Eten, drinken en de
Engelsche wet
Vreemde volken
in China
D
't Leven wierd veul moeilijk!
ZONDAG 19 FEBRUARI 1939
Zonderlinge wetten en merk
waardige wetsontduikingen
De stammen van het
Zingende Koninkrijk
OVER HET HOE EN WAAROM
VAN DE KATHOLIEKE ROMAN
Men ver zake. daarom nie
de Van God opgeleede taak
Lolos en Miaos tijdens een godsdienstige
cie Kioei Chow, het rijke
plechtigheid te Kwei Yang in de provin-
mineralengëbied van China
Nieuwe zegels
Griekenland
Joego-Slavië
Bulgarije
Duitschland
Bolivia
Brazilië
Engeland
Onder den hamer
HEKKER'S POSTZEGELHANDEL N.V.
Inkoop, Verkoop, Publ. Veilingen, Taxatie
RESULTATEN SOCIALE
WETGEVING
HOOG ERE P. T.T,-UIT GAVEN
VOOR 1937
Geen extra-afschrijving voor een
stille reserve
NED. SCHEEPVAARTROUTES
OP DEN WERELDBOL
Onderdeel voor de tentoonstelling
te New York
BRABANTSCHE BRIEVEN
(Van onzen Londenschen correspondent)
Dengenen onder u, die sherry-parties en cock-
tail-parties bezoeken, geef ik den raad, uw glas
goed leeg te drinken. Laat het niet half-vol
Wegruimen, zoodat het in de keuken zou kun
nen worden leeggedronken door iemand, die te
voren misschien nog geen alcohol had geproefd
of er nog niet aan verslaafd was!"
Deze woorden, waarvan oneerbiedige perso
nen misschien zouden kunnen denken dat ze
Waren overgenomen uit een humoristischen stu
denten-almanak, zijn geenszins als scherts be
doeld, aldus de Londensche correspondent» in 't
jongste nummer van „Horecaf". Ze zijn nog
niet zoo heel lang geleden in een ernstige rede
Uitgesproken door een der fanatiekste voor
vechters van de geheelonthouding in Enge
land.
Een dergelijke, ons vastelanders nogal zon
derling aandoende mentaliteit, die de eene helft
Van de menschheid aanraadt, zooveel mogelijk
alcohol te drinken, opdat het overige deel van
diezelfde menschheid niet aan den drank moge
raken, vindt men terug in verschillende onder-
deelen van de Engelsche wetgeving tot beper
king van het alcoholgebruik (respectievelijk
misbruik).
Wie ook maar eenigszins oppervlakkig de
Londensche restaurants kent, die kent ook
D.O.R.A. Deze Dora is een bizonder onsympa
thieke dame, die tijdens den wereldoorlog het
levenslicht heeft aanschouwd. Haar naam is
een afkorting van „Defence Of the Realm Act"
(Wet tot Verdediging van het Rijk). Deze wet
is het, die aan Engeland een vergunnings
systeem heeft geschonken, zóó gecompliceerd,
dat het bij mijn weten nergens ter wereld zijn
Weerga vindt. Aan Dora is het te wijten, dat
geen bewoner van dit overigens zoo schoone
eiland 's ochtends voor half twaalf in het open
baar ook maar het onschuldigste glaasje sher
ry mag drinken. Daarna geeft zij hem verlof,
in volle teugen te drinken tot hij „klaarblijke
lijk onder den invloed" is, maarklokslag
drie uur 's middags gaat het kraantje weer
dicht en komt er geen druppeltje meer uit,
haar het schijnt om den „klaarblijkelijken" ge
legenheid te geven, met een middagdutje zijn
roes uit te slapen. Want om half zes begint de
bron weer te vloeien en dan b 1 ij f t ze vloeien
tot 's avonds half elf of elf uur.
Maar daar laat Dora het nog niet bij; dat
is haar nog te eenvoudig. Want deze Dora is
zoo geraffineerd als een jongedame van de
oorlogsgeneratie maar zijn kan. Zij geeft u
's nachts tusschen elf en twaalf gelegenheid,
hog een glaasje te drinkenmits ge er een
meestal oneetbaren sandwich of ander voedsel
in vasten vorm bij bestelt. Zij dwingt u, den spot
te drijven met de heiligste grondbeginselen van
de Engelsche gastvrijheid, door te bepalen dat
gij, die in een hotel woont, alcohol moogt drin
ken wanneer ge wilt, maar.... dat ge uw gas
ten 's middags tusschen drie en half zes en des
avonds na half elf (resp. elf uur) slechts een
glas melk of iets van dien aard moogt aanbie
den!
