De „Hofstadbloem" een feest
vol geur en kleur
STEM AF om^FuufPop K.ft.O.
Centraal Bureau Veilingen
Middenstand en
grootbedrijf
e DOODE van Brazilië
EEN SPROOKJESHOF IN
DE RESIDENTIE
JAARVERGADERING TE
ROTTERDAM
VRIJDAG 31 MAART 1939
Minister Steenberghe heeft deze
expositie, welke eenig in
Europa is, geopend
Bloemen en planten in
rijke variatie
Een schat van kleuren
Inzending van het Westland
Van voorbij gaan der»,
aard?
Problemen bij de werkverschaffing
m EEN INTERESSANT
LUISTERSPEL
Op een beter peil
Ministerieele beschikking inzake
nachtveiligheidsdiensten
De Tromp" naar Indië
Na een kort oponthoud in Augustus
in Amerika
HET GESCHIL OP WERVEN
TE ROTTERDAM
Scheidslieden ter beslechting
aangewezen
Werk van Piet Slager aangekocht
Machtiging voor het hoofdbestuur
voor bijzondere maatregelen
ter bevordering van
den afzet
Verjaardaggeschenk
voor den heer Valst ar
VERZEKERINGSAGENT VOOR
HET GERECHTSHOF
„Huidige verhouding past in
economische en technische
ontwikkeling van
dezen tijd"
Rapport van R. K.
W er kgevers
UIT. DE STAATSCOURANT
Ond er scheid ing
Eervol ontslag hoogleeraar
Tijdelijk leer aar
Hypotheken en kadaster
Belastingen
Defensie
door A. HRUSCHKA
Doch het waren verscheidene ruiters, en toen
Donderdagmiddag heeft in tegenwoordig
heid van vele autoriteiten, onder wie de
burgemeester van 's-Gravenhage, mr. S. J.
R. de Monchy, de minister van Economische
Zaken, mr. M. P. L. Steenberghe, de ten
toonstelling de Hofstadbloem te Den Haag
geopend. Na een woord van welkom, uitge
sproken door den voorzitter der Stichting,
ir. J. M. Riemens, werd het woord gevoerd
door den minister.
Het stemt tot voldoening en geeft goeden
moed voor de toekomst, aldus de minister, wan
neer het georganiseerde bedrijfsleven blijk
geeft zijn taak te verstaan en niets onbeproefd
laat, wat er toe'kan bijdragen het gebruik van
bloemen in nog sterkere mate ingang te doen
vinden.
En niet het allerminste verheugen wij ons erin,
dat het mogelijk is geweest om ter gelegenheid
van deze tentoonstelling het jaarlijksche con
gres van „Fleurop", de internationale organi
satie op het gebied van bloemenverkoop, in ons
land te houden. Ongetwijfeld is dit een bij uit
stek gunstige gelegenheid om de aandacht van
het buitenland erop te vestigen, hoe de Neder -
landsche bloementelers, ondanks de vele tegen
slagen, welke in het bijzonder met betrekking
tot den export worden ondervonden, voortgaan
de beoefening van hun vak nog steeds te ver
beteren, zoodat zij in staat blijven het aller
beste in een rijke variatie aan te bieden.
Hier werken telers en handelaren eendrachtig
samen en zij leveren daarmede het bewijs, dat
het mogelijk is om gemeenschappelijke belan
gen ook gezamenlijk te behartigen.
Wij vragen ons wel eens af, of het van eco
nomisch standpunt bezien wel verantwoord is
om tentoonstellingen als ceze te houden, omdat
zij zeer groote uitgaven met zich brengen. Het
antwoord kan zeer zeker bevestigend .uiden,
maar dan ook op voorwaarde, dat allen, die op
dit gebied werkzaam zijn, samenwerken om ze
te doen slagen.
Het is mij bekend, aldus minister Steen
berghe, hoe zwaar de tijdsomstandigheden zijn
voor het bedrijfsleven van deze takken van
tuinbouw, maar wanneer het waar is, dat de
Nederlander een goed tuinbouwer is, die liefde
en toewijding voor zijn dagelijkschen arbeid be
zit, dan zal men deze moeilijkheden te boven
komen.
Met een woord van waardeering en hulde voor
het vele schoone, dat hier bijeen is gebracht, in
het bijzonder voor hen, die dit alles hebben ge
organiseerd, verklaarde de minister de tentoon
stelling voor geopend
Deze tentoonstelling is een der meest zeld
zame, welke ooit in Europa zijn gehouden. Nog
nooit, zoo mag men zeggen, heeft ons land zulk'n
schat van kleuren bijeen gezien, nog nooit heb
ben Hollandsche kweekers met zooveel ener
gie en voorbereiding een expositie in het leven
geroepen.
