De pensionneering van het
spoorwegpersoneel
Nederland in
oorlogstijd
r
DE DUITSCHE HELD L
BESPREKING TE UTRECHT
Kerkelijk leven
DINSDAG 24 JANUARI 1939
Een eerste felicitatie
DUITSCHE DIENSTBODEN
TERUG
Extra-trein uit Amsterdam
TEGEN EEN AUTOBUS
OPGELOOPEN
Jongen aan zijn verwondingen
overleden
MOSSELBAK GEZONKEN
Een der vier opvarenden
verdronken
BESLAG OPGEHEVEN
Italiaansch schip zet zijn reis voort
Interessante voordracht over de
economische verdedigings
voorbereiding
Genu-express aansluitend op
„Johan de Witt"
Vreeeniging van inlandsche
bestuursambtenaren
Emissie 4 pet. Frankrijk
Inschrijvingen worden ten volle
toegewezen
R. K. Universiteit
Academische examens
Landbouwhoogeschool
UIT DE STAATSCOURANT
De erkende spoorwegorganisaties
verklaren zich opnieuw tegen
de toegepaste korting
Resolutie - aangenomen
Resolutie
ARBEIDSON GELUK TE
ENSCHEDE
Man onder vallenden paal gedood
„MORGEN GAAT 'T BETER"
De opnamen gereed
VERBODEN LOTERIJ
EX-KEIZER BEDENKT DE
ARMEN VAN DOORN
DRIE ARRESTATIES TE
NIJMEGEN
NIEUWE ARRESTATIES
IN INDIË
Vergadering ontbonden
Geen audiëntie
Clearingkoersen
Mgr. F. Bruis S.M.M.
Nieuwe Nederlandsche missie
bisschop in Columbia
Zeemacht
Onderscheidingen
Belastingen
Voogdijraad
Maandag heeft ex-Keizer Wilhelm in gezel
schap van zijn echtgenoote aan de armsten der
gemeente Doom feestgeschenken uitgedeeld in
verband met zijn aanstaanden tachtigsten ver
jaardag, Hieronder bevonden zich groote vrach
ten kachelblokjes, voor direct gebruik gereed.
Treffend was het tafreeltje, toen een oud ge
brekkig mannetje de gelegenheid waarnam om
den ex-Keizer vast geluk te wenschen met zyn
aanstaanden verjaardag en daarbij een heil-
wensch uitsprak, die met een stevigen handdruk
in ontvangst werd genomen.
Het Duitsche consulaat-generaal deelt mede,
dat 1 Februari bij voldoende deelneming een
extra-trein uit Amsterdam zal vertrekken, voor
het vervoer van de Duitsche dienstboeken, die
naar huis terugkeeren.
De trein zal tot Dusseldorf loopen.
Te Eindhoven is Zondagavond omstreeks half
acht de zesjarige J. Dekkers tegen een autobus
van den stadsverkeersdienst opgeloopen, die van
den Leenderweg de Heistraat wilde inrijden. De
jongen viel, waarna de achterwielen hem over
het lichaam gingen. Zwaar gewond werd hij de
ouderlijke woning binnengedragen, waar hij
Maandagnacht is overleden.
Maandagmiddag omstreeks drie uur is de
40-jarige P. van der Jagt uit Yerseke in de
Schelde verdronken. De man was bezig met
het lossen van een mosselbak, ongeveer 2 k.m.
uit den wal. Door onbekende oorzaak is de
bak gezonken. Er waren vier opvarenden. Drie
van hen konden worden gered, doch Van der
Jagt is verdronken. Zijn lijk was Maandagavond
nog niet gevonden.
Het beslag, dat te Vlissingen op het Italiaan-
sche stoomschip „Monte Santo" was gelegd, in
verband met de aanvaring op 15 Januari j.l
met het Engelsche s.s. „Conifer" is Maandag
middag opgeheven, doordat de verlangde cautie
is verstrekt. Het schip zal nu de reis naar Sa-
vona voortzetten.
Maandagavond hield dr. W. K. H. Feuilletau
de Bruyn in het klein auditorium van de uni
versiteit te Utrecht de eerste van een serie van
vijf voordrachten over de economische verdedi
gingsvoorbereiding.
Spr. wees er op, dat de moderne oorlogvoe
ling heel andere eischen stelt aan de productie
dan vroeger het geval was. Hij ging aan de hand
van cijfers na, dat geen moderne legerleiding
in de toekomst een groot offensief kan ontkete
nen zonder zorgvuldige economische voorberei
ding van den aanval.
Zoo komt het dat na den grooten oorlog het
begrip van den oorlogspotentieel is ontstaan,
want de gevechtskracht van een volk hangt niet
alleen meer af van de militaire strijdmiddelen,
maar ook van de mate van voedselvoorziening
van een land, de beschikbare grondstoffen, de
capaciteit van de industrieën, enz.
Na den oorlog is het begrip van den oorlogs
potentieel ook het oorlogs- en neutraliteitsrecht
gaan beheerschen.
Wij zijn gewend geraakt aan het bombardee
ren van open steden om het moreel van het
„bomefront" te breken in China en Spanje. Alle
groote mogendheden hebben maatregelen ge
troffen tegen een gas-bombardement der bur
gerbevolking.
