Militaire lessen uit den Spaanschen oorlog Engeland regeert de zeeën De zorgen van een wereldrijk FAVORIET ROYALE} HET WOORD IS AAN DE KAMER GEEN VERANDERING SINDS 1918 De bedreiging van de grootste luchtvloten Eerst rust noodig in Europa Koningin bezocht de Hofstadbloem Jhr. Mr. von Fisenne t 10 sigaartjes 25 cent Buitenlandsch overzicht Kerkelijk leven DONDERDAG 6 APRIL 1939 In Zweden wordt de gevangenis overbodig Fransche stappen te Tokio Wegens de bezetting der Spratly-eilanden Een nieuwe nazi-partij in Chili Italië vraagt olie van Mexico Zedenmisdrijf De fraude te Elburg Gewezen rijksontvanger tot zeven maanden veroordeeld C.H.V. VOOR LOODGIETERS- EN FITTERSBEDRIJF Geen verdere actie van aandeelhouders Belangstelling voor de economi sche omstandigheden der kweekers H. M. langs de inzendingen Amsterdam—Rijnkanaal In Augustus vervalt het schutten in Utrecht LANDBOUW-CRISIS-POLITIEK Vier radiovoordrachten van minister Steenberghe VIND ZE HEERLIJK EN GEURIG. VINDT ZE FORSCH EN PITTIG... ALLEN VINDEN ZE NIET DUUR! MtfV *5\C° \N^ ,\^G Bekende persoonlijkheid op Katholiek charitatief gebied PAASCHBEZOEK VAK 400 ZWITSERS NAAR DE MISSIE Missionarissen van het Goddelijk Woord BENOEMINGEN In het bisdom Roermond Op de door dr. L. N. Deckers gestelde vraag betreffende de officieele afwezigheid van Nederland bij de kroning van Z. H. Paus Pius XII heeft de minister van Algemeene Zaken dr. H. Colijn een antwoord gegeven, dat ty peerend mag heeten door zijn formalis tische kilheid. Regel is, dat Nederland zich nimmer laat vertegenwoordigen bij kroningsplechtigheden aan hoven, waar het geen diplomatieke vertegen woordiging heeft. Er was geen reden om van dezen regel af te wijken, nu in 1925 en 1926 de Tweede Kamer aan de re geering de gelden voor een gezantschap bij den H. Stoel heeft onthouden en sindsdien geen blijk heeft gegeven van een gewijzigd inzicht in dezen zin, dat de Kamer vertegenwoordiging van Ne derland bij het Vaticaan als een zaak van nationaal belang beschouwt. Colijn laadt dus de verantwoordelijkheid voor de allerpijnlijkste beschaming, welke door den voorzitter van de R.K. Staats partij op den Zondag van de Pauskro- ding plotseling aan de radio werd ge voeld en niet enkel door de Katholie ken, maar ook door vele niet-katholie- ken werd gedeeld, op de Kamer. Had de Kamer van een sinds 1925 gewijzigd inzicht doen blijken, dan zou Wellicht de regeering de vertegenwoor diging bij het Vaticaan in overweging hebben genomen. De regeering, waarin vier katholieke ministers zitten, die vol gens mr. Verschuur zulk een vertegen woordiging evenals hij zelf een staatsbe lang achten, wilde in dezen dus geen initiatief nemen uit vrees voor eenzelf de houding van de Kamer als in 1925, en een nieuwe blamage. Zij heeft dus "eifs niet gepolst of de Kamer over deze aangelegenheid nog precies zoo dacht als in 1925. Het zij zoo. Maar door het ant woord van minister Colijn en de regee- fing, die doorgaans toch niet zoo schich tig blijken voor het nemen van initiatie ven, komt ook vast te staan, dat niet van de Kamer en dus ook niet van de Katholieke fractie tijdig een geluid werd vernomen, dat de regeering kon doen veronderstellen, dat het inzicht zich ten aanzien van het belang eener Neder- landsehe vertegenwoordiging bij het Vaticaan zou hebben gewijzigd. Heel de beschaafde wereld heeft zoowel bij den dood en de bègrafenis van Paus Pius XI als bij de keuze van diens opvolger er ge tuigenis van afgelegd, dat zij de moree- 'e en diplomatieke waarde van het paus dom nog hooger aanslaat dan vroeger, alleen de Nederlandsche Tweede Kamer Uj dus ook de Katholieke fractie liet zich volgens Colijn onbetuigd