Weer een Vredespaus herdacht De begrooting van Onderwijs 0e DUITSCHE HELD VEREENIGING EN VERGADERING DE KATHOLIEKEN SPREKEN WOENSDAG 15 FEBRUARI 1939 OVERZICHT TWEEDE KAMER ^echtsch tegen linksch Eert vredes-Paus Eert vredes-Paus OVERZICHT EERSTE KAMER Goede opmerking over de leerlingenschaal Minister Patijn in Londen Beleefdheidsbezoek aan Lord Halifax „JONGENSSTAD" IN ROTTERDAM Vertooning voor groot aantal genoodigden EEN ZONDERLING VERZOEK Autobus rijdt tegen een boom Drie ernstig gewonden naar het ziekenhuis GEESTELIJKE EN MOREELE HERBEWAPENING „De Groninger Gemeenschap" opgericht DE SPANJAARDEN VAN AMELAND CAESAR GEZELLE OUDE HEER DOODGEREDEN Leeuwarden krijgt afweergeschut Voorstel van Ged. Staten van Friesland aangenomen DRIE ARBEIDERSWONINGEN TE AMMERZODEN VERBRAND Lek in een schoorsteen waar schijnlijk de oorzaak H.M. DE KONINGIN WEER IN DE RESIDENTIE UIT DE STAATSCOURANT Geneeskundigen Burgemeester Luchtvaartd ienst Centraal Bureau voor de Statistiek Economisch adviseur Inspectrice van den Arbeid V'"" (Wordt vervolgd.) (Van onzen parlementairen redacteur) Den Haag, 14 Februari 1939 •■Top op Zijn sterfbed heeft Hij gebeden, ge beden en geleden voor den vrede in en onder tie volken. Het zijn vooral de verzoenende ge- J^lens van den oprechten Vredesvorst welke ®erklank hebben gevonden bij de vredesgezind- die zoo diep in het Nederlandsche volk er&nkerd is." Ten derden male werd op deze precies op zelfde wijze een overleden Paus in het et3erlandsche parlement uitgeluid. Toen de ,^r Goeman Borgesius in de zitting van 26 %ustus 1914 de nagedachtenis van „den hóóg- beerden Kerkvorst Paus Pius X" eerde, zeide be'vP6 Paus heeft gebeden en geijverd voor het ijj dd van den vrede; Hij heeft Zijn invloed Ïor-K sc'laal getegd om den vrede te bewaren, in hoeft Hij, helaas, nog moeten beleven, dat zeot ropa de oorlogsbrand is uitgebroken. Men 2jj' hat bezorgdheid en droefheid daarover dood Hebben verhaast. Of dat waar is le p wh niet' maar dit weten wij wel, dat êet US V00r den vrede ijverend, de harten heeft jjoffen niet alleen van zijn katholieke ge- horSenoot6n' maar van honderdduizenden en jj herdduizenden daarbuiten. Het is diep treu- tyj. ®n diep tragisch, dat juist in den tijd, dien J beleven, zoovele vredes-apostelen aan de ge nschap ontvallen zijn...." Minister Cort van der Linden ondersteunde "am, ^oei die vap ens de Regeering het woord van den heer ;rnan Borgesius en merkte op, dat „ook zij, hen ontslapen Paus niet eeren als hoofd hun Kerk, zich kunnen vereenigen in het 0°f, dat het ideaal, door dezen vredes-apostel Sgehouden, het ideaal van vrede op aarde, eenmaal zal worden verwezenlijkt". *h (je eerste vergadering der Tweede Kamer hen dood van Paus Benedictus XV op 1 Febr. herdacht de toenmalige voorzitter, Mr. °'en, dezen Paus met deze woorden: kf.jPaus Benedictus XV heeft in den verschrik ken oorlogstijd onnoemelijk veel gedaan om W hjden te verzachten; nu eens in het open- 6(1 r door Zijn omzendbrieven aan de volken \i,0 Vorsten dier aarde, waarin Hij als vertegen- 5el°rhiger van den Koning des Vredes de mid- lt0®h aangaf om tot een duurzamen vrede te dan weer door diplomatieke zendingen, ti^hoor hij aanknooping van verbroken ban- Poogde te bereiken, tenslotte door een nim- ophoudende zorg voor gevangenen, ver fden en nooddruftigen. dp, herinner slechts aan al wat Hij deed voor tjj "riefwisseling tusschen gevangen genomen d*» en hun achtergebleven familieleden; hij v«tt haarvoor een bijna geheel Europa om- H^hde organisatie, welke adressen van ver- W n en gevangenen opspoorde en deze deed 01j6 0lben aan de familie; een organisatie, welke jj. druppelde in de geslagen wonden. JqTI het herdenken van een Souverein, die deed voor de oorlogvoerende landen, °ok Nederland zich geroerd." mens de Regeering stemde minister Aal- tSe met deze woorden in, er aan toevoegend: fl^et «de zeldzame eenstemmigheid is deze groote in alle landen gehuldigd door mannen jj he meest uiteenloopende richtingen. Vi'J Seweest de man van den vrede in dagen °orlog". thans