MEISJES LAUW 1 1 VAN JAVAANSCHE SUIKER 1 het Onze Breisteken DE DUITSCHE HELD U-iïu w j 1 "I i VOORJAARSDRA CHT in Middel tegen slapeloosheid ZONDAG 12 FEBRUARI 1939 IS HU Neemt een proef met dit huismiddeltje tegen zenuwrheumatiek In Huize Driekoningen te Wassenaar is thans de vierde cursus voor Dienstboden-opleiding aan den gang VAN EEN NIEMENDALLETJE c>1 fjjpppliBf ~r" >■'- s sBKv v V. UIT BOEKEN EN BLADEN De MARIETTE-STEE* Vijftig meisjes in helder blauw katoen met blanke witte schorten voor, roeren in pan nen, waar soep en groenten te pruttelen staan; vijftig blozende meisjes laten deu strijkbout over blouses en overhemden glijden volgens de regelen der strijkkunst vijftig meisjes lappen de ramen en dweilen de vloeren en schuren de pannen, vakkundig, met toewijding en accura tesse, omdat ze plezier in het werk hebben. Het gaat hier niet over een scène uit de nieuwste revue, neen, het gaat over den stoom cursus voor dienstbode-opleiding, welke op ini tiatief van het Departement van Sociale Za ken eenige jaren geleden in het leven werd geroepen, teneinde het Hollandsche meisje klaar te maken om in de toekomst de Duitsche dienstbode te kunnen missen. Sneller en radicaler dan verwacht kon wor den moeten we hier de Duitsche meisjes mis sen en we meenen te mogen aannemen, dat thans deze dienstboden-cursus in de volle be langstelling" staat, nu het probleem: hoe ko men we überhaupt, hoe komen we aan goede, hoe aan bétere Hollandsche dienstboden, im mers aan de orde van den dag is. Met een dergelijke spoed-opleiding voor dienstmeisjes is Huize Bouvigne (in Brabant werd de K. J. V. met de leiding belast) eeni- gen tijd geleden voorgegaan, waarna er naast een neutrale meerdere katholieke huizen wer den geopend, zoodat thans in Haarlem, Was senaar, Vught (onder leiding van het Dioce saan Leidsterinstituut van Den Bosch) en Bre da internaten gevestigd zijn, waar katholieken meisjes van zestien tot dertig jaar theoretisch en practisch wordt geleerd, wat een goede en nuttige dienstbode moet weten en kunnen. Onmogelijk zegt de scepticus dat in drie maanden! Alleen mogelijk, dachten wij, na een bezoek aan het Wassenaarsche internaat „Huize Drie- Koningen", aan den Papeweg, dat onder lei ding van de vrouwen van Nazareth staat, om dat vanzelfsprekend slaat onze bewerings kracht slechts terug op het genoemde instituut, hetwelk wij naderbij mochten leeren kennen omdat de leiding en de organisatie er zoo uit stekend is, omdat van de geheele sfeer, waar de meisjes die twaalf weken in werken en wo nen een vormende en beschavende kracht uit gaat. omdat ze vol goeden moed en „geladen met energie en leergierigheid hier komen." Zoo vertelde ons mej. P. Bremer, de direc trice. die als een wijze moeder met toewijding en liefde haar gezin van vijftig regeert, om ze na drie maanden te laten vertrekken, verrijkt met de kunde en de gesteltenis, die hen tot goede en goedwillende dienstboden maakt. Goedwillend omdat de meisjes, al was het „dienen" misschien geen ideaal, to.en ze met haar koffertje hier op de stoep stonden, wèl met de ware liefde en bezieling voor het vak weggaan. Wij meenen er wel nog even den nadruk op te moeten leggen, dat de huisvrouw, die een meisje-van-de-opleiding in dienst neemt niet moet en ook niet kan verwachten een volslagen, geroutineerde werkkracht in huis te krijgen. Het zal echter voor een groot deel aan haar zelf liggen, hoè ze door tegemoetkomendheid en tolerantie op de gelegde grondslagen voort bouwt. Van beide kanten zal eenige goede wil noodig zijn. En van de meisjes, die net door het Inter naat afgeleverd zijn, zal het gros de ware ge steltenis bezitten. Juist omdat naast de huis houdelijke vorming het streven van de katho lieke Internaten ook is, den meisjes een diepe ren godsdienstzin bij te brengen en ze tot mo biele menschen