en gaf hem de gelegenheid thans zijn hande» in on schuld te wasschen en de schuld van het hegeeren van de Pauskroning af te schuiven op de vertegenwoordiging des volks. Indien ooit dan moet thans en wel op korten termijn de Katholieke Kamer fractie het initiatief nemen tot een herstel van het Nederlandsche gezant schap bij den H. Stoel. Het antwoord van dr. Colijn prest haar daartoe. De door hu. Verschuur uitgesproken vrees voor hiogelijk anti-papisme mag haar nu niet hieer weerhouden. De Katholieken mogen hiet langer mede de verantwoordelijk- beid dragen voor de blamage van Ne derland en moeten nu krachtig opkomen Voor wat zij een Nederlandsch lands- en staatsbelang achten. Wordt in het ongunstigste geval het door hen te ne men initiatief niet gesteund, zoodat het geen succes boekt, dan zal het tenmin ste vast staan, waar de verantwoordelijk- beid voor zulk een échec uitsluitend moet gezocht worden. Zij zullen dan in ieder geval hun plicht hebben gedaan door het landsbelang te dienen zooals zij dat zien Intusschen is het geenszins denkbeel dig, dat zulk een initiatief wel succes zou hebben, gezien de algemeene waar- óeering voor het geestelijk gezag en de geestelijke macht van het Vaticaan in deze tijden van spanning en onrust en van zoeken naar stabiele beginselen en leerstellingen als grondslagen voor recht, rechtvaardigheid, orde, vrede en welvaart. STOCKHOLM, 6 April. In een voordracht over „de ontvolking der gevangenissen", heeft de president van het hof van beroep, Schlyter, Verklaard, dat na de talrijke strafhervormingen het aantal gedetineerden zoodanig verminderd is, dat het in een niet ver verwijderde toekomst mogelijk zal worden de grootste gevangenis van Zweden, de Langholmen te Stockholm, af te breken, zonder dat zij door een nieuwe behoeft te worden vervangen De ontvolking der gevangenissen is een ge volg van verscheidene wetgevende maatrege len. Na invoering van de nieuwe strafwet in 1931, volgens welke de opgelegde boeten gere geld worden overeenkomstig de financieele po sitie van den veroordeelde en de betaling der boeten vergemakkelijkt wordt, is het aantal ge vallen waarin boeten veranderd worden in ge vangenisstraf geleidelijk verminderd van 13.350 ir, 1932 tot 4.700 in 1938. Tot de vermindering van het aantal gedetineerden heeft voorts bij gedragen de oprichting van verbeteringshuizen Voor jongelieden, die op het verkeerde pad zijn geraakt. Voorts is het stelsel der voorwaarde lijke veroordeeling verbeterd en wordt de toe passing hiervan uitgebreid. Voor verscheidene misdaden is de straftijd sterk bekort. Van 1932 tot 1938 is het gemiddelde aantal gedetineer den in de gevangenissen gedaald van 2.250 tot 1 750, of met bijna 25 pCt. Het aantal zware misdrijven is in Zweden nooit groot geweest. Met Molenaar's Kindermeel maakt gij Uw kind sterk - stevig en kerngezond tn ditmaal ii htt kiste nu tuk tens goedkoop. Vraag vandaag nog een pakje Molenaar's Kindermeel bij Uw kruidenier of drogist en zie hoe heerlijk Uw kind het vindt. TOKIO, 6 April (Havas). Overeenkomstig de opdracht van Quai d'Orsay heeft de Fransche ambassadeur te Tokio, Henry, gisteren een be zoek gebracht aan het Japansche ministerie van Buitenlandsche Zaken, om een protest nota van zijn regeering te overhandigen tegen de Japansche maatregelen inzake de Spratly- eilanden. In antwoord op vragen van buitenlandsche journalisten heet de woordvoerder der Japan sche admiraliteit verklaard, dat de Spratly- eilanden, welke de Japansche regeering op 31 Maart j.l. geplaatst heeft onder de jurisdictie van den gouverneur-generaal van Formosa, veertien in aantal zijn. De woordvoerder ont kende, dat voor zes