wéér een Paus, waarvan uit de "'er en van de ministerstafel beide moet wor- Setuigd: Hij was een dienaar van den vrede. ju hgt een stuk continuïteit van de geschie dt/8 ^er Pausen geschreven in de Handelin- •tp Van onze TWeede Kamer. Dat te constatee- L is mogelijk van nóg grooter waarde, dan te nemen van wat thans de heeren van a'h en Goseling aan de eene en de heeren fep,..11 he Vos van Steenwijk en Slotemaker de V aan he andere zijde van het Binnenhof hezen éénen Paus hebben gesproken. fei^ereehiging en vergadering als het maar êaat om een gestorven Paus te huldigen, ^üplQopen he heeren Kersten en Zandt weg. Ph haat kent ook aan de lijkbaar geen gren- Rllv, hun kortzichtige oogjes kunnen het licht fee^6611 Vredes-vorst niet verdragen. Zij wilden V heel hebben aan de hulde. Verlieten de gaderi ering. op, tk [erug te komen zoodra de aanvulling van Wfaf tap °P het recht van Vereeniging en Ver- ri11® verder werd behandeld in denzelf- Vjjtrailt als waarin de debatten verleden week ^en. Op het laatst ten minste. Hoofdzake lijk over onderdeelen liep de strijd. Zoo kwam de vraag aan de orde of de bepaling, dat de politie de bevoegdheid krijgt iedere niet-open- bare vergadering bij te wonen, waar een vreem deling aanwezig is en die door meer dan tien personen wordt bezocht, door de toevoeging van de beperkende clausule: „mdien het belang der openbare orde dit bepaaldelijk vordert" de rechtszekerheid der Nederlandsché onderdanen, wanneer zij in onschuldige bijeenkomsten ver toeven, voldoende garandeert. De heeren Donker en Joekes achten dat niet boven twijfel verheven. De heer Donker, omdat hij meende, dat de politie altijd wel kan zeggen, dat zij. de openbare orde in gevaar acht; de heer Joekes omdat hij de rechtmatigheid van de opgestelde criteria, de aanwezigheid van een vreemdeling en de aanwezigheid van meer dan tien personen, niet inzag. Een amendement tot schrapping van de heele bepaling werd verwor pen; het betreffende artikel met de beperkende clausule aangenomen. Tweede dispuut: waarom mag als de minister zijn zin krijgt geen enkele vreemdèling meer In een Nederlandsche vergadering, waar uitsluitend of mede Neder landsche staatkunde wordt behandeld, het woord voeren? Laat de minister een gaatje openhou den en in de wet de bepaling opnemen, dat hij zelf uitzonderingen mag toestaan. Dank u, zei minister Goseling, ik ben op die bevoegdheid heelemaal niet gesteld. Wij hebben het principe eenmaal aangenomen, dat vreemdelingen zich niet met Nederlandsche staatkunde hebben in tè laten. Dan ook geen kiertjes open laten staan Het amendement werd alweer verworpen en hef betrokken artikel aangenomen. Meer succes behaalde de heer Donker met een amendement, dat de geldigheid van de herzieningswet tot vijf jaar beperkte. Het is wel de bedoeling van den minister niet geweest een noodwet met beperkten geldigheidsduur in te dienen, het is ook de bedoeling van de Kamer niet om na vijf jaren weer niets anders dan de wet van 1855 in zijn ouden, onherzienen vorm over te hou den. Maar men wil door de ervaring leeren. Eens zien hoe de resultaten uitvallen, zoowel voor de goed- als voor de kwaadwillenden. En dan opnieuw beslissen. De minister gaf toe en nam het amendement over. Al het slijpen mocht echter niet baten. De linkerzijde bleef bezwaren koesteren. Zij wil géén offers brengen. De ongewenschte vreem delingen eruit; verscherping van maatregelen tegen onwettige vereenigingen; declaratoire uitspraken omtrent het verboden karakter van de vereeniging; brengen van alle soorten ver eenigingen, ook N.V.'s bijvoorbeeld, onder de eischen van het vereenigingsrecht graag. Maar géén offers van óns. Dat was de houding van de linkerzijde. Contact met buitenlanders zien zij niet graag van anderen, maar zij willen het niet prijsgeven. Zij willen wél met buitenlanders onze Neder landsche politiek bespreken En hen liever laten meepraten. Dat was de heer Albarda. Wij hebben niet de concessies gekregen, die wij verlangden, daarom blijven wij tegen dat was de heer Wendelaar. Allemaal reactie! Dat was de heer de Visser En de N.S.B.