Spr. wees er op, dat er wel degelijk grenzen
zijn aan opzettelijke rechtsschendingen. In de
eerste plaats kunnen de militaire eischen der
oorlogvoering aan die schendingen grenzen stel
len. Hij toonde met voorbeelden uit den wereld
oorlog aan, dat men de rechten der neutralen
ter zee niet straffeloos kan afbreken zoolang
men niet de volstrekte zekerheid heeft van de
heerschappij ter zee. Engeland zal in de eerste
phase van een nieuwen oorlog heelemaal niet
zeker zijn van zijn verbindingen over zee; het
weet niet, in welke mate die kunnen worden
bedreigd door de Duitsche luchtmacht en de
onderzeeërs. Afbraak van rechten van neutra
len kan zich dan tegen Engeland keeren, als
later blijkt, dat het niet de oppermacht ter zee
heeft. Zijn situatie zou uiterst precair kunnen
worden als Nederland door schending van zijn
neutraliteit verplicht zou zyn Duitschlands zijde
te kiezen. Maar zou Duitschland onze neutrali
teit schenden, dan foopt het Ruhrgebied, de
ruggegraat der Duitsche economische verdedi
ging ernstig gevaar, voorloopig doordat bombar
dementsvliegtuigen van onze bondgenooten dit
industriegebied zouden bedreigen vanuit de Hol-
landsche waterlinie.
Spr. achtte het daarom dringend noodig
dat wij zelf over een groote kern van offen
sieve bombardementsvliegtuigen de be
schikking krijgen, om aan onze zelfstandig-
heidspolitiek kracht bij te zetten.
Toch zijn het niet alleen militaire beweeg
redenen, die tot respecteeren van het oorlogs-
en neutraliteitsrecht dwingen. Het bestaan van
een rechtsgemeenschap van cultuurstaten, die
door moreele grondregels en zekere begrippen
van menschelijkheid gebonden zyn, is een on
betwistbaar feit. Wie deze grondregels opzet
telijk met voeten treedt, wordt door de wereld
tot „outlaw" verklaard. Men onderschatte dit
niet. In een tijdperk, waarin de economische
krachten voor de uiteindelijke beslissing van
een oorlog van zeer groote beteekenis zijn, spe
len mogendheden, die zich door willekeurige
schending van oorlogsgewoonten en gecodifi
ceerd oorlogs- en neutraliteitsrecht tot „out
law" stempelen, gevaarlijk spel, als zy de we
reld tegen zich' krijgen. Geen enkele mogend
heid zal noodeloos dergelijke wryvingsweer-
standen opwekken.
kosten der oefeningen, enz., regelt, de eenige
afdoende oplossing kan brengen
Voorts achtte hy het noodzakeiyk, dat per
hectare in de steden een voldoende hoeveelheid
chloorkalk wordt opgeslagen, daar zout de
grondstof, waar de chloorkalk uit wordt ge
maakt, in Boekeloo, nabij de grens, wordt ge
wonnen.
Evenzoo is een sterke luchtafweer van onze
groote havens door geschut, mitrailleurs, zoek
lichten en vliegtuigen dringend geboden, daar
zy voor de economische verdediging van ons
land van vitaal belang zijn.
Voorts wees spr. op de noodzakelijkheid om
direct bij het uitbreken van een oorlog tot het
convoyeeren van Nederlandsche koopvaardij
schepen over te gaan.
Spr. wees op de zeer groote beteekenis,
welke Limburg voor onze economische ver
dediging heeft en hy drong aan op een
zoodanige verdediging van dit gebied, dat
het uitgesloten is, dat Limburg onder den
voet wordt geloopen, voordat het veldleger
kan ingrypen.
Ten slotte wees spr. er op, dat wy jaarlijks
aan werkloozensteun een bedrag van f 250 a
f 300 millioen uitgeven, geld, dat verbruik!
wordt en waarvoor wij niets terug krijgen. Is
het niet mogelijk, een stelsel te scheppen, waar
bij men belangrijke sommen op den werkloozen
steun bespaart en deze ten goede laat komen
aan de versterking van ons oorlogspotentieel?
Spr. zal in zijn volgende voordracht over de
financieele verdedigingsvoorbereiding aantoonen,
dat dit ten deele werkeiyk mogeiyk is.
De N.V. Stoomvaart Maatschappij Nederland
meldt, dat de speciale trein met passagiers en
post in aansluiting op het d.d. 27 Januari a.s.
van Genua vertrekkend s.s. Johan de Witt
Donderdagmorgen 26 Januari te 10.27 van Den
Haag s.s. zal vertrekken. Vertrek van Utrecht
C.S. 11.23, van Arnhem 12.12, van Nijmegen
12.36. Vertrek van den aansluitenden trein naar
Utrecht: van Amsterdam C.S. 10.00 of 10.33, van
Amsterdam W.P. 10.43. De aansluitende trein
van Rotterdam (Maas) vertrekt om 10.23. Aan
komst te Genua Vrijdagmorgen a.s. te 8.50.
g
Naar wy vernemen zullen de inschrijvingen
op de emissie 4 procent Frankryk ten voHe
worden toegewezen.
