Samenwerking met Indië
Spoed met de luchtbescherming
N
DE DUITSCHE HELD
STAATSONTGINNING VAN
OLIEVELDEN
HANDELSBESCHERMING
NAAR HET CONCLAVE
HET FRIESCHE GEVAL
f
VRIJDAG 17 FEBRUARI 1939
OVERZICHT TWEEDE KAMER
Geen grooter zelf
standigheid
"tot.
°nti,
kü:
k
FOUT IN DE DAGVAARDING
Incident tijdens vacantie-uitstapje
Cursussen ter bevordering van de
veilige vaart der Koopvaardij
schepen
Romereis van 26 Februari tot en
met 7 Maart ter bijwoning
van de Pauskeuze
Onmiddellijke aan
melding gewenscht
ONTWIKKELING DER
ZWEEFVLIEGSPORT
OVERZICHT EERSTE KAMER
Woningbouw en
gemeentebelang
Het nieuwe gebouw van
St. Homobonus
Minister Steenberghe aanwezig
bij de opening
PROF. DR. BERGER NAAR
GENÈVE
Clearingkoersen
tocufeiriii
ct>e Vtoe-
(Van onzen parlementairen redacteur)
DEN HAAG, 16 Februari 1939
Tot voor enkele jaren verkondigden sommi-
in het parlement telkens bij de behande-
''"S van Indische aangelegenheden de leuze:
los van Nederland. Die leus is thans
Verstomd. Hen ziet in, dat Indië zelf bij haar
VerWezenlijking niet wel zou varen, dat „Indo
nesia" om in de terminologie van den heer
nendi (Comm.) te spreken, die vandaag als
^rste de Indische Begrooting aansneed dat
"ëonesia, indien het los van het moederland
komen te staan, „een grage prooi zou wor-
etl van de fascistische agressoren", die den
'dboorlingen géén gelijke rechten meer zullen
^ven, die hen niet meer naar Europa zullen
komen om zich te ontwikkelen. Men ziet
best.
dat indië onder Nederlandsch bestuur de
?&ar
vmi,
;e beveiliging bezit tegen het Japansche ge-
dej
en zelfs de heer Effendi verklaarde zich
eUgd, dat de groepen in Indië naar elkan-
r toe groeien en bereid met zijn partijge
en een „doelmatige verdediging van Indo-
hesia onvoorwaardelijk te steunen."
^Daarmee echter is alles geen pais en vree.
aarrnee is de mentaliteit niet weggenomen,
e ondanks eeuwen van de nauwste verbon-
toheid van Nederland en Indië, zich nog
tod.s instelt op een tegenstelling tusschen deze
'de gebiedsdeelen, de mentaliteit, die op alles
verdeelen kan, de aandacht vestigt die
6sPitst wat Indië van Nederland scheidt en
die toegespitste tegenstelling argumenten
®ent voor het toekennen van grootere staat-
"dige rechten aan de inheemsche bevolking.
^et was de heer van Poll (RK.) die daarop
'"ees.
U«
yerd
En die er met klem tegen opkwam thans
de toekenning van staatkundige rechten nóg
er te gaan, dan reeds gegaan werd.
de schriftelijke gedachten wisseling met de
f.a'tri€r over de Indische begrooting heeft mi-
ter Weiter reeds enkele zéér interessante
"Sen meegedeeld
."^iemand, die redelijk oordeelt aldus de
vftiorie van Antwoord kan ontkennen, dat
Nederlandsch-Indië in een zeer snei
v een groote mate van zelfstandigheic- is
v^nd. Een ontwikkeling, die in de landen
CJ?et Westen eeuwen heeft gevorderd, is
heinen enkele decennia met geforceerde snel-
ejs tot stand gebracht. Historische noodzaak
'fin ^eze snelle opeenvolging van hervor-
hecjkei1; het behelst geen verwijt aan de staats-
0neeïl' dto dezen ontwikkelingsgang met een
°°g voor de behoeften van den tijd heb-
geleid, indien men thans vaststelt, dat de
h6efSa der bevolking deze evolutie geenszins
kunnen bijhouden. Nu. aan de juistheid
bib» aeze zienswijze blijkbaar wordt getwijfeld,
Ör,r, de ondergeteekende haar adstrueeren
fier even een tip van den sluier op te lichten,
t^ffooenlijk alle ambtelijke rapporten aar de
barheid onttrekt. Hij moge enkele berich-
Vtoeren, die door Europeesche en inheem-
SW bestuurshoofden in een der landelijke
%aren van Java werden verstrekt na de al-
v0or jaar geleden gehouden verkiezingen
ken regentschapsraden.
