Weer een Vredespaus herdacht
De begrooting van Onderwijs
0e DUITSCHE HELD
VEREENIGING EN
VERGADERING
DE KATHOLIEKEN
SPREKEN
WOENSDAG 15 FEBRUARI 1939
OVERZICHT TWEEDE KAMER
^echtsch tegen linksch
Eert vredes-Paus
Eert vredes-Paus
OVERZICHT EERSTE KAMER
Goede opmerking over
de leerlingenschaal
Minister Patijn in
Londen
Beleefdheidsbezoek aan
Lord Halifax
„JONGENSSTAD" IN
ROTTERDAM
Vertooning voor groot aantal
genoodigden
EEN ZONDERLING VERZOEK
Autobus rijdt tegen
een boom
Drie ernstig gewonden naar
het ziekenhuis
GEESTELIJKE EN MOREELE
HERBEWAPENING
„De Groninger Gemeenschap"
opgericht
DE SPANJAARDEN VAN
AMELAND
CAESAR GEZELLE
OUDE HEER DOODGEREDEN
Leeuwarden krijgt
afweergeschut
Voorstel van Ged. Staten van
Friesland aangenomen
DRIE ARBEIDERSWONINGEN
TE AMMERZODEN VERBRAND
Lek in een schoorsteen waar
schijnlijk de oorzaak
H.M. DE KONINGIN WEER IN
DE RESIDENTIE
UIT DE STAATSCOURANT
Geneeskundigen
Burgemeester
Luchtvaartd ienst
Centraal Bureau voor
de Statistiek
Economisch adviseur
Inspectrice van den Arbeid
V'""
(Wordt vervolgd.)
(Van onzen parlementairen redacteur)
Den Haag, 14 Februari 1939
•■Top op Zijn sterfbed heeft Hij gebeden, ge
beden en geleden voor den vrede in en onder
tie
volken. Het zijn vooral de verzoenende ge-
J^lens van den oprechten Vredesvorst welke
®erklank hebben gevonden bij de vredesgezind-
die zoo diep in het Nederlandsche volk
er&nkerd is."
Ten derden male werd op deze precies op
zelfde wijze een overleden Paus in het
et3erlandsche parlement uitgeluid. Toen de
,^r Goeman Borgesius in de zitting van 26
%ustus 1914 de nagedachtenis van „den hóóg-
beerden Kerkvorst Paus Pius X" eerde, zeide
be'vP6 Paus heeft gebeden en geijverd voor het
ijj dd van den vrede; Hij heeft Zijn invloed
Ïor-K sc'laal getegd om den vrede te bewaren,
in hoeft Hij, helaas, nog moeten beleven, dat
zeot ropa de oorlogsbrand is uitgebroken. Men
2jj' hat bezorgdheid en droefheid daarover
dood Hebben verhaast. Of dat waar is
le p wh niet' maar dit weten wij wel, dat
êet US V00r den vrede ijverend, de harten heeft
jjoffen niet alleen van zijn katholieke ge-
horSenoot6n' maar van honderdduizenden en
jj herdduizenden daarbuiten. Het is diep treu-
tyj. ®n diep tragisch, dat juist in den tijd, dien
J beleven, zoovele vredes-apostelen aan de ge
nschap ontvallen zijn...."
Minister Cort van der Linden ondersteunde
"am,
^oei
die
vap
ens de Regeering het woord van den heer
;rnan Borgesius en merkte op, dat „ook zij,
hen ontslapen Paus niet eeren als hoofd
hun Kerk, zich kunnen vereenigen in het
0°f, dat het ideaal, door dezen vredes-apostel
Sgehouden, het ideaal van vrede op aarde,
eenmaal zal worden verwezenlijkt".
*h (je eerste vergadering der Tweede Kamer
hen dood van Paus Benedictus XV op 1 Febr.
herdacht de toenmalige voorzitter, Mr.
°'en, dezen Paus met deze woorden:
kf.jPaus Benedictus XV heeft in den verschrik
ken oorlogstijd onnoemelijk veel gedaan om
W hjden te verzachten; nu eens in het open-
6(1 r door Zijn omzendbrieven aan de volken
\i,0 Vorsten dier aarde, waarin Hij als vertegen-
5el°rhiger van den Koning des Vredes de mid-
lt0®h aangaf om tot een duurzamen vrede te
dan weer door diplomatieke zendingen,
ti^hoor hij aanknooping van verbroken ban-
Poogde te bereiken, tenslotte door een nim-
ophoudende zorg voor gevangenen, ver
fden en nooddruftigen.
dp, herinner slechts aan al wat Hij deed voor
tjj "riefwisseling tusschen gevangen genomen
d*» en hun achtergebleven familieleden; hij
v«tt haarvoor een bijna geheel Europa om-
H^hde organisatie, welke adressen van ver-
W n en gevangenen opspoorde en deze deed
01j6 0lben aan de familie; een organisatie, welke
jj. druppelde in de geslagen wonden.
