De „Hofstadbloem" een feest vol geur en kleur STEM AF om^FuufPop K.ft.O. Centraal Bureau Veilingen Middenstand en grootbedrijf e DOODE van Brazilië EEN SPROOKJESHOF IN DE RESIDENTIE JAARVERGADERING TE ROTTERDAM VRIJDAG 31 MAART 1939 Minister Steenberghe heeft deze expositie, welke eenig in Europa is, geopend Bloemen en planten in rijke variatie Een schat van kleuren Inzending van het Westland Van voorbij gaan der», aard? Problemen bij de werkverschaffing m EEN INTERESSANT LUISTERSPEL Op een beter peil Ministerieele beschikking inzake nachtveiligheidsdiensten De Tromp" naar Indië Na een kort oponthoud in Augustus in Amerika HET GESCHIL OP WERVEN TE ROTTERDAM Scheidslieden ter beslechting aangewezen Werk van Piet Slager aangekocht Machtiging voor het hoofdbestuur voor bijzondere maatregelen ter bevordering van den afzet Verjaardaggeschenk voor den heer Valst ar VERZEKERINGSAGENT VOOR HET GERECHTSHOF „Huidige verhouding past in economische en technische ontwikkeling van dezen tijd" Rapport van R. K. W er kgevers UIT. DE STAATSCOURANT Ond er scheid ing Eervol ontslag hoogleeraar Tijdelijk leer aar Hypotheken en kadaster Belastingen Defensie door A. HRUSCHKA Doch het waren verscheidene ruiters, en toen Donderdagmiddag heeft in tegenwoordig heid van vele autoriteiten, onder wie de burgemeester van 's-Gravenhage, mr. S. J. R. de Monchy, de minister van Economische Zaken, mr. M. P. L. Steenberghe, de ten toonstelling de Hofstadbloem te Den Haag geopend. Na een woord van welkom, uitge sproken door den voorzitter der Stichting, ir. J. M. Riemens, werd het woord gevoerd door den minister. Het stemt tot voldoening en geeft goeden moed voor de toekomst, aldus de minister, wan neer het georganiseerde bedrijfsleven blijk geeft zijn taak te verstaan en niets onbeproefd laat, wat er toe'kan bijdragen het gebruik van bloemen in nog sterkere mate ingang te doen vinden. En niet het allerminste verheugen wij ons erin, dat het mogelijk is geweest om ter gelegenheid van deze tentoonstelling het jaarlijksche con gres van „Fleurop", de internationale organi satie op het gebied van bloemenverkoop, in ons land te houden. Ongetwijfeld is dit een bij uit stek gunstige gelegenheid om de aandacht van het buitenland erop te vestigen, hoe de Neder - landsche bloementelers, ondanks de vele tegen slagen, welke in het bijzonder met betrekking tot den export worden ondervonden, voortgaan de beoefening van hun vak nog steeds te ver beteren, zoodat zij in staat blijven het aller beste in een rijke variatie aan te bieden. Hier werken telers en handelaren eendrachtig samen en zij leveren daarmede het bewijs, dat het mogelijk is om gemeenschappelijke belan gen ook gezamenlijk te behartigen. Wij vragen ons wel eens af, of het van eco nomisch standpunt bezien wel verantwoord is om tentoonstellingen als ceze te houden, omdat zij zeer groote uitgaven met zich brengen. Het antwoord kan zeer zeker bevestigend .uiden, maar dan ook op voorwaarde, dat allen, die op dit gebied werkzaam zijn, samenwerken om ze te doen slagen. Het is mij bekend, aldus minister Steen berghe, hoe zwaar de tijdsomstandigheden zijn voor het bedrijfsleven van deze takken van tuinbouw, maar wanneer het waar is, dat de Nederlander een goed tuinbouwer is, die liefde en toewijding voor zijn dagelijkschen arbeid be zit, dan zal men deze moeilijkheden te boven komen. Met een woord van waardeering en hulde voor het vele schoone, dat hier bijeen is gebracht, in het bijzonder voor hen, die dit alles hebben ge organiseerd, verklaarde de minister de tentoon stelling voor geopend Deze tentoonstelling is een der meest zeld zame, welke ooit in Europa zijn gehouden. Nog nooit, zoo mag men zeggen, heeft ons land zulk'n schat van kleuren bijeen gezien, nog nooit heb ben Hollandsche kweekers met zooveel ener gie en voorbereiding een expositie in het leven geroepen. Twee groote, enorme zalen van Houtrust met een totale oppervlakte van meer dan 4000 M2 doen u niet eenvoudig denken aan een park, neen, zij gelijken op een sprookjesstad in kleu ren als Walt Disney in zijn wonderlijke kleu renfilms u voor oogen weet te tooveren. By het binnentreden