GEEN PILSNER MAAR MÜNCHENER NORTH STATE Een kanaal groeit tusschen BRUGGEN en SLUIZEN E: Aspirin Simplex motor-rijwielen en carriers r Op leeftijd*. GEBUTO-REISBUREAUX DINSDAG 28 MAART 1939 Ipi i J Onder het steunen der baggermolens Chocolade en zwarte koffie CEBUTO PAASCH-REIZEN STAKING OP EEN TEXTIEL SCHOOL Benoeming van nieuwen directeur de aanleiding 1 AMERICAN *JciGAREmS[_ Pastoor Linthorst Zijn toestand nog zorgwekkend EERVOL ONTSLAG IN HET AARTSBISDOM Inspectietocht langs nieuwen scheep vaartweg Amster dam—Bo ven-Rijn. n Peil zakt 1 meter Bij den Galecopschedijk cgieacMg OTKS WEO UUMCLIN OUDLNR'JW [UTPHAAS VRLESWUR Wij hebben gesignaleerd, hoe ge vaarlijk voor ons onafhankelijk en zelfstandig volksbestaan de Consequenties zouden kunnen zijn van de zonderlinge beschouwingen, welke het Nationale Dagblad heeft ten beste gegeven naar aanleiding van den on dergang van de Tsjecho-Slowaaksche Republiek. Het schijnt tenslotte ook tot den leider van de N.S.B. te zijn doorge drongen, dat dit niet bepaald Neder- landsch nationaal aandoende geschrijf eenige correctie behoefde, want in het jongste nummer van „Volk en Vader land" tracht de heer Mussert persoon lijk ander bier uit hetzelfde Tsjecho- Slowaaksche vaatje te tappen. Dat het geen Tsjechisch Pilsner geworden is en nog sterk naar donker bruin Münchener smaakt, zal wel niemand verbazen. Na eerst een zeer eenzijdig en tendentieus overzicht der „feiten", die tot de machtsuitbreiding van het Derde Rijk in Midden-Europa hebben geleid, te heb ben gegeven, verklaart de heer Mussert, dat hij een weinig principieel nationaal- socialist zou zijn, indien hij niet zou toegeven, dat het volksche beginsel door het gebeurde met Tsjecho-Slowakije in kracht verminderd is. Van een gezonde voortzetting van den volkschen opbouw kan volgens hem slechts ten deele sprake zijn. „Ten aanzien van de Tsje chen", aldus schrijft de leider van de N.S.B., „is met het volksche beginsel een beentje gelicht, maar van dit begin sel wordt te hunnen aanzien gered, wat er te redden valt, o.a. zal een Tsjech geen soldaat mogen worden in het Duit- sche leger. Anderzijds is er natuurlijk ook geen sprake van, dat de Duitschers het prettig vinden 6% millioen Tsjechen binnen hun gebied te hebben. Zij hebben dit euvel op den koop toegenomen m.i. uit militaire overwegingen, om zich zoo sterk mogelijk te maken in het Oosten, hetgeen blijkbaar voor het voortbestaan van het Duitsche volk een levenseisch geacht wordt, nu Frankrijk Engeland, Rusland en de Vereenigde Staten zich kennelijk voorbereiden om een oorlog te ontketenen. Als verzach tende omstandigheid kan voorts wor den gewezen op het feit, dat Bohemen en Moravië al duizend jaren tot het Duitsche gebied hebben behoord en dat de Tsjechen altijd hebben bewezen niet in staat te zijn om zich zelf te regeeren, zonder chaos en terrorisme om zich heen te zaaien." Wat er met de 2% millioen Slowa- ken gebeurd is, vindt de heer Mussert uit volksch oogpunt prachtig. Verlost van de Tsjechische overheersching en van de bedreigingen door de Polen en de Hongaren gaan zij „een eigen volksleven begipnen in de schaduw van het groote Duitsche Rijk." „Slowakije is nu geen onderdeel meer van den dolk, gericht tegen het hart van Duitschland, maar is nu de tong, waar mede Duitschland likt aan de Oekra- ine." Dat de Roethenen door Hongarije zijn opgeslokt, vindt Mussert wederom op grond van het volksche beginsel ver schrikkelijk. Zij zijn door Hitier aan hun lot overgelaten en daarop buit verklaard. Het volksche beginsel heeft hier volledig de nederlaag geleden door de daden van de anti-nationaal-socialistische Hon- gaarsche regeering. Mussert acht het alleen dan mogelijk, dat het Oekrain- sche volk een zelfstandig leven zal kun nen beginnen, wanneer Duitschland zich daar voorspant. Aan deze zeer zeker ge reserveerde beschouwing, welke