Het overlijden van den Paus
n
Ambassadeurs van Bonnet
Een diplomatiek
spel
OpqepaAtqtiep!
Aspirin
De Soesoehoenan
overleden
m
Tusschen Rome en
Burgos
Den Duitschers te
slim af
W
SCHRIJVEN VAN HET
EPISCOPAAT
C'100
MAANDAG 20 FEBRUARI 1939
ZWANENBERG
lint
ISfe-
Büitenlandsch overzicht
Pi© mm
I
tr*'!
v*20-
«Nou
maakt - wat smaakt!
lil
tr%t irr Wfwm
MIMI
In
Katholieke Actie
Leeraar der waarheid
Zorg voor de missiën
Gebeden voor de Pauskeuze
Sportvliegers schoten
flink op
De P.H.-W.D.R. in Brindisi geland
Deze vorst had een open oog voor
de behoeften van zijn
land en volk
R.K. Universiteit
Zegenrijk beleid
W WZM sJ
mmÈÊÊ
Sy#
Carnaval te München. Ook de marktvrouwen konden de bekoring om een dansje
te maken niet weerstaan
Intocht van Prins Amadeiro XVIII te Oeteldonk. Prins Carnaval begroet de
Bosschenaren vanuit zijn koets
Levensbijzonderheden
Bestuur sover dracht
Begrafenis
Nu is het opletten en on
middellijk ingrijpen, diis
bij de eerste teekenen
direct Aspirin nemen!
Avontuurlijke ontsnapping van een
Nederlander uit gevangenis
te Borken
Voorbereidingen waren
zeer minutieus
Pikant, welgevuld en zeld
zaam appetijtelijk van geur
en kleurzoo zijn de
verschillende borrelworstjes,
waarmee Zwanenberg het
plezier van Uw „avondjes"
en huiselijke feestjes ver
hoogt. Hot dogs, Frankfurter
worstjes... niemand maakt
ze zoo precies naar Uw
smaak, als Zwanenberg.
In alle kerken en kapellen van het aarts
bisdom en de andere bisdommen is Zondag
het volgende schrijven van het Nederland-
sche Episcopaat voorgelezen:
In een tijd vol zorgen zoowel voor de Kerk
als voor de geheele menschheid heeft het God
behaagd onzen H. Vader Paus Pius XI tot Zich
te roepen. Het lichaam was reeds lang gebrek
kig, doch de geesteskracht bleef onverzwakt,
zoodat het einde nog betrekkelijk onverwacht
is gekomen.
Zeventien jaren heeft Paus Pius XI de Kerk
Gods met wijsheid en kracht bestuurd. Met eerbied
en bewondering zag ook de niet-katholieke we
reld op naar dezen Paus met zijn groote gees
tesgaven, zijn onvermoeide werkkracht, zijn on
baatzuchtig streven naar vrede en verzoening,
zijn moed en beslistheid in het verdedigen van
de waarheid en de rechten van God en de Kerk.
Iedereen luisterde naar de woorden, die ge
sproken werden door den grijsaard van het
Vaticaan, onverschrokken en zonder aanzien
des persoons, doch steeds, zooals Hij zelf eens
verklaarde „afgewogen op de weegschaal der
waarheid en der liefde."
Zijn pontificaat is de Kerk tot rijken zegen
geweest. Als program had Hij zich gekozen
„den vrede van Christus in het rijk van Chris
tus" tot stand te brengen. Daartoe moest op
de eerste plaats het innerlijk leven der Kerk
worden hernieuwd en versterkt.
Het groote middel, aangepast aan de eischen
des tijds, om „alles te herstellen in Christus",
zag Hij in de Katholieke Actie, de deelname
der leeken aan het apostolaat der hiërarchie.