JqTI het herdenken van een Souverein, die
deed voor de oorlogvoerende landen,
°ok Nederland zich geroerd."
mens de Regeering stemde minister Aal-
tSe met deze woorden in, er aan toevoegend:
fl^et
«de
zeldzame eenstemmigheid is deze groote
in alle landen gehuldigd door mannen
jj he meest uiteenloopende richtingen.
Vi'J Seweest de man van den vrede in dagen
°orlog".
thans wéér een Paus, waarvan uit de
"'er en van de ministerstafel beide moet wor-
Setuigd: Hij was een dienaar van den vrede.
ju hgt een stuk continuïteit van de geschie
dt/8 ^er Pausen geschreven in de Handelin-
•tp Van onze TWeede Kamer. Dat te constatee-
L is mogelijk van nóg grooter waarde, dan
te nemen van wat thans de heeren van
a'h en Goseling aan de eene en de heeren
fep,..11 he Vos van Steenwijk en Slotemaker de
V aan he andere zijde van het Binnenhof
hezen éénen Paus hebben gesproken.
fei^ereehiging en vergadering als het maar
êaat om een gestorven Paus te huldigen,
^üplQopen he heeren Kersten en Zandt weg.
Ph haat kent ook aan de lijkbaar geen gren-
Rllv,
hun kortzichtige oogjes kunnen het licht
fee^6611 Vredes-vorst niet verdragen. Zij wilden
V heel hebben aan de hulde. Verlieten de
gaderi
ering.
op,
tk [erug te komen zoodra de aanvulling van
Wfaf
tap °P het recht van Vereeniging en Ver-
ri11® verder werd behandeld in denzelf-
Vjjtrailt als waarin de debatten verleden week
^en. Op het laatst ten minste. Hoofdzake
lijk over onderdeelen liep de strijd. Zoo kwam
de vraag aan de orde of de bepaling, dat de
politie de bevoegdheid krijgt iedere niet-open-
bare vergadering bij te wonen, waar een vreem
deling aanwezig is en die door meer dan tien
personen wordt bezocht, door de toevoeging van
de beperkende clausule: „mdien het belang der
openbare orde dit bepaaldelijk vordert" de
rechtszekerheid der Nederlandsché onderdanen,
wanneer zij in onschuldige bijeenkomsten ver
toeven, voldoende garandeert.
De heeren Donker en Joekes achten dat niet
boven twijfel verheven. De heer Donker, omdat
hij meende, dat de politie altijd wel kan zeggen,
dat zij. de openbare orde in gevaar acht; de
heer Joekes omdat hij de rechtmatigheid van
de opgestelde criteria, de aanwezigheid van een
vreemdeling en de aanwezigheid van meer dan
tien personen, niet inzag. Een amendement tot
schrapping van de heele bepaling werd verwor
pen; het betreffende artikel met de beperkende
clausule aangenomen. Tweede dispuut: waarom
mag als de minister zijn zin krijgt geen
enkele vreemdèling meer In een Nederlandsche
vergadering, waar uitsluitend of mede Neder
landsche staatkunde wordt behandeld, het woord
voeren? Laat de minister een gaatje openhou
den en in de wet de bepaling opnemen, dat hij
zelf uitzonderingen mag toestaan. Dank u, zei
minister Goseling, ik ben op die bevoegdheid
heelemaal niet gesteld. Wij hebben het principe
eenmaal aangenomen, dat vreemdelingen zich
niet met Nederlandsche staatkunde hebben in
tè laten. Dan ook geen kiertjes open laten staan
Het amendement werd alweer verworpen en hef
betrokken artikel aangenomen. Meer succes
behaalde de heer Donker met een amendement,
dat de geldigheid van de herzieningswet tot
vijf jaar beperkte. Het is wel de bedoeling van
den minister niet geweest een noodwet met
beperkten geldigheidsduur in te dienen, het is
ook de bedoeling van de Kamer niet om na vijf
jaren weer niets anders dan de wet van 1855
in zijn ouden, onherzienen vorm over te hou
den. Maar men wil door de ervaring leeren.
Eens zien hoe de resultaten uitvallen, zoowel
voor de goed- als voor de kwaadwillenden. En
dan opnieuw beslissen. De minister gaf toe en
nam het amendement over.
Al het slijpen mocht echter niet baten. De
linkerzijde bleef bezwaren koesteren. Zij wil
géén offers brengen. De ongewenschte vreem
delingen eruit; verscherping van maatregelen
tegen onwettige vereenigingen; declaratoire
uitspraken omtrent het verboden karakter van
de vereeniging; brengen van alle soorten ver
eenigingen, ook N.V.'s bijvoorbeeld, onder de
eischen van het vereenigingsrecht graag.
Maar géén offers van óns. Dat was de houding
van de linkerzijde.
Contact met buitenlanders zien zij niet graag
van anderen, maar zij willen het niet prijsgeven.
