Schaakrubriek
BOV)
I0dt
Boontje komt om zijn loontje
Zoekt gij betrouwbaar
Personeel?
I Plaats dan een „Omroeper"
I voor 90.000 gezinnen
Ut
DINSDAG 14 FEBRUARI 1939
Dxc* 2. Pc5 mat, een mooie cross
check!
Van het bijwerk noemen wij het penmat:
1Dxd3; 2. Pd6 mat.
Dienen de volgende pionnen alleen om on
schuldige duals te verhinderen?: b5, f2, h2
en h3?
Volgens de meest gangbare opvatting, zijn
duals die volgen op zetten, die de dreiging niet
verhinderen, niet storend. Wellicht hebben de
auteurs strengere opvattingen?
1. Pel faalt op fxelD; 1. De6t en Pd6t op
Kxd3<t
Goede oplossingen der beide problemen ont
vingen wij van de heeren: A. Hopman, Egmond
aan den Hoef; C. Ruëdisuëlli, Santpoort; D.
de Jong, Soestdijk; A. Kluijskens, G. v. Waal
wijk, D. van Kleef, C. M. Ibelings, C. Sarton,
J. J. van Hoek, Amsterdam; W. J. Depla,
Kortrijk, België; A. Th. Egging, Arnhem; S. A.
Winnubst, A. H. Overdam, Haarlem; W. de
Koning, Utrecht; G. W. Jansen, Naarden; P.
Henneveld, Delft; H. J. de Boer, Wormerveer;
J. G. Moolhuijzen, Arnhem; H. Koster Hz., Den
Haag; H. F. Fluitman, Enkhuizen; Classicus,
Venray; L. C. Romijn, Lisse; H. Hilhorst en
K. Morren, Seminarie, Apeldoorn; D. Janse,
Bloemendaal; G. Kistemakers, Wijhe; J. W. de
K., te B.; Bern. Th. G. Harterink, Zeddam; E.
P. Blaauwhof, Seminarie Hageveld, Heemstede;
N. W. Oud, Alkmaar; Th. Schroote, Haarlem;
M. D. Castenmiller, Ravenstein; C. W. Kooy,
Hoorn; W. G. Siedering, Noordwijkerhout; A.
C. de Greef, Bussum en B. Keizer, Volendam.
Van no. 289: mejuffrouw In. R. E. J. Fee-
ters, Arnhem; P. Egberts en W. J. Deurloo, Am
sterdam; Chr. v. d. Heijden, Amsterdam.
Van no. 290: G. van Egmond, Lisse; M. W.
Zuurveld, Amsterdam; J. Ruyten, Leiden.
Buiten mededinging: J. B. Renckens, Amster
dam en J. C. Nobels, Baam, van beide proble
men.
CORRESPONDENTIE
B. K. te V. Een pion die de laatste lijn be
reikt, moet meteen veranderd worden in een
koningin, kasteel, raadsheer of paard, naar
keuze; doch in de eigen kleur. In den regel
wordt natuurlijk het sterkste stuk: de konin
gin gekozen. Er zijn echter gevallen, dat het
voordeeliger is een figuur van lageren rang te
kiezen.
Het is geoorloofd een of meer pionnen tot
koningin te promoveeren als de eerste konin
gin nog op het bord staat. Dat geldt ool^ voor
andere figuren.
H. v. E, te C. De partij kunnen wij, tot onze
spijt, niet opnemen, hoewel ze niet slecht ge
speeld is. Voor plaatsing in de rubriek moeten
wij hoogere eischen stellen.
In tegenstelling met uw inzicht, zijn wij van
meening, dat er juist voor zwakke spelers veel
uit het naspelen van meesterpartijen te leeren
is. Het is bekend, dat Keres o.a. zijn schitte
renden stijl door 't naspelen van partijen ver
worven heeft. En door het spelen van corres
pondentie-partijen.
W. J. S. te N. Het is noodzakelijk problemen
duidelijk en accuraat te noteeren, In den stand
die u inzond staat de witte koning schaak en
is er voor wit geen mogelijkheid op den twee
den zet mat te geven.
Wij raden u eerst studie van het onderwerp
te maken, alvorens te probeeren schaakproble
men te maken.
J. R. te L. De nieuwe wedstrijd begint den
7en Maart. Dan worden ook de voorwaarden
opnieuw afgedrukt.
H. J. de B. te W. Daar remise door pat in
den regel aantrekkelijk is, eindigen veel ge
componeerde eindspelen inderdaad met pat.
Wat minder in partijen gebeurt!
