NIEUWE KRACHTEN IN DE NEDERLANDSE WASKETELS DE voor de grote was gÊ^ DE NIEUWE WAST ZONDER VERDERE HULP D Bouwkunst, techniek en arbeid w NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Ambtsaanvaarding Van Prof. Ir. H. T. Zwiers ZANDVOORT D.H.V.B.-programma voor Zondag a.s. EDO IKennemers I StormvógelsC.V.V. V.U.Cjv.s.v. UIT DEN OMTREK BLOEMENDAAL SINDS IK DE NIEUWE RINSO GEBRUIK,KOMT MIJN GOED WITTER DAN OOIT UIT DE WASKETEL zMIHUTEh VRAGENBUS RIJKSVISCHAFSLAG STAAT VAN BESOMMINGEN Bij <je aanvaarding van zijn ambt als ge hoon hoogleeraar in de architectuur aan de i^chnische Hoogeschool te Delft, heeft ir. H. Zwiers een rede uitgesproken, waaraan het v°lgende is ontleend. Na in zijn inleiding woorden van Goethe te "ebben aangehaald, mediteert hij op Goethe's "'tspraak: „Mag man doch immer Fenler be- Sehen, bauen darf man keine", en komt dan "t een vergelijking tusschen de begrippen •■kunde" en „kunst." Ook hierbij laten wij rusten de vraag of in en grond niet in alle menschelijk voortbrengen epn element van wat wij „techniek" noemen Aanwezig is of kan zijn of misschien zelfs eer behoort te zijn, d.w.z. of omgekeerd ook 7llet in alles wat wij gewoon zijn als „kunst" bestempelen de „kunde" voorondersteld is. Be heb eens in vakkringen de stelling crdedigd, dat de vrijheid- van onderneming en indeling met en op den grond omgekeerd even- ret% behoort te zijn met den tijd gedurende kelken in het algemeen het resultaat van die "bderneming en handeling met den grcnd ver bonden blijft. Dit is natuurlijk een algemeen heid, maar wij weten uit ervaring, dat ontbos sing van terreinen, afgraven van duinen e.d. i"'lch in het algemeen niet herstellen, doch dat omzetting van tuingrond of bouwland in ^'eide of omgekeerd vaak gemakkelijker onge daan kan worden gemaakt. Zoo weten wij ook, ?at de omzetting van braak land in bosch wel- ]swaar geruimen tijd vordert, maar binnen af- penbaren tijd zijn beslag kan krijgen, dat ech- "er de omzetting van braak land of cultuur fond in bouwterrein snel gaat en meestal niet ffier ongedaan te maken is. En wat wij eerst "ebben gezien als resultaat van onderlinge vfrgelijking van de kwalitatieve voortbrenging, '-'en wij nu ook optreden in de vergelijking die '!ch betrekt op de kwantitatieve voortbrenging. ^°or de voortbrenging van roerend goed toch 'ebben wij noodig grond-beginselen, grond stoffen en arbeidsvermogen, voor de voortbren ging van onroerend goed bovendien den grond ^e'f, die ons slechts in een vrijwel constante bficveelheid is gegeven, die niet naar behoefte kan worden getransporteerd en die, behalve een "oodzakelijke basis om te kunnen bouwen, bo vendien een onzer eerste levensbehoeften is. inters, in uitersten nood kan de menschheid, Vab alle industrieele producten verstoken, blij- V'en leven. Verstoken van de producten van bodemcultuur niet. Elke daad, elke handeling biet en op den grond is dan ook van een ge heel anderen aard dan een willekeurige hande- b>ig in de voortbrenging van roerende goederen. J?°k in die aan het „bouwen" verwante han delingen, waarbij sprake is van het gebruik etl de bestemmingsbepaling van grond, drukt ®ns de verantwoordelijkheid van het eenmalige besluit, dat in de meeste gevallen a.l weer bauwelijks corrigeerbaar zal blijken te zijn. Wanneer wij dan ook het begrip bouwen op hieuw uitbreiden en daarin thans willen om- vatten alles wat mèt en op den grond door btenschelijken arbeid wordt voortgebracht en 6at één dien grond een bestemming en een verschijningsvorm geeft, die voor langen tijd bepalend en die in het algemeen nauwelijks hieer ongedaan te maken is, dan blijkt in de Vergelijking èn