Maar er zijn nog veel gekkere dingen op dit
gebied in Engeland te vinden. Het begon met
de zoogenaamde „bottle parties", die eerst wer
kelijk particuliere feestjes waren, maar weldra
ontaardden in een compleet systeem tot ont
duiking van de wet. Nu worden zij al sedert ja-
ten georganiseerd door een zeker soort van
hrofessionneeie „gastheeren" en „gastvrouwen",
die dagelijks of wekelijks naar gelang hun
bedrijf bloeit honderden „uitnoodigingen"
Verzenden en daardoor aan hun gelegenheden
oen quasi besloten karakter geven. Mag er zoo
'aat geen alcohol meer verkocht worden? Geen
bood. U bestelt schriftelijk (het onderteekenen
van een formulier is voldoende) bij den een
°f anderen wijnhandel een of meer flesschen
Whisky, champagne of iets anders; de wijnhan
del levert die bestelling overdag bij den
■■gastheer" af; en.... wat u daar bij nacht en
ontij drinkt, is niets anders dan uw eigen
alcohol, waarvan zelfs D.O.R.A. u niet kan ver
bieden te drinken. Wat er van uw bestelling
overblijft, wordt tot den volgenden keer be
baard en is er te weinig, dan vindt men in
^lke lokalen altijd wel een vriendelijken heer
of dame, die toevallig wat teveel heeft besteld.
ziet: zelfs Dora kan men bij den neus nemen!
Maar gladde vogels zijn er in geslaagd, er
bóg een andere mouw aan te passen. En zij
hebben de „all night bar" uitgevonden.
Hun truc is heel eenvoudig. De gast hoeft
!ljn naam, adres en beroep niet in een dik boek
op te teekenen; hij hoeft geen formulieren in
te vullen; hij hoeft geen entrée te betalen; het
eenige, wat hij moet doen, is.... zijn whisky
brandy of gin bij negen liter tegelijk bestellen!
De kwestie is namelijk, dat al de mooie wet
ten en verordeningen inzake het alcoholgebruik
niet gelden voor verkoop en-gros. En dus ver
koopt men in de „all night bar" den alcohol en
gros. Maar de gast hoeft de negen liter (2
gallons), die hij bestelt, niet dadelijk in ont
vangst te nemen. De alcohol wordt hem gele
verd in kleine fleschjes, die elk één-zes-en-ne-
gentigste deel van de totale bestelling bevatten.
De rest wordt voor hem gereserveerd, of
aan een ander verkocht, als hij niet terugkomt.
Als de gast den kellner roept om af te reke
nen, overhandigt de laatste hem een officieel
„Accijns-certificaat voor het transport van al
coholische dranken", volgens voorschrift ge
stempeld met het uur, waarop hij zijn bestel
ling heeft gedaan.
Menige lezer zal dit alles misschien reeds
„al te dol" vinden. Maar de verordeningen op
het gebruik van alcohol worden in sommige op
zichten nog overtroffen door de bepalingen, die
aan den verkoop van levensmiddelen zijn ver
bonden. Stel u voor, dat u op een avond, na
den sluitingstijd van de gewone winkels, voor u
zelf of voor een onverwachten hongerigen gast
een kleinen maaltijd wiltimproviseeren. In Ne
derland zou dat geheel en al onmogelijk zijn.
In Engeland is het mogelijkmits ge uw
smaak weet aan te passen bij de „Shops Act",
die in grilligheid voor Dora niet onderdoet.
De winkelier in de „Delicatessen Shop", die
nog laat open is, mag u wel gekookte ham
verkoopen, maar geen corned beef; hij mag u
honderden visch-croquetjes verkoopen, maar
niet één enkel kadetje erbij. Dat wil zeggen:
wél een versch kadetje, als er op zoo'n laat uur
versche cadetjes aanwezig zijn, wat vrij on
waarschijnlijk is; maar géén oudbakken ka
detjes
De „Shops Act" kent namelijk de uitdrukking
„newly cooked provisions". Dezulken mogen
na zoo en zoo laat nog verkocht worden en
door den klant mee naar huis worden genomen.
Iets anders is het als ge in den winkel een
hap uit het oudbakken kadetje neemt en het
daardoor „symbolisch" (zooals dat tegenwoor
dig in de politiek heet) in de verkooplokaliteit
consumeert.