J. W. de K. te B. Uw meening over no. 287
is onjuist. 1. Tg4, Rc3; en nu speelt u 2. Dc6
FOTO REPORTAG E
aimimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii|i|i|i|ii|i|ii,,|,|,||II,|||l|,ll,,lll,ll,,l,l,,,,II""i
De aanleg van een reusachtig rangeer
terrein in de Watergraafsmeer vormt
een onderdeel der spoorwegwerken in
Amsterdam Oost Overzicht van het
terrein, dat in het midden 40 sporen
breed is en waar ongeveer 60 K.M.
rails liggen
Bij het monument voor gevallen ka
meraden op de binnenplaats van de
kazerne aan den Waalsdorperweg te
Den Haag werd Maandag door luit.-kol.
J. van Diepenbrugge een krans gelegd
in verband met het 125-jarig bestaan
van het derde regiment huzaren
Een merkwaardige emigratie in Ned. Indië. - Met hulp van het gouvernement is de bevolking van w M de Koningin bracht Maandag een bezoek aan de nieuwe kazerne aan den Waalsdorperweg te Den Haag
het doodarme Bandjarsari in haar geheel verhuisd naar de Lampongs op Sumatra. - Tijdens het verband met het 125-jarig bestaan van het derde regiment huzaren. - De Koningin tijdens de inspectie
transport
Alle correspondentie betreffende deze ru
briek gelieve men te zenden aan Jos. Duvergé,
Binnen Brouwersstraat 40, Amsterdam C.
DRIEMAANDELIJKSCHE WEDSTRIJD IN
HET OPLOSSEN VAN SCHAAKPROBLEMEN
Probleem no. 295
A. H. Overdam en P. J. Wever, Haarlem
Eerste publicatie
a.b c de l g h
Wit geeft mat in twee zetten.
Probleem no. 296
a.b e de f g b
Wit geeft mat in twee zetten.
Oplossingen gelieve men binnen 14 dagen in
te zenden.
OPLOSSINGEN
Van no. 289 (A. F. C. v. d. Linden, Zeist,
eerste publicatie). 1. Pxd5 dreigt 2. De4 mat.
Zelfpenning van het stuk dat de sleutelzet doet.
Ontpenningen met lijnafsluiting door:
1Pbd4; 2. Pc7 mat
Ped4; 2. Pf4 mat
De heer Fluitman oordeelt: „Een oogenschün-
lijk arm probleem, dat echter bij nadere be
schouwing een rijke afwikkeling biedt."
1. Pf5 weerlegt zwart met d5—d4!
Van no. 290 (A. H. Overdam en P. J. We
ver, Haarlem, eerste publicatie). 1. Kc6 dreigt
2. Dd5 mat. Een avontuurlijke koning die in
gevaar verkeert (1Kxd3? 2. Dxf3 mat) en
nog nieuwe gevaren gaat zoeken:
1Tg6t 2. Dxg6 mat
mat?? U vergeet echter, dat de zwarte koning
naar e6 kan vluchten.
OPLOSSING VAN HET EINDSPEL no. 23
(Buiten den wedstrijd)
Het lastige eindspel is van W. en M. Platoff.
Wij vonden het in „Poesie des Schachs" van
Kagan, die geregeld in gebreke bleef bronnen
te noemen.
Wij ontvingen alleen van den Z.Eerw. heer
W. J. Depla, Kortrijk, België, de goede oplos
sing (ook nog van no. 22).
1. b7, Rg8t; 2. b3, Txb3; 3. h7, Rd5; 4. Re6!
Rxe6; 5. h8D, Th3rf; 6. Kal, Txh8; 7. b8D,
Txb8, pat.
Een lezer meent, dat wit kon winnen, maar
hij verzuimt zijn meening te motiveeren.
RUSSISCH TOURNOOI
Omdat In de volgende partij zwart zijn eigen
koningsstelling verwoestte, kwam Keres in zijn
element. Geen subtiel positiespel, maar bril-
lancy ligt den jeugdigen held.
Geweigerd koninginnegambiet
Wit: Keres Zwart: Smyslov
1. d2—d4, Pg8—f6; 2. c2—c4, e7—e6; 3. Pbl—
c3, d7d5; 4. Rel—g5, Rf8—e7; 5. e2—e3, 0—0;
6. Pglf3, b7b6; 7. c4xd5, e6xd5; 8. Rfld3,
Rc8b7. (Het vervolg toont aan, dat de raads
heer hier in dit geval slecht staat). 9. Ddl
c2, Pb8—d7; 10. 0—0, h7h6; 11. Rg5—f4, a7
a6; 12. Tfl—dl, Pf6—e8; 13. Tal—cl, Re7—
d6; 14. Pc3—e2, Dd8—e7; 15. Rf4xd6, De7xd6; 16
Pe2g3, g7—g6. (Het sloopen van de eigen ko
ningsstelling is begonnen. In plaats van den
tekstzet had zwart Pd7—f6 moeten spelen). 17.
h2—h4! .(Hier begint de directe aanval op
den koning). 17h6h5; 18. Pf3g5. Zie
diagram.
