Club-managers
jonge
op jacht naar
sterren
<Kdmftaal van den da$
De luchtroovers van Hoitika
J
N>
Na den strijd om
den landstitel
F 250.-
JAMES MULTON HET
VOORBEELD
WINTERSPORT
DONDERDAG 2 MAART 1939
cheepsrecht
VOETBAL IN ENGELAND
Everlon-supporters betoogen bij
wijze van wraakoefening
tegen de Wolves
De huidige leiders in
moeilijkheden?
Driemaal de leiding genomen
Anti-Wolves-relletjes
te Liverpool
Tien minuten voor 't eindsignaal
Toenemende spanning
in af deeling II
De zesde ronde voor de Cup
DAMMEN
Een der spannendste tournooien
van de laatste jaren
De prestaties der
jongeren
kleur, n
AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Driemaal is.
Een Intense belangstelling voor de voetbal-
Jeugd teekent zich af aan het Engelsche voet
bal-firmament.
Om die interesse weeft men intusschen een
sfeer van geheimzinnigheid, bevreesd als men
is, dat anderen langs dezelfde wegen gaan wan
delen. Een geheimzinnigheid die wij ook bij
een veldheer aantreffen als een slag wordt
voorbereid, of bij een koopman die een nieuw
artikel of uitvinding op de markt brengt. Doch
lang duurt het doorgaans niet of zulk 'n ge
heim is een publiek geheim, zoo ook in de En
gelsche voetbalkampen.
Zoo lets Is niet verwonderlijk. Managers van
clubs of de agenten daarvan worden steeds
met de grootste aandacht gevolgd en gadege
slagen. -En de conclusie is aldra getrokken. Het
elftal van een club zouden wij het instrument
willen noemen van een manager. Deze bepaalt
als een kapitein den koers, hij geeft de détails
aan, kortom hij draagt de aansprakelijkheid
voor de ploeg, en is van zijn handelingen
slechts verantwoording verschuldigd aan die
genen, die de zaak financieren. Als overal in
de wereld zijn de managers figuren van ver
schillende geaardheid, d.wi. persoonlijkheden
met eigen Inzicht en initiatief, er zijn er ook
die zich richten naar collega's, dus copieerders
om 't eens populair te zeggen. Heeft iemand
met een bepaalde actie succes, dan draven zij
als een haas achter hem aan
Welk succes, vraagt u nieuwsgierig, is dan
zoo groot, dat er ineens een jeugdbeweging
gaande is?
Het succes van James Muilen, den 16-Jarigen
vleugelman van Wolverhampton Wanderers,
wiens ster plots zoo schittert, dat menig ma
nager wordt verblind. Buckley heeft den jongen
zoo uit een schoolelftal gevischt, liet op zijn in
stigatie den trainer wat aan hem schaven en
daar speelt hij omgeven door de hoogste En
gelsche voetbaleer als een persoonlijkheid,
waaraan menige oude rot zich zou willen spie
gelen. Had Buckley destijds niet hetzelfde for
tuintje met Lawton, toen ook 16 jaar, en nu
17, terwijl hij voor 6500 door Everton werd
overgenomen en al zijn entreé maakte in het
Engelsche elftal? Hier en daar zijn nog enkele
voorbeelden, wel niet van een dergelijke allure,
doch treffend genoeg, al zullen wij 't hier bij
laten.
Dit is de aanleiding tot een algemeene jacht
Baar „young-stersl"
Allerwege tijgt men er op uit, naar de school
elftallen, naar de jeugdige clubjes, die overal
verspreid zijn, doch vooral knoopt men relaties
aan met figuren, die uit den aard van hun be
roep of ontspanning veel onder jonge menschen
verkeeren. Voor den manager heeft een goede
vondst een dubbel voordeel, wat, gezien de de
cadente middelen der clubs, zeer welkom is.
Immers, zoo'n veelbelovende boy kost in verge
lijk met de kapitalen die gerenommeerde spe
lers vergen (vergelijk de £14.000 van Bryn Jo
nes) een prikje, waartegenover een toenemende
publieke belangstelling staat, die altijd „keen"
is om het nieuwe voetbalsterretje zelf te aan
schouwen.
Dat er voldoende „youngsters" zijn zouden
wij bewezen willen vinden in het product dat
Major Buckley dit seizoen heeft geproduceerd.
Doch of elke manager het geheim verstaat
dusdanig te kneden als hij doet is een ander
punt.
fhe Valley maakte een mistroostigen indruk.
