Eten, drinken en de Engelsche wet Vreemde volken in China D 't Leven wierd veul moeilijk! ZONDAG 19 FEBRUARI 1939 Zonderlinge wetten en merk waardige wetsontduikingen De stammen van het Zingende Koninkrijk OVER HET HOE EN WAAROM VAN DE KATHOLIEKE ROMAN Men ver zake. daarom nie de Van God opgeleede taak Lolos en Miaos tijdens een godsdienstige cie Kioei Chow, het rijke plechtigheid te Kwei Yang in de provin- mineralengëbied van China Nieuwe zegels Griekenland Joego-Slavië Bulgarije Duitschland Bolivia Brazilië Engeland Onder den hamer HEKKER'S POSTZEGELHANDEL N.V. Inkoop, Verkoop, Publ. Veilingen, Taxatie RESULTATEN SOCIALE WETGEVING HOOG ERE P. T.T,-UIT GAVEN VOOR 1937 Geen extra-afschrijving voor een stille reserve NED. SCHEEPVAARTROUTES OP DEN WERELDBOL Onderdeel voor de tentoonstelling te New York BRABANTSCHE BRIEVEN (Van onzen Londenschen correspondent) Dengenen onder u, die sherry-parties en cock- tail-parties bezoeken, geef ik den raad, uw glas goed leeg te drinken. Laat het niet half-vol Wegruimen, zoodat het in de keuken zou kun nen worden leeggedronken door iemand, die te voren misschien nog geen alcohol had geproefd of er nog niet aan verslaafd was!" Deze woorden, waarvan oneerbiedige perso nen misschien zouden kunnen denken dat ze Waren overgenomen uit een humoristischen stu denten-almanak, zijn geenszins als scherts be doeld, aldus de Londensche correspondent» in 't jongste nummer van „Horecaf". Ze zijn nog niet zoo heel lang geleden in een ernstige rede Uitgesproken door een der fanatiekste voor vechters van de geheelonthouding in Enge land. Een dergelijke, ons vastelanders nogal zon derling aandoende mentaliteit, die de eene helft Van de menschheid aanraadt, zooveel mogelijk alcohol te drinken, opdat het overige deel van diezelfde menschheid niet aan den drank moge raken, vindt men terug in verschillende onder- deelen van de Engelsche wetgeving tot beper king van het alcoholgebruik (respectievelijk misbruik). Wie ook maar eenigszins oppervlakkig de Londensche restaurants kent, die kent ook D.O.R.A. Deze Dora is een bizonder onsympa thieke dame, die tijdens den wereldoorlog het levenslicht heeft aanschouwd. Haar naam is een afkorting van „Defence Of the Realm Act" (Wet tot Verdediging van het Rijk). Deze wet is het, die aan Engeland een vergunnings systeem heeft geschonken, zóó gecompliceerd, dat het bij mijn weten nergens ter wereld zijn Weerga vindt. Aan Dora is het te wijten, dat geen bewoner van dit overigens zoo schoone eiland 's ochtends voor half twaalf in het open baar ook maar het onschuldigste glaasje sher ry mag drinken. Daarna geeft zij hem verlof, in volle teugen te drinken tot hij „klaarblijke lijk onder den invloed" is, maarklokslag drie uur 's middags gaat het kraantje weer dicht en komt er geen druppeltje meer uit, haar het schijnt om den „klaarblijkelijken" ge legenheid te geven, met een middagdutje zijn roes uit te slapen. Want om half zes begint de bron weer te vloeien en dan b 1 ij f t ze vloeien tot 's avonds half elf of elf uur. Maar daar laat Dora het nog niet bij; dat is haar nog te eenvoudig. Want deze Dora is zoo geraffineerd als een jongedame van de oorlogsgeneratie maar zijn kan. Zij geeft u 's nachts tusschen elf en twaalf gelegenheid, hog een glaasje te drinkenmits ge er een meestal oneetbaren sandwich of ander voedsel in vasten vorm bij bestelt. Zij dwingt u, den spot te drijven met de heiligste grondbeginselen van de Engelsche gastvrijheid, door te bepalen dat gij, die in een hotel woont, alcohol moogt drin ken wanneer ge wilt, maar.... dat ge uw gas ten 's middags tusschen drie en half zes en des avonds na half elf (resp. elf uur) slechts een glas melk of