46 Een waardig en krachtig antwoord Frankrijk wil eerlijk onderhandelen STATENVERKIEZINGEN Vele steden door Franco bezet Naar een periode üan diplomatiek overleg? LUIK 1939 rijwielen, verwonderlijk lichte gang, Buitenlandsch overzicht ZORGVOLLE TOESTAND VAN-DEN TUINBOUW DONDERDAG 30 MAART 1939 Dr. H. P. N. MULLER 80 JAAR Borstbeeld van wijlen dr. H. J. Lovink Jubileum J. Heijnis Uil tk «L «L INTERNATIONALE WATERTENTOONSTELLING MEI-NOVEMBER Parijs juicht forsche rede van premier toe Onjuiste beweringen te Rome over nieuwe rechten Te Washington overweegt men de kwestie der erkenning van Burgos De Osservatore over den val van Madrid Generaal Nedermeijer ridder van Rosenthal overleden FAVORIET ROYALES 25 CENT VEEL AROMA WEINIG NICOTINE 10 STUKS Koningin en Prinses zagen ,,40 Jaren" De Prins door lichten griepaanval verhinderd HET DIAMANTEN FEEST VAN MGR. ABELS Feestnummer der Annalen ALGEMEENE REKENKAMER Kamercommissie over de geoefende controle Zee- en luchtvaart verzekeringswet Voorloopig verslag van de Tweede Kamer Zeeschepenvorderingswet BEDRIJFSVERGUNNINGEN- WET Verslag betreffende de toepassing Geen berusting inzake den ver minderden export naar Duitschland, noch naar andere landen Naturalisaties Zoeken naar nieuwe wegen Belangstelling Hoofdkantoor Bat'a naar Londen? Terwijl de politieke kaart van Euro pa van aanschijn verandert door het verdwijnen en stichten van onafhankelijke staten en door de totale kleurwisseling van Spanje, terwijl de publieke belangstelling gevangen gehou den wordt door gevreesde of gewensch- te mogelijkheden, welke zich in de naaste toekomst op internationaal poli tiek terrein nog kunnen voordoen, gaat ons land met rassche schreden de ver kiezingen voor de Provinciale Staten tegemoet. Den 19en April a.s. zullen de Nederlandsche kiezers ter stembus trek ken om te bepalen, welke candidaten zitting zullen nemen in de gewestelijke besturen. De belangstelling voor deze verkiezingen is nog niet evenredig aan het belang, dat daaraan moet worden gehecht. Plichtmatig zijn de groote bor den met de namen der verschillende partij candidaten op de daarvoor ordelijk aangegeven plaatsen aangebracht, en de opwekkingen bepalen zicfi doorgaans tot een eenvoudig: Stemt die van lijst no. zooveel. Dit alles kan op menigeen den indruk maken, dat de Provinciale Staten-verkiezingen van te weinig alge meen Nederlandsche en politieke betee- kenis zijn om er zich erg warm voor te maken en dat ze vergeleken bij de ge beurtenissen in de Europeesche wereld rondom ons niet waard zijn er meer dan een vluchtige en oppervlakkige aandacht aan te wijden. Deze mogelijke indruk is ten eenenmale onjuist. Hoe in beslag nemend de gebeurtenissen in het buitenland ook mogen zijn, wij Neder landers hebben op de allereerste plaats te maken met de toestanden en de ver houdingen in ons eigen land. Daarvoor dragen wij zelf en uitsluitend de ver antwoordelijkheid en daarom moeten wij er voor zorgen, dat wij die verant woordelijkheid ook met een gerust ge weten kunnen aanvaarden. Juist, wan neer wij vervuld zijn van zorg en vreeze door wat er met andere landen op het oogenblik geschiedt, hebben wij een bijzondere reden alle krachten in te spannen om er voor te zorgen, dat ons niet geschieden kan, wat anderen niet wilden, dat hun geschiedde, maar niet temin toch aan hen voltrokken werd. Wij kunnen niet volstaan met als maar luide te getuigen, dat wij onze onafhan kelijkheid en zelfstandigheid wenschen te behouden en met hand en tand zullen verdedigen, wij moeten ook metterdaad die onafhankelijkheid en zelfstandig heid innerlijk