ROND DEN SINT PIETER IN ROME iDE PAUS IS DOOD MET GEDULD EN SMAAK Hyacintengeur ■Ni DE DUITSCHE HEL Dg otten en pannen vult de kamer de Mode vandaan ZONDAG 19 FEBRUARI 1939 HET KONIJN DE MELKFLESCH Papier of glas' Hier is een hoestsiroop-recept voor kinderen en volwassenen Dank van kinderen 9 WAAR KOMT UIT mi v ?m V-' r,V<' f f Een roman van Enrica von Handel-Mazzetti 88 „U waart daar?" vroeg Karl streng, den Franschmah strak in de oogen kijkende. „Om te zien, of een ongelukkige, gepijnigde mensen nog genoeg geestkracht bezit om zich tot het laatste toe sterk te houden, of dat hij te voren ineenstort! U noemt den Pruis groot in zijn ster vensuur; ik moest u zeggen, dat u, indien u zelf grootmoedig en nobel waart, niet daarheen zoudt zijn gegaan." .Pruis!" glimlachte de Franschman zuurzoet, „daarvan was hier geen sprake meer; hij was een schuldig mensch die boeten moest en zulks deed met waardigheid,, houding en zonder siddering. Er waren overigens talrijke heeren daar, die er eigenlijk niets te maken hadden; ik voor mij heb indertijd de misdaad gezien „Ja. u werd immers ook bij den moordaanslag door zijn kogel verwond," merkte de aartshertog met ijzige koelheid op. „Bent u, nu de man hel vreeselijkste voor uwe oogen heeft doorstaan, schadeloos gesteld?" „Ik beklaagde hem," verzekerde Peccaduc, on ophoudelijk met brandende oogen het gezicht van den aartshertog bestudeerend. Want nim mer nog was hem zóóveel gelegen aan de gun stige gezindheid van den hoogen heer, als juist nu. „Maar als man, als soldaat, als Franschman verheugde ik mij in zijn moed, ik „Het executieveld is toch iets anders dan een theater, dunkt mij," onderbrak de aartshertog hem heftig. Zijn scherpe oogen maten den Franschman. Praatjesmaker, waarom ben je hier, terwijl het lijk in het hospitaal nog nauwelijks is verkild? Het kind Het arme kind van den veroordeel de. en de groote heer von Peccaduc!? Is het mo gelijk? „Toen ik aan de poort kwam, keizerlijke hoog heid," veranderde de Franschman op goed ge luk van onderwerp, verheugde het mij een auba de te hooren, het lied stemde merkwaardig over een met de woorden, welke ik gisteren sprak in het Invalidenhuis." „Men moet het dulden, omdat zij van goeden wille zijn," weerde de aartshertog ook dit thema af, hij zweeg, keek den Franschman don ker aan en zei toen vol bitterheid: „Peccaduc omdat u nu toch eenmaal hier bent als u het niet reeds vernomen hebt: Ook een tweede maal heeft uw inzicht gefaald; had u gelijk gehad, ik zou God danken!Met be trekking tot de Duitsche vrouw zeide ik, dat er onder hen zijn, die aan haar liefde sterven." „Votre Altessezei de Franschman aarze lend, automatisch verhief hij zijn oogen naar 't portret van de mooie prinses Henriette. De arme vrouw van den veroordeelde is dood, aan zijn dood gestorven." Smart verwrong het gelaat van den aartsher tog, terwijl hij schijnbaar rustig deze woorden uitsprak. „Grand Dieu!" riep Peccaduc uit. „Laat u door monseigneur verhalen hoe zij stierf. Ik zou mijn keizerlijke waardigheid, mijn veldheerschap, al mijn overwinningen wil len prijs geven, als u gelijk gekregen had, Pec caduc, en ik niet!Maar waartoe dergelijke woorden," onderbrak Karl zichzelf, met een po ging, zijn stem den gewonen, rustigen klank te geven. „Het is geschied; ik moet het dragen." „U moet bedenken, dat zij reeds sedert maan den lijdende was en wel door zijn schuld," zei Peccaduc op een toon van discrete deelneming. „Hij schijnt