DAGBRIEVEN EENER MOEDER
OPVOEDING EN
EERLIJKHEID
rcrrraaa
toé
Stille Omgang
1939
D
De luchtroovers van Hoitika
<Ket wi&aal van den dag
F 750.-
F 250.-
Ook al griep?
AKKERTJES
cheepsrecht
VRIJDAG 10 MAART 1939
Menschen" gezocht
25 ets
ST. BERNARDUSGESTICHT,
N. PASSEERDERSSTRAAT
O. L. VROUWEKERK, KEIZERSGRACHT 2'8
AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTENGESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Driemaal is
Vandaag een bijzonder ernstig woord.
Geen verschrikkelijker en dieper leed dan dat
van een ouder, die ziet hoe een kind, ondanks
een naar zijn meening zorgvuldige opvoeding,
den verkeerden weg opgaat. Toch gebeurt dit,
naar verhouding, dikwijls. Een zeer groot per
centage der menschen, die in het leven veronge
lukken, zijn afkomstig üit gezinnen, waarop niets
aan te merken valt. De meening dat zij, die de
wet misdadigers noemt, bijna uitsluitend voort
komen uit misdadigerskringen, dus van ouders
die ook van slechte daden leefden, is in flag-
ranten strijd met de werkelijkheid. Mijn man is,
door een zeer bijzondere taak, waartoe hij zich
aangetrokken voelde, in aanraking gekomen met
honderden gestruikelden, jongelui die voor het
eerst uitgleden en vijf en negentig procent red
dingskans boden, zoowel als met beroepsmisda
digers, die hun 10e, 15e, soms 20e vonnis reeds
achter den rug hadden. Van velen dezer was
hij de vertrouwde, de vraagbaak, meer ver
trouwd dan de reclasseeringsambtenaar, beter
op de hoogte dan recherche of justitie; oprech
ter, intiemer dikwijls met hen bekend dan de
eigen kameraden. Dikwijls heeft het hem vele
maanden gekost, vóór hij uit honderden stukjes
bluf, verontschuldiging, bravour en waarheid,
uit wanhoop, baatzucht, onwetendheid en ca
mouflage het beeld van 't verleden kon samen-
lijmen, doch in de meeste gevallen slaagde hij.
De eindresultaten stelden de verantwoordelijk
heid der ouders in het licht, welke soms ont
zettend, schier angstaanjagend genoemd kon
worden. Bijna steeds was de oorzaak van den
misstap terug te brengen totde opvoeding,
het ouderlijk huis, tot moeder en vader zelf.
En vergeet dit nooit slechts uiterst zelden
tot uitgesproken slechtheid of misdadigheid der
ouders. Het meerendeel der ouders, dat ten aan
zien hunner kinderen zondigden, deed dit in
onwetendheid, zwakheid, zeer dikwijls uit goed
heid: het goede willend, maar het slechte be
reikend. Meestal proefondervindelijk in een en
zeventig van de zeven en tachtig gevallen, welke
mijn man na een allernauwkeurigst onderzoek
onder deze rubriek rangschikte was de goed
heid van vader en moeder de allereerste aan
leiding, waaruit later de grootste ellende, zelfs
beroepsmisdadigheid voortsproot. Geef mij het
kind, en ik heb de toekomst, zeggen de jeugd
leiders; zuiver de opvoeding, voeg ik eraan toe,
en het meerendeel der justitieklanten van nu,
zou nooit de groene tafel hebben gezien.
Het spreekt vanzelf, dat ik mij in deze brie
ven tot algemeenheden bepalen moet bijzon
derheden zouden honderden pagina's vullen
terwijl buitendien deze briefserie zich niet leent
voor het weergeven der belevenissen van ont
spoorde volwassenen. Eén conclusie een der
belangrijkste welke uit bijna alle gevallen
naar voren sprong, gaat ons echter onmiddellijk
aan. En wel deze: wil men het kind, zooveel
het in 's menschen macht ligt, tegen struikelen
en afglijden behoeden, dan dient het in uiterste
eerlijkheid en oprechtheid opgevoed te worden.