te maken, door ze op te wek ken zelfstandig en consequent aan de vorming van eigen karakter te werken. De huishoudelijke vorming bestaat uit theo rie- en praktijk-lessen, waaronder wat dit laat ste betreft in hoofdzaak vallen: huishouden, koken, verstellen, naaien, wasschen. En zelfs de onmisbare theorie-lessen worden zooveel mogelijk aan de praktijk van het dageljjksche leven getoetst. Zoo kan bijvoorbeeld de waren- kennis-les, winkelen in dorp zijn, waar onder leiding van de leerares een bezoek aan den kruidenier wordt gebracht. Het in de lessen geleerde wordt onmiddellijk In praktijk gebracht, niet alleen in het Inter naat zelf, waar de meisjes koken voor eigen tafel en het eigen goed wasschen (staat er Gemakkelijk zelf le maken. U heeft hiervoor noodig een schoone flesch, 85 gram terpentijn en 15 gram Rheumagic-olie (geconcentreerd). Een 15 grams-fleschje Rheu magic-olie kost bij eiken apotheker of drogist 65 cent, dus met de terpentijn bent U voor onge veer drie kwartjes klaar. Schud de bestanddee- len goed door elkaar. Bevochtig de pijnlijke plaatsen ermede, zonder te wrijven of te massee- ren. De pijn verdwijnt onmiddellijk. Haal het vandaag nog in huis en bewaar dit receptje. boordenwasschen op het programma of zilver- poetsen, dan moet er wel eens leentjebuur ge speeld worden), maar ook in gezinnen in Was senaar. die daartoe speciaal worden aangezocht. Want het is toch nog heel iets anders om in een georganiseerde Deensche keuken onder de veilige hoede van de leerares bruineboonen- soep te koken dan, geheel op eigen kunde aan gewezen, met gereedschap, dat misschien niet zoo perfect is, van de aangewezen levensmid delen iets te bereiden, dat naar smaak en naar wensch is! Het spreekt vanzelf, dat deze zoogenaamde praktijkmiddagen niet vanaf den eersten dag op het programma staan. Eerst na twee weken on geveer wordt hiermee begonnen als de eerste vorderingen gemaakt zijn. En dat gaat snel, on der bevoegde leiding van een drietal leerares- sen. De opleiding, die kosteloos is, kan door elk willig meisje, dat aan enkele bepaalde voor waarden van algemeenen aard moet voldoen, worden gevolgd, mits ze zich bereid verklaardt, na het einde van den cursus een huishoudelij ke betrekking aan te nemen. Wat voor soort meisjes, was de vraag, die wij ons stelden, meldt zich aan voor deze op leiding. En hetgeen te verwachten is, zijn het niet al leen de meisjes uit de groote steden, waar fa briek en atelier lokken, maar de provincie meisjes, die op deze wijze tevens de kans zien, aan een betere betrekking te komen dan ze zich in de eigen omgeving zouden kunnen ver schaffen. Een ambtenaresse van de Arbeidsbemidde ling, die met het Internaat voortdurend con tact houdt en wier taak het is over elk meisje, dat aan de opleiding wenscht deel te nemen, nauwkeurige informaties in te winnen, belast zich ook later met het vinden van een geschik te betrekking voor de klaargestoomden. Voe ling wordt gehouden met de werkgeefster en wanneer blijkt, dat het nieuwe dienstmeisje zes maanden lang tot tevredenheid haar werk ver richt heeft, dan eerst wordt haar het diploma van het Internaat uitgereikt. En is u tevreden over het resultaat, na de drie cursussen, die u nu in Huize Drie Ko ningen achter den rug heeft? Heeft naar uw meening het Internaat reden van bestaan? Ja, is het gedecideerde antwoord. De aan vraag van meisjes heeft tot nu toe het aantal beschikbare plaatsen overtroffen en voor zoo ver ik een oordeel mag uitspreken over de nog jonge resultaten, zijn deze zeer bevredigend. De vraag, of de meisjes hier graag zijn, be hoeven we nauwelijks te stellen; in deze heer lijke, boschriike omgeving, het prettige, ruime huis, de groote, frissche slaapkamers. Het antwoord is wel af te lezen van de op gewekte gezichten van het groepje, dat juist be zig is in