haar vóór haar laatste kraambed harteloos behandeld te hebben. Toen hij met doorschoten borst onder den lindeboom lag, was een der toeschouwers zoo wreed, daaraan te herinneren. Het volk is steeds wreed, als het de waarheid spreekt." „Peccaduc waarom bent u eigenlijk hier? Wat wilt u van mij?" vroeg de aartshertog on verhoeds op korten toon. „Ik had reeds de eer, uwe keizerlijke hoogheid mede te deelen dat ik hier ben om mijn degen aan uwer hoogheids voeten te leggen. Mijn woorden over het karakter der Pruisen veroor loof ik mij weliswaar te handhaven; maar deze Tessenburg stierf grandioos. Weliswaar kwam slechts zijn soldateske bravoure uit hemzelf voort; het koninklijke, het nobele, dat in zijn laatste oogenblikken op den voorgrond trad, was van een ander; het behoorde aan den grooten held van het austro-Duitsche ras, Karl von Habsburg, den strijder, apostel en belijder; Tes senburg in zijn dood en diens kind bij zijn lijk hebben een getuigenis afgelegd voor Karl van Oostenrijk-Lotharingen, zoo heerlijk, dat zelfs Bonaparte's ons allen bekende dithyrambe, daar bij in het niet verzinkt." „Ik begrijp niet wat u bedoelt," fronste Karl somber de wenkbrauwen. „Welk getuigenis, wat is dat met het kind?" riep hij plotseling opge wonden; „waar spreekt u over? Over dezen ring! Hij hief den met bloed besmeurden ring in zijn waswitte hand omhoog. „Dit bloedig getui genis gaf Tessenburg voor zichzelf en niet voor mij dat zeg ik u!" „Keizerlijke hoogheid, ik spreek over hetgeen bij het lijk geschiedde." „Wat? Wat is dat? Wat bedoelt u?" vroeg Karl heftig. Prelaat Sedlaczek verbleekte en gaf den Franschman een waarschuwend teeken. Maar Peccaduc was zoozeer in beslag genomen door zijn voornemen, dat hij de waarschuwing moed willig negeerde. „Keizerlijke hoogheid, u weet dus niet dat, toen Tessenburg door de kogels was neergelegd, zijn vriend „Maar ik verzoek u toch, generaal!" hief Sed laczek zijn hand op. „Ik heb alles verteld. Wilt u nog eens beginnen?" „Laat hem spreken!" zei Karl, het hoofd diep op de borst gezonken. „Zijn vriend heeft dus te gen mij gesproken, bij zijn lijk. Zeg mij alles! Wat is er nog dat ik niet hooren mag!" „Keizerlijke hoogheid, schande over hem, die deze euveldaad, deze lastering durfde bestaan. Mijn tong weigert haar dienst, maar uwe keizer lijke hoogheid beveeltWelnu: In een haast satanische redevoering, waarin waarheid en leu gen vermengd waren, zóó, dat argeloozen de leu gen aanvaarden moesten, heeft deze man den gefusilleerden moordenaar als een martelaar van zijn verdiensten, als den beste der echtgenooten, als den teedersten vader, als een slachtoffer van schandelijke intriges voorgesteld, hem, de schan de van het leger, den gewetenloozen verkwis ter „Hij is dood," hief Karl gebiedend zijn hand op. „Ja, keizerlijke hoogheid, hij is dood, hij stierf heldhaftig, grootsch en standvastig, omdat u zich hebt opgeofferd en zijn ziel in het laatste uur met eigen hand tot God teruggevoerd. En die praatjesmaker, wat zei hij? Begoocheld had men zijn edele, Duitsche hart, gedwongen had men hem, te biechten; en toen, met schuimende lip pen en wilde stem, begon hij den overweldiger van deze ziel, dien hij een huichelaar noemde, te karakteriseeren, zoodat ieder „Generaal!" bezwoer Sedlaczek, „bent u daar voor gekomen? Vermoedt u niet „Laat hem spreken, monseigneur," zei de aarts hertog dof en met door smart verstikte stem, „Tessenburg doorstond de degradatie!" „Maar." x