NIJMEGEN. Geslaagd voor het candidaats-
examen in de klassieke taai- en letterkunde,
pater A. A. M. Hoogveld O.E S.A. te Nijmegen.
AMSTERDAM. Geslaagd voor het candidaats-
examen geneeskunde de dames: A. M. A. van
Beers, E. Weisz en C. Stappershoef en de heeren:
H. C. A. Koppejan, W. Hylkema, G. J. Cladder,
A. W. F. Rutgers, C. H. Muller van Brakel, J. W.
Bos, D. Lely, H. D. Kan, J. E. de Bourgraaf, H.
B. J. Kuenen, prof. dr. H. v. Lippmann. B. W.
H. Ide.
LEIDEN. Doctoraal examen geneeskunde de
heeren; H. de Roest, Rhoon; H. v. d. Berg,
Enschede; C. Kuijpers, Oegstgeest.
Artsexamen eerste gedeelte de heer H W.
Veen, Den Haag.
Bevorderd tot arts de heeren: J. H. Binnerts,
Den Haag; K. v. Hellemond, Vlissingen; J. B'.
Coster, Leiden; C. D. Binkhorst, Rotterdam en
W. O. Bomhaupt, Wassenaar.
UTRECHT. Gepromoveerd tot doctor in de
wis- en natuurkunde aan de Ryksuniversiteit
te Utrecht de heer S. J. Vies, geboren te Zalt-
bommel op proefschrift.
Gepromoveerd tot doctor in de wis- en na
tuurkunde aan de Rijksuniversiteit te Utrecht
de heer J. G. ten Houten A.Thzn., geboren te
Winterswijk, op proefschrift,
UTRECHT. Geslaagd voor het candidaats-
examen rechten de heer E. Bouma.
LEIDEN. Geslaagd voor het candidaatsexamen
Indisch recht de heer A, de Haas Jr Den Haag.
WAGENINGEN. Candidaatsexamen Neder
landsche landbouw de heeren B. K. de Boer,
P. G. de Boer, P. Eenshuistra, A. W. G. Koppe
jan, J. W. Lackamp, W. H. A. Th. van Oyen,
K. J. de Raad, J. H. Riemersma, H. H. Smeenk,
D. S. Tuijnman, J. M. H. Zeguers en K. Zwik
ken
Maandagmiddag hebben de vijf erkende
organisaties van spoorwegpersoneel, onder
leiding van den Personeelraad der N. S., in
het N. V.-Huis te Utrecht een besturencon-
gres gehouden, hetwelk beoogde een nieu
we poging te doen om intrekking van de
korting op de pensioenen van het spoor
wegpersoneel te bevorderen. Het congres
Werd gepresideerd door den heer P. Molt-
hiaker, lid der Eerste Kamer.
In zijn openingswoord noemde de voorzitter
£et betreurenswaardig, dat deze bijeenkomst
°6' noodzakelijk was, omdat het spoorwegper-
toneel in een uitzonderingspositie is geraakt.
Pit congres wenscht den minister eraan te her
inneren, dat het spoorwegpersoneel niet langer
üo dupe wil blijven van het schorsen der be-
iaadslagingen in de Tweede Kamer.
Als eerste spreker trad op de heer F. L.
D. Nivard, lid van de Eerste Kamer der
Staten-Generaal, die eraan herinnerde, dat
Nederland een rechtsstaat is. In dit verband
is de houding der opeenvolgende regeerin
gen tegenover de pensioenkwestie van het
spoorwegpersoneel zeer onbegrijpelijk. Er
ger dan de pensioenkorting zelf is, dat deze
alleen wordt toegepast op het spoorwegper
soneel. Hier heeft ongelijke behandeling
plaats, want aan anderen vraagt de Staat
geen offers t. a. v. hun pensioenen.
Bij de wet van 22 Februari 1936 is geen
tfchtsgrond aangegeven, al heeft de regeering
'h de memorie van antwoord dan verklaard,
öat de pensioenen moeten worden aangepast
aan het loonpeil. Aan den anderen kant heeft
Ce regeering verklaard, dat bij ontslag het ver
band tusschen den Staat en den gepensionneer-
is verbroken. Dan aldus de regeering
Seldt dus niet meer het beginsel, dat loon en
Pensioen met eikaar moeten overeenstemmen;
Can geldt alleen het beginsel, dat de Staat
aan de op zich genomen verplichtingen moet
Jol doen. Deze meening heeft de regeering her
baalde malen uitgesproken. Dit standpunt nu is
'h flagranten strijd met de meening der regee-
f'ng t. a. v. het pensioen van het spoorwegper-
sonèel. Dit alles maakt voor de betrokkenen de
Jaak nog onaangenamer. Het beroep der regee-
:'ng op een toeslag van 40 pet. op alle pensioe
nen is ook niet juist, want zelfs met dezen toe
zag is geen behoorlijk levenspeil te bereiken.
