Zoekt gij betrouwbaar Personeel? J KLIK KLOTS EEN INTERESSANT VERHAAL OP EEN REGENDAG ■PWil ainmmmnimimiinnnmmiiiiiimiiiiiniintiiimimmiimiiiiiiiiiiiimimiiiiimiiniiiiiiiiimmnminnmiiiii filr %i%WÊk het IJsselmeer kruit zoo sterk, dat de verkeersweg Hoorn - Schellinkhout, de dijk langs de vroegere Zuiderzee, moest worden afgezet Off a ap-fc |Hiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniii!nii!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii]||||||!,imininninf!innnTB De Hertogin van Kent bracht deze week in gezelschap van de gravin van Brecknock een bezoek aan het kinder feest, dat in het May Fair hotel te Londen werd gehouden ten beta van het tehuis voor blinde baby's Na het ijs het water. Tengevolge van de ingevallen dooi is het water zoo sterk gestegen, dat de polder Ooster- boer bij Meppel in een meer her schapen is Chamberlain en Halifax in conferentie met Daladieren Bonnet te Parijs tijdens het kort oponthoud der Engelsche staatslieden in de Fransche hoofdstad op doorreis naar Rome De Lord Mayor van Londen geniet van een kopje thee, dat hem geserveerd werd door den jongen Britsch Indischen filmspeler Sabu ter gelegenheid van de viering van het eeuwfeest der «Empire Tea" tr—,3S:=2=- De oude Vischmarkt op de Nieuwmarkt te Amsterdam is thans met den grond gelijk gemaakt, zoodat het fraaie Waaggebouw geheel vrij is komen te staan Sallès, de oudste afgevaardigde van de Fransche Kamer tijdens zijn rede bij de heropening der gewone zitting, welke deze week werd gehouden als jullie weer weggaat. Ik heb wat in teressants gevonden, om jullie voor te lezen, namelijk over giraffen." Dat was goed nieuws. De clubleden schaarden zich om de tafel, waar Mientje een dik boek met plaatjes op had gelegd en toen allen rustig zaten, begon Mientje. „Jullie hebt natuurlijk allemaal wel eens in je leven een giraffe (fig. 1) gezien. Wis ten jullie, dat de giraffen al bij de Romei nen bekend waren? Die hadden blijkbaar ook al oog voor de kolossen, die van de hoeven tot den schedel een hoogte van 5 meter kunnen bereiken! Hun schouder hoogte is maar 3 meter! Op den kop hebben giraffen twee tot vijf horentjes. Veel nut schijnen ze van die horentjes niet te hebben. De giraffen leven in hoofdzaak ten Zuiden van de Sahara tot de Kaap kolonie. Gewoonlijk ziet men ze in gezel schap van andere dieren, meestal van zebra's, antilopen of struisvogels^ In wilden staat voedt de giraffe zich met de bladeren van acacia's (fig. 2). De lange hals eii zeer buigzame tong stellen de die- kwamen zij aan het paleis van den koning. Zij bogen voor de schildwachten, namen hun hoed af voor den lakei aan de deur en vroegen met veël omhaal van woorden bij den koning toegelaten te worden. De lakei, ingenomen door de fijne manieren van de dieven, zei tegen den koning: „Majesteit, hier zijn twee artisten, die u een kostbaar geschenk komen aanbieden!" De koning liet hen binnenkomen en de boeven zetten de pronkkist voor hem neer „Majesteit," spraken zij, „dit pronkstuk is gemaakt door de beste artisten van de wereld. Het is vervaardigd uit zuiver palis sanderhout en ingelegd met figuren van elpenbeen Tot grooten schrik van die twee leuge naars ging op dat oogenblik het deksei Van de kist open en stapte de timmerman er uit. Die vertelde nu de heele geschiede nis van de kist en hoe hij eerst van de deur was gewezen, omdat hij op, één schoenen één klomp ging. Door die twee dieven was hij nu toch binnengekomenzonder "lawaai te maken. Hij keek eens om zich heen. maar die twee heeren waren stilletjes ver dwenen. De koning begon hartelijk te lachen, toen hij het heele verhaal gehoord had. Hij bewonderde de' mooie kist en gaf den timinerman een zak vol goudstukken als beloonirig. CEDA Er leefde heel lang