Laatste Nieuws
m
HOOGEN HB BOSCH
Den Eeker z'n „woonwagel"
mmm
BRAND!!
De indruk van
Hitler's rede
ONZE GLADDE RINGEN
GOUDEN BRUILOFT
VAN ELLINCKHUYZEN
Compromis met de
Hongaren
GR. HOUTSTR. 50
VANAF f 9.75 PER PAAR
Den jonk is 'n schoon zurgske op
onzen ouwen dag
ZONDAG 2 APRIL 193<>
Nederland
De 9 cent zonder waarde-
aanduiding
Nederlandsch Indië
Missie-zegels
Suriname
Kerkelijke Staat
Argentinië
J oego-Slavië
Griekenland
België
Britsche Salomon-eilanden
HEKKER'S POSTZEGELHANDEL N.V.
Inkoop, Verkoop, Publ. Veilingen, Taxatie
ZAADHANDEL JAN ROOZEN
De weerstoestand
is verbeterd
Onzekerheid voor de eerst
volgende dagen
MAART GAF VEEL REGEN
EN WEINIG ZON
Prijsvraag voor den nationalen
reclasseeringsdag
Te Londen uiterst kalm
opgenomen
„Hitleriaansche wiegeliedjes"
zegt Washington
MAKEN UW
MEE
JUWELIER
ANECANC 32,hoek 5CHACCHELSTR.
MIDZA-BONNEN
Slowakije zou zonder vergoeding
een groot gebied afstaan
ONTEIGENINGSWET
De voorgestelde wijzigingen
BRABANTSCHE BRIEVEN
■Jan het hoofdbestuur der P. T. T. vernamen
dat ter gelegenheid van het eeuwfeest der
Nederlandsche Spoorwegen herdenkingszegels
Zullen worden uitgegeven. De datum van ver-
Schijnen staat nog niet vast.
Zooals bekend, werd eenige weken geleden in
Uen Haag een 9 cent orange zonder waar
decijfer geveild.
Omtrent dezen zegel kunnen wij mededeelen,
dat hij heeft behoord tot één rij zegels van
twintig-stuks, die alle bedoelde fout hebben.
De fout moet zijn ontstaan door het te vroeg
afstellen van den cylinder, waarmede de zwarte
Waarde-aanduiding werd aangebracht.
De misdrukken werden eerst bekend, toen
fihe twintig zegels reeds verKocht waren.
De Postadministratie heeft na veel moeite
wen exemp'aren kunnen achterhalen voor het
Postmuseum.
In dit museum zijn ook de bewijzen te zien
van de moeite, welke de uitgifte van den zegel
Van 9 cent in 1925 heeft veroorzaakt wat be
treft de kleur.
Men wilde n.l. geen kleur van een reeds be-
staanden zegel gebruiken en doordat de zegel-
serie toen bijzonder uitgebreid was, gaf het
jnoeilijkheden, een voldoend onderscheiden
Meur te vinden. Daarom besloot de toenmalige
®inister Bongaerts het waardecijfer in zwart
te laten aanduiden.
binnenkort zal een postzegel van 1 cent
Verschijnen, waaraan dringend behoefte be
staat.
Voorloopig zullen als tijdelijke maatregel bij
de kwijting van het te heffen bedrag voor de
aflevering van antwoordstukken, indien dit
voor de samenstelling van het bedrag noodig is,
frankeerzegels, van 1 cent worden gebruikt.
De portzegel van 1 gulden is thans versche-
hen. De teekening wijkt eenigszins af van het
Jn Indië gebruikelijke type, doordat de ket-
wngrand bij dezen zegel ontbreekt. Het ontwerp
is identiek aan dat van den Nederlandschen
Portzegel van 1 gulden. Slechts in kleur, weike;
zooals alle Indische portzegels, licht rood is,
verschilt hij hiervan.
De tanding is: 12% 1214.
De opbrengst van den toeslag op deze zegels
draagt 22.129.22, welk bedrag ten goede zal
Komen aan het Centraal Missiebureau. Het bfj-
ondere doel is, de ziekenzorg voor onvermo-
nden en inheem.schen financieel te steunen.
