Samenwerking met Indië Spoed met de luchtbescherming N DE DUITSCHE HELD STAATSONTGINNING VAN OLIEVELDEN HANDELSBESCHERMING NAAR HET CONCLAVE HET FRIESCHE GEVAL f VRIJDAG 17 FEBRUARI 1939 OVERZICHT TWEEDE KAMER Geen grooter zelf standigheid "tot. °nti, kü: k FOUT IN DE DAGVAARDING Incident tijdens vacantie-uitstapje Cursussen ter bevordering van de veilige vaart der Koopvaardij schepen Romereis van 26 Februari tot en met 7 Maart ter bijwoning van de Pauskeuze Onmiddellijke aan melding gewenscht ONTWIKKELING DER ZWEEFVLIEGSPORT OVERZICHT EERSTE KAMER Woningbouw en gemeentebelang Het nieuwe gebouw van St. Homobonus Minister Steenberghe aanwezig bij de opening PROF. DR. BERGER NAAR GENÈVE Clearingkoersen tocufeiriii ct>e Vtoe- (Van onzen parlementairen redacteur) DEN HAAG, 16 Februari 1939 Tot voor enkele jaren verkondigden sommi- in het parlement telkens bij de behande- ''"S van Indische aangelegenheden de leuze: los van Nederland. Die leus is thans Verstomd. Hen ziet in, dat Indië zelf bij haar VerWezenlijking niet wel zou varen, dat „Indo nesia" om in de terminologie van den heer nendi (Comm.) te spreken, die vandaag als ^rste de Indische Begrooting aansneed dat "ëonesia, indien het los van het moederland komen te staan, „een grage prooi zou wor- etl van de fascistische agressoren", die den 'dboorlingen géén gelijke rechten meer zullen ^ven, die hen niet meer naar Europa zullen komen om zich te ontwikkelen. Men ziet best. dat indië onder Nederlandsch bestuur de ?&ar vmi, ;e beveiliging bezit tegen het Japansche ge- dej en zelfs de heer Effendi verklaarde zich eUgd, dat de groepen in Indië naar elkan- r toe groeien en bereid met zijn partijge en een „doelmatige verdediging van Indo- hesia onvoorwaardelijk te steunen." ^Daarmee echter is alles geen pais en vree. aarrnee is de mentaliteit niet weggenomen, e ondanks eeuwen van de nauwste verbon- toheid van Nederland en Indië, zich nog tod.s instelt op een tegenstelling tusschen deze 'de gebiedsdeelen, de mentaliteit, die op alles verdeelen kan, de aandacht vestigt die 6sPitst wat Indië van Nederland scheidt en die toegespitste tegenstelling argumenten ®ent voor het toekennen van grootere staat- "dige rechten aan de inheemsche bevolking. ^et was de heer van Poll (RK.) die daarop '"ees. U« yerd En die er met klem tegen opkwam thans de toekenning van staatkundige rechten nóg er te gaan, dan reeds gegaan werd. de schriftelijke gedachten wisseling met de f.a'tri€r over de Indische begrooting heeft mi- ter Weiter reeds enkele zéér interessante "Sen meegedeeld ."^iemand, die redelijk oordeelt aldus de vftiorie van Antwoord kan ontkennen, dat Nederlandsch-Indië in een zeer snei v een groote mate van zelfstandigheic- is v^nd. Een ontwikkeling, die in de landen CJ?et Westen eeuwen heeft gevorderd, is heinen enkele decennia met geforceerde snel- ejs tot stand gebracht. Historische noodzaak 'fin ^eze snelle opeenvolging van hervor- hecjkei1; het behelst geen verwijt aan de staats- 0neeïl' dto dezen ontwikkelingsgang met een °°g voor de behoeften van den tijd heb- geleid, indien men thans vaststelt, dat de h6efSa der bevolking deze evolutie geenszins kunnen bijhouden. Nu. aan de juistheid bib» aeze zienswijze blijkbaar wordt getwijfeld, Ör,r, de ondergeteekende haar adstrueeren fier even een tip van den sluier op te lichten, t^ffooenlijk alle ambtelijke rapporten aar de barheid onttrekt. Hij moge enkele berich- Vtoeren, die door Europeesche en inheem- SW bestuurshoofden in een der landelijke %aren van Java werden verstrekt na de al- v0or jaar geleden gehouden verkiezingen ken regentschapsraden. kjjjg resident getuigde: „hoe weinig werke- eetfts "lteresse n°g voor het instituut dei re- fto n bestaat en tooe deze insteilin- n Weinig wortelen in de volksbelangstel- het vereischte quorum werd bereikt 0 u deze berichtgever toe „aan het feit, dat dlgerrroeP ter verkiezingsbijeenkomst over het toei<j .?en *ls een bestuursprentah wordt ge niep n ïtogent verklaarde: „Door de uit- stou Voorliohtingen van den kant van het "vsii ls slechts bij een kleine groep der °°r 2gezetenen eenige belangstelling gewekt, jftq u rest bestonden ter stemming opgeko- '®smannen grootendeels uit desabestuurs- 1..' !f de zaak meer ambtshalve beschouw de h iveï, eer van