De accommodatie van de Charlton-club. wier
plannen om een nieuwe home te bouwen be
paald in den doofpot zijn gestopt, is niet erg
rooskleurig. Het is een verveloos zaakje, doch
nu bij donkere luchten en veel regen nog treu
riger om aan te zien. Diezelfde regen moet ook
oorzaak geweest zijn, dat de belangstelling on
der de maat bleef. Of lokte de tegenpartij niet
erg
Dan vergiste men .zich deerlijk. Zeker, een
strijd van hooge techniek lag niet in het ver
schiet, doch wel een match vol „thrillers." En
die verwachting kwam uit. Portsmouth is na een
vlot seizoenbegin deerlijk ln de decadentie ge
raakt. Oorzaken ach, die kunnen vele zijn,
doch wat geeft t speuren hiernaar. Van meer
belang is het feit, dat men niet wil berusten.
Er is een verzet, er wordt strijd geleverd, men
wil uit de gevaarlijke zone. Behalve uit de
wilskracht van de ploeg moge dit ook blijken uit
den nieuwen aankoop dien Portsmouth zich
heeft gepermitteerd, door den jongen en veelbe-
lovenden Barlow van de Wolvers over te nemen.
Zijn aanwezigheid was dan ook duidelijk merk
baar en hij vond grooten steun bij Anderson,
den middenvoor, en good old Worrall, die wie
weet hoe lang al met Portsmouth meeloopt.
Trouwens, een aanval die tot driemaal toe de
leiding kan nemen, op vreemden ground nog
wel en tegen een tegenpartij als Charlton Ath
letic op het huidige oogenblik is, treft geen
verwijt, wat men met ons eens zal zijn. De fout
school dit keer in de achterhoede, waarin het
„lekte." Vooral bij het tweede tegenpunt, en in
mindere mate bij den laatsten gelijkmaker, ook
al gaat de defensie der thuisclub evenmin vrij
uit. Hielp Jimmy Oakes, de nieuwe Portsmouth-
binnenlinks, Barlow niet aan het eerste doel
punt in zijn nieuwe omgeving?
Intusschen opent deze draw mooie perspec
tieven voor het Portsmouth-team, dat na de
herziening, als wij 't zoo noemen mogen, ineens
drie doelpunten tegelijk scoorde, een verschijn
sel, dat sinds begin Januari voor de League nog
niet was geschied.
Het Wolverhampton-team heeft bij zijn komst
op het Liverpoolveld een onprettige ervaring
opgedaan.'
Toen de spelers nJ. het veld betraden werd
door een deel van het publiek zoo'n ontzettend
spectakel gemaakt, dat men aanvankelijk niet
goed wist wat er aan de hand was. Onmiddellijk
toog men op onderzoek uit, waarbij bleek dat
een anti-Wolves-campagne was geënsceneerd
door Everton-supporters, als antwoord op de
ipzienbarende nederlaag die Cullis en zijn boys
hun favorieten verléden Woensdag hadden toe
gebracht. en zeer onvriendelijke en bovendien
onsportieve geste, die haar hoogtepunt be
reikte, toen doelman Scott, de Wolves-„goalie"
met sinaasappelen werd bekogeld. Hierbij legt
men verband dat Scott vroeger als zoodanig
voor Liverpool optrad. In allerijl had men
politie-versterking laten komen, die heel tac
tisch tusschen de menigte postvatte. Weliswaar
bleven bekogelingen als boven aangegeven ach
terwege, doch de onvriendelijke toon bleef. Het
toch zoo fraaie Wolves-spel kon in de oogen
der massa geen genade vinden, wat zacht uit
gedrukt zeer onredelijk is.
Want het relletje had op de gasten een nega
tief resultaat, de Wolves speelden mogelijk r.og
aantrekkelijker en wonnen verdiend met 20
van Liverpool.
Zeker, de Toffees hebben zich na de collapse
na jJ. Woensdag eenigermate hersteld en de
zichtbare cijfers 21 op het terrein van Leeds
United doen zelfs veel veronderstellen, doch
een Leedssupporter zou u over den strijd zelf
een ander boekje opendoen. Het feit reeds, dat
de leiders bij half-time met 10 achterlagen en
ook in de tweede helft de grootst mogelijke
moeite hadden om het energieke Leeds-team te
bedwingen, zegt wel iets. Everton dankt het
hoofdzakelijk aan het prachtige spel van zijn
centreforward, Lawton, dat men tegen de ver
houding en verwachting in toch twee goals kon
scoren, die beide door den internationaal wer
den ingeleid.
Derby County is ternauwernood aan een
nieuwen tegenslag ontsnapt tegen Manchester
United.
