Frankrijks belangen z uil en
worden verdedigd
De Spaansche phase
'm&stfi
VOOR DE PAUSKEUZE
DOUWE EGBERTS
LEZERS
Daladier's verklaring
voor de Kamer
Nationaliteiten in het HCollege
BETEEKENIS DER
CONCILIATE
lezoo,
nu eerst D.E. in de pijp
Het rouwbeklag na
's Pausen dood
OPGELET!!
y/é
ZATERDAG 25 FEBRUARI 1939
Buitenlandsch overzicht
OUDSTE UITGEVER VAN
NEDERLAND OVERLEDEN
Electrische
Ruitenwisschers
NV. WILLEM VAN RIJN
CONTINGENTEERING
VAN VLEESCH
De Koningin ontvangt den nieuwen
Canadeeschen gezant
£xM(Ls FRIESCHE HEEREN-BAAI en BAAI-TABAK
De Osservatore Romano schrijft
over Paus Pius XI en de film
Herinneringen en
anecdoten
Een tip voor laatkomers!
MINliSTER JEAN ZAY
ONDERSCHEIDEN
He Sixtijnsche kapel na de laatste stemming: alle baldakijns, behalve dat van
den verkozene, zijn neergelaten; op het altaar staat de troonzetel voor de eerste
huldiging
Men heeft Daladier het mes op de keel ge
zet. Het ligt anders niet in de lijn van een
Franschen premier, en zelfs van geen enkelen
premier, cm tevoren in het parlement aan« te
kondigen, welke belangrijke beslissingen hij
van zins is het kabinet voor te leggen,
zeker niet wanneer zulke beslissingen gaan
over een netelig vraagstuk der buitenlandsche
politiek. Doch het was nu eenmaal zoover, en
het geheim was publiek, dat Frankrijk en En
geland Burgos binnen korten tijd zouden gaan
erkennen.
Bérard heeft er zijn aandeel in gehad, en de
Britsche agent te Burgos ook. Zij beiden ston
den voor een moeilijke taak. Rome en Berlijn
wroetten, om de erkenning zooveel moeilijkhe
den als maar mogelijk was in den weg te leg
gen; de onderhandelaars stonden voor de moei
lijkheid uit de erkenning zooveel voordeelen
voor hun land te halen als zij maar konden,
terwijl Franco wel op de hoogte was van het
feit, dat, concessies of geen concessies, die er
kenning tóch binnen afzienbaren tijd zou moe
ten volgen. Jaren lang heeft hij minder dan
deze erkenning gevraagd zonder belangrijke
concessies te willen doen: onder die omstan
digheden was het Londen en Parijs niet wel
mogelijk veelbeteekenende voorwaarden aan de
erkenning te stellen. Zij verwachten van
Franco niets dan neutraliteit, een houding, die
zij na een pacificatie van het leeggebloede
Spanje voorloopig kunnen verwachten. Nuch
ter de feiten onder de oogen ziende, en met
de overtuiging van een Spaansche neutraliteit,
kunnen zij moeilijk anders dan tot erkenning
overgaan.
Afgezien van de ideologen door dik en dun,
aan wie Daladier zich, schouderophalend, niet
stoort, zijn er in de Fransche Kamer nog ge
noeg leden, die van Franco's toekomstige neu
traliteit nog lang niet zoo zeker zijn, en die in
het rechtsche Spanje een bolwerk zien van de
Duitsche omsingelingspolitiek, zooals Tsjecho-
Blow'akije paste in het gefailleerde Fransche
systeem. Zij staan daarin niet alleen: ook En-
eelschen, die met Franco sympathiseeren, ver
wachten niet anders of deze zal zich bij de
„as" aansluiten. Hij heeft aan Rome en Ber
lijn nu eenmaal veel te danken, en zekere
briefwisselingen, cultureele pacten en rede
voeringen wijzen erop, dat de banden tusschen
Burgos en de „as" wel degelijk bestaan. Men
spot met de augures, die reeds den datum van
de komende crisis weten, terecht; doch ook
Daladier is niet zoo naïef, of hij weet wel, dat
dit jaar een critiek jaar zal zijn, waarin „de
vrede met waakzaamheid zal moeten worden
verdedigd" en in dit geval is het van belang
te weten, of Franco in zijn neutrale houding
zal volharden. Be Fransche afgevaardigden,
die daaraan twijfelen, wilden bijtijds weten,
wat Daladier nu van plan was, en deze moest
derhalve zijn kaarten op tafel leggen.