ging Peccaduc voort, „nauwelijks noemt hij den naam KarlHet kind lag naast zijn vader op de knieën, met zachte handjes zijn gezicht streelend, en pogend met zijn zakdoekje het bloed te stillen De vorst rilde hevig, als geraakt door een on zichtbaar wapen, en staarde naar den ring van Napoleon, dien hij in de rechterhand hield. „Maar toen het kind den naam van uwe hoog heid hoorde noemen door den lasterenden mond, de politie trad niet tusschenbeide op bevel van een al te goed, al te nobel vorst stond het op. geheel besmeurd met het bloed van zijn vader, en het was geen menschelijke stem, maar die van een engel, die voor geheel het volk nu partii koos voor uwe keizerlijke hoogheid. Snikkend en half waanzinnig van smart om zijn vader, heeft het wonderlijke kind verklaard: Aartsher tog Karl heeft wel zijn vader gedood naar het lichaam, doch niet naar de ziel; de ziel had bi> uit den dood opgewekt, zoodat zij nu leeft ih Gods zalige aanschouwing. De carbonaro, zooals men hem beter noemen kan: de wildeman vroeg toen aan het kind: hoe het daaraan kwam, en het antwoordde: „Mijn vader heeft mij dat gezegd, toen hij afscheid van ons nam het klooster van Sint Elisabeth. Mijn vader licS® niet, hij is zoo waarachtig als God zelf." Met deze woorden knielde het kind wederom neer het bloed van zijn vader en bedekte diens ëe~ Iaat met kussen en tranen en vroeg met ont roerende stem: „Heb ik 't gezegd, zooals u het wilde, papa?" Stom van smart stond de aartshertog, de priester bedekte het gelaat met de hand erl weende. De aartshertog hief de oogen ten heme'' zijn verscheurde ziel werd overstroomd door bal semende troost; toen riep hij en zijn troebele omfloerste oogen flitsten op als bliksemstralen- „Waarom staan wij hier en knielen niet neeL Karl van Oostenrijk is niets; maar zij is van God en leeft in eeuwigheid: de Duitsche trouw!" (Wordt vervolgd-' DE VROUW EN HAAR TIJD ~«ü«c»c«c»c*c«c«c«c*c«':«o*o«o*o*e»c«o*c*cécécéc»c*c«»c*c«oéc»c«c»o«oéoSoScécëo2oSo2oSo«o8oSo2c«c*oSo*o#o§' •O«o«o»o«o«o»o*o»o*o»o«o*o»o»o»o»o»o«o«o«o*g;o«0fo;o»o •o»o»o#o«o»o*o*o»o*o*o»o*o«o*o«o*o»o*o»o»o«o«o»o*c*o*o«o« de kindermentaliteit kan indenken, zeker een glimlach ontlokt zal hebben, is de Spaansche omgeving, de Zuidelijke natuur, waarin de tee kenaartjes de Laplandsche ayonturen van den ganzentroep hebben gedacht en uitgebeeld! Ik weet het, het meerendeel van de men- schen is behalve wanneer zij er een in de vrije natuur zien voorbij schieten, niet erg verruk van het konijn. Men heeft zoo de gewoonte, dat diertje te beschouwen als een surrogaat van den onvolprezen haas. Maar even raar als het zou zijn om een vergelijking te gaan trek ken tusschen uw herdershond en uw kanarie even mis is het om het konijn te veroordeelen, omdat het diertje met den haas niets gemeen heeft dan zijn vorm en zijn snelheid. Een ko nijn is van keukenstandpunt bekeken heuscn geen mislukte haas. Verre van dat. Het bezi de uitstekendste hoedanigheden als gerecht, het is malsch, blank, goed van smaak; ze'fs meer, als men er maar goed mee omspringt- En ook dit is een factor duur is het al lerminst. Wanneer u bij een goed adres een aardig ko nijn gekocht heeft, dan kunt u dat op vele wij zen onderhanden nemen. Ten eerste kunt u 't gewoon braden, al of niet in den oven. Maar hiervoor zou ik u het volgende willen advisee- ren. Laat de poelier uw aankoop in stukken verdeelen, zout en peper de stukken naar het u belieft en wikkel dan