De Katholieke Encyclopaedic Een proefballonnetje van Roosevelt De rust verstoord BIJ DE VOLTOOIING TOT WARE GEDAANTE TERUGGEBRACHT Scherpe reactie in Duitschland Buitenlandsch overzicht Eert terugblik op veel, maar Vruchtbaar werk DONDERDAG 2 FEBRUARI 1939 WËÊmÊÊÈÈÊm PPljl De oplichting te Ginneken HOUTSKOOL BRANDEN IN ONS LAND Dank aan de jeugd STRIJD TEGEN DE WILDE AUTOBUSSEN Half ziek - Hangerig „De Katholieke Encyclopaedic'' telt nu bij haar voltooiing een serie lijvige deelen Oudste verdachte vrijgesproken; zoon krijgt ll/2 jaar De rechtbank te Breda heeft heden uitspraak gedaan in de zaak van de oplichtingsaffaire te Ginneken. De oudste verdachte, vader D., werd vrijgesproken, met last tot onmiddellijke in vrijheidstelling, wijl de rechtbank het ten laste gelegde niet bewezen achtte. De zoon werd ver oordeeld tot één jaar en zes maanden, met af trek van voorarrest. De Ossche affaire, die telkens op nieuw door welhaast geheel de liberale, sociaal-democratische, na- tionaal-socialistische en zgn. neutrale pers werd opgehaald en opgeblazen tot een vervaarlijk en gevaarlijk lijkenden stier, die den katholieken minister van Justitie en met hem zoo mogelijk ge heel het positief christelijk kabinet op de horens moest nemen om hen in het zand te laten bijten, blijkt tenslotte voor de zooveelste maal een gummi-speel goedbeest der politieke oppositie te zijn geweest, dat men wel-is-waar moeilijk den doodsteek kan toebrengen, omdat 't niet echt is, maar dat bij eiken welge- richten prik leeg loopt. Het ambtena rengerecht heeft tot in hooger beroep Uitgemaakt, dat de minister van Justi tie zijn bevoegdheden niet heeft over schreden en gerechtigd was tot de hiaatregelen, welke hij tegen de naar zijn meening te veel over het paardje getilde Marechaussee-brigade te Oss heeft genomen. Daardoor was de ge- heele Ossche affaire zóó lek geworden, dat zij alleen nog maar met overspan ning der longen half-vol geblazen kon Worden. Wanneer het echter op produ ceren van lucht aankomt zijn zekere politieke groepen in ons land schier onuitputtelijk. Ook na de uitspraak van het ambtenarengerecht werd het Ossche beestje zoo goed en zoo kwaad als het ging op de slappe pootjes gehouden. De b&iige discussiabele vraag, welke nog overbleef, was, of het beleid van mi nister Goseling ten aanzien van de tot nationale helden gepromoveerde Ossche niarechaussees tactisch of ontactisch moest worden genoemd. Op deze vraag heeft minister Goseling thans door zijn buitengewoon uitvoerige en van veel documentatie-materiaal voorziene nota aan de Staten-Generaal nog eens ge antwoord, omdat de Kamer dat wenschte. De kern van de verdediging van zijn beleid in dezen komt hierop neer, dat de genomen maatregel in het licht der feiten, omstandigheden en ge dragingen niet als een bestraffing of 6en schorsing van de Ossche brigade is bedoeld, maar enkel de bedoeling had de brigade uit de sfeer te halen, welke haar en haar werk geen goed deed. Vandaar dan ook, dat de mannen der brigade in gelijke functie en rang alleen maar werden overgeplaatst. De poging °m hen tot martelaren van onrecht te canoniseeren moet dan ook eenvoudig Paskwillerig worden genoemd. De vraag of minister Goseling het Zelfde effect niet op andere, minder ge- fUchtmakende en meer tactische wijze had kunnen bereiken, moet naar zijn oordeel beslist ontkennend worden be antwoord. In ieder geval moet men be denken, dat het grootste gerucht, dat haar aanleiding van den genomen maat regel is ontstaan, niet