-ers zeiden heelemaal niets. Ds. Kersten ook niet maar de hééle linkerzijde stemde tegen het wetsontwerp in zijn geheel. Rechtsch tegen linksch werd het aangenomen. En toen concentreerden de gedachten en de debatten zich op Suriname, waarvan de be grooting aan de orde kwam. (Van onzen parlementairen redacteur) DEN HAAG, 14 Febr. 1939 Minister Slotemaker de Ecruïne, de man die van de meerderheid der Volksvertegenwoor diging een duidelijk votum van wantrouwen meekreeg, zonder dat hij nochtans naar huis werd gestuurd, zit thans alsof er niets gebeurd is achter de groene tafel in den Senaat. En de katholieken spreken Zij koesteren niet het snoode voornemen te gen de begrooting van Onderwijs te stemmen, dat heeft de heer van Lanschot reeds bij de algemeene beschouwingen te kennen gegeven; zij zullen echter ook niet zwijgen, zooals Dr. Moller en de zijnen in de Tweede Kamer. Het kennelijk vooraf beraamde misschien wel uit Utrecht gecommandeerde plannetje van den heer de Rijke (NSB) om de katholieken door middel van een motie over de leerlingenschaal uit hun tent te lokken, is dan ook tot misluk king gedoemd. De katholieken zullen zélf zeg gen, wat zij over de leerlingenschaal denken daar hebben zij geen mijnheer de Rijke voor noodig. En al zouden zij ook hier in de Eerste Kamer zwijgen, het mocht toch den heer de Rijke of tenminste het hoofdkwartier van de NSB in Utrecht, bekend zijn, dat de katholieken ziel? in de Tweede Kamer reeds naar aanleiding van een soortgelijke motie van den heer Thijssen over de leerlingenschaal hebben uit gesproken. „Met den zakelijken inhoud van deze motie ben ik het volkomen eens," verklaarde Dr. Moller bij die gelegenheid op 1 December j.l. „Aangezien er echter bij de Regeering geen enkele twijfel kan bestaan omtrent de mee ning van nagenoeg de geheele Kamer, dat het Kabinet voor de leerlingenschaal zéér ernstig een oplossing moet blijven zoeken, is de motie geheel overbodig en zal ik er mijn stem niet aan kunnen geven." Indien er menschen uit hun tent mbeten worden gelokt, dan toch allerminst de katho lieken. En aanstonds zij daar bijgevoegd: gelukkig. Wij hebben indertijd de houding van zwijg zaamheid waarvoor hier in den Senaat, blij -• kens het Voorloopig Verslag ook anderen voel den hoezeer wij haar ook konden begrijpen, toch geenszins bewonderd. Gelukkig: in den Senaat spreken de katho lieken. En hoeveel beter dit is, dan de houding aan genomen in de Tweede Kamer, blijkt reeds aanstonds uit het feit, dat hier door den heer de Jong ten aanzien van de brandende leerlin- genschaal-kwestie een opmerking werd ge maakt, die nóch door de Tweede Kamer, nóch door een der andere Senatoren werd geopperd, en die toch zéér eenvoudig en belangrijk is. De minister heeft het altijd over de kos ten, verbonden aan de veertig-schaal. Dat is een schaal, volgens welke een school, telkens, wanneer zij met haar leerlingental een veel voud van veertig overschrijdt, één leerkracht méér uit de overheidskas vergoed krijgt. Die schaal is duur, véél duurder, dan de thans gel dende. Zij zou drie-duizend onderwijzers méér eischen. Dat beteekent een méér-uitgave van zeven millioen. En met die zeven millioen spie gelt de heer Slotemaker de Kamer in de oogen. erbij vertellend, dat hij de ergste gevolgen van den bestaanden toestand wel wegneemt door een ruime toepassing van de mogelijkheid tot het toestaan van surnumeraire onderwij.s-krachten op normaal salaris in die scholen, waarin hij vindt, dat de toestand niet houdbaar is. Maar waarom, zoo vroeg de heer de Jong, komt de minister dan niet met voorstellen, die minder kosten. Het zou toch óók reeds een verbetering van den toestand zijn, wanneer hij met een 42- of een 43-schaal kwam. Die kosten idem zooveel minder. En zij hebben het dub bele voordeel: dat zij op groote en kleine scholen de zelfde normen toepassen en dus niet de groote met hun groote klassen laten zitten en alléén de kleintjes uit den brand helpen; en dat zij het brengen van eenige verruiming