Militaire lessen uit den
Spaanschen oorlog
Engeland regeert de zeeën
De zorgen van een
wereldrijk
FAVORIET
ROYALE}
HET WOORD IS AAN
DE KAMER
GEEN VERANDERING
SINDS 1918
De bedreiging van de
grootste luchtvloten
Eerst rust noodig in
Europa
Koningin bezocht
de Hofstadbloem
Jhr. Mr. von Fisenne t
10 sigaartjes
25 cent
Buitenlandsch overzicht
Kerkelijk leven
DONDERDAG 6 APRIL 1939
In Zweden wordt de
gevangenis overbodig
Fransche stappen
te Tokio
Wegens de bezetting der
Spratly-eilanden
Een nieuwe nazi-partij
in Chili
Italië vraagt olie van
Mexico
Zedenmisdrijf
De fraude te Elburg
Gewezen rijksontvanger tot zeven
maanden veroordeeld
C.H.V. VOOR LOODGIETERS-
EN FITTERSBEDRIJF
Geen verdere actie van
aandeelhouders
Belangstelling voor de economi
sche omstandigheden der
kweekers
H. M. langs de inzendingen
Amsterdam—Rijnkanaal
In Augustus vervalt het schutten
in Utrecht
LANDBOUW-CRISIS-POLITIEK
Vier radiovoordrachten van
minister Steenberghe
VIND ZE
HEERLIJK EN GEURIG.
VINDT ZE
FORSCH EN PITTIG...
ALLEN VINDEN ZE
NIET DUUR!
MtfV *5\C°
\N^
,\^G
Bekende persoonlijkheid op
Katholiek charitatief
gebied
PAASCHBEZOEK VAK
400 ZWITSERS
NAAR DE MISSIE
Missionarissen van het
Goddelijk Woord
BENOEMINGEN
In het bisdom Roermond
Op de door dr. L. N. Deckers gestelde
vraag betreffende de officieele
afwezigheid van Nederland bij de
kroning van Z. H. Paus Pius XII heeft
de minister van Algemeene Zaken dr.
H. Colijn een antwoord gegeven, dat ty
peerend mag heeten door zijn formalis
tische kilheid. Regel is, dat Nederland
zich nimmer laat vertegenwoordigen
bij kroningsplechtigheden aan hoven,
waar het geen diplomatieke vertegen
woordiging heeft. Er was geen reden om
van dezen regel af te wijken, nu in 1925
en 1926 de Tweede Kamer aan de re
geering de gelden voor een gezantschap
bij den H. Stoel heeft onthouden en
sindsdien geen blijk heeft gegeven van
een gewijzigd inzicht in dezen zin, dat
de Kamer vertegenwoordiging van Ne
derland bij het Vaticaan als een zaak
van nationaal belang beschouwt. Colijn
laadt dus de verantwoordelijkheid voor
de allerpijnlijkste beschaming, welke
door den voorzitter van de R.K. Staats
partij op den Zondag van de Pauskro-
ding plotseling aan de radio werd ge
voeld en niet enkel door de Katholie
ken, maar ook door vele niet-katholie-
ken werd gedeeld, op de Kamer.
Had de Kamer van een sinds 1925
gewijzigd inzicht doen blijken, dan zou
Wellicht de regeering de vertegenwoor
diging bij het Vaticaan in overweging
hebben genomen. De regeering, waarin
vier katholieke ministers zitten, die vol
gens mr. Verschuur zulk een vertegen
woordiging evenals hij zelf een staatsbe
lang achten, wilde in dezen dus geen
initiatief nemen uit vrees voor eenzelf
de houding van de Kamer als in 1925,
en een nieuwe blamage. Zij heeft dus
"eifs niet gepolst of de Kamer over deze
aangelegenheid nog precies zoo dacht als
in 1925. Het zij zoo. Maar door het ant
woord van minister Colijn en de regee-
fing, die doorgaans toch niet zoo schich
tig blijken voor het nemen van initiatie
ven, komt ook vast te staan, dat niet
van de Kamer en dus ook niet van de
Katholieke fractie tijdig een geluid werd
vernomen, dat de regeering kon doen
veronderstellen, dat het inzicht zich ten
aanzien van het belang eener Neder-
landsehe vertegenwoordiging bij het
Vaticaan zou hebben gewijzigd. Heel de
beschaafde wereld heeft zoowel bij den
dood en de bègrafenis van Paus Pius XI
als bij de keuze van diens opvolger er ge
tuigenis van afgelegd, dat zij de moree-
'e en diplomatieke waarde van het paus
dom nog hooger aanslaat dan vroeger,
alleen de Nederlandsche Tweede Kamer
Uj dus ook de Katholieke fractie liet zich
volgens Colijn onbetuigd en gaf hem de
gelegenheid thans zijn hande» in on
schuld te wasschen en de schuld van het
hegeeren van de Pauskroning af te
schuiven op de vertegenwoordiging des
volks.
