NIEUWE KRACHTEN IN DE
NEDERLANDSE WASKETELS
DE
voor de grote was
gÊ^ DE NIEUWE
WAST ZONDER VERDERE HULP
D
Bouwkunst, techniek
en arbeid
w
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Ambtsaanvaarding Van Prof.
Ir. H. T. Zwiers
ZANDVOORT
D.H.V.B.-programma voor
Zondag a.s.
EDO IKennemers I
StormvógelsC.V.V.
V.U.Cjv.s.v.
UIT DEN OMTREK
BLOEMENDAAL
SINDS IK DE NIEUWE
RINSO GEBRUIK,KOMT
MIJN GOED WITTER DAN
OOIT UIT DE
WASKETEL
zMIHUTEh
VRAGENBUS
RIJKSVISCHAFSLAG
STAAT VAN BESOMMINGEN
Bij <je aanvaarding van zijn ambt als ge
hoon hoogleeraar in de architectuur aan de
i^chnische Hoogeschool te Delft, heeft ir. H.
Zwiers een rede uitgesproken, waaraan het
v°lgende is ontleend.
Na in zijn inleiding woorden van Goethe te
"ebben aangehaald, mediteert hij op Goethe's
"'tspraak: „Mag man doch immer Fenler be-
Sehen, bauen darf man keine", en komt dan
"t een vergelijking tusschen de begrippen
•■kunde" en „kunst."
Ook hierbij laten wij rusten de vraag of in
en grond niet in alle menschelijk voortbrengen
epn element van wat wij „techniek" noemen
Aanwezig is of kan zijn of misschien zelfs
eer behoort te zijn, d.w.z. of omgekeerd ook
7llet in alles wat wij gewoon zijn als „kunst"
bestempelen de „kunde" voorondersteld is.
Be heb eens in vakkringen de stelling
crdedigd, dat de vrijheid- van onderneming en
indeling met en op den grond omgekeerd even-
ret% behoort te zijn met den tijd gedurende
kelken in het algemeen het resultaat van die
"bderneming en handeling met den grcnd ver
bonden blijft. Dit is natuurlijk een algemeen
heid, maar wij weten uit ervaring, dat ontbos
sing van terreinen, afgraven van duinen e.d.
i"'lch in het algemeen niet herstellen, doch dat
omzetting van tuingrond of bouwland in
^'eide of omgekeerd vaak gemakkelijker onge
daan kan worden gemaakt. Zoo weten wij ook,
?at de omzetting van braak land in bosch wel-
]swaar geruimen tijd vordert, maar binnen af-
penbaren tijd zijn beslag kan krijgen, dat ech-
"er de omzetting van braak land of cultuur
fond in bouwterrein snel gaat en meestal niet
ffier ongedaan te maken is. En wat wij eerst
"ebben gezien als resultaat van onderlinge
vfrgelijking van de kwalitatieve voortbrenging,
'-'en wij nu ook optreden in de vergelijking die
'!ch betrekt op de kwantitatieve voortbrenging.
^°or de voortbrenging van roerend goed toch
'ebben wij noodig grond-beginselen, grond
stoffen en arbeidsvermogen, voor de voortbren
ging van onroerend goed bovendien den grond
^e'f, die ons slechts in een vrijwel constante
bficveelheid is gegeven, die niet naar behoefte
kan worden getransporteerd en die, behalve een
"oodzakelijke basis om te kunnen bouwen, bo
vendien een onzer eerste levensbehoeften is.
inters, in uitersten nood kan de menschheid,
Vab alle industrieele producten verstoken, blij-
V'en leven. Verstoken van de producten van
bodemcultuur niet. Elke daad, elke handeling
biet
en op den grond is dan ook van een ge
heel anderen aard dan een willekeurige hande-
b>ig in de voortbrenging van roerende goederen.
J?°k in die aan het „bouwen" verwante han
delingen, waarbij sprake is van het gebruik
etl de bestemmingsbepaling van grond, drukt
®ns de verantwoordelijkheid van het eenmalige
besluit, dat in de meeste gevallen a.l weer
bauwelijks corrigeerbaar zal blijken te zijn.
Wanneer wij dan ook het begrip bouwen op
hieuw uitbreiden en daarin thans willen om-
vatten alles wat mèt en op den grond door
btenschelijken arbeid wordt voortgebracht en
6at één dien grond een bestemming en een
verschijningsvorm geeft, die voor langen tijd
bepalend en die in het algemeen nauwelijks
hieer ongedaan te maken is, dan blijkt in de
Vergelijking èn met de gewone bodemeultuur èn
"bet de productie van niet-met-den-grond-ver-
bonden-goederen opnieuw, hoe zeer wij Goethe's
b'Oord ter harte moeten nemen: „Mag man
boch immer Fehler begehen, bauen darf man
keine."
