Alfred Soussia
mm.
t bm-h.
m de liturgie
eens zijn"
ZONDAG 5 MAART 1939
VAN WEEK TOT WEEK
De ,,K!ïpfontein" te
water gelaten
Schip bestemd voor de
HollandAfrika-lijn
P
H1RO nlTO
„De Hollandsche
Molen"
Het nut der wieken-dragers uit
defensie-oogpunt
Naar de Mattaeus Passion
te Amsterdam
TENTOONSTELLNG
„HET LEGER"
Ruime deelneming der industrie
Lichamelijke opvoeding
Een eeuwenoude truc
Mislukte pogingen om Joden ons
land binnen te smokkelen
Verzorging van hulp
behoevenden
Controle op particuliere
inrichtingen
BESLUIT VAN DE BOEKEN
WEEK
„Literaire koffietafel" in het
„Brouwerswapen"
Clearingkoersen
Lijk langs spoorbaan
gevonden
Weer een slachtoffer van
onbewaakten overweg?
BELANGSTELLING VOOR
ONS LAND
Buitenlandsche journalisten
te Rotterdam
BEVEILIGING ONBEWAAKTE
OVERWEGEN
75 lichtinstallaties besteld
Toen de heilige Theresia van Lisieux al ziek
*as van de kwaal, waaraan zij sterven zou,
oorde zij eens in haar cel, hoe buiten in den
'oosterhof twee zusters carmelitessen over haar
spraken. De eene zei tot de andere, dat Moeder-
Dverste, wanneer Theresia gestorven zou zijn,
Moeite zou hebben om in het kloosterboek, dat
de geschiedenis van de overleden Ordeleden be
daart, iets bijzonders over haar te vertellen! De
Rasters hadden een heilige in hun midden ge-
ad. en ze hadden nooit iets bijzonders aan haar
°Pgemerkt!
Wet vele kennissen en scholieren van den
Voorbeeldigen onderwijzer Alfred Soussia moet
'et net eender gegaan zijn, en zelfs zijn biograaf,
Pater Bézuillier C.s.sR. wekt den indruk, dat hij
e 175 bladzijden, die hij aan zijn held besteedt,
JPaar moeilijk kon volpraten. Over den levens-
°°P van Soussia is niet heel veel te vertellen.
an zijn buitengewone vroomheid bleek weinig
v°°r wie den schoolmeester ontmoetten; van
Vr°me buitengewoonheden was totaal niets
Waarneembaar. Alleen zou men hiervoor kunnen
aten gelden, dat Soussia graag naar bedevaart-
kaatsen trok in zijn vrijen tijd. Maar een blijk
Van heiligheid mag dit nauwelijks heeten, want
a' is de bedevaart een vroom gebruik, menigeen
Verkiest haar boven andere pleizierreisjes omdat
zekere gemakken biedt en zekere nieuwsgie-
l'gheid bevredigt. Het buitengewone van Sous-
s leven wordt eerst bij een meer door dringen-
e beschouwing duidelijk, en pater Bézuillier
ledt zulk een beschouwing. Hierom is zijn boek-
zoo leesbaar.
A' in de voorgeschiedenis van de familie Sous-
tla treft ons een buitengewoon feit. De groot
moeder van Aifred had bijzonder vertrouwen in
öetï pastoor van Ars. Toen haar zoon Célestin,
a'e de vader van Alfred zou worden, in militai-
reh dienst was, had hij in de kazerne zijn ge-
'°°f verloren. Zijn moeder wist geen raad van
Verdriet hierover, maar ten slotte vond zij iets.
vertelde aan Célestin, dat ze den pastoor van
Ars beschouwde als een profeet en ze vroeg hem,
eehs naar Ars te gaan om inlichtingen te vra
gen over haar toekomst. De jonge militair, die
v°°r korten tijd op verlof was, vertrok. Maar te
Ars
vond hij bij den biechtstoel van den heili-
®eh pastoor zulk een menigte, dat hij, om
lanney te spreken te krijgen, langer zou moe-
eh Wachten dan hij tijd had. Hij moest den
v°'genden ochtend weer in de kazerne zijn. Het
2ag er niet naar uit, dat hij nog zou worden
Sehoipen. Mistroostig wandelde hij heen en weer
°P het kerkplein om toch nog zijn beurt af te
vachten. Maar het uur van vertrek was nabij.
