De Amsterdamsche handel in erfpacht
Viva Chamberlain, viva
Halifax"
Stadt Schanke
Commissie zal onderzoek instellen
Het nieuws van heden
GEEN LEDEN BUITEN
DEN RAAD
HARTELIJKE ONTVANGST
TE ROME
DE BAROMETER
VEREENIGDE katholieke pers
Gezegende ouderdom
DONDERDAG 12 JANUARI 1939 - OCHTENDBLAD
BUREAUX VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE.
NASSAULAAN 51 - TEL. 13866 - GIRO 22884
Abonnementsprijs (bij vooruitbetaling) voor
Haarlem 25 cent per week; per kwartaal
f3.25. Bij onze Agenten 27Vi ct. per week,
per kwartaal f 3.58
VIJF EN ZESTIGSTE JAARGANG No. 21580
DAGBLAD MET OCHTEND- EN AVOND-EDITIE, UITGEGEVEN DOOR DE N.V. DRUKKERIJ DE SPAARNESTAD. HAARLEM „„onee, .Omr0>o.„.
nt op
De gemeenteraad van Amsterdam heeft Woensdagavond op
voorstel van den heer Matthijsen, voorzitter der soc.-dem. raads
fractie, diens motie zonder hoofdelijke stemming aangenomen,
een raadscommissie te benoemen, welke een onderzoek zal instellen
naar de wijze, waarop de uitgifte van erfpachtsgronden heeft plaats
gehad, dit naar aanleiding der beschuldigingen tegen de soc.-dem.
raadsleden, wethouder De Miranda en architect Gulden.
De raad heeft deze commissie onmiddellijk samengesteld en zij
zal reeds hedenmorgen te kwart over negen ten stadhuize hare
Werkzaamheden aanvangen.
Bij stemming werden tot leden dezer commissie benoemd
de «Volgende raadsleden: oud-wethouder Boissevain (Lib.), die
als voorzitter zal optreden, oud-wethouder Ter Haar (Chr.-
Hist.), Dingemans (R.K.), Woudenberg (Soc.-Dem.), Seegers
(Comm.) en Crucq (wilde).
De waarnemende burgemeester, wethouder Kropman, die op
uitnemende wijze de debatten heeft geleid en door zijn kort
krachtig vermaan bij den aanvang er veel toe heeft bijgedragen
de gedachtenwisseling op peil te houden, zeide aan het slot
namens Burgemeester en Wethouders, alle medewerking toe.
„Door de burgerij zal met spanning het resultaat van het
onderzoek verwacht worden," zoo sprak hij, „en deze com
missie zal niet zijn een doofpotcommissie. Deze commissie zal
van B. en W. alle medewerking ondervinden, alle gewenschte
inlichtingen in den ruimsten zin kunnen krijgen en van B. en
W. allen steun ontvangen welken zij behoeft. Moge ze spoedig
met hare resultaten komen hij den Raad!"
Heden begint reeds het onderzoek
naar de beschuldigingen jegens
wethouder De Miranda en
architect Gulden
Waardig debat onder
goede leiding
Voorzitter is mr. Kropman
Inter pellatie-Kitsz
Wethouder De Miranda
verdedigt zich
Het Weer
inzake handel in erf
pachtsgronden
(Zie vervolg op pagina 2)
99
•-
Besprekingen op het Palazzo
Venetia verliepen in vriend
schappelijke sfeer
Een protest van
Spaansche moeders
Op het Palazzo Venezia
De besprekingen
De ..Scharnhorsf'^Duitschlands tweede slagschip, is t& Wilhelmshaven in dienstjfesteld
Fascistische persstemmen
Telegrammen aan
Chamberlain
In de Poolsche havenstad Gdynia
aan de Oostzee overleed dezer da
gen een zigeunerin, Bogoemila
Kozer geheeten, in den ouderdom
van honderd-en-achttien jaar. Een
gezegende leeftijd ook in dien
zin, dat het haar niet aan nakome
lingen ontbrak. Zij teas vijfmaal
gehuwd en telde vijf zoons en acht
dochters. Dit betrekkelijk beschei
den getal moet echter worden
vermeerderd met twee-en-vijftig
kleinkinderen en twee-honderd
veertig achterkleinkinderen Van
de bet-achterkleinkinderen schijnt
het juiste aantal niet bekend te
zijn, maar men telt er in elk geval
méér dan vierhonderd.