de toekenning hiervan heeft de regeering
Jfin overvloede nog verklaard,dat de toeslag niet
berustte op een recht der gepensionneerden. Dit
aan thans dus niet worden aangehaald als
ftchtsgrond voor de korting. De heer Nivard
Jprak voorts zijn twijfel uit over de waarschyn-
'ükheid, dat bij stijging van loonen ook de pen
noenen weer zouden stijgen. Een kleine wetswij-
2lging kan in Nederland elke toezegging van de
'ogeering te niet doen. Voorts haalde spr. nog
erii aantal voorbeelden aan, waaruit blijkt, dat
regeering voor anderen op het standpunt
6laat, dat zij aan verkregen rechten t. a.v. de
Pensioenen niet mag tornen. De rechtsgrond
van de wet van 22 Febr. 1936 is dus wel zeer
Ctivoldoende. Bovendien heeft de Tweede Ka-
C»er zich voor herstel der pensioenen uitgespro
ken. Spr. besloot zijn rede met de aansporing
Ce actie voor rechtsherstel met dezelfde kalmte
vastgeradenheid voort te zetten, om zoo tot
bUcces te komen.
De tweede spreker, de heer H. J. van
Braambeek, lid van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal, begon met te verklaren,
dat deze bijeenkomst niet alleen belegd is
om te protesteeren tegen de korting der
spoorwegpensioenen, maar meer nog om te
Protesteeren tegen het onrecht, dat de
Staat het spoorwegpersoneel aandoet. Een
onrecht, dat nog schrijnender is, omdat de
Staat tegenover zijn eigen ambtenaren en
beambten een gansch ander standpunt in
neemt.
Aan de hand van de verschillende wetten ging
5Pr. na, dat de spoorwegen in wezen een ryks-
bedrijf zijn geworden en dat het spoorwegper
soneel in wezen rykspersoneel is geworden.
Voorts heeft de directie der N.S. met het per
soneel een overeenkomst aangegaan, dat zij er
baar zou streven het spoorwegpersoneel te be
handelen op dezelfde wijze als het rijksperso
neel. Spr. behandelde daarop vrij uitvoerig de
Seschiedenis van de totstandkoming der pen
sioenregelingen, waaruit blijkt, dat het spoor
wegpersoneel po gelijken voet moet worden be
handeld met hen, die in Rijksdienst zyn. De
koestand wordt nog merkwaardiger sinds de
overeenkomst van Januari 1938, waarbij nog
Cuideiyker tot uiting kwam, dat het spoorweg
personeel op gelijke wijze als het rijkspersoneel
behandeld moet worden. Nog vreemder is, dat
het personeel van dochterondernemingen der
spoorwegen niet op de pensioenen wordt ge
kort. Spr. noemde de houding van de regeering
weinig principieel, daar zij de behandeling van
het spoorwegpersoneel laat afhangen var
oogenblikkeiyke omstandigheden van haar fi
nanciën. Temeer is deze houding afkeurens
waardig, omdat de regeering tevoren ht-eft ge
weten en erkend, voor welke verplichtingen zij
zou komen te staan en heeft verklaard, dat de
pensioenen van het personeel veilig zouden ziin
Overigens zal het opheffen der korting de re
geering geen noemenswaardig financieel nadeel
brengen, waartegenover dan staat een moreel
voordeel, omdat de regeering dan haar
vroeger gedane beloften vervult. De beer Van
Braambreek sprak ten slotte op sterke wijze
zijn wantrouwen uit in den minister van Water
staat en spoorde zijn toehoorders aan hun actie
vol te houden.
Na deze beide redevoeringen werd een reso
lutie aangenomen, inhoudende, dat het bestu-
rencongres, uitgeschreven door den Personeel
raad der N.S., gehoord de inleidingen ter zake
het ten zeerste betreurt, dat de minister tot
nog toe geen gevolg wil geven aan den wensch
van Tweede Kamer en spoorwegpersoneel, aan
het gepensionneerde en nog te pensionneeren
spoorwegpersoneel op dit gebied zijn uitzonde
ringspositie te ontnemen en het weer gelijk te
stellen met het overige rijkspersoneel; weder-
indiening van het ingetrokken ontwerp op zeer
korten termijn onafwijsbaar acht, ware het
slechts omdat een belangrijke groep personeel
in goed vertrouwen op de tot standkoming van
de wettelijke uitwerking van een overeenkomst,
tusschen directie en Personeelraad gesloten, een
stap deed, die het, zoolang wetswijziging uit
blijft, financieel ernstig dupeert, terwijl ook
overigens onhoudbaar is, dat wettelijke voor
ziening uitblijft wegens het feit, dat er thans
bijv. geen pensioentoekennende en beroepsin
stantie bestaat; en er nogmaals ten krachtigste
bij den jninister op aandringt, daarbij dan als
nog voor te stellen de artt. 80a en 80b van de
Pensioenwet voor de spoorwegambtenaren 1925
te doen vervallen en de reeds gekorte of te
laag berekende pensioenen opnieuw te doen
vaststellen.
Na het aannemen van deze resolutie deelde
de voorzitter mede, dat 10 Februari te Den
Haag in den Dierentuin een bijeenkomst za'.
worden gehouden van den Personeelraad. waar
de verkeerscoördinatie zal worden behandeld.
Hierna werd de bijeenkomst gesloten.