Bij een nieuwen voorraad portzegels komen
do ]A cent, 1 cent en 2 cent voor in de tan-
ding i2i/2.
Van de zegels „Sede Vacante" zijn 250.000 se
ries verkocht.
De lage koopprijs heeft tot deze enorme be
langstelling bijgedragen.
Uit Vaticaanstad vernemen we, dat de ont-
erPen der nieuwe zegels gereed zijn. Zij zullen
et beeld dragen van den nieuwen Paus.
De nieuwe 4 Mark-zegel
van Finland. Hij draagt
de afbeelding van het
nieuwe hoofdpostkantoor
te Helsinki
Op 1 April is te Buenos-Aires het Internatio
naal Postcongres geopend, waar nagenoeg alle
postadministraties der wereld vertegenwoordigd
kijn.
Te dezer gelegenheid wordt een speciale serie
Postzegel? uitgegeven. De oplaagcijfers zijn:
5 c. (Hoofdpostkantoor te Buenos-Aires)
1 200.000
15 c. (Buenos-Aires in vogelvlucht) 1.000.000
20 c. (Zinnebeeld van het congres) 500.000
25 c. (Iguazzu-waterval in Misiones) 500.000
1 p. (Argentinië, het land der toekomst)
200.000
2 p. (Congreszaal) 30.000
5 p. (Nahual-Herapi meer) 20.000.
Aan deze serie zullen in verband met de wij
ziging der posttarieven, nog twee waarden
worden toegevoegd, n.l. de 2% c. en de 8 c. resp
voorstellend Louis Braille, den uitvinder van
het blindenschrift, en Professor Nicolas Avel-
laneda, Argentijnsch staatsman, die van 1874
tot 1880 president van Argentinië was.
Ter herdenking van prof. P. H.
Ling, voorvechter der Zweed-
sche gymnastiek, die stierf in
1839, hebben de Posterijen in
Zweden twee zegels uitgegeven
(5 en 25 öre)
Ter herdenking van het feit, dat het 100 jaar
geleden is, dat het eerste postkantoor in het
toenmalige Servië werd geopend, werden vijf
zegels uitgegeven, welke tegen het dubbele der
frankeerwaarde worden verkocht.
De toeslag zal worden aangewend voor den
bouw van een tehuis voor he*. P. T. T.-perso-
neel te Belgrado.
Hier werden drie zegels uitgegeven, voor
stellende de koninginnen Olga en Sophie.
De op deze Legels geheven toeslag komt ten
goede aan de „Sociale voorzorg".
Uit Brussel vernemen we, dat de Rubens
zegels de volgende voorstellingen hebben:
10 c. het huis van Rubens naar een oude
teekening.
40 c. Albrecht en Nicolaas Rubens, geschil
derd door hun vader.
75 c. het Paviljoen van Hercules, dat zich des
tijds in den tuin van Rubens' huis te Antwer
pen bevond.
1 fr. de schilderij „de Kruisafneming" uit
de O. L. Vrouwekerk van Antwerpen.
1 fr. 50 het portret van Rubens' eerste vrouw
Isabella Brant.
1 fr. 75 het portret van zijn tweede vrouw
Helena Fourment en de kinderen.
2 fr. 50 „de Haren Muts", een schilderij uit
de National Gallery te Londen.
Ter gelegen
heid van de F.
1. S.-wereld-
kampioen-
schappen ski-
en, welke in
Zakopane wor
den gehouden,
hebben de
Poolsche pos
terijen speciale
postzegels uit
gegeven, van
welke serie wij
de 25 groschen
afbeelden
Verschenen zijn twaalf nieuwe frankeerzegels
Alle dragen het nieuwe koningsbeeld in me
daillon. Daarnaast geven zij voorstellingen, als
gezichten op de Engelsche Kolonie, voortbreng
selen van het land, enz.
ROKIN 40
AMSTERDAM-C.
bel dan direct de brandweer op.
Heeft U iets noodig voor Uw tuin,
bel dan op 1 6 0 6 1
SPEKSTRAAT no. 5 HAARLEM
beiden staan steeds paraat voor U.