Po11 vulde deze belangrijke ge- 6evebs 0Ver den graad der politieke rijpheid Indische volk aan met. enkele curieuze Cfea^eminsen uit zijn reis naar Indië; in de "kw Ser hadden de inlanders bijvoorbeeld de nistische agitatoren aangezien voor zend- Van de Indische regeering. Elders be- r'e men de gekozenen als menschen. die a&tl met Doean Allah, Adam, Eva en Mo- t)e konden telefoneeren. En zoo meer. '0eIcenning van nóg meer staatkundige aan de inheemsche bevolking van Indië v5q hit stadium niet voeren tot een uitbouw dllgj. e democratie, doch tot een oligarchie die "to:, llnst den voormaligen „los-van-HOlland"- ÏJej Ctl aangenaam zou zijn. v°lkswelzijn van Indië is met meer staat kundige rechten niet gebaat. En voegde de heer Bajetto (R.K.) daaraan toe de Indische bevolking vraagt er ook niet om. Als de heer van Poll over Indië spreekt, komt vanzelf de imperiale samenwerking op de prop pen. Vier jaar geleden stond de minister president, destijds minister van Koloniën, scep tisch tegenover deze gedachte Sindsdien hebben de feiten echter den heer van Poll gelijk gegeven. Hij gaf zelfs enkele cij fers. In 1935 voerde Nederland voor 35 millioen naar Indië uit. Dat kan veel meer worden be weerde destijds de heer van Poll. Het wérd meer. In 19.38 was dit cijfer reeds opgeloopen tot 100 millioen, dat was een vermeerdering met 18 pCt. In dezelfde drie jaren tijds ver dubbelde de uitvoer van Indië naar Nederland van 57 tot 102 millioen. Drie jaar geleden ont kende minister Colijn, dat er in Indië ueber- haupt ijzererts te vinden zou zijn. Thans over weegt de Volksraad de concessie voor ijzerwin ning op Celebes aan een Nederlandsche maat schappij te 'geven. Aan een Nederlandsche. Dat is een witte raaf. In Nederland is de be langstelling van het kapitaal voor Indië nog véél te gering. Nog 61 pCt. der investeeringen kwam uit het buitenland. En dat terwijl voor ons kapitaal de mogelijkheden zoo gunstig zijn. Terwijl de Japansche producten een cri sis doormaken, omdat hun kwaliteit zoo slecht 's en gebleken is, dat de Nederlandsche bedrijven in Indië betere producten tegen lageren prijs dan de Japansche kunnen vervaardigen. En terwijl in Nederland één milliard a 1200 mil lioen braak ligt! De stroom van investatie, die in vroeger ja ren naar Indië ging, moet er wéér heen. Daar hangt voor een deel zélfs het behoud van ons democratisch staatsbestel van af. Aldus de heer van Poll. De democratie zal zich handhaven alléén wanneer zij zich zelfbeperking zal weten op te leggen én wanneer zij de sociaal-econo mische nooden zal weten te lenigen. Dat laat ste nu zal slechts mogelijk zijn, wanneer alle kansen, die een samenwerking der onderschei dene gebiedsdeelen bevat, ten volle worden be nut. In October van verleden jjar heeft de heer Stokvis (S.D.A.P.) een balletje opgeworpen over de mogelijkheden tot exploitatie van de Indische olie-rijkdommen door den Staat. De minister zag er geen heil in. Althans niet in het ééne 'bepaalde geval waarin de heer Stok vis aanleiding had gevonden om op staatsex ploitatie aan te dringen. Thans komt de heer Stokvis hierop terug. Hij heeft een motie ingediend, die de Re geering uitnoodlgden de mogelijkheden van staatsexploitatie van de put tot het schip dus zonder raffinaderij te onderzoeken. En daarvoor voert hij drie argumenten aan: 1. De staat mag het niet aan particuliere on dernemers overlaten of de olie-rijkdommén van Indië worden geëxploiteerd en eventueel uit geput. 2. Wanneer de Staat zélf oliebronnen ex ploiteert, zal hij, wanneer hij gronden in con cessie wil geven, véél gunstiger voorwaarden kunnen bedingen, dan wanneer de maatschap pij, die de concessie vraagt, zich alléén-exploi- tante op dit terrein weet. 3. Door zelf de exploitatie ter hand te nemen zullen den Staat de winsten der olie-maat schappijen toevloeien en die kan hij in de te genwoordige omstandigheden best gebruiken. De heer van Poll voelde niet veel voor deze motie. De heer Meyerink (A.R.) evenmin, on danks den klaagzang, dien zijn partijgenoot Wa genaar over den toestand van de Indische schatkist aanhief. Morgen gaan de debatten voort. In Juni van het vorige jaar reed een vroolijk gezelschap politie-agenten in een autobus over de brug bij Vianen in de richting Den Bosch om een vacantiereis