weken Japansche troepen op deze eilandengroep geland zijn of dat nieu we stappen gedaan zijn om de eilanden te be waken. Het gootste eiland van de groep is Nagasji- ma of het Wong-eiland, dat ongeveer 40 hectare beslaat. Sinds 1917, aldus de woord voerder, exploiteert een Japansche onderne ming aldaar de phosfaatmijnen. Hoewel defi nitieve cijfers niet beschikbaar zijn kan wel gezegd worden, dat de jaarlijksche productie aan phosfaat zeer aanzienlijk is. SANTIAGO DE CHILI, 6 April (Havas). Een aantal vroegere nationaal-socialisten, die wegens ongedisciplineerd optreden uit de Chi- leensche nationaal-socialistische partij waren verwijderd, hebben, onder leiding van Karl Keiler, een Chileen van Duitschen oorsprong, een nieuwe partij opgericht. Men brengt dit in verband met de actie inzake Patagonië. MEXICO, 6 April. (Reuter). De Italiaan- sche gezant te Mexico graaf Alberti Marcheti di Muraglio heeft den Mexicaanschen minister van Economische Zaken, Buen Rostro, namens Mussolini verzocht Italië twee en een half mil- lioen barrel stookolie te leveren in ruil tegen duizend ton kunstzijde. De 42-jarige handelaar J. 't W. te Assen is aangehouden wegens overtreding van artikel 251bis Wetboek v. Strafrecht. Het feit, dat reeds in Februari werd gepleegd en ten gevolge waarvan de vrouw is overleden, kwam door toevallige omstandigheden ter ken nis van de justitie. De verdachte, die bekend heeft, zal ter be schikking worden gesteld van den officier van justitie te Groningen. f) fi (Bijzondere correspondentie) Bijna nog meer dan de politici hebben de militairen van alle landen hun blikken gericht op het ongelukkige Spanje, waar de burger oorlog ten einde neigt. Het ging erom, vast te stellen of de nieuwste oorlogstechniek nieuwe vormen van krijgvoering geschapen heeft, en om een inzicht te krijgen in het karakter van een eventueelen toekomstigen oorlog. Op geen van beide vragen heeft deze burgeroorlog een volledig antwoord kunnen geven. Vooral de theo retici, die bijzondere verwachtingen hadden van de nieuwe soorten wapens, werden diep teleur gesteld: noch het luchtwapen, noch de gepant serde aanval brachten de groote beslissingen. De geheele strijd in Spanje bleef gelijken op dien in den wereldoorlog: een jarenlange stel lingsoorlog, onderbroken door korte offensieven, waarbij de meerderheid aan menschen en ma teriaal aan een zijde tenslotte de overwinning bracht. De Spaansche slagvelden werden dus geen generale repetitie voor een toekomstigen oorlog. Wel kan men zeggen, dat op het Spaansche strijdtooneel een repetitie gehouden werd voor het materiaal. Aan de groote massa's menschen en materiaal, die in een wereldoorlog zouden optreden, ontbrak het in Spanje; de meeste militaire mogendheden van Europa, die zich in de Spaansche kwestie gemengd hebt>en, stelden zich tevreden met het probeeren van aparte wapensoorten, en zelfs deze waren nog niet van de allernieuwste vindingen. Bommenwerpers, jachtvliegtuigen, tanks en luchtdoel- en pant- serafweer-geschut werden afwisselend beproefd; verbeteringen zijn aangebracht en men kan er zeker van zijn, dat de militaire mogendheden met de in den Spaanschen burgeroorlog opge dane ervaringen hur voordeel gedaan hebben. De eerste, belangrijke stelling, die men reeds in de eerste maanden uit deze oorlogservaring kon formuleeren, luidt: de zware mitrailleur is nog niet overwonnen. De defensieve vuurkracht der infanterie is door de mechanische wapens dermate vermeerderd, dat de beruchte „laatste 300 meter" voor de vijandelijke frontlijn slechts met de grootste verliezen aan menschen en materiaal te doorschrijden waren. Ook de ge pantserde wapens hebben daaraan