ieder stuk in een dun ïapje vet spek, dat de slager machinaal voor u gesneden heeft. Om dat spek innig met het konijnenboutje te verbinden, prikt u door de beide einden doodeenvoudig een tandenstoker U weet wel. die houten stokjes die u per bosje kunt koopen. Dat is veel practischer dan dat gedoe met- draadjes. En denkt u daar ook eens aan bij blinde vinken, tongfilets en dergelijke opgerolde gerechten. Dan gaat u op de gewone manier aan het bx-aden in wat boter en onder veel bedruipen. Houdt u van een paar uitjes er bij, best, dat smaakt altijd heel erg goed. Wist u dat u ook een gemarineerd konijn kunt maken? Hiervoor legt u de stukken rauw een dag of twee van te voren in een marinade van 1/2 liter azijn, 1/2 liter water en wat laurierbladen, kruidnagelen en peperkorrels. Na dit bad gewoon braden. Wilt u een gestoofd konijn, dan begint u ook met het beestje even bruin te braden. Dan vischt u het uit de pan en voegt een half li tertje bouillon of jus bij het vet. Is het konijn nu weer in de pan, dan laat u het zachtjes aan mooi gaar stoven, ongeveer een uur of wat langer. Dan bindt u de saus met wat bloem- Dit gestoofde konijn kunt u net zoo smakelijk maken als u wilt. In elk geval maakt u de saus af met wat citroensap, maar verder kunt u er nog veel bij doen om het geheel plezierig te doen zijn. Ten eerste natuurlijk wat uitjes en kruiden, maar dan ook nog champignons, als M 't heeft een scheut witten wijn en ik durf het haast niet te zeggen hier in Holland een .fijngewreven pitje knoflook. Tot slot kom ik hier nog met een Engelsch recept voor u aandragen, n.l. konijn met kerrie. Hiervoor braadt u liet konijn in de stoofpan lichtbruin. U haalt het uit de pan en doet in het vet of de boter twee fijngesneden uien. Die laat u mooi bruin worden. Dan voegt u er een eetlepel kerrie en een eetlepel bloem bij onder flink roeren. Laat dit mengsel even braden, doe er dan een halven liter bouillon of jus bij, weer onder flink roeren en stop als de saus goed kookt, het konijn er weer in, in gezelschap van een fijngesneden appel en als dat noodig mocht zijn, wat peper en zout. Laat alles heel zacht ongeveer anderhalf uur stoven. Bij dit konijn geeft u uw dischgenooten goed drooggekookte rijst. Het in stukken gedeeld zijn geldt voor al de ze recepten, evenals het zouten en peperen. Cl. E. Breit gij reeds met Neveda-Wol Aan Neveda, Heerengr. 483, A'd.-C. M., U gelieve mij gratis te zenden een Neveda-breipatroon voor een: Damesblouse, Deuxpièces, Heeren- slipover of Meisjesjurkje (doorhalen wat niet verl. wordt), en den naam van den Neveda-winkelier te mijner stede op te geven. VIII Naam Adres „Of en in hoeverre de papieren melkflesch haar glazen zuster zal verdringen, is nog steeds niet uitgemaakt en vermoedelijk zal er ook wel altijd plaats voor beide blijven," aldus het of ficieel orgaan van den Alg. Ned, Zuivelbond. Op het eerste gezicht is men spoedig geneigd te verklaren, dat de papieren melkflesch de op lossing voor de toekomst is. Geen schoonmaken meer van de ledige flesschen en geen verreke ning meer van den melkbezorger met de klan ten en van de inrichting met den melkbezorger. Toch doen zich voor het dagelijksch gebruik moeilijkheden voor, welke niet zonder meer voorbij kunnen worden gegaan. In de eerste plaats is de publieke opinie tegen flesschen van papier gekant, omdat nu eenmaal een flesch van glas moet zijn ook de metalen flesch heeft geen ingang kunnen vinden De verbruiker