Hij heeft dit gedaan, en zich daarbij een
goed politicus getoond. Nakaarten over het ge
val heeft geen zin meer: Madrid, of welken „re-
geerings"-zetel der linkschen men w'il noemen,
is aan het wankelen hetgeen de Fransche
premier met betrekking tot Azana meedeelde,
was allang geen nieuws meer, slechts een offi-
cieele bevestiging en straks is Franco heer
en meester in Spanje. Welke houding deze dan
ook jegens Frankrijk moge aannemen, Frank
rijk mag in Spanje, een van zijn nabuurlanden,
niet afwezig zijn. Dit is' een simpele eisch van
voorzichtige, vooruitziende politiek. Londen en
Parijs zullen zich daaraan houden en Franco
volgende week erkennen.
Doch: daarmee begint net spel eerst. Frank
rijk heeft in Spanje groote belangen, finan-
cieele en politieke. Die belangen zal Frankrijk
verdedigen, in samenwerking met Engeland.
En Daladier noemde het teere punt zonder
omhaal: zij zullen waken over de onafhanke
lijkheid van het nieuwe Spanje. Binnenslands
mag Franco doen wat hij wil, Parijs en Londen
zullen niet dulden, dat buitenlandsche mogend
heden van Spanje een nieuwe springplank
maken tegen zichzelf.
Daladier beloofde aldus niet de minste scha
de, aan rechtstreeksche Fransche belangen
toegebracht, te zullen dulden. De Kamer zag
in, dat hij niet anders kon handelen, en keur
de zijn beleid goed. Hij heeft het vertrouwen
van het Fransche volk, en er is hoop, dat hij
dit niet zal beschamen, wanneer hij straks de
Fransche belangen metterdaad zal moeten ver
dedigen.
Een nieuwe phase in de politiek is ingetre
den; de Spaansche phase is voorbij.
Te Brielle is op 93-jarigen leeftijd de heer J.
K Overbeeke, oprichter en directeur-uitgever
van de nieuwe Brielsche Courant, overleden.
Hij was de oudste uitgever van Nederland.
Hij was drager van het witte Mobilisatiekruis.
Tal van jaren was hij lid van den gemeente
raad van Brielle, welke gemeente hij ook als
wethouder diende.
I
houden een groot en helder ge
zichtsveld op de voorruit schoon,
ook bij zworen regen-of sneeuw
val. Gering stroomverbruik, wa
terdichte en solide uitvoering.
Ook met tandemwisscher lever
baar. Speciale typen voor Ame-
rikaansche wagens.
Prijzen van af F. 13.- per stuk.
Verkrijgbaar bij alle Bosch-Diensten,
automobielhandelaren en garage
houders in Nederland.
AMSTERDAM (C.) KEIZERSGRACHT 171
TELEFOON 3'1 308 |4 IIJNEN)
(Van een bijzonderen correspondent)
De numerieke meerderheid van de Italia
nen in het H. College is een oude kwestie,
die bij elke pauskeuze weer op het tapijt
gebracht wordt, maar die na de Lateraan-
sche Verdragen van 1.929 eenige nieuwe as
pecten vertoont.
Het was blijkbaar niet meer dan de neer
slag van één dier steeds weerkeerende beschou
wingen en speculaties, wat Reuter de vorige
week uit Rome (niet uit U.S.A.) meende te
kunnen melden:
Vooral in de Ver. Staten zoo heette het
zou men spreken over een vastbesloten oppo
sitie der Amerikaansche kerk-autoriteiten tegen
hetgeen zij beschouwen als de Italiaansche
doctrine, n.l. dat de Paus noodzakelijk een Ita
liaan moet zijn. „Wanneer, gelijk algemeen
verwacht wordt, zoo ging het bericht voort
een Italiaan gekozen wordt, is het niet on
mogelijk, dat één der gevolgen van het con
clave zal zijn een wijziging in de samenstel
ling van het Heilige College, met een eventueel
meer evenwichtige verhouding tusschen de ver
schillende nationaliteiten.
Het behoeft geen betoog, dat er geen doc
trine, ook geen Italiaansche, bestaat die
zegt, dat de Paus een Italiaan moet zijn.