Na een beschouwing over de verhouding van
het schepsel tot den Schepper en over doel en
beginsel van ons leven, gaat spr. voort:
In de erkenning van de Schepping ligt de aan-
yaarding van het vormen van Iets uit Niets,
1)1 de erkenning van het schepsel-zijn de aan
vaarding van het menschelijke voortbrengen als
"et brengen van een gegeven iets tot iets
abders.
Zoo brengen wij dus voort u i t ons denken
"oor onzen arbeid, en aan de ons in natuur-
fdening gegeven middelen, en wij stellen daar
bij het in begrensheid en beperktheid kenbare
Voortbrengsel te midden van het in de natuur-
Ordening geschapene.
Wanneer wij zóó de plaats van ons zelf en
van
ons werk zien, dan kan er geen sprake
hieer zijn van een volstaan met de relatieve
Waardebepaling, waarbij wij de voortbrengselen
vyn het eene menschelijke werkgebied meten
bitsluitend met den maatstaf van die van het
andere. Dan kan er geen sprake zijn van een
f}deren maatstaf, dan die van het Geheel der
gingen. Zoo dienen wij dan ook het mensche-
Wjke voortgebrachte te meten naar den maat
staf van het Geschapene. En wij noemen het
Soed, wanneer het zich naar den aard van
"et gegevene in de natuur-ordening voegt en
bht-aard als het zich niet daarnaar voegt.
Zoo zij dus in het begin van ons werk als
beginsel de erkenning van onze plaats als
behepsel in de schepping, en het uiteindelijke
?°el van ons werk, het doel-einde In hoogste
'"stantie het streven in ons werk van die
erkenning te doèn blijken!
Het kan niet worden ontkend, dat in een tijd
z°hder algemeen erkende levenshouding, en
ponder tot het Hoogste gericht beginsel en
"oeleind elke basis voor een algemeen erkende
"Ultuur ontbreken moet. En zoo «den wij, in
°nze tijden, waarin de erkenning van de plaats
Van den mensch als schepsel nog in veel op
dichten verloochend wordt, niet het Geheel der
■bbhgen, maar een deel van het geheel als
Wiaatstaf optreden. Wij hebben maatschappe
lijke bewegingen gezien, welker eenlge of hoofd
zakelijke maatstaf zoo zéér in de materie en
"e materieele middelen gelegen scheen te zijn,
at daarnaast voor geest en arbeid geen plaats
b^eer mogelijk was: wij hebben stroomir.gen ge-
b'en die zóó zeer in het denken en de ver
geestelijking schenen op te gaan, dat andere
lyaliteiten vrijwel volkomen langs hen heen
fhgen; elders heeft de stelselmatige ontken-
11'hg van de noodzakelijke beteekenis van den
arbeid door vermaterialiseerde stro uningen
®yherzijds en volkomen vergeestelijkte denkrich-
'bgen anderzijds een levensbeschouwing doen
°htstaan, die alleen maar den arbeid als maat
staf schijnt te kennen.
Het tweede waarop ik zou willen wijzen en
Ik
stel er prijs op dat in het bijzonder te doen
b deze omgeving is, dat naar mijn vaste
bvertuiging de voortbrengselen van het bou
ten nooit of te nimmer meer cultuurvoort-
btengselen van eenige beteekenis zullen zijn,
Wanneer daaraan geen ander beginsel ten
fondslag ligt dan een streven, waarvoor als
bet hoogste geldt een zoodanige beheersching
'ah de stof, dat met een minimum aan stof-
,ebjk materiaal een maximum aan „nuttig"
eshltaat wordt verkregen. Evenmin zie ik voor
be voortbrengselen van bouwkunst als teeken
ah cultuur eenigen werkelijken grondslag in
j e bestrevingen, die zich als hoogste doel stel-
®h een maximum aan resultaat met een mini-
jbhm aan arbeidsprestatie te doen samengaan,
^et ig wel in hooge mate beschamend voor
'Wen tijd met zijn waarlijk niet geringe mate
a-h technisch kunnen op velerlei gebied, dat
nauwelijks schijnen te kunnen ontkomen
an een allesbeheerschend commercialisme, dat,
Y criterium gesteld, ons in veel opzichten
°er' .tot een doen en laten, een voortbrengen,
een bouwen vaak ook op de grenzen van het
toelaatbare, die ook en tegelijk zijn de grenzen
van het ontoelaatbare.