met de gewone bodemeultuur èn "bet de productie van niet-met-den-grond-ver- bonden-goederen opnieuw, hoe zeer wij Goethe's b'Oord ter harte moeten nemen: „Mag man boch immer Fehler begehen, bauen darf man keine." Na een beschouwing over de verhouding van het schepsel tot den Schepper en over doel en beginsel van ons leven, gaat spr. voort: In de erkenning van de Schepping ligt de aan- yaarding van het vormen van Iets uit Niets, 1)1 de erkenning van het schepsel-zijn de aan vaarding van het menschelijke voortbrengen als "et brengen van een gegeven iets tot iets abders. Zoo brengen wij dus voort u i t ons denken "oor onzen arbeid, en aan de ons in natuur- fdening gegeven middelen, en wij stellen daar bij het in begrensheid en beperktheid kenbare Voortbrengsel te midden van het in de natuur- Ordening geschapene. Wanneer wij zóó de plaats van ons zelf en van ons werk zien, dan kan er geen sprake hieer zijn van een volstaan met de relatieve Waardebepaling, waarbij wij de voortbrengselen vyn het eene menschelijke werkgebied meten bitsluitend met den maatstaf van die van het andere. Dan kan er geen sprake zijn van een f}deren maatstaf, dan die van het Geheel der gingen. Zoo dienen wij dan ook het mensche- Wjke voortgebrachte te meten naar den maat staf van het Geschapene. En wij noemen het Soed, wanneer het zich naar den aard van "et gegevene in de natuur-ordening voegt en bht-aard als het zich niet daarnaar voegt. Zoo zij dus in het begin van ons werk als beginsel de erkenning van onze plaats als behepsel in de schepping, en het uiteindelijke ?°el van ons werk, het doel-einde In hoogste '"stantie het streven in ons werk van die erkenning te doèn blijken! Het kan niet worden ontkend, dat in een tijd z°hder algemeen erkende levenshouding, en ponder tot het Hoogste gericht beginsel en "oeleind elke basis voor een algemeen erkende "Ultuur ontbreken moet. En zoo «den wij, in °nze tijden, waarin de erkenning van de plaats Van den mensch als schepsel nog in veel op dichten verloochend wordt, niet het Geheel der ■bbhgen, maar een deel van het geheel als Wiaatstaf optreden. Wij hebben maatschappe lijke bewegingen gezien, welker eenlge of hoofd zakelijke maatstaf zoo zéér in de materie en "e materieele middelen gelegen scheen te zijn, at daarnaast voor geest en arbeid geen plaats b^eer mogelijk was: wij hebben stroomir.gen ge- b'en die zóó zeer in het denken en de ver geestelijking schenen op te gaan, dat andere lyaliteiten vrijwel volkomen langs hen heen fhgen; elders heeft de stelselmatige ontken- 11'hg van de noodzakelijke beteekenis van den arbeid door vermaterialiseerde stro uningen ®yherzijds en volkomen vergeestelijkte denkrich- 'bgen anderzijds een levensbeschouwing doen °htstaan, die alleen maar den arbeid als maat staf schijnt te kennen. Het tweede waarop ik zou willen wijzen en Ik stel er prijs op dat in het bijzonder te doen b deze omgeving is, dat naar mijn vaste bvertuiging de voortbrengselen van het bou ten nooit of te nimmer meer cultuurvoort- btengselen van eenige beteekenis zullen zijn, Wanneer daaraan geen ander beginsel ten fondslag ligt dan een streven, waarvoor als bet hoogste geldt een zoodanige beheersching 'ah de stof, dat met een minimum aan stof- ,ebjk materiaal een maximum aan „nuttig" eshltaat wordt verkregen. Evenmin zie ik voor be voortbrengselen van bouwkunst als teeken ah cultuur eenigen werkelijken grondslag in j e bestrevingen, die zich als hoogste doel stel- ®h een maximum aan resultaat met een mini- jbhm aan arbeidsprestatie te doen samengaan, ^et ig wel in hooge mate beschamend voor 'Wen tijd met zijn waarlijk niet geringe mate a-h