^°g enkele minuten.... Toen gebeurde, wat
festin levenslang voor een wonder heeft ge
houden. Terwijl kerk en kerkplein stampvol wa-
teh, terwijl niemand aanwezig was, die den
bsstoor zou kunnen inlichten omtrent Célestin,
'«Wijl de trein, die hem moest meenemen, al in
intocht was, zag de soldaat ineens den pastoor
Vah Ars, die schijnbaar zonder reden zijn biecht-
6t°ei verlaten had, het kerkplein oversteken en
'echt op hem af komen. „Soldaat, ga maar even
ts mee"sprak de heilige Johannes Vianney.
Célestin ging mee. Het onderhoud op de paste
le duurde kort, maar Célestin Soussia verliet
Ars als een vurig katholiek, die levenslang zou
houw blijven aan zijn geloof, hoewel hij veld
wachter werd in een gemeente, waar de burge
meester vrijmetselaar was. Célestin Soussia was
eenige veldwachter uit den omtrek, die met
a'jh corps deelnam aan de plechtige Sacraments
processie en die op het oogenblik, dat de Zegen
h'et het Allerheiligste gegeven werd, beval: „Pre
steert geweer!"
Zijn zoontje Alfred vond dit prachtig en zou
"'ets liever geworden zijn dan brigadier op een
Paard, maar dit was nu juist, waar Célestin niet
v°or voelde, en omdat Alfred goed leeren kon,
^«d hij, eigenlijk tegen zijn zin, opgeleid voor
"hderwijzer.
In Frankrijk bestaat geen gelijkstelling van
°Penbaar en bijzonder onderwijs. De school
meester is er een staatsambtenaar in een neu
raal instituut, waar over God en godsdienst
h'et wordt gesproken. Alfred Soussia, geboren te
P°htarlier op 26 Juli 1863, werd op achttienjari-
ken leeftijd aangesteld namens de Fransche Re-
Publiek als hulponderwijzer, eerst te Digoin, kort
"aam a te Saint Léger-sur-Dheume, waar hij
'aUielijk lang bleef. Hij voldeed goed, en had bij
zondere ambities, want hij was een modern
b'ensch. In 1892 begon hij zijn beste leerlingen te
bekwamen in de stenografie (methode Duployé)
Want hij geloofde, dat daar een groote toekomst
'P zat. Op de onderwijstentoonstelling te Rouaon,
m 1896 werd hij bekroond met de zilveren en de
bonzen medaille wegens de prachtige resulta
ten van zijn snelschrift-onderricht.
Van Saint Léger werd hij overgeplaatst naar
dettey. Hij kreeg er een klas met tachtig leer-
'ingen! „Het is wel het slechtste baantje, dat
e' bestaat" vond zijn eenige zuster, Louise, die
kloosterlinge zou worden. Inderdaad was het
tehoolmeesterschap nog in het begin dezer eeuw
1,1 Frankrijk een alles behalve aantrekkelijke
Positie, vooral in de kieinere plaatsen, waar re
kening gehouden moest worden met de kerk
eren-politiek en waar de meester, evenals de
voidwachter, verondersteld werd, de doorgaans
•■'uïcistische" magistratuur te steunen tegen den
Pt stoor en de fractie van de „fijnen". De „goede
katholieken" moesten dan ook meestal niets van
b®n schoolmeester hebben. Ze zagen in hem den
Vertegenwoordiger van de ongodsdienstigheid,
k'urfde hij in zijn school rond voor zijn geloof
""komen, dan riskeerde hij zijn betrekking,
Want de Staat eischte „strikte neutraliteit" en
'edereen weet wel, wat dit in het Frankrijk van
be Scheidingswetten beteekende.
Voor Soussia was het geen makkelijk leven.
Nauwelijks was hij in Dettey, of hij kreeg een
aanbod om lid van de Loge te worden. Dit zou
hem stellig vooruit helpen in het leven, werd
Verzekerd. Als hij promotie wilde maken, als hij
Pe'd wilde verdienen, als hij wellicht het „paar
se lintje" wilde verwerven, het ondeischei-
b'ngsteeken' der „Officieren van het Openbare
Onderwijs", dan was dit de weg!
Natuurlijk weigerde Soussia deze lokkende
Vooruitzichten voor dien prijs te koopen! Maar
hij was 8 Augustus 1890 getrouwd met Joséphine
^oiteux, hun huwelijk was zéér gezegend, te
dettey werd in 1895 het vierde kind geboren.
