Op weg van Saragossa naar Barcelona Een voorwaardelijke rede van Chamberlain De tijd nog niet rijp Vóór de bewapening gereed is HERINNERINGEN AAN DEN OORLOG MGR.L. STOLK ZACHT EN KALM ONTSLAPEN WOENSDAG 22 FEBRUARI 1939 kou MIJNHARPTJES Buitenlandsch overzicht Kerkelijk leven De dorpen, die wij tegenkomen, bieden den treurigen aanblik van oorlogsellende Lerida, waar ieder huis een vesting is BEDRIJFSBESCHERMING IN OORLOGSTIJD De eerste cursus te Rotterdam Kaartjes knippen te tijdroovend De proefneming aan het C. S. te Utrecht SAMENGAAN VAN LIBERALEN EN VRIJZ.-DEMOCRATEN GRENSWIJZIGING Schoort en vruchtbaar, meer dan zestigjarig priesterleven afgesloten Eere-kanunnik Mgr. L. Stolk t Veelzijdige werkzaamheid H. PRIESTERWIJDING Pastoor Lienaerts De nieuwe Beatrix-sluis te Cruysland bij Steenbergen is Dinsdag officieel door Z.Exc. Minister Prof. Mr. C. P. M. Ro mme geopend. De „Jannis", aan boord waarvan zich de autoriteiten bevonden, passeert de nieuwe sluis (Van onzen correspondent in Spanje) In dezen tijd van Saragossa naar Barce lona te reizen is werkelijk geen sinecure. Het is een afstand van meer dan 300 kilometer; een trein rijdt er niet, omdat de lijn op verschil lende plaatsen door den oorlog verwoest is, en er is zelfs geen enkele andere officieele ver binding, noch per vliegtuig, noch per autobus, omdat niemand naar Barcelona mag, tenzij hij Weer een bijzondere vergunning daartoe heeft van het ministerie van „Gobernacion". En zelfs al heb je deze vergunning, dan blijft er nog een gróote moeilijkheid over, hoe er te komen. Mijn vriendelijke gastheer, Luitenant Jacobs, heemt mijn zaak ter harte, en dank zij zijn zor gen, krijg ik op een nacht, om een uur of twee de boodschap, dat ik den volgenden morgen om 8 uur klaar moet staan, liefst zonder meer ba gage dan een kleinen rugzak, om de reis naar Barcelona en verder naar het front van Noord- Catalonië te aanvaarden. Een officier van den nationalen persdienst hioet in opdracht van het hoofdkwartier naar Moord-Catalonië om daar foto's te maken; een Pracht gelegenheid, om veel te zien te krijgen. Door den kouden mistigen morgen passeeren We de brug over de Ebro en wendt de V-8 haar radiator-kap naar het Oosten: we zijn op weg baar Barcelona. De weg is vol herinneringen aan den oorlog. Twaalf kilometer buiten de stad passeeren We reeds de eerste frontlijn, die de nationa len vanaf het begin van den oorlog tot aan het groote offensief van Aragon hebben ingeno men. Links en rechts van den weg staan nog de betonnen versterkingen en zien we de nu ver- later. en half ingevallen loopgraven, vanwaar- hit nog geen jaar geleden de roode mitrailleu rs den weg hier bestreken. Ook de weg is op Verschillende plaatsen opgeblazen geweest, om ben opmarsch van de witten tegen te houden; r merkt het nog aan den schok, dien de wagen telkens krijgt, als we er met een fiksche vaart °verheen rijden. Ook de dorpen, die we nu tegenkomen, bie- ben al den treurigen aanblik van de oorlogs- e'lende, maar toch gaat het gewone leven hier V'eer verder; boeren werken op het land en de biet verwoeste huizen zijn zoo goed mogelijk V'eer ingericht. Veel droeviger is de aanblik van het dorp f'vaga aan de breede rivier de Cinca. Fraga is tegen een berg aangebouwd en als je het van be overzijde van de Cinca af nadert maakt het ben indruk of één groote, zwartgebrande doods kop je tegengrijnst. Ontzettend heeft dit dorp geleden, eerst door be nationale artillerie, .bij den opmarsch van de Vbtte troepen, en daarna, nu nog maar enkele