Van gras tot krachtvoer
Onze zuivelexport
naar Amerika
Hr. Ms. Tromp te
Lissabon
De treinbotsing te
Maarn
FRANSCHE REPUBLIEK
EEN ONDERHOUD MET
Ir. H. T. TJALLEMA
Er is goed nieuws
Mo BUITENLANDSCHE LEENING VAN T939
175.000.000 Zw. frs. 420.875.000
DINSDAG 7 FEBRUARI 1939
De proefnemingen wettigen de
verwachting, dat invoer van
veevoeder beperkt zal
kunnen blijven
Ongekend perspectief
Naar het Kampereiland
De tanden laten zien!
Is het trots of is het
de waarheid?
En dan moet je je kleerenkast
nog dankbaar zijn
Na onrustigen nacht Lissabon
UIT DEN OMTREK
BEVERWIJK
DE NOOD IN DEN TUINBOUW
Beroep op den Minister
BURGERLIJKE STAND
Benoemd
HILLEGOM
VELSEN
Autobus tegen boom gereden
Ingebroken
P. D. Schoenmaker
VELSEN-NOORD
R. K. Jeugdwerk
In een kort oogenblik was een
groote ruïne ontstaan
Certificaten aan toonder
CERTIFICATEN a f ÏOO en a f250
4 pCT. BUITENLANDSCHE LEENING VAN 1939
DER FRANSCHE REPUBLIEK.
in de advertenties vandaag.
maakt
furore
IJMUIDEN
VISSCHERIJ-NIEUWTJES
Van gras tot krachtvoer!
Het klinkt als een tooverwoord over onze
weiden waar de boeren in gespannen aan
dacht uitzien naar ieder bericht dat iets
te melden weet over de uitkomsten van de
proefnemingen die in Friesland en Zuid-
Holland (straks ook op het Kampereiland)
in vollen gang zijn.
Bedachtzaam zwijgen nog de deskundi
gen over de eerste resultaten. Heel voor
zichtig laten zü zich uit over den vermoe-
delijken kostprijs, over de voedingswaarde,
over de toekomstmogelijkheden. Want het
is duidelijk dat Nederland, met zijn bijna
overdadige grasproductie en niet onbelang-
rijken invoer van veevoeder, groot belang
heeft bij het welslagen van deze proefne
mingen.
Temeer als men bedenkt dat de productie van
onze weiden met 50 pCt. kan worden opgevoerd
door toepassing van nieuwe landbouwmethoden
en stikstofbemesting. Terwijl in de voorbije ja
ren de opbrengsten op het bouwland belangrijk
werden verhoogd, mede door het gebruik ma
ken van groote hoeveelheden stikstof, is de pro
ductie van het grasland lang niet in die mate
gestegen, aldus Ir. H. T. Tjallema, Rijksland-
bouwconsulent te Zwolle, tijdens een onder
houd.
Voor onzen veestapel kunnen we welis
waar op dit oogenblik voldoende gras, hooi
en kuilvoer winnen, maar wanneer de uit
komsten van de grasdrogerijen en van de
voedering der dieren met de nieuwe gras-
producten beantwoorden aan de verwach
ting, zal door verbetering van de kwaliteit
de productie kunnen worden vergroot, om
dat de dieren hiervan meer kunnen ver
werken.
Weliswaar heb ik hier eenlge voorloopige cij
fers omtrent de proefnemingen van 1938, welke
werden geleid door Dr. Ir. H. J. Frankena, voor
me, doch publicatie ervan moet in dit stadium
ongewenscht worden geacht.
Uit het verdere gesprek dat zich ontwikkelde
over de verwachtingen viel evenwel in den toon
te beluisteren dat de voorloopige uitkomsten
zeer hoopgevend waren.
In hoever' 'zal hét nieuwe product het thans
geïmporteerde krachtvoer kunnen vervangen?
informeerden wij.
Met het antwoord hierop moet ik wachten tot
de uitslagen van de dezen winter aangezette
voederproeven bekend zijn, aldus Ir. Tjallema.
veer 550 kg. krachtvoer per jaar. Hoewel de
Gemiddeld wordt per koe gerekend op onge-
▼oedingswaarde van het nieuwe product zeer
uiteenloopt het eiwitgehalte varieert b.v. van
12 tot 20 pCt. zou het best mogelijk kunnen
blijken, dat het grootste deel van dit krachtvoer
vervangen wordt door grasmeel of een ander
grasproduct.
Ook is het nieuwe artikel vermoedelijk ge
schikt om tot een zeker percentage op te nemen
in de mengvoeders voor varkens en kippen. Uit
een en ander blijkt voldoende de sociaal-eco
nomische beteekenis van deze proefnemingen.
Mag aangenomen worden dat de handels
waarde van het nieuwe artikel inderdaad zal
leiden tot beperking van den invoer voederar
tikelen?