Tot tien minuten voor het einde leidden de
gastheeren met 10, welken kleinen voorsprong
de thuisclub bij gebrek aan scherpschutters ge
heel aan zich zelf had te wijten. Uit een free-
kick kopte McCulloch den gelijkmaker in het
Manchester- net.
De Cuphouders hebben Arsenal een zeer on-
prettigen middag bezorgd. Preston North End
gaf een fijne partij voetbal ten beste, zoo goed
zelfs, dat Arsenal zich met een passieve rol had
tevreden te stellen. Niet beter verging 't Chelsea
in zijn derby tegen Brentford, dat tusschen
twee haakjes door zijn vierde overwinning in
successie aardig omhoog klautert en practisch
geen gevaar meer te duchten heeft. In tegen
stelling met de Chelsea-ploeg, wier positie
thans zeer précair wordt, De thuisclub had
Salmond (met het oog op de Cup!) vervangen
door Craig, wat de prestaties nog pooverder
maakte.
Het lijkt op het huidige oogenblik aanneme
lijk, dat de strijd om den kampioenstitel hoofd
zakelijk gaat tusschen Everton, de Wolves en
Derby County, als de laatste tenminste ras tot
herstel komt. Een vierde gegadigde, in de fi
guur van Middlesbrough met 35 punten, dus
vier punten achter Derby, zal voorshands niet
aan bod komen.
Het degradatie- spook daarentegen heeft meer
reflectanten op zijn boekje, n.l. zes, waarbij het
onder de namen van Birmingham en Chelsea
een dikke streep trok.
lederen Zaterdag stijgt de spanning in af-
deeling II, waar de leiders om beurten toonen
niet onfeilbaar te zijn. Thans sneuvelden de
Blackburn Rovers en Sheffield Wednesday op
het meest onverwachte oogenblik en waren
andere gegadigden er als de kippen bij om van
die buitenkansjes te profiteeren. Sheffield
United en Coventry City, doch ook Newcastle
United, West Bromwich Albion en Fulham staan
op de nominatie. Hoe gering het krachtsver
schil is blijkt uit het feit dat de nummers één
en zeven slechts.... vier punten verschillen.
Een nieuwe phase, een der laatste, staat a.s.
Zaterdag voor de deur. Allerwege spanning,
electriciteit en strijd, heel veel strijd om het
einddoel Wembley te bereiken. Hier zijn
de laatste acht voor de zesde ronde:
ChelseaGrimsby Town
Huddersfield TownBlackburn Rovers
PortsmouthPreston North End
Wolverhampton WanderersEverton
Voorts gaat voor de competitie:
ArsenalBolton Wanderers
Aston VillaBirmingham
BrentfordCharlton Athletic
LiverpoolLeicester City
SunderlandManchester United
Bovendien vinden de volgende matches
plaats voor de Tweede Divisie:
BradfordNewcastle United
Bury—Burnley
ChesterfieldCoventry City
FulhamPlymouth Argyle
Manchester CityWest Bromwich
MillwallNorwich City
Sheffield WednesdaySheffield United
Swansea Town—Nottingham Forest
Tranmere RoversSouthampton
West Ham UnitedTottenham Hotspur
Weer is een Nederlandsch damkampioen
schap achter den rug, althans bijna: Vos
en Keiler moeten, met vijftien punten gelijk
aangekomen, herkampen en er wacht ons
een spannende match, die een mooie Kracht
meting is tusschen twee van Nederlands
sterkste dammers
Allereerst de prestaties der beide eerstaan-
komenden onder de loupe nemende. Hoe stei":
K e 11 e r's spel ook is, het resultaat om de
eerste plaats te moeten deelen, moet ook vooi
den titelhouder een teleurstelling zijn. Leek het
aanvankelijk, alsof Keiler zeker alleen op de
eerste plaats zou eindigen, Vos heeft zich, on
danks den moreelen tegenslag van het begin, op
superieure wijze hersteld en een formidabele
eindspurt ingezet. Vos' prestatie wekt dan ook
in de allereerste plaats bewondering voor dezen
bescheiden speler, die zich voortdurend weet te
handhaven en nu 'weer grondig bewijst, hoe
sterk hij wel is.
Dat Keiler zich eveneens handhaafde, zij het
dan ook, dat hij nog voor een prolongceren van
zijn titel zal moeten vechten, is in elk geval
voor den nationalen kampioen een voldoening
en het zij ronduit gezegd, het is Keiler wel heel
erg tegengeloopen. Zijn verlies tegen Van der
Kraan, waar niemand op rekende, zijn verzui
men van de winst tegen b.v. Raman en Kin-
negin, het waren voor Keiler harde tegenslagen
en het pleit voor zijn moreel, dat hij deze slagen
te boven is gekomen en zich desondanks als
nummer één ex aequo heeft geproclameerd. Het
was de eerste maal sinds 1934, dat Keiler in een
nationalen kampioenswedstrijd verloor en nu
nog wei van een jeugdig Dordtenaar, die wel
het meest van allen de publieke attentie op ziek
heeft weten te vestigen.