niet zonder critiek op het gedrag van Hitier en Duitschland is, voegt hij dan een hartstochtelijk betoog toe, waarin hij alle verdachtmakingen, als zouden hij en zijn partijgenooten een gevaar voor de zelfstandigheid en de onafhankelijkheid van ons volk en ons land zijn, als vuigen laster afwijst. Het spijt ons voor Adolf Hitler en het Duitteche Rijk, dat ir. Mussert in tegenstelling met het Nationale Dagblad zich niet in alles met de Duit sche politiek in Midden-Europa kan vereenigen, al weet hij daar ook enkele „verzachtende omstandigheden" voor aan te wijzen, maar wellicht zal Hitier, wanneer hem dit te pas komt, even wei nig beteekenis aan 's heeren Musserts meening hechten als aan het volksche principe ten opzichte van de Tsjechen en Roethenen. In ieder geval kan ook deze nadere nationaal-socialistische uit eenzetting over het gebeuren in Mid den-Europa, dit keer van den leider der N.S.B. zelf, ons allerminst overtuigen van de volstrekte gevaarloosheid der N.S.B. en haar denkwijze voor de on afhankelijkheid en de zelfstandigheid van ons Nederlandsche volksbestaan. Ten aanzien van de Tsjechen heeft Duitschland van het volksche beginsel niet gered, wat er nog te redden viel, maar slechts een loozen schijn gered, omdat het dien als verguldsel van de pil, die het Europa te slikken gaf, red den wilde. De toon, waarop de heer Mus sert over de verloochening van het meest doctrinaire principe van het nationaal- socialisme door Hitler ten aanzien van de Tsjechen en de Roethenen schrijft, is te verdacht zoetsappig in verhouding tot dien, welken hij vaak zonder eenige gegronde en meestal zuiver incidentee ls redenen aanslaat tegen de Neder- landsche regeering en ons staatsbestel, waarvoor hij nog nooit ook maar een schijn van excuus heeft weten te vinden, dan dat wij hem zoo wenschen te ver trouwen als hij zichzelf zegt te vertrou wen. Beweren de N.S.B., haar vertegen woordigers en haar leider niet dag in dag uit, dat het nog altijd democra tische en parlementaire Nederland be wezen heeft niet in staat te zijn om zichzelf te regeeren, zonder chaos en ter rorisme om zich heen te zaaien gelijk de Tsjechen dat volgens de nationaal-so- cialisten heetten te hebben gedaan? De heer Mussert draait ten gunste van het volgens hem zelf zijn heiligste principe beentje lichtende Duitschland de we reld op haar kop, en verklaart, dat Frankrijk, Engeland, Rusland en de Vereenigde Staten zich kennelijk voor bereiden om een oorlog te ontketenen, terwijl deze niets anders doen dan meer over hun kant te laten gaan dan principieel verantwoord is om van den vrede nog te redden, wat er van te redden valt, en zich voor te bereiden op een oorlog, die hun door Duitsch land opgedrongen zou kunnen worden. Indien de heer Mussert fiet een ver zachtende omstandigheid oordeelt, dat Moravië en Bohemen al duizend jaren tot het Duitsche gebied hebben be hoord, dan zou hij het ook een verzach tende omstandigheid kunnen vinden voor een eventueel optreden van Hitier tegen de Nederlanden, dat deze Ne derlanden wel geen duizend jaar maar dat maakt principieel geen ver schil toch langen tijd evenals Oostenrijk tot het Habsburgsche Rijk hebben behoord. Mussert moge verrukt zijn van het eigen volksleven der Slo- waken in de schaduw van het groote Duitsche Rijk, maar wij Nederlanders wenschen in niemands schaduw te staan, maar eischen ons plaatsje in de volle zon en zullen het met hand en tand weten te verdedigen. Nederland wil noch de punt van een dolk, gericht op het hart van wie dan ook, zijn, noch de tong van wien dan ook om wat dan ook te likken. Evenmin als een dolk punt voert een likkende tong een on afhankelijk bestaan, en de N.S.B., die dagelijks dolkstooten aan de regeering en ons democratisch staatsbestel tracht toe te brengen en Duitschland en diens Fiihrer méér gelikt heeft dan met het Nederlandsche karakter