NIEUW OUD M I Jaarvergadering van de prop-club Sorteer-puzzle VAN Aan de lunch Hoe de Belgische Koningskinderen ZONDAG 15 JANUARI 1939 WËSk de feestdagen doorbrachten Den Joep moest zijn vijf tienden jonk verdrogen Doen we op het juiste moment het juiste? Aan het begin van een nieuw jaar Speltechniek kou. die Se. fed. Snj. Su.k. men, nen dijk ifex- kan- Se. fiooz. me men die. at,- aan. denk m i Lm BRABANTSCHE BRIEVEN ONS PRIJSRAADSEL Oplossing vorig raadsel De prijswinnaars Een sorteer-puzzle oZOO UQOX, mü: £7L IfOOL is OTLS ufaz- w. t. v. 'de "Telkens weer, wanneer we in de kleerenkast 'men, ergert ons dat goed, dat we toch niet ^eer dragen, maar waaraan we blijkbaar nog te Veel gehecht zijn om er, zonder pardon, afstand van te doen. T>e hoed, dien we in geen maanden opgezet hebben, die zomerjurk, waar we het komende v°°rjaar toch niet weer instappen, die satijnen hiouse, die zoo gekrompen is in de wasch, dat er ons onbehaaglijk in voelen; die man- die niets, maar ook niets van het moderne Silhouet heeft. En een dasje, al is er ook de fleur wat af, een Vaal geworden paar handschoenen of een para- Muie, die slijtgaatjes vertoont, doe je, als je een h^geiyke Hollandsche vrouw bent en als je moet tekenen om er te kómen, toch zoo maar niet Weg! Maar wat doen we er dan wèl mee? Laten we stuk voor stuk eens in de hand ne- tfen, nauwkeuriger bezien en er dan 'n nuttige bestemming voor trachten te vinden. Misschien kan er uit het genopte zijden zo merjurkje, nadat we dat in 'n benzinebad opge- frischt hebben, een japonnetje voor ons zesja- meiske, ofwel een voorjaarsblouse voor de Mineur of mogelijk een halve mantelvoering mtvallen. Van de linnen zomerjapon, die we Met meer dragen, knippen we een aardig huis- boudschortje of uit de goede stukken vormen kleine servetjes, waar we in den hoek een motiefje op borduren. Van dat soort gezellige din eetjes hebben we immers nooit genoeg. Mis schien was er ook juist een kinderwaschzak hoodig of een frissche overtrek voor een kinder kamer-kussen. Met groven kruissteek werken we Sc in een verloren uurtje een aardig dierfiguur Op. En de mantel? Kan daar niet een huisjasje bit gemaakt worden, zooiets makkelijks om even &an te schieten als we den tuin in gaan of in houden kelder of serre een werkje te verrichten hebben? En wanneer we een dergelijk kleeding- Si-Uk niet ambieeren, dan kan de tweedmantel, met passen en meten wel tot een kleine reisde ken worden, waarvan we in den auto en op lange meinreizen veel pleizier zullen hebben. En is het afgedankte gebloemde zijden japon- hetje niet wifd genoeg, dat er twee kleine gor dijnen uit geknipt kunnen worden voor de slaap kamer van de twaalfjarige? Zou het geen ver assing voor haar zijn, als ze straks uit school komt en ze ziet de vernieuwing op haar kamer tje? Vroolijke gordijntjes, opgenomen met een Sohleurd lint. Als we het geduld er voor hebben, maken we van een afgevallen lapje een pochette met fijn open zoompje. Dat brengt een fleurige boot op een donker deux-pièces. Behooren we tot de handigen, dan tornen we v&n de oude parapluie de zijde los en knippen uit bet niet versleten gedeelte een regenkapje voor een van de kinderen. En afgedankte handschoenen? Van de zeem leren knippen we de kappen af en voorzien daarmee ons nagel-polissoir van een frisch ^Vertrekje. De