Maandagmiddag is de 58-jarige A. Visser ach
ter een garage aan de Oldenzaalschestraat te
Enschedé om het leven gekomen. Er was daar
een stellage geplaatst voor het optakelen van
een ondergrondsche benzineleiding. Een der
palen van deze stellage is door nog niet be
kende oorzaak omgevallen en trof V. aan het
hoofd, waarbij hij op slag werd gedood.
De opnamen voor de nieuwe Nederlandsche
film „Morgen gaat 't beter", welke onder regie
van Friedrich Zelnik in de Cinetone-studios te
Amsterdam vervaardigd wordt, zyn thans, ge
heel volgens programma, gereed.
Naast Lily Bouwmeester, die de vrouwelijke
hoofdrol vervult, werken aan deze film mede.
Theo Frenkel, Paul Steenbergen, Nico de Jong,
Chris Baay, Louis Gimberg, Ko Arnoldi, Aaf
Bouber, Joke Busch, Mien Duymaer van Twist,
Fie Kohier, Péronne Hosang, Lau Ezerman
Piet Kohier, Adr. van der Horst, Kommer
Kleyn, Guus Weitzel, Bob de Lange, Anton
Roemer, J. Liesting en Corn. Dommelshuizen
Aan de camera stonden Otto Heller en Frits
Meyer; de décors werden gebouwd door A. H.
Wegerif, montage Jan Theunissen, geluidsop
name I. J. Citroen. De muziek, die door Max
Tak gecomponeerd en gedirigeerd wordt zal in
de komende week opgenomen worden. De alge-
li eele productieleiding is in handen van Rudoli
Meyer.
De première is vastgesteld op 24 Februari a.s
in het City Theater te Amsterdam.
Deze nieuwe Nederlandsche film heeft een
groot aantal Nederlandsche arbeidskrachten en
acteurs, die anders voor een groot gedeelte
werkloos zijn, gedurende eenige weken aan werk
geholpen.
De procureur-generaal bij den Hoogen Raad
heeft geconcludeerd tet verwerping van het
cassatieberoep van W. K. M. te Utrecht, die
bij vonnis van de rechtbank aldaar d.d. 18 Oc
tober j.l. was veroordeeld tot f 500 subs. 100
dagen hechtenis wegens het afleveren van aan-
deelen in een andere loterij dan de zoodanige
tot het aanleggen en houden waarvan de bij de
Loterywet 1905 vereischte toestemming is ver
leend."
Verdachte handelde onder den naam: Admi
nistratiekantoor „De Unie", waarvan onder den
schijn van kwitanties voor te beleggen gelden
aandeelen in een lotery werden uitgegeven, ge
baseerd op de trekkingen der Staatslotery.
Arrest 20 Februari.
De politie te Nijmegen heeft aangehouden en
ter beschikking van de justitie gesteld zekeren
A. J., die beschuldigd wordt van overtreding
van art. 297 Wetboek van Strafrecht.
Bij het ingestelde onderzoek zijn niet mindei
dan tien gevallen van overtreding van genoem-i
artikel aan het licht gekomen.
Zijn vrouw, die van zijn handelingen op de
hoogte was, is eveneens aangehouden.
Tegeiykertijd heeft de politie in verband met
deze misdrijven een winkelier te Nymegen aan
gehouden.
BATAVIA, 23 Jan. (Aneta) De officier van
Justitie heeft hier nog een Europeaan in pre
ventieve hechtenis gesteld.
Ook te Medan is nog een Europeaan in pre
ventieve hechtenis gesteld.
MEDAN, 23 Jan. (Aneta) De gewestelyke
recherche ontbond 1>e Arnhemia een politieke
vergadering van de Gerindo (Gerakan Rajat
Indonesia, een inheemsche partij ter bestrijding
van anti-democratische stroomingen, etc.). Hier
voerde de nationalist Mondjoni 't woordpaar-
bij hij ontoelaatbare uitlatingen bezigde.
Spr. betreurde het, dat de Volkenbond in
decadentie is. Deze was de kern, waarom
zich het geweten der volken in regels van
groote moreele waarde critiseerde.
Een neutrale Volkenbond als centrum van
clearing van politieke geschillen en samen
werking van alle cultuurstaten der wereld
heeft zeker reden van bestaan.
De huidige Volkenbond, die door het verdrag
van Versailles ten doop gehouden werd, droeg
door dit feit de kiem van ontbinding in zich.
Een rechtsinstituut kan een georganiseerde
Volkenbond echter voorloopig onmogelijk wor
den, omdat er geen objectieve macht is, die
vonnissen van een dergelijk rechtsinstituut ten
uitvoer zou kunnen leggen. En ook al zou die
er zijn dan is het de vraag of alle staten be
reid zouden zijn zich daaraan te onderwerpen.
De toepassing der sancties tijdens den
ItaliaanschAbcssijnschen oorlog heeft dit af
doende aangetoond.
Spr. was van meening, dat de luchtbescher
mings organisatie versteviging behoeft. Hij toon
de met cijfers de ernstige mislukking van de
Londensche vrijwillige luchtbescherming in Sep
tember 1938 aan.