Waar de krachten der priesters ten opzichte
van de menigvuldige nooden zoo dikwijls te
kort schieten, zouden de geloovigen meer dan
tot dusver, in innige aansluiting bij de hiërar
chie, medewerken „aan de uitbreiding van het
Godsrijk in de maatschappij". Zij zouden dan
ook de aangelegenheden der Kerk meer als
hun eigen aangelegenheid gaan beschouwen.
Het woord des Pausen heeft alom weerklank
gevonden en het was een groote troost in zijn
laatste levensjaren, dat de Katholieke Actie
over bijna geheel de wereld een levendig en
vruchtbaar Apostolaat ontwikkelde.
Verder wekte Hij op tot verdieping van het
godsdienstig leven in zijn zendbrieven over
Christus' Koningschap, over het eerherstel aan
Jezus' Goddelijk Hart, over de geestelijke oefe
ningen, over het Goddelijk Moederschap van
Maria, over het bidden van den Rozenkrans,
zijn laatste Encycliek.
Als leeraar der waarheid is de Paus opgetre
den in een dertigtal belangrijke encyclieken en
tallooze toespraken.
Hij zette daarin de christelijke leer uiteen
over het huwelijk, het gezinsleven en de opvoe
ding; treffend schilderde Hij de verheven
waardigheid van het priesterschap. Aansluitend
bij Leo XIII gaf Hij in „Quadragesimo Anno"
op magistrale wijze de richtlijnen aan voor een
economischen, socialen en maatschappelijken
heropbouw der maatschappij, wees Hij den weg
naar een nieuwe gemeenschap, een levensvoor
waarde, ook voor een bloeiend godsdienstig le
ven. Scherp veroordeelde hij de groote dwalin
gen van den modernen tijd, het extremisme van
linksch en rechtsch: het goddelooze communis
me zoowel als de excessen van een staatsabso-
lutisme, dat den „mensch zijn hem als persoon
lijkheid door God gegeven rechten" wil ontne
men, den rassenwaan en de theorieën van het
nieuw-heidendom.
In talrijke concordaten regelde Hij de ker
kelijke verhoudingen met de na den oorlog
nieuw ontstane staten. In de Lateraansche ver
dragen en het Concordaat sloot Hij vrede met
Italië, wat een zegen was voor het kerkelijk
leven in dit land en waarin tegelijk de souve-
reiniteit des Pausen en daarmee Zijn onafhan
kelijkheid en onpartijdigheid ten opzichte van
andere staten werd gehandhaafd.
Een bijzondere zorg wijdde Hij ook aan de
Missiën. Hij spoorde alle geloovigen aan deze
door gebed en offers te steunen, richtte talrijke
nieuwe apostolische vicariaten op, bevorderde
krachtig de vorming van een inlandschen cle
rus en de aanstelling van inlandsche bisschop
pen. Ook de hereeniging der Oostersche en
andere afgescheiden christelijke Kerken gingen
Hem ter harte, doch tegelijkertijd stelde Hij
duidelijk de voorwaarden eener hereeniging
vast.
Een groot geleerde, bleef Hij ook als Paus be
langstelling toonen voor de wetenschap en Hij
heeft ingrijpende maatregelen genomen ter be
vordering der kerkelijke en universitaire stu
diën.