De handelswaarde van het artikel is nog niet
bekend. Trouwens de theoretische berekeningen
moeten nog getoetst worden aan de practische
uitkomsten. Zooveel kan ik er wel van zeggen:
het product dat men krijgt ziet er goed uit en
zijn voedingswaarde zal dat van het geïmpor
teerde voeder dicht naderen.
Bij gebruik van een dubbele drooginstallatie
zooals er op het Kampereiland een zal komen,
mogen de kosten van het drogen voorloopig
worden gesteld op ongeveer twee cent per kg.
droog product. Maar daarbij zijn niet meegere
kend de afschrijving en rente van de stich-
tingskosten.
Deze uitzonderlijke kostprijsberekening vindt
haar oorzaak in de omstandigheid dat Rijk en
gemeente Kampen ieder 10.000,in de stich-
tingskosten zullen bijdragen en gedurende de
twee eerste jaren geen rente zullen vorderen.
De bedoeling is dat het gedroogde gras in
hoofdzaak naar de boeren teruggaat, om in
eigen bedrijf te worden vervoederd.
Vanwege de speciale toestanden welke op het
Kampereiland heerschen, zal echter ook een
gedeelte van de totale productie kunnen worden
verkocht. In de toekomst zal blijken of men in
deze richting verder zal kunnen gaan.
Met den heer Tjallema maakten we een
denkbeeldig uitstapje naar het Kampereiland,
dat bekend staat om zijn vetten vruchtbaren
grond en om de voortreffelijke kwaliteit van
zijn hooi.
Hier heeft de heer Tjallema het initiatief
genomen voor de stichting van een drooginstal
latie met dubbele capaciteit. Twintig tot vijf en
twintig boeren hebben, dank zij de voornoemde
medewerking van rijk en gemeente, zich bereid
verklaard gezamenlijk het nieuwe bedrijf te
stichten en in exploitatie te nemen.
Ongeveer tien menschen zullen in de dro
gerij en malerij werk vinden van 1 Mei tot 1
October. Dag en nacht zal worden doorgewerkt
in 3 ploegen, waardoor per seizoen gerekend
wordt op pl.m. 700.000 kg. droog product. Hier
voor zou benoodigd zijn de grasopbrengst van
70 ha. weidegrond.
De deelnemers moeten zorgen voor een regel-
matigen aanvoer van gras, waarvoor zij het
nieuwe product in de plaats ontvangen.
De levering van de grondstof behoeft in zoo
verre geen moeilijkheden op te leveren, omdat
de productie van de gronden op het Kamper
eiland, o.a. door een stikstofbemesting nog be
langrijk kan worden vergroot. Wel zal het voor
de deelnemers lastig zijn steeds op tijd de ge
vraagde hoeveelheid gras ter beschikking te
kunnen stellen.
Hierbij is men steeds afhankelijk van het
Weer.
Dit zal door de opgedane ervaring op den
duur iets vlotter kunnen verloopen, maar het
weer kan steeds als spelbreker optreden.
De productiekosten worden omgeslagen en
wat de veehouder aan droog product voor eigen
bedrijf niet behoeft, zal hij zeker trachten te
verkoopen.
De eerste twee jaren werken deze boeren dus
met geringer geldelijk risico. In die periode
zullen de uitkomsten uitwijzen of deze indus
trie rendabel is.
Eerst dan komen rijk en gemeente met de
vraag of de boerencombinatie bereid is gebouw
en installatie over te nemen en zelf verder te
exploiteeren.
Deze tegemoetkomende houding van Rijk en
Gemeente spruit natuurlijk voort uit sociaal-
economische overwegingen. De moeiten en zor
gen en de toewijding aan dit nieuwe bedrijf ten
koste gelegd, verdienen een succesvol resultaat.
In het bijzonder voor de gemeente Kampen,
met haar zeer uitgestrekt weidegebied, zouden
zich wel eens ongekende perspectieven kunnen
openen.
Zooals bekend heeft de regeering der Ver.
Staten van Noord Amerika besloten counter
vailing duties te gaan heffen op de zuivelpro
ducten, welke Nederland naar dat land uit
voert. Deze regeering meent n.l. dat het toe
kennen van steun door den Nederlandschen
staat aan de exporteurs beschouwd moet wor
den als dumpen. Het Algemeen Zuivel- en
Melkhygiënisch Weekblad herinnert er aan, dat
onze zuivelexport naar de Ver. Staten nu on
mogelijk zal worden, terwijl juist met dit land
onlangs een handelsverdrag is gesloten.