Zoo beweegt, voor een grooter ISeel dan wij
geneigd zijn toe te geven, het maatschappelijk
doen en laten en de voortbrenging van onze
dagen zich op die grenzen van het toelaatbare
èn van het ontoelaatbare en kent en erkent
als eenigen maatstaf een commercieele nuttig
heid. Het heeft weinig zin te betoogen, dat er
daarnaast toch zeer veel gedaan wordt om onze
geestelijke" belangen te behartigen, dat wij
toch allerwege doende zijn om het peil van onze
ont-spanningen te verhoogen, en dat aanzien
lijke bedragen worden uitgegeven om onze we
tenschappelijke algemeene ontwikkeling en om
het kunstleven te bevorderen! Dat er naast
het nuttige bouwen toch óók zorg is voor de
aesthetica! Het zij niet ontkend, maar waf
blijft er van dat alles over, wanneer wij dage
lijks en overal zien, hoe dit z.g. „.geestelijk"
leven zich in feite afspeelt niet in ons dage-
lijksche leven, maar er naast? Hoe wij de
kunst en veel van wat wij cultuur noemen heb
ben verheven boven het gebied van allen dag
maar het daarmee tegelijk buiten het leven
hebben geplaatst, gebannen naar het afzonder
lijke gebied van het hoogere, dat zóó vèr ver
wijderd schijnt te zijn van ons gewone leven
en van het dageiijksche bestaan, dat wii zonder
protest aanvaarden wat nog nooit»een werke
lijke beschavingsperiode heeft aanvaard: de
scheiding van wat naar de natuurlijke orde niet
gescheiden kan en mag worden, de scheiding
van materieele welvaart en cultuur, van nut
en van schoonheid, van arbeid en arbeidsvreug
de.
Laten wij een oogenblik zien naar de voort
brengselen van in onze oogen onbeschaafde vol
keren en naar die van in onze oogen primitieve
beschavingen: hun is de bruikbare nuttigheid
van hun wapens, van hun gebruiksvoorwerpen
niet voldoende; integendeel, wanneer zij er den
allereersten plichtarbeid aan besteed heoben om
ze, gemeten naar onzen maatstaf van nuttig
heid, reeds bruikbaar te maken, dan besteden
ze bovendien en vanzelfsprekend nog vele malen
zooveel arbeid aan het voltooien van die voor
werpen tot wat wij in onze musea als kunst
schatten tentoonstellen.
Laten wij ook een oogenblik zien naar de
kunstwerken uit de middeleeuwen. Stel u voor
wat deze werken zouden zijn geworden wanneer
de bouwers van de kathedralen, stadhuizen en
gildehuizen begiftigd waren geweest met onze
tendenzen van rationalisatie en van economie!
Stel u voor dat déér zou hebben gegolden het
criterium van minimum arbeidspraestatie en
van minimum materiaalverbruik bij maximum
„nuttig" effect. Toch waren de middeleeuwen
in onzen maatstaf van goud en goederen
uitgedrukt niet „rijk" en zeker met rijker
aan mogelijkheden dan wij. Maar welvaart en
cultuur, nut en schoonheid, arbeid en arbeids
vreugde waren er niet gescheiden en het werk
vond in de materieele nuttigheid geen einddoel,
maar een begin, een motief, een beweegreden
om, den mensch dienende en verheffende, Gode
te eeren.
Spr. herinnert aan de Middeleeuwen, die
zeker niet „rijker" waren dan onze tijd en ver
volgt dan: De bouwmeester van nu zal meer
dan ooit zich hebben te bezinnen op zijn plaats
en de plaats van zijn werk, hij zal meer dan ooit
dienen te begrijpen dat de hem gestelde op
gaven geen doel, maar beweegreden zijn, be
weegreden, motief óm te getuigen; hij zal meer
dan ooit dienen te erkennen dat den mensch
gegeven is het begrensde, het beperkte, het
tijdelijke, als datgene wat hij heeft te aan
vaarden, maar dat zijn streven steeds gericht
dient te zijn op en tot het onbegrensde, het
onbeperkte, het ontijdelijke.
Aanvaarden van de beperktheid van plaats,
de gebondenheid aan volumen dus en tegelijk
streven naar het uitgaan boven het volumen-
zijn, naar de ruimtelijkheid.
Aanvaarden van het begrensd-zijn in opper
vlakken en tegelijk streven naar wat verder
gaat dan de oppervlakte, naar diepte.
Aanvaarden van de verbondenheid aan den
grond en tegelijk streven naar de op-gericht
heid u i t den grond.
Aanvaarden van het materie-zijn, van het
stof zijn, en streven naar het méér zijn dan de
stof.
Aanvaarden van de beperktheid in den tijd
de vergankelijkheid en streven naar voortbe
staan, naar duurzaamheid.