Dat is zelfs geen traditie, want een tradi
tie is een langdurig gebruik, verbonden met
een overtuiging, dat het zóó en niet anders
behoort. Wat de Pauskeuze betreft bestaat
echter zulk een overtuiging niet); iedereen
weet, dat zich geen enkele geschreven of On
geschreven norm verzet tegen de keuze van
een niet-Italiaanschen paus.
Of een Italiaansche dan wel een niet-Ita-
liaansche paus gekozen wordt, is dus op zijn
hoogst een vraag van opportuniteit. Dat noch
tans sedert meer dan vier eeuwen één en
veertig opeenvolgende pausen Italianen ge
weest zijn, heeft zijn natuurlijke gronden m
verschillende feitelijke omstandigheden. De
eerste is de meerderheid der Italianen in het
kardinaalscollege, dat de keuze uit zijn mid
den plegen te doen; de tweede de nog veel
grootere meerderheid der Italianen onder de
curie-kardinalen, d.w.z. onder die kardinalen,
die zich in het Vaticaan geheel wijden aan
de verschillende departementen van het be
stuur der wereldkerk; de derde omstandigheid
bestaat ten slotte in de bijzondere bestuurs-
gaven, en het vermogen en den aanleg tot uni
verseel denken, die de Italianen ongetwijfeld
hebben: niet voor niets heeft de huidige wereld
vrijwel haar gansche publieke en private rechts
orde van de Romeinen geleerd.
Ziet men in deze laatste omstandigheid een
moeilijk meetbaren, maar anderzijds min of
meer onveranderlijken factor, de meerder,
beid der Italiaansche kardinalen in het
H. College en de curie is iets, dat in cijfers te
meten en aan wisselingen onderhevig is en
dat verder een bijzondere verklaring behoeft.
Die verklaring is geografisch en historisch.
De H. Stoel is in Rome gevestigd en het ligt
voor de hand, dat de Italiaansche geestelijk
heid, die het vaticaan in haar midden heeft,
't eerst in aanmerking komt om haar de talen
ten te leveren, die zich aan den dienst van den
H. Steel wijden. Daarbij komt echter, als histori
sche factor, de zeer belangrijke omstandig
heid, dat een groot deel van Italië, met Rome
zelf 'als middelpunt, tot voor enkele tiental
len jaren de eigen staat der Kerk was, en dus
degenen, die daaruit stamden, wel „Italianen"
van taal en cultuur waren, maar geen andere
nationaliteit hadden dan die van den kerke-
lijken staat. Ten aanzien van hen deed zich
dus de vraag naar een verhouding van hun
aantal tot dat van Andere nationaliteiten
eigenlijk niet voor.
In dit opzicht nu kan men wel zeggen, dat
de Conciliatie van 1929 het aspect van deze
vragen heeft gewijzigd.
In 1870 was de Kerkelijke Staat, na her
haaldelijk in omvang te zijn beknot, feitelijk
ten gronde gegaan, maar de H. Stoel had zijn
rechten niet opgegeven en had het nieuwe
koninkrijk met Rome als hoofdstad niet er
kend. De H. Stoel stond in een open rechts
conflict met Italië en voor de Italiaansche ka
tholieken bracht dit bijzondere beperkingen
mee, wat betreft de deelname aan het poli
tieke leven van den staat; het verbod aan
verkiezingen deel te nemen werd eerst door
Fius X opgeheven en is op de politieke ont
wikkeling van Italië van grooten invloed ge
weest. Het Italiaansche nationalisme van zijn
kant droeg een uitgesproken anti-kerkelijk
stempel. In deze periode van 1870 tot 1929 be
stond er dus tusschen de Italiaansche katholie
ken en den Italiaanschen staat een verwijde
ring hoewel die in de practijk geleidelijk
i werd geslecht waardoor ook een Italiaanseh
kardinaal slechts in beperkte mate „Italiaan"
van het nieuwe Italië was.
Deze situatie is eerst door de Lateraansche
verdragen van 1929 in wezen gewijzigd. De
H. Stoel erkende het nieuwe koninkrijk, sloot
er een concordaat mee; de katholieke gods
dienst werd tot eenigen staatsgodsdienst van
het koninkrijk verklaard; de Koning, Musso
lini, de Kroonprins bezochten den Paus als
teeken van de nieuwe verhouding. Er was geen
xeden meer, waarom een Italiaanseh katholiek,
en dus ook een Italiaanseh Kardinaal, niet
om nog maar eens die grutters-uitdrukking te
gebruiken voor 100 procent Italiaan zou zijn.