naar België te maken. Even over de brug werd de autobus aan den kant van den weg gezet om het dak te openen. Twee passagiers waren den chauffeur daarbij behulp zaam. doch werden aangerfeden door een pas- seerenden auto met 12 M. langen aanhangwagen, den woonwagen van een Kermisreiziger en zijn gezin. De beide vacantiegangers werden tusschen rutobus en woonwagen geklemd en meegesleurd Zwaar gewond moesten zij naar het ziekenhuis vervoerd worden. De kermisreiziger werd door de rechtbank te Utrecht veroordeeld tot een geldboete van f 50 subs. 25 dagen hechtenis, wegens het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel door schuld. Thans werd deze zaak in hooger beroep be handeld voor het Amsterdarnsche Hof. Er wa ren elf getuigen opgeroepen. De verdediger, mr. Is. Coopman wees er reeds onmiddellijk op, dat Naar wij vernemen heeft de regeering besloten hier te lande „cursussen handels bescherming" in het leven te roepen. De regeering is tot dit besluit gekomen uit overweging, dat het ter bevordering van de veilige vaart van de Nederlandsche koopvaardijschepen in tijd van oorlog of oorlogsgevaar noodig is gezagvoerders, stuurlieden en machinisten reeds in vredes tijd op de hoogte te brengen van hetgeen ter zelfverdediging door de schepen kan worden gedaan. Tot dit doel worden twee series cursussen gegeven en wel een voor hen, die geen examen voor hoogeren rang meer hebben af te leggen en een tweede voor hen, die in het bezit zijn van het diploma tweede of derde stuurman of machinist A of B. Voor de eerste categorie zullen de cursussen, waaraan de deelname vrijwillig is, worden ge houden in de kweekschool voor de zeevaart te Amsterdam en in de zeevaartschool te Rot terdam. Elke cursus duurt vijf dagen (van Maandags tot'en met Vrijdags), doch de cursussen kün nen ook in gedeelten worden gevolgd. Hierbii zullen oud-hoofdofficieren der Koninklijke Ma rine onderricht geven over de volgende onder werpen: algemeene grondslagen handelsbescher ming, convooivaart, beveiliging tegen duikboo- ten, beveiliging tegen mijnen, luchtbescherming en artillerie. Voorts is bepaald, dat gezagvoerders en stuurlieden aan al deze vakken zullen deel nemen en de machinisten aan de vakken con vooivaart en luchtbescherming. Het door den marinestaf jaarlijks op te maken programma van de onderwerpen, welke op de verschillende dagen worden gedoceerd, zal door tusschenkomst van de reederijen ter kennis van de belanghebbenden worden ge bracht. De aanvang van deze cursussen, die het ge- heele jaar, behalve in de maand Augustus en in de weken voor en na Paschen en Kerstmis, zullen worden gehouden, is gesteld op 3 April. Verder kan worden gemeld, dat alle aan vragen voor de cursussen in deze rubriek moe ten worden ingediend bij den marinestaf (hoofdbureau zeeverkeer) te Den Haag, waai de centrale leiding der cursussen berust en dat zulks dient te geschieden op speciaal daarvoor bestemde formulieren, welke verkrijgbaar zuhen zijn bij de reederijen en bij de scheepvaart inspectie. Bepaald is ten slotte, dat aan deelnemers, die buiten de cursusplaatsen wonen, door het Rijk vergoed zullen worden de reiskosten (2e klasse trein) en bijfcehoorende verblijfkosten. Wat vervolgens de cursussen van de tweede categorie die voor tweede of derde stuur lieden en machinisten diploma A of B be treft, in welke cursussen onderricht wordt ge geven in dezelfde vakken als bovengenoemd, moet op den voorgrond worden gesteld, dat de deelname hieraan wettelijk verplicht is gesteld. Deze cursussen wooden als regel gegeven in de maanden Februari (c.q. Maart), Juni en October en vangen dit jaar aan op 1 Maart Met het onderricht zullen naast oud-hoofd officieren ook officieren der Koninklijke Ma rine worden belast. Wat de stuurlieden van deze categorie aan gaat, zullen de cursussen, waarvan voor hen de duur is bepaald op ongeveer 30 uren, worden gevestigd aan de zeevaartscholen te Amsterdam, Rotterdam, Scheversngen, Vlissingen, Den Helder en Terschelling. De cursussen voor de machinisten, welke slechts ongeveer 7 uren duren, zullen worden gevestigd in de kweekschool voor machinisten te Amsterdam, de machinistenscholen te Rot terdam en Utrecht en in de De Ruyterschool te Vlissingen, terwijl tevens is bepaald, dat de cursussen