds ben ik mij scherp bewust geweest hoe zeer absolute zuiverheid van politieke zeden en moraal onmisbare voorwaarde is voor het de mocratische gezag. Ik stel mijzelf en anderen te dien aanzien de hoogste eischen. Hoe onpeilbaar diep het leed is, dat men mij heeft aangedaan, ik voel daarbij toch nog het onuitsprekelijke geluk ieder fier en vrii in de oogen te kunnen zien. Doch om diezelfde rust en dat zelfde vertrouwen over te planten op anderen, op den Raad en op de burgerij, daarvoor is iets anders, iets meer noodig dan woorden. Daarom heb ik Maandag j.l. in het College van B. en W. het voorstel gedaan den Raad uit te noodigen tot het benoemen eener Commis sie, welke tot taak heeft te onderzoeken de wijze waarop en de omstandigheden, waaronder de VOOR HET GEHEELE LAND: Zwaar bewolkt tot betrokken met eenigen regen, weinig verandering in temperatuur, ijl H zwakke tot matigen wind' uit Zuidelijke ijl richtingen. uitgifte in erfpacht of verkoop van terreinen in de laatste jaren heeft plaats gehad. Na dit persoonlijk woord ga ik thans over tot de beantwoording van den interpellant. Dat ik hierbij, nu het wel vaststaat, dat er een Commissie van onderzoek zal worden benoemd, groote soberheid in acht zal nemen, zal èn de Raad èn de interpellant wel kunnen billijken. 1. Hebben Burgemeester en Wethouders ken nis genomen van de opzienbarende publicatie ten opzichte van twee raadsleden, waarvan een de functie van Wethouder bekleedt, in hefc dag blad De Telegraaf, d.d. 6 Januari 1939, ochtend blad, verschenen? Vraag 1 is eenvoudig te beantwoorden. Bur gemeester en Wethouders hebben zeker kennis genomen van het artikel in het ochtendblad van De Telegraaf van 6 Januari j.l. Zij hebben zich afgevraagd hoe het mogelijk is dat een der gelijk artikel, zonder dat hun tevoren iets ge bleken is van het voornemen tot publicatie, zonder dat eenigerlei inlichting by het College is ingewonnen, kon verschijnen. 2. Indien Burgemeester en Wethouders ken nis hebben genomen van de publicatie, in vraag 1 genoemd, achten zij het dan niet gewenscht, dat de raadsleden door Burgemeester en Wet houders volkomen worden ingelicht in stede door middel van de pers? Burgemeester en Wethouders beijveren zich bij alle te behandelen zaken den Raad in te lichten. Maar zij achten het ondoenlijk en ook ongewenscht op publicaties van den aard als in De Telegraaf van 6 Januari j.l. zijn versche nen, eigener beweging in te gaan. Niet De Te legraaf, maar de Raad staat aan het hoofd der Gemeente. De raadsleden hebben hun eigen rechten. Van een daarvan, het interpellatie- recht, heeft de heer Kitsz gebruik gemaakt en Burgemeester en Wethouders juichen dit toe. Aan de pers zijn geen inlichtingen gegeven. Wethouder De Miranda heeft aan de pers een korte verklaring verstrekt, welke Is opge nomen in de avondbladen van Vrijdag 6 Ja nuari j.l. Deze verklaring luidt: 1. „Tot vandaag is den Wethouder van een justitieel onderzoek niets gebleken; 2. Noch door den Wethouder, noch door den Dienst van Publieke Werken is den heer Ful- dauer grond toegewezen. De uitgifte van be doelde terreinen geschiedde op normale wijze tegen den normalen canon aan de bonafide bouwers Venemans c.s.; 3. Nimmer heeft tusschen den Wethouder en zijn zoon eenige besprekingen plaats gevonden omtrent de uitgifte van grond; 4. De verhouding tusschen den Wethouder en de Hoofdambtenaren is volkomen normaal. De Directeur van Publieke Werken, zoomede de Hoofdambtenaren, plegen dagelijks met den Wethouder mondeling overleg. De Wethouder heeft naar aanleiding van bo venbedoeld artikel bij de justitie een aanklacht ingediend tegen de hoofdredactie van „De Te legraaf". Als echter bij onderzoek zou blijken, dat mijn zoon zich niet correct zou hebben gedragen, dan zou mij dit diep treffen, doch mijn beleid als Wethouder voor de Publieke Werken staat hier volkomen naast en boven. 