Van gras tot krachtvoer Onze zuivelexport naar Amerika Hr. Ms. Tromp te Lissabon De treinbotsing te Maarn FRANSCHE REPUBLIEK EEN ONDERHOUD MET Ir. H. T. TJALLEMA Er is goed nieuws Mo BUITENLANDSCHE LEENING VAN T939 175.000.000 Zw. frs. 420.875.000 DINSDAG 7 FEBRUARI 1939 De proefnemingen wettigen de verwachting, dat invoer van veevoeder beperkt zal kunnen blijven Ongekend perspectief Naar het Kampereiland De tanden laten zien! Is het trots of is het de waarheid? En dan moet je je kleerenkast nog dankbaar zijn Na onrustigen nacht Lissabon UIT DEN OMTREK BEVERWIJK DE NOOD IN DEN TUINBOUW Beroep op den Minister BURGERLIJKE STAND Benoemd HILLEGOM VELSEN Autobus tegen boom gereden Ingebroken P. D. Schoenmaker VELSEN-NOORD R. K. Jeugdwerk In een kort oogenblik was een groote ruïne ontstaan Certificaten aan toonder CERTIFICATEN a f ÏOO en a f250 4 pCT. BUITENLANDSCHE LEENING VAN 1939 DER FRANSCHE REPUBLIEK. in de advertenties vandaag. maakt furore IJMUIDEN VISSCHERIJ-NIEUWTJES Van gras tot krachtvoer! Het klinkt als een tooverwoord over onze weiden waar de boeren in gespannen aan dacht uitzien naar ieder bericht dat iets te melden weet over de uitkomsten van de proefnemingen die in Friesland en Zuid- Holland (straks ook op het Kampereiland) in vollen gang zijn. Bedachtzaam zwijgen nog de deskundi gen over de eerste resultaten. Heel voor zichtig laten zü zich uit over den vermoe- delijken kostprijs, over de voedingswaarde, over de toekomstmogelijkheden. Want het is duidelijk dat Nederland, met zijn bijna overdadige grasproductie en niet onbelang- rijken invoer van veevoeder, groot belang heeft bij het welslagen van deze proefne mingen. Temeer als men bedenkt dat de productie van onze weiden met 50 pCt. kan worden opgevoerd door toepassing van nieuwe landbouwmethoden en stikstofbemesting. Terwijl in de voorbije ja ren de opbrengsten op het bouwland belangrijk werden verhoogd, mede door het gebruik ma ken van groote hoeveelheden stikstof, is de pro ductie van het grasland lang niet in die mate gestegen, aldus Ir. H. T. Tjallema, Rijksland- bouwconsulent te Zwolle, tijdens een onder houd. Voor onzen veestapel kunnen we welis waar op dit oogenblik voldoende gras, hooi en kuilvoer winnen, maar wanneer de uit komsten van de grasdrogerijen en van de voedering der dieren met de nieuwe gras- producten beantwoorden aan de verwach ting, zal door verbetering van de kwaliteit de productie kunnen worden vergroot, om dat de dieren hiervan meer kunnen ver werken. Weliswaar heb ik hier eenlge voorloopige cij fers omtrent de proefnemingen van 1938, welke werden geleid door Dr. Ir. H. J. Frankena, voor me, doch publicatie ervan moet in dit stadium ongewenscht worden geacht. Uit het verdere gesprek dat zich ontwikkelde over de verwachtingen viel evenwel in den toon te beluisteren dat de voorloopige uitkomsten zeer hoopgevend waren. In hoever' 'zal hét nieuwe product het thans geïmporteerde krachtvoer kunnen vervangen? informeerden wij. Met het antwoord hierop moet ik wachten tot de uitslagen van de dezen winter aangezette voederproeven bekend zijn, aldus Ir. Tjallema. veer 550 kg. krachtvoer per jaar. Hoewel de Gemiddeld wordt per koe gerekend op onge- ▼oedingswaarde van het nieuwe product zeer uiteenloopt het eiwitgehalte varieert b.v. van 12 tot 20 pCt. zou het best mogelijk kunnen blijken, dat het grootste deel van dit krachtvoer vervangen wordt door grasmeel of een ander grasproduct. Ook is het nieuwe artikel vermoedelijk ge schikt om tot een zeker percentage op te nemen in de mengvoeders voor varkens en kippen. Uit een en ander blijkt voldoende de sociaal-eco nomische beteekenis van deze proefnemingen. Mag aangenomen worden dat de handels waarde van het nieuwe artikel inderdaad zal leiden tot beperking van den invoer voederar tikelen? De handelswaarde van het artikel is nog niet bekend. Trouwens de theoretische berekeningen moeten nog getoetst worden aan de practische uitkomsten. Zooveel kan ik er wel van zeggen: het product dat men krijgt ziet er goed uit en zijn voedingswaarde