Soortgelijke bepalingen gelden ook voor den
verkoop van eetwaren op Zondag. Wie een pic
nic wil gaan houden, kan op Zondagochtend
wél ham of ossetong koopen om mee te nemen,
maar niet den mosterd die er bij hoort; wél
hard-gekookte eieren, maar geen snufje zout;
wèl salade Russe, maar geen blikje doperwtjes;
wél gebakken visch, maar geen zuren haring.
Natuurlijk werpt een dergelijke gecompliceer
de wetgeving allerlei onoplosbare problemen
op. Wat zijn precies „newly cooked provisions?"
Niemand kan het zeggen. Is soep uit een blikje,
die vóór het serveeren nog even warm is ge
maakt, een gerecht dat straffeloos mag worden
verkocht, of niet? En kunnen hard-gekookte
eieren van den vorigen dag door een deugd
zaam burger nog wel terecht beschouwd wor
den als „newly cooked?" Niemand weet het.
Alleen in het jaar 1937 en alleen in Londen
zijn er drieduizend personen veroordeeld wegens
overtreding van de „Shops Act"; vele van die
overtredingen zijn niet met opzet begaan, maar
alleen omdat de winkeliers niet op de hoogte
waren van de talrijke gecompliceerde bepalin
gen, over welker uitlegging zelfs juristen het
dikwijls niet met elkaar eens zijn. Geen won
der, dat de détail-verkoopers van levensmidde
len soms wanhopig worden!
Tenslotte nog een raad (die met eten noch
drinken te maken heeft, maar niettemin nut
tig kan zijn) aan Nederlanders, die van plan
zijn, een reisje naar Engeland te maken: als u
's avonds na achten soms eens om scheermesjes
verlegen bent, kunt u ze in vele apotheken nog
wel koopen. Maar dan moet u zeggen, dat u ze
noodig hebt om uw likdoorns te snijden. Want
de winkelier mag ze wèl verkoopen voor „medi
sche doeleinden"; niet, als u er zich alleen
maar mee wilt scheren
Bil
Fortuinen aan zilver zijn verwerkt in
den hoofdtooi en de bonte versierselen,
die deze Miao draagt
In het groote Rijk van het Midden leven
volksstammen, die verscheidene millioenen zie
len tellen en die, ofschoon verwant aan het
Chineesche volk, toch feitelijk niet daartoe be
lmoren en in ieder geval door taal en zeden
zeer sterk van het Chineesche volk verschil
len.
Zeer merkwaardige volksstammen leven bijv
in het heuvelland van Zuid Kwangsi. Deze pro
vincie telt 13.000.000 inwoners, waarvan er één
millioen aan het front tegen Japan strijden.
Van die 13.000.000 inwoners belmoren er
3.000.000 tot de oorspronkelijke inheemsche
volksstammen, n.l. de Lolos en de Miaos. Deze
stammen vertegenwoordigen een zeer merk
waardig volkje, waarvan de geciviliseerde Wes-
tersche wereld in menig opzicht iets zou kun
nen leeren.
Wanneer deze volken een wat wij zouden
noemen, casus belli hebben, dan stellen zij zich
tegenover elkander op in groepen van zangers.
Zij bezingen hun veeten en grieven en de over
winnaars zijn zij, die de beste vocale prestaties
hebben geleverd. Muziekkenners hebben gecon
stateerd, dat de zangkwaliteiten van deze vol
ken inderdaad iets beteekenen.
De Miaos, Lolos, Tungs en Yaos, mogen pri
mitieve volken zijn, zij hebben een afkeer van
lichamelijk geweld, zij vechten niet, zij beslech
ten hun twisten met gezangen. Zij gebruiken
alle gelegenheden om te zingen. Zij zingen bij
geboorten, huwelijken en begrafenissen. Zij doen
al hun werk zingende. Zij vertegenwoordigen,
zooals dat door de Chineesche intellegentia
wordt genoemd, het „Zingende Koninkrijk."
Sedert eenige jaren hebben de Chineesche
autoriteiten voor deze volksstammen afzonder
lijke onderwijsinrichtingen ingesteld, die er
speciaal op gericht zijn deze volken, onder be
houd van hun eigen cultuur en karakteristiek,
te emancipeeren.
is reeds veel geschreven. Maxence van der
Meersch „De Uitverkorene", is welsprekender
dan alle vertogen. Dit is een Katholieke roman
van hoog en zuiver gehalte, meedogenloos van
psychologie, realistisch maar tegen de lichtende
achtergrond van de grote Realiteit der genade.