vingers kunnen, afgeknipt, te pas komen over een geblesseerden vingertop. Oude donker leeren handschoenen worden gedegra deerd tot poets- of kachelhandschoenen, wat de Êesoigneerdheid van onze handen zeer ten goede ®al komen. En zoo zien we alweer er is voor elk ding ®en mogelijkheid te bedenken als we practisch ïijn dat „nieuw" niet altijd de beteekenis van "gloednieuw" hoeft te hebben. Op koude winterdagen wordt een warm scho oltje aan de lunch altijd buitengewoon ge waardeerd. Nu is niet elke huisvrouw sterk in bet bedenken van verschillende schoteltjes en bij velen is macaroni-met-ham-en-kaas een 6choteltje, dat meer of minder geregeld op ta- tel verschijnt. Als we er wat meer moeite aan Willen besteden, kunnen we met dezelfde in grediënten, die we voor het macaronischoteltje boodig hebben, ook eens een macaronipudding bereiden. Dit gerecht kan dan, behalve als mnchgerecht. ook als tusschenschotel gegeven Worden. Inplaats van roomsaus kan er ook to matensaus bij gepresenteerd worden. Voor de "leiding gaan we als volgt te werk: m m m im Jeugdig gepliseerd rood wollen jurkje, waarvan de eenige versiering gevormd wordt door de glimmend metalen lettertjes, welke den naam van de draagster verklappen Model: Heirrï Jeunes Filles Macaronipudding 150 gram macaroni 75 gram ham 100 gram geraspte oude kaas VA dL. melk 2 a 3 eieren. Kook de macaroni in lange pijpen gaar door ze in een groote pan met gezouten kokend wa ter te laten glijden en te laten koken tot de pijpen geheel slap zijn. Hak de ham fijn en smeer een warmen pud dingvorm (van ongeveer 1 L. inhoud, zonder pijp) met boter in. Leg de gare macaronipijpen slakkenhuisvormig op den bodem van den vorm, zoodat ze goed aaneensluiten. Bestrooi ze met een laagje ham en kaas. Leg dan de macaroni enkele centimeters omhoog tegen den wand van den vorm en strooi in het midden weer ham en kaas. Ga zoo voort tot de ham en de kaas opgebruikt zijn. Sluit dan den bovenkant af met de overgebleven macaroni en overgiet alles met een mengsel van de eieren, de melk en wat zout. Sluit den vorm en kook de pudding 1 uur au-bain-Marie (dit is in een groote pan met kokend water). Doe hem daarna over op een verwarmden schotel en presenteer er room saus bij die als volgt bereid wordt: Vermeng op zacht vuur 40 gram boter en 20 gram bloem en voeg hierbij langzamerhand 1% dL. melk en VA dL. room. Maak de saus af met wat zout en desgewenscht wat peper. Precies zooals Kerstmis in haar jeugd ge weest was, wenschte Koningin Astrid, dat haar kinderen in het Paleis in Laeken deze feestdagen zouden beleven. In de ruime, lichte kinderkamer werd dan ook elk jaar een enorme Kerstboom opgesteld, versierd met kaarsjes en glinsterende sieraden, appels en Zweedsche vlaggetjes, zoo als dat in Scandinavië gewoonte is, en in den top stralende de ster van Bethlehem. Op den vooravond van Kerstmis werden dan de Kerst- cadeaux, „Julklappar", zooals men in het Zweedsch zegt, uitgedeeld. De traditie van hun dierbare Zweedsche Moeder hebben de kinderen hoog in eere willen houden en Prinses Joséphine Charlotte is het, die met haar beide broertjes ook dit jaar weer dagen tevoren bezig was om Kerstversieringen te maken, net zooals ze dat vroeger samen met Moeder deden. Al die oeroude, huiselijke Zweedsche gebruiken, die het leven zoo'n