Wfj zelf verschijnen in deze samen-leving als
een niet-meer-deelbare levende zelfstandigheid,
natuurlijk verbonden aan en ontstaan uit eer
leven vóór ons en zelf' weer bron voor ver
der leven na ons. En in die samer.-leviné
staan wij als zelfstandigheid niet alleen, maar
verbonden aan en met andere zelfstand:gheden
tot en in grootere zelfstandigheden, gezin,
familie, volk, menschheid, waarmee wij in ver
band dienen Samen te leven. Ook ons bouwwerk
staat daar als in het algemeen niet meer deel
bare zelfstandigheid. Maar het staat daar
evenmin alleen: het staat daar óók als deel
van een grooter geheel, van de straat, de wijk,
de stad, het dorp of het landschap. En het huis
dat wij nü bouwen komt daar mogelijk te
staan naast en temidden van andere zelfstan
digheden, die er al vóór hem waren, en het zal
er mogelijk nóg staan wanneer veel van waar
het nu mee samen moet zijn verdwenen zal
zijn en door ander werk vervangen. Zoo reikt
ook voor het bouwwerk de verbondenheid in
den tijd verder dan het dichtbije verieden en
de allernaaste toekomst.
En zooals het elkaar-verdragen §niet de hoog
ste maar de minste vorm van menschelijk
samen-leven is, zoo is ook in het steeds groeien
de samen-zjjn van bouwwerken van allerlei
leeftijd en bestemming het elkaar-verdragen de
minste vorm van samen-zijn, een vorm, waar
boven wij steeds moeten trachten uit te komen
tot een samen één zijn.
Dat vereischt geenszins dat zij alle gelijk of
in den loop van de tijden op dezelfde wijze in
dezelfde materialen of volgens dezelfde werk
methoden gevormd zijn, maar wèl dat zij all£
op hun wijze teekenen zijn van een zelfde
gerichtheid en een zelfde streven, in het werk,
den mensch tot nut strekkend, daarboven uit
te doen blijken, te getuigen van de erkenning
dat wij ons werk als menschenwerk, als voort
brengsel stellen te midden van de Dingen van
Gods Schepping en dat wat wij doen, gemeten zal
moeten worden naar den maatstaf van die er
kenning. Willen wij weer tezamen kunnen bou
wen en wil ons werk weer kunnen groeien tot
stijl, dan zal allereerst noodig zijn, dat wij
architecten elkaar verstaan en ons gezamenlijk
bezinnen op de plaats van ons zelf en van ons
werk in de samenleving en daarmee in natuur
lijke orde der dingen.
Vervolgens is noodig een grondige en funda-
menteele kennis van het bouwwerk en van zijn
groei en ontwikkeling en een bereidheid al on
zen tijd en al onze krachten te geven aan het
mooie werk dat ons te doen staat, het bouwen
weer op te heffen van een economische tot een
cultuurdaad. Wanneer het mij, mede door mijn
werkzaamheden aan deze Hoogeschool gegeven
zal zijn, daaraan naar beste weten mijn steen
tje bij te dragen, dan zal ik mij zeer gelukkig
prijzen, overtuigd als ik ben, dat het werk dat
ons te dóen staat niet is een werk van enkelen,
maar een werk van velen, niet is een werk van
jaren, maar van langen, mogelijk zéér langen
duur.
Zoo ooit, dan geldt echter wel hier het: zij
die gelooven, haasten niet.
Hierna volgden de gebruikelijke toespraken
waarbij de nieuwe hoogleeraar God dankte
voor de hem geschonken gaven en krachten en
de bede uitsprak, dat Hij hem de kracht moge
geven de opgedragen taak te volbrengen en
het werk hier dienstbaar te maken aan land
en volk, in de mate waarin het dat zijn kan.
Afdeeling Noord
le klasse
A LSVV 1—ESV 1
Limmen 1Zeev. 1
De Valken 1—KGB 1
Reserve le klasse
A Volendam 3TYBB 2
Zeev. 2NEA 2
DOSS 2—Wilskr. 2
RKAV 2—De Meer 2
2e klasse
A Grashoppers 1
Wit-Rood 1
Spartanen 1--SEW 1
Geel-Zwart 1
St. Victor 1
Reserve 2e klasse
A Grashoppers 2
De Valken 2
Union 2
Spartanen 2
WW 2—REO 2
KGB 2—Alw.
Forward 2
BWSV 2—Berdos 2
VIOS 2—AFC 2
WE 2—Vitesse 2
USV 2—WZ 2
3e klasse
AWBSV 1—Union 1
Woudia 1—DVO 1
West-Frisia 1
EDO 1
Strandv. 1
Blokkers 1
B Con Zelo ,1—SRC 1
Helder 1—LSVV 2
VZV 1—ZAP 1
Meervogels 1
Hugo Boys 1
Reserve 3e klasse
A Wit-Rood 2—
West-Friezen 2
Zouaven 2KGB 3
BHSV 2—AFC 3
Vitesse 3SDE 2
SVA 2—DEM 4
Zeevogels 3ADO 3
Reserve 4e klasse
A Hugo Boys 2—VZV 2
Helder 2—SVW 2
St. Victor 2—
Hollandia 2
BEDO 2—De Valken 3
Blokkers 2Grash. 3
C GVO 3—GVO 4
ESV 2—Meerv. 2
DEM 5Limmen 2
ADO 4—WZ 5
SDE 3—HSV 3
Afdeeling Centrum
le klasse
A St.