Het herinnert aan het Dagboek van Pieter van
der Meer de Walcheren met zijn eerlijk zoekend
en mannelijk gelovige karakter, aan Franpois
Mauriac, om de onverschrokkenheid der psycho
logische doordringing en de oprechtheid, waar
mee de bittere dingen van het leven bij hun
naam genoemd worden en op hun .smaak ge
proefd. Deze Katholieke roman bij de Uit
geverij De Gemeenschap te Bilthoven tegen
f 3.50 gebonden verschenen zij met nadruk
aanbevolen. Aldus schreef in Roeping Januari
1939
VAN OLDENBURG/ERMKE.
Dit land gaf drie weldadigheidszegels uit: 10
L. roodbruin; 50 L. groen en 1 Dr. donkerblauw
met de beeltenissen der vorstinnen Olga en
Sophie.
Hier verscheen een serie frankeerzegels met
een toeslag van 100 ten bate van de gezinnen
van ambtenaren speciaal voor de leden van
den bond van P.T.T.-personeel.
De vijf waarden stellen vervoermiddelen voor:
50 pa. oranje, een paard; 1 D, groen, een post
koets; 1.50 D. rood, een autobus, 2 D. karmijn,
een spoorwagen en 4 D. donkerblauw, een vlieg
tuig.
In 1934 gaf Bulgarije, by de onthulling van
het Lhipka-monument twee series zegels uit,
elk van zes waarden.
Tegelijk maakte Bulgarije twee blokken, elk
van tien zegels. De oplaag der blokken was
slechts honderd stuks groot.
Ze werden echter niet verkocht.
Nu vijf jaar later biedt Tante Pps deze
velletjes te koop aan voor 8000. servas (dit is
pl.m. 166 gld.) per stuk!
Onze Bulgaarsche tante Pos lijkt vindingrijk,
maar alles behalve gracieus of elegant.
Ter gelegenheid van de internationale expo
sitie van automobielen te Berlijn zijn drie toe
slagzegels verschenen.
Waarom ook niet?
De toeslag komt ten goede aan het „cultuur
fonds" van den Fuehrer
6 4 pf. toont den eersten historischen auto
op drie wielen van Benz (1885) en dien van
Daimler (1886).
12 8 pf. geeft een race-auto, het Mercedès-
Benz-type van 1938
en de 25 10 pf. den toekomstigen volks
auto; een kleinen wagen, vervaardigd naar den
wensch van den Fuehrer.
De zegels zijn ontworpen door Erich Meerwald
en moeten het verleden, het heden en de toe
komst van den Duitschen auto voorstellen.
Om in het bezit te komen van deze zegels,
die alleen op het terrein der expositie verkrijg
baar zijn, moet men beginnen met 1 R.M. te
betalen voor een ticket, verder zal men, volgens
„l'Echo de la Timbrologie", met dit entree-be
wijs het recht hebben twee van deze automobie
lenseries te koopen.
Dit land verblijdt ons door de aankondiging,
dat het binnenkort nieuwe frankeerzegels zal
uitgeven liefst achttien waarden.
Een tijd geleden verscheen hier de 400 reis,
blauw-groen. Men gaf van dezen zegel ook vel
letjes uit, van tienmaal het exemplaar.
Dit schijnt in den smaak gevallen te zijn.
want er verscheen weer nu ter herinnering
aan den eersten verjaardag van de nieuwe con
stitutie een vel van tien zegels, de 400 reis
blauw-groen, met het beeld van Vargas, den te-
genwoordigen president.
Op den zegel staat de datum waarop de nieu
we Grondwet van kracht werd en in het mid
den van het blok het wapen van Brazilië.
John Buil gaat zich modemiseeren. Steeds
dringender en luider wordt zijn eisch, toch
eindelijk eens op te houden met den eentonigen
koningszegel. Naar het voorbeeld van andere
landen verlangt ook Engeland op zijn zegels
voorstellingen van natuur en historie.
De Postmeester betoogt echter dat op de Brit-
sche zegels het beeld des konings niet mag ont
breken. Zooals elk rechtgeaard Engelschman
heeft hij de traditie meer lief dan zijn leven.
Maar er zijn ook Engelschen, die compromis
zoeken met alles, zelfs met de traditie.