Hoewel hij groote bewondering heeft voor
alles wat de Nederlandsche Vereeniging
voor Luchtbescherming tot stand heeft ge
bracht, is hy van oordeel, dat alleen een
luchtbeschermingsdienstplichtwet in den
zin van de Duitsche wet van 7 Mei 1937,
die naast den luchtbeschermingsdienstplicht
de ongevallenverzekering bij oefeningen, de
Op vragen van het Tweede Kamerlid, den
heer Stokvis (S. D. A. P.), betreffende het
overwegen van de vraag, of het lidmaatschap
van de vereeniging van inlandsche bestuurs
ambtenaren geoorloofd kan blijven, heeft de
heer Weiter, minister van Koloniën, geant
woord, dat het hem niet bekend is, dat een
maatregel wordt overwogen, hetgeen uiteraard
niet uitsluit, dat de Indische regeering daar
toe te gelegener tyd zou kunnen besluiten, in
dien het landsbelang zulks zou vorderen.
De gewone audiëntie van den minister van
Justitie zal Vrijdag 27 Januari niet worden ge
houden.
Koersen voor stortingen op 24 Januari tegen
verplichtingen, luidende in: Reichsmarken 74,
lires 9.66.
Wederom is een Nederlandsche missio
naris tot de bisschoppelijke waardigheid
verheven.
Het Provincialaat der Paters Montforta-
nen te Meerssen deelt ons namelpk mede,
dat aan den tegenwoordigen Apostolischen
Vicaris van Llanos de San Martinos in Co
lumbia als coadjutor is toegevoegd Mgr. F.
Bruis S. M. M. De benoemde heeft het
recht van opvolging.
Mgr. Ejruls is thans 41 jaar oud. Hij werd
geboren te Hulsberg (L.). In 1924 werd hy
priester gewijd. Spoedig na zijn wijding ver
trok hij naar de Montfortanen-missie in Co
lumbia, waar hij slechts twee jaren de prac-
tische zielzorg utoefende. Na eenige jaren als
leeraar aan het Klein-Seminarie van het dio
cees verbonden te zijn geweest, werd hy aan
gesteld als professor aan het Groot-Seminarie,
waarvan hij in 1934 rector werd.
V^od liefhebben is geen kwestie
j van woorden, maar van daden.
Met 1 Februari is aan de kapiteins ter zee
J. A. Sonnenberg en L. F. Klaassen, op ver
zoek, ter zake van langdurigen dienst, eervol
ontslag uit den zeedienst verleend.
Bevorderd tot kapiteins ter zee de kapitein-
luitenants ter zee J. W. G. van Hengel en P.
J. Feteris, tot kapitein-luitenant ter zee de lui
tenant ter zee der 1ste klasse jhr. W. Foreel
en jhr. E. J. van Holthe, tot hoofdofficier van
den marinestoomvaartdienst der 2e klasse de
officieren van den marinestoomvaartdienst der
le klasse W. J. Dahnghaus en M. de Vries en
tot officier van den marinestoomvaartdienst
der 1ste klasse de officieren van den marine
stoomvaartdienst der 2de klasse F. H. Kohier
en H. J. van der Heijden.
Benoemd tot officier in de orde van Oranje
Nassau dr. P. Bierens de Haan te Driebergen-
Rysenburg.
Toegekend de aan de orde van Oranje Nassau
verbonden eere-medaille, in zilver, aan A. van
Zeist, filiaalhouder bij Wed. en Gebr. Staff-
horst N.V., te Utrecht; aan C. van Zutphen in
dienst van de firma J. W. van der Mey, te
Apeldoorn; aan A. Koet, chef bij de N.V. Boek-,
Courant- en handelsdrukkery voorheen J. J.
Groen en Zoon, te Leiden; aan J. van Zetten,
wonende te Sommelsdyk, adjunct-directeur en
chef van de machinezettery by de N.V. Flak-
keesche boek- en handelsdrukkerij te Middel-
harnis en aan A. van Zetten, adjunct-directeur
en algemeen uitvoerder bij de N.V. Flakkee-
sche boek- en handelsdrukkery, te Middelnar-
nis; id. in brons aan J. A. Odinot, timmerman
by de N. V. Centrale Suiker-maatschappy te
Amsterdam.
Vergunning is verleend tot het aannemen
van de benoeming tot officier d'academie. aan
mr. J. H. Polenaar, voorzitter der Amsterdam -
sche vereeniging voor onderricht in het Franscli
te Amsterdam en mevrouw W. B. J Gerrits—
Van Maarsseveen, secretaresse van genoemde
vereeniging.
Benoemd tot officier in de orde van Oranje-
Nassau de heer N. W. van Hartingsveldt, resi
dent van Kediri.
Benoemd tot ridder in de orde van Oranje-
Nasau de heer H. van Duiken, voorzitter van
de Hollandsche club te Antwerpen
De inspecteur der directe belastingen, enz.
B. S. A. Klop, hoofd van de inspectie der be
lastingen te Hoogeveen, is verplaatst naar Ber
gen op Zoom en aangewezen als hoofd van de
inspectie der directe belastingen aldaar
Aan mevr. de wed. S. H. Römer geboren Bar-
nouw is op verzoek eervol ontslag verleend als
lid van den voogdijraad te 's-Gravenhage, on
der dankbetuiging.