komen de geuren der bloemen den bezoeker tegemoet en bij de rond wandeling waaien frissche luchtstroomen, door klaterende fonteinen veroorzaakt, langs zijn hoofd. Er is ten behoeve van de goede circulatie der bezoekers een bepaalde route langs de paden aangegeven. Men moet zich dwingen deze route te volgen, wil men ook de details van de enor me en overweldigende eerste indrukken dieper in zich opnemen. Vlak aan den ingang hebben kwistige han den groote bouquetten Amaryllis opgesteld. Deze kostbare bloemen ziet men in groote verschei denheid, maar alle worden overheerscht door een prachtig steenrood. Bijna onbeschrijfelijk is de daarop volgende inzending van de 's-Gravenhaagsche bloemis ten en de groote collectie azalea's en horten sia's. Zijn wij hier nog op aarde of wandelen wij in een paradijs, waar de bloemen in de liefelijk ste kleuren onze wegen begrenzen? In een reusachtige vaas trok ons de Aals- mèersche kweeker Maarse en Zonen de nieuw ste aanwinsten in seringen in vazen, bijeenge bracht als formidabele bloemenruikers. Boskoopsche kweekers (Polyanthe en Eller- broek) komen met andere, eigen gewassen. We zien hier de z.g. winterharde camelia, die de hevige Decemberkoude in een onverwarmde kas doorstond. De Ylex Siboldi, een der variëteiten behoort tot de zeldzaamste verschijningen 01 de geheele tentoonstelling. Op het plateau tegenover den vijver noodigei stoelen en banken een oogenblik te rusten en opnieuw, "doch nu van een andere zijde, het geheel te overzien. Dan valt ons op de rijke collectie beelden, o.a. de levensgroote nymph in witte zandsteen van Bus, met op den achtergrond den water val van enkele meters hoog. Straks zullen wij aan het eind van onze wandeling daar onder door kunnen wandelen in de luwte van het stroomende water. Nu gaan we verder en komen tot de uitge breide inzending van het Westland. De groep bestaat uit drie deelen: in de eerste plaats een kerncollectie hortensia's in bonte kleurschakeering en geplaatst in speciale hor tensia-manden. Tusschen deze indrukwekkende bloemenpracht in staat een kleine sculptuut geplaatst van mej. Gobius. Voorts zien wij een verzameling van alle soorten snijbloemen, welke op de Westlandsche veilingen verschijnen. Ook voor de uitstalling van deze bloemengroepen werden spsciale manden op piëdestals vervaar digd naar het model van die, welke gebruikt werden voor de paleisversiering bij het bezoek van Koning Leopold van België. Daar zijn dan de tulpen, 7000 stuks, in bonte schakeering te gen een achtergrond van donkere dennen en fleurige prunis; de irissen, 3000 stuks; 1500 rozen, in kolossale bouquetten samengevoegd; anjers in meer dan twintig soorten en kleur- variëteiten. Tusschen de rozen en anjers zijn de freesia's geschikt, zoetgeurende bloemen in kleine mandjes. Op de anjercollecties volgen de gemengde bloemen, lelies en forsche seringen. Opnieuw staan hier Amaryllis opgehoopt in bonte verscheidenheid. De inzending behoort tot de allerbeste van de tentoonstelling. Elders treffen ons weer nieuwe tulpen, par kiettulpen in geel, wit en paars. Dan zijn er curiosa op het gebied van andere bolgewassen; het duizelt een weinig, zooveel zorg, kunst, smaak is hier in enkele meters bijeen gebracht. Overal rijzen tusschen het groen en de kleuren uit het water en de graszoden beelden op van nukkige dieren, van onbezorgde, fantastische menschenfiguren. Hier vindt het grillige hart in spontane over gave een rust en bevrediging, die aan het hoog ste genot om de gaven, die God ons gaf in de natuur, ontspringt. Een ongeëvenaard schouwspel, dat een tocht naar de Hofstadbloem ten volle waard is, voor vakmenschen en liefhebbers, voor ieder, die de natuur in haar fantastisch-schoone uitingen wil zien en waardeeren. Van het al of niet tijdelijk karakter van de Werkverschaffing en de daaraan verbonden in spectie zal het uiteindelijk afhangen of de ont slagen zeven inspecteurs voor wachtgeld in aanmerking zullen komen. Hier lag het zwaartepunt van de betoogen, welke Donderdagmiddag voor den Centralen Raad van Beroep te Utrecht door mr. H. Wildt Meijboom en mr. A. de Koning uit Den Haag zijn