Tot deze soort behoort Mr. R. H. Read, die
een teekening heeft ingezonden, voorstellende:
de parlementsgebouwen. In den rechterboven
hoek heeft hij een medaillon geplaatst, voor
stellende het koningsbeeld.
Mr. Read verklaarde volgens den verslagge
ver van de „Association Press" in een inter
view: „Wij zijn het eenige land ter wereld, dat
den naam der natie niet op zijn postzegels zet"
En Ha zijn standpunt te hebben uitgelegd, dat
het toch zoo wenschelijk was het voorbeeld van
andere landen te volgen en ook van die schil
derachtige zegels uit te geven, eindigde Read
zijn betoog niet onaardig: „Sinds ik mij, vier
jaar geleden, aansloot bij het gilde der verza
melaars, heb ik van de zegels der andere lan
den méér geschiedenis en aardrijkskunde ge
leerd dan in héél mijn schooltijd."
Ons philatelisten doet zoo'n uitlating
goed.
Het Nederl. Maandblad voor Philatelie meldt
ons, dat binnenkort de verzameling van wijlen
T. W. Hall, te Londen, onder den hamer komt.
De waarde van deze verzameling wordt geschat
op 500.000.— pd. st. Zij bestaat uit 350 albums,
met zegels van nagenoeg de heele wereld.
ROKIN 40
AMSTERDAM-C.
Op 1 Januari 1939 werden 41.272 weduwen-
renten en 14.365 weezenrenten krachtens de in
validiteitswet genoten, terw'ijl op genoemden da
tum krachtens art- 373 dier,wet 119 005 personen
in het genot waren van een als vrucht hunner
verzekering verkregen ouderdomsrente van drie
gulden per week.
Voorts genoten 63.785 personen een invalid!-
tftit.srente, als bedoeld in art. 71 dier wet
Krachtens art. 24 der ouderdomswet 1919 wa
ren op vorengenoemden datum 110.152 personen
in het genot van een als vrucht hunner verze
kering verkregen ouderdomsrente van drie
gulden per week.
Het aantal renten voortvloeiende uit krach
tens artikel 10 van genoemde wet gesloten ver
zekeringen (self-supporting-verzekeringen) met
rentebedragen van drie tot twintig gulden per
week bedroeg 5475.
nederigste arbeid wordt van
eeuwige waarde, mits hij met zuivere
intentie wordt verricht.
In zjjn Memorie van Antwoord aan de Twee
de Kamer inzake het wetsontwerp tot verhoo
ging van de begrooting van het staatsbedrijf
der P. T. T. voor 1937 merkt de minister van
Binnenlandsche Zaken o.m. het volgende op:
De gedachte, weergegeven in het voorloopig
verslag, dat de financieele politiek van het P.
T. T.-bedrijf dezelfde behoort te zijn als die
van het Rijk, opdat met den financieelen toe
stand van de schatkist rekening wordt gehou
den, erkent de minister als juist.
Het is dat beleid geweest, dat het moge-
iijk gemaakt heeft in de jaren 1934/1937 een
breed opgezet plan door te voeren van aanpas
sing van telefoon-, telegraaf- en posttarieven
aan het verlaagde welvaartspeil des volks en
tevens belangrijke overschotten ten bate van
de schatkist af te dragen.
Het is dus voor den minister aan geen twij
fel onderhevig, dat de leiding van het P. T. T.-
bedrijf in staat moet worden gesteld de thans
gevolgde lijn in haar financieel beheer te blij
ven volgen.
Daarmede is niet gezegd, dat ook in komen
de jaren telkens een zoo groot bedrag voor ex
tra-afschrijving zal moeten worden bestemd als
thans het geval is.
Uit het feit, dat tot extra afschrijving van
rond 5.6 millioen over het dienstjaar 1937 is
overgegaan, mag geensizins worden afgeleid,
dat de balans van de financieele positie van
het P. T. T.-bedrijf een geflatteerd beeld zou
hebben gegeven.
De minister meent ten stelligste te moeten
ontkennen, dat de regeering, nadat haar voor
stel tot het instellen van een algemeene reser
ve is verworpen, thans langs den weg van ex
tra afschrijving een stille reserve wil vormen,
waarmede hetzelfde doel zou kunnen worden
bereikt als met instellen van een algemeene
reserve beoogd werd.
De P. T. T.-begrooting maakt het mogelijk,
een keuze te doen tusschen hoogere winstuit-
keering en extra afschrijving. Telkenjare wordt
niet dan met zorgvuldige overwegingen en
overleg tusschen zijn departement en het de
partement van Financiën de keuze gedaan.