Onze weerkundige medewerker schrijft:
Sedert een paar dagen is in den algemeenen
weerstoestand een verandering gekomen, waar
op wij lang hebben moeten wachten. Het lang
durige ongewoon koude weer met betrokken
lucht en regen heeft plotseling plaats gemaakt
voor mooi, zonnig weer met aanmerkelijk hoo-
gere temperatuur overdag. De nachten zijn nog
koud gebleven, maar dit is bij helder weer in
dezen tijd van het jaar een normaal ver
schijnsel.
Waaraan hebben wij die verbetering te dan
ken en wat zal er verder gebeuren?
De verbetering is hiervan een gevolg, dat
depressies, welke vanuit het Zuidoosten naar
de Noordzee trokken en zwaar bewolkt weer
met regen brachten, langzamerhand zijn op
gelost, waardoor de oorzaken van wolken- en
neerslagvorming ophielden te werken. Overi
gens is de hooge luchtdruk boven de Noorde
lijke helft van Europa gehandhaafd gebleven
en is de luchtdrukking lager in het Zuiden,
zoodat nog steeds over Midden-Europa een
Oostelijke luchtstroom waait, die nu echter
drogere, hoewel nog koude lucht aanvoert. De
hoogere temperatuur overdag is een gevolg van
den sterken zonneschijn.
Deze algemeene luchtdrukverdeeling in Euro
pa is niet meer zoo ongunstig als zij geweest
is. Een voorloopig gunstig werkende verande
ring hierin is, dat zich een depressie heeft ge
vormd over de Golf van Biskaye. Hierdoor toch
komt bij ons de wind in den Zuidoosthoek en
dit geeft in dezen tijd van het jaar dikwijls het
mooie, soms zeer zachte lenteweer, hetwelk in
April veel voorkomt.
De algemeene weerstoestand is dus na het
slechte weer in een kentering gekomen, die tot
een verdere verbetering kan leiden. Hoe het
verder zal verloopen, is de eerste dagen nog
onzeker, maar waarschijnlijk zal het wel spoe
dig duidelijk worden, of wij nog terugkeer van
het koude weer hebben te wachten of dat het
daarmede uit is en de lente zal doorbreken.
(Nadruk verboden).
Gemiddeld over de vijf hoofdstations was in
Maart de ochtendtemperatuur bijna een halven
graad beneden normaal. In de eerste decade
was de temperatuur 2'A graad boven normaal,
in de tweede en derde VA beneden normaal.
De grootste afwijkingen kwamen voor op den
5en en den 18en, resp. 5 graad boven en 4y«
graad beneden normaal. De gemiddelde maxi
mumtemperatuur was één graad beneden en
de gemiddelde minimum-temperatuur een
halven graad boven normaal. Het aantal dagen
met een minimumtemperatuur beneden het
vriespunt bedroeg te De Bilt II tegen 12 nor
maal. De neerslag was over het geheele land
boven normaal, in Noord- en Zuidholland 15
tot 25 procent, elders 25 tot 60 procent boven
normaal. Te De Bilt werden 98 uren zonneschijn
waargenomen tegen 122 uren normaal.
Naar wij vernemen, heeft het Ministerie van
Justitie toestemming verleend tot het uitschrij
ven van een prijsvraag, die zal worden opge
nomen in de Reclasseeringskrant, welke zal
verschijnen in de eerste week van Mei a.s. in
een oplaag van ruim één millioen exemplaren.
Als hoofdprijs wordt wederom beschikbaar
gesteld een D.K.W.-auto, 4-persoons cabriolet
alsmede een centrale verwarmingsinstallatie
ter waarde van f 900.beschikbaar gesteld
door de firma Braat te Delft
In totaal zullen ruim 600 waardevolle prij
zen worden beschikbaar gesteld.
(Gedeeltelijk gecorrigeerd)
LONDEN, 1 April (Havas). De rede van
Hitier wordt te Londen uiterst kalm opge
nomen. De indruk overweegt, dat het doel
der rede vooral was de Duitsche meening
gerust te stellen. De aanvallen op Enge
land zullen niets veranderen, zoo verklaren
welingelichte politieke persoonlijkheden, in
de verdedigingslijn, die Chamberlain heeft
getrokken.