Twee groote, enorme zalen van Houtrust met
een totale oppervlakte van meer dan 4000 M2
doen u niet eenvoudig denken aan een park,
neen, zij gelijken op een sprookjesstad in kleu
ren als Walt Disney in zijn wonderlijke kleu
renfilms u voor oogen weet te tooveren.
By het binnentreden komen de geuren der
bloemen den bezoeker tegemoet en bij de rond
wandeling waaien frissche luchtstroomen, door
klaterende fonteinen veroorzaakt, langs zijn
hoofd.
Er is ten behoeve van de goede circulatie der
bezoekers een bepaalde route langs de paden
aangegeven. Men moet zich dwingen deze route
te volgen, wil men ook de details van de enor
me en overweldigende eerste indrukken dieper
in zich opnemen.
Vlak aan den ingang hebben kwistige han
den groote bouquetten Amaryllis opgesteld. Deze
kostbare bloemen ziet men in groote verschei
denheid, maar alle worden overheerscht door
een prachtig steenrood.
Bijna onbeschrijfelijk is de daarop volgende
inzending van de 's-Gravenhaagsche bloemis
ten en de groote collectie azalea's en horten
sia's.
Zijn wij hier nog op aarde of wandelen wij
in een paradijs, waar de bloemen in de liefelijk
ste kleuren onze wegen begrenzen?
In een reusachtige vaas trok ons de Aals-
mèersche kweeker Maarse en Zonen de nieuw
ste aanwinsten in seringen in vazen, bijeenge
bracht als formidabele bloemenruikers.
Boskoopsche kweekers (Polyanthe en Eller-
broek) komen met andere, eigen gewassen. We
zien hier de z.g. winterharde camelia, die de
hevige Decemberkoude in een onverwarmde kas
doorstond. De Ylex Siboldi, een der variëteiten
behoort tot de zeldzaamste verschijningen 01
de geheele tentoonstelling.
Op het plateau tegenover den vijver noodigei
stoelen en banken een oogenblik te rusten en
opnieuw, "doch nu van een andere zijde, het
geheel te overzien.
Dan valt ons op de rijke collectie beelden,
o.a. de levensgroote nymph in witte zandsteen
van Bus, met op den achtergrond den water
val van enkele meters hoog. Straks zullen wij
aan het eind van onze wandeling daar onder
door kunnen wandelen in de luwte van het
stroomende water.
Nu gaan we verder en komen tot de uitge
breide inzending van het Westland.
De groep bestaat uit drie deelen: in de eerste
plaats een kerncollectie hortensia's in bonte
kleurschakeering en geplaatst in speciale hor
tensia-manden. Tusschen deze indrukwekkende
bloemenpracht in staat een kleine sculptuut
geplaatst van mej. Gobius. Voorts zien wij een
verzameling van alle soorten snijbloemen, welke
op de Westlandsche veilingen verschijnen. Ook
voor de uitstalling van deze bloemengroepen
werden spsciale manden op piëdestals vervaar
digd naar het model van die, welke gebruikt
werden voor de paleisversiering bij het bezoek
van Koning Leopold van België. Daar zijn dan
de tulpen, 7000 stuks, in bonte schakeering te
gen een achtergrond van donkere dennen en
fleurige prunis; de irissen, 3000 stuks; 1500
rozen, in kolossale bouquetten samengevoegd;
anjers in meer dan twintig soorten en kleur-
variëteiten. Tusschen de rozen en anjers zijn
de freesia's geschikt, zoetgeurende bloemen in
kleine mandjes. Op de anjercollecties volgen de
gemengde bloemen, lelies en forsche seringen.
Opnieuw staan hier Amaryllis opgehoopt in
bonte verscheidenheid. De inzending behoort
tot de allerbeste van de tentoonstelling.
Elders treffen ons weer nieuwe tulpen, par
kiettulpen in geel, wit en paars. Dan zijn er
curiosa op het gebied van andere bolgewassen;
het duizelt een weinig, zooveel zorg, kunst,
smaak is hier in enkele meters bijeen gebracht.
Overal rijzen tusschen het groen en de kleuren
uit het water en de graszoden beelden op van
nukkige dieren, van onbezorgde, fantastische
menschenfiguren.
Hier vindt het grillige hart in spontane over
gave een rust en bevrediging, die aan het hoog
ste genot om de gaven, die God ons gaf in de
natuur, ontspringt.
Een ongeëvenaard schouwspel, dat een tocht
naar de Hofstadbloem ten volle waard is, voor
vakmenschen en liefhebbers, voor ieder, die de
natuur in haar fantastisch-schoone uitingen
wil zien en waardeeren.
Van het al of niet tijdelijk karakter van de
Werkverschaffing en de daaraan verbonden in
spectie zal het uiteindelijk afhangen of de ont
slagen zeven inspecteurs voor wachtgeld in
aanmerking zullen komen.
Hier lag het zwaartepunt van de betoogen,
welke Donderdagmiddag voor den Centralen
Raad van Beroep te Utrecht door mr. H. Wildt
Meijboom en mr. A. de Koning uit Den Haag
zijn gehouden.
