ROND DEN SINT PIETER
IN ROME
iDE PAUS IS DOOD
MET GEDULD
EN SMAAK
Hyacintengeur
■Ni
DE DUITSCHE HEL Dg
otten en
pannen
vult de kamer
de Mode vandaan
ZONDAG 19 FEBRUARI 1939
HET KONIJN
DE MELKFLESCH
Papier of glas'
Hier is een hoestsiroop-recept
voor
kinderen en volwassenen
Dank van kinderen 9
WAAR KOMT
UIT
mi v ?m
V-'
r,V<' f f
Een roman van Enrica von Handel-Mazzetti
88
„U waart daar?" vroeg Karl streng, den
Franschmah strak in de oogen kijkende. „Om
te zien, of een ongelukkige, gepijnigde mensen
nog genoeg geestkracht bezit om zich tot het
laatste toe sterk te houden, of dat hij te voren
ineenstort! U noemt den Pruis groot in zijn ster
vensuur; ik moest u zeggen, dat u, indien u zelf
grootmoedig en nobel waart, niet daarheen zoudt
zijn gegaan."
.Pruis!" glimlachte de Franschman zuurzoet,
„daarvan was hier geen sprake meer; hij was een
schuldig mensch die boeten moest en zulks deed
met waardigheid,, houding en zonder siddering.
Er waren overigens talrijke heeren daar, die
er eigenlijk niets te maken hadden; ik voor mij
heb indertijd de misdaad gezien
„Ja. u werd immers ook bij den moordaanslag
door zijn kogel verwond," merkte de aartshertog
met ijzige koelheid op. „Bent u, nu de man hel
vreeselijkste voor uwe oogen heeft doorstaan,
schadeloos gesteld?"
„Ik beklaagde hem," verzekerde Peccaduc, on
ophoudelijk met brandende oogen het gezicht
van den aartshertog bestudeerend. Want nim
mer nog was hem zóóveel gelegen aan de gun
stige gezindheid van den hoogen heer, als juist
nu. „Maar als man, als soldaat, als Franschman
verheugde ik mij in zijn moed, ik
„Het executieveld is toch iets anders dan een
theater, dunkt mij," onderbrak de aartshertog
hem heftig. Zijn scherpe oogen maten den
Franschman.
Praatjesmaker, waarom ben je hier, terwijl het
lijk in het hospitaal nog nauwelijks is verkild?
Het kind Het arme kind van den veroordeel
de. en de groote heer von Peccaduc!? Is het mo
gelijk?
„Toen ik aan de poort kwam, keizerlijke hoog
heid," veranderde de Franschman op goed ge
luk van onderwerp, verheugde het mij een auba
de te hooren, het lied stemde merkwaardig over
een met de woorden, welke ik gisteren sprak in
het Invalidenhuis."
„Men moet het dulden, omdat zij van goeden
wille zijn," weerde de aartshertog ook dit
thema af, hij zweeg, keek den Franschman don
ker aan en zei toen vol bitterheid:
„Peccaduc omdat u nu toch eenmaal hier bent
als u het niet reeds vernomen hebt: Ook een
tweede maal heeft uw inzicht gefaald; had u
gelijk gehad, ik zou God danken!Met be
trekking tot de Duitsche vrouw zeide ik, dat er
onder hen zijn, die aan haar liefde sterven."
„Votre Altessezei de Franschman aarze
lend, automatisch verhief hij zijn oogen naar 't
portret van de mooie prinses Henriette.
De arme vrouw van den veroordeelde is
dood, aan zijn dood gestorven."
Smart verwrong het gelaat van den aartsher
tog, terwijl hij schijnbaar rustig deze woorden
uitsprak.
„Grand Dieu!" riep Peccaduc uit.
„Laat u door monseigneur verhalen hoe zij
stierf. Ik zou mijn keizerlijke waardigheid,
mijn veldheerschap, al mijn overwinningen wil
len prijs geven, als u gelijk gekregen had, Pec
caduc, en ik niet!Maar waartoe dergelijke
woorden," onderbrak Karl zichzelf, met een po
ging, zijn stem den gewonen, rustigen klank te
geven. „Het is geschied; ik moet het dragen."