kjjjg resident getuigde: „hoe weinig werke-
eetfts "lteresse n°g voor het instituut dei re-
fto n bestaat en tooe deze insteilin-
n Weinig wortelen in de volksbelangstel-
het vereischte quorum werd bereikt
0 u deze berichtgever toe „aan het feit, dat
dlgerrroeP ter verkiezingsbijeenkomst over het
toei<j .?en *ls een bestuursprentah wordt ge
niep n ïtogent verklaarde: „Door de uit-
stou Voorliohtingen van den kant van het
"vsii ls slechts bij een kleine groep der
°°r 2gezetenen eenige belangstelling gewekt,
jftq u rest bestonden ter stemming opgeko-
'®smannen grootendeels uit desabestuurs-
1..' !f de zaak meer ambtshalve beschouw
de h
iveï, eer van Po11 vulde deze belangrijke ge-
6evebs
0Ver den graad der politieke rijpheid
Indische volk aan met. enkele curieuze
Cfea^eminsen uit zijn reis naar Indië; in de
"kw Ser hadden de inlanders bijvoorbeeld de
nistische agitatoren aangezien voor zend-
Van de Indische regeering. Elders be-
r'e men de gekozenen als menschen. die
a&tl met Doean Allah, Adam, Eva en Mo-
t)e konden telefoneeren. En zoo meer.
'0eIcenning van nóg meer staatkundige
aan de inheemsche bevolking van Indië
v5q hit stadium niet voeren tot een uitbouw
dllgj. e democratie, doch tot een oligarchie die
"to:, llnst den voormaligen „los-van-HOlland"-
ÏJej Ctl aangenaam zou zijn.
v°lkswelzijn van Indië is met meer staat
kundige rechten niet gebaat. En voegde de
heer Bajetto (R.K.) daaraan toe de Indische
bevolking vraagt er ook niet om.
Als de heer van Poll over Indië spreekt, komt
vanzelf de imperiale samenwerking op de prop
pen. Vier jaar geleden stond de minister
president, destijds minister van Koloniën, scep
tisch tegenover deze gedachte
Sindsdien hebben de feiten echter den heer
van Poll gelijk gegeven. Hij gaf zelfs enkele cij
fers. In 1935 voerde Nederland voor 35 millioen
naar Indië uit. Dat kan veel meer worden be
weerde destijds de heer van Poll. Het wérd
meer. In 19.38 was dit cijfer reeds opgeloopen
tot 100 millioen, dat was een vermeerdering
met 18 pCt. In dezelfde drie jaren tijds ver
dubbelde de uitvoer van Indië naar Nederland
van 57 tot 102 millioen. Drie jaar geleden ont
kende minister Colijn, dat er in Indië ueber-
haupt ijzererts te vinden zou zijn. Thans over
weegt de Volksraad de concessie voor ijzerwin
ning op Celebes aan een Nederlandsche maat
schappij te 'geven.
Aan een Nederlandsche.
Dat is een witte raaf. In Nederland is de be
langstelling van het kapitaal voor Indië nog
véél te gering. Nog 61 pCt. der investeeringen
kwam uit het buitenland. En dat terwijl voor
ons kapitaal de mogelijkheden zoo gunstig
zijn. Terwijl de Japansche producten een cri
sis doormaken, omdat hun kwaliteit zoo slecht
's en gebleken is, dat de Nederlandsche bedrijven
in Indië betere producten tegen lageren prijs
dan de Japansche kunnen vervaardigen. En
terwijl in Nederland één milliard a 1200 mil
lioen braak ligt!
De stroom van investatie, die in vroeger ja
ren naar Indië ging, moet er wéér heen. Daar
hangt voor een deel zélfs het behoud van ons
democratisch staatsbestel van af. Aldus de heer
van Poll. De democratie zal zich handhaven
alléén wanneer zij zich zelfbeperking zal weten
op te leggen én wanneer zij de sociaal-econo
mische nooden zal weten te lenigen. Dat laat
ste nu zal slechts mogelijk zijn, wanneer alle
kansen, die een samenwerking der onderschei
dene gebiedsdeelen bevat, ten volle worden be
nut.
In October van verleden jjar heeft de heer
Stokvis (S.D.A.P.) een balletje opgeworpen
over de mogelijkheden tot exploitatie van de
Indische olie-rijkdommen door den Staat. De
minister zag er geen heil in. Althans niet in
het ééne 'bepaalde geval waarin de heer Stok
vis aanleiding had gevonden om op staatsex
ploitatie aan te dringen.
Thans komt de heer Stokvis hierop terug.
Hij heeft een motie ingediend, die de Re
geering uitnoodlgden de mogelijkheden van
staatsexploitatie van de put tot het schip
dus zonder raffinaderij te onderzoeken. En
daarvoor voert hij drie argumenten aan:
1. De staat mag het niet aan particuliere on
dernemers overlaten of de olie-rijkdommén van
Indië worden geëxploiteerd en eventueel uit
geput.
2. Wanneer de Staat zélf oliebronnen ex
ploiteert, zal hij, wanneer hij gronden in con
cessie wil geven, véél gunstiger voorwaarden
kunnen bedingen, dan wanneer de maatschap
pij, die de concessie vraagt, zich alléén-exploi-
tante op dit terrein weet.
3. Door zelf de exploitatie ter hand te nemen
zullen den Staat de winsten der olie-maat
schappijen toevloeien en die kan hij in de te
genwoordige omstandigheden best gebruiken.
De heer van Poll voelde niet veel voor deze
motie. De heer Meyerink (A.R.) evenmin, on
danks den klaagzang, dien zijn partijgenoot Wa
genaar over den toestand van de Indische
schatkist aanhief.