De bepalingen van dit handelsverdrag leken
ook voor verschillende zuivelproducten nieuwe
mogelijkheden te openen en inderdaad kon bijv.
onze kaas er reeds van profiteeren. Zulke
nieuwe mogelijkheden kunnen echter slechts
geleidelijk aan, na verloop van vele jaren van
groote inspanning en activiteit, ontwikkeld wor
den en een der nadeeligste gevolgen der Ameri-
kaansche houding is juist, dat de potentieele
mogelijkheden, welke de Ver. Staten voor de
zuivel in de naaste toekomst leken te bieden,
thans met één slag teloor gingen.
Van de bepalingen van het handelsverdrag
kon niet alleen ónze zuivel, maar als uitvloei
sel van de meestbegunstigingsclausule ook die
van enkele concurrenten als bijv. Denemarken
en Finland profiteeren. Het absurde en betreu
renswaardige in de thans ontstane positie is,
dat landen als de zoojuist genoemde blij
ven profiteeren van de voordcelen, welke door
het sluiten van het Nederlandsch-Amerikaansch
handelsverdrag hun in den schoot vielen en
welke zij dankbaar konden uitbuiten o.m. door
ons land te beconcurreeren met imitatie Neder-
landsche kaastypen e.d. Nog dwazer wordt de
situatie wanneer men bedenkt, dat ook in De
nemarken en Finland ter wille van de binnen-
landsche economische constellatie steun aan de
melkveehouderij wordt verleend. De regeerin
gen van deze landen hebben echter kans gezien
de Amerikaansche bepalingen te omzeilen en
kunnen nog steeds, ondanks den door hen uit
betaalden melksteun, tegen een prijs, welke in
de orde van grootheid van den wereldmarkt
prijs ligt, in de Ver. Staten aan de markt ko
men. Het blijkt dus, voor wat betreft de zui
velproducten, dat wij door het sluiten van het
Nederlandsch-Amerikaansch handelsverdrag
het paard van Troje hebben binnengehaald!
Men vraagt zich intusschen af of de Neder-
landsche regeering wel, eerst met voldoende
sterke argumenten en daarna met voldoende
krachtige represaille-dreiging, deze aangelegen
heid in Washington heeft behandeld.
De Amerikaansche autoriteiten zijn gezwicht
voor de argumenten en den aandrang van be
paalde groepen van belanghebbenden (bedoeld
is het telegram van de Amerikaansche veehou
ders aan het departement van Financiën te
Washington Red.). Er zijn echter in de Ver.
Staten groote groepen, welke zeer veel belang
hebben bij export naar Nederland en het is
denkbaar, dat wanneer ons land gedreigd had
met het voornemen zeer zware extra-rechten te
zullen gaan heffen, indien Amerika op zijn
standpunt bleef staan, bijv. op automobielen,
sigaretten en electrische apparaten, het pro
test van de zijde der getroffen Amerikaansche
industrie de stemmen van belanghebbenden uit
de zuivelkringen in sterkte zou hebben over
troffen. Misschien zou Amerika water in zijn
wijn gedaan hebben en ons niet hebben ge
dwongen maatregelen te treffen als de boven-
aangegevene, welke voor ons land zoo uiterst
nadeelig zijn.
Een andere oplossing zou wellicht deze zijn,
dat door Nederland thans, naar analogie van
de desbetreffende Amerikaansche bepalingen in
zake countervailing duties, een wet werd ge
maakt, welke zou moeten inhouden, dat op
goederen, afkomstig uit landen welke het recht
meenen te hebben zgn. countervailing duties te
heffen, additioneele invoerrechten moeten wor
den gelegd. Van Amerikaansche zijde is immers
altijd volgehouden, dat de geheele kwestie der
countervailing duties niet onder de vigueur van
de bepalingen van het Nederlandsch-Ameri
kaansch handelsverdrag zou vallen, maar uit
sluitend voortvloeit uit regelen van binnen-
landsche wetgeving. Een Amerikaansche wet
aldus de redeneering der Amerikanen schrijft
immers imperatief voor, dat in die en die ge
vallen (welke nota bene ter beoordeeling van
de Ver. Staten-autoriteiten worden gelaten)
countervailing duties zullen moeten worden ge
heven. Een afdoende tegenmaatregel lijkt dus
te zijn, dat ook wij met een legislatief product
komen, op grond waarvan volgens dezelfde
spitsvondige redeneering (en met opzijzetting
van verdragsbepalingen) extra-rechten niet al
leen kunnen, maar moéten worden geheven.
Naar alle zijden brokkelt onze zuivelexport
af en, wij willen er ditmaal niet dieper op in
gaan, ook van andere landen hebben wij, als de
voorteekenen niet bedriegen, een weinig vriende
lijke behandeling te wachten ten opzichte van
onze voortbrengselen van de zuivel. Het wil ens
voorkomen, dat alleen een zeer krachtige hou
ding van de Nederlandsche regeering, het op
zijn ouderwetsch uitgedrukt „laten zien van on
ze tanden", erger kan voorkomen en wellicht
reeds, indien eerder gedemonstreerd, veel ergs
had kunnen voorkomen.