„U moet bedenken, dat zij reeds sedert maan
den lijdende was en wel door zijn schuld," zei
Peccaduc op een toon van discrete deelneming.
„Hij schijnt haar vóór haar laatste kraambed
harteloos behandeld te hebben. Toen hij met
doorschoten borst onder den lindeboom lag,
was een der toeschouwers zoo wreed, daaraan te
herinneren. Het volk is steeds wreed, als het de
waarheid spreekt."
„Peccaduc waarom bent u eigenlijk hier?
Wat wilt u van mij?" vroeg de aartshertog on
verhoeds op korten toon.
„Ik had reeds de eer, uwe keizerlijke hoogheid
mede te deelen dat ik hier ben om mijn degen
aan uwer hoogheids voeten te leggen. Mijn
woorden over het karakter der Pruisen veroor
loof ik mij weliswaar te handhaven; maar deze
Tessenburg stierf grandioos. Weliswaar kwam
slechts zijn soldateske bravoure uit hemzelf
voort; het koninklijke, het nobele, dat in zijn
laatste oogenblikken op den voorgrond trad, was
van een ander; het behoorde aan den grooten
held van het austro-Duitsche ras, Karl von
Habsburg, den strijder, apostel en belijder; Tes
senburg in zijn dood en diens kind bij zijn lijk
hebben een getuigenis afgelegd voor Karl van
Oostenrijk-Lotharingen, zoo heerlijk, dat zelfs
Bonaparte's ons allen bekende dithyrambe, daar
bij in het niet verzinkt."
„Ik begrijp niet wat u bedoelt," fronste Karl
somber de wenkbrauwen. „Welk getuigenis, wat
is dat met het kind?" riep hij plotseling opge
wonden; „waar spreekt u over? Over dezen ring!
Hij hief den met bloed besmeurden ring in
zijn waswitte hand omhoog. „Dit bloedig getui
genis gaf Tessenburg voor zichzelf en niet voor
mij dat zeg ik u!"
„Keizerlijke hoogheid, ik spreek over hetgeen
bij het lijk geschiedde."
„Wat? Wat is dat? Wat bedoelt u?" vroeg
Karl heftig.
Prelaat Sedlaczek verbleekte en gaf den
Franschman een waarschuwend teeken. Maar
Peccaduc was zoozeer in beslag genomen door
zijn voornemen, dat hij de waarschuwing moed
willig negeerde.
„Keizerlijke hoogheid, u weet dus niet dat,
toen Tessenburg door de kogels was neergelegd,
zijn vriend
„Maar ik verzoek u toch, generaal!" hief Sed
laczek zijn hand op. „Ik heb alles verteld. Wilt
u nog eens beginnen?"
„Laat hem spreken!" zei Karl, het hoofd diep
op de borst gezonken. „Zijn vriend heeft dus te
gen mij gesproken, bij zijn lijk. Zeg mij alles!
Wat is er nog dat ik niet hooren mag!"
„Keizerlijke hoogheid, schande over hem, die
deze euveldaad, deze lastering durfde bestaan.
Mijn tong weigert haar dienst, maar uwe keizer
lijke hoogheid beveeltWelnu: In een haast
satanische redevoering, waarin waarheid en leu
gen vermengd waren, zóó, dat argeloozen de leu
gen aanvaarden moesten, heeft deze man den
gefusilleerden moordenaar als een martelaar van
zijn verdiensten, als den beste der echtgenooten,
als den teedersten vader, als een slachtoffer van
schandelijke intriges voorgesteld, hem, de schan
de van het leger, den gewetenloozen verkwis
ter
„Hij is dood," hief Karl gebiedend zijn hand
op.
„Ja, keizerlijke hoogheid, hij is dood, hij stierf
heldhaftig, grootsch en standvastig, omdat u zich
hebt opgeofferd en zijn ziel in het laatste uur
met eigen hand tot God teruggevoerd. En die
praatjesmaker, wat zei hij? Begoocheld had men
zijn edele, Duitsche hart, gedwongen had men
hem, te biechten; en toen, met schuimende lip
pen en wilde stem, begon hij den overweldiger
van deze ziel, dien hij een huichelaar noemde, te
karakteriseeren, zoodat ieder
„Generaal!" bezwoer Sedlaczek, „bent u daar
voor gekomen? Vermoedt u niet
„Laat hem spreken, monseigneur," zei de aarts
hertog dof en met door smart verstikte stem,
„Tessenburg doorstond de degradatie!"