charme geven, heeft Ko ningin Astrid tijdens haar leven in haar gezin doorgevoerd. Dit jaar wilde het oudste thans elfjarige Prinsesje haar Vader Koning Leo pold verrassen op Luciadag, dertien December. Ze had Grootmoeder in Zweden gevraagd, haar een echte Luciakroon te sturen en met de bran dende kaarsen-kroon op haar blonde haar kwam ze 's ochtends in alle vroegte bij haar vader binnen met een blad, waarop koffie en gebak. De spontane liefde en aanhankelijkheid var het Belgische volk gaat naar dit jonge Prinsesje uit, dat een zoo sprekende gelijkenis gaat ver- toonen met haar innig vereerde Moeder. Gelij kenis, welke in dit blonde gezichtje met de blauwe oogen misschien niet zoozeer, wanneer men het trek na trek nauwkeurig ontleedt, in het uiterlijk ligt, dan wel in het zachte, inne mende, dat van haar afstraalt wanneer ze glim lacht. En in haar opgroeiend figuurtje vertoont zr dat typisch Noordelijke, recht en slank en fier In wit of lichtblauw is ze meestal gekleed, wanneer ze haar koninklijken Vader vergezelt bij gelegenheden, waar ze moet representeeren een plicht, die al heel vroeg op haar jonge schoudertjes gelegd is, maar waarvan ze zich met een aandoenlijken ernst kwijt, en met char mante waardigheid. Net als haar vader is ze dol op alle soorten sport. Eiken winter vergezelt ze Koning Leopold naar de wintersport in Zwitserland, waar ze met de jongere Prinsjes naar hartelust skiet. En als een keurige kleine amazone zit ze te paard op haar pas nieuw gekregen „Beauty" Maar ook leZen vindt ze heerlijk en haar lie velingsboek is„Nils Holgerssons wonderbare reis" van Selma Lagerlöf, waar ze in het Fransch van genoten heeft. Eveneens van haar vader heeft ze haar liefde geërfd voor muziek; haar vrije uren brengt ze dolgraag aan de piano door. Prinses Joséphine-Charlotte heeft in het slot Laeken haar eigen vertrekken. Met groote liefde en zorg heeft haar Grootmoeder, Koningin Eli sabeth, de zitkamer en slaapkamer voor haar kleindochtertje laten inrichten. Muren en gor dijnen zijn in lichte tint gehouden, ook de vloer bedekking is licht, waartegen vroolijk het rose uitkomt van 't bloempat-roon der gordijnen en Ulvenhout, 12 Januari 1939. Amico, Lesten Zondag was ik 'n bietje aan den laten ÏJtot, als ik binnen gong in de „Gouwen Koei". ■Trui d'r schuld! Die had 'nen pot snert gekookt ®m er oew eigen aan te begaaien. Ze had de °este stukken uit de kuip genomen, (nou mee Pré ni en den Eeker was 't weer wèèrd om in November 'n verken te kuipen!) en van Zater dagmiddag af had dieën ijzeren pot op de plat- ^buis staan sudderen en klukken, dat 't water m'n wangen liep. Den Dré en den Eeker bonden er sjuust eender mee en wanneer wij kalkaar 'ns aankeken, dan werd mee 'n knip- ??gske of 'nen grimas mee de tong den trek in ■Tsui's brouwsel nog steuviger. En als 't dan dadelijk Zondagmiddag, twee uren was ge Verstaat! Snejen boerenmik, nog grooter dan 'b'n handen, beleed mee vette kluif, worst en biaische stukken, dunnekes gepeperd en bemos- ^rd wierden opgeschranst d'een na d'ander en "deurgespoeld" mee 'nen schep geurigen, pap aken snert, tot d' oogen klein van frèten wier en! 