door den minis- ter, maar door zijn politieke tegenstan ders, die nu eenmaal gerucht wilden maken, werd veroorzaakt. Maar zelfs Wanneer men oprecht en zonder poli tieke bijbedoelingen zou meenen, dat op een of ander détailpunt de minister van Justitie tactischer zou hebben kunnen optreden, dan zal men toch moeten er kennen, dat hier geen enkel nationaal belang in het spel is en dat het allen re delijken en reëelen proporties caricatu- raal geweld aandoet de rechtsorde als be dreigd voor te stellen. Het wordt méér dan tijd, dat bepaalde politieke krin- 6en, die beweren slechts het landsbe lang op het oog te hebben, ermee op houden gummi-speelgoedbeestjes in de Politieke arena te sturen in de hoop, dat de een of andere ministerieele to reador zich belachelijk of onmogelijk zal maken in de oogen van het toekijkende kiezerspubliek. Er zijn te belangrijke za ken en zorgen aan de orde dan dat een dergelijk onverantwoordelijk spel door Weidenkenden zou kunnen worden ge waardeerd. Welke zaken en zorgen dat Zijn, heeft H. M. de Koningin duidelijk aangegeven in Haar radio-rede over geestelijke en moreele herbewapening, toen Zij een beroep deed op geheel het Volk en geheel de natie om in eenheid fh saamhoorigheid en loyale samenwer king te trachten de bittere nooden en ontzaglijke moeilijkheden van dezen tijd te boven te komen, De heer J. P. Knaapen vierde Woensdag zijn zilveren jubileum als secretaris der gemeente Geldrop. Burgemeester Fleskens spreekt zijn secretaris toe Duitsche concurrentie duurt voort Antwoord van H. M. de Koningin aan gezamenlijke organisaties De gezamenlijke jeugdvereenigingen, die de boodschap ter gelegenheid van den verjaardag van H.K.H. Prinses Beatrix onderteekenden, mochten het volgende telegram namens H. M. de Koningin ontvangen: „De Koningin draagt mij op, aan alle onder teekenaars van het aan Hare Majesteit gerichte telegram Haar oprechten dank te betuigen voor de toezending van de boodschap van de jeugd vereenigingen en voor de Haar aangeboden ge- gelukwenschen Hare Majesteit waardeert bij zonder deze uiting van eensgezindheid en va derlandsliefde. (w.g.) VAN HEEMSTRA, particulier secretaris. Landbouwhoogeschool WAGENINGEN. Geslaagd voor het inge nieursexamen koloniale landbouw de heeren H. Schroo te Klaten, D. van der Sleesen te Amers foort. Geslaagd voor het ingenieursexamen Neder- landsche boschbouw de heer G. Sissingh te Utrecht. Het houtskoolbranden in ons land, dat de laatste jaren een kwijnend bestaan lijdt, heeft in het afgeloopen jaar geenerlei opleving on dervonden. De Duitsche concurrentie duurde onverminderd voort. De kwaliteit der Duitsche houtskool is slechter dan de Nederlandsche, doordat er vooraf reeds verschillende stoffen aan onttrokken zijn. Als brandstof voldoet zij evenwel nog behoorlijk. Voor chemische doel einden is de Nederlandsche houtskool beter, die dan ook voornamelijk daarvoor gebruikt wordt. Het eenige bedrijf in ons land, dat nog in vollen omvang het houtskoolbranden uitoefent, is te Uddel op de Veluwe gevestigd. De eige naar, de heer G. Beekman, zal de volgende maand weer met het jaarlijksche houtskool branden beginnen; ditmaal het eerst in de om geving van Loenen en Eerbeek. Bij vonnis van 31 Januari heeft de arrondisse mentsrechtbank te Amsterdam uitspraak gedaan in de procedures in de hoofdzaak tegen de vol gende ondernemers van wilde autobusdiensten: S. en A. Tours, HaarlemAmsterdam en Am sterdamAmersfoort, N.V. Avanti, Amsterdam Den Haag, Lindbergh Touringcars N.V. Am