NIEUW
OUD
M
I
Jaarvergadering van de prop-club
Sorteer-puzzle
VAN
Aan de lunch
Hoe de Belgische
Koningskinderen
ZONDAG 15 JANUARI 1939
WËSk
de feestdagen doorbrachten
Den Joep moest zijn vijf
tienden jonk verdrogen
Doen we op het juiste moment
het juiste?
Aan het begin van een
nieuw jaar
Speltechniek
kou. die Se.
fed. Snj. Su.k.
men, nen
dijk ifex-
kan- Se.
fiooz.
me
men
die. at,- aan. denk
m i
Lm
BRABANTSCHE BRIEVEN
ONS PRIJSRAADSEL
Oplossing vorig raadsel
De prijswinnaars
Een sorteer-puzzle
oZOO UQOX,
mü: £7L
IfOOL is
OTLS ufaz-
w.
t. v.
'de
"Telkens weer, wanneer we in de kleerenkast
'men, ergert ons dat goed, dat we toch niet
^eer dragen, maar waaraan we blijkbaar nog te
Veel gehecht zijn om er, zonder pardon, afstand
van te doen.
T>e hoed, dien we in geen maanden opgezet
hebben, die zomerjurk, waar we het komende
v°°rjaar toch niet weer instappen, die satijnen
hiouse, die zoo gekrompen is in de wasch, dat
er ons onbehaaglijk in voelen; die man-
die niets, maar ook niets van het moderne
Silhouet heeft.
En een dasje, al is er ook de fleur wat af, een
Vaal geworden paar handschoenen of een para-
Muie, die slijtgaatjes vertoont, doe je, als je een
h^geiyke Hollandsche vrouw bent en als je moet
tekenen om er te kómen, toch zoo maar niet
Weg!
Maar wat doen we er dan wèl mee?
Laten we stuk voor stuk eens in de hand ne-
tfen, nauwkeuriger bezien en er dan 'n nuttige
bestemming voor trachten te vinden.
Misschien kan er uit het genopte zijden zo
merjurkje, nadat we dat in 'n benzinebad opge-
frischt hebben, een japonnetje voor ons zesja-
meiske, ofwel een voorjaarsblouse voor de
Mineur of mogelijk een halve mantelvoering
mtvallen. Van de linnen zomerjapon, die we
Met meer dragen, knippen we een aardig huis-
boudschortje of uit de goede stukken vormen
kleine servetjes, waar we in den hoek een
motiefje op borduren. Van dat soort gezellige din
eetjes hebben we immers nooit genoeg. Mis
schien was er ook juist een kinderwaschzak
hoodig of een frissche overtrek voor een kinder
kamer-kussen. Met groven kruissteek werken we
Sc in een verloren uurtje een aardig dierfiguur
Op.
En de mantel? Kan daar niet een huisjasje
bit gemaakt worden, zooiets makkelijks om even
&an te schieten als we den tuin in gaan of in
houden kelder of serre een werkje te verrichten
hebben? En wanneer we een dergelijk kleeding-
Si-Uk niet ambieeren, dan kan de tweedmantel,
met passen en meten wel tot een kleine reisde
ken worden, waarvan we in den auto en op lange
meinreizen veel pleizier zullen hebben.
En is het afgedankte gebloemde zijden japon-
hetje niet wifd genoeg, dat er twee kleine gor
dijnen uit geknipt kunnen worden voor de slaap
kamer van de twaalfjarige? Zou het geen ver
assing voor haar zijn, als ze straks uit school
komt en ze ziet de vernieuwing op haar kamer
tje? Vroolijke gordijntjes, opgenomen met een
Sohleurd lint. Als we het geduld er voor hebben,
maken we van een afgevallen lapje een pochette
met fijn open zoompje. Dat brengt een fleurige
boot op een donker deux-pièces.
Behooren we tot de handigen, dan tornen we
v&n de oude parapluie de zijde los en knippen uit
bet niet versleten gedeelte een regenkapje voor
een van de kinderen.
En afgedankte handschoenen? Van de zeem
leren knippen we de kappen af en voorzien
daarmee ons nagel-polissoir van een frisch
^Vertrekje. De vingers kunnen, afgeknipt, te pas
komen over een geblesseerden vingertop. Oude
donker leeren handschoenen worden gedegra
deerd tot poets- of kachelhandschoenen, wat de
Êesoigneerdheid van onze handen zeer ten goede
®al komen.