Indien ooit dan moet thans en wel op
korten termijn de Katholieke Kamer
fractie het initiatief nemen tot een
herstel van het Nederlandsche gezant
schap bij den H. Stoel. Het antwoord van
dr. Colijn prest haar daartoe. De door
hu. Verschuur uitgesproken vrees voor
hiogelijk anti-papisme mag haar nu niet
hieer weerhouden. De Katholieken mogen
hiet langer mede de verantwoordelijk-
beid dragen voor de blamage van Ne
derland en moeten nu krachtig opkomen
Voor wat zij een Nederlandsch lands-
en staatsbelang achten. Wordt in het
ongunstigste geval het door hen te ne
men initiatief niet gesteund, zoodat het
geen succes boekt, dan zal het tenmin
ste vast staan, waar de verantwoordelijk-
beid voor zulk een échec uitsluitend moet
gezocht worden. Zij zullen dan in ieder
geval hun plicht hebben gedaan door het
landsbelang te dienen zooals zij dat
zien
Intusschen is het geenszins denkbeel
dig, dat zulk een initiatief wel succes
zou hebben, gezien de algemeene waar-
óeering voor het geestelijk gezag en de
geestelijke macht van het Vaticaan in
deze tijden van spanning en onrust en
van zoeken naar stabiele beginselen en
leerstellingen als grondslagen voor
recht, rechtvaardigheid, orde, vrede en
welvaart.
STOCKHOLM, 6 April. In een voordracht
over „de ontvolking der gevangenissen", heeft
de president van het hof van beroep, Schlyter,
Verklaard, dat na de talrijke strafhervormingen
het aantal gedetineerden zoodanig verminderd
is, dat het in een niet ver verwijderde toekomst
mogelijk zal worden de grootste gevangenis van
Zweden, de Langholmen te Stockholm, af te
breken, zonder dat zij door een nieuwe behoeft
te worden vervangen
De ontvolking der gevangenissen is een ge
volg van verscheidene wetgevende maatrege
len. Na invoering van de nieuwe strafwet in
1931, volgens welke de opgelegde boeten gere
geld worden overeenkomstig de financieele po
sitie van den veroordeelde en de betaling der
boeten vergemakkelijkt wordt, is het aantal ge
vallen waarin boeten veranderd worden in ge
vangenisstraf geleidelijk verminderd van 13.350
ir, 1932 tot 4.700 in 1938. Tot de vermindering
van het aantal gedetineerden heeft voorts bij
gedragen de oprichting van verbeteringshuizen
Voor jongelieden, die op het verkeerde pad zijn
geraakt. Voorts is het stelsel der voorwaarde
lijke veroordeeling verbeterd en wordt de toe
passing hiervan uitgebreid. Voor verscheidene
misdaden is de straftijd sterk bekort. Van 1932
tot 1938 is het gemiddelde aantal gedetineer
den in de gevangenissen gedaald van 2.250 tot
1 750, of met bijna 25 pCt. Het aantal zware
misdrijven is in Zweden nooit groot geweest.
Met Molenaar's Kindermeel maakt gij
Uw kind sterk - stevig en kerngezond
tn ditmaal ii htt kiste nu tuk tens goedkoop.
Vraag vandaag nog een pakje Molenaar's
Kindermeel bij Uw kruidenier of drogist
en zie hoe heerlijk Uw kind het vindt.
TOKIO, 6 April (Havas). Overeenkomstig de
opdracht van Quai d'Orsay heeft de Fransche
ambassadeur te Tokio, Henry, gisteren een be
zoek gebracht aan het Japansche ministerie
van Buitenlandsche Zaken, om een protest
nota van zijn regeering te overhandigen tegen
de Japansche maatregelen inzake de Spratly-
eilanden.