technisch kunnen op velerlei gebied, dat nauwelijks schijnen te kunnen ontkomen an een allesbeheerschend commercialisme, dat, Y criterium gesteld, ons in veel opzichten °er' .tot een doen en laten, een voortbrengen, een bouwen vaak ook op de grenzen van het toelaatbare, die ook en tegelijk zijn de grenzen van het ontoelaatbare. Zoo beweegt, voor een grooter ISeel dan wij geneigd zijn toe te geven, het maatschappelijk doen en laten en de voortbrenging van onze dagen zich op die grenzen van het toelaatbare èn van het ontoelaatbare en kent en erkent als eenigen maatstaf een commercieele nuttig heid. Het heeft weinig zin te betoogen, dat er daarnaast toch zeer veel gedaan wordt om onze geestelijke" belangen te behartigen, dat wij toch allerwege doende zijn om het peil van onze ont-spanningen te verhoogen, en dat aanzien lijke bedragen worden uitgegeven om onze we tenschappelijke algemeene ontwikkeling en om het kunstleven te bevorderen! Dat er naast het nuttige bouwen toch óók zorg is voor de aesthetica! Het zij niet ontkend, maar waf blijft er van dat alles over, wanneer wij dage lijks en overal zien, hoe dit z.g. „.geestelijk" leven zich in feite afspeelt niet in ons dage- lijksche leven, maar er naast? Hoe wij de kunst en veel van wat wij cultuur noemen heb ben verheven boven het gebied van allen dag maar het daarmee tegelijk buiten het leven hebben geplaatst, gebannen naar het afzonder lijke gebied van het hoogere, dat zóó vèr ver wijderd schijnt te zijn van ons gewone leven en van het dageiijksche bestaan, dat wii zonder protest aanvaarden wat nog nooit»een werke lijke beschavingsperiode heeft aanvaard: de scheiding van wat naar de natuurlijke orde niet gescheiden kan en mag worden, de scheiding van materieele welvaart en cultuur, van nut en van schoonheid, van arbeid en arbeidsvreug de. Laten wij een oogenblik zien naar de voort brengselen van in onze oogen onbeschaafde vol keren en naar die van in onze oogen primitieve beschavingen: hun is de bruikbare nuttigheid van hun wapens, van hun gebruiksvoorwerpen niet voldoende; integendeel, wanneer zij er den allereersten plichtarbeid aan besteed heoben om ze, gemeten naar onzen maatstaf van nuttig heid, reeds bruikbaar te maken, dan besteden ze bovendien en vanzelfsprekend nog vele malen zooveel arbeid aan het voltooien van die voor werpen tot wat wij in onze musea als kunst schatten tentoonstellen. Laten wij ook een oogenblik zien naar de kunstwerken uit de middeleeuwen. Stel u voor wat deze werken zouden zijn geworden wanneer de bouwers van de kathedralen, stadhuizen en gildehuizen begiftigd waren geweest met onze tendenzen van rationalisatie en van economie! Stel u voor dat déér zou hebben gegolden het criterium van minimum arbeidspraestatie en van minimum materiaalverbruik bij maximum „nuttig" effect. Toch waren de middeleeuwen in onzen maatstaf van goud en goederen uitgedrukt niet „rijk" en zeker met rijker aan mogelijkheden dan wij. Maar welvaart en cultuur, nut en schoonheid, arbeid en arbeids vreugde waren er niet gescheiden en het werk vond in de materieele nuttigheid geen einddoel, maar een begin, een motief, een beweegreden om, den mensch dienende en verheffende, Gode te eeren. Spr. herinnert aan de Middeleeuwen, die zeker niet „rijker" waren dan onze tijd en ver volgt dan: De bouwmeester van nu zal meer dan ooit zich hebben te bezinnen op zijn plaats en de plaats van zijn werk, hij zal meer dan ooit dienen te begrijpen dat de hem gestelde op gaven geen doel, maar beweegreden zijn, be weegreden, motief óm te getuigen; hij zal meer dan ooit dienen te erkennen dat den mensch gegeven is het begrensde, het