Engeland blijft volkomen bereid tot hervat
ting van de onderhandelingen over een beper
king der bewapeningen met de totalitairen
Wanneer dat ook de bedoeling van Hitler is
zijn de Engelschen bereid zich er over te ver
heugen. Men merkt echter op, dat dergelijke
besprekingen niet zouden kunnen worden ge
voerd met eenige kans op succes in een sfeer
van Europeesche spanning. Wanneer Berlijn er
een aanvang mee wil maken, moet het afzien
van de methoden van intimidatie van zijn na
buren.
Welingelichte kringen te Washington zien in
Hitler's redevoering weinig, waaraan men zich
kan vasthouden, of dat geruststellend kan wer
ken ten aanzien van de toekomst, met uitzon
dering misschien van de passage, waarin aan
gekondigd wordt dat de partijdag in Neuren
berg de partijdag van den vrede zal heeten. In
vele Amerikaansche kringen echter wordt dit
uitgelegd als een poging om de Engelschen en
Franschen weer te sussen in een gevoel van
veiligheid ten aanzien van Hitler's voornemens
en welingelichte personen zeggen te gelooven,
dat de Britsche en Fransche volken reeds te
veel van dergelijke „Hitleriaansche wiegelied
jes" hebben gehoord om zich opnieuw te laten
betrappen, terwijl zij indommelen.
Met onze modieuse
hooggehakte schoenen,
die de voeten zoo
sierlijk maken, is Uw
elegante kleeding „af"l
'n Zeer voornaam
schoentjevanleer
met suède in
blauw, zwart of
bordeaux. De
modevan
dit voor- A 50
jaar
Een pump in de
nieuwe li|n, hoog,
modern, elegant.
In bordeaux leer
met suède. Iets
fijns en goeds
voor deze One
prijs. O
loedmeuw
modePmet'n nieu
we sluiting; calf
met suède in bor
deaux, blauw of
zwart, echt chic,
apart en A 50
sierlijk
Telefoon 111604 Haarlem
Pedicure inrichting
BRATISLAVA, 1 April. (Havas) De Slowaak-
sche regeering publiceert het volgende commu
niqué:
Op 31 Maart heeft de gemengde Slo-
waaksch-Hongaarsche commissie in Boeda
pest vergaderd om het conflict op te lossen.
Na langdurige besprekingen is de Slowaak-
sche delegatie erin geslaagd een compromis
op te stellen, dat het mogelijk maakt de
vijandelijkheden terstond te staken en dat
tot grondslag kan dienen van een definitieve
regeling der Slowaaksch-Hongaarsche be
trekkingen. Maandag zal de definitieve
grensafbakening bekend gemaakt worden.
Men meent te weten, dat Hongarije volgens
deze regeling 1700 vierk. KM. grondgebied zal
verkrijgen met 64.000 inwoners, waarvan 34.000
Roethenen en de rest Slowaken. Slowakije zou
hiervoor van Hongarije geen compensatie ont
vangen.
(Berichten reeds geplaatst in een
deel van ome vorige oplage)
Aan de Memorie van Antwoord aan de Tweede
Kamer inzake het ontwerp van wet tot wijziging
van de onteigeningswet wordt ojn. ontleend:
De in het ontwerp van wet voorgedragen wij
zigingen van artikel 53 der onteigeningswet zijn
voorgesteld naar aanleiding van wenschen welke
hun grondslag vinden in de practi.ik, waaroij de
belangen van een vlotten rechtsgang eener-
zijds met die van een zekeren rechtsgang
anderzijds zijn afgewogen.
Inderdaad kan deze wijziging medebrengen
een korten stilstand in den loep van een ont-
eigeningszaak, die voor het maatschappelijk var-
keer in een geval een grooter nadeel beteeitent
dan het gevaar van eene niet in alle opzichten
verzekerde vaste lijn, waarop boven is gewezen.