iets van dien aard moogt aanbie den! Maar er zijn nog veel gekkere dingen op dit gebied in Engeland te vinden. Het begon met de zoogenaamde „bottle parties", die eerst wer kelijk particuliere feestjes waren, maar weldra ontaardden in een compleet systeem tot ont duiking van de wet. Nu worden zij al sedert ja- ten georganiseerd door een zeker soort van hrofessionneeie „gastheeren" en „gastvrouwen", die dagelijks of wekelijks naar gelang hun bedrijf bloeit honderden „uitnoodigingen" Verzenden en daardoor aan hun gelegenheden oen quasi besloten karakter geven. Mag er zoo 'aat geen alcohol meer verkocht worden? Geen bood. U bestelt schriftelijk (het onderteekenen van een formulier is voldoende) bij den een °f anderen wijnhandel een of meer flesschen Whisky, champagne of iets anders; de wijnhan del levert die bestelling overdag bij den ■■gastheer" af; en.... wat u daar bij nacht en ontij drinkt, is niets anders dan uw eigen alcohol, waarvan zelfs D.O.R.A. u niet kan ver bieden te drinken. Wat er van uw bestelling overblijft, wordt tot den volgenden keer be baard en is er te weinig, dan vindt men in ^lke lokalen altijd wel een vriendelijken heer of dame, die toevallig wat teveel heeft besteld. ziet: zelfs Dora kan men bij den neus nemen! Maar gladde vogels zijn er in geslaagd, er bóg een andere mouw aan te passen. En zij hebben de „all night bar" uitgevonden. Hun truc is heel eenvoudig. De gast hoeft !ljn naam, adres en beroep niet in een dik boek op te teekenen; hij hoeft geen formulieren in te vullen; hij hoeft geen entrée te betalen; het eenige, wat hij moet doen, is.... zijn whisky brandy of gin bij negen liter tegelijk bestellen! De kwestie is namelijk, dat al de mooie wet ten en verordeningen inzake het alcoholgebruik niet gelden voor verkoop en-gros. En dus ver koopt men in de „all night bar" den alcohol en gros. Maar de gast hoeft de negen liter (2 gallons), die hij bestelt, niet dadelijk in ont vangst te nemen. De alcohol wordt hem gele verd in kleine fleschjes, die elk één-zes-en-ne- gentigste deel van de totale bestelling bevatten. De rest wordt voor hem gereserveerd, of aan een ander verkocht, als hij niet terugkomt. Als de gast den kellner roept om af te reke nen, overhandigt de laatste hem een officieel „Accijns-certificaat voor het transport van al coholische dranken", volgens voorschrift ge stempeld met het uur, waarop hij zijn bestel ling heeft gedaan. Menige lezer zal dit alles misschien reeds „al te dol" vinden. Maar de verordeningen op het gebruik van alcohol worden in sommige op zichten nog overtroffen door de bepalingen, die aan den verkoop van levensmiddelen zijn ver bonden. Stel u voor, dat u op een avond, na den sluitingstijd van de gewone winkels, voor u zelf of voor een onverwachten hongerigen gast een kleinen maaltijd wiltimproviseeren. In Ne derland zou dat geheel en al onmogelijk zijn. In Engeland is het mogelijkmits ge uw smaak weet aan te passen bij de „Shops Act", die in grilligheid voor Dora niet onderdoet. De winkelier in de „Delicatessen Shop", die nog laat open is, mag u wel gekookte ham verkoopen, maar geen corned beef; hij mag u honderden visch-croquetjes verkoopen, maar niet één enkel kadetje erbij. Dat wil zeggen: wél een versch kadetje, als er op zoo'n laat uur versche cadetjes aanwezig zijn, wat vrij on waarschijnlijk is; maar géén oudbakken ka detjes De „Shops Act" kent namelijk de uitdrukking „newly cooked provisions". Dezulken mogen na zoo en zoo laat nog verkocht worden en door den klant mee naar huis worden genomen. Iets anders is het als ge in den winkel een hap uit het oudbakken kadetje neemt en het daardoor „symbolisch" (zooals dat tegenwoor dig in de politiek