versterken door de keuze van bekwame bestuurders óók in de Provinciale Staten. Het landsbelang eischt, dat ook de verschillende gewesten, waaruit ons land is samengesteld, krach tig en bekwaam bestuurd worden over eenkomstig den aard en het wezen van ons volk en zijn staatsbestel. Al hebben de Provinciale Staten en de daaruit ge formeerde Gedeputeerde Staten ook vele beslissingen te nemen van zuiver ma terieel zakelijken aard, waarbij moeilijk een beginsel of zelfs politieke overwe gingen te pas kunnen worden gebracht, daarnaast strekt hun bevoegdheid zich toch óók uit tot verschillende terreinen, die direct of indirect wel degelijk prin cipieel en politiek van groot belang zijn. Wij wijzen slechts op het recht van be noeming van de leden der Eerste Ka mer, die wel geen wetten kan maken, maar wetten kan verwerpen, en van func tionarissen voor de provinciale diensten, op het toekennen van subsidies, op het beslissingsrecht in tal van geschillen, vooral onderwijskwesties, op den invloed ten aanzien van allerlei instellingen van openbaar nut enz. Het zou daarom vol komen onjuist en niet te verantwoorden zijn, indien wij katholieken de bij de Provinciale Staten-verkiezingen op het spel staande belangen zouden verwaar- loozen. Zoowel in het landsbestuur als in het bestuur van provincie en ge meente dienen onze beginselen zoo krachtig mogelijk verdedigd te worden en mede leiding te geven. Wij mogen geen terrein van het openbare leven onbewerkt laten liggen, want dan zullen het overal voortwoekerende onkruid en het voor ons land levensgevaarlijke gif tige gewas, dat stelselmatig door vijan dige menschen dag en nacht wordt uit gezaaid, het overmeesteren. Op 2 April zal het tachtig jaar geleden ziju dat dr. Hendrik P. N. Muller, oud-gezant te Praag en Boekarest, het levenslicht aanschouw de. Er heeft zich een comité gevormd onder praesidium van den oud-gouverneur-generaai van Nederlandsch-Indië, mr. D. Fock, dat zich voorstelt bij den terugkeer van dr. Muller, die thans in het buitenland vertoeft, hem een borstbeeld aan te bieden ter plaatsing in het rijksmuseum voor volkenkunde te Leiden. In het besef van de groote verdiensten van wijlen dr. H. J. Lovink voor de bodemcultuur hier te lande, heeft de Nederlandsche Heide Maatschappij een comité gevormd, dat actie voert voor het plaatsen van een borstbeeld van Lovink in het plantsoen vóór het gebouw van de Nederlandsche Maatschappij te Arnhem. Zaterdag 1 April zal de heer J. Heijnis, pen ningmeester van den R.K. Fabrieksarbeiders- bond „St. Willibrordus" jubileeren. Op dien dag zal het twintig jaar geleden zijn dat hij werd benoemd tot administrateur van dezen bond. De groote Internationale Water- Tentoonstelling biedt U sensatio- neele attracties: wedstrijden, acrobatie, het wondere Goud- Paviljoen enz... Het geheel een grootsch en origineel schouwspel. Bezoekt de HAVAS-GELDER Onze correspondent te Parijs seinde ons hedenmiddag: Wat in de redevoering van Daladier op den man-in-de-straat vooral den grootsten indruk heeft gemaakt is de zeer ferme toon, welken de premier er in heeft aangeslagen. Wie zich temidden van een willekeurig groepje luisteraars rond de luidsprekers bevond, kon zulks duidelijk constateeren. In de ochtendbladen wordt de redevoering algemeen gewaardeerd als zijnde Frankrijk waardig, maar men is er in het algemeen tevens op voorbereid, dat zij te Rome niet vriendelijk zal worden ontvangen. Ten aanzien van het geschil met Italië wordt niettemin op gemerkt, dat ook door Daladier de bruggen niet zijn afgebroken, iets wat ook niemand rede lijkerwijs