Houdt U van Faust?
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Advertentieprijzen; Per lossen regel 50 et., Inget
mededeeüngen 50 cent; Idem op pag. één 55 cent
per regel. BIJ contract sterk verlaagde prijzen Voor
lij in.
leef-
535
publiek overtuigd zijn, dat de raad van Amster
dam zich bewust is van zijn verantwoordelijk
heid en zijn plicht en dat alles zal gedaan
worden en niet zal nagelaten dat deze zaak
eerlijk en oprecht en zonder eenige reserve zal
worden onderzocht wanneer een onderzoek noo
dig wordt geacht.
Spr. hoopte vurig, dat de geruchten en be
richten zullen blijken niet van dien ernstigen
aard te zijn, dat de feiten van nadeel zouden
zijn voor den goeden naam onzer stad!
Welbewust heeft de raad deze commissie voor
"hderzoek uitsluitend van raadsleden doen zijn.
*®et 38 tegen 3 stemmen werd dan ook het voor
stel van den liberaal mr. Jansma verworpen,
pie leden buiten den raad aan de commissie
'be te voegen. In zijn toelichting toonde mr.
"ansme een gemis aan tact door reeds drie
tiamen, die van den voorzitter der Kamer van
poophandel, Gottfr. Crone, van den oud-presi-
Jpht van het Gerechtshof, mr. Kruseman, en
van den president der Ned. Bank, mr. Trip_, te
«oemen.
Hij deed dit „ten einde aan de voorgestelde
prnmissie nog meer het karakter van eereraad
Se geven." Maar dit karakter wilde zéér terecht
he meerderheid van den raad niet gehecht zien
aan de commissie. Want al zal natuurlijk de
bbhimissie de beschuldigingen tegen de heeren
He Mirnda en Gulden grondig dienen te onder
deken, er moet méér gedaan dan een uitspraak
Verkregen van een eereraad over personen. Er
bioet een onderzoek in den breedsten zin des
V'oords worden ingesteld. Boven de personen
Baat de gemeentelijke zaak en deze commissie
dl hebben te onderzoeken in hoever het alge-
jheen belang geschaad werd en hoe voor de toe
komst zoo noodig verbetering moet komen.
Naar aanleiding van een Tijd-artikel verklaar
de de heer Matthijsen dan ook dat hij zijn on
derzoek zoo breed mogelijk wilde, niet eng en
tegenover mr. v. Wijck (R.K.) herhaalde hij
dezen uitleg van zijn voorstel, daar mr. v. Wijck
"ad voorgesteld niet alleen 'n onderzoek naar
Ovfpacht, maar ook naar evrkoop van grond er
hij te trekken. Mr. v. Wijck doelde blijkbaar op
de vreemde dingen die gebeurd zijn bij den
verkoop der gemeenteschool in de Marnixstraat,
Jvaaraan we in Februari vorig jaar een artikel
hebben gewijd en waarover De Telegraaf gis-
mrenvond weer schreef. Volgens den voorsteller
dor commissie zullen al deze aangelegenheden
"ij het onderzoek betrokken moeten worden.
Hij wenschte evenwel niet in te gaan op een
^enk van mr. v. Wijck om geen soc.-democraten
'h de commissie zitting te doen nemen. Minder,
Omdat de soc.-dem. de partijgenooten van twee
"eschuldigden zijn, maar wel omdat de soc.-
dem. fractie alreeds de beschuldigingen van De
"Hiranda jegens Gulden behandeld heeft en heeft
hfgedaan. Hoewel de beweringen van De Mi
randa en Gulden soms lijnrecht tegenover el
kander stonden, deed de fractie een uitspraak,
alsof voor haar de zaak uit was. „Onvoorwaar
delijk werden de ontkenningen van den heer
Hulden aanvaard" vervolgens de verklaring van
^ïatthijsen. Welnu, nadat de soc.-dem. raads
fractie aldus zich reeds uitgesproken heeft, moet
Ze zich niet met het onderzoek bemoeien. Noch
"e soc.-democraten noch de meerderheid van
"en raad dachten er echter zoo over en voor de
soc.-dem. fractie werd dan ook de heer Wou
denberg in de commissie gekozen.