In antwoord op vragen van buitenlandsche
journalisten heet de woordvoerder der Japan
sche admiraliteit verklaard, dat de Spratly-
eilanden, welke de Japansche regeering op 31
Maart j.l. geplaatst heeft onder de jurisdictie
van den gouverneur-generaal van Formosa,
veertien in aantal zijn. De woordvoerder ont
kende, dat voor zes weken Japansche troepen
op deze eilandengroep geland zijn of dat nieu
we stappen gedaan zijn om de eilanden te be
waken.
Het gootste eiland van de groep is Nagasji-
ma of het Wong-eiland, dat ongeveer 40
hectare beslaat. Sinds 1917, aldus de woord
voerder, exploiteert een Japansche onderne
ming aldaar de phosfaatmijnen. Hoewel defi
nitieve cijfers niet beschikbaar zijn kan wel
gezegd worden, dat de jaarlijksche productie
aan phosfaat zeer aanzienlijk is.
SANTIAGO DE CHILI, 6 April (Havas).
Een aantal vroegere nationaal-socialisten, die
wegens ongedisciplineerd optreden uit de Chi-
leensche nationaal-socialistische partij waren
verwijderd, hebben, onder leiding van Karl
Keiler, een Chileen van Duitschen oorsprong,
een nieuwe partij opgericht. Men brengt dit in
verband met de actie inzake Patagonië.
MEXICO, 6 April. (Reuter). De Italiaan-
sche gezant te Mexico graaf Alberti Marcheti
di Muraglio heeft den Mexicaanschen minister
van Economische Zaken, Buen Rostro, namens
Mussolini verzocht Italië twee en een half mil-
lioen barrel stookolie te leveren in ruil tegen
duizend ton kunstzijde.
De 42-jarige handelaar J. 't W. te Assen is
aangehouden wegens overtreding van artikel
251bis Wetboek v. Strafrecht.
Het feit, dat reeds in Februari werd gepleegd
en ten gevolge waarvan de vrouw is overleden,
kwam door toevallige omstandigheden ter ken
nis van de justitie.
De verdachte, die bekend heeft, zal ter be
schikking worden gesteld van den officier van
justitie te Groningen.
f)
fi
(Bijzondere correspondentie)
Bijna nog meer dan de politici hebben de
militairen van alle landen hun blikken gericht
op het ongelukkige Spanje, waar de burger
oorlog ten einde neigt. Het ging erom, vast te
stellen of de nieuwste oorlogstechniek nieuwe
vormen van krijgvoering geschapen heeft, en
om een inzicht te krijgen in het karakter van
een eventueelen toekomstigen oorlog. Op geen
van beide vragen heeft deze burgeroorlog een
volledig antwoord kunnen geven. Vooral de theo
retici, die bijzondere verwachtingen hadden van
de nieuwe soorten wapens, werden diep teleur
gesteld: noch het luchtwapen, noch de gepant
serde aanval brachten de groote beslissingen.
De geheele strijd in Spanje bleef gelijken op
dien in den wereldoorlog: een jarenlange stel
lingsoorlog, onderbroken door korte offensieven,
waarbij de meerderheid aan menschen en ma
teriaal aan een zijde tenslotte de overwinning
bracht.
De Spaansche slagvelden werden dus geen
generale repetitie voor een toekomstigen oorlog.
Wel kan men zeggen, dat op het Spaansche
strijdtooneel een repetitie gehouden werd voor
het materiaal. Aan de groote massa's menschen
en materiaal, die in een wereldoorlog zouden
optreden, ontbrak het in Spanje; de meeste
militaire mogendheden van Europa, die zich in
de Spaansche kwestie gemengd hebt>en, stelden
zich tevreden met het probeeren van aparte
wapensoorten, en zelfs deze waren nog niet van
de allernieuwste vindingen. Bommenwerpers,
jachtvliegtuigen, tanks en luchtdoel- en pant-
serafweer-geschut werden afwisselend beproefd;
verbeteringen zijn aangebracht en men kan er
zeker van zijn, dat de militaire mogendheden
met de in den Spaanschen burgeroorlog opge
dane ervaringen hur voordeel gedaan hebben.