Ir. verband met de beschouwingen welke ter
zake voorkomen in het voorloopig verslag, heb
ben de ministers van Waterstaat. Economische
Zaken en Justitie de laatstbedoelde wijziging
nader overwogen. Zij kwamen daarbij tot de
slotsom, dat eene mogelijkheid diende open te
blfjven voor een niet gestagneerde behandeling
van zaken, welker voortgang om bijzondere re
denen van beteekenis moet worden geacht. Het
oordeel daarover ware het best aan den president
van den Hoogen Raad over te laten,
Mitsdien is alsnog een voorstel met de strek
king om een uitzondering op de voorgedragen
„vacantieregeling" mogelijk te maken in het
ontwerp opgenomen.
.en mensch kan evenmin een pri
vaten godsdienst hebben, alsdat
hij een private zon of een private
maan heeft.
ULVENHOUT, 30 Maart 1939
Amico,
Verlejen week, op 'nen avond da'k veur 't
eerst m'n eigenste plekske-in-den-huis weer
verom had, ik 't ergste van den schoonmaak
dus weer te boven was hoorde-n-ik boven
m'n kop geregeld, zacht gestommel op zolder.
Trui zat luskes aan vitraasgordij.ntjes te
naaien: aan de tafel zat Dré lil van 'n stuk
muziek zijn clarinetpartij uit te schrijven op
kleine notenbalkvellekes, die passen in den hou
wer van z'n instrument, 't jonk hee veul pla-
zier en ambitie in den muziek! en ik eigens,
ik had m'n dagelijksch portie Weareldgif ge
slikt, ik had m'n kranten uit en vroeg toen:
„wat voert den Eeker hierboven toch uit....?"
„Oow," zee Trui seerjeus: „veur mij is ie mee
den schoonmaak zoo goed als gereed, nou gift
ie z'n eigen kamerke 'n beurt." (Ge wit, amico,
dat hokske, dat ie eigens mee Dré III getim
merd heeft.)
Ik keek haar peinzend-lachend aan en onder
wijle mompelde Dré III: „we meugen er den
dokter wel 'ns bij halen; nou den Eeker eenmaal
kalk geroken hee, wordt ie wild als ie den kwast
ziet. M'n klompen hee-t-ie ook al gewit! Tral-
lala, diedeldom, pompom!" zoo schreef ie weer
wijer.
Stroef keek Trui over heuren bril naar mijn
baaske. Maar hij schreef en zong onnoozel wijer.
„Gij meugt wel iets zeggen!" snauwde Trui.
„Diedeldom, pompom, rust!" zoo werkte
m'nen compagnon deur. En toen keek ie 'ns vra
gend naar mij.
„Neeë 't is jouw beurt," lachte-n-ik. En
pront vroeg ie toen: „wablief, Trui?"
Onderwijl gong 't zachte gestommel daar
boven z'nen gank.
„Ik zeg, gü meugt wel iets zeggen, zeg ik,"
herhaalde Trui toen. En als den Dré den zin
daarvan ontgong: „van onzen Eeker," plakte
Trui er toen nog aan. „Hee-t-ie jouw opkamer-
ke niet prachtig gewit en geverfd?? Eigens dee-
de dat nog nooit, manneke!"
„OemMan-ne-ke," monkelde Dré III nij
dig en toen: „tra-lala, tra-lala pompómpóm,
pompómpómen onderwijle prutste-mie
mee 'n dikke pen de noten op en tusschen, bo
ven en onder de notebalken.
„Ja," zoo gong Trui toen teugen mij deur,
op den Dré ketste alles af als hagel op 'n pan
nendak, „ja, 't jonk hee van alles iets overg'-
ouwen, kalk, blaauwsel, verf en zoo en daar
mee," toen wezen heur oogen lachend naar 't
gestommel boven: „daarmee knapt ie nou z'n
kamerke op!"
„Hee-t-ie nou licht?" vroeg ik.
,,'k Heb 'm die ouwe olielamp gegeven, die
vroeger vóór hong," zee Trui. „Nog 'n gèève kap
en 'nen puiken Belzen brander zaten er aan,
zoodat ie goed gesteld is. Hij is er zoo gelukkig
mee als 'n meske mee heuren eersten vrijer."