Veel eerlijker en veel oprechter dan menigeen
voldoende acht. Stelen en bedriegen zal geen
rechtgeaard moeder haar kinderen leeren, maar
een snoeperijtje uitreiken, met de boodschap
„niet aan vader vertellen" is reeds menigmaal
de eerste stap geweest op den weg, die naar de
gevangenis leidde. In tegenstelling met hetgeen
velen denken, is snoepen zelf niet slecht voor
zoover het 't onderwerp van vandaag aangaat
natuurlijk de slechtheid, het gevaar begint,
als 't kind tengevolge van den door moeders goed
heid wakker geroepen lust, zelf op zoek gaat naar
lekkernijen of een schrede verder wanneer
de leeftijd daartoe bereikt is, snoepgeld gaat
zoeken. Zoekt een kind dit snoepgeld oneerlijk,
dikwijls op een wijze, welke de ouders als handig,
slim of pienter prijzen, dan vormt dit reeds het
bewijs dat de kleine voor een gedeelte reeds
bedorven is. Een volkomen oprecht kind zoekt
niet langs een onzuiveren weg; eerst wanneer
het van buiten-af door vader of moeder dus
het bestaan van „handige" manieren heeft
leeren kennen, zal het probeeren deze ook voor
eigen doeleinden toe te passen.
Hoe dikwijls immers wordt een kind, dat van
vader voor 't een of ander toestemming of hulp
verwerven moet, tevoren door moeder „de pap
ingegeven," hetgeen in de kern volkomen gelijk
is aan: vleien,- huichelen, bedriegen. Of een
ander voorbeeld: een belooning, welke een buur
geeft voor het doen van een boodschap zeg
een cent met de woorden „koop er iets lek
kers voor" moet inderdaad voor het koopen
van iets lekkers besteed worden. Diezelfde cent,
op moeders bevel in den spaarpot geduwd, leert
't kind geen sparen, maar wel onoprechtheid. De
cent, voor snoep gegeven, in den spaarpot ge
komen, zaait in het kinderbegrip het gevoel van
„knoeien"; de gevende buur wordt bedrogen.
Is het noodig hetgeen zeer goed mogelijk is
den cent niet te versnoepen, maar in den spaar
pot te deponeeren laat 't kind dit dan aan
den gever gaan zeggen. Aan zoo'n kleinigheid
kan uitstekend een zeer waardevolle les in op
rechtheid gekoppeld worden. Kleinen Frits heb
ik eens naar een buur teruggestuurd met de
vraag of hij de ontvangen koekjes met zijn zus
jes deelen mocht; de woorden dat de lekkernij
„voor hem" was hadden zooveel indruk op hem
gemaakt, dat hij, die anders steeds met de an
deren deelde, ditmaal weigerde, „omdat hij niet
mocht". Het aanvullend woord van de geefster
bracht de oplossing; had ik zelf het deelen ge
boden, dan zou het kind niet anders hebben
kunnen concludeeren dan dat ik iets deed of
doen liet „dat niet mocht."
Als Juun een boodschap doet, gebeurt het wel
eens dat hij een cent of enkele centen op zijn
zooveel mogelijk gepast meegegeven geld
tekort komt. Thuisgekomen staat hij dan te
trappelen van ongeduld, om dien cent te bren
gen. Menigmaal zweefde mij op de lippen: „die
cent komt wel terecht" of „een volgenden keer
betaal ik 'm wel." In het kinderhoofd zou de
indruk gewekt kunnen worden, dat daarmee ge
tracht werd den winkelier te benadeelen; daar
om duwde ik steeds mijn ongeduld terug en liet
hem den cent brengen. Waarmee het kind te
vreden gesteld was en ik zeker wist geen kwaad
te hebben gezaaid.
Slechts kort is Juun op school, doch dat des
Maandags het schoolgeld voldaan moet worden,
vergeet hij nooit; zelfs gaat hij de vriendjes
langs om zich te overtuigen, dat deze hun geld
ook bij zich hebben, slechts één of enkele dagen
te laat betalen beschouwt hij als iets slechts.
Overdreven, te ver doorgevoerd, zegt u mis
schien. Maar kunnen wij in dat opzicht onze
kinderen té eerlijk opvoeden, is mijn weder
vraag. Bij menig kind, dat voor moeder met
een uitvluchtje bij den buurtwinkelier moest
„poffen", werd door deze kleinigheid het zaad
gezaaid, waaruit later een niets ontziende op
lichtersmentaliteit opgroeide. Mij is met naam
en toenaam de man bekend, die door zijn vader
letterlijk het pad der misdaad opgeduwd werd.
Uit pure goedheid des harten liet deze een
gezeten middenstander zijn zoon in diens
school- en H.B.S.-jaren zijn zakgeld en verdere
behoeften „zelf uit de la te nemen"; het eind
resultaat was, dat de zoon thans een der be
ruchtste misdadigers in ons land is, met reeds
meer dan een dozijn jaren gevangenisstraf ach
ter den rug.
