Club-managers jonge op jacht naar sterren <Kdmftaal van den da$ De luchtroovers van Hoitika J N> Na den strijd om den landstitel F 250.- JAMES MULTON HET VOORBEELD WINTERSPORT DONDERDAG 2 MAART 1939 cheepsrecht VOETBAL IN ENGELAND Everlon-supporters betoogen bij wijze van wraakoefening tegen de Wolves De huidige leiders in moeilijkheden? Driemaal de leiding genomen Anti-Wolves-relletjes te Liverpool Tien minuten voor 't eindsignaal Toenemende spanning in af deeling II De zesde ronde voor de Cup DAMMEN Een der spannendste tournooien van de laatste jaren De prestaties der jongeren kleur, n AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Driemaal is. Een Intense belangstelling voor de voetbal- Jeugd teekent zich af aan het Engelsche voet bal-firmament. Om die interesse weeft men intusschen een sfeer van geheimzinnigheid, bevreesd als men is, dat anderen langs dezelfde wegen gaan wan delen. Een geheimzinnigheid die wij ook bij een veldheer aantreffen als een slag wordt voorbereid, of bij een koopman die een nieuw artikel of uitvinding op de markt brengt. Doch lang duurt het doorgaans niet of zulk 'n ge heim is een publiek geheim, zoo ook in de En gelsche voetbalkampen. Zoo lets Is niet verwonderlijk. Managers van clubs of de agenten daarvan worden steeds met de grootste aandacht gevolgd en gadege slagen. -En de conclusie is aldra getrokken. Het elftal van een club zouden wij het instrument willen noemen van een manager. Deze bepaalt als een kapitein den koers, hij geeft de détails aan, kortom hij draagt de aansprakelijkheid voor de ploeg, en is van zijn handelingen slechts verantwoording verschuldigd aan die genen, die de zaak financieren. Als overal in de wereld zijn de managers figuren van ver schillende geaardheid, d.wi. persoonlijkheden met eigen Inzicht en initiatief, er zijn er ook die zich richten naar collega's, dus copieerders om 't eens populair te zeggen. Heeft iemand met een bepaalde actie succes, dan draven zij als een haas achter hem aan Welk succes, vraagt u nieuwsgierig, is dan zoo groot, dat er ineens een jeugdbeweging gaande is? Het succes van James Muilen, den 16-Jarigen vleugelman van Wolverhampton Wanderers, wiens ster plots zoo schittert, dat menig ma nager wordt verblind. Buckley heeft den jongen zoo uit een schoolelftal gevischt, liet op zijn in stigatie den trainer wat aan hem schaven en daar speelt hij omgeven door de hoogste En gelsche voetbaleer als een persoonlijkheid, waaraan menige oude rot zich zou willen spie gelen. Had Buckley destijds niet hetzelfde for tuintje met Lawton, toen ook 16 jaar, en nu 17, terwijl hij voor 6500 door Everton werd overgenomen en al zijn entreé maakte in het Engelsche elftal? Hier en daar zijn nog enkele voorbeelden, wel niet van een dergelijke allure, doch treffend genoeg, al zullen wij 't hier bij laten. Dit is de aanleiding tot een algemeene jacht Baar „young-stersl" Allerwege tijgt men er op uit, naar de school elftallen, naar de jeugdige clubjes, die overal verspreid zijn, doch vooral knoopt men relaties aan met figuren, die uit den aard van hun be roep of ontspanning veel onder jonge menschen verkeeren. Voor den manager heeft een goede vondst een dubbel voordeel, wat, gezien de de cadente middelen der clubs, zeer welkom is. Immers, zoo'n veelbelovende boy kost in verge lijk met de kapitalen die gerenommeerde spe lers vergen (vergelijk de £14.000 van Bryn Jo nes) een prikje, waartegenover een toenemende publieke belangstelling staat, die altijd „keen" is om het nieuwe voetbalsterretje zelf te aan schouwen. Dat er voldoende „youngsters" zijn zouden wij bewezen willen vinden in het product dat Major Buckley dit seizoen heeft geproduceerd. Doch of elke manager het geheim verstaat dusdanig te kneden als hij doet is een ander punt. fhe Valley maakte een mistroostigen indruk. De accommodatie van de Charlton-club. wier plannen om een