Mr. H. Wildt Meijboom trad op voor den
heer P. Kikkert te Beemster, die als een der
zeven ontslagenen een beroep had ingesteld bij
den Centralen Raad tegen de beslissing van
den minister van Binnenlandsche Zaken, tot
wiens ressort ook de uitvoering van de wacht
geldregeling behoort.
De verdediger gaf een overzicht van de ma
nieren, waarop de werkloosheid in ons land
wordt bestreden, in het bijzonder sinds 1922
door middel van Werkverschaffing. Aan de
hand van dat overzicht concludeerde spreker,
dat het nog niet te voorzien is, wanneer het
instituut der Werkverschaffing wordt opgehe
ven of vervangen door een andere regeling.
Minister Colijn heeft destijds zelf verklaard,
dat de Werkverschaffing niet van tijdelyken
aard is. Deze uitspraak is in tegenspraak met
de bewering van den minister van Binnenland
sche Zaken, dat als crisismaatregel de Werk
verschaffing wèl een tijdelijk middel ls.
Spreker merkte ook op dat in den ontslag
brief van den minister van Sociale Zaken werd
gesuggereerd, dat de inspecteur voor wachtgeld
in aanmerking komt, althans werd hem min
of meer aangeraden hierom bij het Departe
ment van Binnenlandsche Zaken te verzoeken.
De voorzitter vroeg naar den aard van de
werkzaamheden van de inspecteurs. „Was het
niet mogelijk, dat hun ambt tijdelijk was on
danks de eventueele continuïteit van de Werk
verschaffing?"
Mr. H. Wildt Meijboom antwoorde hierop,
dat de taak van een inspecteur momenteel zóó
omvangrijk is geworden, dat hij 's avonds om
zes uur nog niet klaar is! Pleiter kon zich
moeilijk een Werkverschaffing voorstellen zon
der deze leidende functionarissen.
Eigenlijk bestaat hier dus een „conflict" tus
schen twee ministers.
Mr. A. de Koning, die optrad namens den
l
minister van Binnenlandsche Zaken, bestreed
de opmerking van de tegenpartij, dat het einde
van de werkloosheid nog niet tt voorzien is en
dientengevolge ook het einde der Werkver-
chaffing niet.
Pleiter stelde Duitschland als voorbeeld.
Ook merkte spr. op, dat het plan-Westhoff
in de toekomst de Werkverschaffing zal ver
dringen.
Mr. H. Wildt Meijboom repliceerde, dat de
vergelijking met Duitschland tamelijk mank
gaat.
De voorzitter bepaalde de uitspraak op 20
April.
Ma\ J. Overmars refereerde hierna zijn stand
punt aan het betoog van zijn confrater, toen
hij optrad voor den burgemeester van Oss, den
heer J. Ploegmakers, voor een zelfde aangele
genheid. Spr. voerde als argument voor de con
tinuïteit van de inspectie, en zeker voor de
continuïteit op het moment, waarop de inspec
teurs ontslagen werden, nog aan, dat de half
slachtige inspecteurs terstond door beroeps
inspecteurs zijn vervangen.
Uitspraak over drie weken.
In de Staatscourant van Donderdag is gepu
bliceerd een beschikking van den minister van
Justitie betreffende de particuliere nachtveilig
heidsdiensten.
Deze beschikking is een uitvloeisel van de wet
op de weerkorpsen en van het Koninklijk be
sluit van 2 Juli 1938, houdende bepalingen tot
uitvoering van de wet op de weercorpsen.
In de thans gepubliceerde beschikking wordt
bepaald, aan welke eischen een particuliere
nachtveiligheidsdienst moet voldoen. In een
twintigtal artikelen wordt o.m. vastgelegd, dat
dc- financieele basis der nachtveiligheidsdiensten
voldoende moet zijn, terwijl daarenboven de
sociale positie van het personeel wordt geregeld.
Door deze beschikking worden de particuliere
nachtveiligheidsdiensten dus op een beter peil
gebracht. Wanneer zij aan de vereischten vol
doen, waarborgt overheidstoezicht hun deugde
lijkheid.
Naar wij vernemen, zal Hr. Ms. flottielje
leider „Tromp" in den loop van dit jaar via
New-York naar Ned.-Indië vertrekken
Het is de bedoeling, dat de Nederlandsche
bodem op 31 Augustus, den „Netherlands Day"
van de .World Pair", te New-York, aldaar aan
wezig zal zijn. Het oponthoud in Amerika zal
overigens vermoedelijk slechts van korten
duur zijn.
Wij vernemen voorts, dat kapitein-luitenant
ter zee Termijtelen het bevel over Hr. Ms.
„Tromp" zal overnemen, terwijl de tegenwoor
dige commandant, kapitein ter zee Doorman,
tewerkgesteld zal worden bii het departement
van Defensie.