Martinus 1
Gez. V'er 1
Purmerend 1ZPC 1
Alliance 1DEK 1
The Unity 1—
RODA 1
B Alphensche B. 1
Van Nispen 1
Meerburg 1—Unio 1
Vogelenzang 1
WSB 1
Quick Steps 1
AW 1
Reserve le klasse
AHBC 2—SJC 2
DEM 2Lisse 2
ADO 2—DOSR 2
TYBB 3—DOSS 3
2e klasse
A SDE 1—Berdos 1
AFC 1Or.-Zwart 1
NVA 1—PVCB 1
SVW 1—SVA 1
B Foreholte 1
Concordia 1
VCV 1—SMC 1
Leimuiden 1Nic.
Boys 1
VDO 1—DES 1
Reserve 2e klasse
A WA 3Zwal. 2
WZ 3—The Unity 2
De Meer 3—
Wilskracht 3
RKAV 3—WSV 3
B Onze Gez. 3DEM 3
HBC 3—G.-Wit 2
SJC 3—Lisse 3
Teylingen 2—BSM 2
3e klasse
A DOSS 4—ODA 1
RODA 2—WA 4
VIC 2PSCK 1
NAS 1St. Pancr. 1
B DEK 2—KRV 1
TZB 1—TYBB 4
C St. Bernardus 1
Meerburg 2
DES 2—VDS 1
DOSR 3—VCH 1
Do.Co.S. 2Lisse 4
DUDO 1Leimuiden 2
Teylingen 3—
DOSR 4
WSB 3—Do.Co.S. 3
Reserve 3e klasse
A Gez. Vier 2St.
Martinus 3
Zwal. 4—WZ 4
The Victory 2St.
Pancratlus 2
ZPC 2—Or.-Zwart 2
B NEA 3SVO 2
De Meer 4RKAV 4
PVCB 2Zwal. 8
The Unity 3
Volendam 4
Purmerend 2
Constantius 2
4e klasse
A DOSS 5—VCA 1
St. Louis 2
Wilskr. 5
Ilpcndam 1NAS 2
Constantius 3
Gezellen Vier 2
Reserve 4e klasse
ARCM 2—WA 6
DES 3DOSS 6
RODA 3—NVA 2
ZPC 3De Meer 5
B WZ 6—PVCB 3
ODA 2De Meer 6
PSCK 2Ilpendam
C St. Pancratlus 3
ODA
The Victory 3VIC 3
SVO 4—DOSS 8
Constantius 6
WA 7
D Vog.zang 2
Alliance
Geel-Wlt 3—DEK 4
TYBB 5VVSB 5
Santp. 4v. Nispen
E Van Nispen 3
Onze Gezellen
BSM 4—OIV 3
Lisse 5Santp. 5
Concordia 3DEK
F Nlcolaas 3UDO 2
Meerburg 3—
Do.Co.S.
Leimuiden 3
Foreholte
VCH 2—Teylingen
VVSB 4St.
Bernardus
G Alphensche B. 3
Unio
DONK 4Trekv. 2
RVC 2DONK 5
Afdeeling Zuid
le klasse
A St. Ignatius 1
RCD 1
GDS 1—PFC 1
SGV 1Westl. 1
Reserve le klasse
A PFC 2Spartaan 2
Excelsior 2Aeolus 2
Leonidas 2GDA 2
DONK 2Bl.-Zw. 2
DHL 2Graaf
Willem II 2
Er werken thans nieuwe krachten in de Nederlandse wasketels.
Het gezwoeg op wat vroeger de vermoeiendste dag in de hele
week was - de wasdag - heeft nu afgedaan. De huisvrouw heeft
op deze dag vele uren vrije tijd gekregen - iets, wat vroeger on
mogelijk was. Het is dan ook geen wonder, dat alle huisvrouwen
enthousiast zijn over deze nieuwe krachtdat ze die met
open armen ontvangen. Geen wonder, dat iedere huisvrouw
deze ontdekking beschouwt als de grootste gebeurtenis, die
sinds jaren in de geschiedenis van de huishouding is voorge
komen. Ze praten er over tijdens het thee-uurtje en op alle
kransjes en onder het winkelen.