Morgen gaan de debatten voort.
In Juni van het vorige jaar reed een vroolijk
gezelschap politie-agenten in een autobus over
de brug bij Vianen in de richting Den Bosch om
een vacantiereis naar België te maken. Even
over de brug werd de autobus aan den kant van
den weg gezet om het dak te openen. Twee
passagiers waren den chauffeur daarbij behulp
zaam. doch werden aangerfeden door een pas-
seerenden auto met 12 M. langen aanhangwagen,
den woonwagen van een Kermisreiziger en zijn
gezin.
De beide vacantiegangers werden tusschen
rutobus en woonwagen geklemd en meegesleurd
Zwaar gewond moesten zij naar het ziekenhuis
vervoerd worden. De kermisreiziger werd door
de rechtbank te Utrecht veroordeeld tot een
geldboete van f 50 subs. 25 dagen hechtenis,
wegens het toebrengen van zwaar lichamelijk
letsel door schuld.
Thans werd deze zaak in hooger beroep be
handeld voor het Amsterdarnsche Hof. Er wa
ren elf getuigen opgeroepen. De verdediger, mr.
Is. Coopman wees er reeds onmiddellijk op, dat
Naar wij vernemen heeft de regeering
besloten hier te lande „cursussen handels
bescherming" in het leven te roepen.
De regeering is tot dit besluit gekomen
uit overweging, dat het ter bevordering
van de veilige vaart van de Nederlandsche
koopvaardijschepen in tijd van oorlog of
oorlogsgevaar noodig is gezagvoerders,
stuurlieden en machinisten reeds in vredes
tijd op de hoogte te brengen van hetgeen
ter zelfverdediging door de schepen kan
worden gedaan.
Tot dit doel worden twee series cursussen
gegeven en wel een voor hen, die geen examen
voor hoogeren rang meer hebben af te leggen
en een tweede voor hen, die in het bezit zijn
van het diploma tweede of derde stuurman of
machinist A of B.
Voor de eerste categorie zullen de cursussen,
waaraan de deelname vrijwillig is, worden ge
houden in de kweekschool voor de zeevaart te
Amsterdam en in de zeevaartschool te Rot
terdam.
Elke cursus duurt vijf dagen (van Maandags
tot'en met Vrijdags), doch de cursussen kün
nen ook in gedeelten worden gevolgd. Hierbii
zullen oud-hoofdofficieren der Koninklijke Ma
rine onderricht geven over de volgende onder
werpen: algemeene grondslagen handelsbescher
ming, convooivaart, beveiliging tegen duikboo-
ten, beveiliging tegen mijnen, luchtbescherming
en artillerie.
Voorts is bepaald, dat gezagvoerders en
stuurlieden aan al deze vakken zullen deel
nemen en de machinisten aan de vakken con
vooivaart en luchtbescherming.
Het door den marinestaf jaarlijks op te
maken programma van de onderwerpen, welke
op de verschillende dagen worden gedoceerd,
zal door tusschenkomst van de reederijen ter
kennis van de belanghebbenden worden ge
bracht.
De aanvang van deze cursussen, die het ge-
heele jaar, behalve in de maand Augustus en
in de weken voor en na Paschen en Kerstmis,
zullen worden gehouden, is gesteld op 3 April.
Verder kan worden gemeld, dat alle aan
vragen voor de cursussen in deze rubriek moe
ten worden ingediend bij den marinestaf
(hoofdbureau zeeverkeer) te Den Haag, waai
de centrale leiding der cursussen berust en dat
zulks dient te geschieden op speciaal daarvoor
bestemde formulieren, welke verkrijgbaar zuhen
zijn bij de reederijen en bij de scheepvaart
inspectie.
Bepaald is ten slotte, dat aan deelnemers,
die buiten de cursusplaatsen wonen, door het
Rijk vergoed zullen worden de reiskosten (2e
klasse trein) en bijfcehoorende verblijfkosten.
Wat vervolgens de cursussen van de tweede
categorie die voor tweede of derde stuur
lieden en machinisten diploma A of B be
treft, in welke cursussen onderricht wordt ge
geven in dezelfde vakken als bovengenoemd,
moet op den voorgrond worden gesteld, dat de
deelname hieraan wettelijk verplicht is gesteld.
Deze cursussen wooden als regel gegeven in
de maanden Februari (c.q. Maart), Juni en
October en vangen dit jaar aan op 1 Maart
Met het onderricht zullen naast oud-hoofd
officieren ook officieren der Koninklijke Ma
rine worden belast.
Wat de stuurlieden van deze categorie aan
gaat, zullen de cursussen, waarvan voor hen de
duur is bepaald op ongeveer 30 uren, worden
gevestigd aan de zeevaartscholen te Amsterdam,
Rotterdam, Scheversngen, Vlissingen, Den
Helder en Terschelling.
De cursussen voor de machinisten, welke
slechts ongeveer 7 uren duren, zullen worden
gevestigd in de kweekschool voor machinisten
te Amsterdam, de machinistenscholen te Rot
terdam en Utrecht en in de De Ruyterschool
te Vlissingen, terwijl tevens is bepaald, dat de
cursussen voor stuurlieden te Scheveningen, Den
Helder en Terschelling ook door machinisten
kunnen worden gevolgd.