Zij willen wél met buitenlanders onze Neder
landsche politiek bespreken En hen liever laten
meepraten. Dat was de heer Albarda.
Wij hebben niet de concessies gekregen, die
wij verlangden, daarom blijven wij tegen dat
was de heer Wendelaar. Allemaal reactie!
Dat was de heer de Visser En de N.S.B.-ers
zeiden heelemaal niets. Ds. Kersten ook niet
maar de hééle linkerzijde stemde tegen het
wetsontwerp in zijn geheel. Rechtsch tegen
linksch werd het aangenomen.
En toen concentreerden de gedachten en de
debatten zich op Suriname, waarvan de be
grooting aan de orde kwam.
(Van onzen parlementairen redacteur)
DEN HAAG, 14 Febr. 1939
Minister Slotemaker de Ecruïne, de man die
van de meerderheid der Volksvertegenwoor
diging een duidelijk votum van wantrouwen
meekreeg, zonder dat hij nochtans naar huis
werd gestuurd, zit thans alsof er niets gebeurd
is achter de groene tafel in den Senaat. En de
katholieken spreken
Zij koesteren niet het snoode voornemen te
gen de begrooting van Onderwijs te stemmen,
dat heeft de heer van Lanschot reeds bij de
algemeene beschouwingen te kennen gegeven;
zij zullen echter ook niet zwijgen, zooals Dr.
Moller en de zijnen in de Tweede Kamer. Het
kennelijk vooraf beraamde misschien wel uit
Utrecht gecommandeerde plannetje van den
heer de Rijke (NSB) om de katholieken door
middel van een motie over de leerlingenschaal
uit hun tent te lokken, is dan ook tot misluk
king gedoemd. De katholieken zullen zélf zeg
gen, wat zij over de leerlingenschaal denken
daar hebben zij geen mijnheer de Rijke
voor noodig.
En al zouden zij ook hier in de Eerste Kamer
zwijgen, het mocht toch den heer de Rijke of
tenminste het hoofdkwartier van de NSB in
Utrecht, bekend zijn, dat de katholieken ziel?
in de Tweede Kamer reeds naar aanleiding
van een soortgelijke motie van den heer
Thijssen over de leerlingenschaal hebben uit
gesproken.
„Met den zakelijken inhoud van deze motie
ben ik het volkomen eens," verklaarde Dr.
Moller bij die gelegenheid op 1 December j.l.
„Aangezien er echter bij de Regeering geen
enkele twijfel kan bestaan omtrent de mee
ning van nagenoeg de geheele Kamer, dat het
Kabinet voor de leerlingenschaal zéér ernstig
een oplossing moet blijven zoeken, is de motie
geheel overbodig en zal ik er mijn stem niet
aan kunnen geven."
Indien er menschen uit hun tent mbeten
worden gelokt, dan toch allerminst de katho
lieken.
En aanstonds zij daar bijgevoegd: gelukkig.
Wij hebben indertijd de houding van zwijg
zaamheid waarvoor hier in den Senaat, blij -•
kens het Voorloopig Verslag ook anderen voel
den hoezeer wij haar ook konden begrijpen,
toch geenszins bewonderd.
Gelukkig: in den Senaat spreken de katho
lieken.
En hoeveel beter dit is, dan de houding aan
genomen in de Tweede Kamer, blijkt reeds
aanstonds uit het feit, dat hier door den heer
de Jong ten aanzien van de brandende leerlin-
genschaal-kwestie een opmerking werd ge
maakt, die nóch door de Tweede Kamer, nóch
door een der andere Senatoren werd geopperd,
en die toch zéér eenvoudig en belangrijk is.
De minister heeft het altijd over de kos
ten, verbonden aan de veertig-schaal. Dat is
een schaal, volgens welke een school, telkens,
wanneer zij met haar leerlingental een veel
voud van veertig overschrijdt, één leerkracht
méér uit de overheidskas vergoed krijgt. Die
schaal is duur, véél duurder, dan de thans gel
dende. Zij zou drie-duizend onderwijzers méér
eischen. Dat beteekent een méér-uitgave van
zeven millioen. En met die zeven millioen spie
gelt de heer Slotemaker de Kamer in de oogen.
erbij vertellend, dat hij de ergste gevolgen van
den bestaanden toestand wel wegneemt door een
ruime toepassing van de mogelijkheid tot het
toestaan van surnumeraire onderwij.s-krachten
op normaal salaris in die scholen, waarin hij
vindt, dat de toestand niet houdbaar is.