niet veel kunnen veranderen. Vanzelf verstarde elke han deling in den bewegingsoorlog tot een stellings oorlog, en de ervaringen van 1918 bleken voor het grootste gedeelte ook thans nog geldend te zijn. Loopgraven en betonnen onderkomens be wezen ook na twintig jaar hun nut voor het moderne slagveld; slechts werd thans aan de machinegeweren snelvurend pantserafweerge- schut toegevoegd. De tweede stelling bleek eveneens een teleur stelling voor hen, die op een totale verandering gehoopt hadden. Gepantserde wapens hadden wel in tactisch opzicht min of meer succes, doch brachten geen operatieve overwinningen mee. In de jaren na den wereldoorlog had in den wedloop tusschen pantser en kogel de laatste overwonnen: er was een grens aan de kracht van het pantser, en zoodra deze grens overschre den was, werd de tank te log. Vervolgens ge lukte het nooit om met behulp van gepantserde troepen een diepe strook van vijandelijk ge bied te bezetten, zelfs wanneer de tanks of pantserauto's de vijandelijke weerstandsstroo- ken doorbroken hadden. De gepantserde wagens moesten al spoedig na het bereiken van de vijandelijke artilleriestellingen in voorste lijn, d.w.z. na enkele kilometers, halt houden. Eer stens omdat zij daarna opnieuw op een weer stand stuitten, en verder omdat zij het door broken gebied niet afdoende bezetten konden. De eigen infanterie kon de snelheid der gepant serde voorhoeden niet bijhouden en de nieuw te bezetten punten lagen buiten artilleriebereik: het leggen van een spervuur voor de „veroverde" strook en het tot zwijgen brengen van de vij andelijke artillerie was onmogelijk. Dus moest een groot deel van het doorbroken gebied weer blootgesteld worden aan vijandelijke tegenaan vallen, en het heele succes van de zoogenaamde doorbraken bestond uit een terreinwinst van drie tot acht kilometer. En ook de derde stelling werd een teleurstel ling: ook het luchtwapen was aan het front niet beslissend. Wel kon het den tegenstander „omlaag drukken" en schade toebrengen, maar het kon de verdediging niet zoo murw maken, dat zij stormrijp werd. Slechts in het „gevecht met samenwerkende wapens", dus dat van in fanterie, artillerie, gepantserde troepen en vlieg tuigen tezamen, konden de gewenschte succes sen behaald worden. Het luchtwapen had der halve aan beteekenis voor het front, voor zoo ver het als onmiddellijk aanvalswapen bedoeld was. verloren; altijd en op alle fronten was het de infanterie, die de zwaarste lasten van den aanval te dragen had, veroveren en bezetten moest. De machine is ook heden nog hulpmiddel gebleven; de menschelijke wil en energie be- heerschen ook heden nog het slagveld. Tot op heden blijft de regel zijn volle geldigheid be waren; de infanterie is de koningin der wa pens. Aldus heeft de oorlog van 1938 het karakter behouden van den oorlog in 1918. Zoolang het machinegeweer van den verdediger niet over wonnen is door een sterker wapen, zoolang zal het karakter van den modernen oorlog in wezen niet anders worden. Wat wel anders zal zijn in een toekomstigen wereldoorlog dan in den Spaanschen krijg, zal het uiterlijke zijn. Allereerst de massa's aan menschen en materiaal. Voor alles blijft de vraag nog open: zullen de uitgebreide verster- kingswerken overwonnen kunnen worden, of zullen zij een maandenlang verbloeden aan beide zijden tot gevolg hebber als bij Verdun? En verder: zullen de reusachtige luchtvloten hetachterland zoo murw kunnen maken, dat de fronten uit gebrek aan hulpmiddelen ineen moeten storten? Of zullen ook hier de afweer middelen zoo sterk zijn, dat het aanvalswapen te kort schiet? Op die vragen zal slechts de bloedige werkelijkheid antwoord