Zoo zal het Pontificaat van Pius XI een
plaats van beteekenis blijven innemen in de
geschiedenis der Kerk. Doch zware beproe
vingen werden Hem niet gespaard. Vooral
de laatste jaren heeft Hij zijn Goddelijken
Meester het kruis van Calvarië moeten na
dragen. Zijn pontificaat viel in een periode,
waarin de menschheid ontwricht scheen op
ieder gebied. Wij behoeven slechts te wij
zen op de bloedige kerkvervolging in Rus
land, Mexico en Spanje, op den „lijdensweg"
der Kerk in het Duitsche Rijk, op den gru-
welijken broederoorlog in Spanje,, op den
oorlog in China, die het bloeiende missie
werk aldaar dreigt te vernietigen. En de
Paus, die de bevordering van den vrede in
zijn program geschreven had, zag de volke
ren dreigend tegenover elkander staan in
een steeds toenemende bewapening. In Zijn
laatste groote radiotoespraak op den dag
van het accoord van München offerde Hij
God Zijn leven op „voor het heil en den
vrede van de wereld." God heeft dit offer
nu aanvaard; moge Hij ook 's Pausen bede
verhooren
Beminde geloovigen! Danken wij God voor
het vele, dat Hij ons in Paus Pius XI heeft ge
schonken. Toonen wij die dankbaarheid door
onze vurige smeekingen, dat God den onver-
moeiden strijder voor Zijn eer spoedig de eeuwi
ge rust en de eeuwige belooning moge schen
ken! Doch dat onze dankbaarheid zich vooral
uite in onze daden, doordat wij naar Zijn ver
maningen blijven luisteren en die opvolgen.
Defunctus adhuc loquitur. Na zijn dood spreekt
Hij nog tot ons, wekt Hij ons op tot onwan
kelbare trouw aan Christus onzen Koning, die
is „de weg, de waarheid en het leven".
De Pausen sterven, het Pausdom is onsterfe
lijk. Dit is de groote troost bij het zware ver
lies, dat de Kerk heeft geleden. Christus heeft
beloofd te zullen zijn met Zijn Kerk tot het
einde der tijden en Hij zal Haar een nieuwen
Stedehouder geven. Over eenige dagen zullen de
Kardinalen der Heilige Roomsche Kerk in con
claaf te zamen treden, om onder bijstand des
H. Geestes een nieuwen Paus te kiezen. Terwijl
zij dezen verantwoordelijken plicht vervullen,
moeten wij ons voor God nederbuigen in oot
moedig gebed en met aandrang tot Hem roepen:
„Gij, Heer, die aller harten kent, toon, wien Gij
hebt uitverkoren!"
Dienovereenkomstig bepalen Wij als volgt:
1. In alle kerken van het Aartsbisdom en
de Bisdommen zal binnen een week na afkon
diging van dit schrijven voor de zielerust van
Z. H. Paus Pius XI een gezongen en waar
zulks geschikt kan, een plechtige uitvaart
gehouden worden, waarbij de geloovigen wor
den verzocht tot de H.H. Sacramenten te na
deren.
2. Totdat de verkiezing van den nieuwen
Paus bekend is, zullen de priesters in de H. Mis
het gebed „pro eligendo summo Pontifice" bid
den. (Oratio imperata tamquam pro re gravi).
3. Na iedere vastgestelde H. Mis zullen door
den priester met de geloovigen gebeden wor
den vijfmaal het ,,Onze Vader" en „Wees Ge
groet", om Gods bijstand af te smeeken over
het Conclaaf.
En zal dit Ons herderlijk schrijven op de ge
bruikelijke wijze in alle kerken van het Aarts
bisdom en de Bisdommen en in de kapellen,
waarover een rector is aangesteld, worden voor
gelezen op Zondag Quinquagesima.
Gegeven den llden Februari van het jaar
O. H. 1939.
t Dr. J. DE JONG,
Aartsbisschop van Utrecht.
t P. A. W. HOPMANS,
Bisschop van Breda.
t A. F. DIEPEN,
Bisschop van 's-Hertogenbosch.
t Dr. J. H. G. LEMMENS,
Bisschop van Roermond.
f J. P. HUIBERS, Bisschop v. Haarlem.
De vliegers Rous en Heymans, die op hun
tocht met de PKWDR van Amsterdam naar
Batavia gedurende de drie eerste dagen met
slecht weer hadden te kampen en dientenge
volge weinig konden opschieten, hebben Zondag
de reis voortgezet en zijn er in geslaagd het ge
heele Italiaansche schiereiland over te vliegen.