gehouden. Mr. H. Wildt Meijboom trad op voor den heer P. Kikkert te Beemster, die als een der zeven ontslagenen een beroep had ingesteld bij den Centralen Raad tegen de beslissing van den minister van Binnenlandsche Zaken, tot wiens ressort ook de uitvoering van de wacht geldregeling behoort. De verdediger gaf een overzicht van de ma nieren, waarop de werkloosheid in ons land wordt bestreden, in het bijzonder sinds 1922 door middel van Werkverschaffing. Aan de hand van dat overzicht concludeerde spreker, dat het nog niet te voorzien is, wanneer het instituut der Werkverschaffing wordt opgehe ven of vervangen door een andere regeling. Minister Colijn heeft destijds zelf verklaard, dat de Werkverschaffing niet van tijdelyken aard is. Deze uitspraak is in tegenspraak met de bewering van den minister van Binnenland sche Zaken, dat als crisismaatregel de Werk verschaffing wèl een tijdelijk middel ls. Spreker merkte ook op dat in den ontslag brief van den minister van Sociale Zaken werd gesuggereerd, dat de inspecteur voor wachtgeld in aanmerking komt, althans werd hem min of meer aangeraden hierom bij het Departe ment van Binnenlandsche Zaken te verzoeken. De voorzitter vroeg naar den aard van de werkzaamheden van de inspecteurs. „Was het niet mogelijk, dat hun ambt tijdelijk was on danks de eventueele continuïteit van de Werk verschaffing?" Mr. H. Wildt Meijboom antwoorde hierop, dat de taak van een inspecteur momenteel zóó omvangrijk is geworden, dat hij 's avonds om zes uur nog niet klaar is! Pleiter kon zich moeilijk een Werkverschaffing voorstellen zon der deze leidende functionarissen. Eigenlijk bestaat hier dus een „conflict" tus schen twee ministers. Mr. A. de Koning, die optrad namens den l minister van Binnenlandsche Zaken, bestreed de opmerking van de tegenpartij, dat het einde van de werkloosheid nog niet tt voorzien is en dientengevolge ook het einde der Werkver- chaffing niet. Pleiter stelde Duitschland als voorbeeld. Ook merkte spr. op, dat het plan-Westhoff in de toekomst de Werkverschaffing zal ver dringen. Mr. H. Wildt Meijboom repliceerde, dat de vergelijking met Duitschland tamelijk mank gaat. De voorzitter bepaalde de uitspraak op 20 April. Ma\ J. Overmars refereerde hierna zijn stand punt aan het betoog van zijn confrater, toen hij optrad voor den burgemeester van Oss, den heer J. Ploegmakers, voor een zelfde aangele genheid. Spr. voerde als argument voor de con tinuïteit van de inspectie, en zeker voor de continuïteit op het moment, waarop de inspec teurs ontslagen werden, nog aan, dat de half slachtige inspecteurs terstond door beroeps inspecteurs zijn vervangen. Uitspraak over drie weken. In de Staatscourant van Donderdag is gepu bliceerd een beschikking van den minister van Justitie betreffende de particuliere nachtveilig heidsdiensten. Deze beschikking is een uitvloeisel van de wet op de weerkorpsen en van het Koninklijk be sluit van 2 Juli 1938, houdende bepalingen tot uitvoering van de wet op de weercorpsen. In de thans gepubliceerde beschikking wordt bepaald, aan welke eischen een particuliere nachtveiligheidsdienst moet voldoen. In een twintigtal artikelen wordt o.m. vastgelegd, dat dc- financieele basis der nachtveiligheidsdiensten voldoende moet zijn, terwijl daarenboven de sociale positie van het personeel wordt geregeld. Door deze beschikking worden de particuliere nachtveiligheidsdiensten dus op een beter peil gebracht. Wanneer zij aan de vereischten vol doen, waarborgt overheidstoezicht hun deugde lijkheid. Naar wij vernemen, zal Hr. Ms. flottielje leider „Tromp" in den loop van dit jaar via New-York naar Ned.