En zoo zien we alweer er is voor elk ding
®en mogelijkheid te bedenken als we practisch
ïijn dat „nieuw" niet altijd de beteekenis van
"gloednieuw" hoeft te hebben.
Op koude winterdagen wordt een warm scho
oltje aan de lunch altijd buitengewoon ge
waardeerd. Nu is niet elke huisvrouw sterk in
bet bedenken van verschillende schoteltjes en
bij velen is macaroni-met-ham-en-kaas een
6choteltje, dat meer of minder geregeld op ta-
tel verschijnt. Als we er wat meer moeite aan
Willen besteden, kunnen we met dezelfde in
grediënten, die we voor het macaronischoteltje
boodig hebben, ook eens een macaronipudding
bereiden. Dit gerecht kan dan, behalve als
mnchgerecht. ook als tusschenschotel gegeven
Worden. Inplaats van roomsaus kan er ook to
matensaus bij gepresenteerd worden. Voor de
"leiding gaan we als volgt te werk:
m
m
m
im
Jeugdig gepliseerd rood wollen jurkje, waarvan de eenige versiering gevormd
wordt door de glimmend metalen lettertjes, welke den naam van de
draagster verklappen
Model: Heirrï Jeunes Filles
Macaronipudding
150 gram macaroni
75 gram ham
100 gram geraspte oude kaas
VA dL. melk
2 a 3 eieren.
Kook de macaroni in lange pijpen gaar door
ze in een groote pan met gezouten kokend wa
ter te laten glijden en te laten koken tot de
pijpen geheel slap zijn.
Hak de ham fijn en smeer een warmen pud
dingvorm (van ongeveer 1 L. inhoud, zonder
pijp) met boter in. Leg de gare macaronipijpen
slakkenhuisvormig op den bodem van den vorm,
zoodat ze goed aaneensluiten. Bestrooi ze met
een laagje ham en kaas. Leg dan de macaroni
enkele centimeters omhoog tegen den wand van
den vorm en strooi in het midden weer ham
en kaas. Ga zoo voort tot de ham en de kaas
opgebruikt zijn. Sluit dan den bovenkant af met
de overgebleven macaroni en overgiet alles met
een mengsel van de eieren, de melk en wat
zout. Sluit den vorm en kook de pudding 1
uur au-bain-Marie (dit is in een groote pan
met kokend water). Doe hem daarna over op
een verwarmden schotel en presenteer er room
saus bij die als volgt bereid wordt:
Vermeng op zacht vuur 40 gram boter en 20
gram bloem en voeg hierbij langzamerhand 1%
dL. melk en VA dL. room. Maak de saus af
met wat zout en desgewenscht wat peper.
Precies zooals Kerstmis in haar jeugd ge
weest was, wenschte Koningin Astrid, dat haar
kinderen in het Paleis in Laeken deze feestdagen
zouden beleven. In de ruime, lichte kinderkamer
werd dan ook elk jaar een enorme Kerstboom
opgesteld, versierd met kaarsjes en glinsterende
sieraden, appels en Zweedsche vlaggetjes, zoo
als dat in Scandinavië gewoonte is, en in den
top stralende de ster van Bethlehem. Op den
vooravond van Kerstmis werden dan de Kerst-
cadeaux, „Julklappar", zooals men in het
Zweedsch zegt, uitgedeeld.
De traditie van hun dierbare Zweedsche
Moeder hebben de kinderen hoog in eere willen
houden en Prinses Joséphine Charlotte is het,
die met haar beide broertjes ook dit jaar weer
dagen tevoren bezig was om Kerstversieringen
te maken, net zooals ze dat vroeger samen met
Moeder deden.
Al die oeroude, huiselijke Zweedsche gebruiken,
die het leven zoo'n charme geven, heeft Ko
ningin Astrid tijdens haar leven in haar gezin
doorgevoerd. Dit jaar wilde het oudste thans
elfjarige Prinsesje haar Vader Koning Leo
pold verrassen op Luciadag, dertien December.
