Het overlijden van den Paus n Ambassadeurs van Bonnet Een diplomatiek spel OpqepaAtqtiep! Aspirin De Soesoehoenan overleden m Tusschen Rome en Burgos Den Duitschers te slim af W SCHRIJVEN VAN HET EPISCOPAAT C'100 MAANDAG 20 FEBRUARI 1939 ZWANENBERG lint ISfe- Büitenlandsch overzicht Pi© mm I tr*'! v*20- «Nou maakt - wat smaakt! lil tr%t irr Wfwm MIMI In Katholieke Actie Leeraar der waarheid Zorg voor de missiën Gebeden voor de Pauskeuze Sportvliegers schoten flink op De P.H.-W.D.R. in Brindisi geland Deze vorst had een open oog voor de behoeften van zijn land en volk R.K. Universiteit Zegenrijk beleid W WZM sJ mmÈÊÊ Sy# Carnaval te München. Ook de marktvrouwen konden de bekoring om een dansje te maken niet weerstaan Intocht van Prins Amadeiro XVIII te Oeteldonk. Prins Carnaval begroet de Bosschenaren vanuit zijn koets Levensbijzonderheden Bestuur sover dracht Begrafenis Nu is het opletten en on middellijk ingrijpen, diis bij de eerste teekenen direct Aspirin nemen! Avontuurlijke ontsnapping van een Nederlander uit gevangenis te Borken Voorbereidingen waren zeer minutieus Pikant, welgevuld en zeld zaam appetijtelijk van geur en kleurzoo zijn de verschillende borrelworstjes, waarmee Zwanenberg het plezier van Uw „avondjes" en huiselijke feestjes ver hoogt. Hot dogs, Frankfurter worstjes... niemand maakt ze zoo precies naar Uw smaak, als Zwanenberg. In alle kerken en kapellen van het aarts bisdom en de andere bisdommen is Zondag het volgende schrijven van het Nederland- sche Episcopaat voorgelezen: In een tijd vol zorgen zoowel voor de Kerk als voor de geheele menschheid heeft het God behaagd onzen H. Vader Paus Pius XI tot Zich te roepen. Het lichaam was reeds lang gebrek kig, doch de geesteskracht bleef onverzwakt, zoodat het einde nog betrekkelijk onverwacht is gekomen. Zeventien jaren heeft Paus Pius XI de Kerk Gods met wijsheid en kracht bestuurd. Met eerbied en bewondering zag ook de niet-katholieke we reld op naar dezen Paus met zijn groote gees tesgaven, zijn onvermoeide werkkracht, zijn on baatzuchtig streven naar vrede en verzoening, zijn moed en beslistheid in het verdedigen van de waarheid en de rechten van God en de Kerk. Iedereen luisterde naar de woorden, die ge sproken werden door den grijsaard van het Vaticaan, onverschrokken en zonder aanzien des persoons, doch steeds, zooals Hij zelf eens verklaarde „afgewogen op de weegschaal der waarheid en der liefde." Zijn pontificaat is de Kerk tot rijken zegen geweest. Als program had Hij zich gekozen „den vrede van Christus in het rijk van Chris tus" tot stand te brengen. Daartoe moest op de eerste plaats het innerlijk leven der Kerk worden hernieuwd en versterkt. Het groote middel, aangepast aan de eischen des tijds, om „alles te herstellen in Christus", zag Hij in de Katholieke Actie, de deelname der leeken aan het apostolaat der hiërarchie. Waar de krachten der priesters ten opzichte van de menigvuldige nooden zoo dikwijls te kort schieten, zouden de geloovigen meer dan tot dusver, in innige aansluiting bij de hiërar chie, medewerken „aan de uitbreiding van het Godsrijk in de maatschappij". Zij zouden dan ook de aangelegenheden der Kerk meer als hun eigen aangelegenheid gaan beschouwen. Het woord des Pausen heeft alom weerklank gevonden en het was een groote troost in zijn laatste levensjaren, dat de Katholieke Actie over bijna geheel de wereld een levendig en vruchtbaar Apostolaat ontwikkelde. Verder wekte Hij op tot verdieping van het godsdienstig leven in zijn zendbrieven over Christus' Koningschap, over het eerherstel aan Jezus' Goddelijk Hart, over de geestelijke oefe ningen, over het Goddelijk Moederschap van Maria, over het bidden van den Rozenkrans, zijn laatste Encycliek. Als