Naarmate de datum van de opening van de
wereldtentoonstelling te New-York nadert, vor
deren de werkzaamheden aan de onderdeelen
van het Nederlandsche paviljoen. Zaterdag is de
door de machinefabriek „Voorwaarts" N.V. ver
vaardigde wereldbol, welken de Nederlandsche
Reedersvereeniging in het paviljoen zal plaat
sen, opgeleverd.
Het is een geweldige bol met een middellijn
van 3.50 meter, welke den bezoeker van de ten
toonstelling een overzicht zal geven van de ver
schillende Nederlandsche scheepvaartroutes.
Deze routes zijn met roode en witte lichtje»
naar gelang zij bevaren worden door passagiers-,
tank- of vrachtschepen aangegeven. De bol
zal draaien met een snelheid van één omwen
teling per minuut.
Door de groote afmetingen is het noodzakelijk
gebleken, dat om het geheel een stelling wordt
gebouwd, teneinde de bezoekers in de gelegen
heid te stellen ook de noordelijke routes te zien.
tot de leden van de Nederl. Reedersvereeni
ging, die aanwezig waren om de door den heer
Pi eek, uit Den Haag, ontworpen bol in oogen-
schouw te nemen, behoorden o.m. de heeren
jbr. C. F. J. Quarles van Ufford, J. F. Van Hen
gel, mr. D. A. Delprat, J. Foudraine en P. S. van
't Haaf, inspecteur-generaal voor de scheepvaart.
In het begin van de volgende maand zal het
gevaarte naar Amerika worden vervoerd.
Ulvenhout, 16 Februari 1939
Amieo,
Lijk twee sterrediamanten, fonkelend aan den
aalblaauwen gewulft van den nachtelijken
®hiel, daar boven de inktzwarte silhouetten
n de vezelende bosschen, waaruit den nacht
ritselen schijnt, lijk twee bonken van dia-
z atlt, sprankelend als zonbespatten daauw op
v arten, verschgeploeg'den eerde, lijk twee
j^Jornketsende lichtsterren uit zonbeschenen
in'S^a*' bloeiden open twee lichtblommen
donkere velden van Nederland, afgepaald
ln 't zwarte gebied van deuze weareld.
blo e zilverwitte Nachtschoonen van blanken
bieh^ spi^ten in sterrekrans de stralende blom-
Waren uit, in 't donkere tij van Negentien-
eenendertig.
Waa°nkere tij van de Negentiendertiger jaren,
la„ nn de hemelen verduisterd zijn mee de
Van Wolken van kou egoïsme, van eigenwaan,
- onderlingen haat.
l0s rïeus tij bloeiden twee lelieblanke blommen
6'e wel meermalen ziet. dat schoon-
- idmmen bloeien langs den mesthoop....!
bloei vijf bloedstempels, de heerlijke Gods-
Eet„ Wonden soms stigmatiseeren op.... 't uit-
Cerde lichaam.
't Leven wierd veul moeilijk, Den weareld-
akker wierd bar dor. 'tls kolossaal moeilijk
geworden, van dieën akker te oogsten. Goei
zaad is er bekans nie aan besteed. Want mis
schien ontkiemt 't wel, maar 't gewas groeit
nie op. 't Vriest deels kapot onder de gure
vlagen uit dieën killen, lagen hemel. Deels
verstikt 't tusschen den wirwar van onkruid,
dat sjuust op 'nen barren grond zoo welig tiert.
En daar is heldenmoed noodig om op dieën
akker te arbeiden. Stillen, verbeten helden
moed, die teugen den weerbarstigen grond te
keer gaat onder 't kraken der spieren.
Verbeten heldenmoed is noodig om te zwoe
gen onder die kouwe lochten, die den eenzamen,
stuggen mensch, daar in de dorre vlakte van
den schralen akker treiteren, tot ziek-wordens
toe. Treiteren mee de snerpende, snijende
sturmvlagen van wangunst, van eigenwaan, van
haat.
Treiteren mee den motregen van valschen
spot, miskenning en dikkels verwensching!
Ja 't leven wierd veul moeilijk veur dieën
eenzamen boer, die daar stug, teugen alles en
allen in, zijnen zwaren arbeid verzet, hem van
God opgeleed!
En hij mag wel hebben 'nen schedel'lijk 'nen
ijzeren pot, z'n hart vervurmen tot 'nen woes
tijn, zijnen wil harden tot koud staal, om vol
te houwen zijnen zwaren arbeid, hem opgeleed
van God!