nieuwe home te bouwen be paald in den doofpot zijn gestopt, is niet erg rooskleurig. Het is een verveloos zaakje, doch nu bij donkere luchten en veel regen nog treu riger om aan te zien. Diezelfde regen moet ook oorzaak geweest zijn, dat de belangstelling on der de maat bleef. Of lokte de tegenpartij niet erg Dan vergiste men .zich deerlijk. Zeker, een strijd van hooge techniek lag niet in het ver schiet, doch wel een match vol „thrillers." En die verwachting kwam uit. Portsmouth is na een vlot seizoenbegin deerlijk ln de decadentie ge raakt. Oorzaken ach, die kunnen vele zijn, doch wat geeft t speuren hiernaar. Van meer belang is het feit, dat men niet wil berusten. Er is een verzet, er wordt strijd geleverd, men wil uit de gevaarlijke zone. Behalve uit de wilskracht van de ploeg moge dit ook blijken uit den nieuwen aankoop dien Portsmouth zich heeft gepermitteerd, door den jongen en veelbe- lovenden Barlow van de Wolvers over te nemen. Zijn aanwezigheid was dan ook duidelijk merk baar en hij vond grooten steun bij Anderson, den middenvoor, en good old Worrall, die wie weet hoe lang al met Portsmouth meeloopt. Trouwens, een aanval die tot driemaal toe de leiding kan nemen, op vreemden ground nog wel en tegen een tegenpartij als Charlton Ath letic op het huidige oogenblik is, treft geen verwijt, wat men met ons eens zal zijn. De fout school dit keer in de achterhoede, waarin het „lekte." Vooral bij het tweede tegenpunt, en in mindere mate bij den laatsten gelijkmaker, ook al gaat de defensie der thuisclub evenmin vrij uit. Hielp Jimmy Oakes, de nieuwe Portsmouth- binnenlinks, Barlow niet aan het eerste doel punt in zijn nieuwe omgeving? Intusschen opent deze draw mooie perspec tieven voor het Portsmouth-team, dat na de herziening, als wij 't zoo noemen mogen, ineens drie doelpunten tegelijk scoorde, een verschijn sel, dat sinds begin Januari voor de League nog niet was geschied. Het Wolverhampton-team heeft bij zijn komst op het Liverpoolveld een onprettige ervaring opgedaan.' Toen de spelers nJ. het veld betraden werd door een deel van het publiek zoo'n ontzettend spectakel gemaakt, dat men aanvankelijk niet goed wist wat er aan de hand was. Onmiddellijk toog men op onderzoek uit, waarbij bleek dat een anti-Wolves-campagne was geënsceneerd door Everton-supporters, als antwoord op de ipzienbarende nederlaag die Cullis en zijn boys hun favorieten verléden Woensdag hadden toe gebracht. en zeer onvriendelijke en bovendien onsportieve geste, die haar hoogtepunt be reikte, toen doelman Scott, de Wolves-„goalie" met sinaasappelen werd bekogeld. Hierbij legt men verband dat Scott vroeger als zoodanig voor Liverpool optrad. In allerijl had men politie-versterking laten komen, die heel tac tisch tusschen de menigte postvatte. Weliswaar bleven bekogelingen als boven aangegeven ach terwege, doch de onvriendelijke toon bleef. Het toch zoo fraaie Wolves-spel kon in de oogen der massa geen genade vinden, wat zacht uit gedrukt zeer onredelijk is. Want het relletje had op de gasten een nega tief resultaat, de Wolves speelden mogelijk r.og aantrekkelijker en wonnen verdiend met 20 van Liverpool. Zeker, de Toffees hebben zich na de collapse na jJ. Woensdag eenigermate hersteld en de zichtbare cijfers 21 op het terrein van Leeds United doen zelfs veel veronderstellen, doch een Leedssupporter zou u over den strijd zelf een ander boekje opendoen. Het feit reeds, dat de leiders bij half-time met 10 achterlagen en ook in de tweede helft de grootst mogelijke moeite hadden om het energieke Leeds-team te bedwingen, zegt wel iets. Everton dankt het hoofdzakelijk aan het prachtige spel van zijn centreforward, Lawton, dat men tegen de ver houding en verwachting in toch twee goals kon scoren, die beide door den internationaal wer den ingeleid. Derby County is ternauwernood aan een nieuwen tegenslag ontsnapt tegen Manchester