geleden aan den rand .van een bosch een arme timmerman. Hij verdiende met zijn werk maar -juist genoeg, om wat brood en een stukje spek te koo- pen. Hij was niet ontevreden, doch een en kelen keer dacht hij wel eens: „Ik zou wel graag wat willen oversparen voor mijn ouden dag. Ik moest eens een mooi stuk werk maken en dat naar den koning bren gen. Stellig zal die mij dan een groote be looning geven." Hij zette zich dadelijk aan den arbeid en in een paar weken had hij een prachtige pronkkist klaar, heelemaal met kunstig uitgesneden figuren. Dadelijk maakte hij zich gereed voor de reis. Hij borstelde zijn eenige jas en zijn hoed af en keek eens naar zijn voeten. O, heer, hij had geen schoenen! Alleen, maar 'n paar houten klompen, dip hij zelf gemaakt had! Daar kon hij toch onmogelijk mee aan het 'hof verschijnen. .„Ik moest maar eens aan mijn vrienden vragen, of ze een, paar schoenen voor mij ter leen hebben,'' dacht hij. Eerst klopte hij bij den kleermaker aan, „Heb je misschien 'n paar schoenen vooi mij ter leen?" vroeg hij. „Het spijt mij, man, maar ik heb geen schoenen. Ik zit dén heelen dag oii de tófel te naaien en bezit alleen maar een paar muilen." Toen stapte de timmerman bij den hout hakker binnen. „Maar vriend, wat denk je wel," zei deze. „ik loop altijd op klompen! Vraag het eens aan dien ouden horlogemaker, die op 't eind van de straat woont-" ,Met pleizier," antwoordde deze dadelijk op de vraag van den timmerman, „maar ik moet je zeggen, dat ik maar één been het en ik je dus maar één schoen kan geven Ben je daar mee geholpen?" „Zeker, zeker," zei de timmerman, „beter één schoen en een klomp, dan twee klom pen. Dat geeft tenminste wat geklots minder op de marmeren vloeren van het paleis Dank je wel baas, als ik bij den koning geweest ben, breng ik je den schoen dade lijk terug." De timmerman keerde naar zijn werk plaats terug, nam de kist op zijn schouders Piet Konijn en Keesje Knabbel gingen samen naar de school. Maar hun weg liep langs een akker vol met versche boerenkool. „Leelijke kwajongens", riep zij, „wil je wel eens vliegensvlug naar de school gaan!" Piet en Keesje Slopen uit de kool terug. Eerst gaf moeder hun een standje, trok hen beide bij een oor. ,,'t Is een schande," zei zij, „geef ik daar nu al dat schoolgeld voor!" „En wat zal jouw moeder zeggen?" Maar beschaamd zweeg Piet Konijn. „Hemel, dat er nog kwajongens zooals jullie kunnen zijn!" In de schooldeur zagen beide met een rietje meester staan.... nou, je snapt, het boerenkoolveld, liepen zij voorbij voortaan. PIET BROOS en liep het dorp door. In minder dan geen tijd had hij alle straatjongens achter zich aan. „O, kijk dien eens," riepen zij; „hij heeft een schoen en een klomp aan zijn voeten. „Klik" doet de schoen en „klots" doet de klomp." „Klik-klots, klik-klots," jouwden de jon gens. En het is waar, dat-het heel gék was om te hoóren, die twee verschillende gelui den op de straatsteenen. De timmerman trok er zich niets van aan en begaf zich regelrecht naar het paleis van den koning. „Wat wil je?'' vroeg de lakei hem. „Ik Wil den koning spreken," antwoordde de timmerman zoo gewoon mogelijk. „Zeker als je dat bespottelijk geluid met je schoenen maakt. Klik-klots, klik-klots. Maak gauw, dat, je wegkomt." Heelemaal terneergeslagen ging de arme man weg. Hij liep moe en treurig door de stad en daar het al donker werd, zou hij graag ergens gaan slapen, maar -zonder geld kon hij natuurlijk in geen énkele her berg terecht. In een eenzame straat lichtte hij de pronkkist van zijn schouders en ging er op zitten. Na een uurtje begon hij ech ter te bibberen van kou, want hij had niét eens een deken, om zich toe te dekken. Daar kreeg hij een goed idee. De kist was zoo groot, daar kon hij gemakkelijk