Jbaanden terug, is het herhaaldelijk gebombar deerd door de roode luchtmacht, die hier de ®roote noodbruggen wilde verwoesten, die de bationalen over de Cinca gebouwd hadden. Als wanhopige armen steken enkele resten 'Jzeren staven uit de rivier op, alles wat er overgebleven is van de groote breede brug, die ?e rooden in de lucht hebben laten vliegen bij bbn terugtocht. Twee smalle houten noodbrug gen verbinden nu de oevers. Ma Fraga gaat de weg in breede bochten om boog de bergen in; bij een half verwoest kerkje ®!eh we hier het eerste soldatenkerkhof. Lange Üen houten kruisen zulien hier nog een stille borinnering blijven aan den oorlog, als alles g6er lang zal zijn opgebouwd, en in Spanje e oude haat weer vergeten zal zijn. Zwijgend rijden we verder door het bergland; 6el spreken kun je ook niet op deze lange, ehzame wegen door het land, waar nog kort gleden het oorlogsrumoer heerschte. En tel- ens weer en overal dringt een herinnering aan 'eh oorlog zich aan je op; wrakken van ka- mgeschoten auto's, vernielde bruggen, in puin ^Schoten huizen. De indrukken zijn te talrijk b te overweldigend, om er nog over te kunnen breken. a ^Ve naderen de stad Lerida, de stad aan de e§re; de eerste groote stad van Catalonië. Het ■hoi 'et vóór den oorlog een flinke welvarende ^0] geweest zijn van een zeventig duizend in fers, maar nu heeft het zijn treurige ver- bardheid vooral te danken aan de groote sla- - die er zijn geleverd en aan het front, dat purende enkele maanden midden door de bö heen liep. t> e verovering van Lerida door de rechtsche ^epen gebeurde den 14en April 1938 en was t et het bereiken van de zee door de nationale v °ePen in Juni daaropvolgend de bekroning b het offensief van de nationalisten. vo°rdat we Lerida binnen rijden zien we q, ks van ons op de hoogten de versterkingen, t b be nationalisten opgericht hadden tegen de jPüblikeinen die slechts op vrij korten afstand lindaan, aan de overzijde van de Segre De stad Lerida zelf biedt ook een trooste- loozen aanblik; het gedeelte van de stad aan deze zijde van de rivier is reeds sinds April vorig jaar in het bezit van Franco, terwijl het gedeelte aan de andere zijde eerst sinds een maand veroverd is. De ruïnes van huizen, die aan de rivier staan, zijn dan ook ware vesting werken geworden; overal borstweringen van zakken zand, overal versterkingen, van waar achter de vijand bestookt werd. Ook hier is de brug natuurlijk grondig ver nietigd en hebben de witte" troepen op de ruïnes van de oude brug binnen veertien dagen een. nieuwe betonbrug gebouwd. We rijden verder, kilometer na kilometer; de streek waar we nu doorheen komen, is nog maar pas in handen van de nationalisten en je kunt ook goed zien, dat hier minder gevoch ten is, dan in andere streken. De dorpen zijn in vergelijking met hetgeen wij zoojuist gezien hebben minder vernield en verwoest. Alleen de kerken hebben veel te lijden gehad.... maar dat schijnt niet aan de kanonnen van Franco gelegen te hebben. Groote groepen krijgsgevangenen zijn bij de vernielde bruggen overal aan het werk, om de schade te herstellen; op het eerste gezicht maakt het geen al te tragischen indruk. Zij zien er niets minder uit dan welke groep arbeiders je ook in het Zuiden wel tegenkomt en slechts bij goed toezien, ontdek je ergens een schild wacht, die het, met een geweer op zijn schou der, ook al niet te tragisch opneemt. Van de concentratiekampen voor krijgsge vangenen, hoon ik echter meer te zien te krij gen, voordat ik Spanje zal verlaten. Het landschap