'Nen heelen boerenmik, klein gesnejen tot Petrammen van hoogstens 'nen centimeter dik, Verdween lijk sneeuw veur de zon. .Na zoo'n wintermaal allee, dan valt ge, na stuk of vijf volle trekken aan oew pijp in 'nen "bUrkenden dut. Vest los, pet achterover, oew makkelijkste huisklompen aan, verzadigd lijk 'nen vorst dan is 't goed zitten in oewen zurg, die langzamerhand z'n eigen vormde naar den baas zijnen rug ennede rest. Dan val len, daar onder den duister van de schouwkap d'oogen vaneigens toe, dan bakt 't werme platte- buiske 'n kleur op oewen kop tot ie blinkt, dan wel, dan zoude wel vierkant teugen oew eigen zijn, ge zou wel stapelzot zijn, als ge zoo'nen brok zuuten Zondagsrust niet tot 't leste op- zabberde en smelten liet in oew zielement. En zoo kwam ik minstens 'n half uur te laat bij de kameraads, die daar in 't eigen hoekske bij de raam van „de Gouwen", in den vroegen schemer van deus tij, te „bakken" zaten in den wermen gloei van de rood-staande kolom-kachel. Alleen in den toog brandde de lamp. Daar stonden 'n stuk of vijf jongere Ulvenhoutsche gasten mee Kee te gekken en te gibberen, den Zondagmiddag kapot te slaan in overmoedig niksdoen. Want 't boerenvolk, daarmee is nie teveul gezeed, werkt hard. En 'nen gansche- lfjken Zondag van niksdoen maakt den jongen boer daar aan den toog mee 'nen halven pint bier in den wermen, knoestigen knuist, tot 'nen millioennair, die z'n weelde nie öp kan! "Nen Zondagmiddag, amico, om bij malkaar te kruipen en mee den rossen gloei van 't vuur over oewen kop 'ns te ruuren in oew glaaske, naar buiten te zien over den verlaten, verwaai den weg en 'n steuvig propke te doen! „Middag samen," groette-n-ik, hong m'nen bonkert aan den haak naast 't keuenrek en vreef m'n handen werm bij 't vuur, dat ros teugen den witten muur gloorde. „Hekselensie," groette den Fielp. Daar zat in, da 'k 'm te lang had laten wochten! „Den Dré!" zee den Blaauwe mee 'n knip oog. „Dré," bromde den Jaan lijk 'nen goeien, luien hond. „Veul heil en zegen," zee den Joost, die weer 'ns was overgekomen uit Oosterhout. Ge wit den ongeslagen kampioen opdat hou 'k altij veur m'n eigen, hoewel ze 'm elk jaar over- nuuw in de krant zetten mee 'nen buik vol medailles. „Joost, gin horke minder, al 't goeie en wat maar wenschelijk is; ge wit er alles van!" En ik schudde steuvig z'nen eikenhouten knuist, die vastzit aan 'nen pols zoo soepel en zoo struisch lijk 'nen peerdenènkel. „Ik mis den Joep?" vroeg ik den Fielp. „Die zit z'n vijftiende jonk 'nen properen luur haan te spelden," zee den Fielp ernstig. „Da's toch nie waar?" vroeg ik ongeloovig. Triestig, mee 'nen vooruitgestoken moei knik te den Fielp langzaam mee zijnen grooten, wit ten kop, zeggende „Vrijdag eb 'k de muisjes ge leverd, dus!" Wij waren er even stil van. Toen zee den Joost, ge wit hij is weduwman, staat 'gaar alleen, de kinders....? verspreid, hij wit amper waar ze zitten; den Joost zee: „hoe meer ziel, hoe meer vreugd!" Den Jaan beweerde: „as ik m'n Kee verom kost krijgen, dan nam ik geren den Joep z'n portie over." Den Blaauwe, die er drie van Aantje's eersten stoel-overtrekken. De meubelen zijn waar men in Scandinavië een voorliefde voor heeft van een eoort gepolijst zeer licht berken hout. Aan de kleine schrijftafel in een lichten hoek geplaatst, leert het Prinsesje haar op gegeven lessen. Boven haar boekenkast staat het portret van haar Zweedsch vriendinnetje en op de piano staat meesttijds een liederenboek met Zweedsche melodieën