in de bezetting der scholen met leerkrachten, onttrekken aan de willekeur van het depar tement. Niet mijnheer van Poelje en niet mijn heer Slotemaker de Bruine moeten beslissen wanneer een school te weinig leerkrachten be zit en er een bij mag hebben, maar de wet. De eigenlijk min of meer voor de hand lig gende vraag van den heer de Jong, waarom heeft de minister niet 'n poging gedaan om de 42- of de 43-schaal in te voeren met het geld. dat hij thans aan zijn vijf- of zeshonderd sur numeraire onderwijzers besteedt, is van ten minste even groote, zoo niet van grootere be- teekenis, dan in de Tweede Kamer het amen dement van den heer Tilanus, dat een soort kweekelingeninstituut wilde consolideeren en daarbij aansluiting zocht bij de bestaande ge differentieerde schaal. De vraag van den heer de Jong drong niet alléén op consolidatie, op rechtszekerheid voor de scholen, op afschaffing der willekeur-beslissingen van den directeur- Onze minister van Buitenlandsche Zaken, mr, J. A N. Patijn, die thans te Londen vertoeft, waar hij heden de onthulling zal bijwonen van het monument voor Grotius, heeft Dinsdagavond een bezoek gebracht aan Lord Halifax in diens werkkamer in het Hoogerhuis. Het geldt hier een beleefdheidsbezoek, daar Lord Halifax heden eveneens aanwezig zal zijn bij de onthulling van het monument in de Hol- landsche kerk. generaal, doch óók op het scheppen van rechts gelijkheid tusschen de groote en de kleine scholen aan. Dat is méér. dan het amendement-Tilanus Groot is het aantal hoogleeraren in dit door luchtige college. Daar zitten van de katho lieken de heeren Barge en Steger; van de vrij zinnig-democraten de heeren van Embden en Kranenburg; van de christelijk-historischen de heeren de Savornin Lohman en de Zwaan; van de anti's de heeren Woltjer, Diepenhorst en Anema. Groot is dus in dezen kring de belangstelling voor de problemen van het Hooger Onderwijs. Zoo werd het probleem van de notarieele op leiding aangesneden door prof. Barge (R.K.) die daartoe graag aan een der Rijksuniver siteiten een lectoraat zag vestigen en die bo vendien klaagde over de slechte kwaliteit der abituriënten van de middelbaar onderwijs inrichtingen, vooral ten aanzien van het be- heerschen der Nederlandsche taal en ten aan zien van de geheugen-training. Prof. de Zwaan maakte zich bezorgd over de gevolgen van de regeling voor de college-gelden. Verscheidene rectores-magnifici hebben erover geklaagd, dat vele studenten zich niet meer voor den vollen opleidingstijd laten inschrijven, onvolledig col lege loopen en in de universiteitsbibliotheek of met behulp van overgeschreven dictaten hun studies voltooien. En daarbij wees hij op het denkbeeld om terug te keeren tot de oude me thode de college-gelden slechts voor een be paald aantal jaren te laten voldoen, een aantal jaren, dat desnoods verschillend kan zijn voor de verschillende faculteiten. Ook de heer Wiardi' Eleckman (SDAP) achtte de college-gelden te hoog. Morgen komt de minister aan het woord Dinsdagmorgen om tien uur heeft in het Ca- pitool Theater aan den Nieuwen Binnenweg te Rotterdam een vertooning voor genoodigden plaats gehad van de film „Jongensstad". Onder de zeer talrijke aanwezigen, geestelijken en ver tegenwoordigers van de charitatieve en sociale instellingen, bevond zich ook de Deken van Rot terdam, de Hoogeerw. heer van Heeswijk. De aanwezigen werden verwelkomd door den beer André de Jong, directeur van het Capitool Theater, waarna de heer A. van Domburg in een kerte inleiding wees op de verdiensten van de film, de beteekenis van pater Flanagan's Boys Town, de werkzaamheden van 't St. Franciscus Liefdewerk en het bestaan van een Rotterdam- sche afdeeling, welke, onder leiding van pater Kwanten, niet minder dan 1100 jongens ver zorgt. Medegedeeld werd, dat ook in Rotterdam een vertooning van de film zal plaats hebben, waar van de opbrengt geheel ten goede komt aan het St Franciscus Liefdewerk. Het spreekt vanzelf, dat pater Kwanten katholiek Rotterdam met aansporingen om deze speciale voorstelling