beperkte, het tijdelijke, als datgene wat hij heeft te aan vaarden, maar dat zijn streven steeds gericht dient te zijn op en tot het onbegrensde, het onbeperkte, het ontijdelijke. Aanvaarden van de beperktheid van plaats, de gebondenheid aan volumen dus en tegelijk streven naar het uitgaan boven het volumen- zijn, naar de ruimtelijkheid. Aanvaarden van het begrensd-zijn in opper vlakken en tegelijk streven naar wat verder gaat dan de oppervlakte, naar diepte. Aanvaarden van de verbondenheid aan den grond en tegelijk streven naar de op-gericht heid u i t den grond. Aanvaarden van het materie-zijn, van het stof zijn, en streven naar het méér zijn dan de stof. Aanvaarden van de beperktheid in den tijd de vergankelijkheid en streven naar voortbe staan, naar duurzaamheid. Wfj zelf verschijnen in deze samen-leving als een niet-meer-deelbare levende zelfstandigheid, natuurlijk verbonden aan en ontstaan uit eer leven vóór ons en zelf' weer bron voor ver der leven na ons. En in die samer.-leviné staan wij als zelfstandigheid niet alleen, maar verbonden aan en met andere zelfstand:gheden tot en in grootere zelfstandigheden, gezin, familie, volk, menschheid, waarmee wij in ver band dienen Samen te leven. Ook ons bouwwerk staat daar als in het algemeen niet meer deel bare zelfstandigheid. Maar het staat daar evenmin alleen: het staat daar óók als deel van een grooter geheel, van de straat, de wijk, de stad, het dorp of het landschap. En het huis dat wij nü bouwen komt daar mogelijk te staan naast en temidden van andere zelfstan digheden, die er al vóór hem waren, en het zal er mogelijk nóg staan wanneer veel van waar het nu mee samen moet zijn verdwenen zal zijn en door ander werk vervangen. Zoo reikt ook voor het bouwwerk de verbondenheid in den tijd verder dan het dichtbije verieden en de allernaaste toekomst. En zooals het elkaar-verdragen §niet de hoog ste maar de minste vorm van menschelijk samen-leven is, zoo is ook in het steeds groeien de samen-zjjn van bouwwerken van allerlei leeftijd en bestemming het elkaar-verdragen de minste vorm van samen-zijn, een vorm, waar boven wij steeds moeten trachten uit te komen tot een samen één zijn. Dat vereischt geenszins dat zij alle gelijk of in den loop van de tijden op dezelfde wijze in dezelfde materialen of volgens dezelfde werk methoden gevormd zijn, maar wèl dat zij all£ op hun wijze teekenen zijn van een zelfde gerichtheid en een zelfde streven, in het werk, den mensch tot nut strekkend, daarboven uit te doen blijken, te getuigen van de erkenning dat wij ons werk als menschenwerk, als voort brengsel stellen te midden van de Dingen van Gods Schepping en dat wat wij doen, gemeten zal moeten worden naar den maatstaf van die er kenning. Willen wij weer tezamen kunnen bou wen en wil ons werk weer kunnen groeien tot stijl, dan zal allereerst noodig zijn, dat wij architecten elkaar verstaan en ons gezamenlijk bezinnen op de plaats van ons zelf en van ons werk in de samenleving en daarmee in natuur lijke orde der dingen. Vervolgens is noodig een grondige en funda- menteele kennis van het bouwwerk en van zijn groei en ontwikkeling en een bereidheid al on zen tijd en al onze krachten te geven aan het mooie werk dat ons te doen staat, het bouwen weer op te heffen van een economische tot een cultuurdaad. Wanneer het mij, mede door mijn werkzaamheden aan deze Hoogeschool gegeven zal zijn, daaraan naar beste weten mijn steen tje bij te dragen, dan zal ik mij zeer gelukkig prijzen, overtuigd als ik ben, dat het werk dat ons te dóen staat niet is een werk van enkelen, maar een werk van velen, niet is een werk van jaren, maar van