De ministerraad heeft, gevolg gevend aan
den wensch der partijen, dat hij de scheids
lieden ter beslechting van bovenvermeld geschil
zou aanwijzien, daartoe benoemd de heeren H.
P. J. Bloemers, mr. T. J. Verschuur, mr. S. de
Vries Czn., resp. rijksbemiddelaar in het le, 4e
en 2e district. De rijksbemiddelaar van het 3e
district, prof. mr. A. C. Josephus Jitta, was op
grond van artikel 29 van de Arbeidsgeschillen-
wet 1923 niet bevoegd als scheidsman op te
treden, omdat ten overstaan van hem de acte
van compromis, waarin de scheidsrechterlijke
uitspraak werd aanvaard, opgemaakt is.
Voor Teyler's Museum te Haarlem werd aan
gekocht een schilderij van wijlen den Bosschen
kunstschilder Piet Slager, voorstellende „Een
schilder voor zijn schildersezel". Voor den schil
derij heeft de bekende landschapschilder Frans
Slager, zijn broer, in diens jeugd tijdens zijn
verblijf te Renkum geposeerd.
In de vergadering van het Centraal Bu
reau van de Tuinbouwveilingen werden na
de openingsrede van den voorzitter eenige
huishoudelijke aangelegenheden behandeld,
o.m. de vaststelling der notulen, de behande
ling van het jaarverslag, de benoeming van
eenige commissies
De notulen der algemeene vergadering 1938
werden ongewijzigd goedgekeurd, evenals de
rekening en verantwoording over 1938. Evenzoo
geschiedde met de begrooting 1939.
De heer ir. Roebroek sprak daarna de ver
gadering toe. Hij noepide de taak van het
Centraal Bureau niet gemakkelijk; de tuinders
zijn flinke en vooruitstrevende menschen, doch
het is moeilijk in den chaos van dezen tijd den
weg te vinden Het verheugt spr. dat de voor
zitter in zijn openingsrede zijn geloof in de
toekomst van den tuinbouw heeft uitgesproken,
omdat de voorzitter niet alleen leider der vei
lingen is, maar ook door de regeering tot een
belangrijken post is geroepen. Spr. heeft den in
druk, dat ook in het binnenland nog veel kan
worden gedaan tot vergrooting van den afzet
Er geschiedt reeds zeer veel, doch we zijn er
nog lang niet. Het is noodzakelijk alle krach
ten aan te wenden om den tuinbouw zoo hoog
mogelijk op te voeren en de kwaliteiten der pro
ducten voortdurend te verbeteren of op peil te
houden. Ook het onderwijs is van groot belang,
want de tuinbouw kan alleen blijven bestaan,
als hij geschraagd wordt door goede vaklieden.
Het is daarbij noodig, dat ailen samenwerken
en dat de eenheid bewaard blijft.
De heer Barendse, onder-voorzitter, sprak
eenige waardeerende woorden tot den heer Val-
star, die 6 April a.s. zijn zestigsten verjaardag
zal vieren. Spr. stelde er prijs op deze woorden
te uiten, mede als tegenwicht tegen de vele
kritiek, welke op den voorzitter wordt uitge
oefend. Als blijk van waardeering bood spr. den
haar Valstar een nieuwen auto aan.
De voorzitter dankte den heer Barendse voor
de hartelijke woorden, gesproken namens da
vergadering en voor de waardeering en de sym
pathie, die blijken uit de aanbieding van het
geschenk.
Na de hierop gevolgde pauze kwam de
behandeling van de voorstellen aan de orde.
Allereerst een voorstel van het bestuur,
waarbij dit om volmachten vraagt om maat
regelen te kunnen nemen, welke het noodig
acht ter bevordering van de belangen van
den tuinbouw en den afzet der productie
en tot het nemen van besluiten, welke voor
de veilingen bindend zullen zijn. Tot dit
doel zal een fonds-worden gesticht, waar
voor een bijdrage van de aangesloten vei
lingen zal worden gevraagd van één pro
cent van den omzet over 1938, hetgeen zou
neerkomen op f 600.000.
Tegen dit voorstel is vooral verzet gerezen
van de zijde der fruittelers, die in een dezer
dagen te Den Bosch gehouden vergadering heb
ben aangedrongen op de stichting van een
fruitraad. Terwijl de niet-aangesloten veilingen
vrij zouden willen blijven van een centrale
organisatie, meenden de vertegenwoordigers van
de aangesloten veilingen, dat men zich in geen
geval mocht losmaken van het Centraal Bu
reau. Eenige afgevaardigden waren van oordeel,
dat de heffing ineens te zwaar zou drukken op
de veilingen. Voorts werden verschillende
detail-kwesties behandeld van meer teenni-
schen aard. Eenige afgevaardigden waren van
oordeel, de machtiging voor niet langer dan één
jaar te moeten verleenen en haar, indien noodig,
het volgend jaar weer te verlengen. Ook meen
de men, dat het Centraal Bureau zich moer
verstaan met de centrale landbouworganisaties.