United. Tot tien minuten voor het einde leidden de gastheeren met 10, welken kleinen voorsprong de thuisclub bij gebrek aan scherpschutters ge heel aan zich zelf had te wijten. Uit een free- kick kopte McCulloch den gelijkmaker in het Manchester- net. De Cuphouders hebben Arsenal een zeer on- prettigen middag bezorgd. Preston North End gaf een fijne partij voetbal ten beste, zoo goed zelfs, dat Arsenal zich met een passieve rol had tevreden te stellen. Niet beter verging 't Chelsea in zijn derby tegen Brentford, dat tusschen twee haakjes door zijn vierde overwinning in successie aardig omhoog klautert en practisch geen gevaar meer te duchten heeft. In tegen stelling met de Chelsea-ploeg, wier positie thans zeer précair wordt, De thuisclub had Salmond (met het oog op de Cup!) vervangen door Craig, wat de prestaties nog pooverder maakte. Het lijkt op het huidige oogenblik aanneme lijk, dat de strijd om den kampioenstitel hoofd zakelijk gaat tusschen Everton, de Wolves en Derby County, als de laatste tenminste ras tot herstel komt. Een vierde gegadigde, in de fi guur van Middlesbrough met 35 punten, dus vier punten achter Derby, zal voorshands niet aan bod komen. Het degradatie- spook daarentegen heeft meer reflectanten op zijn boekje, n.l. zes, waarbij het onder de namen van Birmingham en Chelsea een dikke streep trok. lederen Zaterdag stijgt de spanning in af- deeling II, waar de leiders om beurten toonen niet onfeilbaar te zijn. Thans sneuvelden de Blackburn Rovers en Sheffield Wednesday op het meest onverwachte oogenblik en waren andere gegadigden er als de kippen bij om van die buitenkansjes te profiteeren. Sheffield United en Coventry City, doch ook Newcastle United, West Bromwich Albion en Fulham staan op de nominatie. Hoe gering het krachtsver schil is blijkt uit het feit dat de nummers één en zeven slechts.... vier punten verschillen. Een nieuwe phase, een der laatste, staat a.s. Zaterdag voor de deur. Allerwege spanning, electriciteit en strijd, heel veel strijd om het einddoel Wembley te bereiken. Hier zijn de laatste acht voor de zesde ronde: ChelseaGrimsby Town Huddersfield TownBlackburn Rovers PortsmouthPreston North End Wolverhampton WanderersEverton Voorts gaat voor de competitie: ArsenalBolton Wanderers Aston VillaBirmingham BrentfordCharlton Athletic LiverpoolLeicester City SunderlandManchester United Bovendien vinden de volgende matches plaats voor de Tweede Divisie: BradfordNewcastle United Bury—Burnley ChesterfieldCoventry City FulhamPlymouth Argyle Manchester CityWest Bromwich MillwallNorwich City Sheffield WednesdaySheffield United Swansea Town—Nottingham Forest Tranmere RoversSouthampton West Ham UnitedTottenham Hotspur Weer is een Nederlandsch damkampioen schap achter den rug, althans bijna: Vos en Keiler moeten, met vijftien punten gelijk aangekomen, herkampen en er wacht ons een spannende match, die een mooie Kracht meting is tusschen twee van Nederlands sterkste dammers Allereerst de prestaties der beide eerstaan- komenden onder de loupe nemende. Hoe stei": K e 11 e r's spel ook is, het resultaat om de eerste plaats te moeten deelen, moet ook vooi den titelhouder een teleurstelling zijn. Leek het aanvankelijk, alsof Keiler zeker alleen op de eerste plaats zou eindigen, Vos heeft zich, on danks den moreelen tegenslag van het begin, op superieure wijze hersteld en een formidabele eindspurt ingezet. Vos' prestatie wekt dan ook in de allereerste plaats bewondering voor dezen bescheiden speler, die zich voortdurend weet te handhaven en nu 'weer grondig bewijst, hoe sterk hij wel is. Dat Keiler zich eveneens handhaafde, zij het dan ook, dat hij nog voor een prolongceren van zijn titel zal moeten vechten, is in elk geval voor den nationalen kampioen een voldoening en het zij ronduit gezegd, het is Keiler wel heel erg tegengeloopen. Zijn verlies tegen Van der Kraan, waar niemand op