Voorts wordt aan deze cursussen ook deel
genomen door hen, die buiten de genoemde
scholen om zich bekwamen voor een hoo
geren rang, voor welke deelname zij een schrif
telijk verzoek moeten indienen bij bovengenoemd
hoofdbureau zeeverkeer van den marinestaf.
Aan laatstbedoelde personen worden door het
Rijk, indien zij buiten de cursusplaatsen wonen,
vergoed de reiskosten 3e klasse trein, zoomede
bijfcehoorende verblijfkosten.
Ten slotte kan worden opgemerkt, dat gezag-
hebbenden met diploma eerste stuurman of
machinist C van de stoomvaartmaatschappij
„Zeeland" te Vlissingen, in aanmerking komen
voor den in deze plaats in te stellen cursus van
de tweede categorie.
Beide categorieën cursussen zijn ook toegan
kelijk gesteld voor de betrokkenen uit Indië. die
hier te lande met verlof vertoeven.
zijn verdediging hierop neer kwam, dat in de
dagvaarding was ten laste gelegd, dat het licha
melijk letsel was veroorzaakt door een aanrij
ding tusschen den woonwagen en den autobus,
terwijl nergens gebleken is, dat de twee voer
tuigen met elkander in aanraking geweest
waren. De getuigen bevestigden dit. De procu
reur-generaal vroeg dan ook vrijspraak, waarbij
de verdediger zich aansloot.
Arrest 2 Maart.
Wij herinneren onze lezers aan de
reis naar Rome, welke door samen
werking van de „Vereenigde Katho
lieke Pers", de „Nederlandsche Reis-
vereeniging voor Katholieken en
het officieele Italiaansche Verkeers
bureau C. I. T. is mogelijk geworden
tegen den ongekend lagen prijs van
f 135 tweede klasse of f 85 derde
klasse trein met logies en volledig
pension in hotels (2e klasse) of in
stituten (3e klasse).
Men leze de uitvoerige mededeelingen en
reisprogram in de dagelijksche advertenties.
Men kan zich aanmelden met overmaking
der reissom bij:
1) Alle kantoren der Vereenigde Katholieke
Pers of hoofdkantoor 't Kasteel van Aemstel,
N.Z. Voorburgwal 65—73, Amsterdam, telefoon
46878, postgiro 22884.
V. Centraal Bureau der Ned. Reisvcreeniging
voor Katholieken, Heerengracht 295, Amster
dam, telefoon 45817, postgiro 155666.
3). Bureaux van de C. I. T. Nederland, NVV.
te Amsterdam, Leidschestraat 8993. telefoon
30561, postrekening 285818 en Den Haag, Plaats
23, telefoon 116800, postrekening 322317.
Katholiek Nederland moet vertegenwoordigd
zijn in de dagen van het Conclave te Rome.
Men melde zich spoedig voor deze unieke reis
teneinde teleurstelling te voorkomen, nu zoo
vele duizenden vreemdelingen komen.
De Nederl. Reisvereeniging voor
Katholieken en de Vereenigde Ka
tholieke Pers stellen u, door samen
werking met de C. I. T., in staat, de
historische dagen in de Eeuwige Stad
te beleven. De deelname is alléén
voor katholieken .open gesteld. Pas
poort noodzakelijk.
De Bond van Nederlandsche Zweefvliegclubs,
aanges pten bij de Koninklijke Ned. Vereeniging
voor Luchtvaart, hield dezer dagen zijn alge
meene ledenvergadering te Utrecht.
Daar dit de eerste jaarvergadering was na
de aansluiting bij de Kon. Ned. Ver. voor
Luchtvaart, bestond er behalve van de zijde van
de Zweefvliegclubs belangstelling van den
Luchtvaartdienst, van de Kon. Vereeniging en
de Centrale Jeugdcommissie. Zooals bekend is
men in luchtvaartkringen doende eenheid te
brengen in de verschillende takken van lucht
sport, te weten de jeugdluchtvaart, het zweef
vliegen en het motorvliegen.
De vergadering, onder voorzitterschap van
den heer Pierre Cuypers, toonde een geest van
opbouw in algemeenen zin en van vertrouwen
In het bestuur, dat met vrijwel algemeene stem
men werd herkozen.
In het afge'oopen jaar werd op verschillende
wijzen getoond dat de zweefvliegsport in ons
land steeds groeit. Uit het jaarverslag blijkt,
dat er thans 32 zweefvliegclubs zijn met 850
leden. Uitgereikt werden 154 A-, 150 B- en 35
C-brevetten.
Van de zijde der overheid werd groote me
dewerking ondervonden bij het verkrijgen van
zweefvliegterreinen. Het ligt in de bedoeling,
dat er uiteindelijk in ons land in elk rayon
van 40 K.M. een zweefvliegterrein ligt.
In het komend seizoen zal een wedstrijdcom
petitie vOor de zweefvliegclubs worden gehouden,
welke tevens bedoeld is als training voor den
olympischen zweefvliegwedstrijd, welke geduren
de de Olympische Spelen in 1940 in Finland zal
worden gehouden.