wordt steeds mooier en lief lijker; de zon schijnt heerlijk hier en het is als lente. Niets zou kunnen doen gelooven, dat hier nog kort geleden oorlog was, als je niet overal de wrakken van kapot geschoten auto's langs den weg zag liggen, en als je niet bij iedere in de haast gepioneerde houten noodbrug gewa pende schildwachten zag staan. Heel in de verte zien we reeds het grillig ge vormde massief van den Montserrat; scherp af- geteekend staat de kam van den berg tegen den diepblauwen zuidelijken hemel. Onze weg voert er heel dicht langs en dan kunnen we eerst zien, welk een markante vormen de rot sen van den berg hebben. Het volk hier noemt deze rotsen „de priesters" en werkelijk is het alsof je een rij van monniken ziet, in grijze pij, met de kap over hun hoofd getrokken, die licht voorover gebogen staan te bidden. En dan, het loopt al tegen 4 uur in den mid dag, zien we eindelijk vanaf de heuvels de heer lijke zonbeschenen koepels en torens van de millioenenstad Barcelona, aan een zijde be grensd door het blauwe water van de Middel- landsche Zee. Vreedzaam gezicht van hier uit; het lijkt een heerlijke luststad aan de verrukkelijke zee; een stad, waar alleen maar menschen kunnen wo nen, die genieten van het heerlijke klimaat, van de zee en de stralende, zuidelijke zon. Kan het dan waar zijn, dat deze stad nog voor enkele jaren getuige was van het helsche Satansfeest van de losgebroken menigte, die in één nacht tijd honderden menschen vermoordde, kerken platbrandde of verwoestte? Is dit nu de stad, die zooveel te lijden heeft gehad onder bombardementen van de rechtsche vliegtuigen? We zullen het nu zelf gaan zien. De Ned. Vereeniging voor luchtbescherming kondigt voor de eerste maal een Bedrijfsbe- schermingscursus aan, welke zal worden ge houden Donderdagavond 23 Februari te 8 uur in de Cantine van het Hoofdpostkantoor (in gang Raadhuisstraat) te Rotterdam. Deze cursus, welke bestemd is voor de leiders van bedrijven, is georganiseerd door het Ver bond van Nederlandsche Werkgevers, de Alge- meene Katholieke Werkgeversvereeniging, het Verbond van Protestantsch-Christelijke Werk gevers in Nederland, de Vereeniging van de Nederlandsche Chemische Industrie, de Ver eeniging van Metaalindustrieelen, den Metaal- bond in overleg en samenwerking met de Ne derlandsche Vereeniging voor Luchtbescher ming, welke laatste vereeniging het onderricht verzorgt. Dergelijke cursussen zullen binnen kort ook te Amsterdam, Arnhem en Hengelo worden gehouden. Leider van deze cursussen te Rotterdam en Amsterdam is de heer C. A. Muller, hoofd van het bureau Luchtbeschermingsdienst te Rotter dam; van de cursussen te Arnhem en Hengelo de heer A. van Batenburg, commissaris van politie en hoofd van de Luchtbeschermings dienst te Oosterbeek, bijgestaan door specialis ten qp chemisch, bouwtechnisch en brandtech- nisch gebied. Naar wij vernemen, zal de dezer dagen aan gekondigde proefneming met het laten verval len van de kaartjescontröle aan den ingang va.n het station te Utrecht, morgen, Donderdag, ingaan. Deze proefneming geldt voorloopig voor één maand. De directie der Nederlandsche Spoor wegen neemt met opzet deze proef thasn, om te kunnen nagaan of de maatregel ook bij groote drukte, zocals binnenkort ter gelegenheid van de Jaarbeurs, gced functionneert. De bedoeling, die aan de proefneming ten grondslag ligt, is het streven der Spoorwegen om het den reizigers zoo gemakkelijk mogelijk te maken. Het vooral voor late reizigers zoo tijdroovende kaartjes- knippen, onmiddellijk