zal dat van het geïmpor teerde voeder dicht naderen. Bij gebruik van een dubbele drooginstallatie zooals er op het Kampereiland een zal komen, mogen de kosten van het drogen voorloopig worden gesteld op ongeveer twee cent per kg. droog product. Maar daarbij zijn niet meegere kend de afschrijving en rente van de stich- tingskosten. Deze uitzonderlijke kostprijsberekening vindt haar oorzaak in de omstandigheid dat Rijk en gemeente Kampen ieder 10.000,in de stich- tingskosten zullen bijdragen en gedurende de twee eerste jaren geen rente zullen vorderen. De bedoeling is dat het gedroogde gras in hoofdzaak naar de boeren teruggaat, om in eigen bedrijf te worden vervoederd. Vanwege de speciale toestanden welke op het Kampereiland heerschen, zal echter ook een gedeelte van de totale productie kunnen worden verkocht. In de toekomst zal blijken of men in deze richting verder zal kunnen gaan. Met den heer Tjallema maakten we een denkbeeldig uitstapje naar het Kampereiland, dat bekend staat om zijn vetten vruchtbaren grond en om de voortreffelijke kwaliteit van zijn hooi. Hier heeft de heer Tjallema het initiatief genomen voor de stichting van een drooginstal latie met dubbele capaciteit. Twintig tot vijf en twintig boeren hebben, dank zij de voornoemde medewerking van rijk en gemeente, zich bereid verklaard gezamenlijk het nieuwe bedrijf te stichten en in exploitatie te nemen. Ongeveer tien menschen zullen in de dro gerij en malerij werk vinden van 1 Mei tot 1 October. Dag en nacht zal worden doorgewerkt in 3 ploegen, waardoor per seizoen gerekend wordt op pl.m. 700.000 kg. droog product. Hier voor zou benoodigd zijn de grasopbrengst van 70 ha. weidegrond. De deelnemers moeten zorgen voor een regel- matigen aanvoer van gras, waarvoor zij het nieuwe product in de plaats ontvangen. De levering van de grondstof behoeft in zoo verre geen moeilijkheden op te leveren, omdat de productie van de gronden op het Kamper eiland, o.a. door een stikstofbemesting nog be langrijk kan worden vergroot. Wel zal het voor de deelnemers lastig zijn steeds op tijd de ge vraagde hoeveelheid gras ter beschikking te kunnen stellen. Hierbij is men steeds afhankelijk van het Weer. Dit zal door de opgedane ervaring op den duur iets vlotter kunnen verloopen, maar het weer kan steeds als spelbreker optreden. De productiekosten worden omgeslagen en wat de veehouder aan droog product voor eigen bedrijf niet behoeft, zal hij zeker trachten te verkoopen. De eerste twee jaren werken deze boeren dus met geringer geldelijk risico. In die periode zullen de uitkomsten uitwijzen of deze indus trie rendabel is. Eerst dan komen rijk en gemeente met de vraag of de boerencombinatie bereid is gebouw en installatie over te nemen en zelf verder te exploiteeren. Deze tegemoetkomende houding van Rijk en Gemeente spruit natuurlijk voort uit sociaal- economische overwegingen. De moeiten en zor gen en de toewijding aan dit nieuwe bedrijf ten koste gelegd, verdienen een succesvol resultaat. In het bijzonder voor de gemeente Kampen, met haar zeer uitgestrekt weidegebied, zouden zich wel eens ongekende perspectieven kunnen openen. Zooals bekend heeft de regeering der Ver. Staten van Noord Amerika besloten counter vailing duties te gaan heffen op de zuivelpro ducten, welke Nederland naar dat land uit voert. Deze regeering meent n.l. dat het toe kennen van steun door den Nederlandschen staat aan de exporteurs beschouwd moet wor den als dumpen. Het Algemeen Zuivel- en Melkhygiënisch Weekblad herinnert er aan, dat onze zuivelexport naar de Ver. Staten nu on mogelijk zal worden, terwijl juist met dit land onlangs een handelsverdrag is gesloten. De bepalingen van dit handelsverdrag leken ook voor verschillende zuivelproducten nieuwe mogelijkheden te openen en inderdaad kon bijv. onze kaas er reeds van profiteeren. Zulke nieuwe mogelijkheden kunnen echter slechts geleidelijk aan, na verloop van vele jaren van groote inspanning en activiteit, ontwikkeld wor den en een der nadeeligste gevolgen der Ameri- kaansche houding