op Zaterdag as. te bezoeken, overstroomt. Hij en zijn werk mogen weivaren bij het waardevolle gebaar van Metro Goldwyn Mayer, die geen middel onbeproefd laat om 't St. Franciscus Lief dewerk te helpen aan een moreelen en mate- rieelen steun, welken dit prachtige charitatieve werk zoo ruimschoots verdient, zoo hard noodig heeft en nog nooit in die mate heeft ontvangen. Hedenochtend zal ook in Den Haag een voor stelling voor genoodigden plaats vinden, welke door den heer L. Thijssen zal worden ingeleid. Zekere A. van D. heeft aan de Rechtbank te Rotterdam verzocht zijn voornaam te mogen veranderen of althans daaraan een naam te mogen toevoegen. Zijn naam is n.l. Adrianus, doch hij wil liever Iddo heeten. Hij zegt, dat dit in verband staat met godsdienstige over wegingen. Volgens hem is Adrianus in het ge heel geen christelijke naam, terwijl daarentegen Iddo op verschillende plaatsen in den Bijbel voorkomt. Hij noemt 2 Kron. 12:15 en 13:22. benevens Zach. 1: 1. De rechtbank heeft echter dat verzoek afge wezen. Ze zegt, dat de beweringen van ver zoeker niet juist zijn. Dat toch de naam Iddo uit het Oude Testament in de Christelijke Kerk nimmer is overgenomen. Dat o.a. een zestal Pausen den naam Adrianus heeft gedragen, waaronder de Nederlandsche Paus Adriaan VI (1522'23). Dat ook in tal van protestantsche geslachten de naam Adriaan gangbaar is, zoo dat de door verzoeker aangevoerde gronden niet tot toewijzing van zijn verzoek kunnen leiden. Dinsdagmiddag om vier uur is een autobus van den dienst HeerenveenGroningen op den v/eg van Beetsterzwaag naar Lippenhuizen bij het uitwijken voor een anderen autobus in volle vaart tegen oen boom gereden, welke afknapte. In den bus zaten twaalf personen. De conduc trice werd zeer ernstig gewond, terwijl twee passagiers eveneens ernstige verwondingen op liepen. De chauffeur van den bus bleef onge deerd. Van de overige inzittenden liepen enkelen snijwonden van glasscherven op. De drie ern stig gewonden zijn naar het ziekenhuis te Hee- ïenveen vervoerd. Vooral de conductrice van aen bus is er ernstig aan toe. De autobus werd zwaar beschadigd. Nader bericht men ons, dat de gewonden, die naar het ziekenhuis te Heerenveen werden ver voerd, zijn de ongeveer 40-jarige mevr. Eysinga uit Zutfen, die vrij ernstige verwondingen aan 't hoofd heeft opgeloopen, en de 19-jarige mej. Stuivenwald uit Heerenveen, de conductrice van den bus, die er erger aan toe is en zeer zwaar aan het hoofd werd gewond. De derde gewonde, de heer Hettinga uit Lemmer, die met een kleine hoofdwonde het ziekenhuis werd binnengebracht, kon, na te zijn behandeld, naar zijn woning vertrekken. De plannen voor geestelijke en moreele her bewapening zijn in de provincie Groningen thans zoover gevorderd, dat zij binnenkort zul len worden bekend gemaakt in een vergadering, waarin de commissaris der Koningin in de pro vincie Groningen, mr. J. Linthorst Homan, een uiteenzetting zal geven van de plannen, welke reeds vasten vorm hebben gekregen. Thans is opgericht de stichting „De Gronin ger Gemeenschap", waarvan voorzitter is mr. J. Linthorst Homan. Secretaris is de heer H. Molendijk, wethouder van Onderwijs te Groningen; als penningmees ter zal fungeeren ds. J. C. Roose. Verdere leden zijn de heeren dr. J. A. H. J. S. Bruins Slot, burgemeester der gemeente Adorp; deken L. I. D. B. Buve van Groningen; E. H. Ebels, lid van Ged. Staten van Groningen en dr H. G. van der Wielen, leider van de volkshooge- school te Bakkeveen. Voorts is een bestuursraad van vijfentwintig leden samengesteld. De Spanjaarden, die op Ameland onderge bracht waren, zijn thans allen teruggekeerd naar de plaatsen in ons land, waar zij vóór hun gedwongen verblijf op het eiland hebben vertoefd. Een datum van vertrek naar Spanje is nog niet bekend. Caesar Gezelle, priester-dichter, een neef van den grooten Guido Gezelle, is op 63-jarigen leeftijd te Moorsele bij Kortrijk overleden. Caesar Gezelle werd 1876 te Brussel geboren. Hii publiceerde verschillende bundels gedich ten, waaronder „Leliën der