nadat men deze aan het loket heeft gekocht, lijkt overbodig bij de be staande trein- en uitgangscontróle. Het behoeft geen betoog, dat het noodzakelijk blijft, bij 't betreden der perrons, als men niet op reis gaat, in het bezit te zijn van een geldig perronkaart je. De situatie wordt n.l. zóó, dat men wel de perrons vrij betreden, doch zonder geldig kaart je niet meer verlaten kan. Vijf- en tienritten- boekjes moeten aan de loketten worden ge knipt. De directie der Nederlandsche Spoorwe gen hoopt, dat het reizend publiek deze ver eenvoudiging der controle naar waarde zal we ten te schatten. Slaagt de proefneming, dan ligt het in het voornemen der Directie na te gaan, welke an dere stations in Nederland eventueel voor de zen maatregel in aanmerking zouden bunnen komen. De hoofdbesturen van de Liberale Staatspartij en den Vrijz.-Dem. Bond hebben besloten voor de verkiezing van de Provinciale Staten van Noord-Brabant met een gecombineerde lijst uit te komen. Ingediend is een wetsontwerp tot wijziging van de grens tusschen de gemeenten Schoonhoven en Bergambacht, waarbij een gebied van ongeveer 71.09 H.A., waarop zich omstreeks 134 inwoners bevinden, verdrijft U snel en zeker met Koker 12 stuks 50ct. Proef doosje 2 stuks tOct Hunne Eminenties de Kardinalen Dome nico Jorio, Lorenzo Lauri en Nicola Canali, publiceerden en die behooren tot de „Papabili" uit wier levensbijzonderheden wij gisteren de Curie „Indien het waar is, dat anderen niet meer dan wij agressieve bedoelingen hebben Het is wel een veronderstelling, die het na- dénken waard is: de millioenen en millioenen, die Londen thans voor een fantastische bewa pening uitgeeft, zouden dan voor niets uitge geven zijn: een misverstand, zooals Chamber lain gisteravond in het Lagerhuis zeide. Daags tevoren had zijn collega van Financiën Sir John Simon, terzelfder plaatse met cijfers ge goocheld, waarvan men duizelt. Men is in de laatste jaren min of meer gewend geraakt aan bewapeningsuitgaven met millioenen tegelijk, doch men trachte zich eens te realiseeren hoe veel de 400 millioen pond sterling wel is, die Simon en passant méér wil leenen dan oor spronkelijk in de bedoeling lag. En bedenkt men dan verder, dat het Britsche bewapenings plan, dat oorspronkelijk anderhalf milliard p. st. omvatte, thans reeds tot omstreeks 2 mil liard gestegen is, dan gaat men beseffen, welk een achterstand de Britten in de algemeene bewapening hadden in te halen, en hoe ernstig de situatie nog is, dat zij er nog altijd zooveel aan hechten om dien achterstand in te halen. Het is nog lang niet zeker, dat zij met een „gerust" hart een eventueelen aanval van nabij kunnen afwachten; in September j.l. was dit zeker niet het geval; en in de naaste toekomst zal nog hard gewerkt moeten woorden om den Britten de veiligheid met het minste risico te verzekeren, waarop zij zooveel prijs stellen. De Volkenbond als veiligheidsorgaan bestaat niet meer; men mag het betreuren om die veiligheid en om de nobele doelstellingen, die aan het Geneefsche instituut ten grondslag liggen: Chamberlain heeft gelijk met er niet meer op te rekenen. Dus moest er naar andere middelen worden uitgezien, en daar het pond sterling nog altijd de meest gewaardeerde munt ter wereld is, kon de Britsche regeering zich die andere middelen verschaffen. Het duurde eeni- gen tijd, doch thans reeds bezit Londen ze in die mate, dat de regeerign van toon kan ver anderen. Chamberlain's woorden worden in den laatsten tijd krachtiger dan men van hem na een zekere