leeraar der waarheid is de Paus opgetre den in een dertigtal belangrijke encyclieken en tallooze toespraken. Hij zette daarin de christelijke leer uiteen over het huwelijk, het gezinsleven en de opvoe ding; treffend schilderde Hij de verheven waardigheid van het priesterschap. Aansluitend bij Leo XIII gaf Hij in „Quadragesimo Anno" op magistrale wijze de richtlijnen aan voor een economischen, socialen en maatschappelijken heropbouw der maatschappij, wees Hij den weg naar een nieuwe gemeenschap, een levensvoor waarde, ook voor een bloeiend godsdienstig le ven. Scherp veroordeelde hij de groote dwalin gen van den modernen tijd, het extremisme van linksch en rechtsch: het goddelooze communis me zoowel als de excessen van een staatsabso- lutisme, dat den „mensch zijn hem als persoon lijkheid door God gegeven rechten" wil ontne men, den rassenwaan en de theorieën van het nieuw-heidendom. In talrijke concordaten regelde Hij de ker kelijke verhoudingen met de na den oorlog nieuw ontstane staten. In de Lateraansche ver dragen en het Concordaat sloot Hij vrede met Italië, wat een zegen was voor het kerkelijk leven in dit land en waarin tegelijk de souve- reiniteit des Pausen en daarmee Zijn onafhan kelijkheid en onpartijdigheid ten opzichte van andere staten werd gehandhaafd. Een bijzondere zorg wijdde Hij ook aan de Missiën. Hij spoorde alle geloovigen aan deze door gebed en offers te steunen, richtte talrijke nieuwe apostolische vicariaten op, bevorderde krachtig de vorming van een inlandschen cle rus en de aanstelling van inlandsche bisschop pen. Ook de hereeniging der Oostersche en andere afgescheiden christelijke Kerken gingen Hem ter harte, doch tegelijkertijd stelde Hij duidelijk de voorwaarden eener hereeniging vast. Een groot geleerde, bleef Hij ook als Paus be langstelling toonen voor de wetenschap en Hij heeft ingrijpende maatregelen genomen ter be vordering der kerkelijke en universitaire stu diën. Zoo zal het Pontificaat van Pius XI een plaats van beteekenis blijven innemen in de geschiedenis der Kerk. Doch zware beproe vingen werden Hem niet gespaard. Vooral de laatste jaren heeft Hij zijn Goddelijken Meester het kruis van Calvarië moeten na dragen. Zijn pontificaat viel in een periode, waarin de menschheid ontwricht scheen op ieder gebied. Wij behoeven slechts te wij zen op de bloedige kerkvervolging in Rus land, Mexico en Spanje, op den „lijdensweg" der Kerk in het Duitsche Rijk, op den gru- welijken broederoorlog in Spanje,, op den oorlog in China, die het bloeiende missie werk aldaar dreigt te vernietigen. En de Paus, die de bevordering van den vrede in zijn program geschreven had, zag de volke ren dreigend tegenover elkander staan in een steeds toenemende bewapening. In Zijn laatste groote radiotoespraak op den dag van het accoord van München offerde Hij God Zijn leven op „voor het heil en den vrede van de wereld." God heeft dit offer nu aanvaard; moge Hij ook 's Pausen bede verhooren Beminde geloovigen! Danken wij God voor het vele, dat Hij ons in Paus Pius XI heeft ge schonken. Toonen wij die dankbaarheid door onze vurige smeekingen, dat God den onver- moeiden strijder voor Zijn eer spoedig de eeuwi ge rust en de eeuwige belooning moge schen ken! Doch dat onze dankbaarheid zich vooral uite in onze daden, doordat wij naar Zijn ver maningen blijven luisteren en die opvolgen. Defunctus adhuc loquitur. Na zijn dood spreekt Hij nog tot ons, wekt Hij ons op tot onwan kelbare trouw aan Christus onzen Koning, die is „de weg, de waarheid en het leven". De Pausen sterven, het Pausdom is onsterfe lijk. Dit is de groote troost bij het zware ver lies, dat de Kerk heeft geleden. Christus heeft beloofd te zullen zijn met Zijn Kerk tot