Na de verschillende afgevaardigden voerde
de heer Valstar het woord, waarbij hij het voor
stel nader toelichtte en verdedigde. Ten aan
zien van de fruittelers zeide spr., dat het
groepsbestuur in deze kwestie den organisatori-
schen weg heeft bewandeld en spr. waarschuwt
voor de gevaren, die kunnen voortkomen uit
een vergadering, belegd dooi' de leden zelf. Het
is niet de bedoeling, dat het bestuur experimen
ten gaat uithalen, maar de machtiging zal al
leen worden gebruikt om in bepaalde gevallen
in te grijpen. Deze machtiging kan van jaar tot
jaar worden verleend en de algemeene verga
dering kan haar weer intrekken. Spr. meent,
dat vooral de fruitteelt van deze volmacht voor-
deelen kan ondervinden. Het is naar sprekers
meening verkeerd, de organisatie van groenten
en fruit te gaan scheiden. Spr. verklaarde uit
drukkelijk, dat het Centraal Bureau geen
snoode plannen heeft tegenover de handelaren
en exporteurs, doch hij kan thans nog niet zeg
gen, hoe het bestuur in elk bepaald geval zal
handelen. Als~üe heffing van één procent voor
sommige veilingen te zwaar zal zijn, kunnen
deze met het groepsbestuur een regeling tref
fen. T. a. v. de standsorganisatie zeide de voor
zitter, dat het Centraal Bureau bereid is over
leg te plegen met de standsorganisaties. In ant
woord op een vraag deelde spr. mede, dat he'
de bedoeling is, dat de machtiging zich ook za».
uitstrekken over den aanvoer der producten
Spr. verklaarde uitdrukkelijk er ten strengste
tegen te zullen waken, dat diegenen zullen me-
deprofiteeren, die zich niet aan de regeling
zullen willen onderwerpen. Spr. noemde het
voorts een gunstig verschijnsel, dat de Amster-
damsche markttuinders eveneens hun deel wil
len betalen.
Na een zeer breedvoerige discussie, die
ongeveer twee uur duurde, werd het voorstel
aangenomen met 246 stemmen voor en 10
voorwaardelijk voor; tegen waren 22 stem
men en 18 stemmen werden blanco uitge
bracht.
Een voorstel-Utrecht, inhoudende dat het
Centraal Bureau erop aan zal dringen, dat bij
de vaststelling der minimum- en vergoedings-
prijzen en bij de steunuitkeering rekening zal
worden gehouden met de teelten om de groote
steden, wordt aangenomen.
De voorsrtellen van Grootebroek, Hoogkarspe!
en Warmenhuizen tot afschaffing van de teelt
heffingen op vroege aardappelen worden in
overeenstemming met 't prae-advies van het be
stuur verworpen, nadat de voorzitter de toezeg
ging had gedaan, dat het geheele probleem der
heffingen in een speciale vergadering met de
drie organisaties zal worden bestudeerd.
De veiling te Veur had een voorstel nopens de
exporteurswinstregeling 1938 in dien zin, dat
deze ook ten goede zal komen aan de kleinere
veilingen. Het bestuur, dat wel aan deze kwestie
de noodige aandacht wil besteden, acht echter
geen reden aanwezig om op verandering van
beteekenis aan te dringen. De vergadering kon
zich met de toezegging van het hoofdbestuur
accoord verklaren.
De L. G. C. te Broek op Langendijk stelde
voor aan de regeering te verzoeken voor 1939
den steun voor 100 pCt. uit te betalen tot aan
den kostprijs der producten en den berekenden
kostprijs bekend te maken. Een gelijkluidend
voorstel was ingediend door Noord-Scharwoude.
Hoewel het bestuur het met de strekking van
de voorstellen eens was, meende het toch een
zekere voorzichtigheid te moeten aanbevelen en
het voorstel toch te moeten ontraden. De ver
gadering onderwierp zich aan de meening van
het bestuur, nadat de voorzitter had meege
deeld, dat 13 April aa. een bespreking zal plaats
hebben met de standsorganisaties.
Een voorstel van Noord-Scharwoude, strek
kende tot verhooging der minimumprijzen tot
ongeveer den kostprijs, werd in zijn algemeen
heid door het bestuur ontraden, daar het be
stuur hiervan vermindering van afzet verwacht.
Ook bij dit voorstel volgde de vergadering het
advies van het bestuur.
De Venlosche Veilingvereeniging wenschte
dat het bestuur bij de regeering stappen zal doen
tot het verkrijgen van een Invoer Controle Bu
reau voor groenten en fruit en een verbod tot
het verkoopen van buitenlandsche groenten en
fruit in Nederlandsch fust. Het bestuur veree-
nigde zich in principe met het voorstel van
Venlo en zegde toe de mogelijkheden van
practische uitvoering te zullen onderzoeken.