Ze had Grootmoeder in Zweden gevraagd, haar
een echte Luciakroon te sturen en met de bran
dende kaarsen-kroon op haar blonde haar
kwam ze 's ochtends in alle vroegte bij haar
vader binnen met een blad, waarop koffie en
gebak.
De spontane liefde en aanhankelijkheid var
het Belgische volk gaat naar dit jonge Prinsesje
uit, dat een zoo sprekende gelijkenis gaat ver-
toonen met haar innig vereerde Moeder. Gelij
kenis, welke in dit blonde gezichtje met de
blauwe oogen misschien niet zoozeer, wanneer
men het trek na trek nauwkeurig ontleedt, in
het uiterlijk ligt, dan wel in het zachte, inne
mende, dat van haar afstraalt wanneer ze glim
lacht.
En in haar opgroeiend figuurtje vertoont zr
dat typisch Noordelijke, recht en slank en fier
In wit of lichtblauw is ze meestal gekleed,
wanneer ze haar koninklijken Vader vergezelt
bij gelegenheden, waar ze moet representeeren
een plicht, die al heel vroeg op haar jonge
schoudertjes gelegd is, maar waarvan ze zich
met een aandoenlijken ernst kwijt, en met char
mante waardigheid.
Net als haar vader is ze dol op alle soorten
sport. Eiken winter vergezelt ze Koning Leopold
naar de wintersport in Zwitserland, waar ze
met de jongere Prinsjes naar hartelust skiet.
En als een keurige kleine amazone zit ze te
paard op haar pas nieuw gekregen „Beauty"
Maar ook leZen vindt ze heerlijk en haar lie
velingsboek is„Nils Holgerssons wonderbare
reis" van Selma Lagerlöf, waar ze in het
Fransch van genoten heeft. Eveneens van haar
vader heeft ze haar liefde geërfd voor muziek;
haar vrije uren brengt ze dolgraag aan de
piano door.
Prinses Joséphine-Charlotte heeft in het slot
Laeken haar eigen vertrekken. Met groote liefde
en zorg heeft haar Grootmoeder, Koningin Eli
sabeth, de zitkamer en slaapkamer voor haar
kleindochtertje laten inrichten. Muren en gor
dijnen zijn in lichte tint gehouden, ook de vloer
bedekking is licht, waartegen vroolijk het rose
uitkomt van 't bloempat-roon der gordijnen en
Ulvenhout, 12 Januari 1939.
Amico,
Lesten Zondag was ik 'n bietje aan den laten
ÏJtot, als ik binnen gong in de „Gouwen Koei".
■Trui d'r schuld! Die had 'nen pot snert gekookt
®m er oew eigen aan te begaaien. Ze had de
°este stukken uit de kuip genomen, (nou mee
Pré ni en den Eeker was 't weer wèèrd om in
November 'n verken te kuipen!) en van Zater
dagmiddag af had dieën ijzeren pot op de plat-
^buis staan sudderen en klukken, dat 't water
m'n wangen liep. Den Dré en den Eeker
bonden er sjuust eender mee en wanneer wij
kalkaar 'ns aankeken, dan werd mee 'n knip-
??gske of 'nen grimas mee de tong den trek in
■Tsui's brouwsel nog steuviger. En als 't dan
dadelijk Zondagmiddag, twee uren was ge
Verstaat! Snejen boerenmik, nog grooter dan
'b'n handen, beleed mee vette kluif, worst en
biaische stukken, dunnekes gepeperd en bemos-
^rd wierden opgeschranst d'een na d'ander en
"deurgespoeld" mee 'nen schep geurigen, pap
aken snert, tot d' oogen klein van frèten wier
en! 'Nen heelen boerenmik, klein gesnejen tot
Petrammen van hoogstens 'nen centimeter dik,
Verdween lijk sneeuw veur de zon.
.Na zoo'n wintermaal allee, dan valt ge, na
stuk of vijf volle trekken aan oew pijp in 'nen
"bUrkenden dut. Vest los, pet achterover, oew
makkelijkste huisklompen aan, verzadigd lijk
'nen vorst dan is 't goed zitten in oewen
zurg, die langzamerhand z'n eigen vormde naar
den baas zijnen rug ennede rest. Dan val
len, daar onder den duister van de schouwkap
d'oogen vaneigens toe, dan bakt 't werme platte-
buiske 'n kleur op oewen kop tot ie blinkt, dan
wel, dan zoude wel vierkant teugen oew eigen
zijn, ge zou wel stapelzot zijn, als ge zoo'nen
brok zuuten Zondagsrust niet tot 't leste op-
zabberde en smelten liet in oew zielement.