rekende, zijn verzui men van de winst tegen b.v. Raman en Kin- negin, het waren voor Keiler harde tegenslagen en het pleit voor zijn moreel, dat hij deze slagen te boven is gekomen en zich desondanks als nummer één ex aequo heeft geproclameerd. Het was de eerste maal sinds 1934, dat Keiler in een nationalen kampioenswedstrijd verloor en nu nog wei van een jeugdig Dordtenaar, die wel het meest van allen de publieke attentie op ziek heeft weten te vestigen. Van der Kraan begon goed, maar zakte later De oberkellner was erg trotsch op zijn men- schenkennis. Hij wist terstond met wat voor soort menschen hij te doen had, wanneer hij ze in het restaurant bediende. En zijn gasten behoorden gerust niet tot de onbemiddeldste, wanneer men bedenkt dat zij in de smaakvol ingerichte eetzaal van het voorname Eden-hotel aan de fijn-gedekte tafels zaten. Op een zeke ren avond kwam er een onbekende heer binnen Hij liet zich de overjas van de schouders ne men, gaf met een ietwat onverschillig gebaar zijn wandelstok en hoed met de handschoenen er in aan den hotelbediende af, keek toen even onderzoekend naar de niet talrijke gasten en verkoos zich dan een uitstekende plaats. Toen stond de oberkellner Albert op, kwam langzaam naar den gast, dien hij aanstonds in de klasse „chique" had gerangschikt, boog heel onderdanig en stond met voorzichtigen raad en daad bij in de keuze van een exquis avondmaal. De gast liet zich een Engelsch woord ontval len: het was een goed Engelsch woord, consta teerde Albert aanstonds en prees zijn menschen- kennis. Ook de manier, waarop de gast het menu samenstelde, behaagde Albert dermate, dat zijn hart vlugger klopte, want wie weet met wat een voorname persoonlijkheid hij hier te doen had. Zelfs de gérant wierp verschillende blikken naar de kleine tafel, of alles wel.... Doch op den oberkellner Albert kon hij vast vertrouwen; hij kende niet alleen de beste paarden op de ren baan, hij kende ook zijn beroep. Dus de ober bediende in hoogst eigen persoon, langzaam, bijna liefdevol, zooals een moeder een kind, dat na een lange ziekte eindelijk weer eens iets eten mag. Hij onderzocht de spijzen of ze niet te heet of te koud waren, controleerde de voor af gewarmde borden, den spiegel van de wijn glazen en de parelen van het bier. De fijne gast at rustig, tevreden, met volle toewijding en op een manier, die zoo suggestief was, dat ze gewoonweg honger verwekte. Ge lijkmatig als een klok verwisselden de verschil lende gangen, een dienstvaardig gefluisterd woord van den ober Albert werd slechts met een knikje beantwoord. De fluweel-zachte slagen van de ouderwet- sche staande klok, buiten in de kleine hall, weer klonken reeds voor den achtsten keer, toen de fijne heer met een voorzichtig aangeboden bon bon een einde maakte aan den copieuzen maal tijd. Op dat oogenblik gebeurde er iets zeer pijn lijks. Alsof hij uit de aangenaam verwarmde lucht was neergedaald, stond er op eens een man in de deur, die onderzoekend door de zaal keek en tenslotte, met de vingers van zijn rechter hand over den kin wrijvend, even glimlachte, toen den chef wenkte en met hem in de kleine hall ging, zonder zijn blik van de zaal af te wenden. „Het spijt mij vreeselijk," zeide de heer, „u te moeten storen in uw drukke bezigheden. Ik ben van de geheime De gérant verbleekte, maar de man van de geheime politie beduidde hem ongedwongen te handelen en liet zijn blik nog eens veelzeggend door de zaal gaan. „U heeft gelijk, mijnheer, de haam van ons hotelhokkelde de gérant, waar ehals ik u vragen mag, waar gaat het om? Diefstal of....?" „Neen, mijnheer, niets van dat alles. Maar die heer daar," en weer gingen zijn gitzwarte oogen in de richting van het tafeltje, waar de oberkellner Albert koffie serveerde. „Juist, zooals ik u zei, 't spijt mij u te moeten lastig vallen. Die man zal zich ook hier wel buitengewoon beschaafd hebben