Tenslotte kwam aan de orde een voorstel van
Den Helder, waarin werd beoogd, het mis
bruik van volkstuinen tegen te gaan door het
opleggen van een bepaalde heffing per are op
volkstuinen. Ook met dit voorstel was het be
stuur het in principe eens, doch het twijfelde
aan de practische uitvoerbaarheid. Het zegde
gaarne toe te zullen doen wat het kan, doch
zag zich niet gaarne gebonden aan het middel
door Den Helder aanbevolen. De vergadering
besloot het bestuur de gevraagde vrijheid te
laten.
Na de behandeling der voorstellen werd de
rondvraag gehouden, waarna de voorzitter de
vergadering sloot.
Het gerechtshof te Leeuwarden heeft de zaak
tegen den 31-jarigen verzekeringsagent J. C.,
te Leeuwarden, dien de rechtbank aldaar had
veroordeeld tot 3'A jaar gevangenisstraf wegens
diefstallen met braak te Leeuwarden en in de
provincie behandeld. Bij een dezer inbraken werd
'n geldkist met voor 30.000.— aan effecten en
gouden en zilveren voorwerpen gestolen. De
procureur-generaal vorderde bevestiging van 't
vonnis.
Eenigen tijd geleden heeft de Algemeene Ka
tholieke Werkgevers Vereeniging een commis
sie ingesteld ter bestudeering van het vraag
stuk der verhouding van het grootwinkelbe
drijf en het kleinwinkelbedrijf. Het rapport van
deze commissie is thans gepubliceerd.
Hierin komt de commissie tot de conclu
sie, dat het grootwinkelbedrijf volkomen
past in de economische en technische ont
wikkeling van onzen tijd.
Het kleinwinkelbedrijf heeft zijn bijzonders
moeilijkheden, doch de oorzaken hiervan lig
gen niet in de ontwikkeling van het grootwin
kelbedrijf doch elders. De feitelijke verhouding
grootwinkelbedrijf-kleinwinkelbedrijf is niet
verontrustend voor het kleinwinkelbedrijf. Sa
neering van den commercieelen middenstand is
r.oodig niet in het minst om de sociale betee
kenis van dezen middenstand.
Deze saneering wordt echter niet bereikt door
wettelijke remmende maatregelen tegen het
grootwinkelbedrijf, maar wel door:
a. andere door de overheid te nemen maat
regelen ter verheffing en saneering van het
betreffende vak;
b. maatregelen door den commercieelen mid
denstand zelf te nemen;
c. branche-gewijze overleg tusschen de be-
örijfsgenooten, waartoe alle bedrijfsgenooten
uit groot- en kleinwinkelbedrijf in het gemeen
schappelijk belang moeten medewerken en tot
welk overleg het grootwinkelbedrijf zich gaarne
bereid moet toonen, doch eveneens de commer-
cieele middenstand zelf.
Verleend is de eeremedaille, verbonden aan
de orde van Oranje-Nassau, in brons, aan G.
Basjes, gewezen koster van de Ned. Herv. Kerk
te Oostwoud, thans wonende te Medemblik
Met ingang van 18 September 1939 is, op zijn
verzoek, eervol ontslag verleend aan dr. Ph. A.
Kohnstamm, als hoogleeraar aan de rijksuni
versiteit te Utrecht, met dankbetuiging voor de
belangrijke in deze betrekking bewezen dien
sten,
Wederom is tijdelijk benoemd tot leeraar
aan de R H. B. S. te Harlingen: J. D. van
Dijck.
Met ingang van 1 Mei 1939 is, op hun verzoek,
eervol ontslag verleend uit 's Rijks dienst:
aan J. G. Veenenbos, bewaarder van de hypo
theken, het kadaster en de scheepsbewijzen te
Heerenveen;
aan F. A. L. Kater, landmeter van het kadas
ter te Amersfoort.
Met ingang van 1 April 1939 benoemd tot
inspecteur der directe belastingen, invoerrech
ten en accijnzen de ontvangers dier middelen:
J. Wachter te Amsterdam, F. G. de Rijke te
Eindhoven, W. J. M. Albert te 's-Gravenhage,
O. Jansen te 's-Gravenhage, A. C. W. Edelman
te Rotterdam, D. E. C. Klinkenberg te Baam,
O. Slagmolen te Rotterdam, L. P. W van der
Poel te Zeist, J. W. Bettinck te Zaandam, T. J.
J. Thiissen te Rotterdam en H. J. Dijkhuis te
Winterswijk.
Benoemd en aangesteld bij het wapen der
infanterie tot kapitein bij zijn tegenwoordig
regiment, de eerste-luitenant J. Schott, van
het 10e regiment infanterie.
1 Mei is aan den officier van den marine
stoomvaartdienst der 1ste klasse W. M. Zietse,
wegens langdurigen dienst, eervol ontslag uit
den zeedienst verleend.