periode wel zou verwachten; met elk oorlogsschip dat van stapel loopt en elk duizendtal vliegtuigen, dat voor het opstijgen gereed gekomen is, wordt zijn houding vaster. En niet slechts de zijne: ook zijn diplomaten in de buitenlandsche hoofdsteden kunnen, met de stijgende bewapeningscijfers achter zich, duidelijker taal spreken en aldus meer succes sen boeken. Men begint weer tot John Buil op te zien. De houding van den Duce zelfs wordt wei felend, terwijl Franco moeite heeft zijn oogen van Londen af te houden. In Frankrijk heeft Engeland een bondgenoot, die zich van dag tot dag herstelt van vroeger verval, en Berlijn acht alles bij elkaar den tijd gunstiger voor het aan- knoopen van handelsoverlegdan voor het zoe ken naar nieuwe eischen. En met het groote Amerika in den rug kan Engeland weer de lei ding nemen in het Europeesch beleid, ten be hoeve van den algemeenen vrede. Nog is de situatie onzeker; er zijn nog on uitgesproken w<enschen en het overleg met Ber lijn is eerst begonnen; voegt men daarbij de onzekere situatie in het Nabije en het Verre Oosten, dan is het duidelijk, dat de tijd voor een conferentie ter gedeeltelijke ontwapening niet rijp is. Londen moet eerst zeker zijn van zijn overwinning, en hoewel het Chamberla.n en den Britschen belastingbetaler aan het hart gaat: eerst moet de bewapening onoverwinne lijk zijn. Daarover zijn alle Engelschen het eens, van Churchill af tot de Labour-party toe, al sputtert deze laatste, der gewoonte getrouw, nog wat tegen. De macht van het Westen wordt thans in derdaad zienderoogen grooter. Chamberlain, de man des vredes, kan daarvan een goed gebruik maken, en hij zal dat zeker doen. Doch voor dat hij daartoe overgaat, moeten de voorwaar den vervuld worden van het overbekende Jingo-rijmpje: We do not want to fight, But, by Jingo, if we do.... Dat is de zin van het „indien", dat in de laatste rede van den Britschen premier zulk een groote rol speelde. Z.Exc. Minister Prof. Mr. C. P. M. Rom me begeeft zich aan boord van de „Jannis" voor de officieele opening van de nieuwe Beatrix-sluis te Cruysland bij Steenbergen Niet spoedig zullen de Amsterdammers mgr. Stolk vergeten, voor velen hunner het model van den pastoor en die temidden van hen oud en grijs werd, zonder dat zijn vitaliteit er ook maar in het minst onder leed. Eenmaal op gevorderden leeftijd reeds werd hij aan het ziekbed gekluisterd en moest hij in het Maria- paviljoen een operatie ondergaan. Men vreesde reeds, dat zijn gezondheid zich niet meer zou herstellen. Zijn krachtig lichaam echter door stond de ziekte en gezond en wel zagen zijn parochianen hem terugkeeren in zijn kerk. Met zijn parochie nam op 31 December 1933 zijn pas toraat een einde. Ruim vijf jaren heeft mgr. Stolk in huize „St. Bernardus", waarvan hij commissaris was, een welverdiende rust ge noten. Nog op den jongsten Driekoningendag vierde hij, de oudste priester van't Haarlemsche diocees, onder treffende belangstelling van zijn talrijke vrienden, zijn 86sten verjaardag. Jarenlang was hij de oudste pastoor van de hoofstad en zelfs mocht hij zijn zilveren jubileum als pastoor van de St. Catharinakerk vieren. Met grooten luis ter vierde men zijn gouden priesterfeest en op den datum van zijn diamanten priesterfeest, 15 Augustus 1938, bereidde men hem ir de in tieme rust van „Sint Bernardus" een warme hulde, waarvan de uitbundigheid getemperd moest worden met het oog op zijn afnemende krachten. Op 6 December 1853 werd de thans overle dene geboren in de gemeente