is juist, dat de potentieele mogelijkheden, welke de Ver. Staten voor de zuivel in de naaste toekomst leken te bieden, thans met één slag teloor gingen. Van de bepalingen van het handelsverdrag kon niet alleen ónze zuivel, maar als uitvloei sel van de meestbegunstigingsclausule ook die van enkele concurrenten als bijv. Denemarken en Finland profiteeren. Het absurde en betreu renswaardige in de thans ontstane positie is, dat landen als de zoojuist genoemde blij ven profiteeren van de voordcelen, welke door het sluiten van het Nederlandsch-Amerikaansch handelsverdrag hun in den schoot vielen en welke zij dankbaar konden uitbuiten o.m. door ons land te beconcurreeren met imitatie Neder- landsche kaastypen e.d. Nog dwazer wordt de situatie wanneer men bedenkt, dat ook in De nemarken en Finland ter wille van de binnen- landsche economische constellatie steun aan de melkveehouderij wordt verleend. De regeerin gen van deze landen hebben echter kans gezien de Amerikaansche bepalingen te omzeilen en kunnen nog steeds, ondanks den door hen uit betaalden melksteun, tegen een prijs, welke in de orde van grootheid van den wereldmarkt prijs ligt, in de Ver. Staten aan de markt ko men. Het blijkt dus, voor wat betreft de zui velproducten, dat wij door het sluiten van het Nederlandsch-Amerikaansch handelsverdrag het paard van Troje hebben binnengehaald! Men vraagt zich intusschen af of de Neder- landsche regeering wel, eerst met voldoende sterke argumenten en daarna met voldoende krachtige represaille-dreiging, deze aangelegen heid in Washington heeft behandeld. De Amerikaansche autoriteiten zijn gezwicht voor de argumenten en den aandrang van be paalde groepen van belanghebbenden (bedoeld is het telegram van de Amerikaansche veehou ders aan het departement van Financiën te Washington Red.). Er zijn echter in de Ver. Staten groote groepen, welke zeer veel belang hebben bij export naar Nederland en het is denkbaar, dat wanneer ons land gedreigd had met het voornemen zeer zware extra-rechten te zullen gaan heffen, indien Amerika op zijn standpunt bleef staan, bijv. op automobielen, sigaretten en electrische apparaten, het pro test van de zijde der getroffen Amerikaansche industrie de stemmen van belanghebbenden uit de zuivelkringen in sterkte zou hebben over troffen. Misschien zou Amerika water in zijn wijn gedaan hebben en ons niet hebben ge dwongen maatregelen te treffen als de boven- aangegevene, welke voor ons land zoo uiterst nadeelig zijn. Een andere oplossing zou wellicht deze zijn, dat door Nederland thans, naar analogie van de desbetreffende Amerikaansche bepalingen in zake countervailing duties, een wet werd ge maakt, welke zou moeten inhouden, dat op goederen, afkomstig uit landen welke het recht meenen te hebben zgn. countervailing duties te heffen, additioneele invoerrechten moeten wor den gelegd. Van Amerikaansche zijde is immers altijd volgehouden, dat de geheele kwestie der countervailing duties niet onder de vigueur van de bepalingen van het Nederlandsch-Ameri kaansch handelsverdrag zou vallen, maar uit sluitend voortvloeit uit regelen van binnen- landsche wetgeving. Een Amerikaansche wet aldus de redeneering der Amerikanen schrijft immers imperatief voor, dat in die en die ge vallen (welke nota bene ter beoordeeling van de Ver. Staten-autoriteiten worden gelaten) countervailing duties zullen moeten worden ge heven. Een afdoende tegenmaatregel lijkt dus te zijn, dat ook wij met een legislatief product komen, op grond waarvan volgens dezelfde spitsvondige redeneering (en met opzijzetting van verdragsbepalingen) extra-rechten niet al leen kunnen, maar moéten worden geheven. Naar alle zijden brokkelt onze zuivelexport af en, wij willen er ditmaal niet dieper op in gaan, ook van andere landen hebben wij, als de voorteekenen niet bedriegen, een weinig vriende lijke behandeling te wachten ten opzichte van onze voortbrengselen van de zuivel. Het wil ens voorkomen, dat alleen een zeer krachtige hou ding van de Nederlandsche regeering, het op zijn ouderwetsch