Ze zeggen: „Wij zijn blij, dat deze nieuwe kracht ons helpt
Het EDO-elftal is als volgt: Doel: J. G. Wil
le; achter: A. v. d. Sluis. K. Zandstra; midden:
J. W. Koene, H. Schijvenaar, H. Oomen; voor:
Spek Jr., P. van Zaanen, J. Steffens, B. Tim
merman, Spek Sr.
Doel: Hollenberg; achter: Haak Sr., Haak Jr,
midden: Van Pel. Tol, Gerrits; voor: Verdam.
Schoorl, Woudenberg, Prins Opbergen.
Doel: VSV Michel; achter: Broek, Van
Osch; midden: Van den Gevel, De Vries,
Kunst; voor: Dohring, Balvers, Van der Lugt,
Bot, Sterk.
Burgerlijke Stand Geboren: G. M. van der
Meij—van der Linden, z.
Ondertrouwd: J. J- D. van Heijst en J. A. H.
Nöcker. J. A. C. Metselaar en R. Spinder. F.
H. A. Maurits en H. S. M. Weijers. J. Joosten
en G. Teutenberg. A. Lenterman en T. K.
Voerste.
Getrouwd: Geen.
Overleden: S Zondervan 68 jaar. C. Min 75
jaar wed. van j. Bertholee. C. van der Veldt 76
jaar echtgen. van A. Kaasenbrood. G. H. Beels
50 jaar.
Burgerlijke Stand GeborenHendrik Arend,
z. v. W. H. Schraal en S. Bol, Diaconiehuis
straat 16; Elizabeth, d. v. G. de Wid en M.
van Keulen, Willemstraat 5; Jacob Adrianus,
z. v. A. C. Molenaar en E. Kleinhout, Strand
weg 1 a.
Getrouwd: J. L. van Mast.rigt en C. E. Jan
sen, 's-Gravenhage, Abrikozenstraat 201.
Overleden: I. M. G. La Grange, echtgen. v.
A. C. Meuleman, 68 j.
Raadsvergadering De raad dezer gemeente
is ter openbare vergadering bijeen geroepen tegen
Maandag 16 Januari 1939 ten raadhuize des
avonds te half acht.
Werkverschaffing Een tweetal werkver
schaffingsobjecten, verband houdende met de
werkzaamheden in Plan Noord en de verbete
ring van de Zandvoortschelaan, zijn bij het
college ingezonden door de Nederlandsche Hei
de maatschappij.
Het betreft ten eerste: het verleggen van de
dr. Gerkestraat enz., waarbij .een arbeidsloon
1350 en aan andere kosten 300 wordt ver
disconteerd; ten tweede het onder profiel bren
gen van de dr. Joh. Mezgprstraat enz., waarbij
aan arbeidsloon 1350 en aan andere kosten
300 is verdisconteerd.
Voorts is een begrooting Ingediend voor het
onder profiel brengen van een gedeelte van den
Zeeweg enz., waarvoor aan arbeidsloon zal wor
den uitgegeven 9500 en aan andere kosten
2400. Deze werkzaamheden kunnen tot uit
voering worden gebracht zoodra met de ge
meente Bloemendaal overeenstemming is bereikt
2-minutenkookmethode
SCHEIKUNDIGE ONDERZOEKINGEN
Maanden lang hebben onze scheikundigen in Vlaardingen gewerkt
om de beste, gemakkelijkste en veiligste manier te vinden om het
goed hagelwit te krijgen. Ze hebben gewerkt met reageerbuizen
en retorten om Rinso te verbeteren. Ze behandelden wasgoed
op alle mogelijke manieren. Ten slotte ontdekten ze
de ,,2-Minuten-Kookmethode".
NIEUWE KRACHT ONTDEKT!
Hoe is het mogelijk, dat een was na 2 minuten koken hagel
wit is? Doordat.de deskundigen Rinso een nieuwe waskracht
gavenEen overvloed van reinigend
schuim dringt door het weefsel. In
2-minuten onttrekt dit prachtige en ac
tieve schuim al het vuil aan het goed.
ONGEKENDE HELDER
HEID VERKREGEN!
De nieuwe kracht in Rinso brengt
nieuwe helderheid. Elk spoortje vuil
komt los door het reinigende sop en
vliegt uit het weefsel. De ,,2-Minuten-
Kookmethode" voorkomt tevens het
geel worden van het goed. Het blijft
hagelwit! Het Rinso-sop maakt het
goed schoner dan U het zelf kan!
OUDE METHODEN AFGEDAAN!
Geen extra wasmiddelen zijn meer nodig.
Hard wrijven is overbodig. Als gewoon
lijk zet U het goed 's nachts in de week
en kookt het dan de volgende dag
slechts 2 minuten in Rinso. U kan het
langer laten koken, maar nodig is het niet.