had kunnen verwachten. De redevoering van den duce heeft inderdaad geenerlei wijziging gebracht in het standpunt der Fransche regeering, dat, zoo Rome voor stellen heeft te doen, het de daartoe gebruike lijke diplomatieke kanalen ter beschikking staan. Dit is hedenochtend oa. gepreciseerd door de officieuze „Fetit Parisien". Maar verder helt men over tot de meening, dat de redevoering van Daladier het openen van onderhandelingen niet zal blijken te vergemak kelijken, indien de Italiaansche regeering per sisteert in haar dwingende houding. En indien zij werkelijk territoriale aanspraken in petto heeft, zoo merkt men op, dan zal zij nu wel inzien, dat zij meteen een ultimatum kan op stellen. Wat in de redevoering van Daladier ook zeer bijzonder de goedkeuring wegdraagt is zijn vol komen afdoende weerlegging van het Italiaan sche argument, als zou de schepping van het Italiaansche imperium nieuwe rechten voor Italië in het leven hebben geroepen, hetgeen daarop neerkomt, dat elke ingewilligde eisch in zich de kiem zou dragen van nieuw te stellen eischen. SALAMANCA, 30 Maart (Havas). In het legerbericht van het groote hoofdkwar tier van de troepen van Franco wordt ge zegd, dat de steden Cuenca, Guadalajara, Alcala Henares en talrijke dorpen in dit gebied zijn bezet. Aan de kust hebben de rechtsche troepen Sagunto genomen. In het Zuiden zijn Ciudad Real, Jaen, Almeria en talrijke dorpen be zet, evenals Albacete en de dorpen in het gebied El Pardo en Alcobendas. Het aantal krijgsgevangenen bedraagt 100.000. Naar Reuter meldt is te elf uur heden ochtend generaal Aranda, de held van het langdurige beleg van Ovieöo, aan het hoofd der troepen van Franco te Valencia bin nengetrokken. Uit Burgos wordt vernomen, dat de plotselinge overgave van groote deelen van het republikein- sche gebied niet door de nationalisten was ver wacht en dat zij derhalve voor groote moeilijk heden staan bij de organisatie der hulpverlee ning. Volgens Reuter werd te Valencia officieel medegedeeld, dat de bemanning van het Brit- sche stoomschip Atlantic Guide uit een vlieg tuig van Franco met mitrailleurvuur werd be stookt, toen het schip de haven naderde. Het schip zou vluchtelingen aan boord nemen en de opvarenden waren daarover in onderhandeling. Naar Reuter eveneens bericht, gelooft men te Washington, dat de regeering der Vereenigde Staten zal trachten eenigen waarborg voor cle mentie tegenover de verslagen Spaansche repu blikeinen te verkrijgen, alvorens zij verder zal gaan op den weg naar erkenning van Franco. Huil heeft vanochtend 'n onderhoud gehad met Roosevelt en later laten doorschemeren, dat de kwestie van erkenning overwogen wordt, even als de eventueele opheffing van het embargo op wapenuitvoer naar Spanje. De „Osservatore Romano" verheugt zich er over, dat met den val van Madrid een einde is gekomen aan den burgeroorlog in Spanje. Het orgaan van het Vaticaan schrijft onder meer: „Allen, die dezen'oorlog met christelijke gevoe lens hebben gadegeslagen, kunnen God voor deze gebeurtenis slechts danken, want Spanje keert terug tot het geloof zijner vaderen." Het blad wijt den burgeroorlog aan den ge loofsafval en de actie van anti-Christelijke groepen en legt den nadruk op de beteekenis van den godsdienstigen factor in het herstel werk, waaraan het nieuwe Spanje zich zal moe ten wijden. „Een tot vrede gebracht en vreed zaam Spanje vormt een niet te onderschatten moreele en politieke bijdrage voor Europa, dat noch tot vrede gebracht noch vreedzaam is. De overwinning van Franco heeft reeds slagboomen doen verdwijnen en zal, naar in