Wethouder DE MIRANDA heeft de interpel
latie van den rev.-social. Kitsz gebruikt om een
Uitvoerig betoog te houden, dat in dit blad in
zÜn geheel is weergegeven. Het persoonlijk ac
eent ontbrak niet. En wij hopen voor hem dat
hij in den uitslag der commissie de voldoening
moge vinden waarop hij doelde, toen hij zijn
lEmg raadslidmaatschap sedert 1911 memoreerde.
Voor hem en het algemeen belang hopen al-
Jcn. dat het een voldoening moge zijn over alge
hele integriteit.
Hij heeft niet het verwijt kunnen ontzenuwen,
hij met zijn klachten tegen Gulden, als ma
gistraat, niet naar den raad, maar naar de fractie
is gegaan en dat de zaak daarmee zou zijn af
gedaan indien de brief aan de fractie niet ware
gepubliceerd door de Telegraaf. Hij heeft ook
niet rechtstreeks geantwoord op een vraag van
mr. Van Wijck, wat hij, na zijn beschuldigin
gen, dacht over de ontkenningen van den heer
Gulden. Heel die zaak, ook de brief aan de soc.-
dem. fractie, zal voor de commissie komen, zoo
meende de wethouder, en dus komt heel de aan
gelegenheid weer aan de orde. Het was juist,
dat hij nu er het zwijgen aan toedeed, uit eer
bied voor de commissie.
Voorzitter der raadsvergadering was, bij af
wezigheid van burgemeester dr. de Vlugt, de
waarnemende burgemeester wethouder mr.
KROPMAN. Deze opende de ziting met de
mededeeling, dat het aanvankelijk in de bedoe
ling van B. en W. had gelegen den raad later
bijeen te roepen, maar dat om redenen „u allen
bekend" deze vervroegde zitting thans plaats
had, mede om den heer Kitsz gelegenheid te
geven zijn interpellatie te houden.
Spr. las een schrijven voor van mevr. Tendelo,
de heeren Crucq, dr. de Hartogh en Roobol, waar
in deze hun afkeuring er over uitspreken dat
wethouder De Miranda met zijn beschuldigin
gen tegen Gulden niet bij den raad maar bij
zijn fractie is gekomen, zoodat de verantwoor
delijke raad er buiten bleef.
De Voorzitter, mr. KROPMAN, consta
teerde, dat het hier betreft een hoogst
ernstige zaak, die aller aandacht getrok
ken heeft niet alleen van ingezetenen dezer
stad maar van velen verre daarbuiten.
Deze zaak moet behandeld worden, met den
ernst, dien deze zaak verdient, omdat de
naam van de stad zelf erbij is betrokken.
Het is overbodig maar toch wilde spr. niet
nalaten- er bij alle raadsleden op aan te
dringen, dat deze discussie een bewuste
en waardige discussie zij! Allen
zullen zich bewust moeten zijn van het ge
vaar dat er in schuilt wanneer deze zoo
ernstige zaak zou worden besproken zon
der de noodige waardigheid in acht te ne
men.
Geen ondoordachte beschuldigingen mogen
geuit en geen beschuldigingen tegen menschen
die zich hier niet verdedigen kunnen. Laat het
Alsdan kreeg de heer KITSZ (rev. soc.) ge
legenheid zijn interpellatie te houden.
De heer KITSZ laakte het, dat wethouder
De Miranda met zijn beschuldigingen tegenover
het raadslid Gulden niet gekomen is bij den raad
maar bij zijn soc.-dem. raadsfractie. 20 Novem
ber hebben spr. en het kath. raadslid De Groot
een onderzoek gevraagd naar ergerlijken han
del in erfpacht onder „Bosch en Lommer". De
wethouder heeft zich toen met een Jantje van
Leiden ervan afgemaakt. Later bleek echter,
dat hij reeds dagen te voren n.l. 14 Nov. zijn
brief met beschuldigingen aan 't adres van
den heer Gulden aan de soc. dem. raadsfractie
had verzonden. Dat is onjuist en onbehoorlijk.