Alfred begreep, dat het moeilijk zou zijn, conse
quent te blijven en voor het onderhoud van zijn
gezin te zorgen.
De inwoners van Dettey verbaasden zich in
middels over een schoolmeester, die geregeld in
de kerk kwam en te communie ging en die toch
bij het openbare onderwijs bleef.
Hü bleef er niet lang meer. In 1897 werd hü
door Eugène Schneider, stichter van de groote
constructie-fabrieken te Creusot, waar hoofdza
kelijk spoorwegmateriaal vervaardigd wordt, tot
hoofd der bijzondere school voor de kinderen van
de katholieke arbeiders benoemd en hier bleef
hij tot hij den pensioenleeftijd bereikt had. Het
salaris was tamelijk laag. Pater Bézuillier zegt
zelfs, dat Soussia bij het neutrale onderwijs
tienmaal meer had kunnen verdienen. Laat dit
een beetje overdreven zijn, het is toch te be
grijpen, dat de bijzondere scholen in Frankrijk,
heelemaal particulier gefinancierd, geen groote
winsten kunnen afwerpen en dat dus de onder
wijzer er allicht op overschiet. Te Creusot werden
nog drie kinderen geboren, zoodat Alfred Sous
sia de zorg voor een groot gezin had. Hij heeft
zich van deze zorg voorbeeldig gekweten.
In de nieuwe betrekking, die met zijn over
tuiging overeenstemde, begon Alfred Soussia
zijn zieleleven te ontplooien. Wij hebben den
indruk, dat hij tevoren weliswaar heel oppas
send was zijn reinheid verloor hij nooit,
wordt verzekerd maar dat zijn deugd zich
toch te Creusot eerst begint te vormen, zoodat
ze duidelijk-persoonlijke trekken gaat aan
nemen.
In 1914 moeten drie zoons van Soussia naar
het front. Een sneuvelt er al in de eerste oor
logsmaand: „Als ik kom te sterven, weest er
dan zeker van, dat ik mijn plicht heb gedaan,
dat ik mij heb aanbevolen aan de barmhartig
heid van God, en dat mijn laatste gedachten
voor u zijn geweest", had hij geschreven, 5
Augustus 1914, in zijn laatsten brief aan zijn
ouders.
Toen hjj hoofd der school te Creusot was ge
worden had Alfred een buitengoedje gekocht
te Fragny, waar hij met zijn kinderen zijn
vacanties doorbracht. Hij kon er lange wande
lingen maken, en de jeugd had er speelruimte
zooveel ze wilde. Het was er prettig, en Alfred
verbleef er buitengewoon graag. Hij was er ook
in Juni 1930, toen een eerste aanval van be
roerte hem trof. Nu begint zijn lijdensgeschie
denis, verlamming, gewrichtspijnen, aandoe
ning van den rug, open wonden, aandoening
ten slotte van het ruggemerg, zoodat Donder
dag 29 Juni 1933 de gebeden van de stervenden
gezegd werden bij zijn bed, in de vaste verwach
ting, dat het nog hoogstens uren kon duren.
Maar het werd Vrijdag, drie urn in
den middag. Toen gaf hij den geest. Het was
de dag en het uur, die door de herinnering aan
den kruisdood van Christus geheiligd zijn.
Wat is er in dit leven opmerkelijk? Alfred
Soussia heeft nauwelijks iets gedaan voor de
verbetering van het schoolonderwijs in Frank
rijk, hjj heeft nooit zijn eigen inzichten boven
die van anderen laten gelden, hij heeft zich
aangepast bij de omstandigheden, zooals hij die
vond, hij heeft zijn plicht gedaan, zijn kinderen
opgevoed, de vreugden en smarten des levens
gekend en hij is, na een ziekte van drie jaar,
gestorven. Hij was een1 schoolmeester, schijn
baar een heel gewone. Wanneer zijn kinderen
taalfouten maakten in hun brieven, kregen ze
daar standjes over, precies op de manier, waar
op alleen schoolmeesters zulke standjes ge
ven
En toch is dit een bijzonder begenadigd leven
geweest, zooals wij de volgende maal hopen te
vertellen.
Want het is het leven van een dankbare
geweest.