hooge kringen verklaard is, medewerken aan de slechting van andere barrières". In den ouderdom van 71 jaar is te Wies- baden overleden de generaal-majoor der cava lerie buiten dienst F. L. S. Nedermeijer ridder van Rosenthal. Hij was in '23 gepensionneerd en woonde sindsdien in het buitenland. S3 In tegenwoordigheid van Vele burgerlijke en militaire autoriteiten hebben H. M. de Konin gin en H. K. H. Prinses Juliana Woensdagavond in „Metropole" te Den Haag een voorstelling bijgewoond van de Nationale Film „Veertig Jaren". De Koningin en de Prinses werden aan den ingang van de bioscoop verwelkomd door jhr. ir. O. C. A. van Lidth de Jeude, voorzitter van het comité van de Nationale Film, waarna zij vanwege de directie van het theater bloemen ontvingen. Toen de vorstelijke gasten de zaal betraden, verhieven alle aanwezigen, onder wie zich ook vele medewerkenden aan de nationale film be vonden, zich van hun zitplaatsen. Een orkest speelde het Wilhelmus, dat allen uit volle borst medezongen. Nadat de Koningin en de Prinses in de loge op het balcon hadden plaats genomen, werden o.m. vertoond de te-water-lating van het stoomschip „Beatrix" door Z. K. H. Prins Bemhard te Vüssingen en het Prinselijk Paar met vacantie te Grindelwaid. De vertooning van de hoofdfilm het programma is op ver zoek van H.M. de Koningin gewijzigd werd herhaaldelijk door spontaan applaus onderbro ken. Bij het begin der pauze te circa half elf verlieten de vorstelijke gasten het theater. Z. K. H. Prins Bernhard, die aanvankelijk de voorstelling zou hebben bijgewoond, was wegens een lichten griepaanval verhinderd aanwezig te zijn. Het pas-verschenen nummer der Annalen van Sparrendaal, missionarissen van Scheut, be steedt bijzondere aandacht aan het merkwaardig priesterjubileum van Z. H. Exc. Mgr. C. Abels, apostolisch vicaris van Jehol. Achtenvijftig van zijn zestig priesterjaren heeft deze bisschop doorgebracht in de moeilijke missie van China. Is het dan wonder, dat deze jongste aflevering een feestnummer is? Tekst en tal van illustraties vermelden uit voerig den prachtigen groei ondanks velerlei moeilijkheden en tegenwerking in het missie gebied van den jubileerenden missie-bisschop. Aan het verslag van de Commissie uit de Tweede Kamer voor de Rijksuitgaven over het verslag der Algemeerie Rekenkamer betreffende hare werkzaamheden over het jaar 1937 wordt o.m. ontleend: Het instituut der plaatselijke controle bergt naar de meening der commissie ook zekere ge varen in zich. De vlotheid van procedure, welke de plaatselijke controle mogelijk maakt, kan, indien niet de noodige Omzichtigheid wordt be tracht, gemakkelijk leiden tot een gang van zaken, welke niet in overeenstemming is met de verhouding welke eenerzijds tusschen de ad ministratie en de Rekenkamer en anderzijds tusschen de Rekenkamer en de Staten-generaal behoort te bestaan. Deze plaatselijke controle kan, in het bijzon der daar, waar zij permanent wordt uitgeoefend, ontaarden in een mede-administreeren, en kan Frankrijk heeft dan, bij monde van minister president Daladier, een antwoord gegeven aan Mussolini, en een appèl gericht tot de geheele wereld. Het was een veelomvattend antwoord, en een veelomvattend appèl; doch de Fran sche premier heeft dit voor op zijn Italiaan- schen ambtgenoot, dat hij dezen m realisme wist te overtreffen. Het realisme, waar Musso lini op stoft, is in wezen weinig anders dan ooriogsromantiek; Daladier dacht aan het be gin van zijn rede aan zijn zoons en aan die van anderen: het nageslacht, aan wie hij het eens ontvangen erfdeel ongeschonden moet kunnen