opengeslagen. Een droom van lichtblauw, wit en zilver is haar slaapkamer, met haar lichtblauw bed, waaromheen een gordijn van witte tulle. Overal, op de toilettafel, op de spiegelkast, naast haar bed, ziet men een portret van haar lieve Moe der, meest jeugdportretten. Zou het niet de innige wensch van het Bel gische Koningsdochtertje zijn, om in allé op zichten het evenbeeld te worden van die onver gelijkelijke Moeder, die èn in het Koninklijk gezin èn door heel het Belgische volk zoo noode gemist wordt? Uit „De Samaritaan", het maandschrift van het Roode Kruis, namen wij het volgende over, wat elke vrouw, die bij een ongeval in huis de aangewezene is om in te grijpen, dient te ont houden. „Het zien van bloed maakt den leek in den regel angstig. Dit is onnoodig, want aan verre weg de meeste bloedingen is geen gevaar ver bonden. Alleen wanneer men het bloed met stooten uit de wond ziet spuiten, is er werkelijk levensgevaar. Bij elke wroer-'ng i- dp e"r«*o eisen, dat men den getroffene in 'n gemakkelijke houding laat liggen en dat men het bioedend lichaam-deel in de hoogte houdt. Meestal kan men de bloe ding reeds stelpen door de wond te bedekken en daarop een stevigen druk met de vlakke hand uit te oefenen. Komt de bloeding een enkele maal nog niet tot staan, dan moet men er twee duimen of de vuist op zetten. Ongeschoolde leeken moeten nooit probeerei» zoogenaamde snoerverbanden aan te leggen. Bloedende wonden mag men niet met wa ter afspoelen. Dit zou de stolling van het bloed tegenhouden en bovendien besmetting bevorde ren. Bloedende vingers moet men niet in den mond steken. Vreemde voorwerpen, stukken hout, scherven enz. mag men nimmer uit de wond trekken. Het verdient aanbeveling steedseen of twee snelverbanden, zooals die in het leger gebruikt worden, bij de hand te hebben, om bij kleinere wonden te gebruiken. We danken hartelijk voor het „wederkeerig Zalig Nieuwjaar", in diverse vertolkingen of met extra-kaartjes ons toegezonden. En we sluiten ons natuurlijk gaarne aan bij veler wenscnen, o.a.: „dat het U moge gegeven zijn, in gezondheid en vreugde...." enz. enz. Aldus gesterkt gaan we met frisschen moed voort en zetten ons maar terstond aan het ge reedmaken van onze 307e opgave. In het bovenste letterraadsel komen we tot de volgende woorden: I. Scheveningen. II. jachtgewaad. III avonturier. IV. wonderbaar V. stelselmatig VI. beleenen. VII. dollemannen En uit het onderste logogrief: I. Zandvoort. II. zedeleer. III. wereldzeeën. IV. Zaterdagavond. V. blijdschap. VI. bijzonder. VII. neusbeen. Uit de vervanging der cijfers door de juiste letters lezen we dan onder het: Zalig Nieuwjaar! Vandaag voor alle inenschen De ah er beste wenschen In 't nieuwbegonnen jaar. En daarbij dan een tweede Bijzondere zegenbede Voor onze puzzle-schaar! Het spel van de vorige week was als volgt' Sch.: A. x x H.: H. V. B. 10 R.: 8 7 6 KI.; xxx Sch.: x H A. R.: A. H. V. B. 10 5 2 KI.: A. V. 8 x Zuid moet 6 Ruiten spelen. De tegenpartij heeft niet geboden en West komt uit met Schoppen Vrouw! Hoe moet Zuid spelen? Oogenschijnlijk is er geen enkele moeilijkheid en z(jn hier de als het ware 13 slagen voor het neerleggen, zoodat het eindbod dus te laag is! Inderdaad is groot slam een lay-down als de troeven 12 verdeeld zitten, terwijl het daar entegen nooit té maken