kunnen geven. Eén ding staat echter vast. De staten, die zich beroemen op het bezit van de „sterkste luchtvloten" en daarmede andere volkeren trachten te chanteeren, hebben wapens gesmeed, die met een eigenlijken oorlog niet veel meer te maken hebben. Zij hebben instrumenten ge schapen ter vernietiging van millioenen on- schuldigen, vrouwen en kinderen. De wereld zij op haar hoede. Veertien dagen geleden eischte de officier van justitie bij de Zwolsche rechtbank een ge vangenisstraf van negen maanden tegen den gewezen rijksontvanger van Elburg D. S„ we gens verduistering van ruim f 21.000 ten nadeele van den staat. De rechtbank te Zwolle heeft heden vonnis gewezen en verdachte, die bijna vier maanden in voorarrest heeft doorgebracht, veroordeeld tot zeven maanden gevangenisstraf met aftrek van preventief. Na de op 3 April gehouden algemeene aan deelhoudersvergadering van de Centrale Han delsvennootschap voor het loodgieters- en fit- tersbedrijf in Nederland, gevestigd te Rotter dam, die namens een oppositiegroep van aan deelhouders door mr. dr. H. F. A. Vollmar te 's Gravenhage was bijeengeroepen en op welke vergadering beschuldigingen zijn geuit jegens den directeur en den accountant, is Woensdag een tweede vergadering gehouden, omdat de vorige op geenerlei wijze overeenstemming had opgeleverd ondanks het feit, dat gepubliceerd is, als zou het tegendeel het geval zijn. Op de vorige vergadering hebben raadslieden van de onderscheiden groepen voorstellen ge daan, die na ampele besprekingen zijn mislukt. Ook in deze vergadering zijn deze voorstellen nog eens ter sprake gekomen, terwijl nieuwe voorstellen gedaan werden. Er zijn harde woor den over en weer gevallen en eenige malen was hiervan een algemeen tumult het gevolg. Mr. dr. J. de Vrieze te Amsterdam, die als raadsman optrad van een gematigde oppositie groep, heeft tenslotte eenige voorstellen gedaan, waarvan het laatste te langen leste eenige in stemming vond. Na eenige discussie hierover, werd de ver- „Britannia rules the waves" het is waarlijk geen juichkreet meer, doch een samenvatting in één zin van alle zorgen, die John Buil kwel len. En dat zijn er niet weinige. Japans expansie gelukt op een gevaarlijke wijze. De oorlog, dien het met China voert, is hun een voorwendsel om telkenmale stellingen te bezetten, die de Britten zich met moeite ver. overd hadden: Hongkong; de scheepvaart op den Jangtse en verschillende andere rivieren; de handelsposities in de groote rieden van China. Langzaam maar met een dreigende zekerheid worden de Britten teruggedrongen, niet alleen economisch doch vooral ook strategisch. Uit een oogpunt van belangenpolitiek is de bezetting van Hainan door de Nippons minstens even belangrijk als de inlijving van Bohemer, en Moravië bij Duitschland; de jongste bezet ting van de Spratly-eilanden doet de Japanners weer een stap dichter naderen tot Singapore, de centrale Britsche vlootbasis, die Britsch-Indië tegen de bedreiging uit het Oosten moet bescher men. Te anderer zijde liggen de jonge staten in het Nabije Oosten: Irak, Iran en het Palestijn- sche protectoraat, waar evenmin volkomen rust heerscht. De agitatie bij den dood van koning Ghazi, waarbij een Britsch consul het leven liet. bewijst dat ook daar geheime krachten den Brit- schen invloed tegenwerken, hetgeen Londen zoo wel om de petroleum als om zijn rustigen weg naar Indië moet bedroeven; bovendien ziet het met evenveel wantrouwen naar Moskou, dat sedert lang een opvallende belangstelling voor die staten aan den dag legt, als naar andere mogendheden, die het van aanstoken verdenkt. En Palestina, een integreerend deel van de Britsche macht in de