kan in de glazen flesch de melk beter „beoordeelen", althans wat deroom- laag betreft. Voor de melkinrichting is de pa pieren melkflesch dikwijls zeer schadelijk, wan neer de productie grooter is geweest dan de verkoop. Alles bij elkaar genomen komen de papieren flesschen duurder dan de glazen fles schen, ook wanneer men bij deze laatste de verliezen door breuk en de kosten voor het reinigen behoorlijk zwaar laat wegen. Aangenomen mag worden, dat de glazen flesch een gemiddelden levensduur heeft van 22 tot 30 dagen en dat bij de groote reinigingsin- stallatie één flesch breekt op 21/2, welke op andere wijze verloren gaan. Wie het geduld heeft om de smalle bandjes één voor één met fijnen steek in te rimpelen en daarbij den smaak om de juiste kleuren bijeen te brengen, kan een tot vervelens toe gedragen jurk-voor-in-huis eens een ander aspect geven door er een halsversiering op te fabriceeren, zooals onze teekenares hier beneden schetste De werkmethode wijst zich vanzelf: Uit tule dubbel omdat dat steviger is wordt naar een goedzittend kraagje, hetwelk we in ons bezit hebben, een model geknipt en met de hand afgewerkt. Dan rimpelen we de smalle lintjes of bandjes in en naaien die met een onzichtbaar steekje op gelijke afstanden op de tule. Ribslint of smal bandfluweel laat zich goed verwerken, maar een aardig effect geeft ook wollen band, waarvoor we ons tot de goed ge- sorteei-de meubelzaak zouden kunnen wenden. Rond den jeugdigen hals van een zeventienja rige zal een bonte kleur-schakeering bijvoor beeld van rood, groen, geel band zeker niet misstaan. Maar rustiger is het effect, wanneer we ons aan één kleur houden in afloopende tinten. Gaat onze voorkeur uit naar nog iets stemmi- gers, dan laten we een lapje van de japonstof in centimeter-smalle bandjes ajouren en naaien deze fijn ingehaald op de tule. Verrichten we de bewerking van het oprij gen en vastnaaien op de tule met een papier er onder, dan is de kans van ongewenscht in trekken onder het werken uitgesloten. (Van onze correspondente) Nadat deze lang voorziene, maar toch nog onverwachte mare zich verspreid had. ver plaatste het leven van Rome zich in één slag naar het St. Pietersplein. In een spontane uiting van geloof en rouw wierp het volk zich op de knieën voor de treden van de basiliek, om te bidden voor de rust van den Vorst der Christenen. Daarna verspreidde het zien onder de colonnaden, om de fonteinen, onder den obe lisk. Het groeide aan, het slonk, het breidde zich weer uit, al naar gelang de uren van den dag, maar het bleef e-r, heel den Vrijdag, heel den Zaterdag, want voor het volk van Rome is wachten geen wachten. Het is niet een langwijlig van het eene been op het andere staan, het is niet zuchten, op de klok kijken en weer zuchten het volk. van Rome is ver groeid met het verbeiden van de groote ge beurtenissen, die zich sinds eeuwen en eeuwen in de Pausstad afspelen. De Romein weet zich een houding te geven hij leunt tegen een fontein of zit op een steenen paaltje, hij leest zijn krantje en maakt nu en dan een praatje. Heele gezinnen nestelen zich om de basemen ten van de colonnade van Bernini, die er als voor gemaakt schijnen. De kinderen spelen ver stoppertje om de kolommen of loopen de dui ven na. Het kleintje, op moeders schoot, krijgt, wanneer het honger heft, te drinken of mag zijn eerste pasjes in het ouderwetsche looprek zetten, dat ook voor de gelegenheid is mee gebracht. Bevende grootvaders