langen, mogelijk zéér langen duur. Zoo ooit, dan geldt echter wel hier het: zij die gelooven, haasten niet. Hierna volgden de gebruikelijke toespraken waarbij de nieuwe hoogleeraar God dankte voor de hem geschonken gaven en krachten en de bede uitsprak, dat Hij hem de kracht moge geven de opgedragen taak te volbrengen en het werk hier dienstbaar te maken aan land en volk, in de mate waarin het dat zijn kan. Afdeeling Noord le klasse A LSVV 1—ESV 1 Limmen 1Zeev. 1 De Valken 1—KGB 1 Reserve le klasse A Volendam 3TYBB 2 Zeev. 2NEA 2 DOSS 2—Wilskr. 2 RKAV 2—De Meer 2 2e klasse A Grashoppers 1 Wit-Rood 1 Spartanen 1--SEW 1 Geel-Zwart 1 St. Victor 1 Reserve 2e klasse A Grashoppers 2 De Valken 2 Union 2 Spartanen 2 WW 2—REO 2 KGB 2—Alw. Forward 2 BWSV 2—Berdos 2 VIOS 2—AFC 2 WE 2—Vitesse 2 USV 2—WZ 2 3e klasse AWBSV 1—Union 1 Woudia 1—DVO 1 West-Frisia 1 EDO 1 Strandv. 1 Blokkers 1 B Con Zelo ,1—SRC 1 Helder 1—LSVV 2 VZV 1—ZAP 1 Meervogels 1 Hugo Boys 1 Reserve 3e klasse A Wit-Rood 2— West-Friezen 2 Zouaven 2KGB 3 BHSV 2—AFC 3 Vitesse 3SDE 2 SVA 2—DEM 4 Zeevogels 3ADO 3 Reserve 4e klasse A Hugo Boys 2—VZV 2 Helder 2—SVW 2 St. Victor 2— Hollandia 2 BEDO 2—De Valken 3 Blokkers 2Grash. 3 C GVO 3—GVO 4 ESV 2—Meerv. 2 DEM 5Limmen 2 ADO 4—WZ 5 SDE 3—HSV 3 Afdeeling Centrum le klasse A St. Martinus 1 Gez. V'er 1 Purmerend 1ZPC 1 Alliance 1DEK 1 The Unity 1— RODA 1 B Alphensche B. 1 Van Nispen 1 Meerburg 1—Unio 1 Vogelenzang 1 WSB 1 Quick Steps 1 AW 1 Reserve le klasse AHBC 2—SJC 2 DEM 2Lisse 2 ADO 2—DOSR 2 TYBB 3—DOSS 3 2e klasse A SDE 1—Berdos 1 AFC 1Or.-Zwart 1 NVA 1—PVCB 1 SVW 1—SVA 1 B Foreholte 1 Concordia 1 VCV 1—SMC 1 Leimuiden 1Nic. Boys 1 VDO 1—DES 1 Reserve 2e klasse A WA 3Zwal. 2 WZ 3—The Unity 2 De Meer 3— Wilskracht 3 RKAV 3—WSV 3 B Onze Gez. 3DEM 3 HBC 3—G.-Wit 2 SJC 3—Lisse 3 Teylingen 2—BSM 2 3e klasse A DOSS 4—ODA 1 RODA 2—WA 4 VIC 2PSCK 1 NAS 1St. Pancr. 1 B DEK 2—KRV 1 TZB 1—TYBB 4 C St. Bernardus 1 Meerburg 2 DES 2—VDS 1 DOSR 3—VCH 1 Do.Co.S. 2Lisse 4 DUDO 1Leimuiden 2 Teylingen 3— DOSR 4 WSB 3—Do.Co.S. 3 Reserve 3e klasse A Gez. Vier 2St. Martinus 3 Zwal. 4—WZ 4 The Victory 2St. Pancratlus 2 ZPC 2—Or.-Zwart 2 B NEA 3SVO 2 De Meer 4RKAV 4 PVCB 2Zwal. 8 The Unity 3 Volendam 4 Purmerend 2 Constantius 2 4e klasse A DOSS 5—VCA 1 St. Louis 2 Wilskr. 5 Ilpcndam 1NAS 2 Constantius 3 Gezellen Vier 2 Reserve 4e klasse ARCM 2—WA 6 DES 3DOSS 6 RODA 3—NVA 2 ZPC 3De Meer 5 B WZ 6—PVCB 3 ODA 2De Meer 6 PSCK 2Ilpendam C St. Pancratlus 3 ODA The Victory 3VIC 3 SVO 4—DOSS 8 Constantius 6 WA 7 D Vog.zang 2 Alliance Geel-Wlt 3—DEK 4 TYBB 5VVSB 5 Santp. 4v. Nispen E Van Nispen 3 Onze Gezellen BSM 4—OIV 3 Lisse 5Santp. 5 Concordia 3DEK F Nlcolaas 3UDO 2 Meerburg 3— Do.Co.S. Leimuiden 3 Foreholte VCH 2—Teylingen VVSB 4St. Bernardus G Alphensche B. 3 Unio DONK 4Trekv. 2 RVC 2DONK 5 Afdeeling Zuid le klasse A St. Ignatius 1 RCD 1 GDS 1—PFC 1 SGV 1Westl. 1 Reserve le klasse A PFC 2Spartaan 2 Excelsior 2Aeolus 2 Leonidas 2GDA 2 DONK 2Bl.-Zw. 2 DHL 2Graaf Willem II 2 Er werken thans nieuwe krachten in de Nederlandse wasketels. Het gezwoeg op wat vroeger de vermoeiendste dag in de hele week was - de wasdag - heeft nu afgedaan. De huisvrouw heeft op deze dag vele uren vrije tijd gekregen - iets, wat vroeger on mogelijk was. Het is dan ook geen wonder, dat alle huisvrouwen enthousiast zijn over deze nieuwe krachtdat ze die met open armen ontvangen. Geen wonder, dat iedere huisvrouw deze ontdekking beschouwt als de grootste gebeurtenis, die sinds jaren in de geschiedenis van de huishouding is voorge komen. Ze praten er over tijdens het thee-uurtje en op alle kransjes en onder het