uitgedrukt „laten zien van on ze tanden", erger kan voorkomen en wellicht reeds, indien eerder gedemonstreerd, veel ergs had kunnen voorkomen. Zoowel wat Amerika betreft als ook ten op zichte van andere landen, welke voor onzen zuiveluitvoer van zeer veel beteekenis zijn, be schikken wij altijd over voldoende scherpe wa- Het zal wel niemand ontgaan, dat zoo ooit dan in onzen tijd, het algemeen welzijn het bestaan en den krachtigen bloei vordert van katho lieke Hoogescholen. Benedictus XV aan het Hoogw. Episcopaat van Nederland. pens, daar deze landen wel degelijk een groot belang hebben bij den uitvoer naar ons land. Willen wij binnen afzienbaren tijd onze positie niet links en rechts hopeloos verspelen, dan is een zeer krachtige houding eerste voorwaarde. Ook in den handelsstrijd is vaak de beste ver dediging „de aanval". De Vlootaalmoezenier, majoor H. J. Bangert, vervolgt in „Stella Maris" zijn verhaal van de reis met de Tromp: Dichtbij het schfp zie ik de hooge golven en het overslaan van het water dat door het schip wordt teruggestuwd. 's Morgens besluit ik geen H. Mis te lezen; de bewegingen van het schip zijn me een beetje te heftig en te onbesuisd- en ik ben nog niet zoo erg ingeschoten op den wankelen vloer. Op de brug en aan dek wordt de tempera tuur steeds aangenamer. 's Middags zitten we waarachtig in het zon netje tegen het kanon op de campagne een half uurtje te genieten. Met eenig leedvermaak bekijken we het weer- kaartje, dat een flink stormpje aangeeft voor de plaats, die wij juist hebben verlaten en die door Hr. Ms. „Sumatra'' vandaag zal worden bevaren. Dat loopen we in ieder geval mis! Enfin, we zijn óók nog niet in Nieuwe diep terug. We zullen ook nog wel een en ander mee pikken. Verschillende officieren hebben reeds getracht me van de inrichting van het schip op de hoogte te brengen en met graagte maak ik gebruik van hunne aanwijzingen. Persoonlijk heb ik ook reeds eenige expeditie- tochten beproefd, maar het aanbod van den Schipper greep ik toch hedenmorgen met twee handen aar., om de nog niet ontdekte hoeken en gaten te gaan opnemen. In den loop van den middag (Donderdag middag), als de gierschijf is uitgebracht en van alle kanten de schoten over zee klinken, rondtollend om de schijf in de buurt van de Burlingeilanden, daal ik met een der officieren van den Marine-Stoomvaartdienst tot in de ingewanden van het schip, om daar de Zin gende Zaag te ontmoeten en het lachende en hard werkende machinekamerpersoneel te zien. Wanneer -men aan dek en in den commando toren vol bewondering de nieuwste en meest moderne instrumenten en vuurleidingen be schouwt, met evenveel interesse en waarschijn lijk even weinig begrijpen, staat men in de machinekamers te luisteren naar uitleg van de wonderbaarlijkste en 'meest geperfectionneerde voortbewegingsmachines. Wat moet ik, volslagen leek in het vak, ervan vertellen? Wél kan ik u zeggen, al is het voor mij heelemaal niet duidelijk: er werd en er zal worden raakgeschoten,ènde machines werken uftstekerrd en het schip komt op tijd, waar het wezen moet. Deze vraag stelde ik mezelf, toen ik beweerde, alvorens naar de machinekamers te gaan af dalen, dat ik eerst een oud jasje wilde aan trekken, doch de begeleider betoogde met een soort van heilige verontwaardiging, dat ik vol maakt rustig mijn beste jasje kon aanhouden. Hgt was, waarheid en met trots kan deze waarheid worden uitgesproken. Een paleis van properheid en netheid, be woond door een opeenstapeling van dynamo's, pompen, meters, tandraderen en geleidingen èn bewoond door personeel, dat men eenvoudig niet meer terugkent, in vergelijking met de bewoners van de machinekamers van een ouderwetsch schip. Vroeger, al is het dan ook niet algemeen waar, voor een deel dan toch zeker, vond men in de machinekamers de mannen met de stoere knuisten, de mannen met het bewonde renswaardige uithoudingsvermogen, de mannen, dfe gestaald en gespierd telkens maar weer naar beneden doken en zwart en vuil na enkele uren hard werken weer te voorschijn kwamen. Mannen