-Indië vertrekken Het is de bedoeling, dat de Nederlandsche bodem op 31 Augustus, den „Netherlands Day" van de .World Pair", te New-York, aldaar aan wezig zal zijn. Het oponthoud in Amerika zal overigens vermoedelijk slechts van korten duur zijn. Wij vernemen voorts, dat kapitein-luitenant ter zee Termijtelen het bevel over Hr. Ms. „Tromp" zal overnemen, terwijl de tegenwoor dige commandant, kapitein ter zee Doorman, tewerkgesteld zal worden bii het departement van Defensie. De ministerraad heeft, gevolg gevend aan den wensch der partijen, dat hij de scheids lieden ter beslechting van bovenvermeld geschil zou aanwijzien, daartoe benoemd de heeren H. P. J. Bloemers, mr. T. J. Verschuur, mr. S. de Vries Czn., resp. rijksbemiddelaar in het le, 4e en 2e district. De rijksbemiddelaar van het 3e district, prof. mr. A. C. Josephus Jitta, was op grond van artikel 29 van de Arbeidsgeschillen- wet 1923 niet bevoegd als scheidsman op te treden, omdat ten overstaan van hem de acte van compromis, waarin de scheidsrechterlijke uitspraak werd aanvaard, opgemaakt is. Voor Teyler's Museum te Haarlem werd aan gekocht een schilderij van wijlen den Bosschen kunstschilder Piet Slager, voorstellende „Een schilder voor zijn schildersezel". Voor den schil derij heeft de bekende landschapschilder Frans Slager, zijn broer, in diens jeugd tijdens zijn verblijf te Renkum geposeerd. In de vergadering van het Centraal Bu reau van de Tuinbouwveilingen werden na de openingsrede van den voorzitter eenige huishoudelijke aangelegenheden behandeld, o.m. de vaststelling der notulen, de behande ling van het jaarverslag, de benoeming van eenige commissies De notulen der algemeene vergadering 1938 werden ongewijzigd goedgekeurd, evenals de rekening en verantwoording over 1938. Evenzoo geschiedde met de begrooting 1939. De heer ir. Roebroek sprak daarna de ver gadering toe. Hij noepide de taak van het Centraal Bureau niet gemakkelijk; de tuinders zijn flinke en vooruitstrevende menschen, doch het is moeilijk in den chaos van dezen tijd den weg te vinden Het verheugt spr. dat de voor zitter in zijn openingsrede zijn geloof in de toekomst van den tuinbouw heeft uitgesproken, omdat de voorzitter niet alleen leider der vei lingen is, maar ook door de regeering tot een belangrijken post is geroepen. Spr. heeft den in druk, dat ook in het binnenland nog veel kan worden gedaan tot vergrooting van den afzet Er geschiedt reeds zeer veel, doch we zijn er nog lang niet. Het is noodzakelijk alle krach ten aan te wenden om den tuinbouw zoo hoog mogelijk op te voeren en de kwaliteiten der pro ducten voortdurend te verbeteren of op peil te houden. Ook het onderwijs is van groot belang, want de tuinbouw kan alleen blijven bestaan, als hij geschraagd wordt door goede vaklieden. Het is daarbij noodig, dat ailen samenwerken en dat de eenheid bewaard blijft. De heer Barendse, onder-voorzitter, sprak eenige waardeerende woorden tot den heer Val- star, die 6 April a.s. zijn zestigsten verjaardag zal vieren. Spr. stelde er prijs op deze woorden te uiten, mede als tegenwicht tegen de vele kritiek, welke op den voorzitter wordt uitge oefend. Als blijk van waardeering bood spr. den haar Valstar een nieuwen auto aan. De voorzitter dankte den heer Barendse voor de hartelijke woorden, gesproken namens da vergadering en voor de waardeering en de sym pathie, die blijken uit de aanbieding van het geschenk. Na de hierop gevolgde pauze kwam de behandeling van de voorstellen aan de orde. Allereerst een voorstel van het bestuur, waarbij dit om volmachten vraagt om maat regelen te kunnen nemen, welke het noodig acht ter bevordering van de belangen van den tuinbouw en den afzet der productie en tot het nemen van besluiten, welke voor de veilingen bindend zullen zijn. Tot dit doel zal een fonds-worden gesticht, waar voor een bijdrage van de aangesloten vei lingen zal worden gevraagd van één pro cent van den omzet over 1938, hetgeen zou neerkomen op f 600.000. Tegen dit voorstel is vooral verzet gerezen van de zijde der fruittelers, die in een dezer dagen te Den Bosch gehouden vergadering heb ben aangedrongen op de stichting van een fruitraad. Terwijl de niet-aangesloten veilingen vrij zouden willen blijven van een centrale organisatie, meenden de vertegenwoordigers van de aangesloten veilingen, dat men zich in geen geval mocht losmaken van het Centraal Bu reau. Eenige afgevaardigden waren van oordeel, dat de heffing ineens te zwaar zou drukken op de veilingen. Voorts werden verschillende detail-kwesties behandeld van meer teenni- schen aard. Eenige afgevaardigden waren van oordeel, de machtiging voor niet langer dan één jaar te moeten