Sedert 1929 staan dus voor het eerst de
Italiaa.nsche en de niet-Italiaansche kardina
len, wat de kwaliteit en de strekking van hun
nationaliteit betreft, op eenzelfde lijn.
Voor men hieruit eenige gevolgtrekkingen
zou willen maken, moeten echter twee andere
punten naar voren gebracht worden. Het eerste
is, dat de bovennatuurlijke gemeenschap der
Kerk de nationaliteiten als natuurlijke feiten
niet negeert, maar wel hun beperking of tegen
stelling overwint; zooals de eenvoudige missio
narissen, die hun vaderland verlaten om
Christus' grenzenloos rijk te verbreiden, ont
stijgen ook de hiërarchieën der wereldkerk aan
de beperkingen van aardsche indeelingen, om
volgens Paulus' woord alles voor allen te zijn.
En een tweede, zakelijk-rechtskundige op
merking is deze: dat de kardinalen der curie
allen het burgerrecht van de Vaticaansche
Stad verkrijgen en dus rechtens geen andere
nationaliteit hebben dan de Vaticaansche.
Wanneer men dus bij de curie-kardinalen van
Italianen, Franschen enz. spreekt, bedoelt men
de nationaliteit, waaruit zij zijn voortgekomen.
Op heden telt dan het H. College, zooals
men weet, 35 Italiaansche en 27 niet-Ita
liaansche kardinalen. Onder de curie-kardi
nalen is tegenwoordig slechts één niet-Ita-
liaan, de prefect der Oostersche Congregatie,
kard. Tisserant. Voor weinige jaren waren
het er nog verscheidene: kard. Lépicier,
kard. Ehrle, kard. Frühwirt e.a.
Opmerkelijk is nu, dat het getal der niet-
Italiaansche kardinalen in de laatste eeuw een
groote stijging heeft vertoond. In 1846, bij den
dood van Gregorlus XVI, waren het er acht;
in 1878, bij den dood van Pius IX, vijf en
twintig. In 1903 stonden eveneens 25 nies-
Italiaansche kardinalen naast 39 Italiaansche;
in 1914 weer 25 niet-Italianen naast 32 Italia
nen. In 1915 hadden de niet-Italiaansche kar
dinalen zelfs een oogenblik de meerderheid in
het H. College, nl. 31 tegenover 29.
Toen Pius XI in de jaren 1930'35 zeer
weinige kardinalen creëerde, zoodat het getal
van het College in den herfst van 1935 tot
49 was geslonken (24 Italianen en 25 niet-
Italianen) circuleerden er in Rome allerlei ge
ruchten en gissingen omtrent een voornemen,
dat de Paus zou koesteren, het College van
70 op eenigerlei wijze te hervormen; men sprak
van beperking van het aantal „hoeden", van
een hervorming der pauskeuze, van een be
noeming van vele niet-Italianen. Het opzien
barende 'consistorie van December 1935, waar
in ineens twintig kardinalen gecreëerd werden,
maakte aan al deze gissingen een einde en
herstelde tevens de Italiaansche meerderheid
ir. het H. College.
Maar ook sindsdien wordt bij allerlei ge
legenheden de verhouding der nationaliteiten
in het H. College weer op het tapijt gebracht.
Het is een onderwerp, dat zich voor interes
sante beschouwingen leent en waarbij nieuwig
heden niet zijn uitgesloten.
Men zou echter dwalen, als men ^an deze
vragen eenige urgentie toekende, want die is
nergens aan te wijzen; en wellicht nog méér,
als men zou meenen, dat hier een soort van
evenredige vertegenwoordiging in aanmer
king kan komen. Het kardinaalscollege is
immers niet bestemd om een grootste ge
meene deeler te zijn, naar proportioneele
methoden saamgesbeld, om groepen, naties
en richtingen te vertegenwoordigen; het is
een verkoren élite van begaafde en bege
nadigde personen, een élite, welke verkoren
wordt door den Geest, die ook in dit opzicht
„waait waar Hij wil."