Middellandsche Zee, is nog lang niet gepacificeerd; de ronde-tafel-con ferentie heeft niet die resultaten gebracht, welke de Britten ervan verhoopten. De Italiaansche agitatie rondom het Suez- kanaal en de Roode Zee, in naam tegen Frank rijk gericht, baart Engeland evenzeer zorgen. Niet alleen, omdat deze agitatie een rechtstreek- sche bedreiging vormt van zijn Franschen bond genoot, doch ook omdat het hier wederom den zeeweg naar Indië bedreigd voelt. En die be dreiging ligt zelfs nog dichterbij: de Italianen en Duitschers hebben zich genoeglijk genesteld in Spanje; zij toonen weinig zin om hun posities daar in den steek te laten, vooral de eersten niet, die immers in Spanje „geen vreemdelingen meer zijn". Tot dusver heeft de Bi-itsche regeering ge tracht al deze gevaren te bezweren door een „verzoeningspolitiek": toegeven op punten, die geen vitaal Britsch belang schenen te raken. Zij is in haar eigen kamp gewaarschuwd, doch zij meende, dat men het van tijd tot tijd slui ten van spiedende oogen en het zenden van een cheque de vrede, haar vrede, het best gediend was. Engeland voert geen Suropeesche, doch een wereldpolitiek, en wat in de Chineesche wateren gebeurt kan voor Londen belangrijkei zijn dan kleine wijzigingen in Europeesche grenzen. Dit nu is sedert den val van Tsjecho-Slowa- kije veranderd. „Wie Bohemen bezit, beheerscht Europa", zeide een groot Duitsch staatsman en de Britten zagen na 15 Maart den Balkan' dat is de weg naar hun belangen-sfeer, voor een mogendheid met imperialistische bedoelingen openliggen. En dit niet alleen: Engeland vreesde een Duitsche herhaling van het Napoleontische avontuur; zooiets wenscht het niet meer door te maken. Het mag zijn, dat het puriteinsche geweten der Britten door de Duitsche daden gewekt is uit zijn lethargie; Chamberlain moge redevoeringen houden over de vrijheid, waarvoor Engeland desnoods wil strijden; die vrijheid der kleine volkeren is in wezen een Britsch belang. Aan de Duitsche expansie moest een einde ge maakt worden, zoodra dit Britsche belang ge vaar ging loopen, en nog op 't nippertje ont dekte Londen het zwakke punt in het Duitsche systeem: de flankbedreiging door Polen. Dit zwakke punt gaat het thans bezetten; niet om dat het den Duitschers niet hun expansie gunt, doch omdat het de rust en het evenwicht in Europa van noode heeft om voort te kunnen gaan met de beheersching der wereldzeeën- gadering geschorst en nadat partijen overleg hadden gepleegd, werd het volgende voorstel van Kcetsveld met algemeene stemmen in den vorm van een motie aangenomen. Het bestuur neemt het voorstel over, zoodat uiterlijk per 15 Mei as. 20 pet. dividend zal worden uitbetaald. Na het opmaken van de balans 193B/'39 door den neutralen accountant, zal ten minste een bedrag van 10 pet. uitgekeerd worden. Een magazijnboek zal worden aangelegd. De klacht tegen den accountant van de C. H. V. wordt ingetrokken. Het proces zal geroyeerd worden. De accountant van Koetsveld zal de balans contrcleeren. Bevorderd zal worden, dat een commissaris Benoemd zal worden, die loodgieter is. Alle aandeelhouders en raadslieden zullen naar aanleiding van wat tot nu toe gebeurd Is van verdere actie afzien. Vrijdag 21 April zal een volgende vergadering gehouden worden. H.M. de Koningin heeft hedenochtend een langdurig bezoek gebracht aan de bloemententoonstelling „De Hofstadbloem", welke in het Houtrustgebouw te Den Haag wordt gehouden. Het bericht, dat de Koningin een, bezoek aan de expositie zou brengen, had een zeer groot aantal belangstellenden naar de Houtrusthal- Ien gebracht. Reeds lang voor tien uur stroom de het publiek in drommen naar binnen en daarbij kwamen