En zoo kwam ik minstens 'n half uur te laat
bij de kameraads, die daar in 't eigen hoekske
bij de raam van „de Gouwen", in den vroegen
schemer van deus tij, te „bakken" zaten in den
wermen gloei van de rood-staande kolom-kachel.
Alleen in den toog brandde de lamp. Daar
stonden 'n stuk of vijf jongere Ulvenhoutsche
gasten mee Kee te gekken en te gibberen, den
Zondagmiddag kapot te slaan in overmoedig
niksdoen. Want 't boerenvolk, daarmee is nie
teveul gezeed, werkt hard. En 'nen gansche-
lfjken Zondag van niksdoen maakt den jongen
boer daar aan den toog mee 'nen halven pint
bier in den wermen, knoestigen knuist, tot 'nen
millioennair, die z'n weelde nie öp kan!
"Nen Zondagmiddag, amico, om bij malkaar
te kruipen en mee den rossen gloei van 't vuur
over oewen kop 'ns te ruuren in oew glaaske,
naar buiten te zien over den verlaten, verwaai
den weg en 'n steuvig propke te doen!
„Middag samen," groette-n-ik, hong m'nen
bonkert aan den haak naast 't keuenrek en
vreef m'n handen werm bij 't vuur, dat ros
teugen den witten muur gloorde.
„Hekselensie," groette den Fielp. Daar zat in,
da 'k 'm te lang had laten wochten!
„Den Dré!" zee den Blaauwe mee 'n knip
oog.
„Dré," bromde den Jaan lijk 'nen goeien,
luien hond.
„Veul heil en zegen," zee den Joost, die weer
'ns was overgekomen uit Oosterhout. Ge wit
den ongeslagen kampioen opdat hou 'k
altij veur m'n eigen, hoewel ze 'm elk jaar over-
nuuw in de krant zetten mee 'nen buik vol
medailles.
„Joost, gin horke minder, al 't goeie en wat
maar wenschelijk is; ge wit er alles van!" En
ik schudde steuvig z'nen eikenhouten knuist,
die vastzit aan 'nen pols zoo soepel en zoo
struisch lijk 'nen peerdenènkel.
„Ik mis den Joep?" vroeg ik den Fielp.
„Die zit z'n vijftiende jonk 'nen properen luur
haan te spelden," zee den Fielp ernstig.
„Da's toch nie waar?" vroeg ik ongeloovig.
Triestig, mee 'nen vooruitgestoken moei knik
te den Fielp langzaam mee zijnen grooten, wit
ten kop, zeggende „Vrijdag eb 'k de muisjes ge
leverd, dus!"
Wij waren er even stil van.
Toen zee den Joost, ge wit hij is weduwman,
staat 'gaar alleen, de kinders....? verspreid,
hij wit amper waar ze zitten; den Joost zee:
„hoe meer ziel, hoe meer vreugd!"
Den Jaan beweerde: „as ik m'n Kee verom
kost krijgen, dan nam ik geren den Joep z'n
portie over."
Den Blaauwe, die er drie van Aantje's eersten
stoel-overtrekken. De meubelen zijn waar
men in Scandinavië een voorliefde voor heeft
van een eoort gepolijst zeer licht berken
hout. Aan de kleine schrijftafel in een lichten
hoek geplaatst, leert het Prinsesje haar op
gegeven lessen. Boven haar boekenkast staat
het portret van haar Zweedsch vriendinnetje
en op de piano staat meesttijds een liederenboek
met Zweedsche melodieën opengeslagen.
Een droom van lichtblauw, wit en zilver is
haar slaapkamer, met haar lichtblauw bed,
waaromheen een gordijn van witte tulle. Overal,
op de toilettafel, op de spiegelkast, naast haar
bed, ziet men een portret van haar lieve Moe
der, meest jeugdportretten.
Zou het niet de innige wensch van het Bel
gische Koningsdochtertje zijn, om in allé op
zichten het evenbeeld te worden van die onver
gelijkelijke Moeder, die èn in het Koninklijk
gezin èn door heel het Belgische volk zoo noode
gemist wordt?