Blijkens het verslag der Tweede Kamer -over
de voorgestelde bekrachtiging van het K. B. tot
regeling van den invoer van vleesch waren
eenige leden van oordeel, dat ook een gecontin-
genteerde vleeschinvoer bezwaarlijk te ver
eenigen is met de ten behoeve van de vee
houderij getroffen maatregelen.
In het belang van den landbouw drongen zij
aan op een totaal verbod van vleeschinvoer
zoolang de kalverteeltbeperking wordt gehand
haafd.
H. M. de Koningin heeft Vrijdagnamiddag
half vijf ten paleize Noordeinde te Den Haag
ontvangen den heer J. Désy ter overhandiging
van zijn geloofsbrief als buitengewoon gezant
en gevolmachtigd minister van Canada bij Hr.
Ms. Hof.
z
Dat is zoo Vaders vaste gezegde, als hij 's avonds
in „de zorg" gaat zitten. Voor hem is het toppunt van
huiselijkheid, dat rustige uurtje met D.E. in de pijp!
Wilt U u,eTl
Ui*
rooh
dan ten
{njT
Onze Romeinsche correspondent sein;, ons d.d
25 Februari:
De Osservatore Romano van Vrijdag
avond maakt de balans op van de inge
komen condoléancetelegrammen welke het H.
College hebben bereikt. Onder de tallooze
telegrammen bevinden zich die van 18
souvereinen, 27 presidenten van republie
ken en 41 ministers van Buitenlandsche
Zaken. Uit alle deelen der wereld kwamen
de telegrammen binnen, hetgeen de Osser
vatore beschouwt als een illustratie van de
algemeenheid der Katholieke Kerk.
In navolging van Engeland gaat ook Duitschland belangrijke steden en in
dustriecentra door sperballons met stalen netten beschermen. Eenige ballons gereed
om op te stijgen
De laatste sprint voor de Nationale
Geluksrace 1939 is begonnen. De race naar
drie volle jaren uit de zorgen! Uw race
naar het Geluk!!
De vele administratie noodzaakt ons de
trekking te verschuiven tot Woensdag
15 Maart a.s. Dus voor alle laatkomers nog
een laatste kans. Grijpt dien kans vóór
het te laat is. De trekkingsdatum is ON
HERROEPELIJK vastgesteld: 15 Maart.
.15 Maart, dan zal het lot (onder toezicht
van Notaris Mermans te Utrecht) beslissen
over Uw lot! Met 5000 gulden voor drie
jaren uit de zorgen!10.000 gulden aan
prachtige prijzen! Zendt thans de beroemde
gele kaart naar Utrechten verzeker
U van drie zonnige jaren! Mocht U nog
niet in het bezit zijn van een gele kaart
U kunt ze, op aanvrage kosteloos bekomen
bij het Comité tot verzorging van dak-
looze Vrouwen en Meisjes van alle gezind
ten te Utrecht. Postbus 2004.
De trekkingslijst wordt U binnen 14
dagen na de trekking gratis toegezonden.
De termijn van inzending der gele kaar
ten sluit definitief Maandag 13 Maart
10 uur v.m. Adv.
leren zonden hun
^even ui enkele
wmoldingen o giojte
Luusen dood bij hen
Ook eenvoudige
telegrammen. Vei
simpele, dikwijls
droefheid weer, die
wekte. Nog steeds brengt de Osservatoie arti
kelen over den H. Vader. Vrijdagavond nam
een beschouwing van Kardinaal Van Roey over
den Paus als vorst van den vrede een eere
plaats in.
Evenais iederen Vrijdag verscheen de osser
vatore ook met een filmpagina, thans geheel
gewijd aan de groote aandacht, die de over
leden Paus voor de film had. Citaten van het
geen Hij op audiënties zeide, maar vooral uit
„Vigilante cura" stellen in het licht welk een
gevaar de H. Vader zag in de slechte film.
vooral voor de jeugd. Doch niet alleen in nega
tieven zin, n.l. over de slechte film als gevaar,
doch ook in den positieven zin drukte de H.
Vader met nog meer kracht op het hart vooral
te werken voor de goede film.
Hedenmorgen om half tien rookte de. schoor
steen van de Sixtijnsche kapel proef. De rook
die uit den schoorsteen opsteeg was dik en zwart,
evenals het volk op het St. Fietersplem het te
zien krijgt bij een negatieven uitslag der stem
ming. Het blikken schoorsteentje functionneerde
naar behooren.