Dalen", „Primula Veris", „Herbloei". Bekend zijn ook zijn levensbeschrijving van Guido Gezelle, zijn bundel „Uit het Land van Guido Gezelle", en zijn „Vlaamsche Verhalen". Gedurende den oorlog hield Caesar Gezelle een dagboek, dat later in druk is verschenen. Te Leeuwarden is de 84-jarige heer F. Oos- terbaan bij het oversteken van den rijweg aan gereden door een motorrijwiel. De heer O. viel en verwondde zich aan het gelaat. Aanvankelijk werd hij naar zijn woning aan den Eewal gebracht, doch onmiddellijk daarna naar het St. Bonifaciushospitaal vervoerd, waar bleek, dat hij een schedelbasisfractuur had opgeloopen. Later is hij aan de gevolgen daarvan over leden. Het motorrijwiel is in beslag genomen. De politie stelt een onderzoek in naar de schuldvraag. In de namiddagzitting van Dinsdag hebben de Provinciale Staten van Friesland zich bezig gehouden met het voorstel van Gedeputeerde Staten dier provincie, om zestigduizend gulden uit te trekken, teneinde daarvoor afweergeschut aan te schaffen en dit te plaatsen op de cen trale van het Provinciaal Electriciteitsbedrijf te Leeuwarden. Bij de behandeling van dit punt kwam de heer Sikkema (S DA.P.) met het voorstel, het voorstel van Gedeputeerde Staten aan te nou- cien tot een volgende vergadering. Dit werd verworpen met 37 tegen 12 stemmen. Het voorstel van Gedeputeerde Staten werd hierna aangenomen met 32 tegen 15 stemmen. Tegen stemden de leden der Christelijk Democratische Unie, de SD.AP- uitgezonderd Gedeputeerden Geerts en mevr. BesuyenLindeboom, mevr. De Jong (VD.> en Roorda (Communist) Dinsdagmiddag omstreeks vier uur heeft in de buurtschap Horenkamp te Ammerzoden een felle brand gewoed, welke drie arbeiderswonin gen in de asch heeft gelegd. Het vuur is ontstaan in de woning van de familie De Goey. De vlammen sloegen spoedig over naar de aangrenzende woningen van de families Dekker en Van Mil. De brandweer van Ammerzoden was na eeni- gen tijd op de plaats van den brand aanwezig en bestreed het vuur in samenwerking met eenige burgers. Niettemin werden alle drie de woningen een prooi der vlammen. De inboedels konden voor een gedeelte worden gered. De oorzaak van den brand moet naar alle waarschijnlijkheid worden gezocht in een lek in den schoorsteen. De schade wordt door ver zekering gedekt. H. M. de Koningin is Dinsdagmiddag om streeks kwart over drie per auto van Soestdijk vertrokken. De reis ging over Utrecht naar de Residen tie terug. Gerekend van 1 Februari zijn benoemd tot geneeskundigen bij het Rijkskrankzinmgenge- sticht te EindhovenWoensel: J. Tiggeiaar en B. de Regt, beiden thans assistent-geneesheer aan genoemd gesticht. Aan A. Klerk, is op zijn verzoek, met in gang van 1 April 1939. eervol ontslag verleend als burgemeester der gemeente St. Maarten, met dankbetuiging voor de langdurige diensten in die betrekking bewezen. Aan L. Wiersum is op zijn verzoek, met ingang van 1 Mei, eervol ontslag verleend ais burge meester der gemeente Eenrum, met benoeming tevens tot ridder in de Orde van Oranje- Nassau. Met ingang van 1 Maart is benoemd tot technisch ambtenaar in vasten dienst bij den Luchtvaartdienst te 's Gravenhage, met stand plaats 's Gravenhage,. L. A. de Lange, thans tijdelijk ambtenaar op arbeidsovereenkomst bij den Luchtvaartdienst. Met ingang van 1 Mei is aan jhr. O. A. E. El L Wittert van Hoogland op zijn verzoek eervol ontslag verleend als adjunct-inspecteur in vas ten dienst bij den Luchtvaartdienst te s Gra venhage. Met ingang van 1 April is aan den heer C. J. Schmits, commies bij het Centraal Bureau voor de Statistiek, op zijn verzoek eervol ontslag als zoodanig verleend. Aan dr. C. C. Hulst, accountant bij de gene rale thesaurie van het departement van Finan ciën, is de titulaire rang verleend van econo misch adviseur bij het departement van Finan ciën. De inspectrice van den Arbeid, mej. H. Rut gers is, met ingang van 13 Februari 1939 toege voegd aan den directeur-generaal van den Arbeid, met behoud van de gemeente Breda als haar standplaats. ",~"1 I van Enrica von Handel-Mazzetfi