te rijmen valt, blijven wij ondanks alle fraai klinken de beweringen van het tegendeel be schouwen als een gevaarlijk element voor een wezenlijk vrij en onafhanke lijk, een alzijdige zelfstandigheidspoli- tiek voerend Nederland. Men meldt ons uit Enschede: Naar aanleiding van een niet-benoeming van den heer dr. J. Mattaar in de Maandag gehouden gemeenteraadsvergadering als directeur van de H. T. S. is het op bedoelde school tot een open lijke demonstratie gekomen. Tijdens de raadsvergadering hadden de leer lingen, die op de publieke tribune hadden plaats genomen, hun ontstemming al niet onder stoe len of banken gestoken, terwijl men hedenmor gen bij de pauze unaniem besloot het gebouw te verlaten. Gezamenlijk trok men naar het stadhuis en een spreekkoor werd aangeheven. Een hunner werd naar binnen gezonden om te trachten den heer W. R. Soetekouw, wethouder van Onder wijs, te spreken, hetgeen niet werd toegestaan. Daarna trok men naar een in de nabijheid zijnd» lunchroom, waar een vergadering werd gehouden. De oorzaak van deze demonstratie is gelegen in het feit, dat de heer Mattaar als nummer twee op de voordracht werd geplaatst, na den heer dr. Postma uit Utrecht. Men vermoedt, dat deze plaatsing op num mer twee te wijten is aan de vroegere politie ke gezindheid van den heer Mattaar, terwijl ook verkeerde voorlichting hierin een groote rol zou hebben gespeeld. Een der raadsleden zou namelijk hebben gezegd, dat de heer Mat taar in zijn klassen geen orde kon houden en dat het les-geven niet veel bijzonders was. Bij de leerlingen is men juist van het tegen deel overtuigd. De verhoudingen op de school zijn zeer moeilijk, aldus hun woordvoerder en het is juist de heer Mattaar. die allen weet te bevredigen. Ook het les-geven gebeurt op een zeer prettige manier en de lessen verloopen steeds even ordelijk. Hier komt nog bij, dat de heer Mattaar reeds 17 jaren in de textielbranche werkzaam is. Men acht hem dan ook zeer geschikt als directeur, die den toestand op de school beter kent dan een vreemde. Er werd dan ook besloten om aan B. en W. en aan Ged. Staten een petition nement te richten, terwijl den tegenwoordigen directeur, dr. H. B. Holsboer, schriftelijk de oorzaak van het schoolverzuim zal worden me degedeeld. Morgen vroeg zal men zich weer op school aanmelden. De toestand van pastoor Linthorst te Tuitjen- hom, die Maandag bij het auto-ongeluk te Hei- loo zwaar gewond werd en ter verpleging in het St. Elisabeth-ziekenhuis te Alkmaar was opge nomen, was hedenmorgen nog zorgwekkend. Z.Eerw. is nog steeds buiten kennis. Pastoor Linthorst heeft een schedelbasisfractuur en een beenbreuk bekomen. Gevreesd wordt dat hij ook inwendige kwetsuren heeft. Dit kon echter nog niet worden vastgesteld. Uit voorzorg heeft men hem het H. Oliesel toegediend. Betreffende het ongeluk zelf moet nog medegedeeld worden, dat niet de om het leven gekomen heer Mors den auto bestuurde, maar pastoor Linthorst, die on der leiding en toezicht van den garagehouder een proefrit maakte. Z. H. Exc. de Aartsbisschop van Utrecht heeft aan den weleerwaarden heer J. G. Bietenaaar op zijn verzoek om gezondheidsredenen eervol ontslag verleend uit de geestelijke bediening. De zinker, waardoor de Schalkwijksche wetering in de naaste toekomst zal stroomen, even voordat hij onder water verdween. heb Je heel wat ondervonden. Dan ben je niet meer zoo goedgeloovig. Dan blijf je bij datgene, wat je in al die jaren het best heeft geholpen en neem je bij hoofd pijn, verkoudheid of rheumatiek één of twee Aspirintjes. i enmaal was heel ons land land, doch toen werd al ons land water, waaruit onze voorouders stukje bij stukje op- nieuw land hebben gewonnen, dat doorsne den wordt door groote rivieren, die het verbinden met de industriegebieden van Duitschland, Frankrijk, Z^narriV'.'ï-.