heet) in de verkooplokaliteit consumeert. Soortgelijke bepalingen gelden ook voor den verkoop van eetwaren op Zondag. Wie een pic nic wil gaan houden, kan op Zondagochtend wél ham of ossetong koopen om mee te nemen, maar niet den mosterd die er bij hoort; wél hard-gekookte eieren, maar geen snufje zout; wèl salade Russe, maar geen blikje doperwtjes; wél gebakken visch, maar geen zuren haring. Natuurlijk werpt een dergelijke gecompliceer de wetgeving allerlei onoplosbare problemen op. Wat zijn precies „newly cooked provisions?" Niemand kan het zeggen. Is soep uit een blikje, die vóór het serveeren nog even warm is ge maakt, een gerecht dat straffeloos mag worden verkocht, of niet? En kunnen hard-gekookte eieren van den vorigen dag door een deugd zaam burger nog wel terecht beschouwd wor den als „newly cooked?" Niemand weet het. Alleen in het jaar 1937 en alleen in Londen zijn er drieduizend personen veroordeeld wegens overtreding van de „Shops Act"; vele van die overtredingen zijn niet met opzet begaan, maar alleen omdat de winkeliers niet op de hoogte waren van de talrijke gecompliceerde bepalin gen, over welker uitlegging zelfs juristen het dikwijls niet met elkaar eens zijn. Geen won der, dat de détail-verkoopers van levensmidde len soms wanhopig worden! Tenslotte nog een raad (die met eten noch drinken te maken heeft, maar niettemin nut tig kan zijn) aan Nederlanders, die van plan zijn, een reisje naar Engeland te maken: als u 's avonds na achten soms eens om scheermesjes verlegen bent, kunt u ze in vele apotheken nog wel koopen. Maar dan moet u zeggen, dat u ze noodig hebt om uw likdoorns te snijden. Want de winkelier mag ze wèl verkoopen voor „medi sche doeleinden"; niet, als u er zich alleen maar mee wilt scheren Bil Fortuinen aan zilver zijn verwerkt in den hoofdtooi en de bonte versierselen, die deze Miao draagt In het groote Rijk van het Midden leven volksstammen, die verscheidene millioenen zie len tellen en die, ofschoon verwant aan het Chineesche volk, toch feitelijk niet daartoe be lmoren en in ieder geval door taal en zeden zeer sterk van het Chineesche volk verschil len. Zeer merkwaardige volksstammen leven bijv in het heuvelland van Zuid Kwangsi. Deze pro vincie telt 13.000.000 inwoners, waarvan er één millioen aan het front tegen Japan strijden. Van die 13.000.000 inwoners belmoren er 3.000.000 tot de oorspronkelijke inheemsche volksstammen, n.l. de Lolos en de Miaos. Deze stammen vertegenwoordigen een zeer merk waardig volkje, waarvan de geciviliseerde Wes- tersche wereld in menig opzicht iets zou kun nen leeren. Wanneer deze volken een wat wij zouden noemen, casus belli hebben, dan stellen zij zich tegenover elkander op in groepen van zangers. Zij bezingen hun veeten en grieven en de over winnaars zijn zij, die de beste vocale prestaties hebben geleverd. Muziekkenners hebben gecon stateerd, dat de zangkwaliteiten van deze vol ken inderdaad iets beteekenen. De Miaos, Lolos, Tungs en Yaos, mogen pri mitieve volken zijn, zij hebben een afkeer van lichamelijk geweld, zij vechten niet, zij beslech ten hun twisten met gezangen. Zij gebruiken alle gelegenheden om te zingen. Zij zingen bij geboorten, huwelijken en begrafenissen. Zij doen al hun werk zingende. Zij vertegenwoordigen, zooals dat door de Chineesche intellegentia wordt genoemd, het „Zingende Koninkrijk." Sedert eenige jaren hebben de Chineesche autoriteiten voor deze volksstammen afzonder lijke onderwijsinrichtingen ingesteld, die er speciaal op gericht zijn deze volken, onder be houd van hun eigen cultuur en karakteristiek, te emancipeeren. is reeds veel geschreven. Maxence van der Meersch „De Uitverkorene", is welsprekender