In den vroegen Zondagmorgen te ongeveer 7
uur startten zij van het vliegveld te Nice,
waar was overnacht en na een tusschenlanding
te Napels streken de vliegers Zondagmiddag om
half vier op het vliegveld te Brindisi neer. Ge
durende het eerste gedeelte van den tocht langs
de Westkust van Italië 'was het prachtig vlieg
weer. Gedurende den tocht van Napels naar
Brindisi over de Zuidelijke Apennijnen hadden
zij zoo nu en dan last van zware regenbuien.
Vandaag zullen de heeren Rous-en Heymans de
reis voortzetten.
NIJMEGEN. Geslaagd voor het candidaats-
examen in de. rechten de heeren L. F. C. M.
Bloemen te Roermond en F. H. N. M. Beliën
te Leende (N.B.).
SOERAKARTA, 20 Febr. (Aneta). Heden
morgen te half acht is, na een langdurige
ziekte, overleden de Soesoehoenan van
Soera-karta.
De volledige betiteling van den overleden
zelfbestuurder van Soerakarta, den Soesoe
hoenan, luidt: Pakoe Boewono (spijker van de
wereld), Senopati Ingalogo (aanvoerder in den
krijg), Abdoerrachman (dienaar van den barm
hartige), Saijidin (heer van het geloof), Pa-
noto Gomo (regelaar van den godsdienst), Ka
ping Poeloeh (de tiende).
Den vorst werden in den loop van zijn leven
de volgende onderscheidingen toegekend: groot
kruis der orde van den Nederlandschen Leeuw,
ridder grootkruis In de orde van Oranje Nas
sau met de zwaarden, grootkruis der konink
lijke orden van Cambodja, grootkruis der kroon
orde van Siam, ridder van den tweeden graad
der tweede klasse van den Dubbelen Draak
van China, grootkruis der Mecklenburgsche
huisorde van de Wendische kroon, groot
kruis der orde van Nichan Iftikar van
Tur.is ridder der eerste klasse der orde
van Khim Khanh van Annam, grootkruis der
militaire orde van onzen Heere Jezus Christus
van Portugal, grootkruis van de orde van den
Keizerlijken Draak van Annam, grootkruis der
orde van den Witten Olifant van Siam, groot
kruis der orde van Leopold II van België,
groot eereteeken met het lint der hoogste klasse
van verdiensten van de republiek Oostenrijk,
grootkruis der koninklijke orde van de ster
van Anjouan, grootkruis van de orde van de
Poolster van Zweden, grootkruis der orde van
de Kroon van Italië, groot-officier Leopolds
orde van België, groot-officier van de orde van
Venezuela, groot gouden eereteeken met de ster
van Oostenrijk, ridder der tweede klasse met
de ster van de orde van verdiensten van St.
Michael van Beieren, ridder van de tweede
klasse met de ster der orde van den Roodeh
Adelaar van Pruisen, commandeur met de ster
der Oostenrijksche orde van Franz Joseph,
commandeur der eerste klasse met de ster der
orde van Hendrik den Leeuw van Brunswijk,
commandeur van den eersten graad van de
Dannebrogsorde van Denemarken, commandeur
met de plaque der orde van de zwarte ster van
Den laatsten tijd is de „oppositie-pers",
d.w.z, die bladen, die het op het oogenblik
eens zijn met niemand, noch met de politiek
der democratische staten, noch met die van de
asgenooten, hevig vertoornd op minister Bon
net, die het Fransche departement van Bui-
tenlandsche Zaken bestuurt. Een politiek-hu-
moristisch weekblad had onlangs van hem ver
teld, dat hij thans omgekocht scheen te zijn
door de Fransche regeering, hetgeen het blad
ongehoord achtte. Dit was een sarcastische be
schrijving van het feit, dat Bonnet een voor den
Quai d'Orsay in langen tijd ongekende activi
teit ontwikkelt; intensiever misschien nog dan
in de critieke dagen voor Muenchen. Het beste
bewijs hiervoor is het gebruik van particuliere
ambassadeurs, een gebruik, dat Bonnet blijk
baar geleerd heeft van een geheele reeks voor
gangers, die voor Frankrijk netelige vraagstuk
ken hadden op te lossen.