sterdamArnhem, AmsterdamGroningen, N.V. Autoverhuurcentrale, AmsterdamDen Haag, N.V. Royale, AmsterdamUtrecht en N.V. Schouten (de Zilvermeeuw) AmsterdamEind hoven. Al deze vorderingen strekkende tot schade vergoeding en tot stopzetting van de diensten zijn den Nederlandschen spoorwegen toegewezen. Met Mijnhardtjes vlugge verbetering. Doos 30 en 50 ct. Te Ammerzoden had de installatie plaats van burgemeester A. van Erp. De burgervader wordt aan de grens der gemeente door de jeugd begroet Iedere ketter heeft zijn letter. Dit adagium geldt óók voor politieke redevoeringen, en niet het minst voor redevoeringen van den Duit- schen rijkskanselier, wiens woorden, ternau wernood uitgesproken, door een internationaal legertje politieke exegeten nauwkeurig onder zocht en voor het publiek verklaard worden. Zonder dat men hen van opzettelijke partijdige heid kan beschuldigen, worden deze beschou wers uiteraard beïnvloed door hun persoonlijke verlangens en inzichten, hetgeen tot zelfmislei ding aanleiding kan geven. Hoe kan men an ders de volkomen tegenstrijdige conclusies ver klaren, die uit de redevoeringen van Hitier ge trokken worden? Zij, die Dinsdag j.l. een wan deling door de wereldpers gemaakt hebben, moeten getroffen zijn door het interessante schouwspel, hoe elke verklaarder de redevoe ring van Maandagavond uitlegde in een voor zijn land gunstigen zin. In West-Europa klem de men zich vast aan de vredelievende zinnen, die in den Rijksdag werden uitgesproken er. men besloot: met wat goeden wil wordt dc vrede in Europa lees: in West-Europa ge makkelijk gefed. Enkele lengte-graden naar het Oosten, te Warschau» herinnerde men aan het bezoek van Von Ribbentrop aan Polen, de Duitsche successen in Oostelijk Europa en de FranschItaliaansche spanning, om te conclu- deeren, dat Oost-Europa niets te vreezen heeft, en dat, als er al een conflict uitbreekt, dit zal geschieden in het Westen. Wat Warschau luid op zeide, heeft Moskou ongetwijfeld in stilte gehoopt. Doch in het Verre Oosten kwam de Japansche „Asahi" met een argumentum e contrario: Wel noemde Hitier de Oekraïne niet, maar de nadruk, dien hij op de versterking van het anti-kominternpact legde, bewijst, dat de Duitsche voorbereiding van een definitieve af rekening met Moskou in geenen deele van de baan is. Zoo waren alle partijen tevreden gesteld, en de beurs kon rustig in herstel gaan, tot plot seling een stem uit Amerika die rust als een kaartenhuisje ineen dreigt te doen storten. De „New York Times" publiceerde gisteren een verklaring, die Roosevelt in een besloten zitting van de militaire senaatscommissie zou hebben afgelegd. Daarin wordt gezegd, dat de presi dent der Vereenigde Staten bereid is de Euro- peesche democratieën tegen de agressiviteit der totalitaire staten te steunen met alle middelen, oorlog voorlöopig nog uitgezonderd. In hoeverre deze publicatie over een geheime zitting met de werkelijkheid overeenkomt, valt moeilijk te be- oordeelen, doch het categorisch karakter van het persbericht, alsmede de storm van verzet, dien het in welingelichte parlementaire kringen gewekt heeft, mag voldoende aanleiding geven voor de veronderstelling, dat de „New York Times" niet al te zeer fantaseerde. Wat kan, in dit geval, Rooqpvelt tot zulk een opzienbarende verklaring verleid hebben? De tegenspraak der Dezer dagen ontvingen alle redacteuren er medewerkers van De Katholieke En cyclopaedic een keurig gedrukte kaart, waarop de hoofdredacteur van het grootsche werk, pater d