Zoowel wat Amerika betreft als ook ten op
zichte van andere landen, welke voor onzen
zuiveluitvoer van zeer veel beteekenis zijn, be
schikken wij altijd over voldoende scherpe wa-
Het zal wel niemand ontgaan, dat
zoo ooit dan in onzen tijd, het
algemeen welzijn het bestaan en
den krachtigen bloei vordert van katho
lieke Hoogescholen.
Benedictus XV aan het
Hoogw. Episcopaat van Nederland.
pens, daar deze landen wel degelijk een groot
belang hebben bij den uitvoer naar ons land.
Willen wij binnen afzienbaren tijd onze positie
niet links en rechts hopeloos verspelen, dan is
een zeer krachtige houding eerste voorwaarde.
Ook in den handelsstrijd is vaak de beste ver
dediging „de aanval".
De Vlootaalmoezenier, majoor H. J. Bangert,
vervolgt in „Stella Maris" zijn verhaal van
de reis met de Tromp:
Dichtbij het schfp zie ik de hooge golven en
het overslaan van het water dat door het
schip wordt teruggestuwd.
's Morgens besluit ik geen H. Mis te lezen;
de bewegingen van het schip zijn me een beetje
te heftig en te onbesuisd- en ik ben nog niet
zoo erg ingeschoten op den wankelen vloer.
Op de brug en aan dek wordt de tempera
tuur steeds aangenamer.
's Middags zitten we waarachtig in het zon
netje tegen het kanon op de campagne een
half uurtje te genieten.
Met eenig leedvermaak bekijken we het weer-
kaartje, dat een flink stormpje aangeeft voor
de plaats, die wij juist hebben verlaten en die
door Hr. Ms. „Sumatra'' vandaag zal worden
bevaren.
Dat loopen we in ieder geval mis!
Enfin, we zijn óók nog niet in Nieuwe diep
terug.
We zullen ook nog wel een en ander mee
pikken.
Verschillende officieren hebben reeds getracht
me van de inrichting van het schip op de
hoogte te brengen en met graagte maak ik
gebruik van hunne aanwijzingen.
Persoonlijk heb ik ook reeds eenige expeditie-
tochten beproefd, maar het aanbod van den
Schipper greep ik toch hedenmorgen met twee
handen aar., om de nog niet ontdekte hoeken
en gaten te gaan opnemen.
In den loop van den middag (Donderdag
middag), als de gierschijf is uitgebracht en
van alle kanten de schoten over zee klinken,
rondtollend om de schijf in de buurt van de
Burlingeilanden, daal ik met een der officieren
van den Marine-Stoomvaartdienst tot in de
ingewanden van het schip, om daar de Zin
gende Zaag te ontmoeten en het lachende en
hard werkende machinekamerpersoneel te zien.
Wanneer -men aan dek en in den commando
toren vol bewondering de nieuwste en meest
moderne instrumenten en vuurleidingen be
schouwt, met evenveel interesse en waarschijn
lijk even weinig begrijpen, staat men in de
machinekamers te luisteren naar uitleg van de
wonderbaarlijkste en 'meest geperfectionneerde
voortbewegingsmachines.
Wat moet ik, volslagen leek in het vak,
ervan vertellen?
Wél kan ik u zeggen, al is het voor mij
heelemaal niet duidelijk: er werd en er zal
worden raakgeschoten,ènde machines
werken uftstekerrd en het schip komt op tijd,
waar het wezen moet.
Deze vraag stelde ik mezelf, toen ik beweerde,
alvorens naar de machinekamers te gaan af
dalen, dat ik eerst een oud jasje wilde aan
trekken, doch de begeleider betoogde met een
soort van heilige verontwaardiging, dat ik vol
maakt rustig mijn beste jasje kon aanhouden.
Hgt was, waarheid en met trots kan deze
waarheid worden uitgesproken.
Een paleis van properheid en netheid, be
woond door een opeenstapeling van dynamo's,
pompen, meters, tandraderen en geleidingen
èn bewoond door personeel, dat men eenvoudig
niet meer terugkent, in vergelijking met de
bewoners van de machinekamers van een
ouderwetsch schip.
Vroeger, al is het dan ook niet algemeen
waar, voor een deel dan toch zeker, vond
men in de machinekamers de mannen met de
stoere knuisten, de mannen met het bewonde
renswaardige uithoudingsvermogen, de mannen,
dfe gestaald en gespierd telkens maar weer
naar beneden doken en zwart en vuil na enkele
uren hard werken weer te voorschijn kwamen.
Mannen van harden handenarbeid!