is, als alle troeven op één hand zitten. De kans hierop is echter slechts gering, zoodat groot slam geboden had moeten worden. In het betreffende geval was Zuid echter voorzichtig geweest, tot zijn geluk! De eerste slag werd n.l. genomen met Schop pen Aas en uit Noord werd thans troef getrok ken, waaruit bleek, dat West renonce had en Na loting werden de prijzen ditmaal als volgt toegekend: A. J. Simis, Retiefstraat 3 III, Am sterdam; G. P. de Graaf, Bankastraat 16, Oud- wijk, Utrecht; mej. J. Philippeau, Molukxen- straat 43, Haax'em; F. v. Straaten, Noordeinde 231, Oudkarspel; mej. A. Wanschers, Ootmar- sumschestraat 409, Almelo; mej. M. C. J. Heines. Wilhelminasingel 12, Weert. Door de woordjes of lettergrepen in de vier gedeelten onzer figuur op de juiste wijze te sor- teeren, kan men een vierregelig versje te voor schijn brengen, dat een kleine herinnering geeft met een bijzondere strekking aan de afge- loopen strenge dagen voor Kerstmis. Het komt natuurlijk op de precieze nummering aan: men zegge dus niet te gauw, dat het „erg gemakke lijk" is (wat we nog al eens te vernemen krijgen van inzenders, die het zich wel „wat makkelijk maken"!) doch onderzoek vooral of het gesor teerde aan de eischen van rijm en rhythme beidt voldoet! Inzendingen tot Vrijdagmiddag 12 uur aan den heer G. M. A. Jansen, Rufjsdaelstraat 60. Utrecht. dus alle troeven bij Oost zaten. Het vertrouwen van Zuid. dat één der drie troefjes van Noord automatisch rentrant zou worden, werd dus beschaamd en Zuid moest naar middelen zoe ken om eventueel op andere wijze van zijn 2 a 3 verliesslagen in Klaveren af te komen. De oplossing bleek echter niet al te moeilijk en Zuid speelde als volgt verder: Harten Aas en 'n kleine troef (2) werden uit- Zuid nagetrokken, zoodat Oost aan slag kwam. Deze trok Schoppen na, welke Zuid met de 10 moest introeven! Troef 5 werd nu nagespeeld en Noord kwam thans met Ruiten 8 aan slag. Harten Heer, Vrouw en Boer volgden en Zuid kon hierop rustig zijn 3 Klaververlies-slagen op afwerpen. De eenige verliesslag welken NZ dus moes ten missen was Ruiten 9, zoodat aan 't contract kon worden voldaan. De totale verdeeling was als volgt: Sch.: A. x x H.: H. V. B. 10 R.: 8 7 6 KI.: xxx Sch.: H. V. B. 10 x H.: x x x x R.: KI.: H. 10 x x Sch.: x x x x H.: x x x x R.: 9 x x KI.: B. 9 Sch.: x H.: A. R.: A. H V. B. 10 5 2 KI.: A. V. 8 x Dikwijls is het, zooals in het bovenstaande geval, nuttig, ja zelfs noodzakelijk, tijdig een slag af te geven om het verlies van meerdere slagen te voorkomen. Zie bijv. het volgende ge val: Sch.: A. B. x H.: x x R.: xxx KI.: H. V. B. x x Sch.: H. V. 10 9 H.: x x R.: H. B.' x x KI.: xxx Sch.: x x x x H.: xxx R.: V. 10 KI.: 10 x x x Sch.: x x H.: A. H. V. B. 10 x R.: A. x x x KI.: A. Zuid moest 6 Harten spelen en West kwam uit met Schoppen Heer! Zuid begreep, dat hij persé een rentrant in Noord noodig had en liet dus den slag loopen. West echter, ook niet mis, trok Schoppen 9 na en bracht aldus Zuid op de peinsbank. Aangezien echter anders geen redding mogelijk was, sneed Zuid met den Boer, hetgeen tot zijn zichtbare opluchting ge lukte. Vi coactus speelde hij nu Schoppen Aas na en écarteerde daarop Klaveren Aas Vervolgens werden nu uit Noord Klaveren Heer, Vrouw en Boer gespeeld, waarop Zuid 3 kleine Ruitens écarteerde. Zes