voorgedaan; dat is zijn werkmethode, welke hij reeds jaren met succes toepast. Maar nu zal hij ons toch niet ontgaan. Als u hem misschien even aan de te lefoon wilt roepenu begrijpt!" „Zeker, heel gaarne!" Voornaam schreed de gérant naar het ta feltje, maakte een correct gc- baar met het IV Tpy, cf Iipyi hoofd en bracht ivierioLrHzn de boodschap l over. De gast zag KCnTllS z hem een oogen blik onderzoekend aan, als vond hij het ongepast, dat zelfs de gerant er zich toe leende hem uit zijn behaag lijk zitje te halen, zoodat het dezen ietwat on behaaglijk te moede werd. „Een dame?" informeerde hij. „Hmja zekermag ik u naar het toe stel brengen?" Langzaam legde de gast het servet op tafel, knoopte zijn jas dicht, stond op en volgde den gérant. Het duurde slechts heel kort, wat zich nu in de kleine hall afspeelde, zoo kort, dat de ober kellner Albert, die nog druk voor zijn gast in de weer was, veel te laat kwam. Want de gé rant had groote haast en toen de man van de geheime over de rekening begon, zei hij dat hij dat morgen wel op het commissariaat zou ko men regelen; eerst wilde de fijne mijnheer daar niets van hooren en maakte aanstalten om zijn portefeuille voor den dag te halen. Maar de man van de geheime begreep dit snelle gebaar en reageerde onmiddellijk. Een revolver was zichtbaar, een ondeelbaar oogenblik. Het ging toch om den goeden naam van het huisze ker, de tijden waren slecht, het was nergens rozengeur en manesrhijn De gérant herademde, toen de beide mannen de deur uit waren en hij ze in den fijnen nevel tusschen het drukke beweeg der auto's zag ver dwijnen. „Jammer!" zei hij, „werkelijk jammer...." „Jammer!" herhaalde de oberkellner Albert, terwijl hij het bord, waarop de groote, heerlijke rekening wiegde in zijn blanke hand. „Jam mer, werkelijk jammertja, zoo gaat het." In een klein café in een smalle zijstraat zaten de man van de geheime en de fijne mijnheer tegenover elkaar. Een dienstmeisje van onde- finieerbaren leeftijd bracht hun bier. „Heeft het gesmaakt?" vroeg de geheime. „Delicate keusen, keurige kellner, werkelijk tiptop! Jij kan vanmiddag in Americain niet fijner gegeten hebben. De eenige overeenkomst zullen wel de twee oninbare rekeningen zijn!" (Nadruk verboden) doetje qoed Zoo kwam de heele karavaan tenslotte op het strand aan, na een voorzichtige afdaling; en het laden van zakken met wijn in het bootje begon. Piet werd tusschen zoo'n paar zakken ingezet, om met het eerste vrachtje terug naar het vliegtuig gestuurd te worden. Er stonden nu flinke golven en het bootje helde bedenkelijk naar links en naar rechts over. Het was zwaar roeien met al dien ballast en ze schoten lang zaam op. Opeens kwam een extra hooge golf, het bootje stond bijna met zijn kant op het water, Piet sloeg, om zijn evenwicht te bewaren, zijn armen om de zakken, die naast hem stonden.... tot beneden zijn gemiddelde. Maar plotseling kwam een kentering: hij won eenige partijen achtereen, sloeg o.a. Keiier en door een dave rende eindspurt begon hij de wanhoop der lei ders te worden. Ten slotte is hij als derde ge ëindigd met slechts twee punten achterstand op Keiler en Vos. Voorwaar een pracht-prestatie als debutant, ook al geeft Van der Kraan zelf toe, dat vrouwe Fortuna wel heel veel aan zijn zijde stond! Bom, de Haagsche matador, speelde als vorig jaar weer uitstekend. Hij eindigde met Van der Kraan gelijk. Dukel speelde ver beneden zijn gewone kun nen; de IJmuidenaar kan beter en kan gevoe gelijk op dit tournooi, hoe behoorlijk hij toch naar voren is gekomen, terugzien als een voor bijgaande tijdpasseering. Kinnegin en Raman eindigden gelijk. Voor Kinnegin een goed resultaat, ook al is het voor hem even teleurstellend, zoo mooi gestaan te hebben en ten slotte toch niet meer dan 50 pet te hebben behaald. De Rotterdammer heeft echter goed gespeeld. Raman kan er maar niet in komen, getuige zijn negen