dan alle vertogen. Dit is een Katholieke roman van hoog en zuiver gehalte, meedogenloos van psychologie, realistisch maar tegen de lichtende achtergrond van de grote Realiteit der genade. Het herinnert aan het Dagboek van Pieter van der Meer de Walcheren met zijn eerlijk zoekend en mannelijk gelovige karakter, aan Franpois Mauriac, om de onverschrokkenheid der psycho logische doordringing en de oprechtheid, waar mee de bittere dingen van het leven bij hun naam genoemd worden en op hun .smaak ge proefd. Deze Katholieke roman bij de Uit geverij De Gemeenschap te Bilthoven tegen f 3.50 gebonden verschenen zij met nadruk aanbevolen. Aldus schreef in Roeping Januari 1939 VAN OLDENBURG/ERMKE. Dit land gaf drie weldadigheidszegels uit: 10 L. roodbruin; 50 L. groen en 1 Dr. donkerblauw met de beeltenissen der vorstinnen Olga en Sophie. Hier verscheen een serie frankeerzegels met een toeslag van 100 ten bate van de gezinnen van ambtenaren speciaal voor de leden van den bond van P.T.T.-personeel. De vijf waarden stellen vervoermiddelen voor: 50 pa. oranje, een paard; 1 D, groen, een post koets; 1.50 D. rood, een autobus, 2 D. karmijn, een spoorwagen en 4 D. donkerblauw, een vlieg tuig. In 1934 gaf Bulgarije, by de onthulling van het Lhipka-monument twee series zegels uit, elk van zes waarden. Tegelijk maakte Bulgarije twee blokken, elk van tien zegels. De oplaag der blokken was slechts honderd stuks groot. Ze werden echter niet verkocht. Nu vijf jaar later biedt Tante Pps deze velletjes te koop aan voor 8000. servas (dit is pl.m. 166 gld.) per stuk! Onze Bulgaarsche tante Pos lijkt vindingrijk, maar alles behalve gracieus of elegant. Ter gelegenheid van de internationale expo sitie van automobielen te Berlijn zijn drie toe slagzegels verschenen. Waarom ook niet? De toeslag komt ten goede aan het „cultuur fonds" van den Fuehrer 6 4 pf. toont den eersten historischen auto op drie wielen van Benz (1885) en dien van Daimler (1886). 12 8 pf. geeft een race-auto, het Mercedès- Benz-type van 1938 en de 25 10 pf. den toekomstigen volks auto; een kleinen wagen, vervaardigd naar den wensch van den Fuehrer. De zegels zijn ontworpen door Erich Meerwald en moeten het verleden, het heden en de toe komst van den Duitschen auto voorstellen. Om in het bezit te komen van deze zegels, die alleen op het terrein der expositie verkrijg baar zijn, moet men beginnen met 1 R.M. te betalen voor een ticket, verder zal men, volgens „l'Echo de la Timbrologie", met dit entree-be wijs het recht hebben twee van deze automobie lenseries te koopen. Dit land verblijdt ons door de aankondiging, dat het binnenkort nieuwe frankeerzegels zal uitgeven liefst achttien waarden. Een tijd geleden verscheen hier de 400 reis, blauw-groen. Men gaf van dezen zegel ook vel letjes uit, van tienmaal het exemplaar. Dit schijnt in den smaak gevallen te zijn. want er verscheen weer nu ter herinnering aan den eersten verjaardag van de nieuwe con stitutie een vel van tien zegels, de 400 reis blauw-groen, met het beeld van Vargas, den te- genwoordigen president. Op den zegel staat de datum waarop de nieu we Grondwet van kracht werd en in het mid den van het blok het wapen van Brazilië. John Buil gaat zich modemiseeren. Steeds dringender en luider wordt zijn eisch, toch eindelijk eens op te houden met den eentonigen koningszegel. Naar het voorbeeld van andere landen verlangt ook Engeland op zijn zegels voorstellingen van natuur en historie. De Postmeester betoogt echter dat op de Brit- sche zegels het beeld des konings niet mag ont breken. Zooals elk rechtgeaard Engelschman heeft hij de traditie meer lief dan zijn leven. Maar er zijn ook Engelschen, die compromis zoeken