Ten slotte zal in samenwerking met de Ko
ninklijke Nederlandsche Vereeniging voor Lucht
vaart groote aandacht worden geschonken aan
de propaganda voor de zweefvliegsport.
iemand kan twee heeren dienen
Alle heeren moeten God dienen.
(Van onzen parlementairen redacteur)
DEN HAAG, 16 Febr. 1939.
Toen minister Van Boeijen de portefeuille van
Binnenlandsche Zaken aanvaardde, vond hij de
wet op de luchtbescherming op zijn bureau lig
gen de wet, die de actieve luchtbescherming
de afweer met geschut aan de zorg van
Defensie, de passieve daarentegen, de beveili
ging der bevolking door gasmaskers, schuilkel
ders, blindeer-inrichtingen en dergelijke, aan
het particulier initiatief onder leiding van de
gemeentebesturen en van Binnenlandsche Zaken
toevertrouwde. Die wet mpest uitgevoerd worden.
Vooral toen de September-dagen van verleden
jaar de noodzakelijkheid tot forsch aangrijpen
van deze materie duidelijk in het licht stelden.
De minister besloot tot krachtig optreden. Hij
maakte de luchtbescherming tot een voorwerp
van zijn persoonlijke zorg; schiep een speciale
afdeeling aan zijn departement alléén daarvoor,
stelde den secretaris-generaal zélf aan het hoofd
dier afdeeling, zorgde, dat alle burgemeesters
voldoende voorlichting konden verwerven...
En toch is de Senaat, die vandaag de begroo-
ting van Binnenlandsche Zaken behandelde,
niet onverdeeld tevreden over het bereikte resul
taat. De heer Bruineman (R.K.) vroeg zich
bijvoorbeeld af of het particulier initiatief wel
in voldoende mate de veiligheid van den Ne-
derlandschen burger tegen aanvallen uit de
lucht kan beschermen. Het dringt, naar alge
meen valt waar te nemen, niet voldoende tot de
menschen door, dat er gevaar dreigt en dat
van hen-zélf maatregelen, actieve afweer tegen
dat gevaar worden verwacht. Waarom komt er
niet méér initiatief van de zijde der Regeering?
Waarom slechts één voorbeeld laat zij
werkloozen niet een cursus in luchtbescherming
loopen inplaats van hen alleen te doen stempe
len?
In zijn antwoord deed de Minister eenige me
dedeelingen over den stand van zaken.
Een algemeen luchtbeschermingsplan is klaar.
Met de opleiding van cursus-leiders is men bezig.
Vier adjunct.-inspecteurs zullen worden benoemd
om de burgemeesters van advies te dienen. In
1939 zal een algemeene oefening met een ver
duistering over het geheele land worden ge
houden. Uit het Werkfonds wordt boven de vijf
ton van de begrooting nog ten behoeve van de
materiaal-voorziening extra 1.6 millioen be
schikbaar gesteld. Over eenige maanden zal de
gasmaskervoorziening geheel in orde zijn. Men
aarzelt nog tusschen schuilkelders en loopgraven
omdat daarover nog dagelijks rapporten op
grond van oorlogservaringen binnenkomen. En
tenslotte is met het departement van Financiën
overeengekomen, dat aan noodlijdende lilde
klasse-gemeenten niets in den weg zal worden
gelegd, wanneer zij iets voor de luchtbescher
ming willen uitgeven.
Actieve luchtbescherming afweergeschut
dus voor rekening van Defensie; passieve voor
rekening van het particulier initiatief. Hoe klopt
aat met de houding van het provinciaal bestuur
in Friesland, dat eenige stukken luchtdoelge
schut wist te verkrijgen voor de speciale be
schermingvan een der provinciale gebouwen?
De heer Pollema bracht dat gisteren reeds ter
sprake. Als dat mogelijk is, kan ieder, die over
geld beschikt zich zelf verdedigen en dat is in
strijd met den opzet van de landsdefensie. die
iederen burger gelijkelijk beschermt. De heer
In 't Veld (S.D.A.P.) dacht er ook zoo over,
evenals de heer de Rijke (N.S.B.).
De Minister deed echter over deze aangele
genheid het zwijgen toe. Vooreerst wil hij met
het vormen van een oordeel wachten tot de
Provinciale Staten hun stukken hebben overge
legd; het is dus nog te vroeg om over deze
kwestie te spreken. Tweedens is het te laat; zij
had in de schriftelijke stukken besproken moeten
worden en dat is niet geschied. En tenslotte is
.liet te ingewikkeld om er a l'improviste en zon
der kennis van de stukken over te spreken.
Voor Peter Pech is het óók te laat.