SPAART WERK - SPAART GAS
SPAART TIJD!
Wat een besparing! Geen gezwoeg meer.
De was staat korter op het gasstel. Uw
was vraagt nu oneindig minder tijd van
U. U is uren vroeger klaar. De „Rinso-
2-minUten-kookmethode" brengt in alle
opzichten bes.paringen: U gebruikt na
tuurlijk voortaan Rinso!
(Cinso
R 61-0183
Omtrent het overdragen van een strook grond.
B, en W. stellen voor dit werk uit het werk-
loosheidssubsidiefonds aan te mogen vragen.
Vacatures Door het overlijden van den heer
J. Koning, raadslid, zijn verschillende vacatures
ontstaan in functies, welke de heer Koning als
raadslid vervulde. B. en W. stellen voor in de
eerstvolgende raadsvergadering deze vacatures
te vervullen. Het zijn: vertegenwoordiger van
de gemeente in de vereeniging voor vreemde
lingenverkeer, gemeentelijk commissaris van de
woningbbuwvereeniging Eendracht maakt macht;
terwijl zal benoemd worden een lid in de com
missie voor de strandexploitatie; een lid in de
commissie voor publieke werken; een lid in de
commissie voor Het Zuiderbad en een plaats
vervangend lid in de commissie voor georgani
seerd overleg.
Café-Rest. Zuiderbad Door het afloopen
van de aangegane pachtovereenkomst betref
fende het café-restaurant van het Zuiderbad,
zal tot een nieuwe verpachting moeten worden
overgegaan. B. en W. stellen voor voor den tijd
van zeven jaar dus voor 1939 tot en met 1945
het café-restaurant openbaar te verpachten on
der een 14-tal voorwaarden.
Vraag: Ik heb al zes jaar een seringenboom
In mijn tuin staan, maar er zijn nog nooit
bloemen aan geweest. Wat is hiervan de oor
zaak en wat kan ik er tegen doen?
Antw.: Staat deze seringenboom voldoende in
het licht? Zoo ja, geeft hij toch geen bloemen,
dan zal 't wellicht een wilde of zaailing zijn. Is
uit 't geval, ruim dan dezen struik op en koop
een veredelde sering bij een vertrouwde firma.
Goedkoope aanbiedingen geven meest teleur
stelling, vooral bij heesters en boomen.
Vraag: Ik heb thuis een buste-beeld, waarop
de naam Eigenthuim staat. Is dit een dichte
res of zangeres? Het is een damesfiguur.
Antw.: Ons niet bekend. Wendt eens tot
een antiquair.
Vraag: Kunt U mij het juiste adres geven
van het Bureau voor Beroepskeuze te Haar
lem?
Antw.: Nassauplein 2.
Vraag: Kunt U mij ook zeggen of op lot
r.o. 129363 van de 7e Nationale Zonnestraal
loterij een prijs is gevallen?
Antw.: Geen prijs op dit lot gevallen.
Vraag: Ik ben twee jaar in betrekking als
dienstbode voor dag en nacht en verdien f 6.
per week; ben o.a. per week gehuurd.
Nu ben ik reeds vijf weken onder doktersbe
handeling en moest ik verleden week Woens
dag geheel gaan rusten. Dit was den zeventien
den dezer. Nu Zaterdag j.l. is mijn huur opge
zegd, dus ik ontvang Zaterdag a.s. voor 't laatst
mijn loon. Heeft men daar het recht toe? Zij
hebben mii nooit in een der ziekenfondsen ge
daan. Zijn zij verplicht deze doktersrekening
te betalen? En voor hoe lang moeten zij die
betalen?
Vraag: le. Heeft men het recht mij te ont
staan .omdat ik moet rusten?
2e. Heeft men recht om te ontslaan met de
zen opzeggingstermijn?
3e. Hoelang moeten zij de doktersrekening
betalen?
Antw.: 1 en 2: Ja, maar men moet den wette-
lijken opzeggingstermijn in acht nemen.
3. Dit is betrekkelijk. Bent U een half jaar
in betrekking, dan een week. Een heel jaar dan
twee weken. Dus voor twee jaar vier weken.
Vr.: Kunt u mij ook zeggen of op de volgen
de loten van de „Voor God Actie" 7244, 0 332444
57244, 82244, 18203, 43203, 68203, 93203 prijzen
zijn gevallen?
Antw.: Neen.
Vr Ik heb een nieuw electrisch ornament
gekocht. De winkelier zeide mij dat de brandei
er niet bij inbegrepen was. Toen ik de reke
ning kreeg stond de brander er niet op. De
rekening heb ik per giro b.etaa'd. Ben ik nu
naar mijn geweten verplicht dien brander in
den winkel te gaan betalen?