overgeven. Daartoe behoort de moed, dien nie mand den duce zal willen ontzeggen, doch ook beleid en voorzichtigheid, die sprongen in het duister schuwt. Helaas is er niet veel licht meer in de inter nationale politiek. Onzekerheid heerscht over al; gebrek aan vertrouwen bedreigt het laatste restje hoop op wat Chamberlain „vrede in on zen tijd" noemde; en in dien toestand van al- gemeene onrust weet geen regeering beter te doen dan de nationale krachten te concen- treeren en een maximum aan militaire be schermingsmiddelen te verzamelen. Het is de verdienste van Daladier geweest, dat hij Frankrijk daartoe in staat gesteld heeft: het beeld, dat hij van zijn land gaf, was niet al te geflatteerd. Nu de dwaasheid van het volksfront, waarin kleinzielige ideoloogjes elkander met teksten te lijf gingen, aldus het land uiteenscheurend, is opgeruimd, begint zich, langzaam maar onmiskenbaar, het oude Frankrijk aan de wereld te toonen, waarvan zoo vaak een regenereerende kracht is uit gegaan. Dalkdier mocht gisteravond tot Italië en tot de wereld het woord richten uit naam van een Frankrijk, dat zijn woord kan doen gelden. Niet alleen om zijn physiek herstel, maar ook om zijn idealen. Het was een harde noot, die hij den overzijden van Alpen en Rijn te kra ken gaf: „Slavernij voor vrijheid, onderwerping voor instemming, wanhoop voor levenstrots. vernieling van rr.enschelijke Waarden voor voor uitgang." Anders dan de pathetische gevoelsspeculaties, door den Amerikaanschen president onlangs uitgesproken, geven deze woorden zonder omhaal en verkeerd beroep op religieuze gevoelens weer de reden, waarom het Westen en het Westen niet alléén dat wat men het «tota litaire systeem" pleegt te noemen, afwijst. Op de vlammende woorden van Mussolini heeft Daladier kalm geantwoord. De formule „Tunis, Dzjiboeti, Suez-kanaal" is vaag, even vaag als die eischen, welke, zooals de Fransche premier zeide, „de straat" gesteld heeft. Daar op gaat Frankrijk niet in: het is bereid te on derhandelen, doch het wil de eer aan zich houden." Het „jamais", dat de duce hoonde, blijft gehandhaafd; Frankrijk wil niemand schaden, doch het zal zijn rechten, als het dar moet, met alle krachten verdedigen, bewust van de vriendschap, die het over zijn grenzen on dervindt. Zoo sprak Daladier, en zijn woorden waren krachtig zonder aan elegantie te verlie zen. Hij kon zoo spreken, nu Frankrijk den weg opgaat naar een innerlijk herstel; dt vraag is alleen, hoe de andere zijde hierop zal reageeren. Zal de duce zich niet minder realis tisch toonen, door de uitgestoken hand te aan vaarden en te gaan onderhandelen over wal hij voor „natuurlijke aspiraties" houdt? Hei lijkt ons vrij zeker, dat de Quai d'Orsay het hem gemakkelijk zal maken door informeels gezanten naar het Palazzo Chigi te zenden voorloopig zullen dezen de werkkamer vat. den duce leeg vinden, daar hij op reis toog naar Calabrië. Om tijd en raad te winnen? De kansen op een verzoening tusschen Rome en Parijs staan, na de rede van Daladier, wa genwijd open; en dat is goed zoo, in het be lang van den vrede. In het gunstige geval wanneer beide zijden niet vasthouden aan de prestige-kwestie, gaan zij een tijd van diplo matieke besprekingen tegemoet. En daarvan zal veel, zal alles afnangen. Want het is niet moeilijk, zeker niet voot een Franschman, om met elegantie en be schaafdheid een krachtige rede te houden. Doci- waar het op aankomt, is de vraag, of Frank rijk op het critieke oogenblik den moed vindt om één klein woordje uit te spreken, wanneet het om zijn belangen gaat. Dat woordje, dat zoo moeilijk