het einde der tijden en Hij zal Haar een nieuwen Stedehouder geven. Over eenige dagen zullen de Kardinalen der Heilige Roomsche Kerk in con claaf te zamen treden, om onder bijstand des H. Geestes een nieuwen Paus te kiezen. Terwijl zij dezen verantwoordelijken plicht vervullen, moeten wij ons voor God nederbuigen in oot moedig gebed en met aandrang tot Hem roepen: „Gij, Heer, die aller harten kent, toon, wien Gij hebt uitverkoren!" Dienovereenkomstig bepalen Wij als volgt: 1. In alle kerken van het Aartsbisdom en de Bisdommen zal binnen een week na afkon diging van dit schrijven voor de zielerust van Z. H. Paus Pius XI een gezongen en waar zulks geschikt kan, een plechtige uitvaart gehouden worden, waarbij de geloovigen wor den verzocht tot de H.H. Sacramenten te na deren. 2. Totdat de verkiezing van den nieuwen Paus bekend is, zullen de priesters in de H. Mis het gebed „pro eligendo summo Pontifice" bid den. (Oratio imperata tamquam pro re gravi). 3. Na iedere vastgestelde H. Mis zullen door den priester met de geloovigen gebeden wor den vijfmaal het ,,Onze Vader" en „Wees Ge groet", om Gods bijstand af te smeeken over het Conclaaf. En zal dit Ons herderlijk schrijven op de ge bruikelijke wijze in alle kerken van het Aarts bisdom en de Bisdommen en in de kapellen, waarover een rector is aangesteld, worden voor gelezen op Zondag Quinquagesima. Gegeven den llden Februari van het jaar O. H. 1939. t Dr. J. DE JONG, Aartsbisschop van Utrecht. t P. A. W. HOPMANS, Bisschop van Breda. t A. F. DIEPEN, Bisschop van 's-Hertogenbosch. t Dr. J. H. G. LEMMENS, Bisschop van Roermond. f J. P. HUIBERS, Bisschop v. Haarlem. De vliegers Rous en Heymans, die op hun tocht met de PKWDR van Amsterdam naar Batavia gedurende de drie eerste dagen met slecht weer hadden te kampen en dientenge volge weinig konden opschieten, hebben Zondag de reis voortgezet en zijn er in geslaagd het ge heele Italiaansche schiereiland over te vliegen. In den vroegen Zondagmorgen te ongeveer 7 uur startten zij van het vliegveld te Nice, waar was overnacht en na een tusschenlanding te Napels streken de vliegers Zondagmiddag om half vier op het vliegveld te Brindisi neer. Ge durende het eerste gedeelte van den tocht langs de Westkust van Italië 'was het prachtig vlieg weer. Gedurende den tocht van Napels naar Brindisi over de Zuidelijke Apennijnen hadden zij zoo nu en dan last van zware regenbuien. Vandaag zullen de heeren Rous-en Heymans de reis voortzetten. NIJMEGEN. Geslaagd voor het candidaats- examen in de. rechten de heeren L. F. C. M. Bloemen te Roermond en F. H. N. M. Beliën te Leende (N.B.). SOERAKARTA, 20 Febr. (Aneta). Heden morgen te half acht is, na een langdurige ziekte, overleden de Soesoehoenan van Soera-karta. De volledige betiteling van den overleden zelfbestuurder van Soerakarta, den Soesoe hoenan, luidt: Pakoe Boewono (spijker van de wereld), Senopati Ingalogo (aanvoerder in den krijg), Abdoerrachman (dienaar van den barm hartige), Saijidin (heer van het geloof), Pa- noto Gomo (regelaar van den godsdienst), Ka ping Poeloeh (de tiende). Den vorst werden in den loop van zijn leven de volgende onderscheidingen toegekend: groot kruis der orde van den Nederlandschen Leeuw, ridder grootkruis In de orde van Oranje Nas sau met de zwaarden, grootkruis der konink lijke orden van Cambodja, grootkruis der kroon orde van Siam, ridder van den tweeden graad der tweede klasse van den Dubbelen Draak van China, grootkruis der Mecklenburgsche huisorde van de Wendische kroon, groot kruis der orde van Nichan Iftikar van Tur.is ridder der eerste klasse der orde van Khim Khanh van Annam, grootkruis der militaire orde van onzen Heere Jezus Christus van Portugal, grootkruis van de orde