Dré III, die mee de schrijverij gereed was, had
z'n instrument van de goeie kast genomen, om
de uitgeschreven partij 'ns na te blazen op even-
tueele fouten. Maar veur ie begost, zee-t-ie:
„zijn de meskès daar zoo content mee, Opoe, mee
d'ren eersten vrijer?"
Trui kneep 'r oogen Iets dicht, schoof den bril
op heur gerimpeld veurhoofd en snibte toen ach
terdochtig: „waarom motte gij dat weten, snot-
piek?"
„Zoomaar," ketste-n-ie verom: ,,'k wou maar
zeggen, Trui daar mocht Dré I dan wel 'ns
iets meer van merkenEn lachend begost
ie te blazen, zóó hard, dat Trui gin kans had om
er overheen te bleirenl
Bedóóid heb 'k me, amico, bedóóid! Wat wordt
dat 'nen goeie veur den groentenwagel. Wedden,
dat ie de wijven aan kan 't Is 'nen gèève!
Als ik Zaterdag teugen den avond van Guusje
Verhagen thuiskwam, dan stonden ook de twee
kleine mannen gespoord en geleersd. Op z'n Zon-
dagsch; frisch, blinkend van de kuip.
„Waar gaan juilie op af, ridders?" vroeg
ik. „Ge ziet er uit of ge naar 't meske mot, zoo
blinkend en zoo gepoetst!"
Den Eeker gichelde verlegen. En den Dré zee:
„pfoeeer ik veur 'n meid m'n schoenen
poets, toe nou Opa!"
„Ha, man, zoo sprak jouw vader ook in z'nen
tijd, sjuust eender! Maar ocherm! toen ie
oew moeder éenen keer had gezienPer dag,
neeë per uur begost ie meer te blinken, den vet
ten sloeber!"
Maar toen trok Dré III wijd z'n oogen open,
sjuust of ie zeggen wou: ik docht oe verstandi
ger, Opa! En toen zee-t-ie: „noujawon
derWieske!"
„Ja," hield ik me goed: „da's waar! Dat was
'n fijn kadecke!"
„Wass?!" vroeg ie opgewonden: „wass??
Daar is toch zekers nóg gin beter en schoonder
wefke op de weareld, dan ons blonde Wieske!"
'k Stond efkes betutterd. Sodemearel, wat
houdt ie toch veul van z'n moeder, docht ik.
En Trui, Trui zéé 't. „Gij houdt maar véul van
heur, ee? Dréke?"
„Ikke wel!"
En toen, amico! Nonde, dat dee me zo'n
deugd! Toen sloeg den Eeker op den Dré z'nen
schouwer. Keek 'm seerjeus-lachend aan. Fijn
keareltje! Veul zee-t-ie nie. Maar 't loont om
deus baaske altij gade te slaan. In z'n sober ge
baar, in z'n doen-en-laten. Want ge wit, hoe
Ie eigens veur z'n moeder, daar in den woon
wagel, deur 't vuur zou gaan! En 't vroeg-wij ze
kwiedammeke verraait dat mee éen zo'nen
schouwerklop op zijnen jongen patroon. Trui
merkte 't ook. En als ze weg waren, de kleine
gasten, ze gongen samen den vulpen koopen
veur den Eeker, van Trui verdiend mee den
schoonmaak, dan keek Trui me 'ns glim
lachend en schuddebollend aan en zee: „en tóch
zijn 't goeie jong. 'k Zou ze nie geren missen,
neeë." Toen zette ze den soep te trekken veur
den anderen dag Zondag.
En ik, rijk mee m'nen Zaterdagavond, lekker
in m'n schoone ondergoed, m'n propere, zachte
wollen sokken, de stoppels van m'n gezicht
ènmee den kraakhelderen huis, deur Trui
weer 'ns „vernuuwd," of we 'r pès ingetrok
ken waren, samen, ik stak alvast 'nen Zon-
dagschen vorstenlander op. En Trui vlóóg naar
me toe mee 'n blinkend-proper assiebakske en
bekanst smeekend vroeg ze: „Dré, doe me nou
'n groot plazier en mors nie naast den kolenbak.