Op verzoek is eervol ontslag verleend uit
den militairen dienst, aan den reserve-luite
nant-kolonel G. W. van Westering, van den
staf der 7de infanteriebrigade, en aan den re-
serve-eerste-luitenant ir. D. P. van Leeuwen,
van het 5e regiment (veld) artillerie, en aan
den reserve-majoor J. J. S. M. Pieters, van het
13e regiment infanterie.
(Nadruk verboden)
31
Sinds den vörigen dag was de kolonel wan-
trouwig-nieuwsgierig naar alles, wat er in de
huizinge omging; hij was dus opgestaan en
naar het venster gegaan, om te zien, wat er ge
beurde.
Middelerwijl was 't zoo licht geworden, dat
men de dingen buiten vrijwel kon onderschei
den.
Twee mannen kwamen den hoek om; zij ont
weken met zorg de plaatsen, waar het morgen
licht sterker dan elders doordrong en gingen zoo
naar een soort pakhuis, terzijde van de werk
plaatsen. In dat pakhuis verdwenen zij. 't Had
geen vensters, maar onder de breede luifel
een aantal smalle openingen, waarschijnlijk voor
ventilatie bestemd.
In geen geval kon het gebouw tot woning die
nen.
In den eenen man, den kleinsten van de twee,
had de kolonel heel zeker Gomez herkend; in
den tweeden, die als een gaucho was gekleed,
meende hij Rosario te hebben herkend.
Ik zou er geen eed op kunnen doen, maar
ik geloof niet, dat ik mij heb vergist. De groote
hoed belette mij de trekken van dien man dui
delijk te onderscheiden, maar de figuur, de hou
ding, de tred en de bewegingen stemden goed
overeen met die van Rosario, verklaarde de
kolonel.
Hij vertelde dan nog, dat Gomez na verloop
van eenigen tijd het pakhuis alleen had ver
laten; hij had de deur achter zich gesloten en
den sleutel meegenomen.
En een uur later was de gewone morgendrukte
op de farm begonnen....
Silas Hempel was overtuigd dat de kolonel
zich met betrekking tot Rosario niet had ver
gist.
't Was zeker Rosario, hij had zich in het pak
huis laten opsluiten, om er den verderen loop
der dingen af te wachten.
De reden van Gomez' angstige gejaagdheid
was nu aan het licht gekomen. Hij wist nu dat
Rosario's plannen mislukt waren, dat Nelly hem
was ontsnapt en ieder oogenblik op de farm kon
terugkeeren. Werd Rosario daar bij toeval ont
dekt dan was ook het bewijs geleverd dat hij
Gomez samenspande met den bandiet, die
Nelly had ontvoerd.
Er moest hem een steen van het hart zijn ge
vallen toen hij vernam dat de kolonel te ziek
was om zijn kamer te verlaten en dat Hempel
den voormiddag wilde doorbrengen met een be
zoek aan de mijn. Ten gevolge van die omstan
digheden had hij althans een paar uren de han
den vrij.
Hempel vermoedde, dat Gomez daarvan ge
bruik zou maken om alleen naar Nelly te gaan
zoeken, en haar, als hij haar vond, mét behulp
van Rosario over te brengen naar een plaats
waar een tweede vlucht onmogelijk zou zijn.
Hij wist dat Gomez juffrouw Lindweg even
min zou vinden als hij vroeger Poesje gevonden
had, ofschoon beiden heel wat dichter bij hem
waren dan hij vermoedde.
Hempel reed zoo snel, dat hij nauwelijks an
derhalf uur noodig had om de mijn te bereiken.
Hij trof Holderberg druk aan het werk, maar de
ingenieur liet onmiddellijk den arbeid in den
steek en ontving hem met blijdschap.
Hempel's eerste vraag was, of Holderberg zijn
brief aan den sub-delegado had laten bestellen.
Het antwoord luidde bevestigend.
Nog dienzelfden nacht, zei hij, heb ik een
zeer betrouwbaren bode naar Serraos gezonden,
die den brief persoonlijk aan den sub-delegado
afgaf en vervolgens onmiddellijk terugkeerde.
De delegado heeft dus niets laten weten?
Tot dusverre niets, wij moeten dus onver
wijld zonder hem handelen, want ik geloof, dat
de zaak niet het minste uitstel meer duldt.
De eerste maatregelen zijn genomen. Ik heb te
mijner beschikking een twintigtal Duitsche ar
beiders, waarvoor ik kan instaan. Maar zeg mij
nu eerst, hoe het met juffrouw Lindweg staat.
Is zij aangekomen op de farm?
Nog niet, maar dat- zal, naar ik hoop, niet
lang meer duren. Ik heb u veel nieuws mede te
deelen, maar hier in de open lucht gaat dat
niet. Hebt u niet ergens een kamer, waar wij
ongestoord kunnen spreken, en niemand ons be
luisteren kan?.