van harden handenarbeid! Tegenwoordig (al zal het typische van het stokersgilde misschien wel steeds blijven be staan), is ook het machinistencorps een corps, dat het niet alleen van de handen moet heb ben, maar dat wel degelijk sterk ontwikkeld moet zijn in de electrotechniek en de voort bewegingstechniek. Ze zijn netter geworden naar het uiterlijk en ze gaan mee met hun tijd, al klauteren ze als slingerapen tusschen stangen en geleidingen en werken ze hard. Het zijn de mannen, waarvoor de handen onontbeerlijk zijn, maar - die toch ook een flink portie verstand moeten bezitten. Terug van klim- en sjouwpartij door de machinekamers, zet ik me neer om mijn ver slagje verder te tikken. Voor mijn bureautje, waarop mijn schrijf machientje heen en weer wankelt, zit ik, dom genoeg!, met de vier pooten van mijn stoel op een losliggend kleedje. We zijn nog steeds aan het zweven met een matig vaartje rond de gierschijf en het schip ligt een beetje erg te wankelen op de zware deining en de tamelijk hooge golven. Daar maakt het schip een geweldige helling en met stoel en al word ik van voor mijn bureau weggesmakt en rem af tegen mijn kleerenkast, die hard genoeg is, om me te laten voelen, dat zij er staat. De „Tromp"' heeft me vandaag verschillende liefdevolle stooten gegeven, maar deze komt het beste aan. In de harde kast geer. deukje en geen schrammetje! Op mijn hoofd een schrammetje en een bultje! Nooit meer met alle vier de gummipooten op het kleedje! De zee sart zich zelf steeds meer op! Wint het toch niet van ons en kan dus beter ophouden. 's Nachts worden we telkens door elkaar ge rammeld en om zes uur in den morgen krijgt het schip zulk een opdoffer, dat plotseling de geheele bemanning meent, dat het een half uur eerder „Overal'1 is. Voor mij is het op tijd en ik ben gelukkig juist uit mijn kooi, als de schok maar weer tegen mijn kleerenkast wordt opgevangen. Prettig ontwaken! Ik lees toch r.og de H. Mis en het gaat waar achtig dat half uurtje juist zooals het hoort. Bij het ontbijt rinkelen kopjes en borden, eten tafellakens zacht gekookte eieren en spatten de golven hoog op tegen de patrijs poorten. De loodsboot, die onzen Pilotos aan boord moet brengen heeft een zwaren dobber. Met onbegrijpelijke vaardigheid stormt plot seling een watersnel motorbootje van het schip los en met een kwieken sprong bevindt zich onze loods aan boord. Mooi werk van een vertegenwoordiger van een historisch zeevast volk. Te ruim tien uur liggen we gemeerd aar.- de kade te Lissabon en is de eerste trip achter den rug. De besturen van de Vereenigde Veilingen en de B. E. T.-Veiling hebben, mede namens de verschillende tuinbouwstandsorganisaties, aan den Minister van Economische Zaken en Land bouw een adres gezonden met betrekking tot de steunuitkeeringen 1938 aan de tuinders in de ze streek, die voor het grootste gedeelte de koudegrond-teelt beoefenen. Waren de normale steunuitkeeringen op de koudegrond-producten in verhouding tot den veilingomzet steeds aan den lagen kant, aldus het adres, de productie van den oogst 1938 heeft dermate te lijden gehad van misoogst, dat de prijzen der schaars aangevoerde artikelen, hoewel dikwijls hooger dan den richtprijs lig gende toch een sterk verliesgevende reelt tot resultaat hadden. Volgens de normale steunregeling wordt ech ter op de producten, die den richtprijs hebben opgebracht, geen steun uitgekeerd zoodat het resultaat is: onvoldoende opTJrengst en geen steun. Al zou er meer steun worden uitgekeerd op producten dan zou het aantal K.G. of an dere eenheden door den misoogst toch te gering zijn om eenig effect te hebben. Hoe droevig de toestand is werd dan ook op een vergadering van de besturen der tuinbouw organisaties en veilingen in den breede bespro ken, vooral naar aanleiding van een ingesteld serieus onderzoek over 120 bedrijven, met ge middeld ruim 1 H.A. koudegrond-teelt. In dit rapport (dat wij reeds publiceerden) wordt de toestand in nuchtere cijfers beschreven. De re serves zijn opgeteerd en de menschen leven reeds jaren op een