Nu gaat de naam vanw ethouder De Miranda
over de tong van kruideniers jongen tot tram
conducteur. Spr. zal niet in détails treden thans
maar eerst het antwoord op zijn vragen en een
onderzoek afwachten.
1. hebben Burgemeester en Wethouders ken
nis genomen van de opzienbare publicatie ten
opzichte van twee Raadsleden, waarvan een de
functie van Wethouder bekleedt, in het dagblad
„De Telegraaf" d.d. 6 Januari 1939, ochtendblad,
verschenen?
2. Indien B. en W. kennis hebben genomen
van de publicatie in vraag 1 genoemd, achten
zij het dan niet gewenscht, dat de Raadsleden
door B. en W. volkomen worden ingelicht in-
stede door middel van de pers?
3. Indien de genoemde berichten juist zijn,
welke maatregelen meenen B. en W. dan aan
den Raad te moeten voorstellen om een verder
doorwoekeren van zulke praktijken onmogelijk
te maken?
4. Achten B. en W. het met steller dezer vra
gen niet noodzakelijk het reglement van orde
zoodanig te wijzigen, dat hierdoor de opgelegde
geheimhouding voor de leden van de Commissie
van Bijstand wordt opgeheven, zoodat ook de
Raadsleden, die geen deel uitmaken van de
Commissie van Bijstand, meer aan de weet
kunnen komen dan thans het geval is?
Onder ademlooze stilte las alsnu wethouder
DE MIRANDA het volgende antwoord voor;
De Raad, waarvan ik van 1911 af deel uit
maak, terwijl ik sinds 1919 met enkele onder
brekingen de stad als wethouder dien, zal,
evenals de burgerij, onder den indruk zijn ge
komen van publicaties, waarin de eer en goe
de naam van den oudsten wethouder van de
Hoofdstad wordt aangetast.
Ten overstaan van U allen en ten aanhoore
van de geheele burgerij, verklaar ik mij vol
komen vrij te voelen van welke handelwijze ook,
die den toets eener eerlijke critiek niet kan
doorstaan.
Nimmer is mijn beleid door een ander ele
ment beïnvloed dan dat, ontleend aan het al
gemeen belang, aan den wensch mijn stad met
hart en ziel, zonder eenige nevenbedoeling, te
dienen. Het nastreven van persoonlijke be
langen van mijzelf of van wie dan ook, is mij
immer vreemd geweest en zal mij altijd vreemd
blijven.
Steeds ben ik mij scherp bewust geweest hoe
zeer absolute zuiverheid van politieke zeden en
moraal onmisbare voorwaarde is voor het de
mocratische gezag. Ik stel mijzelf en anderen
te dien aanzien de hoogste eischen.
Hoe onpeilbaar diep het leed is, dat men mij
heeft aangedaan, ik voel daarbij toch nog het
onuitsprekelijke geluk ieder fier en vrii in de
oogen te kunnen zien. Doch om diezelfde rust
en dat zelfde vertrouwen over te planten op
anderen, op den Raad en op de burgerij,
daarvoor is iets anders, iets meer noodig dan
woorden.
Daarom heb ik Maandag j.l. in het College
van B. en W. het voorstel gedaan den Raad uit
te noodigen tot het benoemen eener Commis
sie, welke tot taak heeft te onderzoeken de wijze
waarop en de omstandigheden, waaronder de
VOOR HET GEHEELE LAND:
Zwaar bewolkt tot betrokken met eenigen
regen, weinig verandering in temperatuur, ijl
H zwakke tot matigen wind' uit Zuidelijke ijl
richtingen.
uitgifte in erfpacht of verkoop van terreinen in
de laatste jaren heeft plaats gehad.
Na dit persoonlijk woord ga ik thans over
tot de beantwoording van den interpellant. Dat
ik hierbij, nu het wel vaststaat, dat er een
Commissie van onderzoek zal worden benoemd,
groote soberheid in acht zal nemen, zal èn de
Raad èn de interpellant wel kunnen billijken.