Ik weet het, deze voorbeelden klinken „groot"
en wekken den indruk alleen als allerhoogste
uitzondering te zullen voorkomen. Zeker, zulk
een droef eindresultaat komt, God zij dank,
slechts zelden voor; gelijksoortige, doch minder
ernstige, echter des te meer. Want hoevele tien
duizenden menschen zouden er ongelukkig zijn,
of althans veel minder gelukkig dan mogelijk
is, door kleine onoprechtheden, draaien, jokken,
overdrijven enzoovoort. Daartegen moeten wij
waken, omdat de mogelijkheid en de macht ons
daartoe gegeven is. En welke moeder is niet
bereid alle krachten in te spannen, wanneer zij
daarmee het kind voor later ongeluk behoeden
kan?
EEN MOEDER
Die hoofdpijn, dai gevoel van
ziek zijn en die pijnen overal
zullen dan snel verdwijnen met
Volgens recept van Apotheker Dumont
Pater Wessels S. J. schrijft onder het op
schrift: „Inkeer" in „St. Bonaventura":
Er ligt veel wijsheid geconcretiseerd in
dat grappige verhaal van Diogenes, die op
zekeren dag uit zijn ton te voorschijn trad
en met een brandende lantaarn in de hand
over de markt van Athene begon te loopen al
roepende: „ik zoek een mensch".
Is het overdreven wanneer men zegt, dat
ook in onze dagen echt menschelijke men-
DejbesfepTCurlüfefBSir JaT
koest is. Enorme be-^ELV00BDEELIGEC>\
sparing op de suiker
rekening. Onmisbaar
Jvoor'corpulenten, dia-i
betici en maaglijders, (j
Suiker maakt dik, Su-
kristol niet. 500 x zoe
ter- dan suiker. Handi
ge, platte draaidoosjes
'25 ct. Z.g. goedkoopere
merken hebben
een bijsmaak,
Sukristol niet.
Bij apothekers
en drogisten.
PER
DOOS
IMP. H. TEN HERKEL HILVERSUM
schen met een lantarentje zijn te zoeken?
Het is zeker niet overdreven, wanneer be
weerd wordt, dat de hedendaagsche maat
schappij vooral behoefte heeft aan men
schen, aan volle, warm voelende, wijze, veel
begrijpende, vreedzame en harmonisch ont
wikkelde menschen.
Het merkwaardige is, dat dit in breede
kringen ook wel wordt ingezien getuige
de schoone bladzijden door vele paedagogen
over de vorming van den mensch geschre
ven maar dat de officieele schoolsyste
men met die behoefte toch zoo weinig re-
kenipg houden.
Was de vorming en ontwikkeling van den
aankomenden mensch de leidende gedachte
bij de opstelling onzer schoolprogramma's?
Wij leven in een tijd van steeds verder
doorgevoerde vakstudie en specialisatie op
elk gebied.
Zijn de bezwaren aan zulk een doorge
zette splitsing verbonden, niet reeds duide
lijk aan 't licht gekomen?
Ik vond dezer dagen de volgende humo
ristische definitie: „A specialist is a doctor,
who nows a great deal about a very little
and who goes along knowing more and
more about less, untill finally he knows
practically everything about nothing." En
waar blijft de mensch?
Die specialisatiezucht is ook in onze scho
len doorgedrongen. Is ons middelbaar, en
helaas ook ons gymnasiaal onderwijs niet
verworden tot een onderling weinig samen
hangende groep van vakstudies, geleid door
afzonderlijke specialisten? Waar is de syn
these gebleven, waar de vorming van den
mensch?
Ik krijg altijd een onbehaaglijk gevoel,
wanneer ik een 30-tal menschenkinderen
van 12, 13 jaar een le H.B.S. klas zie bin
nenstappen, waar een tiental vakleeraren
op hen wordt losgelaten. Hoevelen moeten
mislukken? En bij hoevelen, die in hun, stu
die slagen, zal het resultaat zijn, krachtens
het gevolgde systeem „un docteur qui n'est
que docteur".
Maar de maatschappij heeft menschen
noodig! Dokters, advocaten en ingenieurs
zijn er genoeg.
Hoe zal ons middelbaar en gymnasiaal on
derwijs weer gezond worden?
Is hier niet inkeer gebodenof wellicht
terugkeer?
le Zondag 12 Maart
Wij laten hieronder de gebruikelijke lijst
volgen van de H.H. Missen vbor de groepen,
welke Zondagnacht aan den Stillen Omgang
zullen deelnemen.
H. ANNA, WITT E NB URG EK.GRACHT
3.30 uur Uitgeest
Castricum
Limmen
Egmonden
Heilt» 700 m.p.
H.- AGNES, AMSTELVEENSCHEWEG
3.00 uur Westland 800 m.p.