Nieuwland-Kort- land-'s Graveland, welke tegenwoordig deel uitmaakt van de gemeente Schiedam. Op 15 Augustus 1878 werd hij priester gewijd en in hetzelfde jaar ontving hij zijn benoeming tot kapelaan te Beemster, waar hij tot 1883 bleef. In 1883 en 1884 was hij werkzaam te Edam en in dit laatste jaar oefende hij gedurende korten tijd de bediening uit in Voorschoten. Van 1884 tot 1887 stond hij als kapelaan te Weesp en van 1887 tot 1896 als kapelaan in de St. Petrus- kerk te Leiden. Gedurende drie jaren was hij daarna pastoor te Oude Schild (Texel) en in dezen tijd dichtte hij o.m. het bekende lied „het kerkje aan de zee". Na vanaf 1899 pastoor te zijn geweest in Vlissingen, kwam hij op 14 April 1905 als pastoor van de St. Catharinakerk naar Amsterdam. Overal, waar pastoor Stolk werkte, maakte hij zich vrienden, die hem nog jaren later kwamen opzoeken in de pastorie op het Singel. Doch ongetwijfeld heeft hij in zijn Am- sterdamsch pastoraat zijn grootste verdien sten en zijn grootste bewonderaars gemaakt. Toen op 31 December 1933 de St. Catha rinakerk gesloten moest worden, daar deze in de ontvolkte binnenstad overtollig was geworden, eindigde daarmede een zeldzaam schoon pastoraat, dat ook in de stilte van huize „Sint Bernardus" en in de harten van zyn parochianen voortleefde Enkele jaartallen zijn niet in staat eenigszins een beeld te geven van de beteekenis van pas toor Stolk voor het godsdienstige leven van Amsterdam Men moet hem daarvoor kennen in al zijn beminnelijke menschelijkheia, in zijn ijver voor het zielenheil der aan hem toever trouwden, in zijn diepe godsvrucht voor de H. Eucharistie, in zijn openstaan voor de nooden van dezen tijd en in zijn belangstelling voor al, wat er rondom hem geschiedde Wat hij als „Herder" geweest is, valt moeilijk te beschrijven. Men zou er voor moeten spreken met al degenen, die bij hem troost en opbeu ring vonden in moeilijke uren, en die hem raad kwamen vragen in den biechtstoel. Wat men zag en hoorde, was zijn vurige ijver voor het H. Altaarsacrament, welke zich uitte in een voortdurende opwekking tot de dagelij ksche H. Communie, tot een diepe vereering voor het Allerheiligste. Met bijzondere plechtigheid wer den in zijn kerk het Veertigurengebed en de feesten van Aanbidding gevierd. Hij was de eerste pastoor, die zijn kerk in den nacht van den Stillen Omgang openstelde voor de bede vaartgangers. En aan hem verleende mgr. Cal- lier het eerst het voorrecht in dien nacht het Allerheiligste ter aanbidding te mogen uitstellen. Als algemeen directeur en voorzitter van den Nederlandschen Eucharistischen Bond ontplooide hij een groote activiteit voor de vereering van het H. Sacrament in Neder land. In zijn pastorie werden de eerste bij eenkomsten gehouden ter voorbereiding van het Nationaal Eucharistisch Congres van 1922, dat in 1924 gevolgd werd door het Internationaal Eucharistisch Congres, van welke beide congressen hij als vice-voorzit- ter een werkzaam aandeel in de voorberei ding had. Als enthousiast propagandist ontplooide hij te Leiden reeds een groote activiteit voor de Ka- tholieke pers en vele artikelen, welke in „De Tijd" verschenen, leggen getuigenis af van zijn journalistiek talent. En dat hij de Katholieke pers waardeerde en begreep, toonde hij ook door de talrijke belangrijke berichten, welke hij haar verstrekte en door de bereidwilligheid, waarmede hij te allen tijde de katholieke ver tegenwoordigers te woord stond Ook de talrijke gedichtjes, die hij maakte en die door oen heer M Stevens bij zijn