in gaan liggen. Hij kroop er in, trok het deksel dicht en sliep in. Midden in den nacht kwamen ér twee mannen met zwarte maskers voor door de straat sluipen. Het waren twee dieven. Toen zij de prachtige kist zagen, bleven zij staan. „Die moesten we maar meenemen," zei de een. „Wat wil je er mee doen?" vroeg de ande: „Naar den koning brengen! Wie weet. welk een groote belooning hij er ons voor geeft!" „Je hebt gelijk," sprak de ander weer en zij namen de kist op. Tegen den morgen „Piet Konijn," zei Keesje, „kijk eéns, boerenkool jö, kom ga mee!" Laat dien meester Sabbel loopen, met zijn a-b-c-d-e! Boerenkool is heel wat anders dan dat zitten in de les. Heerlijk smullen, dat is beter, 2x3 blijft toch wel zes!" Piet Konijn en Keesje Knabbel gingen naar het koolveld toe. Maar o wee-tje, daar passeerde langs den weg net Keesjes Moe. eten de giraffen ook hooi. Dat kunnen zij van den grond opnemen, als zij hun voor- pooten wijd uitspreiden, wat een gek ge zicht is. In 1901 werd een familielid van de gi raffe ontdekt door Johnston. Dit dier tig. 3) kreeg den naam okapi. Hij heeft ook kleine horens, die gekromd zijn en onge veer 1 centimeter buiten de huid uitste ken. Daar het dier in den Belgischen Con go voorkomt, is het heel begrijpelijk, dat de Belgische dierentuin in Antwerpen een of meer exemplaren bezit. Je kunt op het plaatje zien dat het een mooi dier is: hij heeft op de pooten afwisselend witte en zwarte strepen. De inboorlingen maKen van die gestreepte huid gordels. De okapi is een schuw dier, dat over een uitstekend gehoor beschikt en daardoor moeilijk te bereiken is. Maar kijk, de regen heeft opgehouden en het lieve zonnetje schijnt weer. Ik stel voor, dat we nog even gaan wandelen ten minste, als jullie kleeren droog zijn." Dat was inderdaad het geval en na een kwartiertje omgeioopen te hebben ging de club huiswaarts. A. Jj, ren in staat bladeren en takjes als met eèn vinger te omvatten." Hier moest Jetje vreeselijk lachen. „Dus de giraffe zit altijd met zijn vinger in zijn mond," schaterde ze. „Zoo is het," antwoordde Kees, „en hij krijgt er nooit een standje voor („zooals jij" voegde hij er zachtjes aan toe, want Jetje zat wel eens op haar nagels te bij ten). Maar vertel verder." „Alle onderzoekers zijn het er over eens," gjng Mientje voort, „dat een giraffe in beweging een wonderlijk dier is. Ze loopt plomp in telgang, wat wil zeggen, dat ze eerst de beide rechter- en daarna de beide linker pooten verzet. Die beweging gaat langzaam, zoo langzaam, dat je meenen zou het dier loopend in te kunnen halen. Maar dat valt tegen, want het maakt pas sen van 4' tot 5 meter." „Dat is meer dan Henk," zuchtte Toos, „en die maakt al zulke groote passen." „Getemde giraffen bestaan ook in Afrika," vervolgde Mientje. „Ze worden heel ver trouwelijk met menschen en laten zich liefkoozen. In gevangenschap, die zij zeer goed kunnen verdragen, er zijn gevallen, dat zij het vijfentwintig jaar uithielden Ja, de club kon goed plannen maken. „Aanstaanden Woensdag wandëltocht" stond op het briefje, dat de leden ontvan gen hadden. Maar de dag begon al met motregen en om twaalf uur veranderde de motregen in pijpesteeltjes. Toos zei met een wijs gezicht: „O, als het zoo hard gaat re genen, is het, gauw gedaan." Maar jawel, om twee uur, den .afgesproken tijd, stond een stelletje druipnatte leden op de stoep en het zag er heusch niet naar uit, of er gauw verbetering zou komen. Maar Mientje wist raad. Die had er zich ditmaal voorge spannen om te zorgen, dat de clubleden en vooral de nieuwelingen zich niet zouden vervelen. „Komen jullie maar gauw bin nen. De natte jassen kunnen in de keuken bij het fornuis drogen, dan zijn ze klaar'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 4