en verschrom pelde opoetjes, kijken glunderend naar 't dar tele nakomelingschap, een hongerige bedelaar geeft de kruimeltjes uit zijn leegen zak aan de duiven, een kindermeisje rijdt de baby heen en weerMet 'n benijdenswaardige rust bezien deze menschen het drukke beweeg rond het Vaticaan: journalisten die af en aan rennen, fotografen, die dan hier, dan daar staan te knipoogen, filmoperateurs, die maar draaien en stellen en draaien, voorname auto's, die vor sten, kardinalen en gezanten van de heele we reld naar den grooten Doode brengen. Het volk van Rome wacht onverstoorbaar en voornaam het uur, dat de zware poorten van den St. Pieter zich zullen openen Dit gebeurt Zondagochtend om 8 uur. Dan ls plotseling het St. Pietersplein als schoonge veegd. Een dubbele rij van soldaten en cara binieri heeft zich opgesteld als een levende haag dwars over het plein en daartusschen gaat stil en ingetogen de bonte menigte: volksvrouwen en elegante dames, paters en wereldheeren, semi naristen en zusters, die heele weeshuizen voor zich uitdrijven, fascisten met hun zwarte hem den naast vreemdelingen met Baedeker en ca mera. Zij loopen eendrachtig en gesloten als 'n groote kudde; het zijn immers de schapen uit dien Eennen Schaapstal, die hun dooden Herder 'n laatsten groet gaan brengen. Zoo gaat 't ver der langs de Vaticaansche caribinieri met hun tricorni en de Palatijnsche wacht met hun hu zarenmutsen naar de Sacramentskapel, waar onze doode Paus in zij,n rooden mantel op zijn purperen praalbed troont. Het kleine gezicht is zoo wasbleek tusschen deze felle kleuren en 't goud van den mijter, de voeten, die eens de hoogste bergen hebben beklommen zijn zoo stijf en levenloos, de flikkerende kaarsenvlammen belichten en overschaduwen, de vier ridders van de „guardia mobile" in hun staatsie tenue van roode jas en witte broek die onbeweeglijk als beelden met getrokken sabel, om het lijk van Pius XI staan. Deze laatste audiëntie van den H. Vader heeft iets onwezenlijks en boven- aardsch. En iedereen wil zoo lang mogelijk de zen aangrijpenden indruk in zich opnemen, doch men moet weer verder, want de rij groeit aan van hier tot aan den Tiber, van den Ti ber tot in de aderen van de stad. Eenmaal in het tegenovergestelde schip van de immense ba siliek, herneemt het volk weer zijn natuurlijke onbevangenheid: de Zustertjes roepen hun weeskinderen bij elkaar, een moeder sust haar baby, een ander sleept een idioot kind mee, 'n oud vrouwtje met haar zwarte hoofddoekje en den rozenkrans tusschen de beenige vingers kijkt met open mond omhoog links, rechts zij is in jaren niet uit geweest, maar nuZij rnoest den Paus zien. Een zwerver, die anders niet langs de strenge controle aan den ingang Dit receptje dat U zelf. klaar maakt is uit stekend tegen verkoudheid, hoest en kinkhoest. Een kind heeft van nature een hekel aan me dicijnen. Daarom zult U blij zijn met het re cept van een goedsmakende hoestsiroop. In een kwart liter heet water lost U een eetlepel suiker op. Na afkoeling voegt U hieraan toe 30 gram Vervus (dubbel geconcentreerd) die U bij eiken apotheker of drogist kunt koopen. Even goed roeren en Uw hoestsiroop is gereed Dosis: voor kinderen van 38 jaar: 1 thee lepel, voor kinderen van 8—12 jaar: 1 dessert lepel, voor volwassenen: 1 eetlepel. Na de drie voornaamste maaltijden en voor het naar bed gaan. Vergeet niet een 30-grams-fleschje Ver vus (dubbel geconcentreerd) in huis te halen. Eewaar dit