Tegenwoordig (al zal het typische van het
stokersgilde misschien wel steeds blijven be
staan), is ook het machinistencorps een corps,
dat het niet alleen van de handen moet heb
ben, maar dat wel degelijk sterk ontwikkeld
moet zijn in de electrotechniek en de voort
bewegingstechniek.
Ze zijn netter geworden naar het uiterlijk en
ze gaan mee met hun tijd, al klauteren ze als
slingerapen tusschen stangen en geleidingen
en werken ze hard.
Het zijn de mannen, waarvoor de handen
onontbeerlijk zijn, maar - die toch ook een flink
portie verstand moeten bezitten.
Terug van klim- en sjouwpartij door de
machinekamers, zet ik me neer om mijn ver
slagje verder te tikken.
Voor mijn bureautje, waarop mijn schrijf
machientje heen en weer wankelt, zit ik, dom
genoeg!, met de vier pooten van mijn stoel op
een losliggend kleedje.
We zijn nog steeds aan het zweven met een
matig vaartje rond de gierschijf en het schip
ligt een beetje erg te wankelen op de zware
deining en de tamelijk hooge golven.
Daar maakt het schip een geweldige helling
en met stoel en al word ik van voor mijn
bureau weggesmakt en rem af tegen mijn
kleerenkast, die hard genoeg is, om me te laten
voelen, dat zij er staat.
De „Tromp"' heeft me vandaag verschillende
liefdevolle stooten gegeven, maar deze komt
het beste aan.
In de harde kast geer. deukje en geen
schrammetje!
Op mijn hoofd een schrammetje en een
bultje!
Nooit meer met alle vier de gummipooten
op het kleedje!
De zee sart zich zelf steeds meer op!
Wint het toch niet van ons en kan dus beter
ophouden.
's Nachts worden we telkens door elkaar ge
rammeld en om zes uur in den morgen krijgt
het schip zulk een opdoffer, dat plotseling de
geheele bemanning meent, dat het een half
uur eerder „Overal'1 is.
Voor mij is het op tijd en ik ben gelukkig juist
uit mijn kooi, als de schok maar weer tegen
mijn kleerenkast wordt opgevangen.
Prettig ontwaken!
Ik lees toch r.og de H. Mis en het gaat waar
achtig dat half uurtje juist zooals het hoort.
Bij het ontbijt rinkelen kopjes en borden,
eten tafellakens zacht gekookte eieren en
spatten de golven hoog op tegen de patrijs
poorten.
De loodsboot, die onzen Pilotos aan boord
moet brengen heeft een zwaren dobber.
Met onbegrijpelijke vaardigheid stormt plot
seling een watersnel motorbootje van het schip
los en met een kwieken sprong bevindt zich
onze loods aan boord.
Mooi werk van een vertegenwoordiger van
een historisch zeevast volk.
Te ruim tien uur liggen we gemeerd aar.- de
kade te Lissabon en is de eerste trip achter
den rug.
De besturen van de Vereenigde Veilingen en
de B. E. T.-Veiling hebben, mede namens de
verschillende tuinbouwstandsorganisaties, aan
den Minister van Economische Zaken en Land
bouw een adres gezonden met betrekking tot de
steunuitkeeringen 1938 aan de tuinders in de
ze streek, die voor het grootste gedeelte de
koudegrond-teelt beoefenen.
Waren de normale steunuitkeeringen op de
koudegrond-producten in verhouding tot den
veilingomzet steeds aan den lagen kant, aldus
het adres, de productie van den oogst 1938 heeft
dermate te lijden gehad van misoogst, dat de
prijzen der schaars aangevoerde artikelen,
hoewel dikwijls hooger dan den richtprijs lig
gende toch een sterk verliesgevende reelt tot
resultaat hadden.
Volgens de normale steunregeling wordt ech
ter op de producten, die den richtprijs hebben
opgebracht, geen steun uitgekeerd zoodat het
resultaat is: onvoldoende opTJrengst en geen
steun. Al zou er meer steun worden uitgekeerd
op producten dan zou het aantal K.G. of an
dere eenheden door den misoogst toch te gering
zijn om eenig effect te hebben.
Hoe droevig de toestand is werd dan ook op
een vergadering van de besturen der tuinbouw
organisaties en veilingen in den breede bespro
ken, vooral naar aanleiding van een ingesteld
serieus onderzoek over 120 bedrijven, met ge
middeld ruim 1 H.A. koudegrond-teelt. In dit
rapport (dat wij reeds publiceerden) wordt de
toestand in nuchtere cijfers beschreven. De re
serves zijn opgeteerd en de menschen leven reeds
jaren op een uiterst laag levenspeil.