Maar waarom, zoo vroeg de heer de Jong,
komt de minister dan niet met voorstellen, die
minder kosten. Het zou toch óók reeds een
verbetering van den toestand zijn, wanneer hij
met een 42- of een 43-schaal kwam. Die kosten
idem zooveel minder. En zij hebben het dub
bele voordeel:
dat zij op groote en kleine scholen de
zelfde normen toepassen en dus niet de groote
met hun groote klassen laten zitten en alléén
de kleintjes uit den brand helpen; en
dat zij het brengen van eenige verruiming
in de bezetting der scholen met leerkrachten,
onttrekken aan de willekeur van het depar
tement. Niet mijnheer van Poelje en niet mijn
heer Slotemaker de Bruine moeten beslissen
wanneer een school te weinig leerkrachten be
zit en er een bij mag hebben, maar de wet.
De eigenlijk min of meer voor de hand lig
gende vraag van den heer de Jong, waarom
heeft de minister niet 'n poging gedaan om de
42- of de 43-schaal in te voeren met het geld.
dat hij thans aan zijn vijf- of zeshonderd sur
numeraire onderwijzers besteedt, is van ten
minste even groote, zoo niet van grootere be-
teekenis, dan in de Tweede Kamer het amen
dement van den heer Tilanus, dat een soort
kweekelingeninstituut wilde consolideeren en
daarbij aansluiting zocht bij de bestaande ge
differentieerde schaal. De vraag van den heer
de Jong drong niet alléén op consolidatie, op
rechtszekerheid voor de scholen, op afschaffing
der willekeur-beslissingen van den directeur-
Onze minister van Buitenlandsche Zaken, mr,
J. A N. Patijn, die thans te Londen vertoeft,
waar hij heden de onthulling zal bijwonen van
het monument voor Grotius, heeft Dinsdagavond
een bezoek gebracht aan Lord Halifax in diens
werkkamer in het Hoogerhuis.
Het geldt hier een beleefdheidsbezoek, daar
Lord Halifax heden eveneens aanwezig zal zijn
bij de onthulling van het monument in de Hol-
landsche kerk.
generaal, doch óók op het scheppen van rechts
gelijkheid tusschen de groote en de kleine
scholen aan.
Dat is méér. dan het amendement-Tilanus
Groot is het aantal hoogleeraren in dit door
luchtige college. Daar zitten van de katho
lieken de heeren Barge en Steger; van de vrij
zinnig-democraten de heeren van Embden en
Kranenburg; van de christelijk-historischen de
heeren de Savornin Lohman en de Zwaan; van
de anti's de heeren Woltjer, Diepenhorst en
Anema.
Groot is dus in dezen kring de belangstelling
voor de problemen van het Hooger Onderwijs.
Zoo werd het probleem van de notarieele op
leiding aangesneden door prof. Barge (R.K.)
die daartoe graag aan een der Rijksuniver
siteiten een lectoraat zag vestigen en die bo
vendien klaagde over de slechte kwaliteit der
abituriënten van de middelbaar onderwijs
inrichtingen, vooral ten aanzien van het be-
heerschen der Nederlandsche taal en ten aan
zien van de geheugen-training. Prof. de Zwaan
maakte zich bezorgd over de gevolgen van de
regeling voor de college-gelden. Verscheidene
rectores-magnifici hebben erover geklaagd, dat
vele studenten zich niet meer voor den vollen
opleidingstijd laten inschrijven, onvolledig col
lege loopen en in de universiteitsbibliotheek of
met behulp van overgeschreven dictaten hun
studies voltooien. En daarbij wees hij op het
denkbeeld om terug te keeren tot de oude me
thode de college-gelden slechts voor een be
paald aantal jaren te laten voldoen, een aantal
jaren, dat desnoods verschillend kan zijn voor
de verschillende faculteiten. Ook de heer Wiardi'
Eleckman (SDAP) achtte de college-gelden te
hoog.
Morgen komt de minister aan het woord
Dinsdagmorgen om tien uur heeft in het Ca-
pitool Theater aan den Nieuwen Binnenweg te
Rotterdam een vertooning voor genoodigden
plaats gehad van de film „Jongensstad". Onder
de zeer talrijke aanwezigen, geestelijken en ver
tegenwoordigers van de charitatieve en sociale
instellingen, bevond zich ook de Deken van Rot
terdam, de Hoogeerw. heer van Heeswijk.
De aanwezigen werden verwelkomd door den
beer André de Jong, directeur van het Capitool
Theater, waarna de heer A. van Domburg in een
kerte inleiding wees op de verdiensten van de
film, de beteekenis van pater Flanagan's Boys
Town, de werkzaamheden van 't St. Franciscus
Liefdewerk en het bestaan van een Rotterdam-
sche afdeeling, welke, onder leiding van pater
Kwanten, niet minder dan 1100 jongens ver
zorgt.
Medegedeeld werd, dat ook in Rotterdam een
vertooning van de film zal plaats hebben, waar
van de opbrengt geheel ten goede komt aan het
St Franciscus Liefdewerk. Het spreekt vanzelf,
dat pater Kwanten katholiek Rotterdam met
aansporingen om deze speciale voorstelling op
Zaterdag as. te bezoeken, overstroomt. Hij en
zijn werk mogen weivaren bij het waardevolle
gebaar van Metro Goldwyn Mayer, die geen
middel onbeproefd laat om 't St. Franciscus Lief
dewerk te helpen aan een moreelen en mate-
rieelen steun, welken dit prachtige charitatieve
werk zoo ruimschoots verdient, zoo hard noodig
heeft en nog nooit in die mate heeft ontvangen.