r. J. G o r r i s S. J. en de directie van de N.V. Uitgever ij Joost van den Vondel na het verschijnen van het vierentwintigste en laatste deel hun dank uitspraken voor de prettige samenwerking. Menigeen van den grooten medewerkersstaf hun aantal liep ruim in de honderden zal bij het lezen van deze aardige attentie een zucht hebben geslaakt. Van verlichting? Och, het werk van een encyclopaedie, al is het soms wat dor voor wie het moet verrichten, heeft ook zijn bekoorlijke zijden. Het dwingt den werker tot exactheid, het biedt hem de kans, het gebied zijner wetenschap eens te overzien, en de begrippen uit te drukken in bondige, voor iedereen begrijpelijke woorden. Dit is niet altijd even gemakkelijk. Er zijn wetenschappen, waarbij het zelfs buitengewoon moeilijk is, zoo als de moderne physica, de sterrenkunde, dc biologie, de electro-techniek, om nu maar te zwijgen van de speculatieve wijsbegeerte, de twistvragen omtrent de mystiek, de talrijke punten van de geloofsleer, waarbij niet slechts een verklaring noodig is, maar ook een uiteen zetting van de leer der voornaamste dwaal leeraren omtrent dit punt. Wie in allen een voud des harten een deel van de Katholieke Encyclopaedie voor zich neemt en het eens dood gewoon doorbladert met aandacht voor al het werk, dat eraan besteed moet zijn, voordat op deze wijze vier en twintig kloeke boekdeeler. konden ontstaan, die zal begrijpen, dat het in derdaad een zucht van verlichting mocht zijn. waarmede de werkers afscheid namen van een gestadigen arbeid, die hen zes jaar lang, som migen zelfs acht jaar lang had bezig gehouden. Hoe gaarne zij zich ook in dezen arbeid ver diepten, de wetenschap, dat het product nu vol tooid is, moet aan allen voldoening hebben geschonken. Voltooid! Maar kan men dit eigenlijk ooit zeggen van een encyclopaedie? Terwijl de wetenschap wordt opgeteekend, gaat zij voort in haar ontwikkeling, en als de Z voltooid wordt, is bij de A allicht weer het een en ander verouderd. Om maar een woord te noemen uit de historische wetenschap: de Anschlusz vindt men natuurlijk niet vermeld in het eer ste deel, dat reeds in 1932 het licht zag! Hier mee hangt samen, dat bij de behandeling van Oostenrijk en Tsjecho-Slowakije reeds nu te bespeuren valt, "hoe het meest moderne boek tijdens zijn verschijning reeds zijn eigen inhoud overleeft! Grappig is dit, bij alle tragiek, die erachter zit! Het herinnert aan het woord van een Amerikaan, die kort geleden bij een offici- eele gelegenheid zei: „In de vorige eeuw, toen er nog uitsluitend stoomvaart was, konden de Europeanen onze landkaarten nooit gebruiken, want voordat de kaart het oude werelddeel be reikt had, was er in het nieuwe alweer iets veranderd! Tegenwoordig is dat juist andersom. De grenzen in Amerika zijn stabiel. Maar, hoe wel we nu luchtverkeer kennen, veranderen de kaarten van Europa, terwijl de atlassen onder weg naar Amerika zijn." Dit is een schril beeld des levens, en hieraan beantwoordt ook de Katholieke Encyclopaedie Het pleit in haar voordeel, want het. bewijst, dat zij up to date is! Soms trof de redactie bovengenoemde politieke tekstuitleggers reeds bewijst, dat de kalmeerende invloed van Hit ler's rede voor een groot deel van subjectieve verlangens afhing, en dat deze rede nog lang niet alle verrassende mogelijkheden uitsluit. Te Parijs begint men dit ook te voelen: reeds gaan er Fransche stemmen op, die de regeering waarschuwen zich niet in een gevaarlijken slaap te laten wiegen. Bovendien kwam in Hit ler's