Van der Kraan begon goed, maar zakte later
De oberkellner was erg trotsch op zijn men-
schenkennis. Hij wist terstond met wat voor
soort menschen hij te doen had, wanneer hij
ze in het restaurant bediende. En zijn gasten
behoorden gerust niet tot de onbemiddeldste,
wanneer men bedenkt dat zij in de smaakvol
ingerichte eetzaal van het voorname Eden-hotel
aan de fijn-gedekte tafels zaten. Op een zeke
ren avond kwam er een onbekende heer binnen
Hij liet zich de overjas van de schouders ne
men, gaf met een ietwat onverschillig gebaar
zijn wandelstok en hoed met de handschoenen
er in aan den hotelbediende af, keek toen even
onderzoekend naar de niet talrijke gasten en
verkoos zich dan een uitstekende plaats.
Toen stond de oberkellner Albert op, kwam
langzaam naar den gast, dien hij aanstonds in
de klasse „chique" had gerangschikt, boog heel
onderdanig en stond met voorzichtigen raad en
daad bij in de keuze van een exquis avondmaal.
De gast liet zich een Engelsch woord ontval
len: het was een goed Engelsch woord, consta
teerde Albert aanstonds en prees zijn menschen-
kennis. Ook de manier, waarop de gast het
menu samenstelde, behaagde Albert dermate,
dat zijn hart vlugger klopte, want wie weet met
wat een voorname persoonlijkheid hij hier te
doen had.
Zelfs de gérant wierp verschillende blikken naar
de kleine tafel, of alles wel.... Doch op den
oberkellner Albert kon hij vast vertrouwen; hij
kende niet alleen de beste paarden op de ren
baan, hij kende ook zijn beroep. Dus de ober
bediende in hoogst eigen persoon, langzaam,
bijna liefdevol, zooals een moeder een kind, dat
na een lange ziekte eindelijk weer eens iets
eten mag. Hij onderzocht de spijzen of ze niet
te heet of te koud waren, controleerde de voor
af gewarmde borden, den spiegel van de wijn
glazen en de parelen van het bier.
De fijne gast at rustig, tevreden, met volle
toewijding en op een manier, die zoo suggestief
was, dat ze gewoonweg honger verwekte. Ge
lijkmatig als een klok verwisselden de verschil
lende gangen, een dienstvaardig gefluisterd
woord van den ober Albert werd slechts met
een knikje beantwoord.
De fluweel-zachte slagen van de ouderwet-
sche staande klok, buiten in de kleine hall, weer
klonken reeds voor den achtsten keer, toen de
fijne heer met een voorzichtig aangeboden bon
bon een einde maakte aan den copieuzen maal
tijd. Op dat oogenblik gebeurde er iets zeer pijn
lijks. Alsof hij uit de aangenaam verwarmde
lucht was neergedaald, stond er op eens een man
in de deur, die onderzoekend door de zaal keek
en tenslotte, met de vingers van zijn rechter
hand over den kin wrijvend, even glimlachte,
toen den chef wenkte en met hem in de kleine
hall ging, zonder zijn blik van de zaal af te
wenden.
„Het spijt mij vreeselijk," zeide de heer, „u
te moeten storen in uw drukke bezigheden. Ik
ben van de geheime
De gérant verbleekte, maar de man van de
geheime politie beduidde hem ongedwongen te
handelen en liet zijn blik nog eens veelzeggend
door de zaal gaan.
„U heeft gelijk, mijnheer, de haam van ons
hotelhokkelde de gérant, waar ehals
ik u vragen mag, waar gaat het om? Diefstal
of....?"
„Neen, mijnheer, niets van dat alles. Maar
die heer daar," en weer gingen zijn gitzwarte
oogen in de richting van het tafeltje, waar de
oberkellner Albert koffie serveerde.
„Juist, zooals ik u zei, 't spijt mij u te moeten
lastig vallen. Die man zal zich ook hier wel
buitengewoon beschaafd hebben voorgedaan;
dat is zijn werkmethode, welke hij reeds jaren
met succes toepast. Maar nu zal hij ons toch niet
ontgaan. Als u hem misschien even aan de te
lefoon wilt roepenu begrijpt!"
„Zeker, heel gaarne!"