uit te spreken valt, en dat wij reeds zoo langen tijd niet meer uit een Fran- schen mond gehoord hebben, luidt: „Neen." vooral heel gemakkelijk het karakter aannemen van een accountants-onderzoek ten behoeve van den gecontroleerden dienst zelf. Betreffende de controle der Rekenkamer op crisisdiensten merkt de commissie op, dat zij zich zeer wel kan indenken, dat nu en dan bij de dbor de Rekenkamer geoefende controle om standigheden aan het licht komen, die, formeel buiten haar beoordeeling vallende, haar toch aanleiding geven, zich met een opmerking tot de regeering te wenden. Zulke opmerkingen be- hooren dan achter een zuiver inlichtend ka rakter te dragen. Zij moeten blijven binnen de grenzen van het aanwijzen van mogelijkheden en moeilijkheden, welke het college aanwezig acht en waaraan de regeering wellicht niet heeft gedacht. Blijkens het voorloopig verslag op de Zee- en luchtvaartverzekerlngswet 1939 wezen verschei dene leden er op, dat uit den aard der zaak de uitwerking van deze wet slechts naar behooren kan worden beoordeeld, indien de uitvoerings maatregelen bekend zijn, krachtens welke bij de toepassing van de artikelen 4 en 5 zal worden gehandeld. Indien bij het vaststellen van die uitvoeringsmaatregelen in groote trekken de regeling zou worden gevolgd, welke in de periode 19141918 heeft gegolden, waarbij het bedrijfs leven en zijn organen in ruime mate waren in geschakeld, zou, naar deze leden meenden te weten, een oplossing worden verkregen, welke de instemming van belanghebbende kringen zou hebben. Blijkens het voorloopig verslag op de Zee schepenvorderingswet 1939 had het verschei dene leden getroffen, dat in dit ontwerp ont breekt een bepaling, als voorkwam in het derde lid van artikel 1 der Schepenvorderingswet "38, luidende: „Door zoodanige vordering vervallen zonder eenige verplichting tot schade-vergoe ding, hetzij voor partijen hetzij voor den Staat, de bevrachtingsovereenkomsten en andere tot het schip betrekkelijke overeenkomsten, welke gedurende den tijd, waarvoor de beschikbaar stelling wordt gevorderd, zouden moeten wor den uitgevoerd, voor zoover ten gevolge der vor dering die uitvoering niet mogelijk is." Bij de behandeling in de Tweede Kamer van het overeenkomstige ontwerp van September 1938 verzochten verscheidene leden de regee ring in overleg met de vakorganisaties een rege ling te willen ontwerpen van de voorwaarden, waarop in tijden van oorlog en oorlogsgevaai bemanningen in zee zullen gaan. De minister van Economische Zaken zegde toe. deze aan gelegenheid in overweging te zullen nemen. Gaarne zou men thans worden ingelicht over het resultaat, waartoe die overweging heeft ge leid. De aandacht werd er op gevestigd, dat, terwijl in de wet van 1917 omtrent de vergoeding voor de beschikbaarstelling een uitvoerige regeling was opgenomen, thans wordt bepaald, dat de vaststelling dier vergoeding zal geschieden over eenkomstig regelen, bij Algemeenen Maatregel van Bestuur te stellen. De hier bedoelde leden zouden het zeer op prijs stellen, indien in dit opzicht alsnog tot het stelsel van 1917 zou worden teruggekeerd. Naar men meende te moeten veronderstellen, zal de vergoeding worden vastgesteld naar den toestand van het oogenblik, waarop de be schikbaarstelling van het schip plaats heeft. Het is echter mogelijk, dat op het oogenblik, dat het schip weder ter beschikking van den reeder komt, blijkt, dat de vergoeding in ver end met omstandigheden, welke zich na de be schikbaarstelling hebben voorgedaan, op een aanzienlijk te hoog of te laag bedrag is be paald. Is het vroeg men in