winkelen. Ze zeggen: „Wij zijn blij, dat deze nieuwe kracht ons helpt Het EDO-elftal is als volgt: Doel: J. G. Wil le; achter: A. v. d. Sluis. K. Zandstra; midden: J. W. Koene, H. Schijvenaar, H. Oomen; voor: Spek Jr., P. van Zaanen, J. Steffens, B. Tim merman, Spek Sr. Doel: Hollenberg; achter: Haak Sr., Haak Jr, midden: Van Pel. Tol, Gerrits; voor: Verdam. Schoorl, Woudenberg, Prins Opbergen. Doel: VSV Michel; achter: Broek, Van Osch; midden: Van den Gevel, De Vries, Kunst; voor: Dohring, Balvers, Van der Lugt, Bot, Sterk. Burgerlijke Stand Geboren: G. M. van der Meij—van der Linden, z. Ondertrouwd: J. J- D. van Heijst en J. A. H. Nöcker. J. A. C. Metselaar en R. Spinder. F. H. A. Maurits en H. S. M. Weijers. J. Joosten en G. Teutenberg. A. Lenterman en T. K. Voerste. Getrouwd: Geen. Overleden: S Zondervan 68 jaar. C. Min 75 jaar wed. van j. Bertholee. C. van der Veldt 76 jaar echtgen. van A. Kaasenbrood. G. H. Beels 50 jaar. Burgerlijke Stand GeborenHendrik Arend, z. v. W. H. Schraal en S. Bol, Diaconiehuis straat 16; Elizabeth, d. v. G. de Wid en M. van Keulen, Willemstraat 5; Jacob Adrianus, z. v. A. C. Molenaar en E. Kleinhout, Strand weg 1 a. Getrouwd: J. L. van Mast.rigt en C. E. Jan sen, 's-Gravenhage, Abrikozenstraat 201. Overleden: I. M. G. La Grange, echtgen. v. A. C. Meuleman, 68 j. Raadsvergadering De raad dezer gemeente is ter openbare vergadering bijeen geroepen tegen Maandag 16 Januari 1939 ten raadhuize des avonds te half acht. Werkverschaffing Een tweetal werkver schaffingsobjecten, verband houdende met de werkzaamheden in Plan Noord en de verbete ring van de Zandvoortschelaan, zijn bij het college ingezonden door de Nederlandsche Hei de maatschappij. Het betreft ten eerste: het verleggen van de dr. Gerkestraat enz., waarbij .een arbeidsloon 1350 en aan andere kosten 300 wordt ver disconteerd; ten tweede het onder profiel bren gen van de dr. Joh. Mezgprstraat enz., waarbij aan arbeidsloon 1350 en aan andere kosten 300 is verdisconteerd. Voorts is een begrooting Ingediend voor het onder profiel brengen van een gedeelte van den Zeeweg enz., waarvoor aan arbeidsloon zal wor den uitgegeven 9500 en aan andere kosten 2400. Deze werkzaamheden kunnen tot uit voering worden gebracht zoodra met de ge meente Bloemendaal overeenstemming is bereikt 2-minutenkookmethode SCHEIKUNDIGE ONDERZOEKINGEN Maanden lang hebben onze scheikundigen in Vlaardingen gewerkt om de beste, gemakkelijkste en veiligste manier te vinden om het goed hagelwit te krijgen. Ze hebben gewerkt met reageerbuizen en retorten om Rinso te verbeteren. Ze behandelden wasgoed op alle mogelijke manieren. Ten slotte ontdekten ze de ,,2-Minuten-Kookmethode". NIEUWE KRACHT ONTDEKT! Hoe is het mogelijk, dat een was na 2 minuten koken hagel wit is? Doordat.de deskundigen Rinso een nieuwe waskracht gavenEen overvloed van reinigend schuim dringt door het weefsel. In 2-minuten onttrekt dit prachtige en ac tieve schuim al het vuil aan het goed. ONGEKENDE HELDER HEID VERKREGEN! De nieuwe kracht in Rinso brengt nieuwe helderheid. Elk spoortje vuil komt los door het reinigende sop en vliegt uit het weefsel. De ,,2-Minuten- Kookmethode" voorkomt tevens het geel worden van het goed. Het blijft hagelwit! Het Rinso-sop maakt het goed schoner dan U het zelf kan! OUDE METHODEN AFGEDAAN! Geen extra wasmiddelen zijn meer nodig. Hard wrijven is overbodig. Als gewoon lijk zet U het goed 's nachts in de week en kookt het dan de volgende dag slechts 2 minuten in Rinso. U kan het langer laten koken, maar nodig is het niet. SPAART WERK - SPAART GAS SPAART TIJD! Wat een besparing! Geen gezwoeg meer. De was staat korter