Uit „De Samaritaan", het maandschrift van
het Roode Kruis, namen wij het volgende over,
wat elke vrouw, die bij een ongeval in huis de
aangewezene is om in te grijpen, dient te ont
houden.
„Het zien van bloed maakt den leek in den
regel angstig. Dit is onnoodig, want aan verre
weg de meeste bloedingen is geen gevaar ver
bonden. Alleen wanneer men het bloed met
stooten uit de wond ziet spuiten, is er werkelijk
levensgevaar.
Bij elke wroer-'ng i- dp e"r«*o eisen, dat men
den getroffene in 'n gemakkelijke houding laat
liggen en dat men het bioedend lichaam-deel
in de hoogte houdt. Meestal kan men de bloe
ding reeds stelpen door de wond te bedekken en
daarop een stevigen druk met de vlakke hand
uit te oefenen. Komt de bloeding een enkele
maal nog niet tot staan, dan moet men er twee
duimen of de vuist op zetten. Ongeschoolde
leeken moeten nooit probeerei» zoogenaamde
snoerverbanden aan te leggen.
Bloedende wonden mag men niet met wa
ter afspoelen. Dit zou de stolling van het bloed
tegenhouden en bovendien besmetting bevorde
ren. Bloedende vingers moet men niet in den
mond steken.
Vreemde voorwerpen, stukken hout, scherven
enz. mag men nimmer uit de wond trekken.
Het verdient aanbeveling steedseen of twee
snelverbanden, zooals die in het leger gebruikt
worden, bij de hand te hebben, om bij kleinere
wonden te gebruiken.
We danken hartelijk voor het „wederkeerig
Zalig Nieuwjaar", in diverse vertolkingen of met
extra-kaartjes ons toegezonden. En we sluiten
ons natuurlijk gaarne aan bij veler wenscnen,
o.a.:
„dat het U moge gegeven zijn, in gezondheid
en vreugde...." enz. enz.
Aldus gesterkt gaan we met frisschen moed
voort en zetten ons maar terstond aan het ge
reedmaken van onze 307e opgave.
In het bovenste letterraadsel komen we tot de
volgende woorden:
I. Scheveningen.
II. jachtgewaad.
III avonturier.
IV. wonderbaar
V. stelselmatig
VI. beleenen.
VII. dollemannen
En uit het onderste logogrief:
I. Zandvoort.
II. zedeleer.
III. wereldzeeën.
IV. Zaterdagavond.
V. blijdschap.
VI. bijzonder.
VII. neusbeen.
Uit de vervanging der cijfers door de juiste
letters lezen we dan onder het: Zalig Nieuwjaar!
Vandaag voor alle inenschen
De ah er beste wenschen
In 't nieuwbegonnen jaar.
En daarbij dan een tweede
Bijzondere zegenbede
Voor onze puzzle-schaar!
Het spel van de vorige week was als volgt'
Sch.: A. x x
H.: H. V. B. 10
R.: 8 7 6
KI.; xxx
Sch.: x
H A.
R.: A. H. V. B. 10 5 2
KI.: A. V. 8 x
Zuid moet 6 Ruiten spelen.
De tegenpartij heeft niet geboden en West
komt uit met Schoppen Vrouw! Hoe moet Zuid
spelen?
Oogenschijnlijk is er geen enkele moeilijkheid
en z(jn hier de als het ware 13 slagen voor het
neerleggen, zoodat het eindbod dus te laag is!
Inderdaad is groot slam een lay-down als de
troeven 12 verdeeld zitten, terwijl het daar
entegen nooit té maken is, als alle troeven op
één hand zitten. De kans hierop is echter
slechts gering, zoodat groot slam geboden had
moeten worden.
In het betreffende geval was Zuid echter
voorzichtig geweest, tot zijn geluk!
De eerste slag werd n.l. genomen met Schop
pen Aas en uit Noord werd thans troef getrok
ken, waaruit bleek, dat West renonce had en
Na loting werden de prijzen ditmaal als volgt
toegekend: A. J. Simis, Retiefstraat 3 III, Am
sterdam; G. P. de Graaf, Bankastraat 16, Oud-
wijk, Utrecht; mej. J. Philippeau, Molukxen-
straat 43, Haax'em; F. v. Straaten, Noordeinde
231, Oudkarspel; mej. A. Wanschers, Ootmar-
sumschestraat 409, Almelo; mej. M. C. J. Heines.