3. Indien de genoemde berichten juist zijn, welke maatregelen meenen Burgemeester en Wethouders dan aan den Raad te moeten voorstellen, om een verder doorwoekeren van zulke praktijken onmogelijk te maken? Burgemeester en Wethouders ontkennen de juistheid van de genoemde berichten. Zij voegen daaraan het volgende toe: Zij ontkennen met groote beslistheid, dat het stelsel van erfpacht aanleiding behoeft te geven tot minder oirbare praktijken. Ook bij verkoop van gronden kunnen zich onbehoorlijke handelingen voordoen. Wel erkennen zij, dat de uitgifte in erfpacht herhaaldelijk tot booze geruchten aanleiding heeft gegeven. Bij vorige gelegenheden concentreerden de booze geruchten, welke in de bouwwereld regel matig de ronde doen, zich op de afdeeling Grondbedrijf. Toen, door het besluit van de hypotheek banken om geen hypotheek op erfpachtsgron den te geven, waardoor de bouwnijverheid ern stig getroffen werd, de Wethouder mede ter bestrijding van de werkloosheid, zich verplicht gevoelde zich meer direct met enkele gevallen van uitgifte van grond in erfpacht bezig te houden en daarbij zijn bijzondere aandacht be steedde aan de bouwers, die beweerden de deu ren van het Grondbedrijf gesloten te vinden, toen, mijnheer de voorzitter, verplaatste zich 't booze gerucht van den Dienst naar het beleid van den Wethouder. Of er practijken zijn, waarvan voortwoekeren onmogelijk kan worden gemaakt, zal de te be noemen Commissie hebben na te gaan. Burgemeester en Wethouders herinneren den Raad aan het volgende; Op 3 December 1925 stelden de raadsleden Woudenberg, Gulden, Spier en Klaas de Vries den Raad voor Burgemeester en Wethouders uit te noodigen een onderzoek te doen instellen naar de mogelijkheid van maatregelen, die be oogen een einde te maken aan het uitgeven van gemeentegronden in erfpacht aan perso nen of rechtspersoonlijkheid bezittende instel lingen, die het erfpachtsrecht met speculatieve doeleinden in handen nemen (Gemeenteblad 1925, afd. 1, pag. 2416). ROME, 11 Jan. (Reuter). Te 16 uur 25 plaatselijken tijd zijn Chamberlain en Lord Halifax te Rome aangekomen. Zij werden door Mussolini en graaf Ciano hartelijk begroet. Toen de trein, waarmede Cham berlain en lord Halifax reisden, het station van Rome binnenreed, weer klonk overal de kreet: „Viva Chamberlain, viva Halifax". Toen Chamberlain en lord Hali fax den trein verlieten speelde het muziekkorps van de grenadiers van Sardinië de volksliederen, welke blootshoofds werden aangehoord. Vervolgens werd de eerewacht geïnspec teerd, welke was samengesteld uit afdee- lingen van de verschillende wapens en le gerkorpsen van het Italiaansche leger. Het station zelf was rijk versierd met Italiaansche en Britsche vlaggen. Ook bui ten het station werden de 'staatslieden luide toegejuicht, toen zij in de auto's stapten, waarmede zij naar Villa Madama werden gebracht. In den eersten auto za ten Chamberlain en Mussolini, in den twee den lord Halifax en graaf Ciano. Om zes uur arriveerden Chamberlain en Halifax, na een bezoek aan het Quirinaal, waar zij inschreven in het register der be zoekers, bjj het Palazzo Venezia, Zij wer den geleid naar het vertrek, waar Mussolini en Ciano zich bevonden, waarop terstond de eigenlijke politieke besprekingen aan vingen. Op het plein voor het paleis bevond zich een dichte menigte, die de Britsche minis ters hij hun aankomst toejuichte. Het plein voor 't Palazzo Venezia stond, naar Reuter meldt, vol menschen, toen Chamber lain en Halifax aankwamen. De menschen juichten hartelijk en Chamberlain wuifde met zijn hoogen hoed naar hen. Hij zag er uiterst tevreden uit. De verwelkoming, die door de bevolking van Rome aan de Britsche ministers bereid is, is zeker hartelijk, goedhartig en spontaan ge weest. Er heerschte een opgewekte, blijde sfeer onder het publiek. Aangezien er geen officieele uitnoodiging in de dagbladen tot het publiek gericht was, waren de menschen geheel uit eigen beweging gekomen, nieuwsgierig naar den staatsman, van wien een ieder hier zich