Nadat de Minister de biltere klachten van den
heer Reinalda (S.D.A.P.) over den toestand der
volkshuisvesting had trachten te sussen en den
heeren Kropman (R.K.) en In 't Veld (S.D.A.P.)
nog eens de verzekering had gegeven, dat de
voornemens der Regeering ten aanzien van de
financieele verhouding tusschen Rijk en ge
meenten geen afbreuk zullen doen aan de ge
meentelijke autonomie, dat de Rijksbijdragen
raar objectieve normen zullen worden verstrekt
en dat aldus de „noodlijdende" gemeenten
hun onafhankelijkheid terug zullen verwerven;
nadat hij zijn begrooting zag aangenomen, be
sprak de heer Van Vessem (N.S.B.) bij de Post-
begrooting het verknoeien van de Nederlandsche
taal in de radio, speciaal door den heer Peter
Pech, die zijn best doet om een Joodsch accent
aan zijn uitspraak te geven. Daarover staat al
weer niets in de stukken, antwoordde de Mi
nister. Hij zal de bpmerking aan de bevoegde
instantie doorgeven. Wellicht krijgt Pech zich
dan over zijn neus te verantwoorden. Over dien
neus, waar zijn geluid uit komt. Zijn joodsch
accent".
Wie weet!
N.B. Abusievelijk schreven wij gisteren in
ons overzicht de opmerking aan het adres van
minister Slotemaker de Bruine, dat deze be
windsman koud en ongevoelig zou zijn voor de
moeilijkheden van de school onder de vigeerende
ieerlingenschaal, tse aan den heer Wiardi Beek
man (S.D.AP.). De heer De Jong (R.K.) bezigde
deze uitdrukking.
Donderdag is te Rotterdam het nieuwe ge
bouw van de R. K. Inkoopvereeniging St. Homo
bonus officieel geopend in tegenwoordigheid
van Z. Exc. mr. M. Steenberghe, minister van
Economische Zaken, en van een aantal autori
teiten, w.o. voorzitter en secretaris van de
Kamer van Koophandel te Rotterdam en van
het gemeentebestuur, mr. Bach van het R. K.
Middenstandsbureau, vertegenwoordigers van
Belgische zusterorganisaties, en prof. dr. J.
Wisselink, namens de Handelshoogeschool.
De groote zaal van het nieuwe gebouw was
meer dan vol, toen de voorzitter van St. Homo
bonus de bijeenkomst opende en de aanwezigen
verwelkomde.
Minister Steenberghe, daarop het woord ver
krijgende, wenschte allereerst de vereeniging ge
luk met haar nieuwe gebouw. Zijn aanwezig
heid moge gelden als een bewijs van belang
stelling voor wat onder den Middenstand leeft.
Zoowel het feit van het vijf en twintig jarig
bestaan als het tot stand komen van het nieuwe
gebouw bewijzen wel, dat de vereeniging St
Homobonus op den goeden weg is om door
samenwerking het weerstandsvermogen van den
middenstand uit eigen kracht te bewaren en te
versterken, en zoo het behoud van alier zelf
standigheid mogelijk te maken. Hierna verklaar
de de minister het nieuwe gebouw voor geopend.
Ook wethouder de Leeuw wenschte St Homo
bonus geluk met het nieuwe gebouw en hij
dankte de vereeniging, dat zij haar centrale
punt te Rotterdam heeft willen vestigen. De
heer de Leeuw sprak den wensch uit, dat de
organisatie moge bloeien en in kracht moge
vooruitgaan en zoo moge bijdragen tot een bloei
van Rotterdam in zijn geheel.
Na deze toespraken van de officieele autori
teiten werd nog het woord gevoerd dcor den
vertegenwoordiger uit de kringen van handel
en industrie, den heer de Hooge, directeur der
Kon. Tapijtfabrieken te Rotterdam, die namens
de industrie de drie gebrandschilderde ramen
in het trappenhuis aanbood, benevens nog
eenige voorwerpen voor de installatie van ge
bouw en directiekamer. Vervolgens sprak da
voorzitter van de Kamer van Koophandel te
Rotterdam, die de gelukwenschen van de K. v.
K. overbracht. Deze twee sprekers werden be
antwoord door den directeur van St. Komobo-
nus, den heer Th. Kuijper, nadat de voorzitter
van het bestuur den minister van Economische
Zaken en den wethouder van Rotterdam had
beantwoord.
Hierop maakten de aanwezigen een rondgang
door het gebouw, waarbij zij gelegenheid had
den de verschillende geschenken te bezichtigen.
Na de pauze kwam men weer bijeen in de
groote beurszaal, waar nog een groot aantal
sprekers uit kringen van handel, industrie en
organisaties het woord voerden om hun geluk
wenschen aan te bieden.
Op uitnoodiging van den Volkenbond zal prbf.
dr. H. C. L. E. Berger, directeur van den vee-
artsenijkundigen dienst, tevens veterinair hoofd
inspecteur van de volksgezondheid, zich naar
Genève begeven, teneinde van voorlichting te
dienen over een samenstel van maatregelen,
die als leidraad kunnen dienen bij voorschriften
van veterinair-sanitairen aard, met betrekking
tot den uit- en invoer van verschillende dier
soorten
Koersen voor stortingen op 17 Februari 1939
tegen verplichtingen luidende in: Reichsmarken
f 74.78 en lires f 9.77.