- en Bel gië. De rivieren, die voordat zij onze gren zen overschreden, vrijheid hadden om haar eigen wegen te kiezen, werden hier ge dwongen langs de wegen, die haar door dijken en dammen werden gewezen, verder zeewaarts te stroomen. De eeuwen door zijn zij gebruikt door de scheepvaart en waar de rivieren te kort schoten door haar smalte of waar zij ge heel ontbraken, hebben onze voorouders en wjj nieuwe waterwegen gegraven. En steu nend op een traditie van meer dan duizend jaar gaan onze ingenieurs verder het water overal te brengen waar zij het hebbqn wil len De oudste scheepvaart tusschen Amsterdam en het Rijnland koos aanvankelijk den weg langs Vecht en Kromme Rijn naar Wijk bij Duurstede en daarna langs de Oude Keulsche Vaart over Vreeswijk. Maar deze weg is reeds lang verlaten en sedert 1892 varen de schepen langs het Merwedekanaal naar Vreeswijk, waar zij de Lek oversteken om via Vianen de Merwede te bereiken bij Gorkum. De Rijnschepen wer den al grooter en grooter gebouwd en tijd kreeg steeds meer waarde. De Rijnvaart, die eenmaal meehielp om Amsterdam welvarend te maken, dreigde de hoofdstad des lands geheel te ver laten en toen kwam het plan tot den aanleg van een nieuw kanaal, dat Amsterdam met den Boven-Rijn zal verbinden. Op 27 Maart 1931 werd een wet uitgevaardigd, welke den aanleg van een scheepvaartverbinding van Amsterdam langs Utrecht en Wijk bij Duurstede naar Tiel beval. Het nieuwe kanaal is onder te verdeelen in vier gedeelten, waarvan het eerste deel het oude kanaal tusschen Amsterdam en Utrecht be slaat, dat eenzijdig verbreed wordt van 20 meter tot 50 meter, met de mogelijkheid tot verdere verruiming tot 74 meter. De andere dee'en zijn het vak UtrechtJutphaas met den zijtak naar Vreeswijk, het vak JutphaasWijk bfj Duurstede en ten slotte het vak Ravenszwaay Tiel, het zoogenaamde Betuwepand. Reeds ondervindt de scheepvaart tusschen Amsterdam en den Boven-Rijn de voordee- len van het toekomstige kanaal, daar sinds het voorjaar van 1938 de nieuwe sluizen bij Vreeswijk gebruikt worden, die de dubbele capaciteit hebben van de oude sluizen, welke midden in Vreeswijk liggen. Door toevallige Omstandigheden hebben wij ons een oordeel kunnen vormen van deze verbetering tij dens een tocht, welken wij Onder leiding van UTRECHT. 1UOOU **»Tl »av«. 4- MILOMCTCMBM> Een eerste verbetering voor de drukke s mmg van de. nieuwe cheepvaart tusschen de hoofdstad en de Lek werd verkregen door de ingebruikne- sluizen bij Vreesunjk. Een overzicht van het machtige complex. ingenieurs van den Rijkswaterstaat langs het in wording zijnde kanaal gemaakt hebben. Daar het nieuwe kanaal de Schalkwijksche wetering, die voor de afwatering van het om ringende gebied van groote beteekenis is, snijdt, moest onder het nieuwe kanaal een duiker worden gelegd. De scheepvaart, langs den zijtak naar de nieuwe sluizen was dientengevolge gedurende eenige dagen gestremd en zoo voe ren de schepen als vanouds langs den Vaart- schen Rijn naar de Koninginnesluis in Vrees wijk, welke slechts 120 meter lang en ongeveer 13 meter breed is. Hoog op het water lager, de aken in lange rijen gemeerd langs de kaden van de voorhaven, wachtende op haar beurt om geschut te worden. De uren groeiden er weer aan tot dagen, waarin de schippers tot niets doen gedoemd waren. S'echts zelden kwam het voor dat een schip binnen de twee uur geschut was door de gevreesde Vreeswijksche sluizen. Vaker duurde het dagen en gemiddeld een hee- len dag. Achthonderd meter Oostwaarts strekt zich machtig en grootsch het monumentale complex der niéuwe sluizen uit, die de schepen in eens van het Amstelland-peil naar de Lek zullen overhevelen. Van Amsterdam tot Vreeswijk zullen de Rijnschepen in het komende najaar nog slechts één stel sluizen in hun weg naar de rivieren ontmoeten en wel de nieuwe Vreeswijksche sluizen. Het schutten in Utrecht tusschen het gebouw van de Nederlandsche