troefslagen en Ruiten Aas volgden en Zuid had op fraaie, doch emotioneele wijze aan zijn contract voldaan. Het spel, dat ik de volgende week zal be handelen, is het onderstaande: Sch.: x H.: A. V. x R.: H. 10 9 8 x x KI.: A. x x Sch.: H. x x H.: B. 10 9 8 x R.: V. x x KI.: x x West *as gever. Niemand kwetsbaar. Het bieden verliep aldus: N. O. Z. Pas 1 R. 1 Sch. Pas 2 Sch. 3 R. 3 Sch. 4 H. Pas Pas Dubbel Pas Pas Pas West kwam uit met Ruiten Boer! Oost nam den slag met Ruiten Aas en speelde Ruiten na. welke Zuid met de Vrouw nam. Hoe moet Zuid nu verder spelen? Tot slot wijs ik de lezers nog op het boekje: „Handwijzer naar succesvol Bridge", waarin ik op veelvuldig verzoek van de lezers een samen vatting heb gegeven van de theorie, die ik in mijn rubrieken heb behandeld. Ik heb zooveel mogelijk gestreefd naar een goede combinatie van beknoptheid en volledigheid, opdat met een minimum aan moeite een maximum aan ken nis uit dit boekje kan verkregen worden. P. H. A. TUIN. man en zes van z'n eigen heeft, vond „dat er teugen dieën weergaaischen Joep nie op te wer ken was" en den Fielp zweeg. Haalde 't bekende schrift uit z'nen binnenzak, de boekhouding van de propclub. Keek ons toen allemaal 'ns „be droefd" aan, als ie seerjeus is, kekt ie altij veul triestig en dan heeft ie meestal 'n voorstel uitgebroeid dat 't aannemen wèèrd isToen lag ie z'nen kolossalen vuist op 't schrift en be weerde: „de kwestie is deus!" 't Zou zonde gewist zijn, om 'm in de rede te vallen. De feestdagen waren glansrijk om, nuu- we stonden zoo rap nie te wochtenwe zwe gen plazierig. „De kwestie is deus," herhaalde den bakker weer en toen stak ie z'nen wijsvinger in den mond en blaarde den boek open. „We verrekken van 't geld," zee-t-ie, „be droefd". We zwegen, 't Lawijt aan den toog maakte ons plazierige stilte kapot. „Kalmkesaan, daar aan 't voeten-end!" riep den Blaauwe: „wij verstaan ons eigen nie, kwie- bussen." Daar kwam er eenen verhaal op halen! 'n Stadsch menirke, dat hier verzeild was. Hij kwam vragen „of hij een kwiebus was?" Over den bakker z'nen „droeven" kop brak 'n zon deur van leut. En den Blaauwe zee: „ventje, gade gjj bij vrouwke Oomen op mijn kosten maar 'n lolly halen en komt dan over 'n uurke hier terug veur 't pak op oew Zondagsche pof broek." Heer Kwiebus gong weg, kwdm verom mee 'nen lolly! Hij bleek van beter soort, dan we gedocht hadden. Hij had alleen z'n mooie broek en z'n wijvensnoetje teugen. „We borsten van de centen," zee den Fielp weer: „Kee!! Licht!" Kee draaide aan 'n knobbeke, daar ieverans in den toog en onder 't lampelicht lee den bak ker onzen balans bloot. „Kek 'ns, jongens! Wij ebben verlejen zomer halles laten passeeren, guilie witDaar eeft 'r heenen honzen nest be.... beflodderd!" We zwegen, keken malkaar 'ns aan, gibberden. „Zoodoende," gong toen den Fielp wij er: hon zen kaartpot loopt hover! Twintig maanden, mee vandaag meegeteld zesentachtig weken, eb ben we hin de kast. Da's 86 X 6 kwartjes con- terbutie, mokt 515 kwartjes, mokt 129 guldens." De koppen gongen omlaag, dicht op den Fielp z'n handen, die de cijfers aanwezen. Gin woord wierd gesproken. Den storm stommelde mee de raam, dooi hout smakte over den weg. „Gemiddeld is 'r verspuld haan den pot 'ns kijken....", hij likte weer aan z'nen wijs vinger, blaaide om; .gemiddeld is 