O, zeker, komt u maar mee, naar mijn wo
ning.
Hij leidde Hempel naar een aardig blokhuis
dat op eenigen afstand van de arbeiderskolonie
was gelegen, en maakte de voordeur open.
Zoo, hier zal ons niemand storen, zei hij.
Buiten ons is er niemand in huis, want ik eet
's middags in de cantine waar wij een zeer goede
Europeesche keukenmeid hebben. Neem plaats.
Hier zijn sigaren, en nu wacht ik met spanning
uw relaas. Het duurde bijna twee uren vóórdat
Hempel den jongen ingenieur van alles op de
hoogte had gesteld. Holderberg was diep en
smartelijk getroffen
XXIV
Toen Silas Hempel met Holderberg langzaam
en op zijn gemak rijdende voor de huizinge aan
kwamen waren de mannen van den ingenieur,
die, van de noodige instructies voorzien, een
uur van te voren zich op weg hadden begeven,
reeds op hun post.
Dat wil zeggen: Zij waren afzonderlijk geko
men en hadden zich zóó verdeeld, dat zij alle
toegangen tot de farm bezet hielden maar zon
der zelf gezien te kunnen worden.
In het hooge gras, achter de gebouwen en
tusschen de plantages lagen zij zóó verscholen,
dat de bewoners van de farm niet het minste
vermoeden van hun aanwezigheid hadden.
Men had hun bevolen, iedereen ongehinderd
naar de farm te laten gaan, maar niemand te
veroorloven, ze te verlaten.
Het groote pakhuis moesten zij scherp in het
oog houden.
Trachtte zich iemand uit den omtrek der farm
te verwijderen, dan moest hij bij verrassing
overrompeld worden en men zou hem snel een
prop in den mond steken opdat hij niet door
roepen en schreeuwen andere werklieden kon
waarschuwen.
Holderberg's mannen hadden beloofd, alle
voorschriften stipt te zullen nakomen. Het was
voor hen een buitenkansje een paar Portugeezen
zij konden om verschillende redenen dat volk
niet uitstaan een loer te kunnen draaien.
Vóór den ingang van de huizinge slenterden
eenige negers, onder wie de twee, die door Go
mez met de bediening van Hempel en van kolo
nel Lindweg waren belast.
Een hunner trad op den detective toe, en
vroeg, of hij voor meneer de lunch mocht opdie
nen. Meneer de kolonel had reeds gegeten.
Dank je, antwoordde Hempel, want ik heb
reeds met ingenieur Holderberg aan de mijn ge
geten. Ik zou echter meneer Gomez willen spre
ken, wees zoo goed hem te waarschuwen.
Maar de zwarte deelde hem mee, dat meneer
Gomez onmiddellijk na het vertrek van meneer
Drost weggereden was, en dat hij nog niet was
teruggekomen, maar zoodra hij kwam, zou men
hem verwittigen.
Hempel en de ingenieur wisselden een blik;
juist wilden zij binnengaan, toen zij in de verte
paardengetrappel hoorden. Dus bleven zij staan,
en luisterden.
Zou het Gomez zijn?
ze dichterbij waren, keek Hempel in drie vreem
de gezichten. De bij de deur staande negers wa
ren plotseling verdwenen. Holderberg fluisterde
Hempel snel in het oor:
Daar hebt u het antwoord op uw brief, 't Is
de sub-delegado, de heer Joao in hoogst eigen
persoon!
Bravo! die komt juist op tijd! antwoordde
de detective vergenoegd.
Beiden gingen de fuiters tegemoet, om hen te
begroeten.
Een half uur later kwam Gomez langs den
zelfden weg aangereden. Hij had een halven
kring om de farm beschreven, als om het te la
ten voorkomen, dat hij naar de koffieplantages
geweest was; maar hij kwam uit het oerwoud,
waar hij vruchteloos naar Nelly had gezocht.
Hij scheen erg vermoeid te zijn, en reed op
zijn muildier naar de stallen, 't Verwonderde
hem, daar niemand te vinden, wien hij het dier
kon toevertrouwen. Maar plotseling kwam er,
van uit een donkeren hoek van den stal een man
op hem toe. Gomez verschrok, en week achteruit.
Perez, jij, hoe durf je hier wagen. Ieder
oogenblik kan een van de vreemdelingen naar
den stal komen. Heb ik je niet duidelijk genoeg
gezegd, dat je in den kelder moest blijven tot.
Zeg, ik had geen lust om in dat kot te be
schimmelen en ik heb enkel op u gewacht opdat
u mee zoudt gaan. Want de grond wordt hier
te heet onder onze voeten. Een paar getrouwen
hebben zich reeds uit de voeten gemaakt. Ook
een paar negers, die weliswaar niets weten, maar
zelf genoeg op hun kerfstok hebben.
(Wordt vervolgd.)