DANK ZIJ „Het belang liegt nooit" De „bekeering" van Churchill Een herdenkingsdag voor Pater Damiaan DE TAAK VAN ONZE STATEN Engeland en de duce DE APOSTEL VAN HET MELAA TSCHENEILAND Buitenlandsch Overzicht VRIJDAG 14 APRIL 1939 Vrijstelling wegens broederdienst Een nadere regeling vastgesteld Spoorbrug bij Velsen gaat verdwijnen Tunnelplannen nemen vastere vormen aan Tweede radio-rede van minister Steenberghe De maatregelen ter zake van den akkerbouw Nederlandsch gezant in Spanje Benoeming van mr. Schalier tot Peursum te wachten RADIOZENDER WERD MISBRUIKT Gedachtenwisseling met particu lieren werd uitgezonden Nog steeds Tsjechische vluchtelingen Verzorging van Nederlandsche zijde 3000 candidaten Voor de S90 zetels in de Provinciale Staten Schilder gevallen en op slag gedood RESULTATEN VAN HET BOEKJAAR 1938 VRAAGT HET VERSLAG! Deze rust thans in klooster te Leuven Intern. Unie van Kath. Vrouwen bij den Paus Enthousiaste meisjes verbraken het cordon der Zwitsers Diploma ziekenverpleging Een der beste vliegende blaadjes, welke de R. K. Staatspartij heeft uitgegeven met het oog op de ko mende Statenverkiezingen, is dat. waarin zij een beknopt, duidelijk overzicht geeft van het belang dier verkiezingen en de vele taken der Staten. De Provinciale Staten, welke straks gekozen gaan wor den, zullen in 1941 de Eerste Kamer sa menstellen. De Eerste Kamer, die zelf geen wetten kan indienen, kan wel wet ten afstemmen en tegenhouden. Zij kan dus een hinderpaal en een rem worden voor vooruitstrevend en opbouwend werk van Tweede Kamer en regeering, maar ook een nuttig veiligheidsapparaat ter voorkoming van al te wilde experimen ten en ter beteugeling van al te licht vaardig genomen initiatieven op wet gevend gebied. In Juli a.s. zullen de Provinciale Staten de Colleges van Ge deputeerden moeten kiezen, welke colle ges het dagelijksch bestuur vormen van de provincie en o.m. toezicht uitoefenen op de gemeentebesturen. Naast deze hoogstbelangrijke bevoegdheden bezit ten de Staten nog tal van andere, die geenszins van algemeen belang zijn ont bloot. Zij bemoeien zich met de water schappen, de provinciale wegennetten, de lichamelijke en geestelijke volksge zondheid, onderwijssubsidies, landbouw- onderricht, streekplandiensten, natuur schoon en monumentenzorg, borgstel lingsfondsen voor den middenstand, water- en electriciteitsvoorziening, vreemdelingenverkeer, werkverschaffing en werkverruiming door ontginningen, inpolderingen, industrialisatie enz. Te recht vestigt het pamflet er de aandacht op, dat bij vrijwel ieder punt, bij vrijwel ieder vraagstuk staatkundige, geeste lijke en moreele beginselen op den voorgrond treden, maar behalve deze beginselen staan ook groote sociale en economische belangen op het spel. Even als het den katholieken niet onverschil lig mag zijn, door wie en hoe ons land zal worden geregeerd, mogen zij niet onverschillig staan tegenover de vraag, door wie en hoe de verschillende gewes ten van ons land en de gemeenten zullen worden bestuurd. De Statenverkiezingen vertegenwoordigen een belangrijk onder deel van het algemeene landsbelang. De landsregeering en het provinciale bestuur moeten een harmonisch, door dezelfde beginselen en inzichten geleid, geheel vormen om goed en doelmatig werkzaam te kunnen zijn voor het alge meen welzijn. Wij, katholieken, hebben dus ook ten opzichte van de Provinciale Statenverkiezingen evenzeer als ten aanzien van de algemeene parlements verkiezingen den onafwijsbaren plicht aan de stembus te zorgen voor een zoo groot mogelijke versterking van den in vloed van onze levenomvattende en richtinggevende beginselen tot heil van land en volk, van gewest en stad. De Katholieken van Nederland moeten en kunnen den 19den April dien onafwijs baren plicht alléén vervullen door zon der uitzondering katholieken te stem men. Katholieken stemmen katholieken. Dat zij ons devies en onze daad. M- Hoewel reeds bij de wet van 21 Februari 1938 de Dienstplichtwet belangrijk werd gewijzigd, bleven de voorschriften met betrekking tot vrij stelling wegens broederdienst nog steeds onver anderd. In dit hiaat is thans voorzien door de afkondiging van het Kon. Besl. opgenomen in Stsbl. 