ALLERH. SACRAMENT, KOMETENSINGEL
ALOYSIUSGESTICHT, ELANDSSTRAAT
H. ANTONIUS, TICHELSTRAAT
12.305 uur Tilburg 400 m.p.
Waalwijk
400 m.p.
H. AUGUSTINUS, NIEUWENDAM
12.00 Lof
3.00 uur H. Mis
j Parochie
H. AUGUSTINUS, POSTJESWEG
12 uur
2.30—3.45 uur
4.00—5.15 uur
BEGIJNHOF, SPUI
Langeraar 225 m.p.
Leimuiden 8(( m.p.
Dordrecht 190 m.p.
Abcoude 50 z.p.
Upendam 50 z.p.
Leerdam 30
Wageningen 100 m.p.
De Rijp 70 z.p.
Velsen Noord 20 z.j^j
Houtrakpölder 60 z.p.
Duivendrecht 80 z.p.
Handelsreizigers
3.30 uur Kampen 100 m.p.
Roosendaal 125 m.p.
50 m.p.
Zaltbomme!
e optimist is een beter hervormer
dan de pessimist.
ST. BONIFACIUS, 2e OOSTERPARKSTRAAT
6 00 uur Stille Omgang
voor de Parochie
DE BOOM (Franc. v. A.)
ADM. DE RUYTERWEG
6.00 uur
Stille Omgang
voor de Parochie
BUITENVELDERT, AMSTELVEENSCHEWEG
ST. DOMINICUS, SPUISTRAAT
1.302.45 uur Schiedam 600 m.p.
3.00 uur
4.00 uur
5.15 uur
Den Haag I
Den Haag II
Zaandam
1000 m.p.
1000 m.p.
1100 m.p.
DE DUIF, PRINSENGRACHT
2.30 uur Delft 700 m.p.
EERW. ZUSTERS, N. HEERENGRACHT
3.004.30 uur Vlaardingen 100 m.p.
Maassluis 30 m.p.
H. FAMILIE, ZUIVELPLEIN
Christiaan Fankenwarter zat aan tafel, de
ellebogen breed op den kant geleund, met de
groote, eeltige handen een aardappel schillend.
Hoe bedachtzaam verrichtte hij dat werk. Hoe
liefdevol scheidde hij de bruine schil van het
vleesch. Niet, dat de boer zuinig was. Het eten,
dat op tafel kwam, dampend en geurend een
stilleven in zijn aard was, zooals men het
verlangen kon. Maar menigeen scheen daar
mede niet tevreden.... Daar was de knecht
Peter. Ook vanmiddag keek hij weer met 'n
verveeld gezicht naar den berg aardappelen en
den schq.el pap op tafelhij zag het aange
sneden brood liggen en greep er naareen
dun sneedje haalde hij er af. Haast vermoeid
bewogen zich de kaken, over zijn gelaat gleed
een vleug van onwil. Brood, aardappelen, pap!
Daarvoor werkt men bij een boer?!
„Krist," zei hij tegen den boer, „je moet het
me niet kwalijk nemen, maar de boerin heeft
nooit afwisseling in het eten. Neen, dat kent
zij niet!"
„Hm!" kuchte de boer en diepte met zijn
lepel in den pappot.
„Hm!" Daar was de pap zoo wit als
sneeuw, zoo schuimig, en smaken deed ze als
versch-gekarnde boter
„Hm! Geen afwisseling in de keuken
herhaalde hij. Dan keek hij den knecht aan en
dan de aardappelen, de mooie gele, kruimende
aardappelen en het brood, het smakelijke, zelf
gebakken brood. Langzaam en moeilijk werkten
zijn gedachten: „Geen afwisseling in de keu
ken?
„Ik heb toch nog brood en boter voor je klaar
gezet, als je geen aardappelen wilt eten," nij-
digde de boerin.
„Brood en boter!" schamperde Peter.
„Brood en boter!" stoof Lena de dienstbode
op. „Het is schande zoo te mopperen hoor je!
Voor een gedekte tafel te mopperen!"
„Zwijg!" beval de boer. En direct was het stil.
Men hoorde nog alleen het getik van lepels en
vorken en het schuren van de kettingen en het
slaperig herkauwen van de koeien op het erf.
De boer sneed een aardappel in vieren en stak
een stuk daarvan in den mond. Daarop nam hij
weer een lepel pap.
„60 jaren ben ik oudbegon hij onder het
kauwen door60 jaar! Maar de zorg mijns
levens was deze tafel. Begrijp je dat, Peter?
lederen dag, dien God worden liet, bad ik en
bid ik nog telkens opnieuw om dit geschenk.