Gewend om over alles en nog wat uitvoerig
ingelicht te worden, is de bovengenoemde op
positie-pers verbolgen over de extra-geheim
zinnigheid, die deze particuliere ambassadeurs
om zich heen verspreiden het was, zelfs voor
madame Tabouis, toch al zoo moeilijk de diplo
maten van carrière te doorgronden.
'Wat doet Baudouin, de bankier en admini
strateur van het genootschap "FrankrijkItalië
in Rome? Zij, die een tweede „Muenchen" vree
zen, waarbij thans evenwel Daladier of een
Fransche ambassadeur in een anti-chambre op
het vonnis zal moeten wachten, hebben zich
daarover ongerust gemaakt, vooral sedert een
andere „ambassadeur de Bonnet", de vice-pre
sident van het genootschap Frankrijk
Duitschlahd, de Brinon, in conflict gekomen
zou zijn met den ambassadeur de France te
Berlijn, Coulondre. Toen deze laatste namelijk
protesteerde tegen een bericht van de Börsen-
zeitung, volgens welke Parijs naar een grond
slag voor onderhandeling met Italië zocht, zou
Von Ribbentrop dezen een en ander meegedeeld
hebben uit een onderhoud tusschen hemzelf en
de Brinon, dat deze berichten bevestigde. De
„Daily Telegraph", die zich uiteraard over het
geval niet opwindt, meldde dienaangaande, dat
Baudouin te Rome onderhandeld zou hebben
over den verkoop van aandeelen in de Suez-
kanaalmij. en den spoorweg Addis-Abeba-Dzji-
boeti aan Italië; de stichting van een vrije
havenzone of zelfs een internationale vrijhaven
in Dzjiboeti; en het tot ongeiimiteerden ter
mijn verlengen van de voorrechten der Italia
nen in Tunis.
Het is onmogelijk thans reeds Wahrheit en
Dichtung in deze berichten te scheiden, doch
er blijkt wel uit, dat Bonnet niet stil zit. De
„Populaire" en De Kérillis in de Epoque wer
pen den minister zijne onlangs afgelegde ver
klaring voor de voeten, volgens welke hij geen
afstand van maar een duimbreeds Franschen
grond zal dulden. Nu kan Bonnet allereerst
daartegen opwerpen, dat zelfs de meest rigou
reuze doorvoering van het in de „Daily Tele
graph" gemelde programma geen afstand van
Fransch gebied in den strikten zin bevat. Doch
de Fransche minister weet evenzeer, dat men
buitenlandsche politiek niet kan bedrijven zoo
als de C. G. T. het de binnenlandsehe deed met
werkstakingen. Ofschoon de houding van het
Palazzo Chigi Frankrijk noopt de eer aan zich
te houden en zwijgend de formuleering van
eischen door den Duce af te Wachten en met
hoeveel ongeduld wordt er gewacht! sondeert
Bonnet, nu de officieele wegen zijn afgesloten,
langs officieuzen weg, hoe een overeenkomst
bereikt kan worden: een beproefd middel der
Fransche diplomatie. Hij weet wel, dat aldus de
grootste scherpte van eventueele eischen kan
worden opgevangen, en bovendien voelt Lon
den veel meer voor een overeenkomst dan voor
een nieuwe crisis, vooral daar het den Britten
voorkomt, dat sommige Italiaansche eischen,
zooal niet op het strikte recht, dan toch op de
billijkheid gegrondvest zijn. En naar Londen
moet Parijs nog immer luisteren.