582. Wij laten de voornaamste wijzigin gen volgen: De aanvraag om vrijstelling van den dienst plicht, wordt buiten behandeling gelaten, in. dien het geldt een aanvraag om vrijstelling we gens broederdienst voor een ingeschrevene, die reeds om een andere reden is vrijgesteld of die krachtens een vrijwillige verbintenis behoort tot de land- of de zeemacht of tot de overzee- sche weermacht. Voor de toepassing der voorschriften inzake broederdienst, wordt onder het jaar van in schrijving voor den dienstplicht, ten aanzien van een persoon, die wordt ingeschreven na de opening van het inschrijvings-register en voor 1 Januari daaraanvolgend, verstaan het jaar, volgende op dat, waarin zijn inschrijving ge schiedde. Uit de verklaring betreffende broederdienst, op te maken door den burgemeester, moet zoo veel mogelijk blijken, wie van de broeders van den ingeschrevene op 1 October van het jaar van zijn inschrijving voor den dienstplicht, ver keerden in een geval, als bedoeld in art. 20 3e lid, a of b der Dienstplichtwet. (Bedoeld wordt, wie tot gewoon dienstplichtige was bestemd, of als vrijwilliger tot de land- of de zeemacht be hoort). Ook moet uit de verklaring blijken, wie van de broeders van den ingeschrevene, vóór 1 April van het jaar, volgende op dat van zijn inschrijving voor den dienstplicht, verkeerden in een geval, als bedoeld in art. 20, 3e lid, e, d of e der wet. (Hiermede wordt bedoeld, dat opgegeven moet worden, wie dertig dagen in werkelüken dienst zijn geweest, wie militair pensioen geniet of heeft genoten en wie gedu rende zijn werkelijken dienst is overleden). Tenslotte moet worden opgegeven, hoeveel broeders, half-broeders, stlef-broeders, zusters, half-zusters of stiefzusters de ingeschrevene op 1 October van het jaar van zijn inschrijving be zat. Het gewijzigd 2e lid van art. 23 luidt thans als volgt: „Voor zooveel de wensch vrijstel ling te verkrijgen niet reeds bij de inschrijving voor den dienstplicht is te kennen gegeven, geschiedt de aanvraag tusschen 16 en 30 April van het jaar, volgende op dat der inschrijving. Door of vanwege den ingeschrevene worden de opgaven verstrekt, welke de burgemeester be hoeft Om de in het 1ste lid bedoelde verklaring te kunnen opmaken." Aan alt. 23 worden twee nieuwe leden toege voegd, luidende als volgt: „Onder tot een ge zin behoorende kinderen worden verstaan de broeders, halfbroeders, stiefbroeders, zusters, halfzusters en stiefzusters van den ingeschreve ne, óók indien zij niet met dezen samenwonen. Met-wettige kinderen worden te dezen aanzien niet medegeteld. Onder stiefbroeder of stiefzus ter van den ingeschrevene wordt verstaan het kind, geboren uit een vorig huwelijk van hem of haar, die met de moeder of den vader van den ingeschrevene gehuwd is, of geweest is." „De grootte van een gezin wordt beoordeeld naar den toestand op 1 October van het jaar, waarin de belanghebbende voor den dienstplicht werd ingeschreven." Als zeker kan thans worden aangenomen, dat de spoorwegbrug bij Velsen in de toekomst zal gaan verdwijnen, daar de plannen vast staan om het spoorwegverkeer tusschen Velsen en Beverwijk via een specialen spoorwegtunnel te leiden. Het ligt dan in de bedoeling deze spoor wegtunnel, evenals de daarnaast geprojecteerde verkeerstunnel ten Oosten der bestaande ponten te maken. Hierdoop zullen ook in den spoorweg dienst de kleinere stations als Driehuis- Westerveld, Zeeweg en Velsen-IJmuiden-Oost Piet meer aan de lijn Haarlem-Uitgeest komen te liggen. Ook de plannen der luchtverversching in de tunnels, alsmede dé verlichting, nemen steeds vastere vormen aaif. Aan beide kanten van het Noordzeekanaal zullen naar alle waarschijnlijk heid z.g. dwaxsventilatiegebouwen worden opge trokken, waarbij krachtige machines en pompen noodig zullen zijn om de enorme hoeveelheid lucht te ververschen. Hedenavond van 7 tot 7.30 uur zal de mi nister van Economische Zaken zijn tweede ra dio-voordracht over de landbouwcrisis-politiek houden, over alle drie de Nederlandsche zen ders. De minister zal dezen avond in het bij zonder de maatregelen terzake van den akker bouw bespreken. Naar wij vernemen, is dezer dagen de be noeming te verwachten van mr. C. H. J. Schul- ler tot Peursum, thans gezant te Rio de Ja neiro, tot Hr. Ms. Gezant in Spanje. Wall Dlsn«y Mlcleey Mouse S. A „Je hebt me gevraagd, hoe