herinnert, dat hij het was, die in September geholpen heeft den vrede in Europa te handhaven. Hoe verlangend de Italianen zijn om uitdrukking te geven aan hun goede ge voelens jegens hun Britsche vrienden blijkt wel uit de vaak herhaalde vraag; „Waart ge tevreden over de hartelijkheid van de ont vangst?" Volgens te Londen ontvangen berichten wa ren de te Rome gevoerde besprekingen heden van algemeenen aard en zeer hartelijk van toon. Het onderhoud heeft ruim een uur ge duurd. Na de conferentie in het Palazzo Venezia is een communiqué uitgegeven, luidende: „Om zes uur heeft de Duce in het Palazzo Venezia, in tegenwoordigheid van Ciano, den Britschen premier Neville Chamberlain en den minister van Buitenlandsche Zaken, Halifax, ontvangen. De besprekingen duurden anderhalf uur en zul len Donderdagmiddag hervat worden." Na de gedachtenwisselingen begaven de Brit sche staatslieden zich naar de Villa Madama, ten einde zich te verkleeden. Om negen uur begint een groot diner in het Palazzo Venezia. dat te hunner eere door den duce wordt aan geboden. „Een ontmoeting tusschen de twee Imperia aldus stelt men te Rome het bezoek van Chamberlain en Halifax voor. De pers geeft bij deze gelegenheid een beeld van de betrekkingen tusschen Engeland en Italië sedert een eeuw Terwijl Italië honderd jaar geleden aan de ge nade van de Britsche vloot was overgeleverd aldus schrijft de pers, is het thans een groote mogendheid geworden, die een voor het lot dei wereld beslissend woord kan spreken. De fas cistische bladen streven er eveneens naai aan te toonen, dat „Chamberlain de eerste is der Britsche staatslieden, die de be teekenis heeft begrepen van de veranderingen, die ont staan zijn in de wereldpositie van Italië, en dienovereenkomstig handelt." „Tusschen Italië en Engeland een politiek van samenwerking der Imperia te vestigen," aldus is volgens de „Telegrafo", het blad dat oe meening van het departement van Buiten landsche Zaken weergeeft, „de werkelijke ber teekenis van de politiek van Chamberlain, van zijn initiatieven en van zijn reis naar Rome." Volgens een bericht van net Spaansche persagentschap te Londen is telegrafisch een protest tegen luchtbombardementen naar Chamberlain te Rome gezonden door de van hun kinderen beroofde moeders m Spanje. Hetzelfde agentschap meldt, dat een telegram, eveneens tegen luchtbombar dementen, aan Chamberlain is gezonden door de gezagvoerders van Britsche schepen te Barcelona, die uiterst krachtig de Brit sche regeering verzoeken om volledige be scherming voor de manschappen en sche pen, die een gewettigden handel drijven, trouw aan de oude tradities der Britsche koopvaardij. Ten slotte heeft de National Union of Sea men vandaag een telegram aan Chamberlain gezonden, waarin zij er bij hem op aandringt „bij de Italiaansche regeering den nadruk te leggen op terugtrekking van al haar troepen, vliegtuigen en piloten uit Spanje, en haar in vloed bij Franco aan te wenden, opdat een einde komt aan de aanvallen op Britsche sche pen. Dit moge de voorwaarde zijn voor alle leeningen, credieten of concessies, welke ook aan Italië en voor een voortduren der Britsche vriendschap." Hartelijke ontvangst der Britsche staats lieden te Rome; besprekingen op het Palazzo Venezia. Raadscommissie te Amsterdam ingesteld tot onderzoek naar de wijze van uitgifte van grond in erfpacht. Dr. Colijn heeft het Prinses Beatrix- Lyceum te Flims (Zwitserland) bezocht. In een dienstorder heeft de directie der Ned. Spoorwegen haar personeel dank gebracht voor de plichtsvervulling tijdens de koude-periode. Aankoop van lesvliegtuigen voor de mi litaire luchtvaart. De tankbooten „Shell VI" en „Leonidas II" te Stavoren binnengebracht. New-Yorksche beurs: flauwe stemming met vrij groote verhezen. o Bezoekt dan van af a.s. Vrijdag1 de EEIDSCHEPLEIN 5—9 - A'DAM - TEL. 33072 Stand op Donderdag 1 uur v.m.: 749-* Vorige stand: 749.9

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 1