Hedenochtend zal ook in Den Haag een voor
stelling voor genoodigden plaats vinden, welke
door den heer L. Thijssen zal worden ingeleid.
Zekere A. van D. heeft aan de Rechtbank te
Rotterdam verzocht zijn voornaam te mogen
veranderen of althans daaraan een naam te
mogen toevoegen. Zijn naam is n.l. Adrianus,
doch hij wil liever Iddo heeten. Hij zegt, dat
dit in verband staat met godsdienstige over
wegingen. Volgens hem is Adrianus in het ge
heel geen christelijke naam, terwijl daarentegen
Iddo op verschillende plaatsen in den Bijbel
voorkomt. Hij noemt 2 Kron. 12:15 en 13:22.
benevens Zach. 1: 1.
De rechtbank heeft echter dat verzoek afge
wezen. Ze zegt, dat de beweringen van ver
zoeker niet juist zijn. Dat toch de naam Iddo
uit het Oude Testament in de Christelijke Kerk
nimmer is overgenomen. Dat o.a. een zestal
Pausen den naam Adrianus heeft gedragen,
waaronder de Nederlandsche Paus Adriaan VI
(1522'23). Dat ook in tal van protestantsche
geslachten de naam Adriaan gangbaar is, zoo
dat de door verzoeker aangevoerde gronden niet
tot toewijzing van zijn verzoek kunnen leiden.
Dinsdagmiddag om vier uur is een autobus
van den dienst HeerenveenGroningen op den
v/eg van Beetsterzwaag naar Lippenhuizen bij
het uitwijken voor een anderen autobus in volle
vaart tegen oen boom gereden, welke afknapte.
In den bus zaten twaalf personen. De conduc
trice werd zeer ernstig gewond, terwijl twee
passagiers eveneens ernstige verwondingen op
liepen. De chauffeur van den bus bleef onge
deerd. Van de overige inzittenden liepen enkelen
snijwonden van glasscherven op. De drie ern
stig gewonden zijn naar het ziekenhuis te Hee-
ïenveen vervoerd. Vooral de conductrice van aen
bus is er ernstig aan toe.
De autobus werd zwaar beschadigd.
Nader bericht men ons, dat de gewonden, die
naar het ziekenhuis te Heerenveen werden ver
voerd, zijn de ongeveer 40-jarige mevr. Eysinga
uit Zutfen, die vrij ernstige verwondingen aan
't hoofd heeft opgeloopen, en de 19-jarige mej.
Stuivenwald uit Heerenveen, de conductrice van
den bus, die er erger aan toe is en zeer zwaar
aan het hoofd werd gewond.
De derde gewonde, de heer Hettinga uit Lemmer,
die met een kleine hoofdwonde het ziekenhuis
werd binnengebracht, kon, na te zijn behandeld,
naar zijn woning vertrekken.
De plannen voor geestelijke en moreele her
bewapening zijn in de provincie Groningen
thans zoover gevorderd, dat zij binnenkort zul
len worden bekend gemaakt in een vergadering,
waarin de commissaris der Koningin in de pro
vincie Groningen, mr. J. Linthorst Homan, een
uiteenzetting zal geven van de plannen, welke
reeds vasten vorm hebben gekregen.
Thans is opgericht de stichting „De Gronin
ger Gemeenschap", waarvan voorzitter is mr. J.
Linthorst Homan.
Secretaris is de heer H. Molendijk, wethouder
van Onderwijs te Groningen; als penningmees
ter zal fungeeren ds. J. C. Roose.
Verdere leden zijn de heeren dr. J. A. H. J. S.
Bruins Slot, burgemeester der gemeente Adorp;
deken L. I. D. B. Buve van Groningen; E. H.
Ebels, lid van Ged. Staten van Groningen en dr
H. G. van der Wielen, leider van de volkshooge-
school te Bakkeveen.
Voorts is een bestuursraad van vijfentwintig
leden samengesteld.
De Spanjaarden, die op Ameland onderge
bracht waren, zijn thans allen teruggekeerd
naar de plaatsen in ons land, waar zij vóór
hun gedwongen verblijf op het eiland hebben
vertoefd. Een datum van vertrek naar Spanje
is nog niet bekend.
Caesar Gezelle, priester-dichter, een neef van
den grooten Guido Gezelle, is op 63-jarigen
leeftijd te Moorsele bij Kortrijk overleden.
Caesar Gezelle werd 1876 te Brussel geboren.
Hii publiceerde verschillende bundels gedich
ten, waaronder „Leliën der Dalen", „Primula
Veris", „Herbloei".