uiterst laag levenspeil. In het adres wordt er dan verder op gewe zen, dat de groenteteelt in deze streek hoofdza kelijk dient voor de voedselvoorziening eener volkrijke omgeving, Amsterdam, Zaanstreek, Haarlem, Velsen, IJmuiden, Beverwijk enz., en dat gemiddeld zeer weinig producten onverkocht blijven. Ete toestand is dus voor de nijvere wer kers die het besef hebben, dat hun producten toch door het publiek worden geconsumeerd ter wijl hun bedrijven niet loonend zijn, onhoud baar; tevens is deze toestand een duidelijk be wijs, dat deze streek, met haar duurderen le vensstandaard met de landelijke gemiddelde richtprijzen niet mee kon komen. De kleine bedrijven worden nog ter. deele geholpen door de steunverleening aan kleine tuinders, doch zeer groote groepen moeten zich nog om aanvulling tot Maatschappelijk Hulp betoon wenden om onderstand, vooral, nu door de strenge vorst van eind December 1938, bijna alle winterproducten zijn bevroren en dus de weinige inkomsten, die velen nog hadden om den winter door te komen, zijn verloren gegaan. Het is daarom dat organisaties en veiling- besturen den minister dringend verzoeken voor deze streek met haar duren levensstandaard bij zulk een laag levenspeil nog eens een extra steunuitkeering in een of anderen vorm te willen doen, zooals voorheen reeds vaker moest geschieden, omdat deze streek met het gemid delde prijspeil niet rond kan komen. Geboren: C. C. van Laer-Zwanenburg, d. A. Allard-Hendriks, z. J. M. Niesten-Koop- man d. H. H. van Rijn-v. d. Berg, z. P. Kelder-den Heijer, z. M. G. Vessies-Poel, z. J. M. van Schie-Numan, d. C. C. v. d. Lem-Olsthoorn, z. M. F. M. de Weijer- Hienkens, z. C. Tuijp-Noordman, z. H. Zonjee-Korsman, z. M. A. Gerritsen-van Schie, d. Ondertrouwd: A. W. de Goede en J. H. Schmitz D. Vergunst en H. Jansen H. Bakker en J. M. Brasser. Getrouwd: D. de Ruig en J. K. Steen J. F. Roemer en M. A. van der Struik. Mét ingang van 1 April a.s. is benoemd tot directeur van het postkantoor te Bodegraven de heer G. Wijlhuizen, commies ten postkan tore alhier. Rectificatie „De Deserteur" zal opgevoerd worden door de H.V.B., de Hillegomsche Vrij willige Burgerwacht, en niet door de B.V.L. Dus op 16 Febr. naar café Flora om daar onze eigen Hillegomsche Burgerwachters te zien! Vertrokken personen Th. C. Meijer naar Haarlemmermeer, Spieringerweg 1210; J. van der Zwart naar Rotterdam, Heemraadsingel 196; B. DijkstraVink naar Haarlemmermeer, Ven- r.eperweg 512; J. G. van Beek naar Bloemen- daal, Leidschevaart 80; A. van der Lelie naar Leiden, Oude Singel 70; A. Naber—Meulenberg naar Leiden, Koninginnelaan 27; G. E. Meis terTaat naar Rhenen, Grebbeweg 55. Gevestigde personen M. J. Jacques Maria- straat 20; J. F. Moormann Hofstraat 10; J. H. Paap Amerikastraat 3; J. C. Schipper Meer straat 196; J. W. Seders Mariastraat 20; E. M. Tijssen Haarl.str. 36; W. de Vries Haven 28. De propagandisten .bijeen Maandagavond kwamen de propagandisten van de St. Joseph- parochie met het bestuur om zeven uur in hotel Sistermans bijeen. Eenmaal in het jaar noodigt pastoor Van Leeuwen degenen, die het heele jaar werken in het belang van de parochie, een avond uit om dan met elkaar eenige urtjes gezellig door te brengen. Zoo waren daar Maandagavond met den pastoor het kerkbestuur, de propagan disten van den St. Josephpenning, de H. Sa- cramentsvereeniging en de Maandagmiddagclub te zamen. Allereerst werd een liedje gezongen. Pastoor van Leeuwen opende den avond en bracht in herinnering, hoe de zelatricen van den St. Josephpenning er in geslaagd zijn 't leden tal van den St. Joseephpenning op peil te houden. De leden van de H. Sacramentsvereeni- ging verzorgen op uitstekende wijze de para menten en op een keurige wijze wordt de kerk schoon gehouden door de Maandagmiddagclub. Al dezen werkers is de pastoor zeer erkentelijk. Door allen wordt het geheele jaar door in het belang van de kerk gewerkt en daarom is het goed aldus de pastoor, eens in het jaar een vroolijke bijeenkomst te hebben. Daarna werd er aan een twaalftal tafeltjes