op het gasstel. Uw was vraagt nu oneindig minder tijd van U. U is uren vroeger klaar. De „Rinso- 2-minUten-kookmethode" brengt in alle opzichten bes.paringen: U gebruikt na tuurlijk voortaan Rinso! (Cinso R 61-0183 Omtrent het overdragen van een strook grond. B, en W. stellen voor dit werk uit het werk- loosheidssubsidiefonds aan te mogen vragen. Vacatures Door het overlijden van den heer J. Koning, raadslid, zijn verschillende vacatures ontstaan in functies, welke de heer Koning als raadslid vervulde. B. en W. stellen voor in de eerstvolgende raadsvergadering deze vacatures te vervullen. Het zijn: vertegenwoordiger van de gemeente in de vereeniging voor vreemde lingenverkeer, gemeentelijk commissaris van de woningbbuwvereeniging Eendracht maakt macht; terwijl zal benoemd worden een lid in de com missie voor de strandexploitatie; een lid in de commissie voor publieke werken; een lid in de commissie voor Het Zuiderbad en een plaats vervangend lid in de commissie voor georgani seerd overleg. Café-Rest. Zuiderbad Door het afloopen van de aangegane pachtovereenkomst betref fende het café-restaurant van het Zuiderbad, zal tot een nieuwe verpachting moeten worden overgegaan. B. en W. stellen voor voor den tijd van zeven jaar dus voor 1939 tot en met 1945 het café-restaurant openbaar te verpachten on der een 14-tal voorwaarden. Vraag: Ik heb al zes jaar een seringenboom In mijn tuin staan, maar er zijn nog nooit bloemen aan geweest. Wat is hiervan de oor zaak en wat kan ik er tegen doen? Antw.: Staat deze seringenboom voldoende in het licht? Zoo ja, geeft hij toch geen bloemen, dan zal 't wellicht een wilde of zaailing zijn. Is uit 't geval, ruim dan dezen struik op en koop een veredelde sering bij een vertrouwde firma. Goedkoope aanbiedingen geven meest teleur stelling, vooral bij heesters en boomen. Vraag: Ik heb thuis een buste-beeld, waarop de naam Eigenthuim staat. Is dit een dichte res of zangeres? Het is een damesfiguur. Antw.: Ons niet bekend. Wendt eens tot een antiquair. Vraag: Kunt U mij het juiste adres geven van het Bureau voor Beroepskeuze te Haar lem? Antw.: Nassauplein 2. Vraag: Kunt U mij ook zeggen of op lot r.o. 129363 van de 7e Nationale Zonnestraal loterij een prijs is gevallen? Antw.: Geen prijs op dit lot gevallen. Vraag: Ik ben twee jaar in betrekking als dienstbode voor dag en nacht en verdien f 6. per week; ben o.a. per week gehuurd. Nu ben ik reeds vijf weken onder doktersbe handeling en moest ik verleden week Woens dag geheel gaan rusten. Dit was den zeventien den dezer. Nu Zaterdag j.l. is mijn huur opge zegd, dus ik ontvang Zaterdag a.s. voor 't laatst mijn loon. Heeft men daar het recht toe? Zij hebben mii nooit in een der ziekenfondsen ge daan. Zijn zij verplicht deze doktersrekening te betalen? En voor hoe lang moeten zij die betalen? Vraag: le. Heeft men het recht mij te ont staan .omdat ik moet rusten? 2e. Heeft men recht om te ontslaan met de zen opzeggingstermijn? 3e. Hoelang moeten zij de doktersrekening betalen? Antw.: 1 en 2: Ja, maar men moet den wette- lijken opzeggingstermijn in acht nemen. 