Tja gemakkelijker zou 't zijn veur 'm, om
„ginnen ijzeren kop" te hebben, gin harsenpan!
En Gods water maar over Gods land te laten
loopen. Maar net te doen of ie gek was enne
dus over niks anders prakizeeren dan over z'n
eigenbelangen.
Maar zulke uitgeslapen „gekken" zijn er al
zooveul in deus egoïstische weareld, waarteu
gensjuust 'n „Katholiek Gemeenschapsgc-
dacht" en 't Koninklijk gedacht veur „Moreele
Herbewapening" zoo fel opkomen.
En daarom ploetert ie deur, dieën stuggen
boer op den dorren weareldakker; veural nou,
nou dan eindelijk twee zilverblanke blommen
losbïoeiden in dieën eigensten schralen zand-
akker, daar onder die graauwe lochten.
Hij zwoegt eenzaam wijer, want hij komt uit;
'n Huishouwen, waarin alle lejen alleen aan
eigenbelangen denken, zoo'n huishouwen is 'nen
eksternest! Hij wit: 'n zaak waarin alle „mede
werkers" alleen op eigen belangen uit zijn, zoo'n
zaak gaat er onder. En daarom verzaakt hij
nie de hem van God opgeleede taak!
'n Samenleving waarin ieder alleen aan z'n
eigen denkt, zoo'n samenleving is éénen grooten
eksternest engaat ten onder!
Hij is boer! Ként den buiten. Speurt Gods
bedoelingen dus. Hij uit: in 't bosch daar gun-
derwijd, achter 't eerpelland, daar groeit eiken
boom naar den hemel, omdatalle boomen
malkaars leven meugelijk maken. Den bosch-
bojem wordt gemest mee eikaars herfstblaren
't Vocht wordt bewaard deur malkaars kruinen
die de hitte en de zon afschermen. In kwaje,
felle wintertijen wordt de temperatuur be
waard.... deur malkaar! Ginnen Noordooster
ie opgewassen teugen de boomen van 't bosch,
die 'm samen ontkrachten.
Ieder sturmgeweld vindt z'n pontuur teugen
de boomen van 't bosch, die wijzen: „tot hier!"
En zoo groeit 't bosch tot één natuurlijk pa
radijs, want daar is samenhang' in 't bestaan
van al die boomen. Zoo groeit 't gras, zoo rijpt
'n korenveld, zóóis de Schepping ingesteld
deur God!
Dieën boer wit dat. Nie uit boeken, opgesteld
deur menschen; nie uit „wetten", geschreven
deur menschen; nie uit kranten, nie uit radio
geleid deur menschen; nie uit politieke re<Je-
vcerngen, gehouwen deur menschen, hij
ként de geheimen van den buiten deur God
eigens, Dien ie daar ziet in Zijn werken!
Van God eigens, Wie Zich nie teugensprikc
in verschillende boeken, in verschillende wetten,
in verschillende politieke redevoeringen, maar
Die eigens één Wet is, waaraan Hij, waaraan
dieën boer, waaraan elk redelijk wezen, waar
aan elk dier, waaraan eiken boom, waaraan
eiken korenhalm, waaraan elke planeet alleen
maar gehoorzamen kan!
De groote Wet der Liefde, der Saamhoorig-
heid, der.... Gemeenschap, of hoe ge die Wet
betitelen zult.
Wat is de kracht van onze Kerk? Den on
verbreekbaren samenhang tusschen den St. Pie
ter te Rome, ons Ulvenhoutsche Tempeltje, 't
bergkapelleke door ieverans in den eeuwigen
sneeuw en 't schuurkerkske daar in de tropi
sche missie. De éénheid, de Gemeenschap
kortom!
Neeë sjuust dieën boer mee z'n ijzeren
harsenpan kan „Gods water nie over Gods
land laten loopen". Sjuust hij kén nie doen of
ie gek is en dan alleen maar denken aan z'n
eigen. Zijn harsenpan, zijn Redelijkheid, zijn
grootste gave Gods verzet zich daarteugen! Hoe
jammer 't ook is, dat veul harsenpannen nie
de wijsheid der boomen hebbenMijn vader
was van hooge geboorte, dus „ik" ben beter
dan die boerenkevers.
Mijn meesters hebben me veul lessen laten
leeren, dus „ik" ben beter, dan die zwoegers.
„Ik" heb veul geld, dus „ik", dus „ik", dus
„ik". Dus altij „ik".