voor stuurlieden te Scheveningen, Den Helder en Terschelling ook door machinisten kunnen worden gevolgd. Voorts wordt aan deze cursussen ook deel genomen door hen, die buiten de genoemde scholen om zich bekwamen voor een hoo geren rang, voor welke deelname zij een schrif telijk verzoek moeten indienen bij bovengenoemd hoofdbureau zeeverkeer van den marinestaf. Aan laatstbedoelde personen worden door het Rijk, indien zij buiten de cursusplaatsen wonen, vergoed de reiskosten 3e klasse trein, zoomede bijfcehoorende verblijfkosten. Ten slotte kan worden opgemerkt, dat gezag- hebbenden met diploma eerste stuurman of machinist C van de stoomvaartmaatschappij „Zeeland" te Vlissingen, in aanmerking komen voor den in deze plaats in te stellen cursus van de tweede categorie. Beide categorieën cursussen zijn ook toegan kelijk gesteld voor de betrokkenen uit Indië. die hier te lande met verlof vertoeven. zijn verdediging hierop neer kwam, dat in de dagvaarding was ten laste gelegd, dat het licha melijk letsel was veroorzaakt door een aanrij ding tusschen den woonwagen en den autobus, terwijl nergens gebleken is, dat de twee voer tuigen met elkander in aanraking geweest waren. De getuigen bevestigden dit. De procu reur-generaal vroeg dan ook vrijspraak, waarbij de verdediger zich aansloot. Arrest 2 Maart. Wij herinneren onze lezers aan de reis naar Rome, welke door samen werking van de „Vereenigde Katho lieke Pers", de „Nederlandsche Reis- vereeniging voor Katholieken en het officieele Italiaansche Verkeers bureau C. I. T. is mogelijk geworden tegen den ongekend lagen prijs van f 135 tweede klasse of f 85 derde klasse trein met logies en volledig pension in hotels (2e klasse) of in stituten (3e klasse). Men leze de uitvoerige mededeelingen en reisprogram in de dagelijksche advertenties. Men kan zich aanmelden met overmaking der reissom bij: 1) Alle kantoren der Vereenigde Katholieke Pers of hoofdkantoor 't Kasteel van Aemstel, N.Z. Voorburgwal 65—73, Amsterdam, telefoon 46878, postgiro 22884. V. Centraal Bureau der Ned. Reisvcreeniging voor Katholieken, Heerengracht 295, Amster dam, telefoon 45817, postgiro 155666. 3). Bureaux van de C. I. T. Nederland, NVV. te Amsterdam, Leidschestraat 8993. telefoon 30561, postrekening 285818 en Den Haag, Plaats 23, telefoon 116800, postrekening 322317. Katholiek Nederland moet vertegenwoordigd zijn in de dagen van het Conclave te Rome. Men melde zich spoedig voor deze unieke reis teneinde teleurstelling te voorkomen, nu zoo vele duizenden vreemdelingen komen. De Nederl. Reisvereeniging voor Katholieken en de Vereenigde Ka tholieke Pers stellen u, door samen werking met de C. I. T., in staat, de historische dagen in de Eeuwige Stad te beleven. De deelname is alléén voor katholieken .open gesteld. Pas poort noodzakelijk. De Bond van Nederlandsche Zweefvliegclubs, aanges pten bij de Koninklijke Ned. Vereeniging voor Luchtvaart, hield dezer dagen zijn alge meene ledenvergadering te Utrecht. Daar dit de eerste jaarvergadering was na de aansluiting bij de Kon. Ned. Ver. voor Luchtvaart, bestond er behalve van de zijde van de Zweefvliegclubs belangstelling van den Luchtvaartdienst, van de Kon. Vereeniging en de Centrale Jeugdcommissie. Zooals bekend is men in luchtvaartkringen doende eenheid te brengen in de verschillende takken van lucht sport, te weten de jeugdluchtvaart, het zweef vliegen en het motorvliegen. De vergadering, onder voorzitterschap van den heer Pierre Cuypers, toonde een geest van opbouw in algemeenen zin en van vertrouwen In het bestuur, dat met vrijwel algemeene stem men werd herkozen. In het afge'oopen jaar werd op verschillende wijzen getoond dat de zweefvliegsport in ons land steeds groeit. Uit het jaarverslag blijkt, dat er thans 32 zweefvliegclubs zijn met 850 leden. Uitgereikt werden 154 A-, 150 B- en 35 C-brevetten. Van de zijde der overheid werd groote me dewerking ondervonden bij het verkrijgen van zweefvliegterreinen. Het ligt in de bedoeling, dat er uiteindelijk in ons land in elk rayon van 40 K.M. een zweefvliegterrein ligt. In het komend seizoen zal een wedstrijdcom petitie vOor de zweefvliegclubs worden gehouden, welke tevens bedoeld is als training voor den olympischen zweefvliegwedstrijd, welke geduren de de Olympische