Neendat begrijp jij niet. Je bent een goede
knecht.... een brave knecht.... Maar het is
een verre weg van de hand naar het hart
De anderen waren stil geworden. Peter wist
met zijn eigen figuur eigenlijk geen raad en het
was hem kennelijk een opluchting, toen de boer
tenslotte het kruisteeken maakte. Maar als
Peter gedacht had nu vrij baan te hebben, had
hij zich deerlijk vergist.
Nauwelijks was hij opgestaan of de boer
wenkte hem. „Kom eens mee, Peter."
De twee mannen verlieten de keuken, het erf
en liepen den weg op, die door de velden naar
den rand van het bosch leidde. Zij spraken geen
woord.
De zon ging in het Westen ter kimme en
schilderde het landschap met purperen kleuren,
leeweriken trillerden, vinken sloegen, krekels
sjirpten en van het woud uit drong een zacht
geheimzinnig ruischen door het stille, plechtige
avonduur der natuur. Boven, aan den woud
rand, gingen'de beide mannen nu en zagen de
rijpe velden diep onder zich liggen. Onder een
ouden eik bleef de boer staan en ademde diep
de reine avonducht in.
„Zoo," zeide hij, „zoo moet jij ook doen.."
ademen.... diep ademen.... Zoo, laat ons nu
verder gaan. Geen afwisseling in de keuken.
Hm, hmdat heb je gezegd...."
„Maar, boer...."
„Nee, ik ben daar
niet kwaad om Je
knechtkeen hTrd* OlU dagdijksch
werker... maar...
Ruik je den geur DKOOU i
der aardeden i
geur van rijp-
heid
De knecht knikte.
„En kijk naar de zon. Daar achter gaat
weg van onzen dag. En daar de wolkenzon,
water, lucht en aarde, begrijp je dat?"
„Dat is niet moeilijk te begrijpen; het is dat,
wat nooit meer weerkeert en toch terugkeerah
moet.
„Zoo, weerkeeren moetzei de boer en
bleef voor den knecht staan.
„Maar toen kwam er een en zei tot Onzeh
Lieven Heer: „Er is geen afwisseling in u"
maaltijden!" Zou dat nu juist zijn?"
„Nee, beware me, dat zou zonde zijn!"
„Welnu! Wat is, nu de orde der wereld? PJ
den beginne was het zoo en iederen dag wordt
het ons opnieuw geschonken! Moet men dat
niet liefhebben?"
„Ja, boer!" De jonge knecht boog den gebruin-
den kop. Zwijgend gingen de mannen naar deh
hof terug. De schemering sloop uit de topped
der hooge boomen. Aan de poort van het erf
nam de boer iets uit zijn zak, behoedzaam, al®
was het iets breekbaars en gaf het den knecht'
„Neem dat. Ik wil, dat je het leert liefheb
ben. Het is het beste, wat God ons geeft.
nu.... goeden nacht!
In het kleine vertrek, dat hem als slaapkamef
was toebedeeld, ontvouwde Peter het papierf
in zijn grove handen hield hij een stuk brood,
maagdelijk blank met 'n knapperende korst.
voor het eerst van zijn leven voelde hij died
avond den zin van de simpele woorden, die reed®
ontelbare malen over zijn lippen waren ge't
komen: „Geef ons heden ons dagelijksch brood!
ST. ELISABETHGESTICHT, MAURITSKADE
3.00 uur Kethel 60 m.p.
KAPEL FRANC. LIEFDEWERK,
WITTENBURG
2.30 uur
Akersloot
70 m.p.
H. GERARDUS MAJELLA, AMBONPLEIN
6.00 uur Stille Omgang
voor de Parochie
H. HART, VONDELSTRAAT
3.00 uur Twente 500 m.p.
ST. IGNATIUS COLLEGE, HOBBEMAKADI
ST. JOANNES DE DEO, KEIZERSGR. 65
4.00 uur 't Zand 70 m.p.
Zierikzee 30 m.p.
ST. JOZEFSGEZELLEN,
STADHOUDERSKADE
2.30 uur
„Nu stoppen!" Ze stonden weer stil en de negers vielen
allen op den grond. „Vooruit!" Weer ronkte de motor en nu
lukte het om los te komen. Ze cirkelden nog even om de
goede richting te zoeken. Piet moest voortcfurend aan dat
woord „Wobosoekoe" denken.... dat had hij meer gehoord....
Tegen den avond vlogen ze boven uitgestrekte plantages,
Waar witte huizen in verspreid lagen en ook zag Piet weer veel
hutten. Hier was het moeilijker om een goed landingsveld te
vinden, maar tenslotte waagden ze het er op en kwamen veilig
terecht. Ben groote dikke man, donker, maar duidelijk een
Europeaan, met een grooten tropenhelm op, was het eerst bü het
toestel.