Elders had Bonnet met zijn methode reeds
succes. Bérard, voor de eerste maal naar Bur
gos gezonden om quasi over het vluchtelingen
probleem te onderhandelen, beweert thans open
lijk in zooverre succes gehad te hebben, dat zijn
besprekingen, die kennelijk niet alleen maar
over vluchtelingen gaan, zeer goed verloopen
Men moet den Franschen minister gelukwen-
schen met de handige wijze, waarop hij den
politieken reuzenzwaai volbracht: van hevig
pro-Madrid wordt de Quai d'Orsay thans zeer
vriendelijk jegens Burgos. Rome maakt er zich
kwaad over: de barrière van Genua blijkt dus
wel even anders te liggen dan tusschen Madrid
en Burgos. Zij ligt, naar meer en meer duide
lijk wordt, dwars door de Middellandsche Zee.
Dit, en het feit, dat Fransch kapitaal in Spanje
zeer geïnteresseerd is, bracht Bonnet ertoe
naar Franco's vriendschap te dingen naar
het schijnt niet zónder succes. Met zijn linker
hand Rome geruststellend, bracht hij het met
zijn rechterhand, die van de linker niet weet,
schade toe: een diplomatiek spel, dat misschien
niet verheffend, doch in hooge mate interes
sant is. Bonnet schijnt het spel bovendien goed
te spelen, en daarbij heeft Frankrijk niets dan
winst te verwachten. Ondanks de „Populaire''
en Henri de Kérillis.
Bonin, houder van de orde van het Roode
Kruis, luitenant-generaal bij de legers van
Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden,
hofhoudende te Soerakarta Adiningrat.
Zijne vorstelijke hoogheid zag het levenslicht
op 29 November 1866 en werd op drie-jarigen
leeftijd tot kroonprins verheven.
Op zestienjarigen leeftijd werd de kroonprins
in 't Mohammedaansche geloof opgenomen. Op
r.egentienjarigen leeftijd werd hij benoemd tot
luitenant-kqlonel a la suite van den generalen
staf, terwijl hij in 1886 benoemd werd tot voor
zitter van de Kraton-rechtbank.
Op 7 Augustus 1890 trad hij in het huwelijk
met Bendoro Raden Adjeng Soemarti, een doch
ter van den toenmaligen Mangkoenegoro. Bij
zijn huwelijk werd hij benoemd tot kolonel a la
suite bij den generalen staf.
De vader van den thans overleden Soesoe
hoenan, Pakoe Boewono IX, overleed 16 Maart
1893 en op 30 Maart daaraanvolgende werd de
kroonprins verheven tot Soesoehoenan met den
titel van Pakoe Boewono X.
Op 25 Maart was de verklaring geteekend van
den nieuwen vorst tegenover het gouvernement
van Nederlandsch-Indië, waarvan het volgende
onderdeel speciaal de aandacht verdient:
Ten tweede verklaar en erken ik de mij op
gedragen waardigheid als leenman van de lan
den van Soerakarta, zooals die door den ge
wezen Soesoehoenan werden bestuurd, niet te
hebben verkregen uit de kracht van eenig in
mij gevestigd recht, maar blootelijk door de
gunst en de genegenheid, welke Zijne Excel
lentie de Gouverneur-Generaal, Harer Ma-
jesteits vertegenwoordiger, mij toedraagt.
Nadat, zooals reeds gezegd, de Soesoehoenan
als kroonprins reeds met een vorstelijke vrouw
in het huwelijk was getreden, huwde hij daar
dit huwelijk kinderloos bleef in 1915 ten
tweeden male met een vorstendochter, n.l. met
een kind van den sultan van Djokjakarta Uit
dit huwelijk werd slechts een dochter geboren.
De Soesoehoenan kreeg echter verschillende
kinderen bij niet-vorstelijke vrouwen, onder
wie een-en-twintig zonen. Hieruit volgt, dat,
waar geen zoon is geboren uit een huwelijk
met een vorstelijke gemalin, de opvolging niet
geheel vaststaat.