De eerste, belangrijke stelling, die men reeds
in de eerste maanden uit deze oorlogservaring
kon formuleeren, luidt: de zware mitrailleur is
nog niet overwonnen. De defensieve vuurkracht
der infanterie is door de mechanische wapens
dermate vermeerderd, dat de beruchte „laatste
300 meter" voor de vijandelijke frontlijn slechts
met de grootste verliezen aan menschen en
materiaal te doorschrijden waren. Ook de ge
pantserde wapens hebben daaraan niet veel
kunnen veranderen. Vanzelf verstarde elke han
deling in den bewegingsoorlog tot een stellings
oorlog, en de ervaringen van 1918 bleken voor
het grootste gedeelte ook thans nog geldend te
zijn. Loopgraven en betonnen onderkomens be
wezen ook na twintig jaar hun nut voor het
moderne slagveld; slechts werd thans aan de
machinegeweren snelvurend pantserafweerge-
schut toegevoegd.
De tweede stelling bleek eveneens een teleur
stelling voor hen, die op een totale verandering
gehoopt hadden. Gepantserde wapens hadden
wel in tactisch opzicht min of meer succes, doch
brachten geen operatieve overwinningen mee.
In de jaren na den wereldoorlog had in den
wedloop tusschen pantser en kogel de laatste
overwonnen: er was een grens aan de kracht
van het pantser, en zoodra deze grens overschre
den was, werd de tank te log. Vervolgens ge
lukte het nooit om met behulp van gepantserde
troepen een diepe strook van vijandelijk ge
bied te bezetten, zelfs wanneer de tanks of
pantserauto's de vijandelijke weerstandsstroo-
ken doorbroken hadden. De gepantserde wagens
moesten al spoedig na het bereiken van de
vijandelijke artilleriestellingen in voorste lijn,
d.w.z. na enkele kilometers, halt houden. Eer
stens omdat zij daarna opnieuw op een weer
stand stuitten, en verder omdat zij het door
broken gebied niet afdoende bezetten konden.
De eigen infanterie kon de snelheid der gepant
serde voorhoeden niet bijhouden en de nieuw
te bezetten punten lagen buiten artilleriebereik:
het leggen van een spervuur voor de „veroverde"
strook en het tot zwijgen brengen van de vij
andelijke artillerie was onmogelijk. Dus moest
een groot deel van het doorbroken gebied weer
blootgesteld worden aan vijandelijke tegenaan
vallen, en het heele succes van de zoogenaamde
doorbraken bestond uit een terreinwinst van
drie tot acht kilometer.
En ook de derde stelling werd een teleurstel
ling: ook het luchtwapen was aan het front
niet beslissend. Wel kon het den tegenstander
„omlaag drukken" en schade toebrengen, maar
het kon de verdediging niet zoo murw maken,
dat zij stormrijp werd. Slechts in het „gevecht
met samenwerkende wapens", dus dat van in
fanterie, artillerie, gepantserde troepen en vlieg
tuigen tezamen, konden de gewenschte succes
sen behaald worden. Het luchtwapen had der
halve aan beteekenis voor het front, voor zoo
ver het als onmiddellijk aanvalswapen bedoeld
was. verloren; altijd en op alle fronten was het
de infanterie, die de zwaarste lasten van den
aanval te dragen had, veroveren en bezetten
moest. De machine is ook heden nog hulpmiddel
gebleven; de menschelijke wil en energie be-
heerschen ook heden nog het slagveld. Tot op
heden blijft de regel zijn volle geldigheid be
waren; de infanterie is de koningin der wa
pens.
Aldus heeft de oorlog van 1938 het karakter
behouden van den oorlog in 1918. Zoolang het
machinegeweer van den verdediger niet over
wonnen is door een sterker wapen, zoolang zal
het karakter van den modernen oorlog in wezen
niet anders worden.
Wat wel anders zal zijn in een toekomstigen
wereldoorlog dan in den Spaanschen krijg, zal
het uiterlijke zijn. Allereerst de massa's aan
menschen en materiaal. Voor alles blijft de
vraag nog open: zullen de uitgebreide verster-
kingswerken overwonnen kunnen worden, of
zullen zij een maandenlang verbloeden aan
beide zijden tot gevolg hebber als bij Verdun?
En verder: zullen de reusachtige luchtvloten
hetachterland zoo murw kunnen maken, dat
de fronten uit gebrek aan hulpmiddelen ineen
moeten storten? Of zullen ook hier de afweer
middelen zoo sterk zijn, dat het aanvalswapen
te kort schiet? Op die vragen zal slechts de
bloedige werkelijkheid antwoord kunnen geven.