Leidschendam 300 m.p.
Bergen op Zoom 30 m.p.
ST. JOZEF (dc Papegaai; KALVERSTRAAT
1.302.45 uur Hillegersberg 200 m.p.
3.004.15 uur Zwolle 550 m.p.
4.45 uur Hilversum 700 m.p.
DE KRIJTBERG, SINGEL
12.30 uur Lof Groningen 700 m.p.
3.00 uur H. Mis Middelburg A
Vlissingen V 200 m.p.
5.00 uur
Goes
Heemstede
De Beemster
Assendelft
300 m.p.
70 m.p.
250 m.p.
DE LIEFDE (Nic. en Barbara),
BILDERDIJKSTRAAT
MAAGDENHUIS, SPUI
2.303.15 uur Gorinchem 120 m.p.
Bieesd 50 m.p.
3.30 uur Voorburg 165 m.p.
H. MARIA MAGDALENA,
SPAARNDAMMERSTRAAT
H.H. MARTELAREN v. GORCUM,
LINNAEUSHOF
MOZES EN AARON, WATERLOOPLEIN
12.305 uur Leiden, 2 groepen 2000 m.p
H. NICOLAAS, PR. HENDRIKKADE
12.45 uur Lof Klazienaveen 600 m-P'
Bergen op Zoom 30 m-P'
Roosendaal 100 m-P'
Beesd 50 m-P-
Zaltbomme! 50 m-P'
3.004.45 uur Gouda 800 m-P1
5.00 uur Oostelijk Gelderland 600 m-P'
12.305.00 uur Amersfoort 600 m-P'
O. L. V. V. ALTIJDD. BIJSTAND, r
CHASSéSTRAA*
O. L. V. v. LOURDES, JAC. CATSKADE
KAPEL O. L. V. GASTHUIS,
's gravesandeplew
H. PANCRATIUS, SLOTERWEG
ST. PETRUS BANDEN. DIEMEN
DE POSTHOORN, HAARLEMMERSTRAAT
1002.00 uur Rijwielbond I 800 m-P'
2.003.00 uur Rijwielbond II 800 m-P'
3.30 uur Klazienaveen 600 m-P'
Pijnacker 80 m-P'
Berkel-Rodenrijs 60 m-P'
H. RITA, BUIKSLOTERWEG 95
H. ROZENKRANS, JAC. (^RECHTSTRAAT
4.00 uur Uithoorn, Mijdrecht,
Wilnis, de Hoef,
Waverveen, Vinkeveen
Kwakel, Kudelstaart.
Aalsmeer 700 m-P'
H. STEPHANUS, KAMPERFOELIEWEG
H. THOMAS VAN AQUINO, RUNSTRAAT
3.30 uur Noordwijk 300 m-P'
ST. VINCENTIUS a PAULO,
JAC. v. LENNEPKAP®
VREDESKERK, PIJNACKERSTRAAT
ST. WILLIBRORDUS, AMSTELDIJK
'2.00 uur Nijmegen en Om
streken, le groep 1200 m-P'
2e groep 1200 m-P'
DE ZAAIER, ROZENGRACHT
I.30 uur Salland, le groep 700 m-P'
3.15 uur
Salland, 2e groep 700 m-P'
ATT f-« A D/^TVTTVTTT'C op dit blad Zijn ingevolge de veraekeringsvoorwaarden tegen
x I ,1 ,ri V^l v i v Lj ij ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen T OUi"
bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door
verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen
bij een ongeval met
doodelijken afloop
WJ verlies van een ba®*
een voet af een oofr
deer Percy King
„Tjongen! Wat zijn de menschen tegenwoor
dig toch slecht van betalen! Dan zit er niet
anders op, dan je nog even crediet te geven.
Tc Weet nu tenminste, hoe je heet en waar je
woont."
„Hoe ben je daar achter gekomen?"
«Daar zullen de heeren van Scotland Yard
je wel meer van vertellen, Kay. Ze kunnen
spoedig hier zijn. Op 't oogenblik maken ze nog
een gezellig babbeltje met je vriend Alfred
Oak ton."
„Scotland Yard?"
„Ja. Ken je die nuttige Instelling niet? Geen
nood, Je zult haar gauw genoeg leeren kermen,
"k Ben met den eenen brief, dien 'k jou vergat
te geven, naar Scotland Yard gewandeld en heb
verteld, hoe naar mijn meening de vork in den
steel moest zitten. Wel, ik had 't bij 't rechte
eind! Ze knipten je dierbaren Alfred net, toen
hij uit je flat kwam, en de sukkel viel paTdoes
door de mand." Keith glimlachte boosaardig.