„Maar." x ging Peccaduc voort, „nauwelijks
noemt hij den naam KarlHet kind lag naast
zijn vader op de knieën, met zachte handjes zijn
gezicht streelend, en pogend met zijn zakdoekje
het bloed te stillen
De vorst rilde hevig, als geraakt door een on
zichtbaar wapen, en staarde naar den ring van
Napoleon, dien hij in de rechterhand hield.
„Maar toen het kind den naam van uwe hoog
heid hoorde noemen door den lasterenden mond,
de politie trad niet tusschenbeide op bevel van
een al te goed, al te nobel vorst stond het op.
geheel besmeurd met het bloed van zijn vader,
en het was geen menschelijke stem, maar die
van een engel, die voor geheel het volk nu partii
koos voor uwe keizerlijke hoogheid. Snikkend
en half waanzinnig van smart om zijn vader,
heeft het wonderlijke kind verklaard: Aartsher
tog Karl heeft wel zijn vader gedood naar het
lichaam, doch niet naar de ziel; de ziel had bi>
uit den dood opgewekt, zoodat zij nu leeft ih
Gods zalige aanschouwing. De carbonaro,
zooals men hem beter noemen kan: de wildeman
vroeg toen aan het kind: hoe het daaraan
kwam, en het antwoordde: „Mijn vader heeft
mij dat gezegd, toen hij afscheid van ons nam
het klooster van Sint Elisabeth. Mijn vader licS®
niet, hij is zoo waarachtig als God zelf." Met
deze woorden knielde het kind wederom neer
het bloed van zijn vader en bedekte diens ëe~
Iaat met kussen en tranen en vroeg met ont
roerende stem: „Heb ik 't gezegd, zooals u het
wilde, papa?"
Stom van smart stond de aartshertog, de
priester bedekte het gelaat met de hand erl
weende. De aartshertog hief de oogen ten heme''
zijn verscheurde ziel werd overstroomd door bal
semende troost; toen riep hij en zijn troebele
omfloerste oogen flitsten op als bliksemstralen-
„Waarom staan wij hier en knielen niet neeL
Karl van Oostenrijk is niets; maar zij is van God
en leeft in eeuwigheid: de Duitsche trouw!"
(Wordt vervolgd-'
DE VROUW EN HAAR TIJD
~«ü«c»c«c»c*c«c«c«c*c«':«o*o«o*o*e»c«o*c*cécécéc»c*c«»c*c«oéc»c«c»o«oéoSoScécëo2oSo2oSo«o8oSo2c«c*oSo*o#o§'
•O«o«o»o«o«o»o*o»o*o»o«o*o»o»o»o»o»o«o«o«o*g;o«0fo;o»o
•o»o»o#o«o»o*o*o»o*o*o»o*o«o*o«o*o»o*o»o»o«o«o»o*c*o*o«o«
de kindermentaliteit kan indenken, zeker een
glimlach ontlokt zal hebben, is de Spaansche
omgeving, de Zuidelijke natuur, waarin de tee
kenaartjes de Laplandsche ayonturen van den
ganzentroep hebben gedacht en uitgebeeld!
Ik weet het, het meerendeel van de men-
schen is behalve wanneer zij er een in de vrije
natuur zien voorbij schieten, niet erg verruk
van het konijn. Men heeft zoo de gewoonte,
dat diertje te beschouwen als een surrogaat
van den onvolprezen haas. Maar even raar als
het zou zijn om een vergelijking te gaan trek
ken tusschen uw herdershond en uw kanarie
even mis is het om het konijn te veroordeelen,
omdat het diertje met den haas niets gemeen
heeft dan zijn vorm en zijn snelheid. Een ko
nijn is van keukenstandpunt bekeken heuscn
geen mislukte haas. Verre van dat. Het bezi
de uitstekendste hoedanigheden als gerecht,
het is malsch, blank, goed van smaak; ze'fs
meer, als men er maar goed mee omspringt-
En ook dit is een factor duur is het al
lerminst.