Wilhelminasingel 12, Weert.
Door de woordjes of lettergrepen in de vier
gedeelten onzer figuur op de juiste wijze te sor-
teeren, kan men een vierregelig versje te voor
schijn brengen, dat een kleine herinnering geeft
met een bijzondere strekking aan de afge-
loopen strenge dagen voor Kerstmis. Het komt
natuurlijk op de precieze nummering aan: men
zegge dus niet te gauw, dat het „erg gemakke
lijk" is (wat we nog al eens te vernemen krijgen
van inzenders, die het zich wel „wat makkelijk
maken"!) doch onderzoek vooral of het gesor
teerde aan de eischen van rijm en rhythme beidt
voldoet!
Inzendingen tot Vrijdagmiddag 12 uur aan
den heer G. M. A. Jansen, Rufjsdaelstraat 60.
Utrecht.
dus alle troeven bij Oost zaten. Het vertrouwen
van Zuid. dat één der drie troefjes van Noord
automatisch rentrant zou worden, werd dus
beschaamd en Zuid moest naar middelen zoe
ken om eventueel op andere wijze van zijn 2 a
3 verliesslagen in Klaveren af te komen. De
oplossing bleek echter niet al te moeilijk en
Zuid speelde als volgt verder:
Harten Aas en 'n kleine troef (2) werden uit-
Zuid nagetrokken, zoodat Oost aan slag kwam.
Deze trok Schoppen na, welke Zuid met de 10
moest introeven!
Troef 5 werd nu nagespeeld en Noord kwam
thans met Ruiten 8 aan slag. Harten Heer,
Vrouw en Boer volgden en Zuid kon hierop
rustig zijn 3 Klaververlies-slagen op afwerpen.
De eenige verliesslag welken NZ dus moes
ten missen was Ruiten 9, zoodat aan 't contract
kon worden voldaan.
De totale verdeeling was als volgt:
Sch.: A. x x
H.: H. V. B. 10
R.: 8 7 6
KI.: xxx
Sch.: H. V. B. 10 x
H.: x x x x
R.:
KI.: H. 10 x x
Sch.: x x x x
H.: x x x x
R.: 9 x x
KI.: B. 9
Sch.: x
H.: A.
R.: A. H V. B. 10 5 2
KI.: A. V. 8 x
Dikwijls is het, zooals in het bovenstaande
geval, nuttig, ja zelfs noodzakelijk, tijdig een
slag af te geven om het verlies van meerdere
slagen te voorkomen. Zie bijv. het volgende ge
val:
Sch.: A. B. x
H.: x x
R.: xxx
KI.: H. V. B. x x
Sch.: H. V. 10 9
H.: x x
R.: H. B.' x x
KI.: xxx
Sch.: x x x x
H.: xxx
R.: V. 10
KI.: 10 x x x
Sch.: x x
H.: A. H. V. B. 10 x
R.: A. x x x
KI.: A.
Zuid moest 6 Harten spelen en West kwam
uit met Schoppen Heer! Zuid begreep, dat hij
persé een rentrant in Noord noodig had en liet
dus den slag loopen. West echter, ook niet mis,
trok Schoppen 9 na en bracht aldus Zuid op
de peinsbank. Aangezien echter anders geen
redding mogelijk was, sneed Zuid met den
Boer, hetgeen tot zijn zichtbare opluchting ge
lukte. Vi coactus speelde hij nu Schoppen Aas
na en écarteerde daarop Klaveren Aas
Vervolgens werden nu uit Noord Klaveren
Heer, Vrouw en Boer gespeeld, waarop Zuid
3 kleine Ruitens écarteerde.
Zes troefslagen en Ruiten Aas volgden en
Zuid had op fraaie, doch emotioneele wijze
aan zijn contract voldaan.
Het spel, dat ik de volgende week zal be
handelen, is het onderstaande:
Sch.: x
H.: A. V. x
R.: H. 10 9 8 x x
KI.: A. x x
Sch.: H. x x
H.: B. 10 9 8 x
R.: V. x x
KI.: x x
West *as gever. Niemand kwetsbaar.