remises. Idzerda op de achtste plaats: niemand zou het na zijn formidabele beginspurt hebben ge dacht. Hij heeft ettelijke malen de winst ver zuimd en veel „geblunderd" en dat nog wel, terwijl hij zoo prachtig gedebuteerd had. Rustenburg was uit zijn gewone doen, getuige zijn op den kop af bereikt 40 pet. minimum. De sympathieke G. S.'er speelde wel heel wissel vallig. Cohen en Druijf Jr. eindigden op de tiende en elfde plaats. Eerstgenoemde miste zijn kans, hem door het Bondsbestuur geschonken om zich te rehabiliteeren na eenige jaren nie-, mede spelen. Voor den jeugdigen Amsteruamschen kampioen Druijf Jr. was het een zwaar debuut dat wel eens slechter had kunnen uitvallen. Het was voor hem een uitstekend oefentournool. Lochtenberg weer op de laatste plaats: hier van kan hij maar niet afkomen. Nog mag hij volgend jaar deelnemen, en wij wenschen hem toe, dat hij dan zal slagen zich te handhaven. Dit tournooi wordt de krachtmeting tusschen de jeugd en de „oude garde" genoemd. Over het algemeen heeft de jeugd zich kranig verdedigd en deze wedstrijd bieeft bewezen, dat de N.D.B. over puik reservemateriaal beschikt. Een bewijs voor den vechtlust in dit tournooi was wel het groote aantal winstpartijen en dit werd waar schijnlijk niet alleen bereikt door de aanwezig- .'Mlllllllllllllll IIIIIIIIIIIIIMIH s Het is nu maar goed dat het Vasten is Want als je die menschen ziet gaan Naar Rivièra of wintersport, Dan ging je er 't liefst achteraan! Dan denk je verlangend naar s donzige sneeuw, Waar lachend de zon over schijnt, Dan zie je een skiër in suizende vaart. Die langs-schiet en juichend verdwijnt, s Dan zie je de bergen bij zonsondergang, §2 Die kleuren, die sfeer en dien gloed, Dan proef je dat leven, dan zie je dat schoons, Zoo veel, dat je hunkeren doet Dan denk je aan streken, waar 't voorjaar al is, Met zon en met bloesem en geur, Dan zie je die tuinen, die villa's, s die zee, s Met haar lokkende blauw-groene Het is nu maar goed dat het Vasten is, s j' Aanvaardt nu het feit dat je boet S Dat j' in een verkeerd land geboren bent, g En dat je 't daar uithouden moet! Nu geeft je de Vasten een pracht van een kans, g Want dat zij nu joiiw wintersport: Dat je zóóveel gelukkige menschen ziet gaan g En er tóch niet afgunstig op wordt! g HERMAN KRAMER g illlllllllllllllMlllllllllllllllllllllllllllllllilllUiillllllllllülllllllllllllllIll heid van het blunderduiveltje: 35 partijen wer den gewonnen, 31 werden er remise..., Hoe VosKeiler zal eindigen? Een prognose is moeilijk te geven, daar beide spelers over zoovele ressources beschikken, dat men hen practisch gesproken als van gelijke spcelkracht kan beschouwen. De data van den herkamp zijn 11, 18, 25 en Maart a.s. Zelden zal met grooter belangstelling naar een dammatch zijn uitge zien dan de thans naderende. B! A A T5/~V1VTlVTir*C op dit blad zijn ingevolge de vereekeringsvoorwaarden tegen T~1 bij levenslange geheele ongsflehikthedd tot werken door ¥"t h* N /v bij een ongeval met f» I 4l <r zaDvyi 11 X_i ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeerln gen A i DUi" verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen A f U V»™ doodelijken afloop bij verlies van een hand, een voet of een oog. door Percy King Cullingwood's oogen lichtten fel op. Mrs. Gabrielle Robinson aha! Gabrielle Gaby! Hij gnuifde, 't Was dus niemand minder dan de echtgenoote van een rechter geweest, die zooveel belang in de soliditeit van zijn schedel gesteld had! Bijna onmiddellijk maakte zijn opgewektheid weer plaats voor een giftige stemming. De schietpartij in Eric Carline's villa werd een zekeren Sidney Seymour in de schoenen ge schoven! Maar dan kon 't ook niet anders, of de anonymus, die Scotland Yard had ingelicht, was Alfred Oakton geweest, want aan den advocaat had hij ziclj ln de bar op Millstream Road voorgesteld als Sidney Seymour de eerste de beste naam, die hem te binnen was geschoten! Tien tegen één dat Dean, de kaste lein. den naam eveneens gehoord had maar welk belang kan deze er bij hebben, een wild vreemde noodeloos in moeilijkheden te brengen? Neen, dien smerigen streek had Alfred Oakton uitgehaald, en niemand anders! 