In het adres wordt er dan verder op gewe
zen, dat de groenteteelt in deze streek hoofdza
kelijk dient voor de voedselvoorziening eener
volkrijke omgeving, Amsterdam, Zaanstreek,
Haarlem, Velsen, IJmuiden, Beverwijk enz., en
dat gemiddeld zeer weinig producten onverkocht
blijven. Ete toestand is dus voor de nijvere wer
kers die het besef hebben, dat hun producten
toch door het publiek worden geconsumeerd ter
wijl hun bedrijven niet loonend zijn, onhoud
baar; tevens is deze toestand een duidelijk be
wijs, dat deze streek, met haar duurderen le
vensstandaard met de landelijke gemiddelde
richtprijzen niet mee kon komen.
De kleine bedrijven worden nog ter. deele
geholpen door de steunverleening aan kleine
tuinders, doch zeer groote groepen moeten zich
nog om aanvulling tot Maatschappelijk Hulp
betoon wenden om onderstand, vooral, nu door
de strenge vorst van eind December 1938, bijna
alle winterproducten zijn bevroren en dus de
weinige inkomsten, die velen nog hadden om
den winter door te komen, zijn verloren gegaan.
Het is daarom dat organisaties en veiling-
besturen den minister dringend verzoeken voor
deze streek met haar duren levensstandaard bij
zulk een laag levenspeil nog eens een extra
steunuitkeering in een of anderen vorm te
willen doen, zooals voorheen reeds vaker moest
geschieden, omdat deze streek met het gemid
delde prijspeil niet rond kan komen.
Geboren: C. C. van Laer-Zwanenburg, d.
A. Allard-Hendriks, z. J. M. Niesten-Koop-
man d. H. H. van Rijn-v. d. Berg, z. P.
Kelder-den Heijer, z. M. G. Vessies-Poel, z.
J. M. van Schie-Numan, d. C. C. v. d.
Lem-Olsthoorn, z. M. F. M. de Weijer-
Hienkens, z. C. Tuijp-Noordman, z. H.
Zonjee-Korsman, z. M. A. Gerritsen-van
Schie, d.
Ondertrouwd: A. W. de Goede en J. H.
Schmitz D. Vergunst en H. Jansen H.
Bakker en J. M. Brasser.
Getrouwd: D. de Ruig en J. K. Steen J. F.
Roemer en M. A. van der Struik.
Mét ingang van 1 April a.s. is benoemd tot
directeur van het postkantoor te Bodegraven
de heer G. Wijlhuizen, commies ten postkan
tore alhier.
Rectificatie „De Deserteur" zal opgevoerd
worden door de H.V.B., de Hillegomsche Vrij
willige Burgerwacht, en niet door de B.V.L.
Dus op 16 Febr. naar café Flora om daar onze
eigen Hillegomsche Burgerwachters te zien!
Vertrokken personen Th. C. Meijer naar
Haarlemmermeer, Spieringerweg 1210; J. van
der Zwart naar Rotterdam, Heemraadsingel 196;
B. DijkstraVink naar Haarlemmermeer, Ven-
r.eperweg 512; J. G. van Beek naar Bloemen-
daal, Leidschevaart 80; A. van der Lelie naar
Leiden, Oude Singel 70; A. Naber—Meulenberg
naar Leiden, Koninginnelaan 27; G. E. Meis
terTaat naar Rhenen, Grebbeweg 55.
Gevestigde personen M. J. Jacques Maria-
straat 20; J. F. Moormann Hofstraat 10; J. H.
Paap Amerikastraat 3; J. C. Schipper Meer
straat 196; J. W. Seders Mariastraat 20; E. M.
Tijssen Haarl.str. 36; W. de Vries Haven 28.
De propagandisten .bijeen Maandagavond
kwamen de propagandisten van de St. Joseph-
parochie met het bestuur om zeven uur in
hotel Sistermans bijeen.
Eenmaal in het jaar noodigt pastoor Van
Leeuwen degenen, die het heele jaar werken
in het belang van de parochie, een avond uit
om dan met elkaar eenige urtjes gezellig door
te brengen. Zoo waren daar Maandagavond
met den pastoor het kerkbestuur, de propagan
disten van den St. Josephpenning, de H. Sa-
cramentsvereeniging en de Maandagmiddagclub
te zamen. Allereerst werd een liedje gezongen.
Pastoor van Leeuwen opende den avond en
bracht in herinnering, hoe de zelatricen van den
St. Josephpenning er in geslaagd zijn 't leden
tal van den St. Joseephpenning op peil te
houden. De leden van de H. Sacramentsvereeni-
ging verzorgen op uitstekende wijze de para
menten en op een keurige wijze wordt de kerk
schoon gehouden door de Maandagmiddagclub.
Al dezen werkers is de pastoor zeer erkentelijk.
Door allen wordt het geheele jaar door in het
belang van de kerk gewerkt en daarom is het
goed aldus de pastoor, eens in het jaar een
vroolijke bijeenkomst te hebben.