met alles, zelfs met de traditie. Tot deze soort behoort Mr. R. H. Read, die een teekening heeft ingezonden, voorstellende: de parlementsgebouwen. In den rechterboven hoek heeft hij een medaillon geplaatst, voor stellende het koningsbeeld. Mr. Read verklaarde volgens den verslagge ver van de „Association Press" in een inter view: „Wij zijn het eenige land ter wereld, dat den naam der natie niet op zijn postzegels zet" En Ha zijn standpunt te hebben uitgelegd, dat het toch zoo wenschelijk was het voorbeeld van andere landen te volgen en ook van die schil derachtige zegels uit te geven, eindigde Read zijn betoog niet onaardig: „Sinds ik mij, vier jaar geleden, aansloot bij het gilde der verza melaars, heb ik van de zegels der andere lan den méér geschiedenis en aardrijkskunde ge leerd dan in héél mijn schooltijd." Ons philatelisten doet zoo'n uitlating goed. Het Nederl. Maandblad voor Philatelie meldt ons, dat binnenkort de verzameling van wijlen T. W. Hall, te Londen, onder den hamer komt. De waarde van deze verzameling wordt geschat op 500.000.— pd. st. Zij bestaat uit 350 albums, met zegels van nagenoeg de heele wereld. ROKIN 40 AMSTERDAM-C. Op 1 Januari 1939 werden 41.272 weduwen- renten en 14.365 weezenrenten krachtens de in validiteitswet genoten, terw'ijl op genoemden da tum krachtens art- 373 dier,wet 119 005 personen in het genot waren van een als vrucht hunner verzekering verkregen ouderdomsrente van drie gulden per week. Voorts genoten 63.785 personen een invalid!- tftit.srente, als bedoeld in art. 71 dier wet Krachtens art. 24 der ouderdomswet 1919 wa ren op vorengenoemden datum 110.152 personen in het genot van een als vrucht hunner verze kering verkregen ouderdomsrente van drie gulden per week. Het aantal renten voortvloeiende uit krach tens artikel 10 van genoemde wet gesloten ver zekeringen (self-supporting-verzekeringen) met rentebedragen van drie tot twintig gulden per week bedroeg 5475. nederigste arbeid wordt van eeuwige waarde, mits hij met zuivere intentie wordt verricht. In zjjn Memorie van Antwoord aan de Twee de Kamer inzake het wetsontwerp tot verhoo ging van de begrooting van het staatsbedrijf der P. T. T. voor 1937 merkt de minister van Binnenlandsche Zaken o.m. het volgende op: De gedachte, weergegeven in het voorloopig verslag, dat de financieele politiek van het P. T. T.-bedrijf dezelfde behoort te zijn als die van het Rijk, opdat met den financieelen toe stand van de schatkist rekening wordt gehou den, erkent de minister als juist. Het is dat beleid geweest, dat het moge- iijk gemaakt heeft in de jaren 1934/1937 een breed opgezet plan door te voeren van aanpas sing van telefoon-, telegraaf- en posttarieven aan het verlaagde welvaartspeil des volks en tevens belangrijke overschotten ten bate van de schatkist af te dragen. Het is dus voor den minister aan geen twij fel onderhevig, dat de leiding van het P. T. T.- bedrijf in staat moet worden gesteld de thans gevolgde lijn in haar financieel beheer te blij ven volgen. Daarmede is niet gezegd, dat ook in komen de jaren telkens een zoo groot bedrag voor ex tra-afschrijving zal moeten worden bestemd als thans het geval is. Uit het feit, dat tot extra afschrijving van rond 5.6 millioen over het dienstjaar 1937 is overgegaan, mag geensizins worden afgeleid, dat de balans van de financieele positie van het P. T. T.-bedrijf een geflatteerd beeld zou hebben gegeven. De minister meent ten stelligste te moeten ontkennen, dat de regeering, nadat haar voor stel tot het instellen van een algemeene reser ve is verworpen, thans langs den weg van ex tra afschrijving een stille reserve wil vormen, waarmede hetzelfde doel zou kunnen worden bereikt als met instellen van een algemeene reserve beoogd werd. De P. T. T.