verleenen en haar, indien noodig, het volgend jaar weer te verlengen. Ook meen de men, dat het Centraal Bureau zich moer verstaan met de centrale landbouworganisaties. Na de verschillende afgevaardigden voerde de heer Valstar het woord, waarbij hij het voor stel nader toelichtte en verdedigde. Ten aan zien van de fruittelers zeide spr., dat het groepsbestuur in deze kwestie den organisatori- schen weg heeft bewandeld en spr. waarschuwt voor de gevaren, die kunnen voortkomen uit een vergadering, belegd dooi' de leden zelf. Het is niet de bedoeling, dat het bestuur experimen ten gaat uithalen, maar de machtiging zal al leen worden gebruikt om in bepaalde gevallen in te grijpen. Deze machtiging kan van jaar tot jaar worden verleend en de algemeene verga dering kan haar weer intrekken. Spr. meent, dat vooral de fruitteelt van deze volmacht voor- deelen kan ondervinden. Het is naar sprekers meening verkeerd, de organisatie van groenten en fruit te gaan scheiden. Spr. verklaarde uit drukkelijk, dat het Centraal Bureau geen snoode plannen heeft tegenover de handelaren en exporteurs, doch hij kan thans nog niet zeg gen, hoe het bestuur in elk bepaald geval zal handelen. Als~üe heffing van één procent voor sommige veilingen te zwaar zal zijn, kunnen deze met het groepsbestuur een regeling tref fen. T. a. v. de standsorganisatie zeide de voor zitter, dat het Centraal Bureau bereid is over leg te plegen met de standsorganisaties. In ant woord op een vraag deelde spr. mede, dat he' de bedoeling is, dat de machtiging zich ook za». uitstrekken over den aanvoer der producten Spr. verklaarde uitdrukkelijk er ten strengste tegen te zullen waken, dat diegenen zullen me- deprofiteeren, die zich niet aan de regeling zullen willen onderwerpen. Spr. noemde het voorts een gunstig verschijnsel, dat de Amster- damsche markttuinders eveneens hun deel wil len betalen. Na een zeer breedvoerige discussie, die ongeveer twee uur duurde, werd het voorstel aangenomen met 246 stemmen voor en 10 voorwaardelijk voor; tegen waren 22 stem men en 18 stemmen werden blanco uitge bracht. Een voorstel-Utrecht, inhoudende dat het Centraal Bureau erop aan zal dringen, dat bij de vaststelling der minimum- en vergoedings- prijzen en bij de steunuitkeering rekening zal worden gehouden met de teelten om de groote steden, wordt aangenomen. De voorsrtellen van Grootebroek, Hoogkarspe! en Warmenhuizen tot afschaffing van de teelt heffingen op vroege aardappelen worden in overeenstemming met 't prae-advies van het be stuur verworpen, nadat de voorzitter de toezeg ging had gedaan, dat het geheele probleem der heffingen in een speciale vergadering met de drie organisaties zal worden bestudeerd. De veiling te Veur had een voorstel nopens de exporteurswinstregeling 1938 in dien zin, dat deze ook ten goede zal komen aan de kleinere veilingen. Het bestuur, dat wel aan deze kwestie de noodige aandacht wil besteden, acht echter geen reden aanwezig om op verandering van beteekenis aan te dringen. De vergadering kon zich met de toezegging van het hoofdbestuur accoord verklaren. De L. G. C. te Broek op Langendijk stelde voor aan de regeering te verzoeken voor 1939 den steun voor 100 pCt. uit te betalen tot aan den kostprijs der producten en den berekenden kostprijs bekend te maken. Een gelijkluidend voorstel was ingediend door Noord-Scharwoude. Hoewel het bestuur het met de strekking van de voorstellen eens was, meende het toch een zekere voorzichtigheid te moeten aanbevelen en het voorstel toch te moeten ontraden. De ver gadering onderwierp zich aan de meening van het bestuur, nadat de voorzitter had meege deeld, dat 13 April aa. een bespreking zal plaats hebben met de standsorganisaties. Een voorstel van Noord-Scharwoude, strek kende tot verhooging der minimumprijzen tot ongeveer den kostprijs, werd in zijn algemeen heid door het bestuur ontraden, daar het be stuur hiervan vermindering van afzet verwacht. Ook bij dit voorstel volgde de vergadering het advies van het bestuur. De Venlosche Veilingvereeniging wenschte dat het bestuur bij de regeering stappen zal doen tot het verkrijgen van een Invoer Controle