Wanneer u bij een goed adres een aardig ko
nijn gekocht heeft, dan kunt u dat op vele wij
zen onderhanden nemen. Ten eerste kunt u
't gewoon braden, al of niet in den oven. Maar
hiervoor zou ik u het volgende willen advisee-
ren. Laat de poelier uw aankoop in stukken
verdeelen, zout en peper de stukken naar het u
belieft en wikkel dan ieder stuk in een dun
ïapje vet spek, dat de slager machinaal voor
u gesneden heeft. Om dat spek innig met het
konijnenboutje te verbinden, prikt u door de
beide einden doodeenvoudig een tandenstoker
U weet wel. die houten stokjes die u per bosje
kunt koopen. Dat is veel practischer dan dat
gedoe met- draadjes. En denkt u daar ook eens
aan bij blinde vinken, tongfilets en dergelijke
opgerolde gerechten. Dan gaat u op de gewone
manier aan het bx-aden in wat boter en onder
veel bedruipen. Houdt u van een paar uitjes
er bij, best, dat smaakt altijd heel erg goed.
Wist u dat u ook een gemarineerd konijn
kunt maken? Hiervoor legt u de stukken rauw
een dag of twee van te voren in een marinade
van 1/2 liter azijn, 1/2 liter water en wat
laurierbladen, kruidnagelen en peperkorrels. Na
dit bad gewoon braden.
Wilt u een gestoofd konijn, dan begint u ook
met het beestje even bruin te braden. Dan
vischt u het uit de pan en voegt een half li
tertje bouillon of jus bij het vet. Is het konijn
nu weer in de pan, dan laat u het zachtjes
aan mooi gaar stoven, ongeveer een uur of wat
langer. Dan bindt u de saus met wat bloem-
Dit gestoofde konijn kunt u net zoo smakelijk
maken als u wilt. In elk geval maakt u de saus
af met wat citroensap, maar verder kunt u er
nog veel bij doen om het geheel plezierig te
doen zijn. Ten eerste natuurlijk wat uitjes en
kruiden, maar dan ook nog champignons, als
M 't heeft een scheut witten wijn en ik durf
het haast niet te zeggen hier in Holland een
.fijngewreven pitje knoflook.
Tot slot kom ik hier nog met een Engelsch
recept voor u aandragen, n.l. konijn met kerrie.
Hiervoor braadt u liet konijn in de stoofpan
lichtbruin. U haalt het uit de pan en doet in
het vet of de boter twee fijngesneden uien. Die
laat u mooi bruin worden. Dan voegt u er een
eetlepel kerrie en een eetlepel bloem bij onder
flink roeren. Laat dit mengsel even braden, doe
er dan een halven liter bouillon of jus bij, weer
onder flink roeren en stop als de saus goed
kookt, het konijn er weer in, in gezelschap van
een fijngesneden appel en als dat noodig mocht
zijn, wat peper en zout. Laat alles heel zacht
ongeveer anderhalf uur stoven. Bij dit konijn
geeft u uw dischgenooten goed drooggekookte
rijst.
Het in stukken gedeeld zijn geldt voor al de
ze recepten, evenals het zouten en peperen.
Cl. E.
Breit gij reeds met Neveda-Wol
Aan Neveda, Heerengr. 483, A'd.-C.
M., U gelieve mij gratis te zenden
een Neveda-breipatroon voor een:
Damesblouse, Deuxpièces, Heeren-
slipover of Meisjesjurkje (doorhalen
wat niet verl. wordt), en den naam
van den Neveda-winkelier te mijner
stede op te geven. VIII
Naam Adres
„Of en in hoeverre de papieren melkflesch
haar glazen zuster zal verdringen, is nog steeds
niet uitgemaakt en vermoedelijk zal er ook wel
altijd plaats voor beide blijven," aldus het of
ficieel orgaan van den Alg. Ned, Zuivelbond.