van den Keizerlijken Draak van Annam, grootkruis der orde van den Witten Olifant van Siam, groot kruis der orde van Leopold II van België, groot eereteeken met het lint der hoogste klasse van verdiensten van de republiek Oostenrijk, grootkruis der koninklijke orde van de ster van Anjouan, grootkruis van de orde van de Poolster van Zweden, grootkruis der orde van de Kroon van Italië, groot-officier Leopolds orde van België, groot-officier van de orde van Venezuela, groot gouden eereteeken met de ster van Oostenrijk, ridder der tweede klasse met de ster van de orde van verdiensten van St. Michael van Beieren, ridder van de tweede klasse met de ster der orde van den Roodeh Adelaar van Pruisen, commandeur met de ster der Oostenrijksche orde van Franz Joseph, commandeur der eerste klasse met de ster der orde van Hendrik den Leeuw van Brunswijk, commandeur van den eersten graad van de Dannebrogsorde van Denemarken, commandeur met de plaque der orde van de zwarte ster van Den laatsten tijd is de „oppositie-pers", d.w.z, die bladen, die het op het oogenblik eens zijn met niemand, noch met de politiek der democratische staten, noch met die van de asgenooten, hevig vertoornd op minister Bon net, die het Fransche departement van Bui- tenlandsche Zaken bestuurt. Een politiek-hu- moristisch weekblad had onlangs van hem ver teld, dat hij thans omgekocht scheen te zijn door de Fransche regeering, hetgeen het blad ongehoord achtte. Dit was een sarcastische be schrijving van het feit, dat Bonnet een voor den Quai d'Orsay in langen tijd ongekende activi teit ontwikkelt; intensiever misschien nog dan in de critieke dagen voor Muenchen. Het beste bewijs hiervoor is het gebruik van particuliere ambassadeurs, een gebruik, dat Bonnet blijk baar geleerd heeft van een geheele reeks voor gangers, die voor Frankrijk netelige vraagstuk ken hadden op te lossen. Gewend om over alles en nog wat uitvoerig ingelicht te worden, is de bovengenoemde op positie-pers verbolgen over de extra-geheim zinnigheid, die deze particuliere ambassadeurs om zich heen verspreiden het was, zelfs voor madame Tabouis, toch al zoo moeilijk de diplo maten van carrière te doorgronden. 'Wat doet Baudouin, de bankier en admini strateur van het genootschap "FrankrijkItalië in Rome? Zij, die een tweede „Muenchen" vree zen, waarbij thans evenwel Daladier of een Fransche ambassadeur in een anti-chambre op het vonnis zal moeten wachten, hebben zich daarover ongerust gemaakt, vooral sedert een andere „ambassadeur de Bonnet", de vice-pre sident van het genootschap Frankrijk Duitschlahd, de Brinon, in conflict gekomen zou zijn met den ambassadeur de France te Berlijn, Coulondre. Toen deze laatste namelijk protesteerde tegen een bericht van de Börsen- zeitung, volgens welke Parijs naar een grond slag voor onderhandeling met Italië zocht, zou Von Ribbentrop dezen een en ander meegedeeld hebben uit een onderhoud tusschen hemzelf en de Brinon, dat deze berichten bevestigde. De „Daily Telegraph", die zich uiteraard over het geval niet opwindt, meldde dienaangaande, dat Baudouin te Rome onderhandeld zou hebben over den verkoop van aandeelen in de Suez- kanaalmij. en den spoorweg Addis-Abeba-Dzji- boeti aan Italië; de stichting van een vrije havenzone of zelfs een internationale vrijhaven in Dzjiboeti; en het tot ongeiimiteerden ter mijn verlengen van de voorrechten der Italia nen in Tunis. Het is onmogelijk thans reeds Wahrheit en Dichtung in deze berichten te scheiden, doch er blijkt wel uit, dat Bonnet niet stil zit. De „Populaire" en De Kérillis in de Epoque wer pen den minister zijne onlangs afgelegde ver klaring voor de voeten, volgens welke hij geen afstand van maar een duimbreeds Franschen grond zal