Munt en „Oog in Al" komt dan te vervallen, daar het peil van Amstellands boezem doorgetrokken zal worden tot aan Vreeswijk en nog later tot aan Wijk bij Duurstede. De schepen, die van Amsterdam komen, moe ten in Utrecht geschut worden, daar het peil van den Vaartschen Rijn ongeveer een meter hooger ligt dan dat van het Merwedekanaal ten Noorden van de Domstad. Dit peil zal in den Vaartschen Rijn gehandhaafd worden, ter wijl het peil van het nieuwe kanaal gemiddeld een meter lager zal liggen. Bij den Vleutensche- weg, aan de Westelijke grens van Utrecht, waar zich nog de oude draaibrug bevindt naast de nieuwe betonnen brug, takt het nieuwe ka naal van het oude af. In een wijden boog be reikt het den Vaartschen Rijn even ten Noor den van Jutphaas, waarbij dus de sluis bij „Oog in Al" gemeden wordt Dit boogkanaal hebben wij onder de deskundige leiding van ir. C. de Groot bezichtigd, aie ons allereerst naar de splitsing nabij den Vleutenscheweg voerde Tot aan dit punt zal de scheepvaart ook in de toekomst het oude Merwedekanaal volgen. De Oostelijke dijk van dit kanaal is reeds opgehoogd en versterkt, terwijl de westelijke dijk over de geheele lengte ver legd zal worden. Tusschen Zeeburg en Nigtevecht is dit werk reeds in uitvoering, doch verder is men gebonden aan een tijd schema, dat nauw samenhangt met de volgorde, waarin een lange serie kunstwer ken kan worden vervaardigd De bestaande draaibruggen, acht in getal, waarvan er reeds vier door vaste hooge brug gen vervangen zijn, zullen alle moeten ver dwijnen, in Zeeburg zal een nieuwe syphon, die dienstbaar zal zijn aan de waterverversching der Amsterdamsche stadsgrachten en aan de bemaling van het Merwedekanaal, met gemaal verrijzen, verschillende sluizen zullen gebouwd worden tusschen bestaande vaarwegen en het kanaal en de grondduikers, die thans nog de gescheiden gedeelten van een aantal polders verbinden, zullen verdwijnen. Is met de verbreeding met dit kanaalgedeelte dus nog veel tijd gemoeid, met het boven be schreven boogkanaal maakt men reeds flinke vorderingen. F tij den Vleutenscheweg draait go- stadig een slibzuiger, die den opgebaggerden grond uit de baggerschuiten in de s'.itbergplaats stuwt. Zooveel mogelijk worat de grond, welke bij den kanaalaanleg wordt uitgegraven, benut voor het maken van kanaaldijken en cpritten voor bruggen. De overtollige grond wordt naar een aantal slibbergplaatsen gevoerd, waar hij blijft liggen, totdat er eventueel een bestem ming voor gevonden is, of totdat hij vast ge noeg geworden is om te dienen voor bouw terrein of cultuur. Hoe het nieuwe kanaal voor de vestiging van industrieën van belang kan zijn, bleek ons duidelijk bij de doorsnijding van den ouden weg Utrecht-Den Haag door het kanaal, waar reeds een aluminiumfabriek verrees, die in de nabije toekomst ongetwijfeld het nut van het kanaal zal ondervinden. Even voorbij deze aluminiumfabriek eindigt thans het boogkanaal en knarsende bagger molens knagen er aan het lana, dat steeds ver der terugwijkt voor het water. Hoog over het land voert een betonnen brug nog het ver keer tusschen De Domstad en de Maasstad, maar over niet langen tijd zal de brug geen land meer, doch water overspannen. Behalve den ouden verkeersweg doorsnijdt het kanaal Ook den Leidschen Rijn nabij de boerderij „Papendorp" en ter plaatse zijn twee kleine schutsluizen gebouwd, die het hooge water van het kanaal uit den Rijn nouden. Tijdelijk is boven een dier sluizen een pomp- gemaal gebouwd, dat een deel van het over tollige water uit het kanaal wegpompt in af wachting van het gereed komen van het groote syphongemaal bij Zeeburg. Ook aan den kant van den Vaartschen Rijn is reeds een deel van het kanaal gegraven, dat doodloopt op den Galecopschedijk, welke nog niet doorsneden kan worden, omdat hij voor het plaatselijk verkeer onmisbaar is. Binnen enkele