de keuken, waar het dampt en geurt uit de blinkende pannen; dat is wel te zien aan de vlijtige handen, die de instructies van de naailes in de daad omzetten; aan de ambitie, waarmee al die blauwe meiskes uit de enorme pan soep scheppen voor de kleine terrines, die op tafel komen in de eetzaal, waar met kleine groepen aan tafels van zes de maaltijden ge zamenlijk met directrice en leeraressen gebruikt worden. Aan elk der tafels is op de beurt één dienster, zoodat ook dit belangrijke onderdeel der latere taak als vanzelf geleerd wordt. En de katoenen jurken, dragen ze die graag? Ze zijn er trotsch op! En u ziet zelf, hoe frisch het staat en hoe het flatteert. De japon, die haar eigendom is, mogen ze aan het einde van den cursus meenemen om die in de betrek king te dragen. Wat ze zeker zullen doen. Ongetwijfeld, want niet alleen draagt katoen veel prettiger bij het werken, maar bovendien is niet het saaie, grauwblauwe dienstbodenka toen van vroeger gekozen, maar frisch, diep blauw. Zoo'n dienstbodenjapon, daar hebben de on berispelijke Engelsche dienstmeisjes me vroeger dikwijls de oogen mee uitgestoken! Maar niet slechts deze uniformjapon, attri buut harer nieuwe waardigheid, nemen de meis jes bij haar vertrek uit het Internaat mee. Ook een korte, overzichtelijke handleiding voor a 1 de dagelijks voorkomende werkzaamheden wordt haar meegegeven, welke er haar voort durend aan zal herinneren, het vele nuttige, dat ze geleerd hebben, efficient in toepassing te brengen. En wat misschien nóg meer waard is, het innerlijk verkregene: de bezieling om niet en kel het werk harer handen te geven, maar ook het hart in de opgenomen taak te leggen. aan stof maken we zoo'n schortje voor da metje dreumes. Het korte rokje wordt gefronst op 't lijfje, dat enkel uit den rechten band be staat, waaraan twee smalle schouderbanden, die met een lus dichtgestrikt worden. Als materiaal kan een luchtig stofje linon, batist of fijne katoen gebruikt worden. Voor het bovenstuk kiezen we een kleur, die zich herhaalt in het bloempatroontje. Het kléedingstukje is op den groei berekend, want knippen we de schoudertjes aan den lan gen kant en laten we den band om het mid deltje eenige centimeters over elkaar heen slui ten, dan kan bij gedijen vah het draagstertje het schortje méé, zoolang knoopjes en lusjes nog niet tot aan den uitersten rand verzet zijn en van de schouderbandjes nog een strik te maken is. Fabriceeren we het schortje uit een lapje voile, dat we mogelijk nog ergens hadden lig- gen, dan wordt de reep, die het bovenstukje vormt, van dubbele stof genomen. De schouder einden kunnen met een smal zoompje worden afgewerkt of we laten ze in de plisseer-inrich ting even uitslaan. Ze zijn dan soepeler en makkelijker te strikken. "v :V Dekens stevig ingestopt onder de matras, de Hollandsche huisvrouw het lakens recht en glad getrokken, zooals bed opgemaakt wenscht 1mr MBM Februari belooft ons altijd vast een voor proefje, van de lente. En weinig voorjaarsdagen worden zóó geapprecieerd als die allereerste met zacht-blauwen hemel en milde zon, waarin de knoppen geuren en zwellen. Zoodra we onzen neus op straat steken en de zachte atmosfeer voelen, is onze eerste ge dachte: uit met den wintermantel en ons ge tooid met iets, dat lichter draagt en feestelij ker stemt. In het najaar, wanneer het guur en koud be gint te worden, is het een onbehaaglijk gezicht en doet het schril aan, iemand in dun en licht zomergoed te zien loopen. Maar nog onpretti ger is het èn voor het publiek èn voor draag ster, zich op een zoelen lentedag in te zware, te warme kleedij te weten, waarvan de mee- doogenlooze voorjaarszon alle glimplekken en slijtage onbarmhartig toont! Het voorjaarsmantelpak, dat strikt genomen een luxe bezit is, want het is te warm als zo- mer-tailleur en in den winterdag