dulden. Nu kan Bonnet allereerst daartegen opwerpen, dat zelfs de meest rigou reuze doorvoering van het in de „Daily Tele graph" gemelde programma geen afstand van Fransch gebied in den strikten zin bevat. Doch de Fransche minister weet evenzeer, dat men buitenlandsche politiek niet kan bedrijven zoo als de C. G. T. het de binnenlandsehe deed met werkstakingen. Ofschoon de houding van het Palazzo Chigi Frankrijk noopt de eer aan zich te houden en zwijgend de formuleering van eischen door den Duce af te Wachten en met hoeveel ongeduld wordt er gewacht! sondeert Bonnet, nu de officieele wegen zijn afgesloten, langs officieuzen weg, hoe een overeenkomst bereikt kan worden: een beproefd middel der Fransche diplomatie. Hij weet wel, dat aldus de grootste scherpte van eventueele eischen kan worden opgevangen, en bovendien voelt Lon den veel meer voor een overeenkomst dan voor een nieuwe crisis, vooral daar het den Britten voorkomt, dat sommige Italiaansche eischen, zooal niet op het strikte recht, dan toch op de billijkheid gegrondvest zijn. En naar Londen moet Parijs nog immer luisteren. Elders had Bonnet met zijn methode reeds succes. Bérard, voor de eerste maal naar Bur gos gezonden om quasi over het vluchtelingen probleem te onderhandelen, beweert thans open lijk in zooverre succes gehad te hebben, dat zijn besprekingen, die kennelijk niet alleen maar over vluchtelingen gaan, zeer goed verloopen Men moet den Franschen minister gelukwen- schen met de handige wijze, waarop hij den politieken reuzenzwaai volbracht: van hevig pro-Madrid wordt de Quai d'Orsay thans zeer vriendelijk jegens Burgos. Rome maakt er zich kwaad over: de barrière van Genua blijkt dus wel even anders te liggen dan tusschen Madrid en Burgos. Zij ligt, naar meer en meer duide lijk wordt, dwars door de Middellandsche Zee. Dit, en het feit, dat Fransch kapitaal in Spanje zeer geïnteresseerd is, bracht Bonnet ertoe naar Franco's vriendschap te dingen naar het schijnt niet zónder succes. Met zijn linker hand Rome geruststellend, bracht hij het met zijn rechterhand, die van de linker niet weet, schade toe: een diplomatiek spel, dat misschien niet verheffend, doch in hooge mate interes sant is. Bonnet schijnt het spel bovendien goed te spelen, en daarbij heeft Frankrijk niets dan winst te verwachten. Ondanks de „Populaire'' en Henri de Kérillis. Bonin, houder van de orde van het Roode Kruis, luitenant-generaal bij de legers van Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden, hofhoudende te Soerakarta Adiningrat. Zijne vorstelijke hoogheid zag het levenslicht op 29 November 1866 en werd op drie-jarigen leeftijd tot kroonprins verheven. Op zestienjarigen leeftijd werd de kroonprins in 't Mohammedaansche geloof opgenomen. Op r.egentienjarigen leeftijd werd hij benoemd tot luitenant-kqlonel a la suite van den generalen staf, terwijl hij in 1886 benoemd werd tot voor zitter van de Kraton-rechtbank. Op 7 Augustus 1890 trad hij in het huwelijk met Bendoro Raden Adjeng Soemarti, een doch ter van den toenmaligen Mangkoenegoro. Bij zijn huwelijk werd hij benoemd tot kolonel a la suite bij den generalen staf. De vader van den thans overleden Soesoe hoenan, Pakoe Boewono IX, overleed 16 Maart 1893 en op 30 Maart daaraanvolgende werd de kroonprins verheven tot Soesoehoenan met den titel van Pakoe Boewono X. Op 25 Maart was de verklaring geteekend van den nieuwen vorst tegenover het gouvernement van Nederlandsch-Indië, waarvan het volgende onderdeel speciaal de aandacht verdient: Ten tweede verklaar en erken ik de mij op gedragen waardigheid als leenman van de lan den van Soerakarta, zooals die door den ge wezen Soesoehoenan werden bestuurd, niet te hebben verkregen uit de kracht van