Op het eerste gezicht is men spoedig geneigd
te verklaren, dat de papieren melkflesch de op
lossing voor de toekomst is. Geen schoonmaken
meer van de ledige flesschen en geen verreke
ning meer van den melkbezorger met de klan
ten en van de inrichting met den melkbezorger.
Toch doen zich voor het dagelijksch gebruik
moeilijkheden voor, welke niet zonder meer
voorbij kunnen worden gegaan. In de eerste
plaats is de publieke opinie tegen flesschen
van papier gekant, omdat nu eenmaal een
flesch van glas moet zijn ook de metalen
flesch heeft geen ingang kunnen vinden
De verbruiker kan in de glazen flesch de
melk beter „beoordeelen", althans wat deroom-
laag betreft. Voor de melkinrichting is de pa
pieren melkflesch dikwijls zeer schadelijk, wan
neer de productie grooter is geweest dan de
verkoop. Alles bij elkaar genomen komen de
papieren flesschen duurder dan de glazen fles
schen, ook wanneer men bij deze laatste de
verliezen door breuk en de kosten voor het
reinigen behoorlijk zwaar laat wegen.
Aangenomen mag worden, dat de glazen
flesch een gemiddelden levensduur heeft van 22
tot 30 dagen en dat bij de groote reinigingsin-
stallatie één flesch breekt op 21/2, welke op
andere wijze verloren gaan.
Wie het geduld heeft om de smalle bandjes
één voor één met fijnen steek in te rimpelen en
daarbij den smaak om de juiste kleuren bijeen
te brengen, kan een tot vervelens toe gedragen
jurk-voor-in-huis eens een ander aspect geven
door er een halsversiering op te fabriceeren,
zooals onze teekenares hier beneden schetste
De werkmethode wijst zich vanzelf:
Uit tule dubbel omdat dat steviger is
wordt naar een goedzittend kraagje, hetwelk
we in ons bezit hebben, een model geknipt en
met de hand afgewerkt. Dan rimpelen we de
smalle lintjes of bandjes in en naaien die met
een onzichtbaar steekje op gelijke afstanden op
de tule.
Ribslint of smal bandfluweel laat zich goed
verwerken, maar een aardig effect geeft ook
wollen band, waarvoor we ons tot de goed ge-
sorteei-de meubelzaak zouden kunnen wenden.
Rond den jeugdigen hals van een zeventienja
rige zal een bonte kleur-schakeering bijvoor
beeld van rood, groen, geel band zeker niet
misstaan.
Maar rustiger is het effect, wanneer we ons
aan één kleur houden in afloopende tinten.
Gaat onze voorkeur uit naar nog iets stemmi-
gers, dan laten we een lapje van de japonstof
in centimeter-smalle bandjes ajouren en naaien
deze fijn ingehaald op de tule.
Verrichten we de bewerking van het oprij
gen en vastnaaien op de tule met een papier
er onder, dan is de kans van ongewenscht in
trekken onder het werken uitgesloten.
(Van onze correspondente)
Nadat deze lang voorziene, maar toch nog
onverwachte mare zich verspreid had. ver
plaatste het leven van Rome zich in één slag
naar het St. Pietersplein. In een spontane
uiting van geloof en rouw wierp het volk zich
op de knieën voor de treden van de basiliek,
om te bidden voor de rust van den Vorst der
Christenen. Daarna verspreidde het zien onder
de colonnaden, om de fonteinen, onder den obe
lisk. Het groeide aan, het slonk, het breidde
zich weer uit, al naar gelang de uren van den
dag, maar het bleef e-r, heel den Vrijdag, heel
den Zaterdag, want voor het volk van Rome is
wachten geen wachten. Het is niet een
langwijlig van het eene been op het andere
staan, het is niet zuchten, op de klok kijken en
weer zuchten het volk. van Rome is ver
groeid met het verbeiden van de groote ge
beurtenissen, die zich sinds eeuwen en eeuwen
in de Pausstad afspelen. De Romein weet zich
een houding te geven hij leunt tegen een
fontein of zit op een steenen paaltje, hij leest
zijn krantje en maakt nu en dan een praatje.