gekaart om prijzen. Nadat de prijzen waren uitgereikt deed de pastoor eenige mededeelingen. Er zal dit jaar wederom een verloting plaats hebben voor de leden van den St. Josephpenning. Alle leden van deze vereeniging krijgen dan een gratis lot. Daarom raden wij onze parochianen, die nog geen lid zijn van den St. Josephpenning, aan, om zich zoo spoedig mogelijk als donateur op te geven. De verloting zal gehouden worden om streeks het beschermfeest van St. Joseph (dat is Woensdag van de tweede week na Paschen). Namens het kerkbestuur sprak daarna de heer P. Klaver. Deze bracht woorden van hulde en dank aan de drie vereenigingen, die onder de bekwame leiding van pastoor Van Leeuwen zoo buitengewoon het kerkbestuur steunen. Vooral prijst spr. het werk van de zelatricefl van den St. Josephpenning, die vooral tegen woordig de financieele taak van het kerkbe stuur zoo belangrijk verlichten. Daarmede wil spr. niets te kort doen aan de andere vereeni gingen, want ook hun belangeloos werken, al tijd zoo stipt uitgevoerd, is van groot belang en bespaart vele uitgaven. „Dat God u dit alles zal loonen", wenscht spr. allen van harte toe. Na een kort gebed voor de levende en over leden leden van den St. Josephpenning en den zegen sloot pastoor Van Leeuwen dezen avond. Tengevolge van den mist is op den Hagelin- gerweg een autobus tegen een boom gereden, waardoor deze ontworteld werd. De autobus werd aan de rechterzijde ernstig beschadigd. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor en de passagiers zijn met een anderen autobus verder gereisd. Zaterdagavond is tijdens afwezigheid der be woners ingebroken in een perceel aan de Noor derlaan te Velsen. Een drietal portemonnaies met geld werden vermist. Na een ziekte van enkele maanden is op 41- jarigen leeftijd overleden de heer P. D. Schoen maker, chef van de afdeeling financiën ter ge meentesecretarie alhier. De heer Schoenmaker, die geboren is in Ven huizen, begon zijn ambtelijke loopbaan in Utingeradeel, waarna hij op 1 October 1915 be noemd werd tot klerk ter gemeentesecretarie alhier. Na de verschillende rangen te hebben doorloopen, volgde op 2 Sept. 1927 zijn benoe ming tot chef van de afdeeling financiën. De gemeente verliest in hem een ijverig en plichtsgetrouw ambtenaar. Het stoffelijk overschot zal Woensdagmiddag half drie op de begraafplaats de Biezen ter aarde worden besteld. Zondagavond had de tweede uitvoering voor de donateurs plaats van het R.K. Jeugdwerk, in het R.K. Vereenigingsgebouw. De weleerw. heer kapelaan Roozenburg heette de aanwezi gen welkom en bracht dank voor den onder vonden steun. Met veel toewijding werd door de leden het vierbedrijvig tooneelspel ..Prins Ping- pang-pong in het Zomerkamp" opgevoerd. De aanwezigen hebben flink gelachen' Den heer J. Haver, die de leiding had, komt zeker een woord van lof toe voor zijn onver moeid werken, om met „zijn jongens" zóó voor den dag te komen. Omtrent de treinbotsing te Maarn vernamen we Maandagavond nog: De electrische trein, welke 8 minuten over negen van het Centraal Station te Utrecht was vertrokken met bestemming Arnhem, was het station Driebergen gepasseerd en naderde het station Maarn. Ter hoogte van de ter plaatse aanwezige zanderijen op ongeveer 500 meter afstand van het station te Maarn stond het signaal op onveilig. Een zwaar geladen zandtrein, bestaande uit eenige platte zand- wagens en een goederenwagon aan het einde, passeerde op dat oogenblik het op die plaats liggende wisselcomplex, de lijn Utrecht-Arn hem overstekende. De zandtrein was op weg naar Utrecht. Op tot nu toe onopgehelderde wijze is de electrische trein door het onveilig signaal gereden en met groote kracht op de laatste wagens van den zandtrein gestooten. De electrische trein, welke uit twee wagons be stond, schoof nog ongeveer 200 meter door al vorens tot stilstand te komen, den zandtrein volledig terzijde werpend. In een kort oogenblik werd een groote ruïne geschapen. De voorste wagon van den electri- schen trein werd van de wielstelling gerukt en kantelde