Stand na den 18en zet van wit.
18c7c5; 19. Rd3f5c5xd4; 20. Rf5
e6 d4d3! (Nu krijgt zwart gelegenheid Pe5
te spelen). 21. Dc2xd3, Pd7—e5; 22. Dd3—bl,
f7xe6; 23. f2—f4, Kg8—g7; 24. f4xe5, Dd6xe5;
25 Tdl—fl! Tf8xflf26. Tclxfl, Pe8—d6. (Be
ter is Pf6) 27. Pg3xh5, Kg7—h6; 28. Ph5—f6,
De5xe3t; 29. Kgl—hl, De3—d4; 30. Pg5xe6,
Dd4xh4t; 31. Khl—gl, d5—d4; 32. Dbl—clt, g6
g5; 33. Delc7 en zwart gaf de onhoudbare
partij op.
Uit „300 Kurze Glanzpartien"
Wit; Mieses Zwart: Amateur
1. e2e4, e7e5; 2. Pbl—c3, Pg8—f6; 3. Rfl
c4, Pf6xe4; 4. Ddlh5, Pe4—d6; 5. Rc4b3,
Rf8e7; 6. d2—d3, 0—0; 7. Pgl—f3, Pb8—c6; 8.
Pf3—g5 h7—h6; 9. h2—h4, Pd6—e8; 10. Pc3—
d5! Pe8—f6; 11. Dh5—g6, f7xg6; 12. Pd5xe7t,
Kg8h8; 13. Fe7xg6 mat.
Hein wandelde verder en kwam bij een mi®"
rennest. Hij zag het gewriemel van de mieren
een tijdje aan.
„Wat sta je te luieren," zei een van de mi®"
ren, „neem een voorbeeld aan ons."
Daar werd Hein zóó boos om, dat hij Uns»
en rechts de pasgegraven gangetjes begon dicht
té schoppen. Maar dat bekwam hem slecht-
Met vereende krachten vielen de mieren hem
aan en beten en krabden dat Hein blij was dat
hij er tenslotte levend van af kw'am. Zijn pot>"
ten waren gekneusd en hij kon haast niet me®*
vooruit van de pijn. Gelukkig kwam de tele'
grambesteller voorbij. Dat was Slijmerik d®
slak.
„Ik ga mee met je," riep Hein en kroop vM£
boven op het slakkenhuisje.
De slak durfde niets te zeggen, want hij
wel hoe gevaarlijk Hein met zijn scharen W3®"
Zoo ging het in sukkelgang den weg over.
„Kun je niet wat vlugger loopen!" zei H®10'
„Nee," antwoordde de slak.
Daar schoot plots een troep ganzen naar he®
toe. Eén van hen greep de slak bij de horens.
„Blijf van mijn paard af!" riep Hein KniP'
schaar.
„Waarom," zei de gans, „zoo'n lekker hapi®
laat ik me niet ontgaan."
„Waarom, waarom!" riep Hein hoos-
„Hierom!"
Hij wilde met zijn scharen de gans bijt®®*
maar die greep hem bij een poot en slingerd®
hem hoog de lucht in. Met tw<ee gebroken
ten en een gekneusde schaar sleepte Hein zic"
naar Kniptor, den boschdokter. Die zocht in ®e?
heel oud boek, wat hij moest doen en verbond
hem daarna. Op een draagbaar werd Hein na3*
huis gedragen en daar lag hij zes weken Pla'
op zijn bed, zonder dat hij een vin verroer®"
kon.
Allen, die het hoorden, zeiden: „Dat komt ®J
van, nietwaar! Boontje komt om zijn loontj®-
P. B.
Een overzicht tijdens de plechtige H. Mis van Requiem, welke gedurende negen
dagen voor de zielerust van wijlen Z. H. Paus Pius XI in de Sacramentskapel van
de St. Pieter te Rome wordt opgedragen
Flatteuze hoofdtooi op de
folkloristische tentoonstel
ling te Parijs
Het was een prachtige ochtend. De zon brak
door de grijze wolken en de dauwdruppels op
gras en plant begonnen te schitteren. In het
bosch begon alles te leven. Konijntjes werden
wakker, vogels lieten zich hooren en eekho
rentjes sprongen heen en weer; de beer en de
vos kWamen samen thuis, tevreden, want ze
hadden 's nachts goed wat buit gemaakt.