Eén ding staat echter vast. De staten, die
zich beroemen op het bezit van de „sterkste
luchtvloten" en daarmede andere volkeren
trachten te chanteeren, hebben wapens gesmeed,
die met een eigenlijken oorlog niet veel meer
te maken hebben. Zij hebben instrumenten ge
schapen ter vernietiging van millioenen on-
schuldigen, vrouwen en kinderen. De wereld zij
op haar hoede.
Veertien dagen geleden eischte de officier
van justitie bij de Zwolsche rechtbank een ge
vangenisstraf van negen maanden tegen den
gewezen rijksontvanger van Elburg D. S„ we
gens verduistering van ruim f 21.000 ten nadeele
van den staat.
De rechtbank te Zwolle heeft heden vonnis
gewezen en verdachte, die bijna vier maanden
in voorarrest heeft doorgebracht, veroordeeld
tot zeven maanden gevangenisstraf met aftrek
van preventief.
Na de op 3 April gehouden algemeene aan
deelhoudersvergadering van de Centrale Han
delsvennootschap voor het loodgieters- en fit-
tersbedrijf in Nederland, gevestigd te Rotter
dam, die namens een oppositiegroep van aan
deelhouders door mr. dr. H. F. A. Vollmar te
's Gravenhage was bijeengeroepen en op welke
vergadering beschuldigingen zijn geuit jegens
den directeur en den accountant, is Woensdag
een tweede vergadering gehouden, omdat de
vorige op geenerlei wijze overeenstemming had
opgeleverd ondanks het feit, dat gepubliceerd
is, als zou het tegendeel het geval zijn.
Op de vorige vergadering hebben raadslieden
van de onderscheiden groepen voorstellen ge
daan, die na ampele besprekingen zijn mislukt.
Ook in deze vergadering zijn deze voorstellen
nog eens ter sprake gekomen, terwijl nieuwe
voorstellen gedaan werden. Er zijn harde woor
den over en weer gevallen en eenige malen was
hiervan een algemeen tumult het gevolg.
Mr. dr. J. de Vrieze te Amsterdam, die als
raadsman optrad van een gematigde oppositie
groep, heeft tenslotte eenige voorstellen gedaan,
waarvan het laatste te langen leste eenige in
stemming vond.
Na eenige discussie hierover, werd de ver-
„Britannia rules the waves" het is waarlijk
geen juichkreet meer, doch een samenvatting
in één zin van alle zorgen, die John Buil kwel
len. En dat zijn er niet weinige.
Japans expansie gelukt op een gevaarlijke
wijze. De oorlog, dien het met China voert, is
hun een voorwendsel om telkenmale stellingen te
bezetten, die de Britten zich met moeite ver.
overd hadden: Hongkong; de scheepvaart op den
Jangtse en verschillende andere rivieren; de
handelsposities in de groote rieden van China.
Langzaam maar met een dreigende zekerheid
worden de Britten teruggedrongen, niet alleen
economisch doch vooral ook strategisch.
Uit een oogpunt van belangenpolitiek is de
bezetting van Hainan door de Nippons minstens
even belangrijk als de inlijving van Bohemer,
en Moravië bij Duitschland; de jongste bezet
ting van de Spratly-eilanden doet de Japanners
weer een stap dichter naderen tot Singapore, de
centrale Britsche vlootbasis, die Britsch-Indië
tegen de bedreiging uit het Oosten moet bescher
men.
Te anderer zijde liggen de jonge staten in
het Nabije Oosten: Irak, Iran en het Palestijn-
sche protectoraat, waar evenmin volkomen rust
heerscht. De agitatie bij den dood van koning
Ghazi, waarbij een Britsch consul het leven liet.
bewijst dat ook daar geheime krachten den Brit-
schen invloed tegenwerken, hetgeen Londen zoo
wel om de petroleum als om zijn rustigen weg
naar Indië moet bedroeven; bovendien ziet het
met evenveel wantrouwen naar Moskou, dat
sedert lang een opvallende belangstelling voor
die staten aan den dag legt, als naar andere
mogendheden, die het van aanstoken verdenkt.
En Palestina, een integreerend deel van de
Britsche macht in de Middellandsche Zee, is
nog lang niet gepacificeerd; de ronde-tafel-con
ferentie heeft niet die resultaten gebracht, welke
de Britten ervan verhoopten.
De Italiaansche agitatie rondom het Suez-
kanaal en de Roode Zee, in naam tegen Frank
rijk gericht, baart Engeland evenzeer zorgen.