eenig in mij gevestigd recht, maar blootelijk door de gunst en de genegenheid, welke Zijne Excel lentie de Gouverneur-Generaal, Harer Ma- jesteits vertegenwoordiger, mij toedraagt. Nadat, zooals reeds gezegd, de Soesoehoenan als kroonprins reeds met een vorstelijke vrouw in het huwelijk was getreden, huwde hij daar dit huwelijk kinderloos bleef in 1915 ten tweeden male met een vorstendochter, n.l. met een kind van den sultan van Djokjakarta Uit dit huwelijk werd slechts een dochter geboren. De Soesoehoenan kreeg echter verschillende kinderen bij niet-vorstelijke vrouwen, onder wie een-en-twintig zonen. Hieruit volgt, dat, waar geen zoon is geboren uit een huwelijk met een vorstelijke gemalin, de opvolging niet geheel vaststaat. Het beleid van vorst Pakoe Boewono X is zegenrijk geweest, niet alleen door zijn verknochtheid aan het Nederlandsche ge zag en zijn soepelheid waar het samen werking met gouvernementsvertegenwoor digers betrof, doch ook omdat de overleden vorst een open oog had voor de behoeften van zjjn land en de bevolking, en wel spe ciaal waar het agrarische aangelegenheden betrof, de voornaamste welke wel in zijn gebied konden voorkomen. Wat de opvolging betreft kan r.og worden medegedeeld, dat, te oordeelen naar hetgeen hieromtrent bekend is, voornamelijk in aan merking komen Pangeran Hangabehi. die kort geleden ter gelegenheid van het regeerings- jubileum van H.M. de Koningin met zijn fa milie in Nederland vertoefde en die de oudste zoon is van den Soesoehoenan, en de daarop volgende in leeftijd, Pangeran Koesoemojoedo. Tenslotte kan nog als verklaring voor den titel Soesoehoenan dienen, dat deze is afge leid van Soeoen (knielen), en dus beteekent: „Hij, dien men knielende nadert". DJOKJAKARTA, 20 Februari (Aneta) He denochtend om 9 uur heeft de gouverneur van Soerakarta, de heer Orie, zich, in gezelschap van twee assistent-residenten en den plaatse lijken militairen commandant naar den kra ton begeven, om de Ratoe Hemas te condolee- ren. Heden in den vooravond, te vijf uur, zal gou verneur Orie zich weder met den rijksbestuur der, drie assistent-residenten en den plaatselij ken militairen commandant, naar den kraton begeven. Alsdan zal de rijksbestuurder mededeelen, dat het bestuur over Soerakarta thans door den gouverneur, namens de regeering, is overgeno men, in verband waarmede het rijkszegel in be waring wordt genomen. (De rijksbestuurder of Raden Adipati is een hoogwaardigheidsbekleeder, een afstammeling van den Soesoehoenan, die de aanwijzingen tot beheer van het gebied uitvoert). Nadat dit rijkszegel is ontvangen, wijst de gouverneur een rijksbestuurder aan voor het bestuur over het rijk. Verder wijst hij een commissie uit de pangerans aan. welke zal be staan uit de pangerans Hangabehi, Koesoemoe- joedo, Mangkoediningrat en Ario Mataram, en zal, namens en in overeenstemming met den gouverneur,, de bevoegdheden van den over leden Soesoehoenan uitoefenen, voor zoover 't het gezag in den kraton betreft. De begrafenis, die oorspronkelijk op Dinsdag 21 Februari was vastgesteld, is een dag verscho ven en zal overmorgen plaats vinden. Op dien dag verzamelen de autoriteiten zich om half acht ten huize van den gouverneur, vanwaar zjj zich om acht uur begeven naar den zuide lijken aloon-aloon (plein), waar het stoffelijk overschot zal worden uitgedragen en de stoet wordt samengesteld. Daarna vertrekt de stoet naar het station F.alapan, waar het stoffelijk overschot in den lijkwagen van den Soesoehoenan wordt ge plaatst. Te 12.13 vertrekt een extra-trein uit Solo naar Djokja, in welke laatste plaats de trein op het station Toegoe stopt en. de gou verneur van Djokjakarta en de ambtenaren eer bewijzen zullen brengen. Daarna gaat