't Was Cul- lirtgwood voor 't moment nog een raadsel, wat de advocaat er mee voor had. Eén ding stond evenwel voor hem vast: Oakton speelde onder één hoedje met de dame uit de auto Mrs. Gabrielle Robinson, nu niet langer „Madame X". Keith besloot, allereerst haar stevig aan den tand te gaan voelen. Met verstolen blik keek hij 't restaurant door; tot zijn opluchting kon hij niet merken, dat ook maar één van de bezoekers aandacht aan hem schonk. Keith dronk zijn kop koffie leeg en stond op. Dwars tusschen bezette tafels door voerde zijn weg naar den uitgang. Nu en dan keek iemand hem aan, doch 't was een toeval lige beweging, zonder een zweem van verden king. Toch gevoelde Cullingwood zich als een opgejaagd stuk wild. Hij trok den rand van zijn slappen hoed diep over 't voorhoofd en zette den kraag van zijn jas op; zóó stapte hij de telefooncel binnen, 't Was hem niet om 't ge bruik van 't toestel te doen; zijn belangstelling gold den gids. En die lichtte hem prompt in rechter Markus Robinson woonde Berkeley Square 3 Wl. Keith glipte de cel weer uit, de straat op, welke hem onmiddellijk in haar gewoel opnam. Toch, ondanks den belabberden toestand van zijn financiën, achtte hij 't raadzamer, een taxi te nemen. Hij reed tot Grosvenor Street en gaf daar den chauffeur zijn congé, alweer een paar shilling armer. Terwijl hij naar Berkeley Square wandelde, las zijn nuchter verstand hem geducht de les. „Waarom je in muizennesten steken, jonge man? Pas toch in vredesnaam op je tellen! Je bent nu nog de gelukkige bezitter van acht en dertig gangbare, hoewel gedeprecieerde shillings- Kuier naar 't eerste 't beste station, spandeer de helft van Je kapitaal aan een spoorkaartje en zorg, dat je op een flinken afstand van 't ondankbare Londen komt. Gebruik verder den beenenwagen en wacht de komende dingen gela ten af. Waarvoor zou je je hier eigenlijk druk maken? Je kunt Mrs. Gabrielle Robinson toch niet voor de schietpartij in Streatham laten opdraaien, zelfs niet al waren er geen zes, maar zestig compromitteerende brieven. Bovendien is ze de vrouw van een rechter, vergeet dat niet, vrind. En met rechters is 't verdraaid kwaad kersen eten, speciaal voor Iemand in jouw posi tie. Neem dus de beenen, nu je er nog de ge legenheid nog toe hebt!" Doch Keith Cullingwood nam de beenen niet; hij zette integendeel vastberaden de wan deling naar Berkeley Square voort. Daar ge komen, begon hij met 't huis van rechter Mar kus Robinson eens van de overzijde af op te nemen, 't Zag er duur genoeg uit, maar was niet vrij van protserigheid. Er stond een agent in uniform op po6t; de aanwezigheid van dezen rustbewaarder beviel Cullingwood minder. Mar kus Robinson had dus gebruik gemaakt van zijn privilege als ambtenaar bij de rechterlijke macht en een agent voor zijn deur laten plan ten, om opdringerige verslaggevers weg te blaf fen. Een kostbare wagen wachtte aan den rand van 't trottoir; één blik er op was voor Keith voldoende, om te constateeren, dat 't niet dezelfde auto was, waarmee hij den vorlgen avond den rit naar Streatham gemaakt had. Berkeley Square is, al mag zijn roem getaand zijn, toch nog altijd een omgeving, waar een sjofele verschijning pijnlijk aandoet, uit den toon valt. En de 'verschijning van Keith Cul- linkwood was op dat oogenblik ontegenzeglijk sjofel. Zijn hoed had lederen vorm verloren door den enormen voorraad hemelwater, dien hij te verzwelgen had gekregen. Zijn broek leek wel eenzak; er was geen vouw meer in te bekennen. Zijn overjas zag er uit, alsof hij er mee in den slag geweest was. Hij vloekte inder daad sterk bij 't decorum van Berkeley