ik er in slaag de teint der jeugd te behou den. Hier is mijn antwoord": „Ik masseer mijn gezicht, hals en schouders 's morgens en 's avonds met het overvloedig schuim van Palmolive, de olijf- olie-zeep. Door deze natuur lijke schoonheidsbehandeling blijft mijn teint jeugdig en frisch en mijn huid fluweel zacht. Volg mijn voorbeeld!" „Heusch, wanneer men als vrouw wil behagen, is een mooie teint een eerste vereischte. Ik ben dan ook werkelijk enthousiast over de olijf olie-schoonheidsbehandeling van Palmolive!" VOOR DE KINDEREN- SNEEUWWITJE EN DE 7 DWERGEN I Een stel van 6 prachtige, in kleuren gedrukte uü- knipkaarten met voorstellingen van Sneeuwwitje, den Prins, de 7 dwergen en de dieren uit het woud (in totaal 32 figuren), speciaal door Walt Disney voor Palmolive geteekend, wordt U toegezon den, tegen 2 postzegels van 5 ct. en 3 zwarte Pal mol ive- bandjes Stuurt Uw aanvraag aan Palmolive Aid. 1 3 Postbus 635. Amsterdam-Centrum. De dienst der P. T. T. te Batavia constateer de een ernstig misbruik van de zendvergun ningen der Bataviasche Radio Vereeniging, be richt de Telegraaf. De technische commissaris van die vereeniging gebruikte 's nachts den zender voor clandestiene gedachtenwisseling met particulieren in de buitengewesten. Deze zaak heeft geen politieke beteekenis, doch tegen den commissaris, die op dit gebied herhaaldelijk te kort schoot, wordt een justi- tieele vervolging ingesteld, terwijl de Bat. Ra dio Vereeniging de waarschuwing ontving, dat bij herhaling van het voorgevallene de zend vergunning zal worden ingetrokken. Zooals wij reeds eerder hebben gemeld, bevin den zich te Bentheim nog 20 en te Rheine nog 120 Tsjechische vluchtelingen. Het getal ver meerdert eiken dag met enkelen, omdat zij die te Oldenzaal worden teruggewezen, daar voor- loopig blijven. Het zijn meest hulpbehoevende menschen, die geen geld te hunner beschikking hebben. Op lofwaardige wijze hebben de ge meentebesturen van Bentheim en Rheine de emigranten van voedsel en nachtleger voorzien, doch Donderdag werd hun medegedeeld, dat dit met enkele dagen een einde zou nemen. De men schen zouden daardoor in een precaire positie komen, daar zij in deze Dultsche grensplaatsen hun toelating in Engeland afwachten en zich nu verplicht zouden zien naar Tsjecho-Slowakije terug te keeren. Daarom werd een uit hun midden afgevaar digd naar burgemeester Bloemen te Oldenzaal, wiens krachtdadige medewerking reeds over de grens bekend is. De heer Bloemen stelde zich in verbinding met het Algemeen Ned. Vluchtelingencomité te Amsterdam. Het resultaat was, dat dit comité thans de verzorging der vluchtelingen in de Duitsche grensplaatsen op zich genomen heeft, zoodat zij voorloopig daar kunnen blijven. Inmiddels wordt er krachtig bij de Engelsche regeering op aangedrongen, om verandering in den toestand te krijgen. Wel is het Engelsche vluchtelingencomité bereid, de emigranten van witte kaarten te voorzien, welke toelating in Engeland waarborgen, maar de Nederlandsche regeering erkent deze kaarten niet en verlangt, vermoedelijk in verband met den internationalen toestand, een Engelsch visum in het paspoort, alvorens toestemming voor doorreis door Ne derland wordt gegeven. Naar we nader vernemen is hedenmorgen in Oldehzaal wederom een zeventigtal Tsjechische vluchtelingen gearriveerd, van wie er dertig naar Duitschland moesten worden terug gezon den. Vermoedelijk hebben dezen zich in Rheine bij hun wachtende lotgenooten gevoegd. De ove rigen, wier papieren wel in orde waren, zullen vandaag nog doorreizen. De verkiezingsdienst van het A. N. P. deelt mede: Bij de Woensdag 19 April te houden ver kiezing van leden der Provinciale Stater, zullen in totaal 2974 candidaten dingen naar de 590 zetels, welke in de Staten van alle elf provinciën te bezetten zijn. Het aantal partijen en groepen, dat in het politieke strijdperk treedt, bedraagt 22. Hiervan hebben de tien partijen, die thans in de Twee de Kamer vertegenwoordigd zijn, voor de ver kiezing in alle Staten candidaten gesteld. De overige twaalf partijen en groepen nemen mee- rendeels slechts in een enkele provincie aan de Statenverkiezingen deel. Donderdagmiddag omstreeks half vier is een ongeveer 30-jarige schilder op de fabriek van Werkspoor te Utrecht