A. V. D.
Het m.s. „Klipfontein" dat voor rekening van
de N.V. Vereenigde Nederlandsche Scheep
vaartmaatschappij te 's-Gravenhage op de
werf van P. Smit Jr. N. V. te Rotterdam is ge
bouwd, is Zaterdagmiddag te 3.10 uur vlot van
de helling gegleden waarna sleepbooten het
schip hebben gemeerd.
De laatste beletselen voor deze gebeurtenis
werden weggenomen door mevr. Beelaerts van
Blokland-Snoeck.
De opdracht tot den bouw van de „Klipfon
tein" werd in het begin van het vorige jaar
gegeven. Sindsdien zijn nog twee zustersche
pen aanbesteed, waarvan één in Danzig wordt
gebouwd, terwijl het derde schip eveneens aan
de werf van P. Smit Jr. is opgedragen.
De hoofdmaten voor de „Klipfontein" zijn:
lengte over alles 158 meter; breedte 19 meter;
holte 10 >A meter. In de eerste klasse zullen 106
passagiers kunnen worden ondergebracht, in
de toeristenklasse 42.
De laadruimen zullen gemakkelijk over het
voor- en achterschip worden verdeeld, n.l. 3
voor en 3 achter de machinekamer, welke zich
in de midscheeps bevindt.
Aan de veiligheid voor het vervoer der be-"
manning en passagiers is op dit schip weder
om de uiterste zorg besteed.
Naast de gebruikelijke reddingsmiddelen, wel
ke zich volgens'wettelijk voorschrift aan boord
bevinden, zal op de „Klipfontein" nog een
zeer ingenieus nieuw systeem van automati
sche brandmelding en blussching toegepast
worden. Mocht in een der hutten of salons
de temperatuur door een of andere oorzaak
boven een vastgestelde temperatuur stijgen, dan
treedt automatisch een sterke douche-inrich
ting (welke in de plafonds verborgen is) in
werking, terwijl tevens de brug door electri-
sche lampjes gealarmeerd wordt.
Ook aan het interieur zal de uiterste zorg
worden besteed.
De ventilatie zal geschieden door inblazen
van verwarmde of atmosferische lucht.
In tegenstelling met vroegere opdrachten is
voor het m.s. „Klipfontein" de binnenarchitec
tuur niet in handen van één firma gelegd,
doch is aan meer binnenhuisarchitecten gele
genheid gegeven om de verschillende salons,
halls en verdere passagiersverblijven te ont
werpen en uit te voeren tot een harmonieerend
geheel.
Het schip is bestemd voor de Holland-Afrika-
lijn.
«was»®,-
jSï.y-v; v
v-V 7
Ai- -"'nV-V-'*":;.' \\-' >V-
„DIT IS GODS WIL, VW HEILI
GING! Dat gij u van onkuischheid
onthoudt en dat een ieder van u zijn
lichaam in heiligheid en eerbaarheid
weet te bezitten, niet in hartstochte
lijke begeerlijkheid zooals de heide
nen doen, die God niet kennen. En
tenslotte moet niemand zijn broeder
bedriegen of in zaken-doen afzetten.
Want de Heer wreekt dit alles, zooals
wij u reeds vroeger gezegd en verze
kerd hebben. Voorwaar, God heeft ons
niet tot onzuiverheid geroepen, MAAR
TOT HEILIGING in Christus Jezus
onzen Heer!" (Epistel.)
99
In aansluiting aan hetgeen reeds is ge
meld omtrent de jaarlijksche algemeene
vergadering van de vereeniging „De Hol
landsche Molen" te Amsterdam, kan nog
worden meegedeeld, dat de voorzitter, de
heer P. G. van Tienhoven in zijn openings
woord den nadruk legde op het belang van
de molens uit defensie-oogpunt. In tijden
van oorlog of binnenlandsche moeilijkheden
zoo zette hij uiteen zijn electriciteits-
centrales en andere gecentraliseerde drijf
krachten gemakkelijk buiten werkir.g te
stellen. De windkracht is echter door geen
menschelijke inmenging tegen te houden,
terwijl de kwetsbaarheid der molens die
overal in het land verspreid zijn, gering is.
Onoordeelkundige opruiming van molens
aldus de voorzitter zal in moeilijke dagen
ten zeerste worden betreurd.