Deus bakske i s er veur."
„Als oewen schoonmaak gedaan is, Trui, krijg-
de 'nen schoonen volbloeier van 'nen azalea
van me!"
Toen. Ja. Afijn. Toen was 't, of we gisteren
hier veur 't eerst binnentrokken. Ha! Dat veur-
jaar, jonk! 't Stouwt nog nuuwe sappen deur
den oudsten boomkno- ;t.
„Dré," lachte Trui: „ge mot toch 'ns boven
gaan kijken, naar onzen Eeker z'n kamerke; ge
zult nie weten wat ge zi°t!"
'k Stak overnuuw m'nen vorstenlander aan
en klom naar den zolder. „Mors nie horre!"
riep ze me bezurgd na, m'nen toeteloeris!
En als ik op den zolder kwamTrui had
niks te veul gezeed. 't Heele dink had ie van
buiten groen geverfd. En pront! Maar dat was
nie alles, 't Manneke had raamkes gezaagd in
den houten wand, ter grootte van, laat Ik zeg
gen: royale loketten, van boven half rond. Deus
raamkes had ie afgebiesd mee 'ner vuurrooien
band van 'nen duim of zeuven bridte. En
veur de raamkes ja daar stond glas in!
veur de raamkes hongen vitraasgordijntjes, ge
wit wel, in tweeën, mee 'nen flaauwen boog naar
onderen open. Veur elk raamke stond 'n blom-
potje mee 'nen goudgelen crocus, die kwamen
van den erf. En stom geslagen stond 'k te kij
ken naar deusja, naar deus woonwagel-
tje! 'k Hield op den eigensten moment twee
keer zooveul van 't jonk. Wat 'n eigenaardig
zielementje! 'k Gong 'ns binnen. Stak de bron
olielamp aan, die vroeger in ons mooie kamer
had gehangen. Den koperen bal van 't olie
reservoir blonk als 'n zon. De kettingen had ie
verguld. De wanden waren gewit, helder als
blank porcelein. Maar daarmee was 't nie ge
daan! Hij had 'n helgroene lambriseering ge
schilderd, mee ook weer zo'nen vuurrooien bles,
die 't wit en 't groen scheidde. Ook van bin
nen'n woonwageltje, amico! Pront jes, op
gemaakt stond in den hoek z'n bed. 't Ledikant
zwart gelakt mee rooi décor. Boven 't bed hong
'n kruiske, van rond hout ongeschild, eiges-ge-
maakt. Bij gebrek aan 'n ..echt" lieveneerke hong
daarteugen aan gelijmd 'nen uitgeknipten Chris
tus uit een of ander gekleurd Kerstnommer.
Onbegrijpelijk schoon van eenvoud, dat groen
houten dennenkruiske mee 't pampieren corpus
teugen den sneeuwwitten wand, ros beschenen
deur 't zachte bronolielicht!
Ge meugt 't weten: 't roerde me er. stille docht
ik: wat heb ik toch eigenlijk veur 'n peerlen zie
lementje in m'n huis. En ik peisde naar 'n ster,
die daar boven me flakkerde, deur de vier gla
zen dakpannen.
Wat hong daar, onder 't kruiske? 'n Paspor
tretje. Van 'n vrouw. Ha.... me dunkt, dat was
z'n Moeder, 't Prullig fotodingske had ie gelijmd
op 'n veul te groot wit carton, „ingelijst" mee
vier verstekte ronde stukskes dennentak, vast
gespijkerd aan den wand. In den hoek had ie 'n
consolleke gemaakt. Daarop stond 'n rooi
waxinelichtje en daarachter 'n Lievrouwke, uit
geknipt, opgeplakt en zuiver gefiguurzaagd.
Langs den rand van 't consolleke had ie 'n reep-
ke kant gespannen en m'nen kop er af, als t
nie afkomstig was van 'n broek van m'nen toe
teloeris.