Nog altijd is er een overweldigende belang
stelling en vraag naar postzegels die uitgegeven
werden voor de periode „Sede Vacante."" Nie
mand kan meer dan een serie krijgen, tenzij hij
het er vóór over heeft weer achter ae groote
rij te gaan staan, daar meer dan een uur te
beklijven en het geluk heeft niet coor den
ambtenaar herkend te worden.
Uit het leven van Paus Pius XI
De gewoonte van Paus Pius XI, om wei
nig te spreken maar veel te luisteren en
zijn even groote beheerschtheid in daden
als in woorden hebben er toe geleid, dat de
Hem teekenende anecdoten bijna zonder
uitzondering te danken zijn aan toevallige
ontmoetingen met verschillenlde mensehen.
In de eerste dagen van Zijn Pontificaat ging een
gezelschap Ambrosianen uit Milaan hun hulde
betuigen aan den „Milaneeschen Paus", en
Pius XI ontving hen in een langdurige audiën
tie.
Terwijl de Paus van den een naar den ander
schreed voor den handkus en zich telkens met
een ieder een poosje onderhield Zijn geest
was immers nog vol van herinneringen aan
Milaan ontviel den opperherder een gezegde,
dat ondanks de plechtigheid van het oogenblik
en de emotie der knielende bezoekers een leder,
ook den Paus zelf, deed lachen.
Bij een jurist, die zich door allerlei werken
van barmhartigheid verdienstelijk maakte, aan
gekomen, sprak de vroegere Kardinaal van
Milaan op hartelijken toon: „Maar wij kennen
elkaar; wij hebben kennis gemaakt in San
Vittore!"
San Vittore is.... de gevangenis van Milaan!
Vandaar dat iedereen lachen moest. Inderdaad
had de jurist bij een bezoek van de» Kardi
naal-aartsbisschop aan de gevangenen van San
Vittore de eer genoten aan Zijne Eminentie te
worden voorgesteld.
Eenige jaren nadien, terwijl Paus Pius XI
langs een rij bezoekers schreed, herkende Hij
den ouden pastoor van het plaatsje Ornago
niet, ofschoon deze. Don Rosa, van de eerste
klas van het gymnasiun/ af, Zijn kameraad
geweest was en Hem zelfs op het seminarie
eens een eersten prijs wist af te snoepen.
Gedurende de reis naar Rome had Don Rosa
steeds van zijn reisgenooten moeten hooren:
..Wie weet wat de Paus wel zegt, wanneer Hij
u na al die jaren weerziet!"
Men kan zich de teleurstelling voorstellen,
waaraan Don Rosa op den terugweg een prooi
was. Hij zweeg, maar Kardinaal Tosi, die van 't
voorval hoorde, sprak er met den Paus over
En zoo geschiedde het, dat Don Rosa op een j
morgen, toen hij nog te bed lag, tot zijn groo
te verwondering hoorde, hoe de klokken van
zijn kerkje feestelijk begonnen te luiden. Toen
hij snel opgestaan was. had hij een ware ovatie
van de bevolking in ontvangst te nemen. Den
vorigen avond had de burgemeester namelijk
het bericht gekregen, dat de Paus Don Rosa
den titel van „monsignore" verleend en hem
tot honorair prelaat benoemd had. Eenige da
gen later ontving Don Rosa bovendien een
door Zijne Heiligheid eigenhandig geschreven
brief, waarin Hij er Zijn vreugde over uitdruk
te. te weten, dat Zijn oude medescholier zich
in blakenden welstand bevond, en hem uitnoo-
digde naar Rome te komen voor een particulie
re audiëntie, opdat zij gezamenlijk over de da
gen van weieer zouden kunnen spreken en over
hun vroegere studiegenooten, die toen echter
reeds bijna allen niet meer tot de levenden be
hoorden.
Indiërs op audiëntie
Op een anderen keer wachtten in één der
dichter bij de bibliotheek gelegen zaaltjes eeo
aantal Indische geloovigen het oogenblik der
audiëntie af. Geknield bleven zij voortdurend
bidden, tot een geheim-kamerheer, die voor
bij kwam, hun zeide. dat zij het zich gemakke
lijk moesten maken, aangezien het nog zeer
lang duren zou alvorens de Paus verscheen.