Voornaam schreed de gérant naar het ta
feltje, maakte
een correct gc-
baar met het IV Tpy, cf Iipyi
hoofd en bracht ivierioLrHzn
de boodschap l
over. De gast zag KCnTllS z
hem een oogen
blik onderzoekend
aan, als vond hij het ongepast, dat zelfs de
gerant er zich toe leende hem uit zijn behaag
lijk zitje te halen, zoodat het dezen ietwat on
behaaglijk te moede werd.
„Een dame?" informeerde hij.
„Hmja zekermag ik u naar het toe
stel brengen?"
Langzaam legde de gast het servet op tafel,
knoopte zijn jas dicht, stond op en volgde den
gérant.
Het duurde slechts heel kort, wat zich nu in
de kleine hall afspeelde, zoo kort, dat de ober
kellner Albert, die nog druk voor zijn gast in
de weer was, veel te laat kwam. Want de gé
rant had groote haast en toen de man van de
geheime over de rekening begon, zei hij dat hij
dat morgen wel op het commissariaat zou ko
men regelen; eerst wilde de fijne mijnheer daar
niets van hooren en maakte aanstalten om zijn
portefeuille voor den dag te halen. Maar de
man van de geheime begreep dit snelle gebaar
en reageerde onmiddellijk. Een revolver was
zichtbaar, een ondeelbaar oogenblik. Het ging
toch om den goeden naam van het huisze
ker, de tijden waren slecht, het was nergens
rozengeur en manesrhijn
De gérant herademde, toen de beide mannen de
deur uit waren en hij ze in den fijnen nevel
tusschen het drukke beweeg der auto's zag ver
dwijnen.
„Jammer!" zei hij, „werkelijk jammer...."
„Jammer!" herhaalde de oberkellner Albert,
terwijl hij het bord, waarop de groote, heerlijke
rekening wiegde in zijn blanke hand. „Jam
mer, werkelijk jammertja, zoo gaat het."
In een klein café in een smalle zijstraat zaten
de man van de geheime en de fijne mijnheer
tegenover elkaar. Een dienstmeisje van onde-
finieerbaren leeftijd bracht hun bier.
„Heeft het gesmaakt?" vroeg de geheime.
„Delicate keusen, keurige kellner, werkelijk
tiptop! Jij kan vanmiddag in Americain niet
fijner gegeten hebben. De eenige overeenkomst
zullen wel de twee oninbare rekeningen zijn!"
(Nadruk verboden)
doetje qoed
Zoo kwam de heele karavaan tenslotte op het strand aan,
na een voorzichtige afdaling; en het laden van zakken met
wijn in het bootje begon. Piet werd tusschen zoo'n paar zakken
ingezet, om met het eerste vrachtje terug naar het vliegtuig
gestuurd te worden. Er stonden nu flinke golven en het bootje
helde bedenkelijk naar links en naar rechts over.
Het was zwaar roeien met al dien ballast en ze schoten lang
zaam op. Opeens kwam een extra hooge golf, het bootje stond
bijna met zijn kant op het water, Piet sloeg, om zijn evenwicht
te bewaren, zijn armen om de zakken, die naast hem stonden....
tot beneden zijn gemiddelde. Maar plotseling
kwam een kentering: hij won eenige partijen
achtereen, sloeg o.a. Keiier en door een dave
rende eindspurt begon hij de wanhoop der lei
ders te worden. Ten slotte is hij als derde ge
ëindigd met slechts twee punten achterstand op
Keiler en Vos. Voorwaar een pracht-prestatie
als debutant, ook al geeft Van der Kraan zelf
toe, dat vrouwe Fortuna wel heel veel aan zijn
zijde stond!
Bom, de Haagsche matador, speelde als vorig
jaar weer uitstekend. Hij eindigde met Van der
Kraan gelijk.
Dukel speelde ver beneden zijn gewone kun
nen; de IJmuidenaar kan beter en kan gevoe
gelijk op dit tournooi, hoe behoorlijk hij toch
naar voren is gekomen, terugzien als een voor
bijgaande tijdpasseering.
Kinnegin en Raman eindigden gelijk. Voor
Kinnegin een goed resultaat, ook al is het voor
hem even teleurstellend, zoo mooi gestaan te
hebben en ten slotte toch niet meer dan 50 pet
te hebben behaald. De Rotterdammer heeft
echter goed gespeeld. Raman kan er maar niet
in komen, getuige zijn negen remises.
Idzerda op de achtste plaats: niemand zou
het na zijn formidabele beginspurt hebben ge
dacht. Hij heeft ettelijke malen de winst ver
zuimd en veel „geblunderd" en dat nog wel,
terwijl hij zoo prachtig gedebuteerd had.