Een roman van Enrica von Handel-Mazzetti
85
Hij ging en kwam terug met het berookte
Christusbeeld der veroordeelden en de twee ge
klakte waskaarsen op de tinnen kandelaars,
^et zijn zakdoek wreef hij het Christuscorpus
Jthoon en toen hij de kandelaars opstelde en de
kaarsen ontstak, kroop in hem een heimelijke
khgst op, dat de geweldenaar iets kwaads in 't
Schild voerde met die heilige dingen; want daar-
8'Hds, in de kanselarij was het mis gegaan, de
jjartshertog had hern niets toegestaan, tenzij dat
hij niet zou worden gebonden op zijn laatsten
^eg. Aarzelend schoof de provoost uit de cel,
5keeds met schuwen blik den gevangene beglu-
tehd. Dat hy zoo rustig schijnt, is wonderiyk!
Jhisschien vermoeidheid, of wie weet wat hij nu
eer van plan is.
Btak had de cel verlaten, maar opende heel
k^cht een kier van de deur en spiedde naar bin-
hen. De ritmeester stond naast de tafel, hij zag
karn van ter zijde; hij stond kaarsrecht in heel
kijn grootte, maar zijn lamme rechterhand was
'Ja'hengevouwen met de vrije linker, en zijn lip-
hen bewogen zich; hij bidt tot God, die, met
Uitgespreide armen, zwak belicht door de arme-
zondaars-kaarsen, voor hem aan het heilige
kruis hangt.
„O Jezus," mompelde de oude zacht, „het won
der is geschied." Prachtig ziet hij er uit, zoo
als hij daar staat voor het heilige kruis en bidt,
de oude kon niet anders; hij wenkt zijn dochter
en zegt: „Marka, de wilde moordenaar staat bij
het heilige crucifix en hij bidt, kijk eens, hoe
mooi dat is."
Het meisje, dat weenend in de gangen heen
en weer liep, kwam nabij, en weer opende de
provoost de deur op een kier, en zij zagen den
machtigen, forschen man in al de pracht van
zijn fiere verschijning voor de tafel staan en
bidden; zijn handen, de lamme en de andere,
waarmee hij den moord beging, lagen vast ineen
gestrengeld, en zijn wilde, onrustige oogen wa
ren strak gericht op den Christus aan 't kruis.
Marka snikte luid. Haar vader trok haar weg
van de deur, gedempt-mopperend.
Maar onmiddellijk daarna waren zij weer bij
de deur. Zij zagen, dat hy zyn gebed beëindigd
had en een teeken des kruises maakte; hij deed
het met zyn linkerhand over het met het bloed-
roode litteeken gemerkte voorhoofd en zijn bree-
de, stoere borst, waarop de eereteekenen glin
sterden.
Toen schreed hij, steeds in ongebroken hou
ding, naar zijn rustbed; het sloeg één uur van
de toren der Rupertuskerk. Hij strekte zich uit
op het bed; de beide spiedenden zagen, dat hij
meermalen over zijn voorhoofd streek en plotse
ling zich verbeet in zijn zakdoek; huilde hij?
Ptak, nu door medelijden gedreven, trad de cel
binnen en kwam voorzichtig naar het bed. Toen
zag hij, dat de man rustte, maar niet sliep.
„Wenscht u iets?"
„Jij, Ptak? Goed dat je komt. Ik wil nu
wat slapen, maar als de biechtvader komt, wek
je me onmiddellijk!"
De biechtvader! dat gaat Ptak's kleine ver
stand te boven. Drie zijn er reeds geweest, die
hij allen heeft weggejaagd; 't is een wonder,
God zal zich ontfermen.
„Geef mij den uniform-cape!" zei Tessenburg.
„Ik heb 't koud." Het was de koorts van den
naderenden dood. „Leg hem op m'n voeten
zoo!"
Toen schitterden zijn vreemde, wilde oogen
onder de wilde Titusharen den oude triomfan
telijk tegen: „Je hebt hem gezien, hè? Dat is
een groot man, niet?" „Dat zou ik denken,"
zei de provoost onderdanig.
„Wenscht u nog iets ritmeester, zal ik de
kaarsen uitdoen, opdat 't licht niet in üw ge
zicht schijnt?"
„Neen," zei Tessenburg, met behagen zijn lede
maten uitstrekkend. „Zoo kan ik zien, hoe
de Lieve Heer naar me kijkt. Toen ik in 't leger
was, heb ik veel van Hem gehouden; daarna
heb ik Hem de vriendschap opgezegd, maar nu
zijn we weer goed samen."
Hij hief zijn bovenlichaam van 't kussen op.
steunde op zijn linkerarm en het scheen den
provoost toe alsof zijn zwarte, vlammende oogen
overal tegelijk keken in het kleine vertrek.
„Zeg, Ptak! Ben je ook in Budweiss geweest!'
„Ja ritmeester, maar 't is lang geleden, toen ik
nog kind was, 't is 'n mooie stad
„Dat weet ik rjiet. Maar in de nabijheid van
de Mariakerk had hij zijn hoofdkwartier, waar
ik met hem gesproken heb en waar hij mij den
brief gegeven heeft."