De opengevallen bestuurszetels van wijlen den
heer Hoefer en den heer Boonstra, aie be
dankt heeft, zullen op voorstel van het bestuur
ingenomen worden door de heeren C. Boone-
bakken en H. Trouwen, voorzitter van den R. K.
Molenaarsbond „St. Victor", terwijl aan mej.
Caro, adjunct-secretaresse, in verband met het
vele nuttige «werk, dat zij voor de vereeniging
heeft verricht, eveneens een plaats in het be
stuur werd aangeboden. De periodiek aftreden
de bestuursleden werden bij acclamatie her
kozen.
Vervolgens werden certificaten uitgereikt
als bewijs van waardeéring aan een aantal
eigenaars van molens, molenaars en molen
bouwers, voor hetgeen zij deden voor het
behoud van den Hollandschen molen. Onder
hen bevonden zich de heer Dekker te
Leiden, uitvinder van een nieuw systeem
windmolen en de heer Chr. Bremer, die op
verzoek van de Zuid-Afrikaansche regee
ring een reisnaar Afrika maakte, teneinde
de door de Nederlandsche regeering ge
schonken wieken op .den Zuid-Afrikaan-
schen molen „De Groote Schuur" te plaat
sen.
Onder hen, die de vergadering bijwoonden
waren de heeren C. W. van Dooden, vertegen
woordiger van den Minister van Defensie, ir.
Richter, vertegenwoordiger van den Minister
van Waterstaat, ir. van Rossum du Chattel, in
specteur der werkverschaffing in Noordholland,
ir. L. T. van de Wal, hoofdingenieur-directeur
van den Provincialen Waterstaat in Zuidhol
land en de heer Edo Bergsma, oud-voorzitter
van den A.N.W.B.
Ook dit jaar wordt teneinde de muziek-
vrienden uit andere deelen van ons land in
de gelegenheid te stellen, de uitvoering van de
Matthaeus-Passion te Amsterdam, op Palm
zondag 2 April a.s. onder leiding van Frofessor
dr. Willem Mengelberg bij te wonen in sa
menwerking met de directie van de Neder
landsche Spoorwegen door het concertgebouw
N.V. een beperkt aantal „gecombineerde spoor-
entree-biljetten" (tweede en derde klasse) uit
gegeven.
De voorbereiding van de tentoonstelling „Het
Leger", welke in de eerste helft van Juli op
Houtrust te Den Haag zal worden gehouden,
vordert goed.
In het eere-comité hebben zitting genomen
de ministers van Defensie en van Koloniën,
de heeren J. van Dijk en Ch. Weiter, de voor
zitters van de Eerste en Tweede Kamer der Sta-
ten-Generaal, vice-admiraal b.d. F. Bauduin,
adjudant-generaal van H.M. de Koningin, chef
van het militaire huis van H. M. de Koningin,
adjudant in buitengewonen dienst van H. M.
Öe Koningin, jhr. mr. F. Beelaerts van Blokland,
minister van Staat, vice-president van den Raad
van State, jhr. mr. dr. H. A. van Karnebeek,
minister van Staat, Commissaris der Koningin
in de provincie Zuid-Holland, generaal b.d.
C. J. Snijders, oud-opperbevelhebber van land
en zeemacht, eere-voorzitter van de Koninklij
ke Nederlandsche Vereeniging „Ons Leger
luitenant-generaal b.d. T. F. J. Muller Massis,
lid van den Raad van State, luitenant-
generaal I. H. Reijnders, chef van den
generalen staf; luitenant-generaal J. J. G. ba
ron van Voorst tot Voorst, adjudant in ouiten-
gewon endienst van H .M. de Koningin, com
mandant van het Veldleger en commandant van
de vesting Holland, gouverneur der Residentie;
dr. W. de Vlugt, burgemeester van Amsterdam;
mr. dr. S. J. R- de Monchy, burgemeester van
's-Gravenhage en mr. P. J. Oud, burgemeester
van Rotterdam.
De toezeggingen voor deelneming door de in
dustrie zijn, mede ten gevolge van het tevoren
daarover gepleegde overleg, zoo ruim, dat het
denkbeeld wordt oyerwogen en voorbereid om
een derde, tijdelijke hal op Houtrust bij te
plaatsen.