Square en was 't zich bewust. Maar 't mocht kosten, wat 't wilde: hij moest en zou Mrs. Gabrielle Robinson spreken. De eenige kans, om dat doel te bereiken, was over te steken en aan te schellen politieagent of geen politieagent. Eindelijk kwam er leven in de brouwerij aan de overzijde. Een korte, dikke heer stapte kittig de treden van 't bordes af. De politieagent salueerde, de geuniformde chauffeur eveneens. Cullingwood giste, dat de baas met de drib belpasjes Markus Robinson was. Hij had 't bij 't rechte eind. VIII De limousine zette zich statig in beweging en was weldra uit 't gezicht. Keith wachtte nog een minuut, stapte toen naar den overkant en legde een vingertop op 't knopje van deelectri- sche schel. De politieagent sloeg 't gedoe met Argusoogen gade. Cullingwood gaf hem één van zijn welwillendste glimlachjes. De deur werd geopend en de omvang van een geweldigen butler vulde de geheele entrée. Htj nam de allesbehalve elegante verschijning op 't bordes van 't hoofd tot de voeten op. Voor een goed verstaander was 't zooveel als: „Aan de deur wordt niet gekocht; scheer je weg!" Cullingwood scheen op dat moment uiterst traag van begrip te zijn en bleef, waar hij was. Een van de wenkbrauwen van den dikkerd ging demonstratief omhoog. „Ja?" informeerde hij ten slotte. 't Was Keith een openbaring, dat zóó'n wereld van afkeuring, van gekrenkte waardigheid ge legd kon worden in een woordje van slechts twéé letters. ,,'k Wilde Mrs. Robinson spreken." De politieagent lichtte met de rechter hand zijn uniformpet op en krauwde met de linker zich op 't voorhoofd; de gelaatsuitdrukking van den butler gaf te verstaan, dat hij de indiscre tie van den sjofelenbezoeker als een zware persoonlijke beleediging opnam. „Mrs. Robinson is niet te spreken," verklaarde hij op ijskouden toon. „Voor niemand." De deur werd voor Cullingwoods neus dichtgeslagen. ,,'k Zou den aftocht maar blazen, vrind," adviseerde de politieagent. Niettegenstaande 't „vrind," was hy bereid, de vijandelijkheden onmiddellijk te openen. „Zeker zoo'n verslag gever hé?" De toon, waarop de vraag gesteld werd, gaf duidelijk 's mans persoonlijke meening ever verslaggevers te kennen. Vleiend was deze in geenen deele. „Toch niet, agent," antwoorde Cullingwood voorkomend, ,,'k Vrees, dat Philip me niet her kend heeft. Philip's geheugen is erg slecht als 't arme bloedverwanten betreft." Hij legde on vervaard opnieuw een vinger op 't schelknopje en hield hem er ditmaal langer. Wederom werd de deur geopend. De butler verbleekte. Hij zag eerst naar den volhardenden bezoeker, vervolgens naar 't huis aan de over zijde.' Met kennersblik mat hij den afstand of hij den worp halen zou met dat opdringerig sujet als projectiel. Woorden stonden den butler niet ter beschikking. Woorden trouwens zouden de diepte van zijn verontwaardiging nimmer benaderd hebben. „Luister nu eens, vrind," zei Keith gemoede lijk. ,,'k Moét Mrs. Robinson spreken. Mijn boodschap is zoo belangrijk, dat er geen sprake van uitstel mag zijn. Maak dus rechtsomkeert en ga je meesteres onmiddellijk vertellen, dat de jongeman er is, die gisteravond per abuis haar niet &l de brieven gegeven heeft. Voor Mrs. Robinson zijn de brieven van 't uiterste ge wicht." „Een moment dan," gromde de butler, na even geaarzeld te hebben. Hij vergunde Keith echter niet, binnen te treden. ,,'k Waarschouw je, jongmensch," dreigde de politieagent, een borst opzettend, „als 't een van je verslaggevers-trucs is!" „Ken jij in Londen één gegoede familie, die géén arme bloedverwanten bezit? Armoe is geen schande, maar wel verdraaid lastig. En rijk dom maakt een mensch dikwijls hard, keihard. Heb je wel eens nagedacht over 't probleem, waarom toch de dingen op dit ondennaansche zoo ongelijk verdeeld zijn?" interviewde Keith den agent. Diens antwoord bleef uit. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 10