te weinig be schuttend, is tóch een onontbeerlijk bezit voor het prille voorjaar en al die twijfelachtige da gen waar ons klimaat zoo rijk aan is dat we eigenlijk „niet weten, wat we aan zullen trekken" en die veelal op regen uitdraaien, waarbij het mantelpak alweer de doelmatige oplossing blijkt, omdat het onder een lichte regenjas een zoo bij uitstek geschikte dracht is. Veel grijs zal er dit voorjaar gedragen wor den. Het staat sportief en heeft cachet, maar.... grijs flatteert niet iedereen. Voordat men zich een grijzen tailleur laat aanmeten, omdq^ die en die zoo'n aardig grijs pakje aan had, over- tuige men zich, dat men tot het type behoort, dat grijs kan dragen. Vanzelfsprekend kan door de blouse, welke er bij gedragen wordt, met smaak te kiezen, het fletse grijs eenigszins opgehaald worden. Cycla men en prune en alle tinten lila en paars zul len het komend seizoen geliefd zijn in combi natie met grijs. Een voornamer cachet echter heeft de kleur- groepeering, grijs met reebruin, welke de man nequin op de foto demonstreert. Hoewel deze tintenkeus, welke niet uitmunt door fleurig heid, alleen met succes gedragen kan worden door haar, die een frissche gelaatstint heeft, ofwel van nature ofzich deze kunstmatig weet toe te eigenen. Bij dezen tailleur van grijze wollen jersey, model Jean Patou, werd een reebruine crêpe de chine blouse gedragen. De baret van velours, alsmede de handschoenen, zijn in de tint van de blouse Kent u de goela djawa of wel Javaansche suiker? Deze zeer smakelijke Indische palmsui ker is in iederen winkel van Indische produc ten en tegenwoordig ook in sommige groote kruidenierswinkels voor een niet zeer hoog be drag te koop. U ontvangt die suiker, die een zeer appetijtelijke donkerbruine kleur heeft, gestold tot ronde stukjes. Zoo ongeveer alsof uw theekopjes voor puddingvorm gespeeld heb ben. De smaak lijkt op dien van onze gewone bruine suiker, maar is toch anders en veel ster ker. Voor de kinderen is deze suiker geschaafd gewoon met een mes op het brood een aar dige variatie en misschien voor u zelf ook, als u van een zoete boterham houdt. Een smakelijke toepassing krijgt u ook, als u twee doodgewone bisquitjes genre Maria maar liefst iets dunner met boter besmeert, er wa: Javaansche suiker op raspt en ze twee aan twee op elkaar plakt met de suiker ei tus- schen. Dit smaakt heel plezierig bij de thee en het is voedzaam voor uit school komende spruiten. Wel zou ik u raden, als het finan cieel even mogelijk is, roomboter te gebruiken. Ik zou trouwens in huishoudens met kinderen altijd willen zeggen: zorg als het kan, dat er roomboter en appels zijn. Wellicht kunt u op iets anders bezuinigen. Wat hoor ik daar voor een klacht? Heeft u een dood vliegje in uw polletje suiker gevon den? Ja, dat gebeurt wel eens een enkelen keer. In de tropen zijn honderd maal meer insecten dan bij ons en die zoete suiker is zóó aantrek kelijk als ze staat te stollen. Onhygiënisch? Misschien wel een beetje. Maar aan den ande ren kant; valt er nooit eens een vlieg in uw melkkan? En die vischt u er toch rustig uit zonder den heelen inhoud weg te gooien? Iets anders wordt 't namelijk als er, zooals ik laatst bij iemand bijwoonde, een heele muis in de melk ligt te spartelen. Maar gespuis van dat formaat zult u in de goela djawa nooit of te nimmer aantreffen. En heeft u wel eens pisang goreng of, op zijn Hollandsch, gebraden bananen gegeten met een Een gouden horlogeketting reinigen we door deze tusschen de handen rijkelijk met zeepschuim te wrijven. Daarna goed afdrogen met een schoonen wollen lap Breit gij reeds met Neveda-Woi Aan Xeveda, Heerengr. 483, A'd.