>Hij was zóó overdonderd, dat hij zijn geheimpje
er uit flapte, vóór hij er erg in had. Jij bent
aan 't knallen geweest in Carline's villa, waarde
dame!"
„Ik?" gilde Mrs. Wharrie. „Ik? Neen! Neen!
Neen! Ik heb niet op Cariine geschoten! 'k
Zweer t je!"
„Nu, je vrind beweerde tegen de detectives,
dat hij moeilijk kan gelooven, dat 't door Iemand
anders gedaan is. Hij zei ook, waarom. Je was
gisteravond naar hem toegekomen met brie
ven, die je uit Carline's villa gestolen had en
stelde hem voor, Mrs. Robinson tot op 't hemd
uit te kleeden."
„Zei hij dat?" Mrs. Wharrie's stem sloeg over
van woede. „De smeerlap! Zoo'n serpent! Zóó
wil hij mij er voor laten opdraaien? Gister
avond, op Millstream Road, zei hij me, dat 'k
jou moest overhalen, de brieven te gaan stelen.
En je liep er in als 't eerste 't beste groentje.
De heele zaak is van Oakton uitgegaan, 't Was
zijn idee, Mrs. Robinson als een citroen uit te
knijpen. De onbetrouwbare schoft! Oakton
kwam nog geen half uur geleden met de brieven
hier, om zijn eigen huid in veiligheid te bren
gen. Hij moest er tijdelijk een andere berg
plaats voor hebben, daar 't wel eens gebeuren
kon, dat Scotland Yard zijn kantoor door
zocht."
„Ze zijn er op 't oogenblik mee bezig. Natuur
lijk vinden ze de brieven niet en dan komen
ze hierheen." Cullingwood haalde de schouders
op. „Ja, Kay, 't is 't ouwe liedje! De één schuift
de schuld op den ander!"
„k Gaf er veel voor, als k hem de dupe kon
laten worden! Hij verdient 't dubbel en dwars!
Maar hij zorgt er wel voor, bulten schot tc
blijven. Oakton beweerde tegen mü, dat hij een
alibi heeft, waar Scotland Yard geen speld tus-
schen kan krijgen. Hij soupeerde gisteravond in
't Empire, toen de aanslag op Cariine gepleegd
werd. Reken maar, dat hij er met getuigen ge
zeten heeft! Zijn eerste werk is altijd, zich
zelf te dekken!"
„Als jij niet op Cariine schoot, wie heeft 't
dan wèl gedaan?"
„Weet ik 't! Oakton zei tegen mij, dat dat
meisje 't deed. Marjorie Robinson. Maar 't lag
in zijn bedoeling, jou net kind van de rekening
te laten worden."
„Waarom moest juist ik dat zijn?"
„Wel, iemand moest 't toch wezen, als Oak
ton 't maar niet was of ik! Zoo was tusschen
ons afgesproken. Wanneer we Scotland Yard
eenmaal op een dwaalspoor gebracht hadden,
konden wij Mrs. Robinson uitkleeden."
„Hoe kwam Oakton achter 't bestaan van die
brieven?"
„Door Mrs. Robinson zelf. Eric Cariine perste
haar al jaren geld af en zij dokte. Ze heeft
trouwens genoeg. Maar toen Cariine veel hooger
bleek te mikken en Marjorie wilde hebben,
ging t haar te ver. Ze vA-klaarde zich bereid,
hem vijftien duizend pond te betalen, op voor
waarde, dat hij haar dochter met rust liet en
de brieven uitleverde. Mrs, Robinson durfde 't
niet laten opknappen door haar eigen advocaat;
daarom nam zij Oakton in den arm. Zij had
gehoord, dat hij wel...."
„Een advocaat is. die uitsluitend voor minder
smakelijke zaakjes in den arm wordt genomen
Is me bekend. Ga door."
„Er valt niet veel meer te vertellen. Oakton
kwam gisteravond uit de bar op Millstream
Road, hij wees me jou aan enMrs. Whar
rie brak eensklaps af, toen voetstappen op den
corridor klonken, en wrong de handen. „De
politie!" hijgde zij.
„Had je wat anders verwacht?" vroeg hij
ongevoelig. „Er zit minstens een jaar of vijf
voor je op. En je hebt ze verdiend!"
Zij kwam op hem toe en legde haar handen
op zijn schouders. „Help me!" smeekte zij. „In
Godsnaam niet de gevangenis in!" Van haar
bravoure was niets overgebleven.