Bekend zijn ook zijn levensbeschrijving van
Guido Gezelle, zijn bundel „Uit het Land van
Guido Gezelle", en zijn „Vlaamsche Verhalen".
Gedurende den oorlog hield Caesar Gezelle een
dagboek, dat later in druk is verschenen.
Te Leeuwarden is de 84-jarige heer F. Oos-
terbaan bij het oversteken van den rijweg aan
gereden door een motorrijwiel. De heer O. viel en
verwondde zich aan het gelaat.
Aanvankelijk werd hij naar zijn woning aan
den Eewal gebracht, doch onmiddellijk daarna
naar het St. Bonifaciushospitaal vervoerd,
waar bleek, dat hij een schedelbasisfractuur
had opgeloopen.
Later is hij aan de gevolgen daarvan over
leden. Het motorrijwiel is in beslag genomen.
De politie stelt een onderzoek in naar de
schuldvraag.
In de namiddagzitting van Dinsdag hebben
de Provinciale Staten van Friesland zich bezig
gehouden met het voorstel van Gedeputeerde
Staten dier provincie, om zestigduizend gulden
uit te trekken, teneinde daarvoor afweergeschut
aan te schaffen en dit te plaatsen op de cen
trale van het Provinciaal Electriciteitsbedrijf te
Leeuwarden.
Bij de behandeling van dit punt kwam de
heer Sikkema (S DA.P.) met het voorstel, het
voorstel van Gedeputeerde Staten aan te nou-
cien tot een volgende vergadering. Dit werd
verworpen met 37 tegen 12 stemmen.
Het voorstel van Gedeputeerde Staten
werd hierna aangenomen met 32 tegen 15
stemmen. Tegen stemden de leden der
Christelijk Democratische Unie, de SD.AP-
uitgezonderd Gedeputeerden Geerts en mevr.
BesuyenLindeboom, mevr. De Jong (VD.>
en Roorda (Communist)
Dinsdagmiddag omstreeks vier uur heeft in
de buurtschap Horenkamp te Ammerzoden een
felle brand gewoed, welke drie arbeiderswonin
gen in de asch heeft gelegd.
Het vuur is ontstaan in de woning van de
familie De Goey. De vlammen sloegen spoedig
over naar de aangrenzende woningen van de
families Dekker en Van Mil.
De brandweer van Ammerzoden was na eeni-
gen tijd op de plaats van den brand aanwezig
en bestreed het vuur in samenwerking met eenige
burgers. Niettemin werden alle drie de woningen
een prooi der vlammen. De inboedels konden
voor een gedeelte worden gered.
De oorzaak van den brand moet naar alle
waarschijnlijkheid worden gezocht in een lek
in den schoorsteen. De schade wordt door ver
zekering gedekt.
H. M. de Koningin is Dinsdagmiddag om
streeks kwart over drie per auto van Soestdijk
vertrokken.
De reis ging over Utrecht naar de Residen
tie terug.
Gerekend van 1 Februari zijn benoemd tot
geneeskundigen bij het Rijkskrankzinmgenge-
sticht te EindhovenWoensel: J. Tiggeiaar en
B. de Regt, beiden thans assistent-geneesheer
aan genoemd gesticht.
Aan A. Klerk, is op zijn verzoek, met in
gang van 1 April 1939. eervol ontslag verleend
als burgemeester der gemeente St. Maarten,
met dankbetuiging voor de langdurige diensten
in die betrekking bewezen.
Aan L. Wiersum is op zijn verzoek, met ingang
van 1 Mei, eervol ontslag verleend ais burge
meester der gemeente Eenrum, met benoeming
tevens tot ridder in de Orde van Oranje-
Nassau.
Met ingang van 1 Maart is benoemd tot
technisch ambtenaar in vasten dienst bij den
Luchtvaartdienst te 's Gravenhage, met stand
plaats 's Gravenhage,. L. A. de Lange, thans
tijdelijk ambtenaar op arbeidsovereenkomst bij
den Luchtvaartdienst.
Met ingang van 1 Mei is aan jhr. O. A. E. El
L Wittert van Hoogland op zijn verzoek eervol
ontslag verleend als adjunct-inspecteur in vas
ten dienst bij den Luchtvaartdienst te s Gra
venhage.
Met ingang van 1 April is aan den heer
C. J. Schmits, commies bij het Centraal Bureau
voor de Statistiek, op zijn verzoek eervol ontslag
als zoodanig verleend.
Aan dr. C. C. Hulst, accountant bij de gene
rale thesaurie van het departement van Finan
ciën, is de titulaire rang verleend van econo
misch adviseur bij het departement van Finan
ciën.
De inspectrice van den Arbeid, mej. H. Rut
gers is, met ingang van 13 Februari 1939 toege
voegd aan den directeur-generaal van den
Arbeid, met behoud van de gemeente Breda als
haar standplaats.