Daarna werd er aan een twaalftal tafeltjes
gekaart om prijzen.
Nadat de prijzen waren uitgereikt deed de
pastoor eenige mededeelingen. Er zal dit jaar
wederom een verloting plaats hebben voor de
leden van den St. Josephpenning. Alle leden van
deze vereeniging krijgen dan een gratis lot.
Daarom raden wij onze parochianen, die nog
geen lid zijn van den St. Josephpenning, aan,
om zich zoo spoedig mogelijk als donateur op
te geven. De verloting zal gehouden worden om
streeks het beschermfeest van St. Joseph (dat
is Woensdag van de tweede week na Paschen).
Namens het kerkbestuur sprak daarna de
heer P. Klaver. Deze bracht woorden van hulde
en dank aan de drie vereenigingen, die onder
de bekwame leiding van pastoor Van Leeuwen
zoo buitengewoon het kerkbestuur steunen.
Vooral prijst spr. het werk van de zelatricefl
van den St. Josephpenning, die vooral tegen
woordig de financieele taak van het kerkbe
stuur zoo belangrijk verlichten. Daarmede wil
spr. niets te kort doen aan de andere vereeni
gingen, want ook hun belangeloos werken, al
tijd zoo stipt uitgevoerd, is van groot belang
en bespaart vele uitgaven. „Dat God u dit alles
zal loonen", wenscht spr. allen van harte toe.
Na een kort gebed voor de levende en over
leden leden van den St. Josephpenning en den
zegen sloot pastoor Van Leeuwen dezen avond.
Tengevolge van den mist is op den Hagelin-
gerweg een autobus tegen een boom gereden,
waardoor deze ontworteld werd. De autobus
werd aan de rechterzijde ernstig beschadigd.
Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor en
de passagiers zijn met een anderen autobus
verder gereisd.
Zaterdagavond is tijdens afwezigheid der be
woners ingebroken in een perceel aan de Noor
derlaan te Velsen. Een drietal portemonnaies
met geld werden vermist.
Na een ziekte van enkele maanden is op 41-
jarigen leeftijd overleden de heer P. D. Schoen
maker, chef van de afdeeling financiën ter ge
meentesecretarie alhier.
De heer Schoenmaker, die geboren is in Ven
huizen, begon zijn ambtelijke loopbaan in
Utingeradeel, waarna hij op 1 October 1915 be
noemd werd tot klerk ter gemeentesecretarie
alhier. Na de verschillende rangen te hebben
doorloopen, volgde op 2 Sept. 1927 zijn benoe
ming tot chef van de afdeeling financiën.
De gemeente verliest in hem een ijverig en
plichtsgetrouw ambtenaar.
Het stoffelijk overschot zal Woensdagmiddag
half drie op de begraafplaats de Biezen ter
aarde worden besteld.
Zondagavond had de tweede uitvoering voor
de donateurs plaats van het R.K. Jeugdwerk,
in het R.K. Vereenigingsgebouw. De weleerw.
heer kapelaan Roozenburg heette de aanwezi
gen welkom en bracht dank voor den onder
vonden steun. Met veel toewijding werd door de
leden het vierbedrijvig tooneelspel ..Prins Ping-
pang-pong in het Zomerkamp" opgevoerd. De
aanwezigen hebben flink gelachen'
Den heer J. Haver, die de leiding had, komt
zeker een woord van lof toe voor zijn onver
moeid werken, om met „zijn jongens" zóó voor
den dag te komen.
Omtrent de treinbotsing te Maarn vernamen
we Maandagavond nog:
De electrische trein, welke 8 minuten over
negen van het Centraal Station te Utrecht
was vertrokken met bestemming Arnhem, was
het station Driebergen gepasseerd en naderde
het station Maarn. Ter hoogte van de ter
plaatse aanwezige zanderijen op ongeveer 500
meter afstand van het station te Maarn stond
het signaal op onveilig. Een zwaar geladen
zandtrein, bestaande uit eenige platte zand-
wagens en een goederenwagon aan het einde,
passeerde op dat oogenblik het op die plaats
liggende wisselcomplex, de lijn Utrecht-Arn
hem overstekende. De zandtrein was op weg
naar Utrecht. Op tot nu toe onopgehelderde
wijze is de electrische trein door het onveilig
signaal gereden en met groote kracht op de
laatste wagens van den zandtrein gestooten.
De electrische trein, welke uit twee wagons be
stond, schoof nog ongeveer 200 meter door al
vorens tot stilstand te komen, den zandtrein
volledig terzijde werpend.
In een kort oogenblik werd een groote ruïne
geschapen. De voorste wagon van den electri-
schen trein werd van de wielstelling gerukt
en kantelde gedeeltelijk. Evenals bij het spoor
wegongeluk te Ede in Mei van het vorige Jaar
heeft de hechte constructie van den electri-
schen trein de inzittenden van dezen wagon
voor groot onheil behoed.