Het beleid van vorst Pakoe Boewono X
is zegenrijk geweest, niet alleen door zijn
verknochtheid aan het Nederlandsche ge
zag en zijn soepelheid waar het samen
werking met gouvernementsvertegenwoor
digers betrof, doch ook omdat de overleden
vorst een open oog had voor de behoeften
van zjjn land en de bevolking, en wel spe
ciaal waar het agrarische aangelegenheden
betrof, de voornaamste welke wel in zijn
gebied konden voorkomen.
Wat de opvolging betreft kan r.og worden
medegedeeld, dat, te oordeelen naar hetgeen
hieromtrent bekend is, voornamelijk in aan
merking komen Pangeran Hangabehi. die kort
geleden ter gelegenheid van het regeerings-
jubileum van H.M. de Koningin met zijn fa
milie in Nederland vertoefde en die de oudste
zoon is van den Soesoehoenan, en de daarop
volgende in leeftijd, Pangeran Koesoemojoedo.
Tenslotte kan nog als verklaring voor den
titel Soesoehoenan dienen, dat deze is afge
leid van Soeoen (knielen), en dus beteekent:
„Hij, dien men knielende nadert".
DJOKJAKARTA, 20 Februari (Aneta) He
denochtend om 9 uur heeft de gouverneur van
Soerakarta, de heer Orie, zich, in gezelschap
van twee assistent-residenten en den plaatse
lijken militairen commandant naar den kra
ton begeven, om de Ratoe Hemas te condolee-
ren.
Heden in den vooravond, te vijf uur, zal gou
verneur Orie zich weder met den rijksbestuur
der, drie assistent-residenten en den plaatselij
ken militairen commandant, naar den kraton
begeven.
Alsdan zal de rijksbestuurder mededeelen, dat
het bestuur over Soerakarta thans door den
gouverneur, namens de regeering, is overgeno
men, in verband waarmede het rijkszegel in be
waring wordt genomen.
(De rijksbestuurder of Raden Adipati is een
hoogwaardigheidsbekleeder, een afstammeling
van den Soesoehoenan, die de aanwijzingen tot
beheer van het gebied uitvoert).
Nadat dit rijkszegel is ontvangen, wijst de
gouverneur een rijksbestuurder aan voor het
bestuur over het rijk. Verder wijst hij een
commissie uit de pangerans aan. welke zal be
staan uit de pangerans Hangabehi, Koesoemoe-
joedo, Mangkoediningrat en Ario Mataram, en
zal, namens en in overeenstemming met den
gouverneur,, de bevoegdheden van den over
leden Soesoehoenan uitoefenen, voor zoover 't
het gezag in den kraton betreft.
De begrafenis, die oorspronkelijk op Dinsdag
21 Februari was vastgesteld, is een dag verscho
ven en zal overmorgen plaats vinden. Op dien
dag verzamelen de autoriteiten zich om half
acht ten huize van den gouverneur, vanwaar
zjj zich om acht uur begeven naar den zuide
lijken aloon-aloon (plein), waar het stoffelijk
overschot zal worden uitgedragen en de stoet
wordt samengesteld.
Daarna vertrekt de stoet naar het station
F.alapan, waar het stoffelijk overschot in den
lijkwagen van den Soesoehoenan wordt ge
plaatst. Te 12.13 vertrekt een extra-trein uit
Solo naar Djokja, in welke laatste plaats de
trein op het station Toegoe stopt en. de gou
verneur van Djokjakarta en de ambtenaren eer
bewijzen zullen brengen.
Daarna gaat de trein door naar Kota Gedeh,
vanwaar, volgens de thans beschikbare aanwij
zingen, het stoffelijk overschot naar de begraaf
plaats Imogiri wordt overgebracht, waar de bij
zetting plaats heeft.
Als slippendragers bij de begrafenis zijn aan
gewezen de kolonels Overakker, dr. Bijleveld,
Mansfeldt Beek en majoor Van den Hoogenband.
De militaire begrafenlstaat onder commando
van den plaatselijken militairen commandant,
overste Van Rekum.