-begrooting maakt het mogelijk, een keuze te doen tusschen hoogere winstuit- keering en extra afschrijving. Telkenjare wordt niet dan met zorgvuldige overwegingen en overleg tusschen zijn departement en het de partement van Financiën de keuze gedaan. Naarmate de datum van de opening van de wereldtentoonstelling te New-York nadert, vor deren de werkzaamheden aan de onderdeelen van het Nederlandsche paviljoen. Zaterdag is de door de machinefabriek „Voorwaarts" N.V. ver vaardigde wereldbol, welken de Nederlandsche Reedersvereeniging in het paviljoen zal plaat sen, opgeleverd. Het is een geweldige bol met een middellijn van 3.50 meter, welke den bezoeker van de ten toonstelling een overzicht zal geven van de ver schillende Nederlandsche scheepvaartroutes. Deze routes zijn met roode en witte lichtje» naar gelang zij bevaren worden door passagiers-, tank- of vrachtschepen aangegeven. De bol zal draaien met een snelheid van één omwen teling per minuut. Door de groote afmetingen is het noodzakelijk gebleken, dat om het geheel een stelling wordt gebouwd, teneinde de bezoekers in de gelegen heid te stellen ook de noordelijke routes te zien. tot de leden van de Nederl. Reedersvereeni ging, die aanwezig waren om de door den heer Pi eek, uit Den Haag, ontworpen bol in oogen- schouw te nemen, behoorden o.m. de heeren jbr. C. F. J. Quarles van Ufford, J. F. Van Hen gel, mr. D. A. Delprat, J. Foudraine en P. S. van 't Haaf, inspecteur-generaal voor de scheepvaart. In het begin van de volgende maand zal het gevaarte naar Amerika worden vervoerd. Ulvenhout, 16 Februari 1939 Amieo, Lijk twee sterrediamanten, fonkelend aan den aalblaauwen gewulft van den nachtelijken ®hiel, daar boven de inktzwarte silhouetten n de vezelende bosschen, waaruit den nacht ritselen schijnt, lijk twee bonken van dia- z atlt, sprankelend als zonbespatten daauw op v arten, verschgeploeg'den eerde, lijk twee j^Jornketsende lichtsterren uit zonbeschenen in'S^a*' bloeiden open twee lichtblommen donkere velden van Nederland, afgepaald ln 't zwarte gebied van deuze weareld. blo e zilverwitte Nachtschoonen van blanken bieh^ spi^ten in sterrekrans de stralende blom- Waren uit, in 't donkere tij van Negentien- eenendertig. Waa°nkere tij van de Negentiendertiger jaren, la„ nn de hemelen verduisterd zijn mee de Van Wolken van kou egoïsme, van eigenwaan, - onderlingen haat. l0s rïeus tij bloeiden twee lelieblanke blommen 6'e wel meermalen ziet. dat schoon- - idmmen bloeien langs den mesthoop....! bloei vijf bloedstempels, de heerlijke Gods- Eet„ Wonden soms stigmatiseeren op.... 't uit- Cerde lichaam. 't Leven wierd veul moeilijk, Den weareld- akker wierd bar dor. 'tls kolossaal moeilijk geworden, van dieën akker te oogsten. Goei zaad is er bekans nie aan besteed. Want mis schien ontkiemt 't wel, maar 't gewas groeit nie op. 't Vriest deels kapot onder de gure vlagen uit dieën killen, lagen hemel. Deels verstikt 't tusschen den wirwar van onkruid, dat sjuust op 'nen barren grond zoo welig tiert. En daar is heldenmoed noodig om op dieën akker te arbeiden. Stillen, verbeten helden moed, die teugen den weerbarstigen grond te keer gaat onder 't kraken der spieren. Verbeten heldenmoed is noodig om te zwoe gen onder die kouwe lochten, die den eenzamen, stuggen mensch, daar in de dorre vlakte van den schralen akker treiteren, tot ziek-wordens toe. Treiteren mee de snerpende, snijende sturmvlagen van wangunst, van eigenwaan, van haat. Treiteren mee den motregen van valschen spot, miskenning en dikkels verwensching! Ja 't leven wierd veul moeilijk veur dieën eenzamen boer, die daar stug, teugen