receptje goed. (Adv.) durft te komen, strompelt nu onwennig door dc gewijde ruimtehij moest den Paus zien. Een secure Engelsche doet ijverig pogingen om haar binocle te stellen en zoo vanuit de verte den Paus te zien; een oude Italiaansche schar relt met haar face-a-man; een vader tilt zijn kleine meisje in haar zijden camavalspakje in de hoogte zij moet toch óók den Paus zien. En tusschen dit alles knielen hier een paar monniken, hun handen gevouwen en oogen ge sloten en daar een paar zusterkens, de gezich ten diep in de witte kappen, op hun lippen een gebedHeer, geef zijne ziel de eeuwige rust. C. P.—D. Zwedens meest gevierde, nu tachtigjarige schrijfster Selrna Lagerlöf ontving dezer dagen een aardig en origineel geschenk van Spaan sche kinderen uit een Kinder-tehuis in Denia. De stakkertjes hadden gehoord, dat de schrijf ster van dat verrukkelijke kinderboek „Niels Holgersons wonderbare Reis" de helft van de som, die haar bij de jubileum-voorstelling van het Dramatiska Teater werd ter hand gesteld, voor 't Tehuis had afgestaan. Daarvoor, kwam het spontaan in de kinderhoofdjes op, moesten ze haar hun dankbaarheid toonen. En zoo begonnen ze met grooten ijver te tee kenen: de eene gebeurtenis na de andere uit haar boek, waarvan ze zoo genoten hadden. Kleine handjes bi-achten in kinderlijke krom me lijnen op papier wat Niels allemaal beleef de op zijn reis met de ganzen. Ze wisten van geen uitscheiden, zoodat hun illustraties in twee dikke boeken verzameld werden, die naar Selma Lagerlöf werden opgestuurd. Het zal de grijze schrijfster plezier gedaan hebben, het werk van de Spaansche kindertjes te bezien, niet enkel om de aardige gedachte, die er achter schuilt, maar ook om de teeke- ningen zelf. Want de kinderen uit dat Zuidelij ke land zijn over het algemeen zeer artistiek begaafd en er waren schetsen onder, die op zich zelf voor kleine kunstwerken konden door gaan. En wat mejuffrouw Lagerlöf, die zich zoo in iiiiiiiiiiiiiiiiijiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiniiiiiiiiii En de kleurige, ijle sluiers, die dit komende seizoen het coquette appendix zullen vormen van dwaze ronde hoedjes zouden geïnspireerd zijn op het verbonden hoofdje van madame Ag nes, de toonaangevende Parijsche modiste. Ten gevolge van een auto-ongeluk moest zij name lijk eenigen tijd het voorhoofd in verband dra gen en ze was geen Parisienne geweest, als haar vernuft en smaak niet de oplossing had den weten te vinden om er tóch charmant uit te zien. De soepele dunne sluier immers kan quasi nonchalant even goed langs 't voorhoofd gedragen worden als losjes onder de kin of rond den nek! Deze trouvaille is niet de eenige gril van madame Agnes, die in haar hoeden-creaties ver eeuwiging heeft gevonden. De legende gaat, dat Madame eerst in een aanval van woede, toen een ontwerp haar niét lukte, het klokje van den schoorsteen nam en dit aan gruzelementen wierp. En zie, het gedeukte uurwerk-omhulsel gaf haar precies de inspiratie, die ze tever geefs gezocht had! En die malle, piepkleine hoofddekseltjes, die in modieuze kringen toch in ernst gedragen werden, maakte ze oorspronkelijk alleen maar voor de grap, voor den lievelingshond van haar zoontje. Toen ze echter uit speelschheid eens zoo'n clownshoedje op haar eigen keurig ge kapt hoofd zette en zichzelf in den spiegel be keek, werd deze nieuwe modegril geboren. Handige vingers, verfijnde smaak en durf, daar komt het op aan; de inspiratie