1. Hebben Burgemeester en Wethouders ken
nis genomen van de opzienbarende publicatie
ten opzichte van twee raadsleden, waarvan een
de functie van Wethouder bekleedt, in hefc dag
blad De Telegraaf, d.d. 6 Januari 1939, ochtend
blad, verschenen?
Vraag 1 is eenvoudig te beantwoorden. Bur
gemeester en Wethouders hebben zeker kennis
genomen van het artikel in het ochtendblad
van De Telegraaf van 6 Januari j.l. Zij hebben
zich afgevraagd hoe het mogelijk is dat een der
gelijk artikel, zonder dat hun tevoren iets ge
bleken is van het voornemen tot publicatie,
zonder dat eenigerlei inlichting by het College
is ingewonnen, kon verschijnen.
2. Indien Burgemeester en Wethouders ken
nis hebben genomen van de publicatie, in vraag
1 genoemd, achten zij het dan niet gewenscht,
dat de raadsleden door Burgemeester en Wet
houders volkomen worden ingelicht in stede
door middel van de pers?
Burgemeester en Wethouders beijveren zich
bij alle te behandelen zaken den Raad in te
lichten. Maar zij achten het ondoenlijk en ook
ongewenscht op publicaties van den aard als
in De Telegraaf van 6 Januari j.l. zijn versche
nen, eigener beweging in te gaan. Niet De Te
legraaf, maar de Raad staat aan het hoofd der
Gemeente. De raadsleden hebben hun eigen
rechten. Van een daarvan, het interpellatie-
recht, heeft de heer Kitsz gebruik gemaakt en
Burgemeester en Wethouders juichen dit toe.
Aan de pers zijn geen inlichtingen gegeven.
Wethouder De Miranda heeft aan de pers
een korte verklaring verstrekt, welke Is opge
nomen in de avondbladen van Vrijdag 6 Ja
nuari j.l.
Deze verklaring luidt:
1. „Tot vandaag is den Wethouder van een
justitieel onderzoek niets gebleken;
2. Noch door den Wethouder, noch door den
Dienst van Publieke Werken is den heer Ful-
dauer grond toegewezen. De uitgifte van be
doelde terreinen geschiedde op normale wijze
tegen den normalen canon aan de bonafide
bouwers Venemans c.s.;
3. Nimmer heeft tusschen den Wethouder en
zijn zoon eenige besprekingen plaats gevonden
omtrent de uitgifte van grond;
4. De verhouding tusschen den Wethouder en
de Hoofdambtenaren is volkomen normaal. De
Directeur van Publieke Werken, zoomede de
Hoofdambtenaren, plegen dagelijks met den
Wethouder mondeling overleg.
De Wethouder heeft naar aanleiding van bo
venbedoeld artikel bij de justitie een aanklacht
ingediend tegen de hoofdredactie van „De Te
legraaf".
Als echter bij onderzoek zou blijken, dat mijn
zoon zich niet correct zou hebben gedragen, dan
zou mij dit diep treffen, doch mijn beleid als
Wethouder voor de Publieke Werken staat hier
volkomen naast en boven.
3. Indien de genoemde berichten juist zijn,
welke maatregelen meenen Burgemeester en
Wethouders dan aan den Raad te moeten
voorstellen, om een verder doorwoekeren van
zulke praktijken onmogelijk te maken?
Burgemeester en Wethouders ontkennen de
juistheid van de genoemde berichten. Zij voegen
daaraan het volgende toe:
Zij ontkennen met groote beslistheid, dat
het stelsel van erfpacht aanleiding behoeft te
geven tot minder oirbare praktijken. Ook bij
verkoop van gronden kunnen zich onbehoorlijke
handelingen voordoen.
Wel erkennen zij, dat de uitgifte in erfpacht
herhaaldelijk tot booze geruchten aanleiding
heeft gegeven.
Bij vorige gelegenheden concentreerden de
booze geruchten, welke in de bouwwereld regel
matig de ronde doen, zich op de afdeeling
Grondbedrijf.