verband daarmede niet gewenscht, de mogelijkheid te openen, dat het vastgestelde bedrag bij het einde van het gebruik aan een herziening wordt onderwor pen? De Wet behoud scheepsruimte 1939 gaf geen aanleiding tot bijzondere opmerkingen. De minister van Economische Zaken heeft aan de Tweede Kamer doen toekomen het eer ste halfjaarlijksche verslag betreffende de hoe- passing van de Bedrijfsvergunhingenwet 1938. Uit dit verslag blijkt, dat in de verslag-pe- riode in totaal 17 verzoeken om toepassing der wet werden ontvangen. Twee dezer verzoeken hebben geleid tot het treffen eener verloopige voorziening, namelijk die van de aluminium- industrie en van de dameskousenindustrie. De verzoeken van de loodwitindustrie, van de touw- industrie, het asphaltraffinagebedrijf en de pettenindustrie werden afgewezen. De verzoe ken van de vervaardiging van chloorgas, var. kaliloog, de gresbuizenindustrie, de cocosin- dustrie, de groentenconserven-industrie en de isolatiebuis-inddfetrie zijn nog in behandeling bij het departement van Economische Zaken. Omtrent de overige verzoeken meent de minis ter zich geheel van mededeelingen te moeten onthouden, daar, gezien het stadium, waarin zich de voorbereidende behandeling bevindt, publicatie der verzoeken een regelmatige be handeling in ernstige mate zou kunnen storen Bij de Tweede Kamer zijn ingediend wets ontwerpen tot naturalisatie van Henricus Jo- sephus Blitz en 19 anderen: Van Hassir Moha- med Aref en 19 anderen: van Jozef Jacobus Aerts en 21 anderen, alsmede van Petrus Philipp. Aan de memorie van toelichting op het laat ste wetsontwerp ontleenen wij, dat verzoeker het Nederlanderschap heeft verloren ingevolge art 7, 4e lid, der wet van 12 December 1892 op het Nedeilanderschap en het ingezetenschap. Het ligt in het voornemen van de regeerine aan verzoeker verlof te verleenen in Siamee schen staatsdienst te blijven. Bij het daartoe strekkend Koninklijk Beslui zoude alsdan het in werking treden der wet kunnen worden bepaald op den zelfden dag. waarop dit koninklijk verlof verleend wordt. Vandaag is te Rotterdam de algemeene jaarvergadering gehouden van de vereeni- ging „Het Centraal Bureau van de Tuin bouwveilingen in Nederland" De voorzitter, de heer F. V. Valstar, opende de bijeenkomst met een rede, waarin hij een uitvoerig overzicht gaf van den zorgvollen toe stand, waarin de tuinbouw nog steeds verkeert. De geringe stijging van de veilingomzetten in de laatste drie jaren en de ruimere steunver- leening hebben wel gunstig gewerkt, maar wa ren niet toereikend om de moeilijkheden van den tuinbouw op te heffen. Financieele weer stand heeft de tuinbouw niet meer. Daarbij komt nog de slag, welke den tuinbouw eind December door den vorst trof. Het stemt tot dankbaarheid, dat uit de jongste steunuitkeering is gebleken, hoe de regeering voor de ontstane situatie een open oog heeft, maar desondanks blijft de toe stand zorgvol. Hoewel het verklaarbaar is. dat de roep om steun duizendvoudig herhaald opklinkt, kan de overheid in verband met allerlei maatregelen van het buitenland de moeilijkheden niet geheel opheffen en afwenden, doch slechts verzachten. De gevolgen van de verhooging van het tarief van invoerrechten, waartoe de regeering ten slotte wel moest overgaan, zijn voor den tuin- bouwexport nog niet te overzien, maar zullen zonder twijfel leiden tot inschrompeling hier van. In den achteruitgang van den uitvoer naar Duitschland kan niet worden berust, noch in het onbevredigend verloop van den export naar andere landen. Het bericht, dat andermaal het betalingscontingent voor