3. Dit is betrekkelijk. Bent U een half jaar in betrekking, dan een week. Een heel jaar dan twee weken. Dus voor twee jaar vier weken. Vr.: Kunt u mij ook zeggen of op de volgen de loten van de „Voor God Actie" 7244, 0 332444 57244, 82244, 18203, 43203, 68203, 93203 prijzen zijn gevallen? Antw.: Neen. Vr Ik heb een nieuw electrisch ornament gekocht. De winkelier zeide mij dat de brandei er niet bij inbegrepen was. Toen ik de reke ning kreeg stond de brander er niet op. De rekening heb ik per giro b.etaa'd. Ben ik nu naar mijn geweten verplicht dien brander in den winkel te gaan betalen? Antw.: Zeer zeker. Vr.: Kunt U mij ook zeggen of de 3 pCt. Premie-Obligaties van gebouw voor „Kunst en Wetenschap" te Amsterdam; van 18 Maart 1921, Serie 3393 14a/4279 llb/2631 14a. uitgegeven 1 Juni 1921 reeds zijn uitgeloot, of waar deze eventueel inbaar zijn? Antw.: Wend u tot een effecten bureau. Vr.: Ik heb een Couvert durch lilbotèn mei K'iagenfurt gestempeld d.d. 15-7-'38, dus toen Oostenrijk pas bij Duitschland was gekomen. Op het couvert komen twee Oostenrijksche postzegels voor en vier Duitsche zegels. Resp in de waarden van: Een felicitatiezegel en een landzegel van 3 Groschen. De Duitsche zegels van 12, 25, 50 pg. Al die zegels zijn duidelijk gestempeld met Klagenfurt en datum. Heeft zoo'n couvert veel waarde? Nu of later? Antwoord: Voor den verzamelaar waarschijn lijk wel. Wend u tot een philatelistisch win kel. Vr.: Kunt u mij ook zeggen of op lot no. 161551 v. d. Nationale Zonnestraalloterij een prijs is gevallen? Antw.: Neen. Vr.: Is er op lot no. 18552? v. d. Nationale Zonnestraalloterij een prij.s gevallen? Antw.: Neen. Vr.: Kunt u mij ook zeggen of er prijzen zijn gevallen op de volgende loten van de „Voor God Actie": lot 00 4358 serie A. lot, 0 18183 Serie I G.? Antw.Neen. Vraag: Mijn dochter is 19 jaar oud en is werkster. Zij werkt Woensdags- en Zaterdags middags in een R. K. school en vedüent hier mede 4.50. Donderdags om de veertien dagen werkt zij bij een mevrouw, hier verdient zij 2.De overige dagen werkt zij in een bak kerswinkel en verdient 0.25 per uur. Dit laat ste wordt eenmaal per week uitbetaald en be- IJMUIDEN, 13 Jan. Versche visch. Makreel 6.00, versche Haring 77.80 per 50 kg. van den heden binnengekomen KOTTER E. 315 1040. LOGGERS MET VERSCHE HARING Sch. 73 590.—, Sch. 95 90.—. Sch. 176 317.—. draagt gemiddeld 5.50. Nu is mijn dochter ziek geworden, kan zij nu recht laten gelden op bovengenoemd loon? Zijn deze instellingen en mevrouw verplicht te betalen? Wanneer zij in gebreke blijven, tot wie moet zij zich dan wenden. Moeten bovengenoemde instellingen en mevrouw ook rentezege'.s voor haar plakken en betalen? Zoo ja, hoeveel beoraagt het bedrag der te plakken zegels? Antw.: Gedurende betrekkelijk korten tyd moet het loon doorbetaald worden. Wendt u, als men in gebreke blijft, tot het Bureau voor Arbeidsrecht, Alexanderstraat, Haarlem. Vraag: Kunt u mij ook zeggen of op lot no. 33206 van de Loterij der Kruisvaart van St. Jan te Rijswijk een prijs is gevallen? Antw.: Geen trekkingslijst ontvangen. Vraag: Kunt u mij ook zeggen of op lot no. O 82974 van de Jubileumloterij van Herwonnen Levenskracht 1938 een prijs is gevallen? Zoo ja, waar kan ik mijn prijs dan bekomen? Antw.:1 Geen prijs. Vraag: Kunt u mij ook zeggen of op lot no. 155351 van de 7e Nationale Zonnestraalloterij een prijs is gevallen? Antw.: Neen. Vr.: Hoe prepareert men een konijnenhuid en houdt men deze soepel? Antw; Konijnenhuiden prepareert U als volgt: Ontdoe de binnenzijde geheel van het aan wezige vleesch en zet den binnenkant dan 24 uur in het zout. Is dit geschied, dan wordt het huidje op een plank gespijkerd, flink ingewre ven met een mengsel van een deel zout en twee deelen aluin. Zoo laat U de huid een dag of vier op een droge winderige plaats liggen. Daar na wordt ze van het plankje genomen en flink soepel gewreven. Wordt de huid soms nog wel eens wat vochtig, dan wrijft U ze flink in met aluinpoeder. Ten slotte wrijft U den binnen kant in met krijtpoeder. nederigste arbeid wordt van eeuwige waarde, mits hij met zuivere <ntentie wordt verricht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 7