Heele gezinnen nestelen zich om de basemen
ten van de colonnade van Bernini, die er als
voor gemaakt schijnen. De kinderen spelen ver
stoppertje om de kolommen of loopen de dui
ven na. Het kleintje, op moeders schoot, krijgt,
wanneer het honger heft, te drinken of mag
zijn eerste pasjes in het ouderwetsche looprek
zetten, dat ook voor de gelegenheid is mee
gebracht. Bevende grootvaders en verschrom
pelde opoetjes, kijken glunderend naar 't dar
tele nakomelingschap, een hongerige bedelaar
geeft de kruimeltjes uit zijn leegen zak aan de
duiven, een kindermeisje rijdt de baby heen en
weerMet 'n benijdenswaardige rust bezien
deze menschen het drukke beweeg rond het
Vaticaan: journalisten die af en aan rennen,
fotografen, die dan hier, dan daar staan te
knipoogen, filmoperateurs, die maar draaien en
stellen en draaien, voorname auto's, die vor
sten, kardinalen en gezanten van de heele we
reld naar den grooten Doode brengen.
Het volk van Rome wacht onverstoorbaar en
voornaam het uur, dat de zware poorten van
den St. Pieter zich zullen openen
Dit gebeurt Zondagochtend om 8 uur. Dan
ls plotseling het St. Pietersplein als schoonge
veegd. Een dubbele rij van soldaten en cara
binieri heeft zich opgesteld als een levende haag
dwars over het plein en daartusschen gaat stil
en ingetogen de bonte menigte: volksvrouwen en
elegante dames, paters en wereldheeren, semi
naristen en zusters, die heele weeshuizen voor
zich uitdrijven, fascisten met hun zwarte hem
den naast vreemdelingen met Baedeker en ca
mera. Zij loopen eendrachtig en gesloten als 'n
groote kudde; het zijn immers de schapen uit
dien Eennen Schaapstal, die hun dooden Herder
'n laatsten groet gaan brengen. Zoo gaat 't ver
der langs de Vaticaansche caribinieri met hun
tricorni en de Palatijnsche wacht met hun hu
zarenmutsen naar de Sacramentskapel, waar
onze doode Paus in zij,n rooden mantel op zijn
purperen praalbed troont. Het kleine gezicht is
zoo wasbleek tusschen deze felle kleuren en 't
goud van den mijter, de voeten, die eens de
hoogste bergen hebben beklommen zijn zoo stijf
en levenloos, de flikkerende kaarsenvlammen
belichten en overschaduwen, de vier ridders
van de „guardia mobile" in hun staatsie tenue
van roode jas en witte broek die onbeweeglijk
als beelden met getrokken sabel, om het lijk
van Pius XI staan. Deze laatste audiëntie van
den H. Vader heeft iets onwezenlijks en boven-
aardsch. En iedereen wil zoo lang mogelijk de
zen aangrijpenden indruk in zich opnemen,
doch men moet weer verder, want de rij groeit
aan van hier tot aan den Tiber, van den Ti
ber tot in de aderen van de stad. Eenmaal in
het tegenovergestelde schip van de immense ba
siliek, herneemt het volk weer zijn natuurlijke
onbevangenheid: de Zustertjes roepen hun
weeskinderen bij elkaar, een moeder sust haar
baby, een ander sleept een idioot kind mee, 'n
oud vrouwtje met haar zwarte hoofddoekje en
den rozenkrans tusschen de beenige vingers kijkt
met open mond omhoog links, rechts zij
is in jaren niet uit geweest, maar nuZij
rnoest den Paus zien. Een zwerver, die anders
niet langs de strenge controle aan den ingang
Dit receptje dat U zelf. klaar maakt is uit
stekend tegen verkoudheid, hoest en kinkhoest.
Een kind heeft van nature een hekel aan me
dicijnen. Daarom zult U blij zijn met het re
cept van een goedsmakende hoestsiroop. In
een kwart liter heet water lost U een eetlepel
suiker op. Na afkoeling voegt U hieraan toe 30
gram Vervus (dubbel geconcentreerd) die U
bij eiken apotheker of drogist kunt koopen.