Het bieden verliep aldus:
N.
O.
Z.
Pas
1 R.
1 Sch.
Pas
2 Sch.
3 R.
3 Sch.
4 H.
Pas
Pas
Dubbel
Pas
Pas
Pas
West kwam uit met Ruiten Boer! Oost nam
den slag met Ruiten Aas en speelde Ruiten na.
welke Zuid met de Vrouw nam. Hoe moet Zuid
nu verder spelen?
Tot slot wijs ik de lezers nog op het boekje:
„Handwijzer naar succesvol Bridge", waarin ik
op veelvuldig verzoek van de lezers een samen
vatting heb gegeven van de theorie, die ik in
mijn rubrieken heb behandeld. Ik heb zooveel
mogelijk gestreefd naar een goede combinatie
van beknoptheid en volledigheid, opdat met een
minimum aan moeite een maximum aan ken
nis uit dit boekje kan verkregen worden.
P. H. A. TUIN.
man en zes van z'n eigen heeft, vond „dat er
teugen dieën weergaaischen Joep nie op te wer
ken was" en den Fielp zweeg. Haalde 't bekende
schrift uit z'nen binnenzak, de boekhouding van
de propclub. Keek ons toen allemaal 'ns „be
droefd" aan, als ie seerjeus is, kekt ie altij
veul triestig en dan heeft ie meestal 'n voorstel
uitgebroeid dat 't aannemen wèèrd isToen
lag ie z'nen kolossalen vuist op 't schrift en be
weerde: „de kwestie is deus!"
't Zou zonde gewist zijn, om 'm in de rede te
vallen. De feestdagen waren glansrijk om, nuu-
we stonden zoo rap nie te wochtenwe zwe
gen plazierig.
„De kwestie is deus," herhaalde den bakker
weer en toen stak ie z'nen wijsvinger in den
mond en blaarde den boek open.
„We verrekken van 't geld," zee-t-ie, „be
droefd".
We zwegen, 't Lawijt aan den toog maakte ons
plazierige stilte kapot.
„Kalmkesaan, daar aan 't voeten-end!" riep
den Blaauwe: „wij verstaan ons eigen nie, kwie-
bussen."
Daar kwam er eenen verhaal op halen!
'n Stadsch menirke, dat hier verzeild was. Hij
kwam vragen „of hij een kwiebus was?"
Over den bakker z'nen „droeven" kop brak 'n
zon deur van leut. En den Blaauwe zee: „ventje,
gade gjj bij vrouwke Oomen op mijn kosten
maar 'n lolly halen en komt dan over 'n uurke
hier terug veur 't pak op oew Zondagsche pof
broek."
Heer Kwiebus gong weg, kwdm verom mee
'nen lolly! Hij bleek van beter soort, dan we
gedocht hadden. Hij had alleen z'n mooie broek
en z'n wijvensnoetje teugen.
„We borsten van de centen," zee den Fielp
weer: „Kee!! Licht!"
Kee draaide aan 'n knobbeke, daar ieverans
in den toog en onder 't lampelicht lee den bak
ker onzen balans bloot.
„Kek 'ns, jongens! Wij ebben verlejen zomer
halles laten passeeren, guilie witDaar eeft
'r heenen honzen nest be.... beflodderd!"
We zwegen, keken malkaar 'ns aan, gibberden.
„Zoodoende," gong toen den Fielp wij er: hon
zen kaartpot loopt hover! Twintig maanden,
mee vandaag meegeteld zesentachtig weken, eb
ben we hin de kast. Da's 86 X 6 kwartjes con-
terbutie, mokt 515 kwartjes, mokt 129 guldens."
De koppen gongen omlaag, dicht op den Fielp
z'n handen, die de cijfers aanwezen. Gin woord
wierd gesproken. Den storm stommelde mee de
raam, dooi hout smakte over den weg.
„Gemiddeld is 'r verspuld haan den pot
'ns kijken....", hij likte weer aan z'nen wijs
vinger, blaaide om; .gemiddeld is 'r verspuld
drie en dertig centen haan den pot, da mokt
85 X 33 centen
„Zes en tachtig zeede daarsjuust," merkte
den Jaan op.