Rustenburg was uit zijn gewone doen, getuige
zijn op den kop af bereikt 40 pet. minimum. De
sympathieke G. S.'er speelde wel heel wissel
vallig.
Cohen en Druijf Jr. eindigden op de tiende
en elfde plaats. Eerstgenoemde miste zijn kans,
hem door het Bondsbestuur geschonken om zich
te rehabiliteeren na eenige jaren nie-, mede
spelen. Voor den jeugdigen Amsteruamschen
kampioen Druijf Jr. was het een zwaar debuut
dat wel eens slechter had kunnen uitvallen. Het
was voor hem een uitstekend oefentournool.
Lochtenberg weer op de laatste plaats: hier
van kan hij maar niet afkomen. Nog mag hij
volgend jaar deelnemen, en wij wenschen hem
toe, dat hij dan zal slagen zich te handhaven.
Dit tournooi wordt de krachtmeting tusschen
de jeugd en de „oude garde" genoemd. Over het
algemeen heeft de jeugd zich kranig verdedigd
en deze wedstrijd bieeft bewezen, dat de N.D.B.
over puik reservemateriaal beschikt. Een bewijs
voor den vechtlust in dit tournooi was wel het
groote aantal winstpartijen en dit werd waar
schijnlijk niet alleen bereikt door de aanwezig-
.'Mlllllllllllllll
IIIIIIIIIIIIIMIH
s Het is nu maar goed dat het
Vasten is
Want als je die menschen ziet gaan
Naar Rivièra of wintersport,
Dan ging je er 't liefst achteraan!
Dan denk je verlangend naar
s donzige sneeuw,
Waar lachend de zon over schijnt,
Dan zie je een skiër in suizende vaart.
Die langs-schiet en juichend
verdwijnt, s
Dan zie je de bergen bij
zonsondergang, §2
Die kleuren, die sfeer en dien gloed,
Dan proef je dat leven, dan zie je
dat schoons,
Zoo veel, dat je hunkeren doet
Dan denk je aan streken, waar 't
voorjaar al is,
Met zon en met bloesem en geur,
Dan zie je die tuinen, die villa's,
s die zee,
s Met haar lokkende blauw-groene
Het is nu maar goed dat het
Vasten is,
s j' Aanvaardt nu het feit dat je boet
S Dat j' in een verkeerd land geboren
bent,
g En dat je 't daar uithouden moet!
Nu geeft je de Vasten een pracht
van een kans, g
Want dat zij nu joiiw wintersport:
Dat je zóóveel gelukkige menschen
ziet gaan g
En er tóch niet afgunstig op wordt! g
HERMAN KRAMER g
illlllllllllllllMlllllllllllllllllllllllllllllllilllUiillllllllllülllllllllllllllIll
heid van het blunderduiveltje: 35 partijen wer
den gewonnen, 31 werden er remise...,
Hoe VosKeiler zal eindigen? Een prognose
is moeilijk te geven, daar beide spelers over
zoovele ressources beschikken, dat men hen
practisch gesproken als van gelijke spcelkracht
kan beschouwen. De data van den herkamp zijn
11, 18, 25 en Maart a.s. Zelden zal met grooter
belangstelling naar een dammatch zijn uitge
zien dan de thans naderende.
B!
A A T5/~V1VTlVTir*C op dit blad zijn ingevolge de vereekeringsvoorwaarden tegen T~1 bij levenslange geheele ongsflehikthedd tot werken door ¥"t h* N /v bij een ongeval met
f» I 4l <r zaDvyi 11 X_i ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeerln gen A i DUi" verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen A f U V»™ doodelijken afloop
bij verlies van een hand,
een voet of een oog.
door Percy King
Cullingwood's oogen lichtten fel op. Mrs.
Gabrielle Robinson aha! Gabrielle Gaby!
Hij gnuifde, 't Was dus niemand minder dan
de echtgenoote van een rechter geweest, die
zooveel belang in de soliditeit van zijn schedel
gesteld had!
Bijna onmiddellijk maakte zijn opgewektheid
weer plaats voor een giftige stemming. De
schietpartij in Eric Carline's villa werd een
zekeren Sidney Seymour in de schoenen ge
schoven! Maar dan kon 't ook niet anders, of de
anonymus, die Scotland Yard had ingelicht,
was Alfred Oakton geweest, want aan den
advocaat had hij ziclj ln de bar op Millstream
Road voorgesteld als Sidney Seymour de
eerste de beste naam, die hem te binnen was
geschoten! Tien tegen één dat Dean, de kaste
lein. den naam eveneens gehoord had maar
welk belang kan deze er bij hebben, een wild
vreemde noodeloos in moeilijkheden te brengen?