-C. M., U gelieve mij gratis te zenden een Neveda-breipatroon voor een: Damesblouse, Deuxpièces, Heeren- slipover of Meisjesjurkje (doorhalen wat niet verl. wordt), en den naarn van den Neveda-winkelier te mijner stede op te geven. vilt Naam Adres stroop van gesmolten Javaansche suiker er over? Ik kan het u als dessert aanbevelen. Dat be werkt u zóó: U smelt zoo'n polletje suiker op het vuur met zooveel niet te veel water, dat het ook na afkoeling vloeibaar blijft. Eenige gezon de niet overrijpe bananen snijdt u in de lengte door en dompelt die helften in een tamelijk dik beslag van bloem en water. Dan vertrouwt u de even uitgedropen vruchten aan een heet frituurvet toe tot ze mooi goudbruin zijn eI1 legt ze, na even uitlekken op grauw papier* vlug op een verwarmden schotel. Als ze alle maal gebraden zijn, giet u er de suikerstroop overheen. Het ziet er zalig uit en het smaakt evenzoo. Gewoonlijk is een banaan per man wel vol doende, maar den omvang van de magen van uw dischgenooten kent u zelf het beste. Heusch, probeert u dit voortreffelijke Indi sche product eens. Wellicht inspireert het u tot nog meer toepassingen. Cl. E. „De sterfte aan verkeersongevallen in de laatste vijf jaar voor kinderen van één tot vier jaar is GROOTER dan aan tuberculose- De laatste neemt geleidelijk af, de eerste neemt toe. Ouders, leert vóór alles uw kin deren zoo vroeg mogelijk, al is 't dan voetje voor voetje, de verkeersregels van den wed- Laat nooit uw aandacht hiervoor verflau wen. Want uw kleuter is in zijn doen en- laten toch altijd nog onberekenbaar." „Het Kind", Blad voor Ouders en opvoeders Een kalmeerende drank voor het slapen gaan en die we bij onze zuidelijke buren kun nen afkijken is een kopje lindebloesem-thee* Van den gedroogden bloesem van de linde wordt op gewone wijze met kokend water thee getrok ken. Slechts suiker, geen melk, wordt aan de uitgeschonken thee toegevoegd. In geen enkele Fransche slaapkamer ontbrak vroeger het blaadje, waarop een karaf water, een karafje „Fleur d'Oranger", oranjebloesem water en het bakje suikerklontjes. De bedoe ling hiervan was, dat iemand, die den slaaP niet kon vatten, zich een glas water inschonk* daarin een scheutje van het geurige extract deed om het met veel klontjes tot een zo®' slaapdrankje te mengen. Mogelijk is het de fijnzoete, streelende geur, die een kalmeerenden invloed op 's menschen gestel heeft. En al is d' ouderwetsche middeltje wat in het vergeetboek geraakt, het heeft in den loop der jaren v»11 z'n heilzame werking niets verloren. Breiliefhebsters: De uitleg van deze steek vindt U in brochure, die onlangs door de „3 Suisse® Wolfabrieken uitgegeven is. Indien U de brochure wilt ontvangen zendt dan Uw na8^ en adres op een briefkaart (geen brief) aan „3 Suisses" Wolfabrieken, afdeeling 91* te Til de de burg. Plakt er boven het gewone port op adreszijde 3 postzegels van 5 cent op voor waarde van de brochure. 4 Omgaand ontvangt U dan de brochure der Breisteken." In dit boekje vindt U op aan?® name wijze voorgesteld, de uitleg van 24 gehe nieuwe steken. Door een vernuftig systeem plooiing vindt men in het boekje onmiddellijk steek die men zoekt. Elke beschrijving van steek is duidelijk geïllustreerd. Doe Uw aanvrat vandaag nog. U zult er tevreden over zijn! KENT U Dr. E. Hoekstra's Bloedzuiverende Gezondheidspilk® Deze pillen zuiveren het bloed van onreinheden, regelen de spijsvertering, wek ken de eetlust op en bevorderen de natuur lijke verrichtingen des lichaams. 90 et. of 1.56 per doos met gebruiksaanwij zing. Verkrijgbaar in Apotheken en Drogiste rijen Vraagt gratis toezending brochure a8r MIJ.' HOEKSTRA, Heerengr. 