„Jawel, hezelsteen," zee den Fielp „neerslach
tig": „maar vandaag is er nog gin kaart ange-
rokt, da mokt 85 x 33 27.05. Wij ebben dus
te potverteren: ƒ156.05, da zijn: twéé-én-'n-Alf-
düüzend - fr&ngeskes!"
„En dat kunde gij zeggen zonder te lachen!"
verweet den Blaauwe aan den bakker.
„Ik stel veur," gong den bakker deur: „hom
ƒ31.05 haf te dragen aan den Joep veur den
kindSkurf."
Ieder sloeg mee de hand op den rand van de
tafel. Aangenomen!
„En nou gaan we stemmen," zee veurzitter
Fielp: „waar we dieën pot gaan verteren. Dré?"
„Antwerpen, Fielp!"
„Blaauwe?"
„Antwerpen, Fielp."
„Janus?"
„Antwerpen, Fielp."
„Joost?"
„Antwerpen, Fielp."
.Hielp?" vroeg ie aan z'n eigen.
„Antwerpen, Fielp," zee-t-ie toen. „Den Joep
oeven we niks te vragen, die mot bakeren. En
die mag toch nie weg, van z'n wijf."
„Den vorigen keer is ie toch meegewist?"
zee ik.
„Jawel," gaf den Fielp ten antwoord: „maar
toén is ie 's avonds alleen verom gegaan en z'n
wijf had 'm van den heelen dag niet gemist tus-
schen al die jong! Maar teugeswoorig helpt 't
oudste meske in 't huishouwen, 'n Sjecuur ka-
deeke! En die télt de borden, veur 't eten. Blijft
er éen bord „open", dan is er düs eenen aan
den haal en dan is gaauw uitgezocht wie de
deserteur is!"
Veul leut, amico; ge verstaat! Alleen den
Jaan kost er nie mee lachen.Die zee al
leen: „die sjeloersche wijven! Die gunnen d'ren
mensch niks!"
„Ge gaat toch mee, Janus?" vroeg ik.
„Maak ik wel in orde," zee den Blaauwe.
„Jaja," zuchtte den Jaan ongeloovig: „as ge
me maar 'ns zegt, hoe?"
„Luster! Oew Mieneke, die mee onzen Gradus
is getrouwd, staat toch aan jouwen kant?"
„En of!"
„Goed! Dan komt de zaak in orde!" stelde den
Blaauwe 'm gerust. „Laat 't aan mij maar over.
Ik gaai straks nog naar Notsel, de zaak mee ons
kinders beklasjeneeren! Vinde 't erg om uit
Antwerpen thuis te komen mee 'n groot verband
om oewen kop, gedrenkt in 'n half fleschke
rooien wijn?"
„Kan ie nie in z'nen vinger pieken?" vroeg
den Fielp treurig; „mot er zóó mee dieën koste-
lijken wijn rondgesprongen worren, Blaauwe?"
„Kan me nie verrammenatsen," zee den Jaan
dapper. „As gij denkt, da ge daarmee m'nen
huwelijksvrede redt, dan ben 'k in staat om me
op 'n draagbaar thuis te laten brengen, in 'n
verband van m'nen teenen tot m'nen nek, drui
pend van druivensap."
Ha wel," zee den Fielp: „wij hebben twintig
maanden gepropt, hom veur jou 'n kapitaal in
voerrechten te betalen aan d'OUandsche dou
anen, invoerrechten op alcohol, 't Zijn daar lek
kere jongens!"
.Man, 't komt binnen als bloed, mijn dure
bloed!" kwekte den Jaan, overmoedig nou!
„Bloed in verband is bruin!" zee den Fielp.
„Wit 't zekers, Fielp?" vroeg den Blaauwe!
„Wie wit da nou nie
„Dan smeer ik 'm wel mee iets anders in," be
loofde den Blaauwe.
En nou, amico, stop! We gaan Zaterdagmid
dag naar den Bels! De bus is besteld. Ge hoort
nader van 't schandaal!
Veul groeten van Trui, de kleine mannen en
gin horke minder van oewen
DRfi.
Correspondentie. De Nuuwjaaxscorrespon-
dentie heb ik mee Dré m zoo sjecuur meugelijk
afgedaan. Mocht iemand zijn vergeten, dan is
't nie onze schuld. Veul dank veur alle hartelijk
heid! DRE.