zilveren pastoraat samen gebundeld werden, getuigen van zijn ioumalis- tieke „feeling" Steeds waren die gedichtjes ac tueel en de actualiteit verleende er haar waarde aan. Zijn groote begaafdheid heeft hij ook mogen benutten als regent van het Onze Lieve Vrou wegasthuis, bestuurslid van de Allerheiligste Verlosser, president van de Voorzienigheid en bestuurslid van de vereeniging R.K. Herstel lingsoorden voor Longlijders en Zwakke kin deren. Niet onvermeld mag blijven zijn belangstel ling voor de geschiedenis, in het bijzonder die van het bisdom Haarlem. Sinds 1917 was hi] als redactie-lid verbonden aan de Bijdragen tot de Geschiedenis van het Bisdom Haarlem, welke hij in de moeilijke oorlogsjaren, toen de papierprijzen sterk gestegen waren er hooge drukloonen werden gevraagd, meermalen daad werkelijk steunde. Talrijke oude bescheiden, waaronder een groot gedeelte van het oud- bisschoppelijk archief, stelde hij ter beschik king van de Bijdragen. Pastoor Stolk mocht het eeuwfeest van de St. Catharinakerk vieren, maar hij moest ook haar einde zijn. Wij weten, hoezeer hem dit ter harte ging, niet alleen als pas toor, maar ook als historicus. Want voor hem beteekende dit ook het einde van de oude statie „Geloof, Hoop en Liefde", de regelrechte voortzetting van de parochie van de Nieuwe Kerk, de pastoorstraditie der Nieuwe Kerk. Van niets had hij meer afkeer dan van zich op den voorgrond dringen en in stilte liet hij dan ook in 1931 twee belangrijke jubilea voor bijgaan, zijn zilveren jubilea als regent van het Onze Lieve Vrouwegasthuis en als bestuurslid van de Allerheiligste Verlosser. En toch bleven deze jubilea niet onopgemerkt, want zij waren voor den toenmaligen kerkvorst van Haarlem, Z. H. Exc. mgr. Aengenent, aanleiding hem tot eere-kanunnik van het Haarlemsche kapittel te verheffen. Maar ook de wereldlijke overheid erkende zijn groote verdiensten en het behaagde HM. de Koningin hem te benoemen tot ridder in de Orde van Oranje Nassau. In 1934 aanvaardde hij het emeritaat, dat hem weliswaar niet welkom was, maar waarvan hij de noodzakelijkheid toch voelde. Want al bleef zijn vitaliteit ongeschokt, de ouderdom deed zich gevoelen. Van een volslagen rust was echter ook in „Sint Bernardus nog geen sprake, want talrijk waren de bezoeken, die hij in zijn kamer ontving en in stilte zette hij zijn priesterlijk werk voort. Ten slotte werd echter ook dat onmogelijk en sedert eenigen tijd kon hij niet dagelijks de H. Mis meer lezen. Enkele weken geleden vierde hij nog zijn 86sten ver jaardag, waarbij hem nog talrijke blijken van belangstelling gewerden. Ouderdomszwakte sloopte ten slotte snel zijn krachten en vorige Veek werd het raadzaam geacht hem de laatste H.H. Sacramenten toe te dienen. Zacht en kalm is hij thans ontslapen, vele warme en trouwe vrienden achterlatend, die hem nog veelvuldig zullen herdenken. Zondag 5 Maart zal Z. H. Exc. Mgr. Dr. Lem- mens in de abdijkerk der Paters Trappisten te Tegelen de H. Priesterwijding toedienen aan de eerw. Fraters Com. van der Steen, Haarlem; Ant. Smeulder, Tilburg; Joh. Deryks, Waalre; Ger. Listing, Wageningen; allen van de Con gregatie van het Allerheiligste Sacrament, kloos ter De Berkt, Baarlo. Woensdag 22 Februari viert de zeereerw. heer A. E. Lienaerts, rustend pastoor in het St. Eli- sabethgesticht te Kerkrade, zijn 95en verjaar dag .Hij is de oudste priester van Nederland. Dagelijks om 6 uur des ochtends draagt hij in de Kloosterkapel de H.Mis op.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 9