heel zacht beweegt zij nog h°>id lippen, een naam trilt van haar abi' naam des Heeren: „Mijn Jezus!" De Van den geliefde: „Georg!" *b jj °edzaam legde de priester het kruisbeeld %ch r arme, ingevallen borst, de geknakte b1 ti-jn lelie- Het kruisbeeld ligt onbeweeglijk *ït>t ,.Jt niet, het droeve hart klopt niet meer. .,0 'If611 is voorbij. ,Iaria!" fluistert Juliana snikkend. „Neem iel in uw gezegende handen en draag haar 'fee v n troon van uw Goddelijken Zoon. Hei- ader Franciscus! Bid voor haar! Heilige k'&! t, ®üsabeth, bid voor haar! Heilige Lode- aa.r e'üge Joseph! Heilige Carolus! Bidt voor hl kleine Willy hoorde het doodsgebed niet ®i>iUa het sterfkruis niet, slechts het witte >,ija ende gezicht zag hij en smeekte: 'i ktl""ri'Ep Mijn mammie! Nu bent u toch ook !^W6etie getroost maar het wonderlijke Hs V(Mandert niet in zijn heilige, bovenaard- het bcweeet niet seen woord, geen Het kind rilt. zijn tandjes klapperen, koud, duister en zwart wordt alles om hem heen, slechts het witte gelaat van de moeder straalt lichtend. „Mammie" bevend tast hij met zijn arme handje, waarover het vloed van zijn vader vloei de, naar haar witte handeno wee, wat zijn ze koud! „Mammie O! O!" Zoo verlaten klaagt het jonge hert in het woud, dat door den geoefen- den jager beroofd werd van vader en moeder. „Mammie, ziet u me nog? Hoort u mij? O, u bent weg! Naar papa en Karli, maar wat moe ten wij nu doen?" Het kind begroef het hoofd in de dekens aan de voeten van de bleeke, glim lachende moeder; en met het gebed der nonnen en met het Proficiscere van den priester, met de vrome klachten der zieke vrouwen, vermengt zich zijn smartelijk, gebroken gesnik. Arm kind, wel moogt ge weenen! Nimmer meer zal de teere hand je streelen, nimmer meer de zoete mond je kussen, de mond, die geen hard woord spreken kon; de lieve dwaze naamp jes, die je moedertje in haar duiveneenvoud haar kinderen zoowel als haar wilden liefste gaf, zij zijn voor eeuwig verstomd. Willy, arm kind, arm weesje! Zuster Juliana sloeg haar jonkvrouwelijken arm om het verlaten kind, maar het was niet de warme innigheid van een moederarm; de priester legde de hand op z'n hoofd, het was een goede, maar vreemde hand; de overste en de arts spraken sussende woorden, één lief woordje van het arme smarten-moedertje, o hoe anders, o hoe duizendmaal liever! De knaap stond op. Met z'n kleine hand wischt hij de tranen uit zijn oogen, van zijn wangen. Andere zusters zijn geruischloos bin nengekomen; de zaal, ,die straalt in het helle ochtendlicht, lijkt een kerk, met zoo veel stille, biddende, ernstige menschen. De klokken galmen over de tuinen. „Hoogeerwaarde," zei het kind tot den pries ter met zijn door smart gesluierde, maar toch heldere stem; allen luisterden diep ontroerd, het was stil in de zaal. „Nu heeft zij 't goed!.... Altijd bij mijn lieven papa en bij den goeden Jezus en de heilige Moeder Gods, altijd.... al tijdmijn mammie! Bevend streelt zijn handje haar heerlijke lokken. „Mammie!.... Ik ben nu arm. en Marianne ookMaar ik mis gun mammie niet aan papa en den lieven Je zusKijk, mammie, huil ik nu?" Hemelsche geesten verzamelden de ongeschrei- de tranen, die opwelden in zijn oogen, en brach ten ze voor Gods troon, evenals het bloed van zijn vader. De jeugdige postulante bracht een korf vol witte en roode rozen en anjers binnen. Zij schreide. De zusters strooiden de bloemen over het bed van haar, die uit overmaat van liefde, aardsch liefde weliswaar, maar reine en hei lige liefde, was gestorven. In de breede vensterbank vloog een vogeltje neer. dicht bij Sophie's bed, en zong. „Waarde moeder," fluisterde Juliana, „o, zie toch, juist zooals bij de-heilige Elisabeth!" De knaap, die zijn groote oogen niet van de moeder afwendde, luisterde en keek toen de zus ter yragend aan, wat becjoelt zij? Ze sprak: „Ook voor haar heeft een vogeltje gezongen toen zij stierf, Willy, en toen heeft zij tegen haar dienstmaagd gezegd: Dit vogeltje heeft voor mij gezongen, het is een boodschap van den Bruide gom: Kom, mijn