alles en allen in, zijnen zwaren arbeid verzet, hem van God opgeleed! En hij mag wel hebben 'nen schedel'lijk 'nen ijzeren pot, z'n hart vervurmen tot 'nen woes tijn, zijnen wil harden tot koud staal, om vol te houwen zijnen zwaren arbeid, hem opgeleed van God! Tja gemakkelijker zou 't zijn veur 'm, om „ginnen ijzeren kop" te hebben, gin harsenpan! En Gods water maar over Gods land te laten loopen. Maar net te doen of ie gek was enne dus over niks anders prakizeeren dan over z'n eigenbelangen. Maar zulke uitgeslapen „gekken" zijn er al zooveul in deus egoïstische weareld, waarteu gensjuust 'n „Katholiek Gemeenschapsgc- dacht" en 't Koninklijk gedacht veur „Moreele Herbewapening" zoo fel opkomen. En daarom ploetert ie deur, dieën stuggen boer op den dorren weareldakker; veural nou, nou dan eindelijk twee zilverblanke blommen losbïoeiden in dieën eigensten schralen zand- akker, daar onder die graauwe lochten. Hij zwoegt eenzaam wijer, want hij komt uit; 'n Huishouwen, waarin alle lejen alleen aan eigenbelangen denken, zoo'n huishouwen is 'nen eksternest! Hij wit: 'n zaak waarin alle „mede werkers" alleen op eigen belangen uit zijn, zoo'n zaak gaat er onder. En daarom verzaakt hij nie de hem van God opgeleede taak! 'n Samenleving waarin ieder alleen aan z'n eigen denkt, zoo'n samenleving is éénen grooten eksternest engaat ten onder! Hij is boer! Ként den buiten. Speurt Gods bedoelingen dus. Hij uit: in 't bosch daar gun- derwijd, achter 't eerpelland, daar groeit eiken boom naar den hemel, omdatalle boomen malkaars leven meugelijk maken. Den bosch- bojem wordt gemest mee eikaars herfstblaren 't Vocht wordt bewaard deur malkaars kruinen die de hitte en de zon afschermen. In kwaje, felle wintertijen wordt de temperatuur be waard.... deur malkaar! Ginnen Noordooster ie opgewassen teugen de boomen van 't bosch, die 'm samen ontkrachten. Ieder sturmgeweld vindt z'n pontuur teugen de boomen van 't bosch, die wijzen: „tot hier!" En zoo groeit 't bosch tot één natuurlijk pa radijs, want daar is samenhang' in 't bestaan van al die boomen. Zoo groeit 't gras, zoo rijpt 'n korenveld, zóóis de Schepping ingesteld deur God! Dieën boer wit dat. Nie uit boeken, opgesteld deur menschen; nie uit „wetten", geschreven deur menschen; nie uit kranten, nie uit radio geleid deur menschen; nie uit politieke re<Je- vcerngen, gehouwen deur menschen, hij ként de geheimen van den buiten deur God eigens, Dien ie daar ziet in Zijn werken! Van God eigens, Wie Zich nie teugensprikc in verschillende boeken, in verschillende wetten, in verschillende politieke redevoeringen, maar Die eigens één Wet is, waaraan Hij, waaraan dieën boer, waaraan elk redelijk wezen, waar aan elk dier, waaraan eiken boom, waaraan eiken korenhalm, waaraan elke planeet alleen maar gehoorzamen kan! De groote Wet der Liefde, der Saamhoorig- heid, der.... Gemeenschap, of hoe ge die Wet betitelen zult. Wat is de kracht van onze Kerk? Den on verbreekbaren samenhang tusschen den St. Pie ter te Rome, ons Ulvenhoutsche Tempeltje, 't bergkapelleke door ieverans in den eeuwigen sneeuw en 't schuurkerkske daar in de tropi sche missie. De éénheid, de Gemeenschap kortom! Neeë sjuust dieën boer mee z'n ijzeren harsenpan kan „Gods water nie over Gods land laten loopen". Sjuust hij kén nie doen of ie gek is en dan alleen maar denken aan z'n eigen. Zijn harsenpan, zijn Redelijkheid, zijn grootste gave Gods verzet zich daarteugen! Hoe jammer 't ook is, dat veul harsenpannen nie de wijsheid der boomen hebbenMijn vader was van hooge geboorte, dus „ik" ben beter dan die boerenkevers. Mijn meesters hebben me veul lessen laten leeren, dus „ik" ben beter, dan die zwoegers. „Ik" heb veul