de trein door naar Kota Gedeh, vanwaar, volgens de thans beschikbare aanwij zingen, het stoffelijk overschot naar de begraaf plaats Imogiri wordt overgebracht, waar de bij zetting plaats heeft. Als slippendragers bij de begrafenis zijn aan gewezen de kolonels Overakker, dr. Bijleveld, Mansfeldt Beek en majoor Van den Hoogenband. De militaire begrafenlstaat onder commando van den plaatselijken militairen commandant, overste Van Rekum. HET BEPROEFDE GENEESMIDDEL BIJ GRIEP! Op niet minder avontuurlijke wijze dan waarop dezer dagen een Nederlander uit Glanerbrug wist te ontsnappen uit de ge- .vangenis in Gronau, heeft een ingezetene uit Winterswijk weten uit te breken uit de gevangenis te Borken. Sedert 29 November 1938 zat deze Wïnters- wijkei gevangen in Borken, waar hij werd vast gehouden, verdacht van het smokkelen van deviezen. Hoewel de „Herr Inspektor", naar de Winterswijker ons mededeelde, overtuigd was van zijn onschuld aan het hem ten laste ge legde, bleef zijn invrijheidstelling uit. Wel deelde de inspecteur hem eenige malen mede, dat hij zijn onschuld als vaststaande beschouw de. De gevangene besloot toen om zelf hande lend op te treden en zijn vrijheid maai te ne- - men. Te dien einde verzamelde hij met groot geduld stukjes touw, die hij tot een lang en sterk geheel aaneenknoopte. Op den zolder van het gevangenisgebouw wist hij de verdere voor bereiding voor zijn vlucht in orde te brengen* Hij bond hier het touw aan een stevigen balk, leidde het 'door het dakraam en liet net naar buiten zakken. Intusschen was*hij er in Se' slaagd de beschikking te krijgen over zijn klee- ren en die verstopte hij op een bereikbare plaats, zoodat hij er bij zijn vlucht snel de beschikking over zou hebben. Al deze voorberei dingen waren zeer minutieus en weloverwogen uitgewerkt, zoodat zij niet de aandacht trokken. Zaterdag nu was de Winterswijksche Casa nova gereed gekomen om de vlucht te wagen* Hij hield zich den geheelen dag ziek, en toen het omstreeks zes uur etenstijd was geworden, ver klaarde hij niet te kunnen eten, en maar lieveï naar bed te gaan. In plaats echter van zijn bed op te zoeken, snelde hij naar boven, naar den zolder, schoot een van zijn eigen kleedingstukken aan en liet zich langs het gereedhangende touw afglijden Op tien meter boven den grond bleef hij n0a een oogenblik haken, doch wist zich, door zicl1 met de voeten af te stooten, te bevrijden, en kwam tenslotte te land in het zand op den grond, waarbij hij zich ernstig aan handen eI1 voeten verwondde. Een van de moeilijkste deelen van de ont vluchting volgde toen: hij moest een vervoer middel hebben om zich zoo snel mogelijk uit de omgeving van de gevangenis te verwijder6^ Reeds wist hij, dat zijn rijwiel weggeborge stond in een ander deel van het gevangenis- gebouw. Met de grootste omzichtigheid beg hij zich derwaarts, wist de deur van de berg plaats open te breken, slipte naar binnen en na zich geheel van zijn gevangeniskleding hebben ontdaan en zijn eigen plunje te hebbe aangetrokken sprong hij op zijn fiets verdween in de richting van Burlo. In de n<V bijheid van deze plaats echter merkte hij een auto met felle zijlichten met groote SI\e j heid naderde. Aangezien hij vermoedde, men zijn vlucht reeds had opgemerkt en th» achter hem aanjoeg, sprong hij snel van 7;1|0 rijwiel en verborg zich in een sloot. De 011 passeerde zonder dat hij opgemerkt werd. Burlo zette hij zijn fiets bij een van zijn k<? nissen en trok daarop te voet door de bossch van Salm naar de Nederlandsche grens. grensbewoner, die een auto bezat, bracht b® j vervolgens veilig naar huis, waar zijn kol met groote vreugde begroet werd. yU£Tos 4U- t 18 i>

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 2