gedeeltelijk. Evenals bij het spoor wegongeluk te Ede in Mei van het vorige Jaar heeft de hechte constructie van den electri- schen trein de inzittenden van dezen wagon voor groot onheil behoed. Gelukkig was het een tweede klasse wagon, waarin zich slechts enkele reizigers bevonden, die evenals de wagenvoerder he vig schrokken, doch ongedeerd den trein konden verlaten. Erger was het gesteld met den zandtrein. En kele wagons werden totaal vernield, terwijl de bagagewagen geheel omver werd geworpen. In dezen wagon bevond zich de hoofdgeleider. de heer Op 't Land, die ernstig gewond werd opgenomen en na door dokter Lobe!, uit Maarn en een verpleegster, die spoedig te plaatse wa ren, te zijn geholpen, per trein naar Utrecht werd vervoerd en van het station aldaar pet ziekenauto naar het Academisch Ziekenhuis werd getransporteerd. In den wagon bevond zich bovendien een ko- lenkacheltje. Toen de wagon kantelde viel het kacheltje om waardoor een begin van brand ontstond. Het vuur werd evenwel spoedig ge' bluscht met een zich, in den electrischer trein bevindenden snelblusscher waardoor uitbreiding werd voorkomen. Terstond werden maatregelen getroffen, om het reizigers vervoer zoo min moge lijk te stagneeren. Daar de bovenleiding intact was gebleven, was het mogelijk de electrische trein tot op de plaats van het ongeluk te leiden- Hier moesten de reizigers overstappen en met andere electrische treinen hun reis vervolgen- Het opruimingswerk werd onmiddellijk met kracht aangepakt. Montagewagens met diverse ploegen arriveerden uit Utrecht, Arnhem en Nijmegen. Een betonnen seinpaal werd eveneens door den electrischen trein omver geworpen. groot Ondergeteekende berjfht, dat zij een afdeeling heeft geopend voor de administratie van obligatiën der in hoofde genoemde leemng, waartegen groot resp. nominaal 100.en 250. zullen worden afgegeven. De administratievoorwaarden zijn van Donderdag 9 Februari 1939 af te haren kantore verkrijgbaar. ADMINISTRATIEKANTOOR „INTERLAND" N.V. AMSTERDAM, 7 Februari 1939. Tesselschadestraat 12. In aansluiting aan bovenstaande mededeeling, berichten ondergeteekenden, dat zij van Dinsdag 14 Februari 1939 af, ter beurze zullen verhandelen: KRIEGER Co. J. J. PELSER. I. VET. Deze pull-over is vervaar digd van hef nieuwe, prach tige materiaal „Christaline", een soepel tricot weefsel met velours-chiffon' effect, in een groot aantal magnifieke tinten. Ideaal voor sport- en strand- A ^5 kleding. I IDEM, mat lange mouwen 2.45 De stoomtrawlers Bloemendaal IJm. 71 etl „Gerberdina Johanna" IJm. 38 keerden beid® uit zee terug met een defecte winch. Van de reederij „De Vem" zijn de trawlers „Haarlem" IJm. 9 en de „Delft" IJm. 17 naaf Grimsby gegaan om aldaar hun visch te ver' koopen. De vangst bedroeg niet minder da" resp. 1700 en 2200 manden visch, hetgeen eeh prachtig resultaat genoemd mag worden. Nader vernemen wij-dat. de opbrengst van de Haarlem ca. ƒ9000 bedraagt. Door de lage vischprijzen hebben den laatsteh tijd tal van reeders hun trawlers naar Engeland gezonden en hebben de Hollanders hun vroeger8 leermeesters keer op keer daar versteld doen staan van de enorme vangsten van hun oud' leerlingen. Zelfs de meest modern uitgeruste Engelsche stoomtrawler moet in de Hollan' ders zijn superieuren erkennen. Dit heeft er zelfs toe geleid dat bij de vorige reis van den trawler „Delft" een Engelsche schipper is mee' gegaan van een der grootste reederijen, ten einde de werkmethode van de vroegere leer' lingen te bestudeeren en verslag uit te brengen en zich persoonlijk te overtuigen dat de vangst niet door eenige trawlers was samengevoegd- Na de Belgen, Franschen, Polen en DuitscherS zijn het thans Engelschen die de kunst der Hol' landsche visschers bewonderen. Voor het vis* scherijbedrijf te IJmuiden is dit ongetwijfeld een groote eer, in plaats van leerlingen nu leer' meesters te zijn van een natie, die in materiaal en wetenschappelijke gegevens beter geoutilleerd is dan welk land ter wereld ook.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 2