geliefde, in het hemelsche ta bernakel, dat van eeuwigheid af voor u bereid is!" „Wie was de Bruidegom?" vroeg het kind. „De lieve Heiland." „En bij mammie is het papa, nietwaar?" Juliana keek den overste vragend aan, waagde geen antwoord; de priester sprak: „In Christo Jesu." De klokken galmden weer over de stad, toen sprak de prelaat: „Weleerwaarde zuster, ik laat dit lieve kind thans over aan uw zorgen, wees zeer goed voor hem, evenals de heilige Elisabeth voor den kleinen Herman! Na eenige uren zal ik u kunnen berichten, wat omtrent den kleine besloten is." „Wij zullen onzen kiemen gast zoo goed wij kunnen, verzorgen," zei de overste. „Vandaag, en ook morgen nog, totdat hij afgehaald wordt." De knaap voelde nu echter een geheel nieu we, een doffe, ontzettende smart. Weeskind, weeskind!Hier is het nog goed, waar de arme, lieve, mooie mammie tusschen de bloe men ligt en de vogeltjes voor haar zingen; maar ook hier moet hij weg, men zal hem komen ha lenwie, dat weet hij niet en hem ergens anders brengen waarheen, dat weet hij niet. Zijn kleine hart krimpt ineen, met trillende lip pen vraagt hij: „Hoogeerwaarde, wie zal dan iets i beslissen? Waar ga ik dan naar toe? Mijn mam mie heeft toch een huis En Marianne De grond bewoog onder zijn voeten, hij klemde zich vast aan het bed, waarin de glimlachende doode lag: „O, moet ik weg, waarheen?" „God zal zorgen, arm kind, vertrouw op Hem; hij, die de beslissing nemen zal, is je beste vriend." Sedlaczek teekende een kruisje op het voorhoofd van den kleine; nam het palm takje, dat een zuster hem aanreikte, doopte het in het wijwater en zegende de lieve doode: Have pia anima! en verliet aan de zijde van dokter Malfatti met stille schreden de zaal. Zij daal den zwijgend de trap af, waarop zich, nauwelijks een uur geleden, zulke hartroerende scènes had den afgespeeld; zij kwamen aan de groote poort, waardoor dezen zelfden morgen de sombere held naar zijn dood geschreden was. „Eki toch is zij aan zijn dood gestorven, hoe wel ik het onmogelijk achtte," verbrak hier, op den drempel van het klooster de arts het stil zwijgen. Aarzelend voegde hij daaraan toe: „Monseigneur, gaat u vandaag nog naar Ba den?' „Zijn keizerlijke hoogheid is nog in Weenen," antwoordde de priester zacht. „Ik verzoek u, een goed woord voor mij te spreken. Ik kan niet zeggen, hoe ik het betreur, dat ik haar niet heb kunnen redden." ,,'t Is beter zoo, dokter. Wat zou haar leven geweest zijn, zonder haar geliefde? Een kerker zonder troost, een open wonde zonder genezing." De beide mannen scheidden van elkaar. De arts had zijn paard op de binnenplaats achter gelaten en besteeg het, om naar Schönbrunn te rug te riiden. De priester echter ging den derden en zwaarsten gang van dezen dagnaar den vro men vorst, wien hij den rouwmoedigen dood van den misdadiger berichten moest, maar ook, dat de vrouw van den ongelukkige van leed en liefde stierf. XII Om Weenen glanst de ochtend, de vogels zingen; in Weenen is de bedrijvigheid der nieu we werkweek reeds begonnen. Op de wallen langs de stadsgracht heerscht groote drukte, groepjes scholen bij elkaar, de menschen praten druk en luid over de terechtstelling van Tessen- burg; groote vellen papier, waarop het vennis van den krijgsraad is afgedrukt, gaan van hand tot hand. Er is één opluchting, één groote dankbaarheid, als was een zwaar ongeluk van de geheele stad Wenen afgewenteld. Het ongeluk was de overmoed en de teugelloosheid van de strijdbare macht. Van nu af aan is zij bedwon gen, ingedamd. Ja, de weduwe met haar kleine kindertjes is wel te beklagen; dat God haar troostte. Dit zijn er drie. Mar driemaal drie millioen menschen loven nu God. Hij zij gepre zen, amen amen. Vlijtig praat en keuvelt en roert zich de vroe ge stad; maar ernstig en plechtig als ware de heilige Zondag nog niet vorbij ziet de stille Augustinuswal neer op het gewoel. Doodstil ligt het paleis van den heertog van Sachen-Tessen. Alle gordijnen gesloten, geen mensch te hooren of te zien.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 3