nog ettelijke duizenden school kinderen en werkloozen, zoodat de tentoon stellingshallen zeer dicht bezet waren. Hetten- toonstellingsbestuur deed alle mogelijke moeite om het publiek zoo rond te leiden, dat H.M. de Koningin bij Haar aankomst rustig de ver schillende stands zou kunnen bezoeken. Daar toe voerde men de menschenmassa tegen tien uur in een hall bijeen, zoodat het rechterge deelte van de groote ruimte geheel vrij bleef. Op dat tijdstip werd ook geen publiek meer binnen gelaten met het gevolg, dat de aan komst van Hare Majesteit buiten door vel° honderden werd bijgewoond. Te tien minuten over tien reed de auto met den koninklijken standaard voor. In de groote vestibule werd HM. de Koningin ontvangen door ir. J. M. Riemens en den heer D. Admi raal, voorzitter en secretaris van het tentoon- stellingsbestuur. Op verzoek van Hare Majes teit werden vervolgens alle bestuursleden door den heer Riemens aan Haar voorgesteld, waar na de heer Theunissen de Koningin een bou quet oranje-kleurige Bechtold-rozen aanbood. De Koningin was vergezeld door Haar hof dame jkvr. C. M. barones van Asbeck. door Haar particulieren secretaris, C. S. Sixma baron van Heemstra, kamerheer in buitengewonen dienst, door den adjudant van dienst, kapitein W. Romswinckel en den ordonnans-officier, tweeden luitenant J. J. L. baron van Lynden. H.M. de Koningin maakte een rondgang langs de inzendingen, waarbij Hare Ma jesteit zich liet voorlichten door ir. Rie mens. Iedere standhouder kreeg gelegenheid iets te vertellen over zijn inzending, waar bij telkenmale bleek hoezeer H.M. de Ko ningin op de hoogte was van bloemen en planten. Langen tijd bleef de Koningin toeven bij de inzendingen, aan welke door de jury de medailles, beschikbaar gesteld door leden van het Koninklijk Huis, waren toegekend. Hare Majesteit informeerde vol belangstelling naar de economische om standigheden van de kweekers, naar ex portmogelijkheden en naar de schade, door de kweekers tijdens de vorstperiode gele den. Herhaaldelijk uitte de Koningin Haar be wondering voor de wijze, waarop de heer Ha verman de tentoonstelling had gearrangeerd, mede ook in verband met de opstelling van de groote en kleine plastieken, welke thans voor het eerst een plaats op een bloementen toonstelling hebben gekregen. Om vijf minuten voor elf vertrok H.M. de Koningin onder enthousiast gejuich van het publiek, dat binnen en buiten de tentoonstel lingsruimte dicht opeen wachtte. In den afgeloopen nacht zijn de meeste in zendingen geheel ververscht, zoodat Hare Ma jesteit de tentoonstelling in volle pracht kon aanschouwen. Naar wij vernemen zal in Augustus a.s. het nieuwe kanaalvak UtrechtJutphaas van het AmsterdamRijnkanaal voor de scheepvaart worden opengesteld. Het schutten in „Oog in Al" te Utrecht komt dan te vervallen en de Rijn schepen zullen rechtstreeks van Amsterdam naar Vreeswijk kunnen varen. Een zeer groote tijdwinst zal hiervan het gevolg zijn. Op 8 Maart j.l. deelde minister van Buuren in zijn memorie van antwoord op de begrooting van Waterstaat aan de Eerste Kamer mede, dat het kanaalvak UtrechtJutphaas vermoedelijk in September zou worden opengesteld. Nu dit reeds in Augustus kan geschieden, demonstreert het wel den spoed, welke bij den aanleg van het kanaal betracht wordt. Naar wij nader vernemen zal de minister van Economische Zaken voor de microfoon vier radiovoordrachten houden over de landbouw- crisispolitiek en wel op Dinsdag 11 April, Vrijdag 14 April, Maandag 17 April en Vrijdag 21 April, telkenmale des avonds van 7 uur tot 7 uur 30. In de eerste voordracht zal een algemeene in leiding worden gegeven. In de volgende voor drachten zullen