Toen, door het besluit van de hypotheek
banken om geen hypotheek op erfpachtsgron
den te geven, waardoor de bouwnijverheid ern
stig getroffen werd, de Wethouder mede ter
bestrijding van de werkloosheid, zich verplicht
gevoelde zich meer direct met enkele gevallen
van uitgifte van grond in erfpacht bezig te
houden en daarbij zijn bijzondere aandacht be
steedde aan de bouwers, die beweerden de deu
ren van het Grondbedrijf gesloten te vinden,
toen, mijnheer de voorzitter, verplaatste zich 't
booze gerucht van den Dienst naar het beleid
van den Wethouder.
Of er practijken zijn, waarvan voortwoekeren
onmogelijk kan worden gemaakt, zal de te be
noemen Commissie hebben na te gaan.
Burgemeester en Wethouders herinneren den
Raad aan het volgende;
Op 3 December 1925 stelden de raadsleden
Woudenberg, Gulden, Spier en Klaas de Vries
den Raad voor Burgemeester en Wethouders uit
te noodigen een onderzoek te doen instellen
naar de mogelijkheid van maatregelen, die be
oogen een einde te maken aan het uitgeven
van gemeentegronden in erfpacht aan perso
nen of rechtspersoonlijkheid bezittende instel
lingen, die het erfpachtsrecht met speculatieve
doeleinden in handen nemen (Gemeenteblad
1925, afd. 1, pag. 2416).
ROME, 11 Jan. (Reuter). Te
16 uur 25 plaatselijken tijd zijn
Chamberlain en Lord Halifax te
Rome aangekomen. Zij werden door
Mussolini en graaf Ciano hartelijk
begroet.
Toen de trein, waarmede Cham
berlain en lord Halifax reisden, het
station van Rome binnenreed, weer
klonk overal de kreet: „Viva
Chamberlain, viva Halifax".
Toen Chamberlain en lord Hali
fax den trein verlieten speelde het
muziekkorps van de grenadiers van
Sardinië de volksliederen, welke
blootshoofds werden aangehoord.
Vervolgens werd de eerewacht geïnspec
teerd, welke was samengesteld uit afdee-
lingen van de verschillende wapens en le
gerkorpsen van het Italiaansche leger.
Het station zelf was rijk versierd met
Italiaansche en Britsche vlaggen. Ook bui
ten het station werden de 'staatslieden
luide toegejuicht, toen zij in de auto's
stapten, waarmede zij naar Villa Madama
werden gebracht. In den eersten auto za
ten Chamberlain en Mussolini, in den twee
den lord Halifax en graaf Ciano.
Om zes uur arriveerden Chamberlain en
Halifax, na een bezoek aan het Quirinaal,
waar zij inschreven in het register der be
zoekers, bjj het Palazzo Venezia, Zij wer
den geleid naar het vertrek, waar Mussolini
en Ciano zich bevonden, waarop terstond
de eigenlijke politieke besprekingen aan
vingen.
Op het plein voor het paleis bevond zich
een dichte menigte, die de Britsche minis
ters hij hun aankomst toejuichte.
Het plein voor 't Palazzo Venezia stond, naar
Reuter meldt, vol menschen, toen Chamber
lain en Halifax aankwamen. De menschen
juichten hartelijk en Chamberlain wuifde met
zijn hoogen hoed naar hen. Hij zag er uiterst
tevreden uit.
De verwelkoming, die door de bevolking van
Rome aan de Britsche ministers bereid is, is
zeker hartelijk, goedhartig en spontaan ge
weest. Er heerschte een opgewekte, blijde sfeer
onder het publiek. Aangezien er geen officieele
uitnoodiging in de dagbladen tot het publiek
gericht was, waren de menschen geheel uit
eigen beweging gekomen, nieuwsgierig naar
den staatsman, van wien een ieder hier zich
herinnert, dat hij het was, die in September
geholpen heeft den vrede in Europa te
handhaven. Hoe verlangend de Italianen zijn
om uitdrukking te geven aan hun goede ge
voelens jegens hun Britsche vrienden blijkt
wel uit de vaak herhaalde vraag; „Waart ge
tevreden over de hartelijkheid van de ont
vangst?"