Spelen in 1940 in Finland zal worden gehouden. Ten slotte zal in samenwerking met de Ko ninklijke Nederlandsche Vereeniging voor Lucht vaart groote aandacht worden geschonken aan de propaganda voor de zweefvliegsport. iemand kan twee heeren dienen Alle heeren moeten God dienen. (Van onzen parlementairen redacteur) DEN HAAG, 16 Febr. 1939. Toen minister Van Boeijen de portefeuille van Binnenlandsche Zaken aanvaardde, vond hij de wet op de luchtbescherming op zijn bureau lig gen de wet, die de actieve luchtbescherming de afweer met geschut aan de zorg van Defensie, de passieve daarentegen, de beveili ging der bevolking door gasmaskers, schuilkel ders, blindeer-inrichtingen en dergelijke, aan het particulier initiatief onder leiding van de gemeentebesturen en van Binnenlandsche Zaken toevertrouwde. Die wet mpest uitgevoerd worden. Vooral toen de September-dagen van verleden jaar de noodzakelijkheid tot forsch aangrijpen van deze materie duidelijk in het licht stelden. De minister besloot tot krachtig optreden. Hij maakte de luchtbescherming tot een voorwerp van zijn persoonlijke zorg; schiep een speciale afdeeling aan zijn departement alléén daarvoor, stelde den secretaris-generaal zélf aan het hoofd dier afdeeling, zorgde, dat alle burgemeesters voldoende voorlichting konden verwerven... En toch is de Senaat, die vandaag de begroo- ting van Binnenlandsche Zaken behandelde, niet onverdeeld tevreden over het bereikte resul taat. De heer Bruineman (R.K.) vroeg zich bijvoorbeeld af of het particulier initiatief wel in voldoende mate de veiligheid van den Ne- derlandschen burger tegen aanvallen uit de lucht kan beschermen. Het dringt, naar alge meen valt waar te nemen, niet voldoende tot de menschen door, dat er gevaar dreigt en dat van hen-zélf maatregelen, actieve afweer tegen dat gevaar worden verwacht. Waarom komt er niet méér initiatief van de zijde der Regeering? Waarom slechts één voorbeeld laat zij werkloozen niet een cursus in luchtbescherming loopen inplaats van hen alleen te doen stempe len? In zijn antwoord deed de Minister eenige me dedeelingen over den stand van zaken. Een algemeen luchtbeschermingsplan is klaar. Met de opleiding van cursus-leiders is men bezig. Vier adjunct.-inspecteurs zullen worden benoemd om de burgemeesters van advies te dienen. In 1939 zal een algemeene oefening met een ver duistering over het geheele land worden ge houden. Uit het Werkfonds wordt boven de vijf ton van de begrooting nog ten behoeve van de materiaal-voorziening extra 1.6 millioen be schikbaar gesteld. Over eenige maanden zal de gasmaskervoorziening geheel in orde zijn. Men aarzelt nog tusschen schuilkelders en loopgraven omdat daarover nog dagelijks rapporten op grond van oorlogservaringen binnenkomen. En tenslotte is met het departement van Financiën overeengekomen, dat aan noodlijdende lilde klasse-gemeenten niets in den weg zal worden gelegd, wanneer zij iets voor de luchtbescher ming willen uitgeven. Actieve luchtbescherming afweergeschut dus voor rekening van Defensie; passieve voor rekening van het particulier initiatief. Hoe klopt aat met de houding van het provinciaal bestuur in Friesland, dat eenige stukken luchtdoelge schut wist te verkrijgen voor de speciale be schermingvan een der provinciale gebouwen? De heer Pollema bracht dat gisteren reeds ter sprake. Als dat mogelijk is, kan ieder, die over geld beschikt zich zelf verdedigen en dat is in strijd met den opzet van de landsdefensie. die iederen burger gelijkelijk beschermt. De heer In 't Veld (S.D.A.P.) dacht er ook zoo over, evenals de heer de Rijke (N.S.B.). De Minister deed echter over deze aangele genheid het zwijgen toe. Vooreerst wil hij met het vormen van een oordeel wachten tot de Provinciale Staten hun stukken hebben overge legd; het is dus nog te vroeg om over deze kwestie te spreken. Tweedens is het te laat; zij had in de schriftelijke stukken besproken moeten worden en dat is niet geschied. En tenslotte is .liet te ingewikkeld om er a l'improviste en zon der kennis van de stukken over te spreken. Voor Peter Pech is het óók te laat. Nadat de Minister de biltere klachten van den heer Reinalda (S.D.A.P.) over den toestand der volkshuisvesting had trachten te sussen en den heeren Kropman (R.K.) en In 't