Ocherme! Adel, geleerdheid, rijkdom, een
maal komt veur ons allegaar den lesten dag,
de allerleste minuut. Eenmaal komt den zwarten
kuil, de eerde, die veur iedereen 't zelfde is.
De eeuwigheid, waarin wij allemaal „Niks"
zijn!
Niks, al worden we naar dieën kuil gedragen
in de planken van 'nen dennenboom, 'nen eiken
boom of van 'nen notenleer. Planken mee hars
en splinters, geschaafd of gepolitoerd. Planken,
versierd mee 'nen zilverpampieren kruiske, 'n
gesmeed kruiske of een geslagen uit edelmetaal.
Éénmaal keeren we verom tot de ééne Gemeen
schap, daar in den eerde, waar we niks te
commandeeren, te willen, te eischen, te „ikken"
hebben, 'n Gemeenschap die de tijen, de eeuwen
telt lijk secondenEn waar zestig, zeuventig
jaren van „ikken" zoo belachelijk zijn!
Zekers, 't is wel veul gemakkelijk om er
„gin harsenpan" op na te houwen en lijk 'n
dier altij op roof uit te zijn naar de vette
slobbers.
'tls veul gemakkelijk om mee twee handen
in de zakken langs dieën dorren, guren levens
akker te staan bespotten en te treiteren dieën
stuggen, eenzamen boer, die daar ploetert veur
despotters
Ja 't is makkelijker dieën boer zijnen
arbeid kapot te critiseeren, dan te prijzen.
Want gichelen, want critiseeren, want spotten
en misprijzen gaat deuze dorre wereld, waarin
we al zoo content zijn mee twee schoone bloeiers,
zoo triestig gemakkelijk af. Deuze weareld, wier
hemmeke waait zooals den wind waait. Deuze
weareld, waarin 't „Hosanna!" en „Kruisigt
hem" malkaar steeds schaamteloos-sneller gaan
opvolgen.
Verlejen week was President Roosevelt den
grooten raddraaier van de weareld. Hij stak
den oorlog aan! Vandaag is 't alles gelogen
en den Roos is 'nen soortement van Vredes
engel (mee 'n bietje griep).
In September kwam 't oorlogsgevaar uit 't
Oosten verlejen week uit 't Westen, daartus-
schenin uit 't Zuiën. En onderwijl krijgen wij,
erme deftighedens, erme geleerdhedens, erme
rijkaards, erme prullen nooit rust.
Worden we oud, schuifelen we naar 't End in
éénen angst en vrees, in éénen onrust en zorg.
Ons korte leven hangt aan malkaar van
proefverduisteren, van 't bouwen van bomvrije
kelders, van 't kerven van loopgraven in den
eerde, van 't passen van gasmaskers, van on
ruststokende berichten deur radio en pers,
vanvervolging.
Vervolging op den weg naar 't graf, altij ver
volging, die den mensch ginnen tijd tot bidden
laatEn 'm de „ik"-ziekte bezurgt,- waar
aan 't bosch der Menschheid kaput gaat, om
dat eiken boom den anderen in den weg gaat
staan!
Maar:
lijk twee sterrediamanten, fonkelend aan
den staalblaauwen gewulft van den nachtelijken
hemel, daar boven de inktzwarte bosschen, waar
uit den nacht te ritselen schijnt,
lijk twee bonken diamant, sprenkelend als
zonbespatten daauw op zwarten, verschgeploeg-
den eerde,
lijk twee veromketsende lichtsterren uit zon
beschenen kristal, zóó bloeiden open twee licht
blommen in de donkere velden van Nederland.
Twee zilverwitte Nachtschoonen van blanken
bloei splitsten in sterrekrans de stralende blom-
meblaren uit, in 't donkere tij van Negentien
negenendertig.
Op donkersten moment begost de Gemeen
schapsgedachte weer aan te gloren.
De eenzame boeren, hier en daar op gure,
dorre akkers, ze hebben nie heelegaar veur
niks geploeterd! Huilie gewas komt in den bloei,
begint te blossemen!
Allee, da's óók de Wet van God, die ginnen
zaaiarbeid zonder oogst laat, al valt den arbeid
soms veul zwaar
Amico, ik schei er af.
'kWou deus gedachten over de Geestelijke
Herbewapening 'ns kwijt.
Veul groeten van Trui en Dré III en den Eeker
en gin horke minder van oewen
t. a v.
DRÉ