Maar een missionaris antwooordde hierop, dat
het beter was de menschen te laten begaan,
daar zij hieraan gewoon waren; zij zouden zich
teleurgesteld voelen, indien men het anders
wilde.
Inderdaad was de vervoering dier Indiërs
toen zij den Paus eindelijk te aanschouwen
kregen 7,or groot, dat de dienstdoende geheim-
kamerheer bij den aanblik hui er betuigin
gen van vereering en trouw, van geroerdheid
in tranen uitbarstte. Hij geneerde zich echter
wel een beetje, dat hij zich dermate door de
emotie had laten overmannen, zoodat hij
trachtte zijn ontroering te verbergen. Maar de
Paus, zelf ook bewogen, wendde zich tot hem
om hem weer wat op zijn gemak te brengen
met de woorden: „Dat is een schouwspel, dat
ook den Paus goed doet."
Toen een nieuwe verwarmingsinstallatie in
het Vaticaan aangebracht was, zag Zijne Hei
ligheid bij het in oogenschouw nemen dezer
installatie, dat op eenige onderdeelen daarvan
de naam van een Hem bekenden fabrikant
voorkwam en Hij vroeg toen, of deze nog leef
de. Men antwoordde, dat de man nog gezond
en wel was. en zelfs pas eenige weken geleden
in het Vaticaan was geweest. De Paus zei toen,
dat Hij hem gaarne weer eens gezien £ou hebben,
vroeg vervolgens of die fabrikant ook nog
steeds rijwielen fabriceerde, waarop Hij een be
vestigend antwoord kreeg. Met een toespeling
op Zijn korte wielrijderservaring van vroeger
jaren, sprak Hij toen tot Zijn begeleider: „Groet
U hem dan bij de eerstvolgende gelegenheid
namens Mij, en zegt U hem, dat hij er zich op
beroemen kan, den Paus eens ten val te hebben
gebracht."
De Paus achter slot en grendel
Een merkwaardig avontuur beleefde Mgr.
R.atti eens, toen hij nog prefect der bibliotheek
was en zelf naar de werkplaats van den sloten
maker van het Vaticaan ging, om daar eenige
karweitjes te bestellen. Hij trof er alleen een
leerjongen aan, die van zijn baas opdracht ge
kregen had, onder geen enkele omstandigheid
de werkplaats onbeheerd te laten.
Nu de onbekende bezoeker van hem verlangde,
dat hij zijn baas zou gaan roepen, stond de jon
gen even in tweestrijd, hoe hij dit probleem zou
moeten oplossen, maar in het volgende oogenblik
draaide hij den sleutel van de werkplaats om,
waardoor de toekomstige Paus daarin opgesloten
was. Toen de jongen zijn baas gevonden had,
wist de slotenmaker niet, hoe hij zich veront
schuldigen moest bij den in* allerijl weer in vrij
heid gestelden Monseigneur Ratti.
Tot slot nog de vermelding van een merkwaar-
digen samenloop van omstandigheden, waarvan
de Italiaansche bladen gewagen, in verband met
de aankomst van kardinaal Schuster, aartsbis
schop van Milaan, te Rome ais eerste der van
buiten komende kardinalen sedert het overlijden
van den Paus.
Op den dag van de plechtige overbrenging van
het stoffelijk overschot van Paus Benedictus XV
meldden de Romeinsche kranten indertijd de
aankomst te Rome van kardinaal Ratti. den
toenmaligen aartsbisschop van Milaan, die later
Pius XI zou heeten, als eerste der met het pur
per bekleeden uit de aartsdiocesane residenties.
Die bladen legden daarop den nadruk onder ver
melding, dat na den dood van Paus Pius X de
eerste kardinaal, die te Rome aankwam, juist
kardinaail Delia Chiesa geweest was, die even
later als Paus Benedicts XV op den Heiligen
Stoel kwam te zetelen. Inderdaad een reeks sa-
menloopen van omstandigheden die frappeeren.
Naar wij vernemen, heeft de Fransche Minister
Jean Zay Vrijdag uit de handen van Minister
Slotemaker de Bruine niet de onderscheiding
van groot-officier der Oranje Nassau-orde, maar
het grootkruis van die orde ontvangen.
Naturalisaties
Ingediend is een wetsontwerp tot naturalisa
tie van Maria Christina Wilhelmina Buys en
20 anderen.