Veld (S.D.A.P.) nog eens de verzekering had gegeven, dat de voornemens der Regeering ten aanzien van de financieele verhouding tusschen Rijk en ge meenten geen afbreuk zullen doen aan de ge meentelijke autonomie, dat de Rijksbijdragen raar objectieve normen zullen worden verstrekt en dat aldus de „noodlijdende" gemeenten hun onafhankelijkheid terug zullen verwerven; nadat hij zijn begrooting zag aangenomen, be sprak de heer Van Vessem (N.S.B.) bij de Post- begrooting het verknoeien van de Nederlandsche taal in de radio, speciaal door den heer Peter Pech, die zijn best doet om een Joodsch accent aan zijn uitspraak te geven. Daarover staat al weer niets in de stukken, antwoordde de Mi nister. Hij zal de bpmerking aan de bevoegde instantie doorgeven. Wellicht krijgt Pech zich dan over zijn neus te verantwoorden. Over dien neus, waar zijn geluid uit komt. Zijn joodsch accent". Wie weet! N.B. Abusievelijk schreven wij gisteren in ons overzicht de opmerking aan het adres van minister Slotemaker de Bruine, dat deze be windsman koud en ongevoelig zou zijn voor de moeilijkheden van de school onder de vigeerende ieerlingenschaal, tse aan den heer Wiardi Beek man (S.D.AP.). De heer De Jong (R.K.) bezigde deze uitdrukking. Donderdag is te Rotterdam het nieuwe ge bouw van de R. K. Inkoopvereeniging St. Homo bonus officieel geopend in tegenwoordigheid van Z. Exc. mr. M. Steenberghe, minister van Economische Zaken, en van een aantal autori teiten, w.o. voorzitter en secretaris van de Kamer van Koophandel te Rotterdam en van het gemeentebestuur, mr. Bach van het R. K. Middenstandsbureau, vertegenwoordigers van Belgische zusterorganisaties, en prof. dr. J. Wisselink, namens de Handelshoogeschool. De groote zaal van het nieuwe gebouw was meer dan vol, toen de voorzitter van St. Homo bonus de bijeenkomst opende en de aanwezigen verwelkomde. Minister Steenberghe, daarop het woord ver krijgende, wenschte allereerst de vereeniging ge luk met haar nieuwe gebouw. Zijn aanwezig heid moge gelden als een bewijs van belang stelling voor wat onder den Middenstand leeft. Zoowel het feit van het vijf en twintig jarig bestaan als het tot stand komen van het nieuwe gebouw bewijzen wel, dat de vereeniging St Homobonus op den goeden weg is om door samenwerking het weerstandsvermogen van den middenstand uit eigen kracht te bewaren en te versterken, en zoo het behoud van alier zelf standigheid mogelijk te maken. Hierna verklaar de de minister het nieuwe gebouw voor geopend. Ook wethouder de Leeuw wenschte St Homo bonus geluk met het nieuwe gebouw en hij dankte de vereeniging, dat zij haar centrale punt te Rotterdam heeft willen vestigen. De heer de Leeuw sprak den wensch uit, dat de organisatie moge bloeien en in kracht moge vooruitgaan en zoo moge bijdragen tot een bloei van Rotterdam in zijn geheel. Na deze toespraken van de officieele autori teiten werd nog het woord gevoerd dcor den vertegenwoordiger uit de kringen van handel en industrie, den heer de Hooge, directeur der Kon. Tapijtfabrieken te Rotterdam, die namens de industrie de drie gebrandschilderde ramen in het trappenhuis aanbood, benevens nog eenige voorwerpen voor de installatie van ge bouw en directiekamer. Vervolgens sprak da voorzitter van de Kamer van Koophandel te Rotterdam, die de gelukwenschen van de K. v. K. overbracht. Deze twee sprekers werden be antwoord door den directeur van St. Komobo- nus, den heer Th. Kuijper, nadat de voorzitter van het bestuur den minister van Economische Zaken en den wethouder van Rotterdam had beantwoord. Hierop maakten de aanwezigen een rondgang door het gebouw, waarbij zij gelegenheid had den de verschillende geschenken te bezichtigen. Na de pauze kwam men weer bijeen in de groote beurszaal, waar nog een groot aantal sprekers uit kringen van handel, industrie en organisaties het woord voerden om hun geluk wenschen aan te bieden. Op uitnoodiging van den Volkenbond zal prbf. dr. H. C. L. E. Berger, directeur van den vee- artsenijkundigen dienst, tevens veterinair hoofd inspecteur van de volksgezondheid, zich naar Genève begeven, teneinde van voorlichting te dienen over een samenstel van maatregelen, die als leidraad kunnen dienen bij voorschriften van veterinair-sanitairen aard, met betrekking tot den uit- en