grqgnten en fruit voor het eerstvolgende kwartaal belangrijk moest worden verminderd, kan de tuinbouw niet aan- aanvaarden. Een betere afzet is voor de toekomst van den tuinbouw in zijn huidigen omvang de eenige bestaansmogelijkheid. Financieele steun, dien de overheid verleent, hoe goed ook bedoeld en hoe ruim deze ook zij, kan de oplossing voor den tuinbouw niet brengen. De groote vraag, waar het om gaat, is, of het tuinbouwbedrijf zonder steun weer loonend kan worden gemaakt. Als gunstige verschijnselen memoreerde spre ker de toenemende belangstelling voor weten schappelijke voorlichting. De sterke ontwikkeling op cultuur-technisch gebied van den tuinbouw, die in schier alle landen valt waar te nemen, zoowel op het gebied van de groente, ais van het fruit, welke ontwikkeling op zichzelf reeds een bedreiging vormt voor den afzet van ons product in de toekomst, moet voor ons een prik kel zijn om ook op dit terrein ons te blijven ont wikkelen. Nu de tuinder niet meer de zekerheid heeft op zijn veiling zijn product tegen wereldmarkt prijs te kunnen verkoopen en nu de waarde der producten niet meer in vrije concurrentie wordt bepaald, moeten nieuwe wegen worden gezocht. Spr. wees op het belang van de nauwe samenwerking met den handel en voelde niets voor zelfexport. Ook in het coöperatief verwer ken der producten zal de tuinbouw geen heil moeten zoeken, zoo lang de noodzaak daartoe niet dwingt, hoewel ten aanzien van de verwer kende industrie scherp zal moeten worden toe gezien, dat de belangen van den tuinbouw niet door een prijspolitiek en quoteering worden ge schaad. Wij zullen blijven veilen zoolang het maar eenigszins mogelijk is, omdat dit de juiste ver- koopswijze voor de tuinbouwproducten is geble ken. Indien op de normale wijze export niet mogelijk is. zal getracht moeten worden dien met vereende krachten toch tot stand te brengen. Spr. stond vervolgens stil bij den afzet in eigen land. Er liggen op de binnenlandsche markt nog mogelijkheden, die wij moeten trachten te ont dekken en benutten. Spr. drong in het bijzonder aan op verbete ring van de kwaliteit van het fruit, in welk geval de afzet niet de minste moeilijkheden zal opleveren. Het te stichten strijdfonds voor den afzet zal de middelen verstrekken om deze actie te doen slagen. Voor alles zullen echter noodig zijn het vertrou wen en de medewerking van alle veilingen en de geheele organisatie. Het komende gouden feest van den bond Westland doet onze gedachten teruggaan naar den hulpeloozen toestand van een halve eeuw geleden, toen onder feilen tegen stand een kleine groep pioniers de veilingen heeft gesticht, waardoor de tuinbouw weer tot bloei is gekomen. Ook thans zullen wij niet aan vaarden wat aan het eind de ondergang van den tuinbouw moet beteekenen. Daarom wekte spr. tot eendrachtig verweer op. Deze vergadering woonden bij ir. Roebroek, directeur-generaal Van den Landbouw, de heer Van Haaren, als vertegenwoordiger van de centrale landbouworganisaties, de heer J. Smit, vertegenwoordiger van den Ned. Tuinbouwraad, benevens een vertegenwoordiger van de export- vereenigingen. Bij de directie van het Bat'a-concern bestaan, :iaar de Volkskrant verneemt, in verband met de verwikkelingen in Midden-Europa plannen om het te Eindhoven gevestigde hoofdkantoor sar Londen te verleggen. Vast staat, aldus het blad. dat onder het per soneel van het kantoor te Eindhoven verschil lende mutaties zijn geschied naar de kantoren te Best, terwijl anderen aanwijzing hebben ge kregen voor de bestemming Londen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 9