Gelukkig was het een tweede klasse
wagon, waarin zich slechts enkele reizigers
bevonden, die evenals de wagenvoerder he
vig schrokken, doch ongedeerd den trein konden
verlaten.
Erger was het gesteld met den zandtrein. En
kele wagons werden totaal vernield, terwijl de
bagagewagen geheel omver werd geworpen.
In dezen wagon bevond zich de hoofdgeleider.
de heer Op 't Land, die ernstig gewond werd
opgenomen en na door dokter Lobe!, uit Maarn
en een verpleegster, die spoedig te plaatse wa
ren, te zijn geholpen, per trein naar Utrecht
werd vervoerd en van het station aldaar pet
ziekenauto naar het Academisch Ziekenhuis
werd getransporteerd.
In den wagon bevond zich bovendien een ko-
lenkacheltje. Toen de wagon kantelde viel het
kacheltje om waardoor een begin van brand
ontstond. Het vuur werd evenwel spoedig ge'
bluscht met een zich, in den electrischer trein
bevindenden snelblusscher waardoor uitbreiding
werd voorkomen. Terstond werden maatregelen
getroffen, om het reizigers vervoer zoo min moge
lijk te stagneeren. Daar de bovenleiding intact
was gebleven, was het mogelijk de electrische
trein tot op de plaats van het ongeluk te leiden-
Hier moesten de reizigers overstappen en met
andere electrische treinen hun reis vervolgen-
Het opruimingswerk werd onmiddellijk met
kracht aangepakt. Montagewagens met diverse
ploegen arriveerden uit Utrecht, Arnhem en
Nijmegen.
Een betonnen seinpaal werd eveneens door den
electrischen trein omver geworpen.
groot
Ondergeteekende berjfht, dat zij een afdeeling heeft geopend
voor de administratie van obligatiën der in hoofde genoemde
leemng, waartegen
groot resp. nominaal 100.en 250.
zullen worden afgegeven.
De administratievoorwaarden zijn van Donderdag 9 Februari
1939 af te haren kantore verkrijgbaar.
ADMINISTRATIEKANTOOR „INTERLAND" N.V.
AMSTERDAM, 7 Februari 1939.
Tesselschadestraat 12.
In aansluiting aan bovenstaande mededeeling, berichten
ondergeteekenden, dat zij van Dinsdag 14 Februari 1939 af,
ter beurze zullen verhandelen:
KRIEGER Co. J. J. PELSER. I. VET.
Deze pull-over is vervaar
digd van hef nieuwe, prach
tige materiaal „Christaline",
een soepel tricot weefsel
met velours-chiffon' effect, in
een groot aantal magnifieke
tinten. Ideaal voor
sport- en strand- A ^5
kleding. I
IDEM, mat lange mouwen 2.45
De stoomtrawlers Bloemendaal IJm. 71 etl
„Gerberdina Johanna" IJm. 38 keerden beid®
uit zee terug met een defecte winch.
Van de reederij „De Vem" zijn de trawlers
„Haarlem" IJm. 9 en de „Delft" IJm. 17 naaf
Grimsby gegaan om aldaar hun visch te ver'
koopen. De vangst bedroeg niet minder da"
resp. 1700 en 2200 manden visch, hetgeen eeh
prachtig resultaat genoemd mag worden. Nader
vernemen wij-dat. de opbrengst van de Haarlem
ca. ƒ9000 bedraagt.
Door de lage vischprijzen hebben den laatsteh
tijd tal van reeders hun trawlers naar Engeland
gezonden en hebben de Hollanders hun vroeger8
leermeesters keer op keer daar versteld doen
staan van de enorme vangsten van hun oud'
leerlingen. Zelfs de meest modern uitgeruste
Engelsche stoomtrawler moet in de Hollan'
ders zijn superieuren erkennen. Dit heeft er
zelfs toe geleid dat bij de vorige reis van den
trawler „Delft" een Engelsche schipper is mee'
gegaan van een der grootste reederijen, ten
einde de werkmethode van de vroegere leer'
lingen te bestudeeren en verslag uit te brengen
en zich persoonlijk te overtuigen dat de vangst
niet door eenige trawlers was samengevoegd-
Na de Belgen, Franschen, Polen en DuitscherS
zijn het thans Engelschen die de kunst der Hol'
landsche visschers bewonderen. Voor het vis*
scherijbedrijf te IJmuiden is dit ongetwijfeld
een groote eer, in plaats van leerlingen nu leer'
meesters te zijn van een natie, die in materiaal
en wetenschappelijke gegevens beter geoutilleerd
is dan welk land ter wereld ook.