33, Amsterda®1 Een roman van Enrica von Handel-Mazzetti 82 „Juliana! Wat luider," trok de overste de wenkbrauwen samen. Men hoorde het trompet signaal, onderaardsch, schrikwekkend, als Lu cifer's bazuin. „O heilige Elisabeth!" riep Juliana uit, „onze kerk en dit klooster zijn aan u toegewijd. Wij knielen voor u neer en smeeken u, wil allen, die in dit klooster wonen, als verplegende maagden of als zieke vrouwen en weduwen, bewaren in den staat van genade en door uw voorspraak verkrijgen, dat Jezus, onze Bruidegom „Waarde moeder, hebt u ookde eere- teekens gezien? Twee!" prevelde de stervende. „Slechts tweeanderen hebben er meer, hoo- geremaar deze twee zijn meer waard omdat ze verdiend zijn! Ik zal nieuwe linten er voor makenmakenmaaro, maar zusterwat voel ik me opeens vreemd Onder de aarde woelden wederom de booze geesten, ver in hun sombere stad, en hunne woudhoorns schalden. En plotseling dreunt een verre, doffe, zware knal uit het binnenste der aarde: dof gerommel reutelt na en versterft „Dat Jezus, onze Bruidegom, ons opneme in het hemelsche Vaderland.,,. Die daar leeft enJuliana leunde haar hoofd tegen de stangen van het bed en snikte zacht. „Zuster, zuster, zuster, wanneer komt hij weer bij me?" hijgde Sophie, ze trachtte zich op te richten, doch zakte weer terug. „Ik ben zoo vreeselijk bang! Waarde moeder waar is hij dan nu? Op welke vesting kbmt hij? Ik moet hem nareizen!.... Maar ik ben zoo zwak Waarde moeder.... mijn Georg!" jammerde zij, ,,'t is me alsof men op mijn hart traptop mijn hart trapto, wee, wee, waar is hij nu?" Zij zonk dieper terug, bij élke klacht was weer bloed op haar lippen gekomen; de overste wischte het weg met haar eigen zakdoek. Juliana snelde doodsbleek naar haar toe. „Sneeuwwitje!" zij bood de arme het glas wijn. „Drink! Een slokje! Ter liefde van onzen Lieven Heer! Voor Georg!" De arts stond nu naast het bed, bevochtigde de slapen en de lippen van de lijderes met zijn wereldberoemd elixer uit het kristallen fleschje. Maar hij weet nu, dat zij door niets meer te redden is. Als nog nimmer een vrouw gestorven is aan,den dood van haar man, dan zal deze hier de eerste zijn. „Zuster,." kreunde de arme Sophie. „O, wat zal er met de kinderen gebeuren? O God, zoo vreemd heb ik me nog nooit gevoeldZuster, mijn Willy, alstublieft mijn Willy!" „Willy! Waar is Willy?" riep de overste. Men hoorde schreden in de verbandkamer. Zij ging er heen. Een postulante kwam aanloopen, bleek en verschrokken. „Haal onmiddellijk den kleinen Willy uit de apotheek! Direct terugko men, maar de overste ruischte in haar zwaar gewaad naar het jonge meisje toe en zei haar waarschuwend in het oor: „Hij mag niet over zijn vader spreken, de moeder is zéér zwak." De postulante stamelde: „Eerwaarde moeder, de jongeheer is weg wij weten niet sedert wanneer en waarheenwaarschijnlijk over den tuinmuurwij denken...." Op hetzelfde moment verscheen de zuster-por- tierster, vaal en bleek als een spook. „Wat hebt u? Wat is er?" „Eerwaarde moeder, Barbara is teruggekomen, die arme ritmeester hebben ze al „Stil!" gebood de overste streng en wees door de half geopende deur naar de bleeke en bijna levenlooze lijderes. „Ja, ik ben stil; maar, waarde moeder Willy was er bij!" en de oude zuster bracht de punt van haar schort aan de oogen. „Wat?" riep de overste nu toch luid in haar ontzetting „In de armen van den kleinen Willy is de vader gestorven „Wees stil, wat praat je nu toch! Breng lie ver den jongen hier, zijn arme moeder wil hem zien. „Moeder," hijgde de oude non, angstig spied den haar oogen rond, zooveel wonderlijks als vandaag had zij nog nooit beleefd, en zal zij heel haar leven niet meer meemaken. „De kleine Willy is teruggekomen met dien Monseig neur; hij trekt in de apotheek andere kleeren aan en wascht zijn handjes o God, dat bloed „Stil! Ik kom beneden," zei de overste ontdaan. Zij ging naar de zaal terug. „Sneeuwwitje," boog zij zich over de zieke, „Willy zal komen, hij is beneden, in de apotheek. Is 't goed? Zijn we tevreden?' „Maar vlug." Sophie's stem was nauwelijks hoorbaar. „Zoo voelde ik me nog nooit. ik kan niet meer „In het oogenblik, waarin hij het doodelijk schot