Bu reau voor groenten en fruit en een verbod tot het verkoopen van buitenlandsche groenten en fruit in Nederlandsch fust. Het bestuur veree- nigde zich in principe met het voorstel van Venlo en zegde toe de mogelijkheden van practische uitvoering te zullen onderzoeken. Tenslotte kwam aan de orde een voorstel van Den Helder, waarin werd beoogd, het mis bruik van volkstuinen tegen te gaan door het opleggen van een bepaalde heffing per are op volkstuinen. Ook met dit voorstel was het be stuur het in principe eens, doch het twijfelde aan de practische uitvoerbaarheid. Het zegde gaarne toe te zullen doen wat het kan, doch zag zich niet gaarne gebonden aan het middel door Den Helder aanbevolen. De vergadering besloot het bestuur de gevraagde vrijheid te laten. Na de behandeling der voorstellen werd de rondvraag gehouden, waarna de voorzitter de vergadering sloot. Het gerechtshof te Leeuwarden heeft de zaak tegen den 31-jarigen verzekeringsagent J. C., te Leeuwarden, dien de rechtbank aldaar had veroordeeld tot 3'A jaar gevangenisstraf wegens diefstallen met braak te Leeuwarden en in de provincie behandeld. Bij een dezer inbraken werd 'n geldkist met voor 30.000.— aan effecten en gouden en zilveren voorwerpen gestolen. De procureur-generaal vorderde bevestiging van 't vonnis. Eenigen tijd geleden heeft de Algemeene Ka tholieke Werkgevers Vereeniging een commis sie ingesteld ter bestudeering van het vraag stuk der verhouding van het grootwinkelbe drijf en het kleinwinkelbedrijf. Het rapport van deze commissie is thans gepubliceerd. Hierin komt de commissie tot de conclu sie, dat het grootwinkelbedrijf volkomen past in de economische en technische ont wikkeling van onzen tijd. Het kleinwinkelbedrijf heeft zijn bijzonders moeilijkheden, doch de oorzaken hiervan lig gen niet in de ontwikkeling van het grootwin kelbedrijf doch elders. De feitelijke verhouding grootwinkelbedrijf-kleinwinkelbedrijf is niet verontrustend voor het kleinwinkelbedrijf. Sa neering van den commercieelen middenstand is r.oodig niet in het minst om de sociale betee kenis van dezen middenstand. Deze saneering wordt echter niet bereikt door wettelijke remmende maatregelen tegen het grootwinkelbedrijf, maar wel door: a. andere door de overheid te nemen maat regelen ter verheffing en saneering van het betreffende vak; b. maatregelen door den commercieelen mid denstand zelf te nemen; c. branche-gewijze overleg tusschen de be- örijfsgenooten, waartoe alle bedrijfsgenooten uit groot- en kleinwinkelbedrijf in het gemeen schappelijk belang moeten medewerken en tot welk overleg het grootwinkelbedrijf zich gaarne bereid moet toonen, doch eveneens de commer- cieele middenstand zelf. Verleend is de eeremedaille, verbonden aan de orde van Oranje-Nassau, in brons, aan G. Basjes, gewezen koster van de Ned. Herv. Kerk te Oostwoud, thans wonende te Medemblik Met ingang van 18 September 1939 is, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend aan dr. Ph. A. Kohnstamm, als hoogleeraar aan de rijksuni versiteit te Utrecht, met dankbetuiging voor de belangrijke in deze betrekking bewezen dien sten, Wederom is tijdelijk benoemd tot leeraar aan de R H. B. S. te Harlingen: J. D. van Dijck. Met ingang van 1 Mei 1939 is, op hun verzoek, eervol ontslag verleend uit 's Rijks dienst: aan J. G. Veenenbos, bewaarder van de hypo theken, het kadaster en de scheepsbewijzen te Heerenveen; aan F. A. L. Kater, landmeter van het kadas ter te Amersfoort. Met ingang van 1 April 1939 benoemd tot inspecteur der directe belastingen, invoerrech ten en accijnzen de ontvangers dier middelen: J. Wachter te Amsterdam, F. G. de Rijke te Eindhoven, W. J. M. Albert te 's-Gravenhage, O. Jansen te 's-Gravenhage, A. C. W. Edelman te Rotterdam, D. E. C. Klinkenberg te Baam, O. Slagmolen te Rotterdam, L. P. W van der Poel te Zeist, J. W. Bettinck te Zaandam, T. J. J. Thiissen te Rotterdam en H. J. Dijkhuis te Winterswijk. Benoemd en aangesteld bij het wapen der infanterie tot kapitein bij zijn tegenwoordig regiment, de eerste-luitenant J. Schott, van het 10e regiment infanterie. 