",~"1 I
van Enrica von Handel-Mazzetfi
heel zacht beweegt zij nog
h°>id lippen, een naam trilt van haar
abi' naam des Heeren: „Mijn Jezus!" De
Van den geliefde: „Georg!"
*b jj °edzaam legde de priester het kruisbeeld
%ch r arme, ingevallen borst, de geknakte
b1 ti-jn lelie- Het kruisbeeld ligt onbeweeglijk
*ït>t ,.Jt niet, het droeve hart klopt niet meer.
.,0 'If611 is voorbij.
,Iaria!" fluistert Juliana snikkend. „Neem
iel in uw gezegende handen en draag haar
'fee v n troon van uw Goddelijken Zoon. Hei-
ader Franciscus! Bid voor haar! Heilige
k'&! t, ®üsabeth, bid voor haar! Heilige Lode-
aa.r e'üge Joseph! Heilige Carolus! Bidt voor
hl kleine Willy hoorde het doodsgebed niet
®i>iUa het sterfkruis niet, slechts het witte
>,ija ende gezicht zag hij en smeekte:
'i ktl""ri'Ep Mijn mammie! Nu bent u toch ook
!^W6etie getroost maar het wonderlijke
Hs V(Mandert niet in zijn heilige, bovenaard-
het bcweeet niet seen woord, geen
Het kind rilt. zijn tandjes klapperen,
koud, duister en zwart wordt alles om hem heen,
slechts het witte gelaat van de moeder straalt
lichtend.
„Mammie" bevend tast hij met zijn arme
handje, waarover het vloed van zijn vader vloei
de, naar haar witte handeno wee, wat zijn
ze koud!
„Mammie O! O!" Zoo verlaten klaagt het
jonge hert in het woud, dat door den geoefen-
den jager beroofd werd van vader en moeder.
„Mammie, ziet u me nog? Hoort u mij? O, u
bent weg! Naar papa en Karli, maar wat moe
ten wij nu doen?" Het kind begroef het hoofd
in de dekens aan de voeten van de bleeke, glim
lachende moeder; en met het gebed der nonnen
en met het Proficiscere van den priester, met de
vrome klachten der zieke vrouwen, vermengt
zich zijn smartelijk, gebroken gesnik.
Arm kind, wel moogt ge weenen! Nimmer
meer zal de teere hand je streelen, nimmer meer
de zoete mond je kussen, de mond, die geen
hard woord spreken kon; de lieve dwaze naamp
jes, die je moedertje in haar duiveneenvoud
haar kinderen zoowel als haar wilden liefste gaf,
zij zijn voor eeuwig verstomd.
Willy, arm kind, arm weesje!
Zuster Juliana sloeg haar jonkvrouwelijken
arm om het verlaten kind, maar het was niet
de warme innigheid van een moederarm; de
priester legde de hand op z'n hoofd, het was
een goede, maar vreemde hand; de overste en
de arts spraken sussende woorden, één lief
woordje van het arme smarten-moedertje, o hoe
anders, o hoe duizendmaal liever!
De knaap stond op. Met z'n kleine hand
wischt hij de tranen uit zijn oogen, van zijn
wangen. Andere zusters zijn geruischloos bin
nengekomen; de zaal, ,die straalt in het helle
ochtendlicht, lijkt een kerk, met zoo veel stille,
biddende, ernstige menschen. De klokken galmen
over de tuinen.
„Hoogeerwaarde," zei het kind tot den pries
ter met zijn door smart gesluierde, maar toch
heldere stem; allen luisterden diep ontroerd, het
was stil in de zaal. „Nu heeft zij 't goed!....
Altijd bij mijn lieven papa en bij den goeden
Jezus en de heilige Moeder Gods, altijd.... al
tijdmijn mammie! Bevend streelt zijn
handje haar heerlijke lokken. „Mammie!.... Ik
ben nu arm. en Marianne ookMaar ik mis
gun mammie niet aan papa en den lieven Je
zusKijk, mammie, huil ik nu?"
Hemelsche geesten verzamelden de ongeschrei-
de tranen, die opwelden in zijn oogen, en brach
ten ze voor Gods troon, evenals het bloed van
zijn vader.
De jeugdige postulante bracht een korf vol
witte en roode rozen en anjers binnen. Zij
schreide. De zusters strooiden de bloemen over
het bed van haar, die uit overmaat van liefde,
aardsch liefde weliswaar, maar reine en hei
lige liefde, was gestorven.
In de breede vensterbank vloog een vogeltje
neer. dicht bij Sophie's bed, en zong.
„Waarde moeder," fluisterde Juliana, „o, zie
toch, juist zooals bij de-heilige Elisabeth!"
De knaap, die zijn groote oogen niet van de
moeder afwendde, luisterde en keek toen de zus
ter yragend aan, wat becjoelt zij?
Ze sprak:
„Ook voor haar heeft een vogeltje gezongen
toen zij stierf, Willy, en toen heeft zij tegen haar
dienstmaagd gezegd: Dit vogeltje heeft voor mij
gezongen, het is een boodschap van den Bruide
gom: Kom, mijn geliefde, in het hemelsche ta
bernakel, dat van eeuwigheid af voor u bereid
is!"