Onder voorzitterschap van mr. A. baron
Schimmelpenninck van der Oye is Zaterdag in
het gebouw der academie voor lichamelijke op
voeding te Amsterdam de jaarlijksche alge
meene vergadering gehouden van leden der Ne
derlandsche vereeniging tot inrichting van een
wetenschappelijk centrum voor lichamelijke
opvoeding.
In aansluiting aan de algemeene vergadering
hebben enkele docenten der academie voor li
chamelijke opvoeding een aantal openbare les
sen gegeven, zoowel aan schooljongens als aan
studenten der academie.
Tot het bijwonen van deze lessen waren uit-
genoodigd alie inspecteurs van het nijverheids
onderwijs, benevens de directies van de nijver
heidsscholen in Nederland. Verschillenden hun
ner hadden aan de uitnoodiging gevolg gegeven.
Ook waven, evenals vorige jaren, een aantal
autoriteiten aanwezig, waaronder curatoren der
academie voor lichamelijke opvoeding. De
minister van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen, had zich doen vertegenwoordigen
door den heer W. de Boer, hoofd der afdeeling
voorbereidend hooger en middelbaar onderwijs
van dit departement.
De rector der academie, prof. dr. K. L. Gaul-
hofer, hield jjóór deze openbare lessen een in
leiding.
Zaterdagmorgen te ongeveer half tier. kwam
op den grooten weg WaldfeuchtEcht, even aan
deze zijde van de grens, een groote vrachtauto
aangereden, hoog beladen met stroo. Nabij de
Pepinusbrug viel een groote bos stroo van den
wagen. Een marechaussee, belast met de be
waking der grens, die toevallig passeerde, maak
te den autobestuurder daarop attent. Deze
dankte den marechaussee voor zijn attentie,
maar gaf opeens vol gas en verdween met
groote snelheid. Een eindje verder reed de
vrachtauto met zoodanige vaart door de bocht,
dat de geheele lading van den wagen vloog.
Tot zijn groote verbazing zag de marechaussee,
dat tusschen de stroobossen enkele menschen
op den weg lagen te spartelen. Het bleek een
drietal Poolsche Joden te zijn en een Joodsche
vrouw die de chauffeur clandestien Nederland
trachtte binnen te brengen. De dame was er
slecht aan toe. Zij had een zware hersenschud
ding gekregen en een armbreuk. Vermoedelijk
is zij met het hoofd op den betonweg terecht
gekomen. Zij moest naar het ziekenhuis te
Roermond worden vervoerd. De overige perso
nen hadden vrijwel geen letsel gekregen. Zij
zijn door de marechausse te Echt voorloopig
vastgehouden en aan een verhoor onderwor
pen, evenals de chauffeur van den vrachtauto,
die 'eenigen tijd later door den marechaussee is
opgespoord.
Verscheidene vereenigingen in ons land, welke
werkzaam zijn op het gebied van de verzor
ging van hulpbehoevenden, hebben de noodzaak
gevoeld een stichting in het leven te roepen
ter regeling van de belangen van de tehuizen
voor hulpbehoevenden en de verpleegden.
Met uitzondering van enkele groote gemeen
ten, ontbreken overal wettelijke verplichtingen
ter regeling van de eischen voor de oprichting
en exploitatie van deze tehuizen. Ook iedere
controle ontbreekt. De stichting Centraal Bu
reau inzake particuliere verpleegtehuizen stelt
zich ten doel de belangen der verpleegden en
verplegenden in de particuliere tehuizen in
Nederland te behartigen.
De middelen ter bereiking van het gestelde
doel zijn: het aanleggen van een register der
particuliere verpleegtehuizen, het geven van ad
viezen aan hulpzoekenden en hunne verzorgers,
het uitoefenen van controle en het geven van
bekendheid aan het bestaan en het streven der
stichting.
Er is een raad van toezicht gevormd, welke
bestaat uit vertegenwoordigers van bij de stich
ting aangesloten vereenigingen.
Voorzitter van dezen raad is mr. A. J. A. A.
baron van Heemstra, voorzitter van de Neder
landsche Vereeniging voor Armenzorg en wel
dadigheid.
Het bestuur der stichting is als volgt samen
gesteld: voorzitter: dr. F. S. Meijers, voorzitter
van de centrale vereeniging ter behartiging der
maatschappelijke belangen van zenuw- en ziels
zieken; secretaris: H. Kindermann, medisch
adjunct-directeur van het Wilhelmina-gasthuis,
te Amsterdam; penningmeesteresse: zuster L.
baronesse van Hogendorp, voorzitster van den
nationalen bond van verplegenden; dr. J. H. J.