rede een zeer agressieve passage voor, die Amerika betrof, het land, waartegen de Duit sche pers reeds lang te velde trok; en ieder is nu eenmaal geneigd zijn eigen veiligheid het belangrijkst voor den algemeenen vrede te ach ten. De relaties, die de totalitaire staten met Zuid-Amerika en Mexico onderhouden, wekten sinds lang het wantrouwen en de onrust van Washington; de teleurstelling, die de V. S. op het congres van Lima moesten ondergaan, wekte een gevoel van verbittering. Ideologi sche tegenstellingen hebben de situatie nog verscherpt, hetgeen aanleiding gaf tot een bijna geheel verbreken van de diplomatieke betrek kingen tusschen Duitschland en de Vereenigde Staten. Bovendien hebben de Europeesche am bassadeurs van Roosevelt een zeer somber beeld van de toekomst opgehangen; voegt men daar aan toe, dat de Amerikaansche exporteurs nog vertoornder zijn over de economische activiteit van Duitschland dan hun Britsche collega's, dan valt het te begrijpen, dat Roosevelt, die reeds lang het Amerikaansche publiek uit zijn isolationisme wilde losmaken, dit proefballon netje opliet. Hij kan thans allereerst de reactie afwach ten, die tegen deze vermeende? uitlating ontstaat. Gering zal zij niet zijn reeds is er een bond tegen deze „plannen" opgericht en Roosevelt's tegenstanders onder de Senatoren hebben zich fel tegen hem uitgelaten. Valt de reactie achteraf bezien nogal mee, dan kan hij zijn plannen tot samenwerking met Frankrijk en Engeland doorzetten; daarbij kan hij een niet onbelangrijk deel der Amerikaansche in dustrie het profijt van een winstgevenden wa penexport aanbieden. „Tegen contante beta ling," zooals de „New York Herald Tribune" met Amerikaansche openhartigheid opmerkte. Is het eenmaal zoover, dan wordt Parijs en Londen het hart onder den riem gestoken, dat het. Zoo was men, om een pakkend voorbeeld op te halen, juist aan het afdrukken van de letter L toe, toen het verheugende bericht kwam, dat H. K. H. Prinses Juliana zich zou verlooven met Prins Bernhard van Lippe Bies- terfeld. En bij de L vindt men dan ook alle ge gevens omtrent Prins Bernhard, die in den Aanvullingsband of het Supplement, dat wel binnenkort noodig zag zijn, meer op hun plaats zullen komen bij de letter B. Immers het is de gewoonte, ook door de Katholieke Encyclopaedie gevolgd, dat vorstelijke personen vermeld staan bij de eerste letter van hun voornaam. Verschillende personen uit de wereld van staatkunde, kunst en wetenschap, waren nog in leven, toen het deel verscheen, waarin men hun naam vermeld vindt. Zij stierven inmiddels. Wij hebben tengevolge hiervan het pijnlijke avontuur beleefd, dat verscheidene bladen bij den 75en verjaardag van een bekend schrijver prijzende artikelen bevatten, zonder te ver melden. dat de bekende schrijver in zijn 73e levensjaar was overleden! Ziedaar met enkele voorbeelden aangetoond, hoe het leven de wetenschap achterhaalt, zelfs wanneer die wetenschap door een groot gezel schap deskundige mannen op eminente wijze werd vastgelegd. Wat volgt hieruit? Dat een encyclopaedie, ook de allerbeste, eigenlijk nooit voltooid mag heeten, en dat de zucht van verlichting, door de werkers geslaakt, slechts een korte pauze kan inluiden, waarna de arbeid consciëntieus zal moeten hervat worden. Van het begin at heeft de uitgeverij Joost van den Vondel, die de verzorging van dit belangrijke cultureels werk op zich nam, er naar gestreefd, een boek te leveren, dat aan alle eischen van de moderne wetenschap voldoet en dat toch