1 Mei is aan den officier van den marine stoomvaartdienst der 1ste klasse W. M. Zietse, wegens langdurigen dienst, eervol ontslag uit den zeedienst verleend. Op verzoek is eervol ontslag verleend uit den militairen dienst, aan den reserve-luite nant-kolonel G. W. van Westering, van den staf der 7de infanteriebrigade, en aan den re- serve-eerste-luitenant ir. D. P. van Leeuwen, van het 5e regiment (veld) artillerie, en aan den reserve-majoor J. J. S. M. Pieters, van het 13e regiment infanterie. (Nadruk verboden) 31 Sinds den vörigen dag was de kolonel wan- trouwig-nieuwsgierig naar alles, wat er in de huizinge omging; hij was dus opgestaan en naar het venster gegaan, om te zien, wat er ge beurde. Middelerwijl was 't zoo licht geworden, dat men de dingen buiten vrijwel kon onderschei den. Twee mannen kwamen den hoek om; zij ont weken met zorg de plaatsen, waar het morgen licht sterker dan elders doordrong en gingen zoo naar een soort pakhuis, terzijde van de werk plaatsen. In dat pakhuis verdwenen zij. 't Had geen vensters, maar onder de breede luifel een aantal smalle openingen, waarschijnlijk voor ventilatie bestemd. In geen geval kon het gebouw tot woning die nen. In den eenen man, den kleinsten van de twee, had de kolonel heel zeker Gomez herkend; in den tweeden, die als een gaucho was gekleed, meende hij Rosario te hebben herkend. Ik zou er geen eed op kunnen doen, maar ik geloof niet, dat ik mij heb vergist. De groote hoed belette mij de trekken van dien man dui delijk te onderscheiden, maar de figuur, de hou ding, de tred en de bewegingen stemden goed overeen met die van Rosario, verklaarde de kolonel. Hij vertelde dan nog, dat Gomez na verloop van eenigen tijd het pakhuis alleen had ver laten; hij had de deur achter zich gesloten en den sleutel meegenomen. En een uur later was de gewone morgendrukte op de farm begonnen.... Silas Hempel was overtuigd dat de kolonel zich met betrekking tot Rosario niet had ver gist. 't Was zeker Rosario, hij had zich in het pak huis laten opsluiten, om er den verderen loop der dingen af te wachten. De reden van Gomez' angstige gejaagdheid was nu aan het licht gekomen. Hij wist nu dat Rosario's plannen mislukt waren, dat Nelly hem was ontsnapt en ieder oogenblik op de farm kon terugkeeren. Werd Rosario daar bij toeval ont dekt dan was ook het bewijs geleverd dat hij Gomez samenspande met den bandiet, die Nelly had ontvoerd. Er moest hem een steen van het hart zijn ge vallen toen hij vernam dat de kolonel te ziek was om zijn kamer te verlaten en dat Hempel den voormiddag wilde doorbrengen met een be zoek aan de mijn. Ten gevolge van die omstan digheden had hij althans een paar uren de han den vrij. Hempel vermoedde, dat Gomez daarvan ge bruik zou maken om alleen naar Nelly te gaan zoeken, en haar, als hij haar vond, mét behulp van Rosario over te brengen naar een plaats waar een tweede vlucht onmogelijk zou zijn. Hij wist dat Gomez juffrouw Lindweg even min zou vinden als hij vroeger Poesje gevonden had, ofschoon beiden heel wat dichter bij hem waren dan hij vermoedde. Hempel reed zoo snel, dat hij nauwelijks an derhalf uur noodig had om de mijn te bereiken. Hij trof Holderberg druk aan het werk, maar de ingenieur liet onmiddellijk den arbeid in den steek en ontving hem met blijdschap. Hempel's eerste vraag was, of Holderberg zijn brief aan den sub-delegado had laten bestellen. Het antwoord luidde bevestigend. Nog dienzelfden nacht, zei hij, heb ik een zeer betrouwbaren bode naar Serraos gezonden, die den brief persoonlijk aan den sub-delegado afgaf en vervolgens onmiddellijk terugkeerde. De delegado heeft dus niets laten weten? Tot dusverre niets, wij moeten dus onver wijld zonder hem handelen, want ik geloof, dat de zaak niet het minste uitstel meer duldt. De eerste maatregelen zijn genomen. Ik heb te mijner beschikking een twintigtal Duitsche ar beiders, waarvoor ik kan instaan. Maar zeg mij nu eerst, hoe het met juffrouw Lindweg staat. Is zij aangekomen op de farm? Nog niet, maar dat- zal, naar ik hoop, niet lang meer duren. Ik heb u veel nieuws mede te deelen, maar hier in de open lucht gaat dat niet. Hebt u niet ergens een kamer, waar wij ongestoord kunnen