Barnhoorn, voorzitter der R.K. Artsenvereeni-
ging, te Heiloo; W. J. Hemmes, algemeen se
cretaris van de federatie van diaconieën in de
Nederlandsch Hervormde kerk, dr. S. Kroonen-
berg, geneesheer-directeur van het Neder
landsch Israëlietisch Ziekenhuis te Amsterdam
en mr. H. M. ,L. H. Sark, secretaris van den
Armenraad te 's Gravenhage.
Het secretariaat der stichting is gevestigd te
Amsterdam, Prinsengracht 717.
De Boekenweek is Zaterdagmiddag gesloten
met een „literaire koffietafel", die in een der
bovenzalen van het „Brouwerswapen" was aan
gericht. Hier ontmoetten vele uitgevers, boek
handelaren, schrijvers en het lezend publiek
elkaar aan een weiverzorgden, ongedwongen en
gezelligen disch.
Een aantal schrijvers was naar Amster
dam gekomen om het hun aanwezigheid het
feestelijk einde van de Boekenweek luister bij
te zetten. De Wethouder voor het Onderwijs,
de heer E. Boekman en de Referendaris van
de afdeeling Kunstzaken ten stadhuize, me
vrouw van Dam van Isselt, waren namens het
gemeentebestuur tegenwoordig.
De heer Roskam, voorzitter van de Amster-
aamsche Boekverkoopersvereeniging, sprak een
welkomstwoord, waarna hij den heer J. Ter-
steeg uitnoodigde, als tafelpresident te fungee-
ren, welke uitnoodiging deze met een geestig
speechje aanvaardde.
Wethouder Boekman schetste de verstand
houding tusschen uitgevers, auteurs en het le
zende publiek en hij was van oordeel, dat de
groote verscheidenheid het kenmerk voor het
Nederlandsche boek moet zijn.
Nog vele vriendelijke woorden en goede wen-
schen voor het boek, den schrijver en den uit
gever werden hierna gewisseld.
Koersen voor stortingen op 6 Maart tegen
verplichtingen luidende in: Reichsmarken f 75.60
en Lires f 9.77.
In een afgelegen gedeelte van de gemeente
Eindhoven ontdekten Zaterdagmorgen enkele
voorbijgangers, dat bij den onbewaakten over
weg, in de z.g. Hofkestraat, langs de spoorlijn
EindhovenVenlo het lijk lag van een man.
Zij waarschuwden de politie. Het bleek, dat
hier een naar schatting 30-jarige onbekende
door den trein gegrepen en op slag gedood moet
zijn. Zijn fiets lag vlak bij hem op het smalle
rijwielpad, dat langs den spoorlijn loopt, en dat
alleen voor spoorwegpersoneel toegankelijk is.
Het lijk is in beslag genomen. De toedracht
van het ongeluk wordt thans door de politie
onderzocht.
Een groot aantal in ons land woonachtige
buitenlandsche journalisten heeft Zaterdag een
bezoek gebracht aan Rotterdam, zulks op uit
noodiging van de stichting „Havenbelangen". In
het gezelschap bevonden zich Fransche, Engel-
sche, Hongaarsche, Amerikaansche, Duitsche en
Zwitsersche persvertegenwoordigers.
Het bezoek begon met een ontvangst van de
journalisten door het gemeentebestuur op het
stadhuis.
's Middags hebben de journalisten een rond
vaart door de havens gemaakt en een bezoek
aan het vliegveld Waalhaven gebracht.
Daarna hebben zij met eenige bussen de
tuindorpen bezocht, terwijl zij later in den
middag aanwezig zijn geweest bij de tewater
lating van de „Klipfontein."
De directie der Nederlandsche Spoorwegfc.
heeft, naar de Telegraaf verneemt, bij een Alk-
maarsche firma de onderdeelen besteld voor
vijf en zeventig flikkerlichtinstallaties ter be
veiliging van onbewaakte overwegen. In eigen
beheer zullen deze installaties worden gemon
teerd en zij zullen geplaatst worden bij de 75
gevaarlijkste overwegen van ons land. Zij wor
den gebouwd naar het model van de instal
latie, die sedert eind 1936 te Steenwijk in wta
king is en zeer goed voldoet.