voor iedereen bruikbaar is. Hierin slaagde zij. Maar zij is zich bewust, dat haar taak niet volbracht is. Na de voltooiing van de 24 kloeke deelen, begint zij om zoo te zeggen van voren af aan, en vult aan, wat door de snelheid des levens veranderd worden moet. Dat de Katholieke Encyclopaedie haar weg vond naar talrijke openbare en particuliere boekerijen, dat men haar ontmoet in de biblio theek van alle wetenschappelijke instellingen en in het huis van vrijwel alle katholieke ge leerden, zal niemand verbazen. Men vindt haar echter daar niet alleen. Men vindt haar in de huiskamer van geloofsgenooten van alle ran gen en standen der samenleving, en verraden wij een geheim, wanneer wij mededeelen, dat er consistorie-kamers van protestantsche ker ken zijn, waarin de Katholieke Encyclopaedie een goed figuur maakt? De andersdenkende, die nauwkeurige voorlichting over katholieke geloofspunten, practijken, personen of zaken behoeft, heeft hier immers in betrekkelijk kort bestek alles bij elkaar, en de degelijkheid is gegarandeerd door de namen der deskundiger., die ieder hun eigen bij dragen on derteekenden, zoodat men altijd precies weet, door wien men wordt ingelicht. Dit is veel waard, en het stijgt nog in waarde, doordat bij elk artikel, hetwelk hiervoor in aanmerking komt, uitvoerig is verwezen naar de bestaande litteratuur over het onderwerp: De Joodsche geleerde, die ons bekende dat hij talrijke on- derdeelen der geschiedenis van kunst en cul tuur beter was gaan begrijpen sedert hij de Katholieke Encyclopaedie raadpleegt, bevestigde door deze uitspraak slechts de ervaring van den Frieschen dominee, die het kostelijke werk had leeren kennen in een theologische bibliotheek, doch het voortaan bij de hand wilde hebben, omdat hij niet de kans wilde loopen, zich in de polemiek te vergissen. Denken andersdenkenden zóó over de onmis baarheid van de Katholieke Encyclopaedie. voor geloofsgenooten is er alle reden om zich te verheugen over het bestaan van een werk, dat eindelijk volle recht doet aan den schat der katholieke wetenschap, zonder de profane zij nog altijd zoozeer van noode hebben. En de totalitaire machthebbers? Indien zij geen agressieve plannen hebben, waarom verontrus ten zij zich dan over deze publicaties, zou men kunnen zeggen. Doch er is, helaas, nog iets meer: de economische relaties. De publicatie der „New York Times" v,tjst erop, dat Washington nog geen prijs stelt op verbetering daarvan, om welke reden dan ook. Reeds schijnt het, dat Wiedemann, op wiens benoe ming tot consul-generaal te San Francisco zooveel verwachtingen gebouwd waren, niet den „grooten vijver" zal oversteken. Dit beteekent, d«t Berlijn in de Amerikaansche publicatie een belemmering van zijn economische activiteit ziet, en daarover is het niet te spreken. En Hitler's woorden over den Duitschen export krijgen in dit licht een wel somberen klank. Alvorens men zich aan zooveel pessimisme overgeeft, bedenke men eerst, dat het nog lang zoover niet is, en dat men het best in alle kalmte den loop kan volgen, dien dit Ameri kaansche proefballonnetje neemt. Pater dr. J. Gorris S.J., de hoofdredac teur van „De Katholieke Encyclopaedie" wetenschap ook maar in het minst geweld aan te doen. Hoeveel heiligen zijn er niet-, van wie wij al leen den naam, weten? Hier vindt men de data en feiten van hun leven, de boeken, die over hen geschreven zijn, de landstreken, waar zij vereerd worden, opgenoemd. Hoeveel begrippen uit de liturgie, de moraal, de exegese, vragen