spreken, en niemand ons be luisteren kan?. O, zeker, komt u maar mee, naar mijn wo ning. Hij leidde Hempel naar een aardig blokhuis dat op eenigen afstand van de arbeiderskolonie was gelegen, en maakte de voordeur open. Zoo, hier zal ons niemand storen, zei hij. Buiten ons is er niemand in huis, want ik eet 's middags in de cantine waar wij een zeer goede Europeesche keukenmeid hebben. Neem plaats. Hier zijn sigaren, en nu wacht ik met spanning uw relaas. Het duurde bijna twee uren vóórdat Hempel den jongen ingenieur van alles op de hoogte had gesteld. Holderberg was diep en smartelijk getroffen XXIV Toen Silas Hempel met Holderberg langzaam en op zijn gemak rijdende voor de huizinge aan kwamen waren de mannen van den ingenieur, die, van de noodige instructies voorzien, een uur van te voren zich op weg hadden begeven, reeds op hun post. Dat wil zeggen: Zij waren afzonderlijk geko men en hadden zich zóó verdeeld, dat zij alle toegangen tot de farm bezet hielden maar zon der zelf gezien te kunnen worden. In het hooge gras, achter de gebouwen en tusschen de plantages lagen zij zóó verscholen, dat de bewoners van de farm niet het minste vermoeden van hun aanwezigheid hadden. Men had hun bevolen, iedereen ongehinderd naar de farm te laten gaan, maar niemand te veroorloven, ze te verlaten. Het groote pakhuis moesten zij scherp in het oog houden. Trachtte zich iemand uit den omtrek der farm te verwijderen, dan moest hij bij verrassing overrompeld worden en men zou hem snel een prop in den mond steken opdat hij niet door roepen en schreeuwen andere werklieden kon waarschuwen. Holderberg's mannen hadden beloofd, alle voorschriften stipt te zullen nakomen. Het was voor hen een buitenkansje een paar Portugeezen zij konden om verschillende redenen dat volk niet uitstaan een loer te kunnen draaien. Vóór den ingang van de huizinge slenterden eenige negers, onder wie de twee, die door Go mez met de bediening van Hempel en van kolo nel Lindweg waren belast. Een hunner trad op den detective toe, en vroeg, of hij voor meneer de lunch mocht opdie nen. Meneer de kolonel had reeds gegeten. Dank je, antwoordde Hempel, want ik heb reeds met ingenieur Holderberg aan de mijn ge geten. Ik zou echter meneer Gomez willen spre ken, wees zoo goed hem te waarschuwen. Maar de zwarte deelde hem mee, dat meneer Gomez onmiddellijk na het vertrek van meneer Drost weggereden was, en dat hij nog niet was teruggekomen, maar zoodra hij kwam, zou men hem verwittigen. Hempel en de ingenieur wisselden een blik; juist wilden zij binnengaan, toen zij in de verte paardengetrappel hoorden. Dus bleven zij staan, en luisterden. Zou het Gomez zijn? ze dichterbij waren, keek Hempel in drie vreem de gezichten. De bij de deur staande negers wa ren plotseling verdwenen. Holderberg fluisterde Hempel snel in het oor: Daar hebt u het antwoord op uw brief, 't Is de sub-delegado, de heer Joao in hoogst eigen persoon! Bravo! die komt juist op tijd! antwoordde de detective vergenoegd. Beiden gingen de fuiters tegemoet, om hen te begroeten. Een half uur later kwam Gomez langs den zelfden weg aangereden. Hij had een halven kring om de farm beschreven, als om het te la ten voorkomen, dat hij naar de koffieplantages geweest was; maar hij kwam uit het oerwoud, waar hij vruchteloos naar Nelly had gezocht. Hij scheen erg vermoeid te zijn, en reed op zijn muildier naar de stallen, 't Verwonderde hem, daar niemand te vinden, wien hij het dier kon toevertrouwen. Maar plotseling kwam er, van uit een donkeren hoek van den stal een man op hem toe. Gomez verschrok, en week achteruit. Perez, jij, hoe durf je hier wagen. Ieder oogenblik kan een van de vreemdelingen naar den stal komen. Heb ik je niet duidelijk genoeg gezegd, dat je in den kelder moest blijven tot. Zeg, ik had geen lust om in dat kot te be schimmelen en ik heb enkel op u gewacht opdat u mee zoudt gaan. Want de grond wordt hier te heet onder onze voeten. Een paar getrouwen hebben zich reeds uit de voeten gemaakt. Ook een paar negers, die weliswaar niets weten, maar zelf genoeg op hun kerfstok hebben. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 3