Volgens te Londen ontvangen berichten wa
ren de te Rome gevoerde besprekingen heden
van algemeenen aard en zeer hartelijk van
toon. Het onderhoud heeft ruim een uur ge
duurd.
Na de conferentie in het Palazzo Venezia is
een communiqué uitgegeven, luidende: „Om zes
uur heeft de Duce in het Palazzo Venezia, in
tegenwoordigheid van Ciano, den Britschen
premier Neville Chamberlain en den minister
van Buitenlandsche Zaken, Halifax, ontvangen.
De besprekingen duurden anderhalf uur en zul
len Donderdagmiddag hervat worden."
Na de gedachtenwisselingen begaven de Brit
sche staatslieden zich naar de Villa Madama,
ten einde zich te verkleeden. Om negen uur
begint een groot diner in het Palazzo Venezia.
dat te hunner eere door den duce wordt aan
geboden.
„Een ontmoeting tusschen de twee Imperia
aldus stelt men te Rome het bezoek van
Chamberlain en Halifax voor. De pers geeft bij
deze gelegenheid een beeld van de betrekkingen
tusschen Engeland en Italië sedert een eeuw
Terwijl Italië honderd jaar geleden aan de ge
nade van de Britsche vloot was overgeleverd
aldus schrijft de pers, is het thans een groote
mogendheid geworden, die een voor het lot dei
wereld beslissend woord kan spreken. De fas
cistische bladen streven er eveneens naai
aan te toonen, dat „Chamberlain de eerste is
der Britsche staatslieden, die de be teekenis
heeft begrepen van de veranderingen, die ont
staan zijn in de wereldpositie van Italië, en
dienovereenkomstig handelt."
„Tusschen Italië en Engeland een politiek
van samenwerking der Imperia te vestigen,"
aldus is volgens de „Telegrafo", het blad dat
oe meening van het departement van Buiten
landsche Zaken weergeeft, „de werkelijke ber
teekenis van de politiek van Chamberlain, van
zijn initiatieven en van zijn reis naar Rome."
Volgens een bericht van net Spaansche
persagentschap te Londen is telegrafisch
een protest tegen luchtbombardementen
naar Chamberlain te Rome gezonden door
de van hun kinderen beroofde moeders m
Spanje. Hetzelfde agentschap meldt, dat
een telegram, eveneens tegen luchtbombar
dementen, aan Chamberlain is gezonden
door de gezagvoerders van Britsche schepen
te Barcelona, die uiterst krachtig de Brit
sche regeering verzoeken om volledige be
scherming voor de manschappen en sche
pen, die een gewettigden handel drijven,
trouw aan de oude tradities der Britsche
koopvaardij.
Ten slotte heeft de National Union of Sea
men vandaag een telegram aan Chamberlain
gezonden, waarin zij er bij hem op aandringt
„bij de Italiaansche regeering den nadruk te
leggen op terugtrekking van al haar troepen,
vliegtuigen en piloten uit Spanje, en haar in
vloed bij Franco aan te wenden, opdat een
einde komt aan de aanvallen op Britsche sche
pen. Dit moge de voorwaarde zijn voor alle
leeningen, credieten of concessies, welke ook
aan Italië en voor een voortduren der Britsche
vriendschap."
Hartelijke ontvangst der Britsche staats
lieden te Rome; besprekingen op het
Palazzo Venezia.
Raadscommissie te Amsterdam ingesteld
tot onderzoek naar de wijze van uitgifte
van grond in erfpacht.
Dr. Colijn heeft het Prinses Beatrix-
Lyceum te Flims (Zwitserland) bezocht.
In een dienstorder heeft de directie der
Ned. Spoorwegen haar personeel dank
gebracht voor de plichtsvervulling tijdens
de koude-periode.
Aankoop van lesvliegtuigen voor de mi
litaire luchtvaart.
De tankbooten „Shell VI" en „Leonidas
II" te Stavoren binnengebracht.
New-Yorksche beurs: flauwe stemming
met vrij groote verhezen.
o
Bezoekt dan van af a.s. Vrijdag1 de
EEIDSCHEPLEIN 5—9 - A'DAM - TEL. 33072
Stand op Donderdag 1 uur v.m.: 749-*
Vorige stand: 749.9