J°toan van Enrica von Handel-Mazzetti
chter menschen voleinden hun loopbaan te
hem sprak de vorst nu de gedachte uit,
°ferweldigde. „Bij hem was dat het ge-
izijn is alles! - Sedlaczek, één ding
cij ^Jh .llc nog weten. Ik had verordend, dat
(.e6 vrouw is ziek; hij beloofde mij, haar
0btti'1geg.gen van z'jn sPoe(3igen dood. Had
Ir Vrouw en zijne kinderen nog zien mocht;
'1(H- Vrnn,,, n:«1.Lfl T1fj -
h ha^fWhg plaats, en was zij hem ten troost?
aa%as een tooost voor haar," zei Sedlac-
j.eëtSc, delend. „Hij leed er onder, maar be-
c.e zichzelf met de zielskracht, die het
,i '^6ri acrament ons verleent."
t6 ?aS haar ook nu nog niets zeggen," zei
':|r'o gJ?ert°g gejaagd. „Zijn daarvoor maatre-
®ecj]ac roffen9 zij is zeer zwak."
sloeg de oogen neer.
',-shr,,„0rïl kijkt u mij niet aan?" vroeg de
ki| 'stiiShtrier weró donker; de lamp voor het
51 US** ging plotseling uit, er woei een
5 toq i1. rtoor het vertrek, als een grafwind,
Wl®kslag des doods.
„Ik kijk uwe keizerlijke hoogheid aan; ik moet
uwe keizerlijke hoogheid, helaas zeggen, dat wij
het voor haar niet hebben kunnen verbergen
De vorst maakte een snelle beweging, zijn ge
laat werd wit als was. „Waarom niet? Het kan
haar dood zijn!" riep hij opgewonden.
„Vergeef mij, keizerlijke hoogheid! Het was
zoo: de zoon van Tessenburg, die ongewoon veel
van zijn vader hield en ook bij het afscheid
groote smart aan den dag legde, kwam op het
executieterrein, knielde bij den stervende en
liefkoosde hem op ontroerende wijze, waarbij
hij zijn handje met het bloed van zijn vader be
vlekte
De oogen van den aartshertog stonden groot,
star, spookachtig
„Het kindmompelde hij mat. „Ik zag
aankomen hoe 't gaan zou." De engel met de
kelk, die den Verlosser den bitteren lijdensdrank
reikte. Huiverend riep de aartshertog uit:
„Maar zeg mij, de moeder leeft zij? Om
Godswil
De kreet van den aartshertog schokte den
priester in het diepst van zijn hart. Hij verhief
zijn ziel tot God en sprak:
„Keizerlijke hoogheid, de vrouw, wier teere,
bovenmenschelijke liefde voor den zoo weinig ge-
voeligen, zij het ook niet onedelen man, waar
lijk verheven en wonderbaar is geweest
is gewéést!" herhaalde de aartshertog
troosteloos. Hij zweeg een oogenblik, 'n rilling
huiverde door zijn leden, toen zei hij dof en
zwaar: „U wilde mij sparen. Doch spreek het
maar uit: zij is dood!"
De priester knikte zwijgend en treurig met het
hoofd. De aartshertog, wiens gelaat nu, krijtwit
en ontzet, geleek op een doodenmasker, verhief
zich en ging met wankele schreden door de ver
trekken naar de kapel, waar Sedlaczek hem aan
de voeten van zijn kruisbeeld zag neerknielen,
het hoofd in de handen. Eenige malen zag hij
zijn schouders schokken; hij, die nimmer ween
de, de overwinnaar van Aspern en Eylingen, de
leeuw van Aldenhoven, Neerwinden en Caldiero,
hij schreide om de vrouw van den misdadiger,
om de moeder van diens arme kinderen, hij
schaamde zich voor zijn tranen niet.
Diep neeg de Christus, voor Wien nu geen
licht meer brandde, het hoofd en luisterde naar
hetgeen de ziel van dezen edelen man in doode-
lijke droefheid tot Hem sprak:
„Heer! Heer! Gij hebt mij niet verhoord; Gij
geeft mij naast het bloed van den zondaar ook
dat der onschuld te dragen; zwaar drukt Uwe
hand! Ik aanbid U, Gij zijt de Heer,-Uw oordeel
is rechtvaardig; maar steun mij nu, of ik be
zwijk!"
„Pater!" riep hij, zich oprichtend. De kanun
nik ijlde naar de kapel. Er hing een diepe sche
mering; voor de vensters, met kleurige glasschil
deringen gesierd waren de groene gordijnen
neergelaten. Een beeld van de heilig© Maagd
Maria stond links. Midden boven het altaar hing
het kruisbeeld; de armen van den Heiland wa
ren wijd uitgestrekt. Zijn hoofd was gebogen,
Zijn wonde geopend; zou het mogelijk zijn, dat
Hij den nobelen, reinen, heiligen man ten prooi
liet aan zijne verlatenheid, nadat hij den moor
denaar in het Rijk zijner genade had opgeno
men?