HET BEPROEFDE GENEESMIDDEL BIJ GRIEP!
Op niet minder avontuurlijke wijze dan
waarop dezer dagen een Nederlander uit
Glanerbrug wist te ontsnappen uit de ge-
.vangenis in Gronau, heeft een ingezetene
uit Winterswijk weten uit te breken uit de
gevangenis te Borken.
Sedert 29 November 1938 zat deze Wïnters-
wijkei gevangen in Borken, waar hij werd vast
gehouden, verdacht van het smokkelen van
deviezen. Hoewel de „Herr Inspektor", naar de
Winterswijker ons mededeelde, overtuigd was
van zijn onschuld aan het hem ten laste ge
legde, bleef zijn invrijheidstelling uit. Wel
deelde de inspecteur hem eenige malen mede,
dat hij zijn onschuld als vaststaande beschouw
de. De gevangene besloot toen om zelf hande
lend op te treden en zijn vrijheid maai te ne- -
men. Te dien einde verzamelde hij met groot
geduld stukjes touw, die hij tot een lang en
sterk geheel aaneenknoopte. Op den zolder van
het gevangenisgebouw wist hij de verdere voor
bereiding voor zijn vlucht in orde te brengen*
Hij bond hier het touw aan een stevigen balk,
leidde het 'door het dakraam en liet net naar
buiten zakken. Intusschen was*hij er in Se'
slaagd de beschikking te krijgen over zijn klee-
ren en die verstopte hij op een bereikbare
plaats, zoodat hij er bij zijn vlucht snel de
beschikking over zou hebben. Al deze voorberei
dingen waren zeer minutieus en weloverwogen
uitgewerkt, zoodat zij niet de aandacht trokken.
Zaterdag nu was de Winterswijksche Casa
nova gereed gekomen om de vlucht te wagen*
Hij hield zich den geheelen dag ziek, en toen het
omstreeks zes uur etenstijd was geworden, ver
klaarde hij niet te kunnen eten, en maar lieveï
naar bed te gaan.
In plaats echter van zijn bed op te zoeken,
snelde hij naar boven, naar den zolder, schoot
een van zijn eigen kleedingstukken aan en liet
zich langs het gereedhangende touw afglijden
Op tien meter boven den grond bleef hij n0a
een oogenblik haken, doch wist zich, door zicl1
met de voeten af te stooten, te bevrijden, en
kwam tenslotte te land in het zand op den
grond, waarbij hij zich ernstig aan handen eI1
voeten verwondde.
Een van de moeilijkste deelen van de ont
vluchting volgde toen: hij moest een vervoer
middel hebben om zich zoo snel mogelijk
uit
de omgeving van de gevangenis te verwijder6^
Reeds wist hij, dat zijn rijwiel weggeborge
stond in een ander deel van het gevangenis-
gebouw. Met de grootste omzichtigheid beg
hij zich derwaarts, wist de deur van de berg
plaats open te breken, slipte naar binnen en
na zich geheel van zijn gevangeniskleding
hebben ontdaan en zijn eigen plunje te hebbe
aangetrokken sprong hij op zijn fiets
verdween in de richting van Burlo. In de n<V
bijheid van deze plaats echter merkte hij
een auto met felle zijlichten met groote SI\e j
heid naderde. Aangezien hij vermoedde,
men zijn vlucht reeds had opgemerkt en th»
achter hem aanjoeg, sprong hij snel van 7;1|0
rijwiel en verborg zich in een sloot. De 011
passeerde zonder dat hij opgemerkt werd.
Burlo zette hij zijn fiets bij een van zijn k<?
nissen en trok daarop te voet door de bossch
van Salm naar de Nederlandsche grens.
grensbewoner, die een auto bezat, bracht b® j
vervolgens veilig naar huis, waar zijn kol
met groote vreugde begroet werd.
yU£Tos
4U-
t 18
i>