Niet alleen, omdat deze agitatie een rechtstreek-
sche bedreiging vormt van zijn Franschen bond
genoot, doch ook omdat het hier wederom den
zeeweg naar Indië bedreigd voelt. En die be
dreiging ligt zelfs nog dichterbij: de Italianen
en Duitschers hebben zich genoeglijk genesteld
in Spanje; zij toonen weinig zin om hun posities
daar in den steek te laten, vooral de eersten niet,
die immers in Spanje „geen vreemdelingen meer
zijn".
Tot dusver heeft de Bi-itsche regeering ge
tracht al deze gevaren te bezweren door een
„verzoeningspolitiek": toegeven op punten, die
geen vitaal Britsch belang schenen te raken.
Zij is in haar eigen kamp gewaarschuwd, doch
zij meende, dat men het van tijd tot tijd slui
ten van spiedende oogen en het zenden van een
cheque de vrede, haar vrede, het best gediend
was. Engeland voert geen Suropeesche, doch
een wereldpolitiek, en wat in de Chineesche
wateren gebeurt kan voor Londen belangrijkei
zijn dan kleine wijzigingen in Europeesche
grenzen.
Dit nu is sedert den val van Tsjecho-Slowa-
kije veranderd. „Wie Bohemen bezit, beheerscht
Europa", zeide een groot Duitsch staatsman
en de Britten zagen na 15 Maart den Balkan'
dat is de weg naar hun belangen-sfeer, voor een
mogendheid met imperialistische bedoelingen
openliggen. En dit niet alleen: Engeland vreesde
een Duitsche herhaling van het Napoleontische
avontuur; zooiets wenscht het niet meer door
te maken. Het mag zijn, dat het puriteinsche
geweten der Britten door de Duitsche daden
gewekt is uit zijn lethargie; Chamberlain moge
redevoeringen houden over de vrijheid, waarvoor
Engeland desnoods wil strijden; die vrijheid der
kleine volkeren is in wezen een Britsch belang.
Aan de Duitsche expansie moest een einde ge
maakt worden, zoodra dit Britsche belang ge
vaar ging loopen, en nog op 't nippertje ont
dekte Londen het zwakke punt in het Duitsche
systeem: de flankbedreiging door Polen. Dit
zwakke punt gaat het thans bezetten; niet om
dat het den Duitschers niet hun expansie gunt,
doch omdat het de rust en het evenwicht in
Europa van noode heeft om voort te kunnen
gaan met de beheersching der wereldzeeën-
gadering geschorst en nadat partijen overleg
hadden gepleegd, werd het volgende voorstel
van Kcetsveld met algemeene stemmen in den
vorm van een motie aangenomen.
Het bestuur neemt het voorstel over, zoodat
uiterlijk per 15 Mei as. 20 pet. dividend zal
worden uitbetaald.
Na het opmaken van de balans 193B/'39 door
den neutralen accountant, zal ten minste een
bedrag van 10 pet. uitgekeerd worden.
Een magazijnboek zal worden aangelegd.
De klacht tegen den accountant van de C.
H. V. wordt ingetrokken.
Het proces zal geroyeerd worden.
De accountant van Koetsveld zal de balans
contrcleeren.
Bevorderd zal worden, dat een commissaris
Benoemd zal worden, die loodgieter is.
Alle aandeelhouders en raadslieden zullen
naar aanleiding van wat tot nu toe gebeurd Is
van verdere actie afzien.
Vrijdag 21 April zal een volgende vergadering
gehouden worden.
H.M. de Koningin heeft hedenochtend
een langdurig bezoek gebracht aan de
bloemententoonstelling „De Hofstadbloem",
welke in het Houtrustgebouw te Den Haag
wordt gehouden.
Het bericht, dat de Koningin een, bezoek aan
de expositie zou brengen, had een zeer groot
aantal belangstellenden naar de Houtrusthal-
Ien gebracht. Reeds lang voor tien uur stroom
de het publiek in drommen naar binnen en
daarbij kwamen nog ettelijke duizenden school
kinderen en werkloozen, zoodat de tentoon
stellingshallen zeer dicht bezet waren. Hetten-
toonstellingsbestuur deed alle mogelijke moeite
om het publiek zoo rond te leiden, dat H.M.
de Koningin bij Haar aankomst rustig de ver
schillende stands zou kunnen bezoeken. Daar
toe voerde men de menschenmassa tegen tien
uur in een hall bijeen, zoodat het rechterge
deelte van de groote ruimte geheel vrij bleef.