Even goed roeren en Uw hoestsiroop is gereed
Dosis: voor kinderen van 38 jaar: 1 thee
lepel, voor kinderen van 8—12 jaar: 1 dessert
lepel, voor volwassenen: 1 eetlepel. Na de drie
voornaamste maaltijden en voor het naar bed
gaan. Vergeet niet een 30-grams-fleschje Ver
vus (dubbel geconcentreerd) in huis te halen.
Eewaar dit receptje goed. (Adv.)
durft te komen, strompelt nu onwennig door
dc gewijde ruimtehij moest den Paus zien.
Een secure Engelsche doet ijverig pogingen om
haar binocle te stellen en zoo vanuit de verte
den Paus te zien; een oude Italiaansche schar
relt met haar face-a-man; een vader tilt zijn
kleine meisje in haar zijden camavalspakje in
de hoogte zij moet toch óók den Paus zien.
En tusschen dit alles knielen hier een paar
monniken, hun handen gevouwen en oogen ge
sloten en daar een paar zusterkens, de gezich
ten diep in de witte kappen, op hun lippen een
gebedHeer, geef zijne ziel de eeuwige
rust.
C. P.—D.
Zwedens meest gevierde, nu tachtigjarige
schrijfster Selrna Lagerlöf ontving dezer dagen
een aardig en origineel geschenk van Spaan
sche kinderen uit een Kinder-tehuis in Denia.
De stakkertjes hadden gehoord, dat de schrijf
ster van dat verrukkelijke kinderboek „Niels
Holgersons wonderbare Reis" de helft van de
som, die haar bij de jubileum-voorstelling van
het Dramatiska Teater werd ter hand gesteld,
voor 't Tehuis had afgestaan. Daarvoor, kwam
het spontaan in de kinderhoofdjes op, moesten
ze haar hun dankbaarheid toonen.
En zoo begonnen ze met grooten ijver te tee
kenen: de eene gebeurtenis na de andere uit
haar boek, waarvan ze zoo genoten hadden.
Kleine handjes bi-achten in kinderlijke krom
me lijnen op papier wat Niels allemaal beleef
de op zijn reis met de ganzen. Ze wisten van
geen uitscheiden, zoodat hun illustraties in
twee dikke boeken verzameld werden, die naar
Selma Lagerlöf werden opgestuurd.
Het zal de grijze schrijfster plezier gedaan
hebben, het werk van de Spaansche kindertjes
te bezien, niet enkel om de aardige gedachte,
die er achter schuilt, maar ook om de teeke-
ningen zelf. Want de kinderen uit dat Zuidelij
ke land zijn over het algemeen zeer artistiek
begaafd en er waren schetsen onder, die op
zich zelf voor kleine kunstwerken konden door
gaan.
En wat mejuffrouw Lagerlöf, die zich zoo in
iiiiiiiiiiiiiiiiijiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiniiiiiiiiii
En de kleurige, ijle sluiers, die dit komende
seizoen het coquette appendix zullen vormen van
dwaze ronde hoedjes zouden geïnspireerd zijn
op het verbonden hoofdje van madame Ag
nes, de toonaangevende Parijsche modiste. Ten
gevolge van een auto-ongeluk moest zij name
lijk eenigen tijd het voorhoofd in verband dra
gen en ze was geen Parisienne geweest, als
haar vernuft en smaak niet de oplossing had
den weten te vinden om er tóch charmant uit
te zien. De soepele dunne sluier immers kan
quasi nonchalant even goed langs 't voorhoofd
gedragen worden als losjes onder de kin of
rond den nek!
Deze trouvaille is niet de eenige gril van
madame Agnes, die in haar hoeden-creaties ver
eeuwiging heeft gevonden. De legende gaat, dat
Madame eerst in een aanval van woede, toen
een ontwerp haar niét lukte, het klokje van
den schoorsteen nam en dit aan gruzelementen
wierp. En zie, het gedeukte uurwerk-omhulsel
gaf haar precies de inspiratie, die ze tever
geefs gezocht had!
En die malle, piepkleine hoofddekseltjes, die
in modieuze kringen toch in ernst gedragen
werden, maakte ze oorspronkelijk alleen maar
voor de grap, voor den lievelingshond van haar
zoontje. Toen ze echter uit speelschheid eens
zoo'n clownshoedje op haar eigen keurig ge
kapt hoofd zette en zichzelf in den spiegel be
keek, werd deze nieuwe modegril geboren.