geld, dus „ik", dus „ik", dus „ik". Dus altij „ik". Ocherme! Adel, geleerdheid, rijkdom, een maal komt veur ons allegaar den lesten dag, de allerleste minuut. Eenmaal komt den zwarten kuil, de eerde, die veur iedereen 't zelfde is. De eeuwigheid, waarin wij allemaal „Niks" zijn! Niks, al worden we naar dieën kuil gedragen in de planken van 'nen dennenboom, 'nen eiken boom of van 'nen notenleer. Planken mee hars en splinters, geschaafd of gepolitoerd. Planken, versierd mee 'nen zilverpampieren kruiske, 'n gesmeed kruiske of een geslagen uit edelmetaal. Éénmaal keeren we verom tot de ééne Gemeen schap, daar in den eerde, waar we niks te commandeeren, te willen, te eischen, te „ikken" hebben, 'n Gemeenschap die de tijen, de eeuwen telt lijk secondenEn waar zestig, zeuventig jaren van „ikken" zoo belachelijk zijn! Zekers, 't is wel veul gemakkelijk om er „gin harsenpan" op na te houwen en lijk 'n dier altij op roof uit te zijn naar de vette slobbers. 'tls veul gemakkelijk om mee twee handen in de zakken langs dieën dorren, guren levens akker te staan bespotten en te treiteren dieën stuggen, eenzamen boer, die daar ploetert veur despotters Ja 't is makkelijker dieën boer zijnen arbeid kapot te critiseeren, dan te prijzen. Want gichelen, want critiseeren, want spotten en misprijzen gaat deuze dorre wereld, waarin we al zoo content zijn mee twee schoone bloeiers, zoo triestig gemakkelijk af. Deuze weareld, wier hemmeke waait zooals den wind waait. Deuze weareld, waarin 't „Hosanna!" en „Kruisigt hem" malkaar steeds schaamteloos-sneller gaan opvolgen. Verlejen week was President Roosevelt den grooten raddraaier van de weareld. Hij stak den oorlog aan! Vandaag is 't alles gelogen en den Roos is 'nen soortement van Vredes engel (mee 'n bietje griep). In September kwam 't oorlogsgevaar uit 't Oosten verlejen week uit 't Westen, daartus- schenin uit 't Zuiën. En onderwijl krijgen wij, erme deftighedens, erme geleerdhedens, erme rijkaards, erme prullen nooit rust. Worden we oud, schuifelen we naar 't End in éénen angst en vrees, in éénen onrust en zorg. Ons korte leven hangt aan malkaar van proefverduisteren, van 't bouwen van bomvrije kelders, van 't kerven van loopgraven in den eerde, van 't passen van gasmaskers, van on ruststokende berichten deur radio en pers, vanvervolging. Vervolging op den weg naar 't graf, altij ver volging, die den mensch ginnen tijd tot bidden laatEn 'm de „ik"-ziekte bezurgt,- waar aan 't bosch der Menschheid kaput gaat, om dat eiken boom den anderen in den weg gaat staan! Maar: lijk twee sterrediamanten, fonkelend aan den staalblaauwen gewulft van den nachtelijken hemel, daar boven de inktzwarte bosschen, waar uit den nacht te ritselen schijnt, lijk twee bonken diamant, sprenkelend als zonbespatten daauw op zwarten, verschgeploeg- den eerde, lijk twee veromketsende lichtsterren uit zon beschenen kristal, zóó bloeiden open twee licht blommen in de donkere velden van Nederland. Twee zilverwitte Nachtschoonen van blanken bloei splitsten in sterrekrans de stralende blom- meblaren uit, in 't donkere tij van Negentien negenendertig. Op donkersten moment begost de Gemeen schapsgedachte weer aan te gloren. De eenzame boeren, hier en daar op gure, dorre akkers, ze hebben nie heelegaar veur niks geploeterd! Huilie gewas komt in den bloei, begint te blossemen! Allee, da's óók de Wet van God, die ginnen zaaiarbeid zonder oogst laat, al valt den arbeid soms veul zwaar Amico, ik schei er af. 'kWou deus gedachten over de Geestelijke Herbewapening 'ns kwijt. Veul groeten van Trui en Dré III en den Eeker en gin horke minder van oewen t. a v. DRÉ

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 7