Ha, daar hong 'n foto van den Dré III
zijnen patroon. In 'nen ouwen vergulden hoef
ijzer van Bles!
Ik kwam nie uitgekeken. Onder die eigen
aardige raamkes mee de blompotjes stond 'n
soortement van kastje. Afgesloten mee 'n rood-
wit-geblokt Brabantsch katoentje, in scherp ge
streken plooien. Daar had Trui 'm aan gehol
pen, docht me. Ti Schoof 't gordijntje 'ns open.
De kast was 'n groote kist, pront afgewerkt en
rood geverfd en op de planken daar in aange-
brocht, stonden z'n.... studieboeken, net echt!
Op die „kast" stond 't blindgekalkte Heilig
Huishouwen, dat Trui bij 'nen vorigen schoon
maak had afgedankt, maar toch nie goed weg
had kunnen gooien. Den Eeker had de kroontjes
verguld en 't voetstuk "nen gouwen bies gegeven.
Er neffen geplotst, ter weerszoen, 'nen grooten
pijnappel, daarin 'n blanke keers geschroefd.
Wijers hongen er gekleurde prenten in eigen
gemaakte 'ijsten, allee, 'n begijntje had heur
eigen nie hoeven te geneeren veur zo'n proper
blinkend, helder en stemmig kamerke. Maar
't was 'n woonwageltje. In vurm, in kleur, èn
in dót allegaar, wat gij en ik nie mee den vin
ger kunnen aanwijzen, maar wat er toch is!
't Bonte, 't blinkende, 't kermisachtige, 't typisch
gezellige en avontuurlijke, 'tvréémde!
'k Blaasde de lamp uit, sloot 't groen-rood-
zwarte deurk? mee de vergulde contouren; stil-
lekes peinzend gong ik naar benejen.
„EnWat zegde h vanzoo vong
Trui me lachend op.
,,'t Is," zee ik: ,,'t ist is
„Ja, sjuust," zee Trui lollig: „zoo is t!"
,,'t Is'n.... woonwageltje, Trui," zee ik
seerjeus.
„Vrekja," lachte ze: „nou ge 't zegt
,,'t Is 'n aarig jonk, Trui! We motten er....
zuinig op zijn."
Trui knikte. Keek me starendaan. Knikte.
Toen: „gij denkt. Dré
„Ikik denk, Truiin dat manneke zit
iets meer, dan in ons, gewone soort van men-
schendat dénk ik."
Trui knikte. Begreep.
„Ge sprikt over 'n jaar maar 'ns mee ons
pastoorke," zee ze toen.
„Zal 'k zekers doen, Toeteloeris."
En zoo, amico, is er 'n zurgske, 'n schoon
zurgske bij gekomen op onzen ouwen dag.
We.... we zullen er zuinig op zijn. Versta-
de me?
Veul groeten van Trui, Dré III, den Eeker en
gin horke minder van oewen
t. A. r.
DRÉ.
CORRESPONDENTIE
J. A. J. R. te Brussel: Veul bedankt veur oew
schrijven en de bijlagen. Sjuust lijk ge zegt: als
gij de „Tern." toen al las, dan zijde wezenlijk
wel éen van —,'n ouwsts lezers.
Maar iets anders, Brusselschen amico! Toe,
lot me nie schrijven over zulke wantoestanden
als: dat Zeeuwsche Vlamingen alleen ter Jaar-
beurze kunnen geraken mee "n Belze bus! Ik
weet er alles van, zit ook aan de grenzen. Daar
zijn teugenwoordig zóóveul onplazierige en on
verklaarbare dingen in ons leven, dat de kran
ten er bekanst ongenietbaar deur worden! Ik
geloof *n welgevallige taak te verrichten mee
den lezers iets anders te geven, dan 't dage
lijksch „Weareldgif", lijk ik 't Nuuws beschouw.
En de lezers mee te laten leven in mijn pam
pieren veareldje, dat ik. ook veur m'n eigen,
schiep. Want den grooten werkelijken weareld-
bol wierd gaandeweg onbewoonbaarI
Hoop in den Bruxelles nog 'ns 'nen lambiek
mee oe te drinken.
DRÉ.