'r verspuld drie en dertig centen haan den pot, da mokt 85 X 33 centen „Zes en tachtig zeede daarsjuust," merkte den Jaan op. „Jawel, hezelsteen," zee den Fielp „neerslach tig": „maar vandaag is er nog gin kaart ange- rokt, da mokt 85 x 33 27.05. Wij ebben dus te potverteren: ƒ156.05, da zijn: twéé-én-'n-Alf- düüzend - fr&ngeskes!" „En dat kunde gij zeggen zonder te lachen!" verweet den Blaauwe aan den bakker. „Ik stel veur," gong den bakker deur: „hom ƒ31.05 haf te dragen aan den Joep veur den kindSkurf." Ieder sloeg mee de hand op den rand van de tafel. Aangenomen! „En nou gaan we stemmen," zee veurzitter Fielp: „waar we dieën pot gaan verteren. Dré?" „Antwerpen, Fielp!" „Blaauwe?" „Antwerpen, Fielp." „Janus?" „Antwerpen, Fielp." „Joost?" „Antwerpen, Fielp." .Hielp?" vroeg ie aan z'n eigen. „Antwerpen, Fielp," zee-t-ie toen. „Den Joep oeven we niks te vragen, die mot bakeren. En die mag toch nie weg, van z'n wijf." „Den vorigen keer is ie toch meegewist?" zee ik. „Jawel," gaf den Fielp ten antwoord: „maar toén is ie 's avonds alleen verom gegaan en z'n wijf had 'm van den heelen dag niet gemist tus- schen al die jong! Maar teugeswoorig helpt 't oudste meske in 't huishouwen, 'n Sjecuur ka- deeke! En die télt de borden, veur 't eten. Blijft er éen bord „open", dan is er düs eenen aan den haal en dan is gaauw uitgezocht wie de deserteur is!" Veul leut, amico; ge verstaat! Alleen den Jaan kost er nie mee lachen.Die zee al leen: „die sjeloersche wijven! Die gunnen d'ren mensch niks!" „Ge gaat toch mee, Janus?" vroeg ik. „Maak ik wel in orde," zee den Blaauwe. „Jaja," zuchtte den Jaan ongeloovig: „as ge me maar 'ns zegt, hoe?" „Luster! Oew Mieneke, die mee onzen Gradus is getrouwd, staat toch aan jouwen kant?" „En of!" „Goed! Dan komt de zaak in orde!" stelde den Blaauwe 'm gerust. „Laat 't aan mij maar over. Ik gaai straks nog naar Notsel, de zaak mee ons kinders beklasjeneeren! Vinde 't erg om uit Antwerpen thuis te komen mee 'n groot verband om oewen kop, gedrenkt in 'n half fleschke rooien wijn?" „Kan ie nie in z'nen vinger pieken?" vroeg den Fielp treurig; „mot er zóó mee dieën koste- lijken wijn rondgesprongen worren, Blaauwe?" „Kan me nie verrammenatsen," zee den Jaan dapper. „As gij denkt, da ge daarmee m'nen huwelijksvrede redt, dan ben 'k in staat om me op 'n draagbaar thuis te laten brengen, in 'n verband van m'nen teenen tot m'nen nek, drui pend van druivensap." Ha wel," zee den Fielp: „wij hebben twintig maanden gepropt, hom veur jou 'n kapitaal in voerrechten te betalen aan d'OUandsche dou anen, invoerrechten op alcohol, 't Zijn daar lek kere jongens!" .Man, 't komt binnen als bloed, mijn dure bloed!" kwekte den Jaan, overmoedig nou! „Bloed in verband is bruin!" zee den Fielp. „Wit 't zekers, Fielp?" vroeg den Blaauwe! „Wie wit da nou nie „Dan smeer ik 'm wel mee iets anders in," be loofde den Blaauwe. En nou, amico, stop! We gaan Zaterdagmid dag naar den Bels! De bus is besteld. Ge hoort nader van 't schandaal! Veul groeten van Trui, de kleine mannen en gin horke minder van oewen DRfi. Correspondentie. De Nuuwjaaxscorrespon- dentie heb ik mee Dré m zoo sjecuur meugelijk afgedaan. Mocht iemand zijn vergeten, dan is 't nie onze schuld. Veul dank veur alle hartelijk heid! DRE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 7