De gevangene begon de eerste maten van den
Neerwindner marsch te trommelen op den rand
van het bed. Vroeger bliezen de hoornblazers
dien marsch
„Zeg, vertel me eenshet executie eomman -
do van welk wapen?"
„Jagers," zei, de oude met gedempte stem.
„Hoeveel man? Waarop schieten ze?"
„Zes man, als ik goed heb." De oude waag
de niet op te kijken naar de krijgshaftig lichten
de oogen van den rustenden held, toen hij die
wreede woorden uitsprak:
„Twee op het hoofd, vier op de borst."
Heel zacht was, door de deur, die op een kier
stond Marka binnengekomen, onophoudelijk
vloeiden tranen over haar rond. blank gezicht.
„Ritmeester?" vroeg zij onderworpen, „wenscht
u iets? Zwarte koffie?"
„Niets," schudde Tessenburg afwerend het
hoofd. „Ze huilt!"
De provoost gaf haar een teeken, te verdwij
nen.
„Wy praten te lang. De ritmeester moet nu
slapen. Heeft kracht noodig."
„Mijn beste oude, die heb ik een uur geleden
gekregen." Behoedzaam en zacht zich bewe
gend verwijderde de provoost zich. Toen hij de
deur sloot, beijverde hij zich zorgzaam, geen ge
luid te maken.
De cel was weer leeg.
Buiten liep de wachtpost met eentonigen tred
op en neer. Overigens geen enkel geluid.
Maar luister! Van verre, heel verweg klonk de
Neerwindner marsch, steeds dichterbij, steeds
dichterbij en zwol aan tot een forschen krijgs-
marsch, tot dondergeroffel, en Fransche storm
troepen rukten op. De trompetten schetterden,
de trommels sloegen chargeeren, hemel en aarde
trilden van de felle slagen. In den glans der zon
blonk Napoleon's adelaar, maar hooger vliegt
het vaandel, het sneeuwwitte vaandel van Karl.
Nog eenmaal komt 't er op aan, het land en
den keizer te beschermen, nog eenmaal vliegen
de ulanen met schallende bravo's op den vijand
in, hun brieschende paarden voortjakkerend
nogmaals slaat Tessenburg den met zwaar goud
behangen Napoleontischen commandant neer.
nogmaals keert het leidinglooze bataillon zich
in wilde vlucht om en trekt brigade na brigade
mee. Nog eenmaal legt de aartshertog, stralend
als God onder de engelen, zijn gunsteling de
hand op den schouder en zegt: Heb dank. mijn
vriend en speldt het eereteeken op zyn borst
Eens nooit meer!Trommels, zwaarden
vaandels en ulanen, alles weg. Maar heel. heel
zacht komt een ranke, teere meisjesgedaante
binnen, zij was steeds als een meisje, ook nadat
haar lieve schoot zijn kinderen gedragen had.
Zij komt dichter bij zijn bed, o, wat is zij
schoon en liefdevol! Haar hoed hangt aan haar
arm, en haar lekken, glanzend als donkere zijde
vallen om de teere schouders. Het is een
schande, dat jij op dien strooien stoel moet zit
ten, maar neem plaats. Haar kleine hand. nooit
was er zachter vrouwenhand, strekt zij uit, het
licht glanst er doorheen, als was die hand van
albast, waarin rose-rood bloed golft. Maar haar
borst is beklemd. Zü ademt zwaar. Zy spreekt
niet.
„Huil je, kind? Trek 't je niet aan! Ik heb
je toch gisteren nog gekwetst en leed gedaan.
En niet alleen gisteren. Wat heb je aan my
gehad
Maar haar oogen, die groot zijn als sterren
en even stralend glanzen, vestigt zij op zijn
lamme hand. Waarom kijk je my aan? De ring?
Van den aartshertog gekregen. Mijn kind,
met dezen ring aan mijn hand ga ik sterven.
Wat, ik mag niet? Ik moet. Die andere
had ook een vrouw, zij had hem zoo lief als ju
mij. Laat mij, laatApïj sterven!
Haar hoofd lag op z'n doode hand, en haar
tranen, haar tranen vloeiden.
Hij weerde haar af. .Mijn kind." sprak hij
die in de cellen naast de zijne lagen hoorden
hem spreken in zijn droom „Ga, laat mij
alleen, je maakt me zwak. Wat zouden ze zeg
gen: Een ulaan van den aartshertog, en hy is
bevreesd voor den dood?" Toen weende zy nog
inniger, maar zy werd bleek en bleeker en ver
dween; zelgs haar droombeeld luistert naar zijn
woorden, evenals zij in werkelijkheid elk bevel
van hem stil en deemoedig gehoorzaamde.
Morgenlucht mengde zich door den wasgeur
der opgebrande kaarsen; aan den hemel streepte
een vale schijn; weer kraaide ver en vroolijk
een haan. het uur der geestverschijningen is
voorbij, de wakkere dag begint, ook in dit huis
van smarten ook voor hem, die geen nieuwen
meer beleven zal na dezen.
(Wordt vervolgd)