ontving, heeft zij het in haar hart ge voeld," mompelde Malfatti. „Een nobel man zal diep treuren, maar zij volgt den misdadiger in het graf." De zuster, de arts en de postulante stonden om de bleeke moeder geschaard, toen de kleine Willy, aan de hand der overste, de ziekenzaal binnentrad. Hij heeft zijn mooie Zondagsche pak niet meer aan, maar draagt een schamel broekje en armelijke blouse, die de overste uit de naaikamer gehaald heeft, waar kleeren ge maakt worden voor de armen. Zijn behuild ge zicht is wit als krijt, zijn handen rood als ro zen, met zeep en zand heeft hij het kostbare, fiere bloed van zijn vader afgewasschen, opdat de arme, arme, zieke mammie er niets van zou zien, want zij zou er van sterven. Groot en ernstig staren de kinderoogen, die anders zoo schalks kijken, naar het beeld van den dooden vader, badend in zijn bloed, het beeld dat niet vervagen wil; maar hij durft niet te huilen, de arme, zieke mammie mag niets weten, zij zou er van sterven. De overste had het hem gezegd, en nu vermaant zij hem nog eens: „Wees voorzichtig, kind! Niets vertellen! La ter, veel later, als God haar behoudt De knaap knikt, wringt zijn hand uit die der non en gaat met trillende knieën op het bed toe, en zijn oogen sperren zich vol ontzetting: is dat mammie, o, ze is zoo bleek, zoo bleek, en witte lippen zooals die arme arme va der in de stadsgracht. „Mammie, mijn mammie! Hier ben ik, wilt u iets, mammie, lieve mammie!" Zacht, heel zorg vuldig, zooals slechts het Christus-kind zijn hei lige moeder omhelzen kan, slaat de anders zoo wilde en onstuimige jongen zijn arme om het zwakke, bleeke stervende moedertje; met zijn trillende, kleine mond kust hij het sneeuwwitte gezicht en de smalle, bleeke handen. Snikken wellen op in zijn keel, 't is alsof ze wordt dicht geknepen, maar neen, niet huilen, neen, zij mag niets weten anders Toen hoorde hij haar spreken. „Willy!" Zoo zwak zoo zwak en zij kijkt hem aan, zoo wonderlijk, dat hij er van schrikt. Want zijn arme vader had ook zoo gekeken toen hij zei „Mijn kind," terwijl het bloed uit zijn zijde vloeide en dat was zoo heerlijk en ook zoo verschrikkelijk als niets op deze wereld. „Kindje zuchtte de moeder, „waar.... was je toch „Ik Een hand van staal, een koude, ijzige hand grijpt toe en snoert het hart van den knaap dicht. Niet liegen! „Op de wallen bij de stadsgracht In de zaal gonzen de vliegen. De overste, de arts en Juliana luisteren met stokkenden adem. „Wat was daar dan?" klinkt de vraag der moeder zoo hulpeloos bedroefd. Het kinderhart dreigt te breken. „Mammie!" trilt het van zijn lippen. „Wat was daar dan?" „Mammiemenschen Malfatti trad terug achter het gordijn en tje- dekte de oogen; het woord van den dichter - hem in de gedachten: Al het leed der mctts° heid.... .MenschenDe witte, doodmatte M' der moeder tast naar het kinderhandje. haar gezicht liefkoost: en de moeder vraagt* sprak een engel, die reeds door zijn hemel® gezellen gewenkt wordt, door haar bleeken. venden mond: „Wat was dat voor wijn?" Wijn?" siddert Willy f „Je hebt je handjein wij'n gedoop1*^ in heerlijke wijndie geurtals1 rozen. „Mammie, ik had geen wijn Zij trok de hand van den knaap aan n lippen, zij keek den jongen aan met oogen, diep waren als de nacht van den dood, en vr en gedronken, mijn kind, wat heb je gedronken, dat je zulke roode lippen hebt- „Iknietsmammie!~t, De drie menschen bij het bed keken el* star van ontzetting, in dë oogen. «nll?' Zuster, waar is mijn man? Willy, w waar is je vader?" kreet de zieke plotseling- O, de sluiers scheuren, en zij ziet hem haar laatsten en verschrikkelijken kelk. „Mammie, mijn mammie," vleide het bev® kind. Lieve Godhelp, help haar nu..** zij het hoort.... „Mammiebij den lieven Jezus hij het zoo goed...." (Wordt vervol#

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 8