„Wie was de Bruidegom?" vroeg het kind.
„De lieve Heiland."
„En bij mammie is het papa, nietwaar?"
Juliana keek den overste vragend aan, waagde
geen antwoord; de priester sprak:
„In Christo Jesu."
De klokken galmden weer over de stad, toen
sprak de prelaat: „Weleerwaarde zuster, ik laat
dit lieve kind thans over aan uw zorgen, wees
zeer goed voor hem, evenals de heilige Elisabeth
voor den kleinen Herman! Na eenige uren zal
ik u kunnen berichten, wat omtrent den kleine
besloten is."
„Wij zullen onzen kiemen gast zoo goed wij
kunnen, verzorgen," zei de overste. „Vandaag, en
ook morgen nog, totdat hij afgehaald wordt."
De knaap voelde nu echter een geheel nieu
we, een doffe, ontzettende smart. Weeskind,
weeskind!Hier is het nog goed, waar de
arme, lieve, mooie mammie tusschen de bloe
men ligt en de vogeltjes voor haar zingen; maar
ook hier moet hij weg, men zal hem komen ha
lenwie, dat weet hij niet en hem ergens
anders brengen waarheen, dat weet hij niet.
Zijn kleine hart krimpt ineen, met trillende lip
pen vraagt hij: „Hoogeerwaarde, wie zal dan iets
i beslissen? Waar ga ik dan naar toe? Mijn mam
mie heeft toch een huis En Marianne
De grond bewoog onder zijn voeten, hij klemde
zich vast aan het bed, waarin de glimlachende
doode lag: „O, moet ik weg, waarheen?"
„God zal zorgen, arm kind, vertrouw op Hem;
hij, die de beslissing nemen zal, is je beste
vriend." Sedlaczek teekende een kruisje op
het voorhoofd van den kleine; nam het palm
takje, dat een zuster hem aanreikte, doopte het
in het wijwater en zegende de lieve doode: Have
pia anima! en verliet aan de zijde van dokter
Malfatti met stille schreden de zaal. Zij daal
den zwijgend de trap af, waarop zich, nauwelijks
een uur geleden, zulke hartroerende scènes had
den afgespeeld; zij kwamen aan de groote poort,
waardoor dezen zelfden morgen de sombere
held naar zijn dood geschreden was.
„Eki toch is zij aan zijn dood gestorven, hoe
wel ik het onmogelijk achtte," verbrak hier, op
den drempel van het klooster de arts het stil
zwijgen. Aarzelend voegde hij daaraan toe:
„Monseigneur, gaat u vandaag nog naar Ba
den?'
„Zijn keizerlijke hoogheid is nog in Weenen,"
antwoordde de priester zacht.
„Ik verzoek u, een goed woord voor mij te
spreken. Ik kan niet zeggen, hoe ik het betreur,
dat ik haar niet heb kunnen redden."
,,'t Is beter zoo, dokter. Wat zou haar leven
geweest zijn, zonder haar geliefde? Een kerker
zonder troost, een open wonde zonder genezing."
De beide mannen scheidden van elkaar. De
arts had zijn paard op de binnenplaats achter
gelaten en besteeg het, om naar Schönbrunn te
rug te riiden. De priester echter ging den derden
en zwaarsten gang van dezen dagnaar den vro
men vorst, wien hij den rouwmoedigen dood van
den misdadiger berichten moest, maar ook, dat
de vrouw van den ongelukkige van leed en liefde
stierf.
XII
Om Weenen glanst de ochtend, de vogels
zingen; in Weenen is de bedrijvigheid der nieu
we werkweek reeds begonnen. Op de wallen
langs de stadsgracht heerscht groote drukte,
groepjes scholen bij elkaar, de menschen praten
druk en luid over de terechtstelling van Tessen-
burg; groote vellen papier, waarop het vennis
van den krijgsraad is afgedrukt, gaan van hand
tot hand. Er is één opluchting, één groote
dankbaarheid, als was een zwaar ongeluk van de
geheele stad Wenen afgewenteld. Het ongeluk
was de overmoed en de teugelloosheid van de
strijdbare macht. Van nu af aan is zij bedwon
gen, ingedamd. Ja, de weduwe met haar
kleine kindertjes is wel te beklagen; dat God
haar troostte. Dit zijn er drie. Mar driemaal drie
millioen menschen loven nu God. Hij zij gepre
zen, amen amen.
Vlijtig praat en keuvelt en roert zich de vroe
ge stad; maar ernstig en plechtig als ware de
heilige Zondag nog niet vorbij ziet de stille
Augustinuswal neer op het gewoel. Doodstil ligt
het paleis van den heertog van Sachen-Tessen.
Alle gordijnen gesloten, geen mensch te hooren
of te zien.