Handige vingers, verfijnde smaak en durf,
daar komt het op aan; de inspiratie is overal.
IIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIII
Het is nauwelijks te gelooven dat
dit handgebreid is. Uit ragfijnen,
zwarten woldraad ontstond, het
ajourmotief, waardoor dit model
tot het genre „gekleed" behoort.
Want we zijn eerder geneigd een
wolgebreid japonnetje als sportief
te beschouwen. Omdat zoo'n japon,
ook wanneer de mantel er eenige
malen over aan- en uitgaat, hoege
naamd niet kreukelt, is dit voor
de vrouw, die veel buitenshuis
moet vertoeven een prettige en
practische „vier tot middernacht
jurk" zooals de Parijsche zegt.
De ceintuur van glinsterend strass
geeft een feestelijk accent
Het wonder van den bol, die bloem aan 't
worden is, voltrekt zich in dit jaargetijde op
onze vensterbanken. Het dubbele wonder: dat
dit bloemworden binnenshuis geschiedt en lang
vóór den natuurlijken bloeitijd.
Z'n kunde en kennis heeft de mensch aan
gewend om zelfs naar believen in te grijpen
in den loop der natuur en we weten al niet
beter of het is vanzelfsprekend, dat we in het
najaar „vervroegde bloembollen" kunnen aan
schaffen in elke soort en variëteit.
Met zorg en volgens de voorschriften van den
bollen-cataloog hebben we het vorig seizoen de
bollen in bloempotten en bakken gepoot en ze.
toen na vele weken de neuzen tot onze verras
sing want het is elk jaar weer een verras
sing, dat het proces zich zonder ingrijpen vol
trekt eenige centimeters lang waren, hebben
we ze in het licht gebracht. Éérst als overgang
in een donkeren kamerhoek, toen kregen ze hun
plaatsje op de lichte vensterbank, waar ze zich
naar hartelust konden laten streelen door elk
spaarzaam winter-zonnestraaltje, dat naar bin
nen wilde glijden.
Onze liefderijke verzorging wordt beloond.
De,groene knoppen zijn gaan zwellen tus
schen het stijfbeschuttende blad; even berstend,
laten ze misschien de kleur van de hyacint al
doorschemeren. En langzaam, ongemerkt
schuift de bloemknop omhoog uit z'n spitse
bladhulsels en rekt zich, tot de vleezige, nog
dichte trosbloempjes stuk voor stuk hun kelk
jes openen, waaruit de zoete geur, mild en be
dwelmend ons tegen stroomt.
De hyacint bloeit.
Als we in de kamer niet te hard stoken en
we zetten den bloemenbak of den bloempot des
avonds in de koelte, dan kan de bloei tot we
ken gerekt worden.
Aanmerkelijk langer houden 't de zelfgetrokken
hyacinten dan de bloeiende-met-bol, die we nu
bij den bloemist kunnen koopen om er onze
bakken mee te vullen; want de harde winter,
die ons met Kerstmis overviel, heeft de bollen
over het algemeen kwaad gedaan en de bloem
onwillig gemaakt om zich nog lang te hand
haven na het overplanten doorstaan te heb
ben.
Waarop is de eeuwige wisseling van lijn en
kleur, van snit en vorm, van garneering en af
werking gebaseerd? Wat inspireert de makers
van de mode om juist dat bepaalde te kiezen?
Het globale antwoord is: alles wat er oth hen
heen gebeurt, dus: de we.reldtoestand zoowel
als een politieke gebeurtenis; de film zoowel ais
een gril van het oogenblik.
Zoo danken we den Sneeuwwitje-prins, die
van top tot teen is uitgedost, zooals sprook
jes-prinsen dat hooren te zijn, de kittige, hoog-
gebolde jagershoedjes, die den ganschen win
ter hun opgang bleven maken.
Toch moeten we in dit jaargetijde, de feeste
lijkheid van de geurende, volbloeiende hyacint
in huis niet missen; het is wat blijheid in de
grauwheid van den winter en een belofte van
spoedig komende lente.
«r