Op dat tijdstip werd ook geen publiek meer
binnen gelaten met het gevolg, dat de aan
komst van Hare Majesteit buiten door vel°
honderden werd bijgewoond.
Te tien minuten over tien reed de auto met
den koninklijken standaard voor. In de groote
vestibule werd HM. de Koningin ontvangen
door ir. J. M. Riemens en den heer D. Admi
raal, voorzitter en secretaris van het tentoon-
stellingsbestuur. Op verzoek van Hare Majes
teit werden vervolgens alle bestuursleden door
den heer Riemens aan Haar voorgesteld, waar
na de heer Theunissen de Koningin een bou
quet oranje-kleurige Bechtold-rozen aanbood.
De Koningin was vergezeld door Haar hof
dame jkvr. C. M. barones van Asbeck. door
Haar particulieren secretaris, C. S. Sixma baron
van Heemstra, kamerheer in buitengewonen
dienst, door den adjudant van dienst, kapitein
W. Romswinckel en den ordonnans-officier,
tweeden luitenant J. J. L. baron van Lynden.
H.M. de Koningin maakte een rondgang
langs de inzendingen, waarbij Hare Ma
jesteit zich liet voorlichten door ir. Rie
mens. Iedere standhouder kreeg gelegenheid
iets te vertellen over zijn inzending, waar
bij telkenmale bleek hoezeer H.M. de Ko
ningin op de hoogte was van bloemen en
planten. Langen tijd bleef de Koningin
toeven bij de inzendingen, aan welke door
de jury de medailles, beschikbaar gesteld
door leden van het Koninklijk Huis, waren
toegekend. Hare Majesteit informeerde vol
belangstelling naar de economische om
standigheden van de kweekers, naar ex
portmogelijkheden en naar de schade, door
de kweekers tijdens de vorstperiode gele
den.
Herhaaldelijk uitte de Koningin Haar be
wondering voor de wijze, waarop de heer Ha
verman de tentoonstelling had gearrangeerd,
mede ook in verband met de opstelling van
de groote en kleine plastieken, welke thans
voor het eerst een plaats op een bloementen
toonstelling hebben gekregen.
Om vijf minuten voor elf vertrok H.M. de
Koningin onder enthousiast gejuich van het
publiek, dat binnen en buiten de tentoonstel
lingsruimte dicht opeen wachtte.
In den afgeloopen nacht zijn de meeste in
zendingen geheel ververscht, zoodat Hare Ma
jesteit de tentoonstelling in volle pracht kon
aanschouwen.
Naar wij vernemen zal in Augustus a.s. het
nieuwe kanaalvak UtrechtJutphaas van het
AmsterdamRijnkanaal voor de scheepvaart
worden opengesteld. Het schutten in „Oog in Al"
te Utrecht komt dan te vervallen en de Rijn
schepen zullen rechtstreeks van Amsterdam
naar Vreeswijk kunnen varen. Een zeer groote
tijdwinst zal hiervan het gevolg zijn.
Op 8 Maart j.l. deelde minister van Buuren in
zijn memorie van antwoord op de begrooting
van Waterstaat aan de Eerste Kamer mede, dat
het kanaalvak UtrechtJutphaas vermoedelijk
in September zou worden opengesteld. Nu dit
reeds in Augustus kan geschieden, demonstreert
het wel den spoed, welke bij den aanleg van het
kanaal betracht wordt.
Naar wij nader vernemen zal de minister van
Economische Zaken voor de microfoon vier
radiovoordrachten houden over de landbouw-
crisispolitiek en wel op Dinsdag 11 April, Vrijdag
14 April, Maandag 17 April en Vrijdag 21 April,
telkenmale des avonds van 7 uur tot 7 uur 30.
In de eerste voordracht zal een algemeene in
leiding worden gegeven. In de volgende voor
drachten zullen de akkerbouw, de veehouderij
(waaronder de zuivel), de groenten-, fruit- en
sierteelt, de pluimveehouderij en de visscherij
worden behandeld.
De bedoeling van deze voordrachten is om
doel en inhoud der landbouw-crisismaatregelen
voor breeden kring toe te lichten.