weken zal deze dijk echter toch doorge graven worden om eenig klein baggermateriaal naar binnen te laten, dat hier met behulp van dammen geschut zal worden. Want nabij den Galecopschedijk zal er tijdelijk een waterkee- ring zijn tusschen het hooge peil van den Vaartschen Rijn en het lage peil van Amstel- land, welk verschil door de Utrechtsche schut sluis overbrugd wordt. Eerst wanneer de schutsluizen tusschen den Vaartschen Rijn en het kanaalvak naar de nieuwe sluizen bij Vreeswijk gereed zullen zijn, kan het niveauverschil bij den Gale copschedijk worden opgeheven, waarbij dus he£ water in het kanaal bij Jutphaas een meter zal dalen. Men hoopt thans, dat de ononderbroken verbinding tusschen het af gesloten IJ in Amsterdam en de schut sluis bij Vreeswijk in het komende najaar een feit zal kunnen zijn. Een bijzondere moeilijkheid was nog te over winnen bij den Voorvlidï langs den Taatschedijk, die met een keersluisje uitmondt op het nieuwe kanaal. Nabij dit punt worden thans ook groote werken uitgevoerd voor den nieuwen rijksweg Den Haag-Driebergen, die met een groot ver keersplein midden in het land den pri- mairen weg Amsterdam-Breda (rijksweg no. 26) zal kruisen. Een gedeelte van het boogkanaal rondom Utrecht werd vervroegd gegraven, om dat het kanaaltracé strooken grond passeerde, waar zich onder een dunne laag veen breede lagen zand bevonden, die voor wegophooging zeer geschikt zijn. De kosten van den wegaan leg, zoowel als die van den kanaalaanleg wor den daardoor gunstig beïnvloed. Zooals gezegd, moest de Schalkwijksche we tering met een grondduiker ender het kanaal door worden gevoerd. De Houtensche wetering, die gedeelte'ijk ook door de scheepvaart wordt gebruikt, werd daarentegen cmgelegd en ïoopt thans parallel aan het kanaaltracé ten Oosten van den Vaartschen Rijn, waarbij zij tevens de functie van boezemsloot der aangrenzende pol ders vervult. De Vaartsche Rijn wordt door het nieuwe kanaal in tweeën gesneden en beide gedeelten staan er met een stel sluizen mee in verbin ding. Omdat de Utrechtsche stadsgrachten met water, dat bij Vreeswijk uit de Lek in den Vaart schen Rijn wordt gelaten, ververscht worden, moest bij Jutphaas een grondduiker in den Vaartschen Rijn worden gekgd, die reeds in gebruik is. Tenslotte is bij den Overeindscheweg, even ten Oosten van het fort, een keersluis in aanbouw met een brug, welke er deel van uit maakt. Een tweede brug, over den tak naar Vreeswijk, welke in het verlengde van de eer ste brug ligt en het kanaal naar Wqk bij Duur stede overbrugt, is reeds gereed. Einnenkort zal de weg Utrecht-Jutphaas ter plaatse van het kanaal doorgegraven kunnen worden, omdat de hooge vaste brug met de op ritten dan gereed zal zijn. In de nabijheid lig gen thans de woonarken van den Rijkswater staat, waar zelfs in een vrceg morgenuur al heer.ijk verwarmende chocolade geschonken wordt, die op een kouden Maartschen dag won deren kan wrochten. En niet ver er van daan ligt „De Roskam", wellicht het eenige café boven den Moerdyk, waar men zwarte café filter krijgt, zonder er uitdrukkelijk om te vragen. Jutphaas, dat veel scheepvaart gaat verliezen, is thans het centrum van talrijke ka- naalwerken, die verspreid liggen en zonder des kundige leiding moeilijk te overzien zijn. In „De Roskam" namen wij afscheid van ir de Groot en vertrouwden wij ons toe aan ir. Maris, die ons door de „wildernis" naar de Lek bjj Wijk bij Duurstede bracht. Paaschgebruiken 2 dg. Twente 2 dg. Brussel 2 dg. Luik-Namen-Brussei 2V2 dg. Ardennen-Dinant 4 dg. Ardennen-Luxemburg 2 dg. Eifel-Königswinter dg* Eifel-Königswinter 4 dg. Rijn en Eifel 6 dg. Parijs—Versailles 9 dg. Zwitserland ƒ15— 15.- 16— 22.50 34.75 13.50 21— 26.50 49.50 73.50 Tevens uitgebreide keuze in Dagtrips Vraagt Programma of schriftelijk: Damrak 7, A'dam

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 9