invoer van verschillende dier soorten Koersen voor stortingen op 17 Februari 1939 tegen verplichtingen luidende in: Reichsmarken f 74.78 en lires f 9.77. J°toan van Enrica von Handel-Mazzetti chter menschen voleinden hun loopbaan te hem sprak de vorst nu de gedachte uit, °ferweldigde. „Bij hem was dat het ge- izijn is alles! - Sedlaczek, één ding cij ^Jh .llc nog weten. Ik had verordend, dat (.e6 vrouw is ziek; hij beloofde mij, haar 0btti'1geg.gen van z'jn sPoe(3igen dood. Had Ir Vrouw en zijne kinderen nog zien mocht; '1(H- Vrnn,,, n:«1.Lfl T1fj - h ha^fWhg plaats, en was zij hem ten troost? aa%as een tooost voor haar," zei Sedlac- j.eëtSc, delend. „Hij leed er onder, maar be- c.e zichzelf met de zielskracht, die het ,i '^6ri acrament ons verleent." t6 ?aS haar ook nu nog niets zeggen," zei ':|r'o gJ?ert°g gejaagd. „Zijn daarvoor maatre- ®ecj]ac roffen9 zij is zeer zwak." sloeg de oogen neer. ',-shr,,„0rïl kijkt u mij niet aan?" vroeg de ki| 'stiiShtrier weró donker; de lamp voor het 51 US** ging plotseling uit, er woei een 5 toq i1. rtoor het vertrek, als een grafwind, Wl®kslag des doods. „Ik kijk uwe keizerlijke hoogheid aan; ik moet uwe keizerlijke hoogheid, helaas zeggen, dat wij het voor haar niet hebben kunnen verbergen De vorst maakte een snelle beweging, zijn ge laat werd wit als was. „Waarom niet? Het kan haar dood zijn!" riep hij opgewonden. „Vergeef mij, keizerlijke hoogheid! Het was zoo: de zoon van Tessenburg, die ongewoon veel van zijn vader hield en ook bij het afscheid groote smart aan den dag legde, kwam op het executieterrein, knielde bij den stervende en liefkoosde hem op ontroerende wijze, waarbij hij zijn handje met het bloed van zijn vader be vlekte De oogen van den aartshertog stonden groot, star, spookachtig „Het kindmompelde hij mat. „Ik zag aankomen hoe 't gaan zou." De engel met de kelk, die den Verlosser den bitteren lijdensdrank reikte. Huiverend riep de aartshertog uit: „Maar zeg mij, de moeder leeft zij? Om Godswil De kreet van den aartshertog schokte den priester in het diepst van zijn hart. Hij verhief zijn ziel tot God en sprak: „Keizerlijke hoogheid, de vrouw, wier teere, bovenmenschelijke liefde voor den zoo weinig ge- voeligen, zij het ook niet onedelen man, waar lijk verheven en wonderbaar is geweest is gewéést!" herhaalde de aartshertog troosteloos. Hij zweeg een oogenblik, 'n rilling huiverde door zijn leden, toen zei hij dof en zwaar: „U wilde mij sparen. Doch spreek het maar uit: zij is dood!" De priester knikte zwijgend en treurig met het hoofd. De aartshertog, wiens gelaat nu, krijtwit en ontzet, geleek op een doodenmasker, verhief zich en ging met wankele schreden door de ver trekken naar de kapel, waar Sedlaczek hem aan de voeten van zijn kruisbeeld zag neerknielen, het hoofd in de handen. Eenige malen zag hij zijn schouders schokken; hij, die nimmer ween de, de overwinnaar van Aspern en Eylingen, de leeuw van Aldenhoven, Neerwinden en Caldiero, hij schreide om de vrouw van den misdadiger, om de moeder van diens arme kinderen, hij schaamde zich voor zijn tranen niet. Diep neeg de Christus, voor Wien nu geen licht meer brandde, het hoofd en luisterde naar hetgeen de ziel van dezen edelen man in doode- lijke droefheid tot Hem sprak: „Heer! Heer! Gij hebt mij niet verhoord; Gij geeft mij naast het bloed van den zondaar ook dat der onschuld te dragen; zwaar drukt Uwe hand! Ik aanbid U, Gij zijt de Heer,-Uw oordeel is rechtvaardig; maar steun mij nu, of ik be zwijk!" „Pater!" riep hij, zich oprichtend. De kanun nik ijlde naar de kapel. Er hing een diepe sche mering; voor de vensters, met kleurige glasschil deringen gesierd waren de groene gordijnen neergelaten. Een beeld van de heilig© Maagd Maria stond links. Midden boven het altaar hing het kruisbeeld; de armen van den Heiland wa ren wijd uitgestrekt. Zijn hoofd was gebogen, Zijn wonde geopend; zou het mogelijk zijn, dat Hij den nobelen, reinen, heiligen man ten prooi liet aan zijne verlatenheid, nadat hij den moor denaar in het Rijk zijner genade had opgeno men? „Vertel mij, hoe zij gestorven is, priester!" be val Karl. „Hier staan wij voor GodEr zijn .wellicht woorden, een nalatenschap, die ik ken nen moet." Hij stond, met de hand qp zijn rood- fluweelen bidstoel steunend, voor