„Vertel mij, hoe zij gestorven is, priester!" be
val Karl. „Hier staan wij voor GodEr zijn
.wellicht woorden, een nalatenschap, die ik ken
nen moet." Hij stond, met de hand qp zijn rood-
fluweelen bidstoel steunend, voor het altaar met
het kruisbeeld; het scheen Sedlaczek alsof plot
seling een gelijkenis intrad tusschen het kruis
beeld, dat niet schoon, maar grootsch was, zoo
als de oud-Duitsche beelden zijn, en het bleeke
door smart verwrongen gelaat van den vorst.
Eerbiedig trad de priester dichterbij; de aarts
hertog knielde op den biechtstoel neer; de pries
ter begon, aan de linkerzijde van den vorst tre
dend, zachtjes zijn verhaal. De madonna luister
de, Christus echter neeg stil het hoofd, want Hij
wist alles; van zeer verre zweefden zilveren
klanken aan, een frisch geluid, gedempt door de
gesloten vensters en gordijnen.
„Keizerlijke hoogheid, het was, zooals ik reeds
te kennen gaf, door het kind, dat alles ontijdig
is misgeloopen. Ik bracht den kleine van de
plaats der terechtstelling naar het klooster te
rug; hij zat vol bloed; de nonnen waschten hem
en trokken hem andere kleeren aan; de zieke
moeder verlangde innig naar hem. Nauwelijks
was hij aan haar ziekbed getreden toen zij
zijn hand greep en plotseling een visioen scheen
te krijgen en alles zag.
Evenals de heilige Elisabeth klaagde zij
„De heele wereld is voor mij gestorven, want
mijn liefste is dood." Men riep mij; zij vroeg mij
uit, ik vertelde haar een en ander zoo voorzich
tig mogelijk; zij, door smart en zwakte reeds
geheel gebroken, doorleed elke pijn, elke marte
ling van haren geliefde, en toen ik, op haar
vraag naar de doodelijke wonde, haar te kennen
gaf, dat hij in het hart getroffen werd brak ook
het hare en met haar bleeke lippen het kruis
beeld kussend, hetzelfde kruisbeeld dat ik hem
had voorgehouden en dat ook hij had gekust, gaf
zij den geest."
De aartshertog bedekte z'n gelaat een oogen
blik met de hand. Toen vroeg hij rustig, maar
met een ondertoon van diepe droefheid in zijn
stem: „Malfatti heeft dus niet kunnen helpen.
Wij hebben ons' beiden vergist, hij wellicht
bona, ik mala fide."
Achter de vensters zwollen de vroolijke gelui
den der buitenwereld aan. Men hoorde luid spre
ken en het snelle getokkel op guitaarsnaren. De
vorst bleef, de gevouwen handen op den bidstoel,
onbeweeglijk; zijn groote, open oogen staarden
den Christus aan; doch deze was weg en op Zijn
plaats stond de ongelukkige, de wapenrok afge
rukt, voor de geheven geweren; de madonna was
weg, en Sophie's droef gelaat lag op het zijden
kussen in de kist; en de kleine engel, die naast
de madonna stond, leidde een kind aan de hand,
geheel doordrenkt van bloed.
De moeder, de bloedige hand, de moeder, de
stervende moeder
Hij kwam met een ruk tot zichzelf, drong de
felle zielesmart op den achtergrond, wendde zijn
gelaat, waarvan de slapen en de wangen waren
Ingevallen naar den priester en vroeg: „Dit wil
ik nog weten: heeft de overledene mij op haar
"-terfbed veroordeeld? Spreek de waarheid!"
„Keizerlijke hoogheid! Ik spreek de waarheid:
neen! Zij klaagde slechts, dat men haar den ge-
geliefde ontrukt had. Maar zij had in den nacht
Ons Heer ontvangen en veroordeelde daarom
niet, ook den aartshertog niet, ofschoon...."
De priester zweeg.
„Ga voort!"
„Keizerlijke hoogheid, het arme kind wist in
haar smart niet, wat ze zei.... we weten wel
beter. Haar arm hart brak door Tessenburg's
misdaad en niet door het vonnis der gerechtig
heid."
„Klaagde zij mij aan, de arme vrouw?"
De priester greep de hand van den aartshertog
en sprak zacht en kalmeerend:
„De liefde is niet sterk in logica."
„De liefde, mijn vriend, spreekt de waarheid!
Ik doode haar echtgenoot, ik brak haar hart.
Wat baat het als ik zeg, dat ik moest.
De honderden stemmen bij het paieis drongen
nu als een vroolijke zwerm vogels, in de droeve,
donkere kapel; er werd geroepen: keizerlijke
hoogheid! Aartshertog Karl! en het getokkel
der guitaren vermengde zich met het geroep tot
een helder, jubelend, parelend preludium.
„Wat beteekent dat?" riep de aartshertog ver
toornd. Zwaar en streng stond hij op. „Nu mu
ziek! Dat verbied ik!" Hij rukte aan de bel.
„Ik denk, keizerlijke hoogheid," trad Sedlaczek
aan het venster, het gordijn oplichtend, „dat
het de studenten zijn, die ik bij de Kamtner-
poort aantrof, en wel met het kennelijk plan,
uwe hoogheid een aubade te brengen. Zij vroe
gen mij, of uwe keizerlijke hoogheid in Weenen
was."
(Wordt vervolgd.)