Er was nog iemand die op den thuisweg was,
maar iemand die eigenlijk al lang reeds thuis
had behooren te zijn. Het was Hein Knip-
schaar, die den heelen nacht geboemeld haa
met twee vrienden die hij gisteravond tegen
was gekomen.
Zijn vrouw had lang op hem zitten wachten,
maar eindelijk was ze boos naar bed gegaan
en even boos vanmorgen weer opgestaan. Ze
gooide de ramen wagenwijd open, zoodra de
zon door de ruiten kwam kijken en zag daar
Hein aankomen. „Die zal ik eens een lesje
geven," zei zij, toen ze zag hoe hü over den
weg zwaaide.
Ze sloot de ramen weer en klom naar boven
naar de slaapkamer.
„Boem, boem, boem," klopte Hein op de deur.
Zijn vrouw" deed boven het raam open en zei:
„Ben je daar eindelijk, nachtbraker. Je ziet
maar dat je vandaag ergens anders terecht
komt. Mijn deur gaat niet open."
„Vrouwtjelief," zei Hein, „ik kon er ook niets
aan doen. De Coloradokevers hadden me uit-
genoodigd en hebben me zoolang aan den praat
gehouden."
„Houd je mond maar," zei mevrouw Knip-
schaar, „die uitvluchten ken ik, maar ik heb
er nu schoon genoeg van."
Hein probeerde nu of hij de deur kon open
breken, maar zijn vrouw gooide een emmer
water naar beneden en druipend droop Hein
af om ergens anders onderdak te vragen. Maar
dat zou niet gemakkelijk lukken.
Boos was hij. Heel erg boos. Was het nu zoo
erg als hij eens een avondje met zijn vrienden
uitging. Nu ja, het was een beetje laat gewor
den, of liever gezegd vroeg, maar je kan je
vrienden toch ook niet in den steek laten.
Daar kwam Jan de Oliekever aan.
„Hallo, Hein," zei die, „je bent al vroeg op
stap, waar ga je naar toe en hoe kom je zoo
nat?"
„Kom maar mee, dan drinken we d'r eentje,"
zei Hein, „dan zal ik je meteen alles vertellen."
„Nee, nee," zei Jan, „ik heb geen tijd van
morgen. Ik moet bij mevrouw Goudhaan zijr.
om d'r oliestel eens na te kijken en
„Ook best, vervelende vent," zei Hein en
draaide zich om.
,Die heeft geen beste bui vanmorgen," dacht
Jan Oliekever, „en wie gaat er nu al drinken
's morgens vroeg?"
Hein Knipschaar wandelde naar den vijver
en ging op een dik waterielieblad zitten. Lekker
frisch was het daar. Zijn warm hoofd koelde
er wat van af.
„Maak dat je whgkomt," riep een Watertor
ineens. „Zie je niet dat dat mijn woning Is.
Mijn naam staat er toch op!"
„Dan zie je maar dat je me wegkrijgt," zei
Hein, „ik zit waar ik zit."
Dat was niet naar den zin van de watertor,
die probeerde op het blad te kruipen, maar
Hein stiet hem er telkens af. Het werd een ge
vecht op leven en dood. Hein klapte met zijn
scharen en de watertor verloor twee pooten
Hij verdween.
„Ziezoo," zei Hein Knipschaar, „hier blijf
ik voorloopig wonen."
Hij keek- eens over den rand van het blad
waar de watertor naar toe zwom, maar daarbij
verloor hij zijn evenwicht en viel in het water.
Hij schreeuwde moord en brand, want hij
kon niet zvtemmen.
Een groote kikker trok hem op het droge.
„Je bent me een beetje te groot om op te
eten," zei de kikker.
Hein beefde nog van angst, maar weldra
was hij weer by zijn positieven.
„Wat zei u?" vroeg hij.
„Dat je te groot bent om op te eten," zei de
kikker.
„Opeten!" riep Hein. „Jij groene waterpad.
Ik zal je op je bolle oogen slaan. Opeten!"
,,'t Was m-maar een g-grapje," zei de kik
ker, „ik d-dacht dat je zou verdrinken en heb
je op het d-droge g-getrokken."
„Je hebt niks te denken," riep Hein boos,
„ik had me best zelf kunnen helpen."
„M-maar je schreeuwde z-zoo," zei de kik
ker beteuterd.
„Het gaat je niet aan hoe ik schreeuw," ze?
Hein, „maak je weg."
Hij greep met zijn scharen naar den kikker,
die over zijn hoofd in het water sprong en in
de diepte verdween.
Er moet een opstel gemaakt worden
„Een bezoek bij Oom".
Piet heeft niets kunnen bedenken. En als
meester het sein geeft tot schriften ophale°*
schrijft bij haastig:
„Gisteren bracht ik een bezoek aan OoBh
maar hij was niet thuis."