Op vijf en zestig-jarigen leeftijd overleed
te Rijswijk jhr. mr. L. E. M. von Fisenne,
president van den Hoofdraad der St. Vin-
centius-vereeniging en lid van Gedeputeerde
Staten van Zuidholland.
De overledene werd op 20 Januari 1874 te
Rijswijk geboren. Na gymnasiale opleiding te
Katwijk zette hij zijn studies voort te Leiden,
waar hij in 1899 promoveerde tot doctor in de
rechtswetenschappen. In 1907 werd hü benoemd
tot lid der Gedeputeerde Staten van Zuidhol
land en in 1912 tot president van den Hoofdraad
der St. Vincentiusvereeniging, in welke functie
hij veel en belangrijk charitatief werk verrichtte.
Sinds 1929 was hij curator der Universiteit te
Leiden, terwijl hij sinds 1931 deel uitmaakte van
het Algemeen College van Toezicht, Bijstand en
Advies op het Rijks Tucht- en Opvoedingswezen;
De overledene behoorde tot de Malteezer rid
ders en ontving vele hooge onderscheidingen.
Jhr. von Fisenne ruste in Gods vrede.
Van Vrijdag tot en met Zondag brengen rul
400 leden van het personeel der Zwitsersche mo-
torenfabriek Sulzer en Co. te Winterthur, per
extra-trein een bezoek aan Amsterdam, Den
Haag en Scheveningen. Het hoofddoel van de
reis is het bezichtigen van het s.s. „Oranje",
waarvoor genoemde fabriek de motoren heeft
vervaardigd, hetgeen te Winterthur een groote
belangstelling voor Nederland heeft doen ont
staan. De A.N.V.V. heeft zich met de voorberei
ding der excursies van het gezelschap belast.
In het Missiehuis der Missionarissen van het
Goddelijk Woord te Teteringen werd uit Rome
bericht ontvangen, dat voor de missies van de
Kleine Soenda-eilanden zijn benoemd de Pa
ters: N. Bot uit Wervershoof, M. Gerrits uit
Rijkevoort, J. Hoeijmakers uit Horst, J. Kar-
sten uit de Goorn. P. Korver uit Zwaagdijk, H.
Lommen uit Tegelen, N. v. d. Molen uit Eg-
mond-Binnen, Th. Rozing uit Heiloo, allen van
het Gezelschap van het Goddelijk Woord.
Z. H. Exc. mgr. dr. J. H. G. Lemmens, bis
schop van Roermond, heeft op hun verzoek
eervol ontslag verleend aan:
den hoogeerwaarden hooggeleerden heer
mgr. dr. P. J. M. van Gils, als bisschoppelijk
inspecteur van het Kath. Lager Onderwijs, en
aan de weleerwaarde heeren J. Heynen als
pastoor te Heer, J. L. Röselaers als pastoor te
Hoensbroek, P. H. H. Grispen als pastoor te
Nieuwstadt,
en heeft benoemd tot bisschoppelijk inspec
teur van het Kath. Lager Onderwijs den zeer-
eerwaarden heer P. H. van Nieuwenhoven,
tot pastoor te Grubbenvorst den weleerw.
heer H. J. Vullinghs' Heer den weleerw. heer
H. L. Merkelbagh; Heerlerbaan den weleerw.
heer B. Diederen; Hoensbroek (S. Joan) den
weleerw. heer G. J. H. Lenders; Hoensbroek-
Passart den weleerw. heer J. P. Huveneers;
Limmel den weleerw. heer M. J. Colaris; Mo
lenberg-Heerlen den weleerw. heer P. M. Doh-
men; Nieuwstadt den weleerw. heer N. J. Mer-
tens; Tegelen (H. Hart) den weleerw. heer G.
H. Peeters;
tot rector te Abdissenbosch (Waubach) den
weleerw. heer F. J. W. Lanckohr; Sibbe en
IJzeren den weleerw. heer G. A. Wolf; Hora
(Sanatorium) den weleerw. heer W. G. Hal
mans;
tot kapelaan te Blerick (H. Antonius) den
weleerw. heer H. A. C. Janssen; Kerkrade <S.
Lamb.) den weleerw. heer L. J. van Eyseren;
Nieuwenhagerheide den weleerw. heer C. H. E.
Hoenen; Posterholt den weleerw. heer P. J. J.
Pennings; Stein den weleerw. heer P. L. Tum-
mers; Valkenburg den weleerw. heer G. H.
Hennekens.