Neen, dien smerigen streek had Alfred Oakton
uitgehaald, en niemand anders! 't Was Cul-
lirtgwood voor 't moment nog een raadsel, wat
de advocaat er mee voor had. Eén ding stond
evenwel voor hem vast: Oakton speelde onder
één hoedje met de dame uit de auto Mrs.
Gabrielle Robinson, nu niet langer „Madame
X". Keith besloot, allereerst haar stevig aan
den tand te gaan voelen.
Met verstolen blik keek hij 't restaurant door;
tot zijn opluchting kon hij niet merken, dat ook
maar één van de bezoekers aandacht aan hem
schonk. Keith dronk zijn kop koffie leeg en
stond op. Dwars tusschen bezette tafels door
voerde zijn weg naar den uitgang. Nu en dan
keek iemand hem aan, doch 't was een toeval
lige beweging, zonder een zweem van verden
king. Toch gevoelde Cullingwood zich als een
opgejaagd stuk wild. Hij trok den rand van
zijn slappen hoed diep over 't voorhoofd en
zette den kraag van zijn jas op; zóó stapte hij
de telefooncel binnen, 't Was hem niet om 't ge
bruik van 't toestel te doen; zijn belangstelling
gold den gids. En die lichtte hem prompt in
rechter Markus Robinson woonde Berkeley
Square 3 Wl.
Keith glipte de cel weer uit, de straat op,
welke hem onmiddellijk in haar gewoel opnam.
Toch, ondanks den belabberden toestand van
zijn financiën, achtte hij 't raadzamer, een taxi
te nemen. Hij reed tot Grosvenor Street en gaf
daar den chauffeur zijn congé, alweer een paar
shilling armer.
Terwijl hij naar Berkeley Square wandelde,
las zijn nuchter verstand hem geducht de les.
„Waarom je in muizennesten steken, jonge
man? Pas toch in vredesnaam op je tellen! Je
bent nu nog de gelukkige bezitter van acht en
dertig gangbare, hoewel gedeprecieerde shillings-
Kuier naar 't eerste 't beste station, spandeer
de helft van Je kapitaal aan een spoorkaartje
en zorg, dat je op een flinken afstand van 't
ondankbare Londen komt. Gebruik verder den
beenenwagen en wacht de komende dingen gela
ten af. Waarvoor zou je je hier eigenlijk druk
maken? Je kunt Mrs. Gabrielle Robinson toch
niet voor de schietpartij in Streatham laten
opdraaien, zelfs niet al waren er geen zes, maar
zestig compromitteerende brieven. Bovendien is
ze de vrouw van een rechter, vergeet dat niet,
vrind. En met rechters is 't verdraaid kwaad
kersen eten, speciaal voor Iemand in jouw posi
tie. Neem dus de beenen, nu je er nog de ge
legenheid nog toe hebt!"
Doch Keith Cullingwood nam de beenen
niet; hij zette integendeel vastberaden de wan
deling naar Berkeley Square voort. Daar ge
komen, begon hij met 't huis van rechter Mar
kus Robinson eens van de overzijde af op te
nemen, 't Zag er duur genoeg uit, maar was
niet vrij van protserigheid. Er stond een agent
in uniform op po6t; de aanwezigheid van dezen
rustbewaarder beviel Cullingwood minder. Mar
kus Robinson had dus gebruik gemaakt van
zijn privilege als ambtenaar bij de rechterlijke
macht en een agent voor zijn deur laten plan
ten, om opdringerige verslaggevers weg te blaf
fen. Een kostbare wagen wachtte aan den
rand van 't trottoir; één blik er op was voor
Keith voldoende, om te constateeren, dat 't niet
dezelfde auto was, waarmee hij den vorlgen
avond den rit naar Streatham gemaakt had.
Berkeley Square is, al mag zijn roem getaand
zijn, toch nog altijd een omgeving, waar een
sjofele verschijning pijnlijk aandoet, uit den
toon valt. En de 'verschijning van Keith Cul-
linkwood was op dat oogenblik ontegenzeglijk
sjofel. Zijn hoed had lederen vorm verloren
door den enormen voorraad hemelwater, dien
hij te verzwelgen had gekregen. Zijn broek leek
wel eenzak; er was geen vouw meer in te
bekennen. Zijn overjas zag er uit, alsof hij er
mee in den slag geweest was. Hij vloekte inder
daad sterk bij 't decorum van Berkeley Square
en was 't zich bewust. Maar 't mocht kosten,
wat 't wilde: hij moest en zou Mrs. Gabrielle
Robinson spreken. De eenige kans, om dat
doel te bereiken, was over te steken en aan te
schellen politieagent of geen politieagent.