niet een eenvoudige toelichting, voordat de leek hun strekking geheel kon doorzien? Moest men al die wetenschap uit handboeken of monogra- phieën putten, welk een bibliotheek zou men moeten bezitten, welk een tijd moeten beste den! De Katholieke Encyclopaedie ondervangt dit. Ze biedt al die gegevens bij elkaar. Toen ze zou worden opgericht en er te Ant werpen onder voorzitterschap van den Nij- meegschen wijsgeer prof. dr Ferdinand Sassen een geanimeerde vergadering werd gewijd aan de overweging der mogelijkheden en den moei lijkheden, leken de laatste wel eens in de meerderheid, al werd het optimisme hier niet door vermomd. Van de meeningsverschillen, die hier in allen vrede werden uitgevochten, herinneren wij ons o.m. de quaestie, of een Katholieke Encyclopaedie alleen maar die za ken zou moeten behandelen, waarover speciaal een katholieke voorlichting gewenscht is, ofwel alle zaken, die men redelijkerwijze in een ency clopaedie verwacht. Lang is hier niet over gede batteerd, want een encyclopaedie moet een encyclopaedie zijn, oordeelden de meesten, en pas daarna kan men er over gaan praten, wat ze nog meer moet zijn. Trouwens: de bloem der katholieke physici, chemici, astrologen en mathematici was niet naar Antwerpen gekomen om daar vliegen te vangen of kruiswoordraad sels op te lossen. Ook de natuurkunde, ook de scheikunde moest ruim vertegenwoordigd zijn. Wij herinneren ons nog den geestdriftigen uit roep van een der ondernemers: „alles moet erin Aan de lunch, die deze besprekingen onder brak, fluisterde een groot geleerde met veel er varing ie ts over te veel hooi op de vork. Hij zat onderwijl goed te eten en wij meenden hem er in alle bescheidenheid op te mogen wijzen, dat er ten eerste niet uitsluitend hooi op vorken wordt getast, en dat er ten tweede heel wat op een vork kan. (Dit laatste bleek!) Maar de man, die een ijverig medewerker werd, geloofde niet veel van dat „optimisme der jeugd" en zei, dat hij maar letter voor letter zou meewerken, om niet te veel te hebben gedaan, wanneer de onder neming door de wangunst van den tijd zou moeten staken. Hij was een verstandige man. een der ver standige mënschen van zijn tijd. die rustiger was dan de onze. Maar hij heeft ongelijk ge kregen. „Alles staat er in!" Precies zooals be sloten werd op dien zomerdag in zeker hotel aan de De Keyser-lei te Antwerpen, waar wij nooit voorbijgaan, zonder ons te herinneren, dat hier uit veel tumult van natuurkundigen, juris ten, litteratoren, philosofen, medici en theolo gen een samenwerking van Noord en Zuid ont stond, die voor het nageslacht een voorbeeld zal blijven. De in teekenaar is niet bedrogen uitgekomen! Hij heeft zijn deelen toegestuurd gekregen, elk op tijd, elk in eenderen stempelband, elk voor zien van talrijke illustraties en schetsteekenin- gen, waaronder wij moeten dit opmerken enkele portretten afschuwelijk misteekend zijn. Maar wij leven niet in het aardsche paradijs. Alle menschenwerk is onvolmaakt, en de leelij- kerds treffen het, als hun portret niet lijkt! Het geheel staat voor ons, zooals een stad voor ons staat. „Alles is erin". Het ligt aan ons, of we willen wandelen, studeeren, 't museum bezoeken, naar school gaan of slechts wat langs de gevels slenteren. De kansen zijn legio. Het is maar, hoe men ze gebruikt! De heer mr. F. J. Waals werd Woensdag geïnstalleerd als burgemeester van Dreumel. De. nieuwe burgervader tijdens zijn rede na de installatie

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 9