de akkerbouw, de veehouderij (waaronder de zuivel), de groenten-, fruit- en sierteelt, de pluimveehouderij en de visscherij worden behandeld. De bedoeling van deze voordrachten is om doel en inhoud der landbouw-crisismaatregelen voor breeden kring toe te lichten. Op vijf en zestig-jarigen leeftijd overleed te Rijswijk jhr. mr. L. E. M. von Fisenne, president van den Hoofdraad der St. Vin- centius-vereeniging en lid van Gedeputeerde Staten van Zuidholland. De overledene werd op 20 Januari 1874 te Rijswijk geboren. Na gymnasiale opleiding te Katwijk zette hij zijn studies voort te Leiden, waar hij in 1899 promoveerde tot doctor in de rechtswetenschappen. In 1907 werd hü benoemd tot lid der Gedeputeerde Staten van Zuidhol land en in 1912 tot president van den Hoofdraad der St. Vincentiusvereeniging, in welke functie hij veel en belangrijk charitatief werk verrichtte. Sinds 1929 was hij curator der Universiteit te Leiden, terwijl hij sinds 1931 deel uitmaakte van het Algemeen College van Toezicht, Bijstand en Advies op het Rijks Tucht- en Opvoedingswezen; De overledene behoorde tot de Malteezer rid ders en ontving vele hooge onderscheidingen. Jhr. von Fisenne ruste in Gods vrede. Van Vrijdag tot en met Zondag brengen rul 400 leden van het personeel der Zwitsersche mo- torenfabriek Sulzer en Co. te Winterthur, per extra-trein een bezoek aan Amsterdam, Den Haag en Scheveningen. Het hoofddoel van de reis is het bezichtigen van het s.s. „Oranje", waarvoor genoemde fabriek de motoren heeft vervaardigd, hetgeen te Winterthur een groote belangstelling voor Nederland heeft doen ont staan. De A.N.V.V. heeft zich met de voorberei ding der excursies van het gezelschap belast. In het Missiehuis der Missionarissen van het Goddelijk Woord te Teteringen werd uit Rome bericht ontvangen, dat voor de missies van de Kleine Soenda-eilanden zijn benoemd de Pa ters: N. Bot uit Wervershoof, M. Gerrits uit Rijkevoort, J. Hoeijmakers uit Horst, J. Kar- sten uit de Goorn. P. Korver uit Zwaagdijk, H. Lommen uit Tegelen, N. v. d. Molen uit Eg- mond-Binnen, Th. Rozing uit Heiloo, allen van het Gezelschap van het Goddelijk Woord. Z. H. Exc. mgr. dr. J. H. G. Lemmens, bis schop van Roermond, heeft op hun verzoek eervol ontslag verleend aan: den hoogeerwaarden hooggeleerden heer mgr. dr. P. J. M. van Gils, als bisschoppelijk inspecteur van het Kath. Lager Onderwijs, en aan de weleerwaarde heeren J. Heynen als pastoor te Heer, J. L. Röselaers als pastoor te Hoensbroek, P. H. H. Grispen als pastoor te Nieuwstadt, en heeft benoemd tot bisschoppelijk inspec teur van het Kath. Lager Onderwijs den zeer- eerwaarden heer P. H. van Nieuwenhoven, tot pastoor te Grubbenvorst den weleerw. heer H. J. Vullinghs' Heer den weleerw. heer H. L. Merkelbagh; Heerlerbaan den weleerw. heer B. Diederen; Hoensbroek (S. Joan) den weleerw. heer G. J. H. Lenders; Hoensbroek- Passart den weleerw. heer J. P. Huveneers; Limmel den weleerw. heer M. J. Colaris; Mo lenberg-Heerlen den weleerw. heer P. M. Doh- men; Nieuwstadt den weleerw. heer N. J. Mer- tens; Tegelen (H. Hart) den weleerw. heer G. H. Peeters; tot rector te Abdissenbosch (Waubach) den weleerw. heer F. J. W. Lanckohr; Sibbe en IJzeren den weleerw. heer G. A. Wolf; Hora (Sanatorium) den weleerw. heer W. G. Hal mans; tot kapelaan te Blerick (H. Antonius) den weleerw. heer H. A. C. Janssen; Kerkrade <S. Lamb.) den weleerw. heer L. J. van Eyseren; Nieuwenhagerheide den weleerw. heer C. H. E. Hoenen; Posterholt den weleerw. heer P. J. J. Pennings; Stein den weleerw. heer P. L. Tum- mers; Valkenburg den weleerw. heer G. H. Hennekens.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 9