het altaar met het kruisbeeld; het scheen Sedlaczek alsof plot seling een gelijkenis intrad tusschen het kruis beeld, dat niet schoon, maar grootsch was, zoo als de oud-Duitsche beelden zijn, en het bleeke door smart verwrongen gelaat van den vorst. Eerbiedig trad de priester dichterbij; de aarts hertog knielde op den biechtstoel neer; de pries ter begon, aan de linkerzijde van den vorst tre dend, zachtjes zijn verhaal. De madonna luister de, Christus echter neeg stil het hoofd, want Hij wist alles; van zeer verre zweefden zilveren klanken aan, een frisch geluid, gedempt door de gesloten vensters en gordijnen. „Keizerlijke hoogheid, het was, zooals ik reeds te kennen gaf, door het kind, dat alles ontijdig is misgeloopen. Ik bracht den kleine van de plaats der terechtstelling naar het klooster te rug; hij zat vol bloed; de nonnen waschten hem en trokken hem andere kleeren aan; de zieke moeder verlangde innig naar hem. Nauwelijks was hij aan haar ziekbed getreden toen zij zijn hand greep en plotseling een visioen scheen te krijgen en alles zag. Evenals de heilige Elisabeth klaagde zij „De heele wereld is voor mij gestorven, want mijn liefste is dood." Men riep mij; zij vroeg mij uit, ik vertelde haar een en ander zoo voorzich tig mogelijk; zij, door smart en zwakte reeds geheel gebroken, doorleed elke pijn, elke marte ling van haren geliefde, en toen ik, op haar vraag naar de doodelijke wonde, haar te kennen gaf, dat hij in het hart getroffen werd brak ook het hare en met haar bleeke lippen het kruis beeld kussend, hetzelfde kruisbeeld dat ik hem had voorgehouden en dat ook hij had gekust, gaf zij den geest." De aartshertog bedekte z'n gelaat een oogen blik met de hand. Toen vroeg hij rustig, maar met een ondertoon van diepe droefheid in zijn stem: „Malfatti heeft dus niet kunnen helpen. Wij hebben ons' beiden vergist, hij wellicht bona, ik mala fide." Achter de vensters zwollen de vroolijke gelui den der buitenwereld aan. Men hoorde luid spre ken en het snelle getokkel op guitaarsnaren. De vorst bleef, de gevouwen handen op den bidstoel, onbeweeglijk; zijn groote, open oogen staarden den Christus aan; doch deze was weg en op Zijn plaats stond de ongelukkige, de wapenrok afge rukt, voor de geheven geweren; de madonna was weg, en Sophie's droef gelaat lag op het zijden kussen in de kist; en de kleine engel, die naast de madonna stond, leidde een kind aan de hand, geheel doordrenkt van bloed. De moeder, de bloedige hand, de moeder, de stervende moeder Hij kwam met een ruk tot zichzelf, drong de felle zielesmart op den achtergrond, wendde zijn gelaat, waarvan de slapen en de wangen waren Ingevallen naar den priester en vroeg: „Dit wil ik nog weten: heeft de overledene mij op haar "-terfbed veroordeeld? Spreek de waarheid!" „Keizerlijke hoogheid! Ik spreek de waarheid: neen! Zij klaagde slechts, dat men haar den ge- geliefde ontrukt had. Maar zij had in den nacht Ons Heer ontvangen en veroordeelde daarom niet, ook den aartshertog niet, ofschoon...." De priester zweeg. „Ga voort!" „Keizerlijke hoogheid, het arme kind wist in haar smart niet, wat ze zei.... we weten wel beter. Haar arm hart brak door Tessenburg's misdaad en niet door het vonnis der gerechtig heid." „Klaagde zij mij aan, de arme vrouw?" De priester greep de hand van den aartshertog en sprak zacht en kalmeerend: „De liefde is niet sterk in logica." „De liefde, mijn vriend, spreekt de waarheid! Ik doode haar echtgenoot, ik brak haar hart. Wat baat het als ik zeg, dat ik moest. De honderden stemmen bij het paieis drongen nu als een vroolijke zwerm vogels, in de droeve, donkere kapel; er werd geroepen: keizerlijke hoogheid! Aartshertog Karl! en het getokkel der guitaren vermengde zich met het geroep tot een helder, jubelend, parelend preludium. „Wat beteekent dat?" riep de aartshertog ver toornd. Zwaar en streng stond hij op. „Nu mu ziek! Dat verbied ik!" Hij rukte aan de bel. „Ik denk, keizerlijke hoogheid," trad Sedlaczek aan het venster, het gordijn oplichtend, „dat het de studenten zijn, die ik bij de Kamtner- poort aantrof, en wel met het kennelijk plan, uwe hoogheid een aubade te brengen. Zij vroe gen mij, of uwe keizerlijke hoogheid in Weenen was." (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 3