Antw.: Zeer zeker.
Vr.: Kunt U mij ook zeggen of de 3 pCt.
Premie-Obligaties van gebouw voor „Kunst en
Wetenschap" te Amsterdam; van 18 Maart
1921, Serie 3393 14a/4279 llb/2631 14a.
uitgegeven 1 Juni 1921 reeds zijn uitgeloot, of
waar deze eventueel inbaar zijn?
Antw.: Wend u tot een effecten bureau.
Vr.: Ik heb een Couvert durch lilbotèn mei
K'iagenfurt gestempeld d.d. 15-7-'38, dus toen
Oostenrijk pas bij Duitschland was gekomen.
Op het couvert komen twee Oostenrijksche
postzegels voor en vier Duitsche zegels. Resp
in de waarden van: Een felicitatiezegel en een
landzegel van 3 Groschen. De Duitsche zegels
van 12, 25, 50 pg. Al die zegels zijn duidelijk
gestempeld met Klagenfurt en datum. Heeft
zoo'n couvert veel waarde? Nu of later?
Antwoord: Voor den verzamelaar waarschijn
lijk wel. Wend u tot een philatelistisch win
kel.
Vr.: Kunt u mij ook zeggen of op lot no.
161551 v. d. Nationale Zonnestraalloterij een
prijs is gevallen?
Antw.: Neen.
Vr.: Is er op lot no. 18552? v. d. Nationale
Zonnestraalloterij een prij.s gevallen?
Antw.: Neen.
Vr.: Kunt u mij ook zeggen of er prijzen
zijn gevallen op de volgende loten van de
„Voor God Actie": lot 00 4358 serie A. lot,
0 18183 Serie I G.?
Antw.Neen.
Vraag: Mijn dochter is 19 jaar oud en is
werkster. Zij werkt Woensdags- en Zaterdags
middags in een R. K. school en vedüent hier
mede 4.50. Donderdags om de veertien dagen
werkt zij bij een mevrouw, hier verdient zij
2.De overige dagen werkt zij in een bak
kerswinkel en verdient 0.25 per uur. Dit laat
ste wordt eenmaal per week uitbetaald en be-
IJMUIDEN, 13 Jan. Versche visch. Makreel
6.00, versche Haring 77.80 per 50 kg.
van den heden binnengekomen
KOTTER
E. 315 1040.
LOGGERS MET VERSCHE HARING
Sch. 73 590.—, Sch. 95 90.—. Sch. 176 317.—.
draagt gemiddeld 5.50. Nu is mijn dochter
ziek geworden, kan zij nu recht laten gelden
op bovengenoemd loon? Zijn deze instellingen
en mevrouw verplicht te betalen? Wanneer zij
in gebreke blijven, tot wie moet zij zich dan
wenden. Moeten bovengenoemde instellingen en
mevrouw ook rentezege'.s voor haar plakken en
betalen? Zoo ja, hoeveel beoraagt het bedrag
der te plakken zegels?
Antw.: Gedurende betrekkelijk korten tyd
moet het loon doorbetaald worden. Wendt u,
als men in gebreke blijft, tot het Bureau voor
Arbeidsrecht, Alexanderstraat, Haarlem.
Vraag: Kunt u mij ook zeggen of op lot no.
33206 van de Loterij der Kruisvaart van St. Jan
te Rijswijk een prijs is gevallen?
Antw.: Geen trekkingslijst ontvangen.
Vraag: Kunt u mij ook zeggen of op lot no.
O 82974 van de Jubileumloterij van Herwonnen
Levenskracht 1938 een prijs is gevallen? Zoo ja,
waar kan ik mijn prijs dan bekomen?
Antw.:1 Geen prijs.
Vraag: Kunt u mij ook zeggen of op lot no.
155351 van de 7e Nationale Zonnestraalloterij
een prijs is gevallen?
Antw.: Neen.
Vr.: Hoe prepareert men een konijnenhuid en
houdt men deze soepel?
Antw; Konijnenhuiden prepareert U als
volgt:
Ontdoe de binnenzijde geheel van het aan
wezige vleesch en zet den binnenkant dan 24
uur in het zout. Is dit geschied, dan wordt het
huidje op een plank gespijkerd, flink ingewre
ven met een mengsel van een deel zout en twee
deelen aluin. Zoo laat U de huid een dag of
vier op een droge winderige plaats liggen. Daar
na wordt ze van het plankje genomen en flink
soepel gewreven. Wordt de huid soms nog wel
eens wat vochtig, dan wrijft U ze flink in met
aluinpoeder. Ten slotte wrijft U den binnen
kant in met krijtpoeder.
nederigste arbeid wordt van
eeuwige waarde, mits hij met zuivere
<ntentie wordt verricht.