„Gauw dan!" Keith schudde haar handen af.
..Ofschoon 't een nieuwe stommiteit van me is.
je te helpen! Waar zijn de brieven?"
Mrs. Wharrie wees zenuwachtig naar een
kast.
Keith rukte de deur open, zag Oakton's
actentasch op een plank liggen. Hij graaide ze
weg.
„Zitten ze daarin?" vroeg hij haastig.
„Vijf," knikte Mrs. Wharrie. „Den zesden heb
jij achtergehouden."
Cullingwood snelde naar de deur. „Tc Moet de
plaat gepoetst hebben, vóór de kerels van Scot
land Yard in je flat zijn! Jou kan niets ge
beuren, nu ze de brieven niet bij je zullen vinden,
en Oakton krijgt den vollen mep! Hou je van
den domme, dat is de verstandigste methode!"
Toen 't tot Mrs. Wharrie doorgedrongen was,
hoe leelijk zü zich door Cullingwood bij den
neus had laten nemen, viel in geen velden of
wegen meer iets van hem te bespeuren.
XI
Er stond niet langer een politieagent op post,
toen Keith 't bordes van rechter Robinson's
woning beklom. Hij drukte den knop van de
electrische schel in; een minuut later werd de
buitendeur geopend en Drake, de weldoorvoede
butler, vertoonde zich in de opening. De uit
drukking, die op zijn gezicht verscheen, zoodra
hij zag, wie de bezoeker was, gaf ondubbelzin
nig te kennen, dat hij hem liefst zonder com
plimenten ineens maar weer 't bordes had afge
smeten. Cullingwood gaf hem geen gelegen
heid tot handtastelijkheden, aangenomen, dat
zoo iets met Drake's waardigheid strooken kon.
Hij liet den butler zelfs niet aan 't woord
komen.
„Zeg je meesteres," beval hij kort en bondig,
„dat de jonge man, die vanmorgen een onder
houd met haar had, er weer is en haar zonder
uitstel spreken moet over een uiterst gewichtige
brieven-kwestie."
De autoritaire toon overdonderde den butler
zoodanig dat hij Keith vergunde, ditmaal in de
hall te wachten. Drake schreed statig weg. Na
een paar minuten kwam hij terug en verzocht
den bezoeker stijfjes, hem te volgen.
Mrs. Robinson stond nu niet op, toen Culling
wood de kamer binnentrad, en hij begreep,
waarom. Zij voorzag een nieuw pijnlijk onder
houd, pijnlijker wellicht nog dan dat van den
afgeloopen morgen, en vertrouwde haur physieke
krachten niet. In dien korten tijd leek zij Keith
jaren ouder geworden. Onbeweeglijk zat zij in
een hoekje van de sofa. Met een handgebaar gaf
zij den butler zijn congé. Cullingwood wachtt
totdat zij alleen waren; toen legde hij de acte
tasch op tafel, haalde de brieven er uit en ëlVt
met zijn rug naar den haard staan, tegenov
Mrs. Robinson. a
„Hier heb 'k vijf van de brieven, die u f
Cariine schreef. Mrs. Robinson."
„Vijf?" fluisterde zij op verschrikten toon
„Er zijn er zes. Hebt u den zesden niet?"
Cullingwood nam zijn hoed TO lichtte de vo"
ring op; 't ontbrekende exemplaar kwam j
voorschijn. Hij legde 't bij 't stapeltje van vu
bovenop de actentasch. -j
„U ziet 't. Mrs. Robinson. Ze zijn er alle-
behoeft niet langer in angst te zitten voor Er
Cariine en hij zal uw dochter met rust late;
Evenmin krijgt advocaat Oakton kans, u geld
te persen. Nu rest u nog één formaliteit
Scotland Yard op te bellen. Dan kan de zaak
haar geheel worden afgehandeld."
Mrs. Robinson's oogen verwijdden o®
„Waarom waarom zou ik Scotland Yard oP
bellen?" je
„Omdat vóór u de jonge man staat, die in
kranten Sidney Seymour genoemd is en er vm
beschuldigd wordt, den moordaanslag op Er
Cariine gepleegd te hebben. Ik kan en mag
dat niet laten aanleunen, want 't is een gr°
leugen. U weet, dat ook uw dochter mij tegen
over de politie van de misdaad beschuldigd hee-
en dat is 't ergste van alles. Want zij zelf
't, die Cariine neerschoot, omdat zij ontde
had, dat hij brieven van u bezat, u daarmee g°
afperste en haar wilde dwingen tot een huw
lijk.» (Wordt vervolg"'
I