Eindelijk kwam er leven in de brouwerij aan
de overzijde. Een korte, dikke heer stapte kittig
de treden van 't bordes af. De politieagent
salueerde, de geuniformde chauffeur eveneens.
Cullingwood giste, dat de baas met de drib
belpasjes Markus Robinson was. Hij had 't bij
't rechte eind.
VIII
De limousine zette zich statig in beweging en
was weldra uit 't gezicht. Keith wachtte nog
een minuut, stapte toen naar den overkant en
legde een vingertop op 't knopje van deelectri-
sche schel. De politieagent sloeg 't gedoe met
Argusoogen gade. Cullingwood gaf hem één van
zijn welwillendste glimlachjes.
De deur werd geopend en de omvang van een
geweldigen butler vulde de geheele entrée. Htj
nam de allesbehalve elegante verschijning op
't bordes van 't hoofd tot de voeten op. Voor
een goed verstaander was 't zooveel als: „Aan
de deur wordt niet gekocht; scheer je weg!"
Cullingwood scheen op dat moment uiterst
traag van begrip te zijn en bleef, waar hij was.
Een van de wenkbrauwen van den dikkerd ging
demonstratief omhoog.
„Ja?" informeerde hij ten slotte.
't Was Keith een openbaring, dat zóó'n wereld
van afkeuring, van gekrenkte waardigheid ge
legd kon worden in een woordje van slechts
twéé letters.
,,'k Wilde Mrs. Robinson spreken."
De politieagent lichtte met de rechter hand
zijn uniformpet op en krauwde met de linker
zich op 't voorhoofd; de gelaatsuitdrukking van
den butler gaf te verstaan, dat hij de indiscre
tie van den sjofelenbezoeker als een zware
persoonlijke beleediging opnam.
„Mrs. Robinson is niet te spreken," verklaarde
hij op ijskouden toon. „Voor niemand." De deur
werd voor Cullingwoods neus dichtgeslagen.
,,'k Zou den aftocht maar blazen, vrind,"
adviseerde de politieagent. Niettegenstaande 't
„vrind," was hy bereid, de vijandelijkheden
onmiddellijk te openen. „Zeker zoo'n verslag
gever hé?" De toon, waarop de vraag gesteld
werd, gaf duidelijk 's mans persoonlijke meening
ever verslaggevers te kennen. Vleiend was deze
in geenen deele.
„Toch niet, agent," antwoorde Cullingwood
voorkomend, ,,'k Vrees, dat Philip me niet her
kend heeft. Philip's geheugen is erg slecht als
't arme bloedverwanten betreft." Hij legde on
vervaard opnieuw een vinger op 't schelknopje
en hield hem er ditmaal langer.
Wederom werd de deur geopend. De butler
verbleekte. Hij zag eerst naar den volhardenden
bezoeker, vervolgens naar 't huis aan de over
zijde.' Met kennersblik mat hij den afstand
of hij den worp halen zou met dat opdringerig
sujet als projectiel. Woorden stonden den
butler niet ter beschikking. Woorden trouwens
zouden de diepte van zijn verontwaardiging
nimmer benaderd hebben.
„Luister nu eens, vrind," zei Keith gemoede
lijk. ,,'k Moét Mrs. Robinson spreken. Mijn
boodschap is zoo belangrijk, dat er geen sprake
van uitstel mag zijn. Maak dus rechtsomkeert
en ga je meesteres onmiddellijk vertellen, dat
de jongeman er is, die gisteravond per abuis
haar niet &l de brieven gegeven heeft. Voor
Mrs. Robinson zijn de brieven van 't uiterste ge
wicht."
„Een moment dan," gromde de butler, na
even geaarzeld te hebben. Hij vergunde Keith
echter niet, binnen te treden.
,,'k Waarschouw je, jongmensch," dreigde de
politieagent, een borst opzettend, „als 't een van
je verslaggevers-trucs is!"
„Ken jij in Londen één gegoede familie, die
géén arme bloedverwanten bezit? Armoe is geen
schande, maar wel verdraaid lastig. En rijk
dom maakt een mensch dikwijls hard, keihard.
Heb je wel eens nagedacht over 't probleem,
waarom toch de dingen op dit ondennaansche
zoo ongelijk verdeeld zijn?" interviewde Keith
den agent. Diens antwoord bleef uit.
(Wordt vervolgd)