is overal. IIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIII Het is nauwelijks te gelooven dat dit handgebreid is. Uit ragfijnen, zwarten woldraad ontstond, het ajourmotief, waardoor dit model tot het genre „gekleed" behoort. Want we zijn eerder geneigd een wolgebreid japonnetje als sportief te beschouwen. Omdat zoo'n japon, ook wanneer de mantel er eenige malen over aan- en uitgaat, hoege naamd niet kreukelt, is dit voor de vrouw, die veel buitenshuis moet vertoeven een prettige en practische „vier tot middernacht jurk" zooals de Parijsche zegt. De ceintuur van glinsterend strass geeft een feestelijk accent Het wonder van den bol, die bloem aan 't worden is, voltrekt zich in dit jaargetijde op onze vensterbanken. Het dubbele wonder: dat dit bloemworden binnenshuis geschiedt en lang vóór den natuurlijken bloeitijd. Z'n kunde en kennis heeft de mensch aan gewend om zelfs naar believen in te grijpen in den loop der natuur en we weten al niet beter of het is vanzelfsprekend, dat we in het najaar „vervroegde bloembollen" kunnen aan schaffen in elke soort en variëteit. Met zorg en volgens de voorschriften van den bollen-cataloog hebben we het vorig seizoen de bollen in bloempotten en bakken gepoot en ze. toen na vele weken de neuzen tot onze verras sing want het is elk jaar weer een verras sing, dat het proces zich zonder ingrijpen vol trekt eenige centimeters lang waren, hebben we ze in het licht gebracht. Éérst als overgang in een donkeren kamerhoek, toen kregen ze hun plaatsje op de lichte vensterbank, waar ze zich naar hartelust konden laten streelen door elk spaarzaam winter-zonnestraaltje, dat naar bin nen wilde glijden. Onze liefderijke verzorging wordt beloond. De,groene knoppen zijn gaan zwellen tus schen het stijfbeschuttende blad; even berstend, laten ze misschien de kleur van de hyacint al doorschemeren. En langzaam, ongemerkt schuift de bloemknop omhoog uit z'n spitse bladhulsels en rekt zich, tot de vleezige, nog dichte trosbloempjes stuk voor stuk hun kelk jes openen, waaruit de zoete geur, mild en be dwelmend ons tegen stroomt. De hyacint bloeit. Als we in de kamer niet te hard stoken en we zetten den bloemenbak of den bloempot des avonds in de koelte, dan kan de bloei tot we ken gerekt worden. Aanmerkelijk langer houden 't de zelfgetrokken hyacinten dan de bloeiende-met-bol, die we nu bij den bloemist kunnen koopen om er onze bakken mee te vullen; want de harde winter, die ons met Kerstmis overviel, heeft de bollen over het algemeen kwaad gedaan en de bloem onwillig gemaakt om zich nog lang te hand haven na het overplanten doorstaan te heb ben. Waarop is de eeuwige wisseling van lijn en kleur, van snit en vorm, van garneering en af werking gebaseerd? Wat inspireert de makers van de mode om juist dat bepaalde te kiezen? Het globale antwoord is: alles wat er oth hen heen gebeurt, dus: de we.reldtoestand zoowel als een politieke gebeurtenis; de film zoowel ais een gril van het oogenblik. Zoo danken we den Sneeuwwitje-prins, die van top tot teen is uitgedost, zooals sprook jes-prinsen dat hooren te zijn, de kittige, hoog- gebolde jagershoedjes, die den ganschen win ter hun opgang bleven maken. Toch moeten we in dit jaargetijde, de feeste lijkheid van de geurende, volbloeiende hyacint in huis niet missen; het is wat blijheid in de grauwheid van den winter en een belofte van spoedig komende lente. «r

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 8