tijdens het verrichten van werkzaamheden van een der gebouwen ge vallen en op slag gedood. VERZEKERD KAPITAAL RUIM f 458.000.000,- NETTO-PREMIE RESERVE RUIM f 143.500.000,- EXTRA RESERVE RUIM f 9.600.000,- MAATSCHAPPELIJK KAPITAAL (VOLGESTORT) f 1.800.000,— Alweer een verklaring van Chamberlain, denkt de verontruste lezer, die de landkaart beziet om de landen te tellen, die nog niet agressie-proof zijn. Doch behalve de twee ga ranties staan er nog heel wat belangwekkende dingen in Chamberlain's rede van gistermiddag, die elk op zich de moeite van een beschouwing waard zijn. Alleen reeds het verslag van de twee lezingen, die over het Albaneesche avon tuur te Londen zijn voorgelegd, en de korte Britsche commentaar daarop zijn een overwe ging waard. Doch het meest belangwekkende stond niet in de rede, doch kwam erna de uiteenzetting, -waarin Churchill zijn „bekeering" tot het regeeringsstandpunt den volke bekend maakte. Ook dit was niet eens verrassend meer na het min of meer opzienbarend artikel, dat deze verbeten tegenstander van Chamberlain's ver zoeningspolitiek gisteren in de Daily Telegraph publiceerde over de verhouding EngelandIta lië, een beschouwing, die men in nauw verband kan brengen met Chamberlain's verklaring over het Britsch-Italiaansche verdrag en diens al gemeene houding tegenover Mussolini. Chur chill's artikel is geïnspireerd op een citaat van wijlen den hertog van Marlborough: „Het be lang liegt nooit", een stelregel, dien hij als grondpijler van elk diplomatiek beleid wil laten gelden. Zijn betoog komt hierop neer: In gevai van een gewapend conflict zijn er twee moge lijkheden: de „as" wint, of de „as" verliest. In het eerste geval garandeert de kennis, die men van de huidige Duitsche mentaliteit heeft, dat Italië een onbeteekenend aanhangsel wordt van een Europa overheerschend Derde Rijk in het andere geval zal het veel kwetsbaarder Italië ontzaglijk meer van een oorlog te lijden hebben. Voegt men daaraan toe, dat het Ita- liaansche volk ondanks alle propaganda slechts „met bloedend hart" tegen het Westen ten oor log zal trekken, dan is het duidelijk, dat het een Italiaansch belang is, op het critieke oogen- blik de as te laten breken. Men ziet: een voor den alle dictators wan trouwenden Churchill nogal verrassend be toog, waarin hij tot op den bodem der dingen gaat om zich tenslotte met Chamberlain te ver zoenen; hetgeen hem thans, nu de man van de „peace in our time" zich steeds meer bereid toont, ook de mogelijkheid van een gewapend conflict onder de oogen te zien, gemakkelijk valt. In verband hiermede kan men wij zen op het bericht, dat wij heden uit Londen ontvingen, omtrent de verwachting van de instelling van een reeds zoo lang gevraagd ministerie van oorlogsmateriaal, waarvan Churchill de leiding zou krijgen. Dit behoeft geenszins uitgelegd te worden als een omkooping van Chamberlain's meest ver woeden tegenstander: veeleer, dunkt ons, be- w'jjst dit dat de weg, dien Chamberlain in sloeg, dien van Churchill nadert. Niettemin is ook Churchill's devies: „Het belang liegt nooit" aan critiek onderhevig. De vraag, waar alles op neerkomt, is: ziet Musso lini zijn belang zóó in? Aangenomen, dat de Britsche voorstelling daarvan juist is hetgeen men wel mag toegeven de berichten, die men af en toe van den Duce krijgt, schijnen erop te wijzen, dat deze een zelfs voor zijn meest intieme raadgevers onbegrijpelijke houding aanneemt; en de stafbesprekingen van Inns- briick, die in het overleg met Goering een voortzetting vinden, doen de veronderstellingen in een geheel andere richting gaan. Er is nog iets: sedert Mussolini met Hitlei de as smeedde, is hij, die voordien een meester was in het voeren van de meest soepele en ver rassende politiek, langzaam maar zeker vastge klonken aan het starre Duitsch-Italiaansche instrument, dat de Duitsche belangen diende, terwijl Italië de kruimels mocht oppikken, die van den welvoorzienen Germaanschen disch vielen. Nu moet men toegeven, dat Chamber lain's hardnekkige verzoenings-politiek ten aan zien van Rome den Duce nog één kans geeft: het op het laatste oogenblik verlaten van de asformatie, in welbegrepen eigenbelang. Doch denkt de vreedzame Chamberlain, en met hem Churchill, niet al te zeer in oor logstermen? Immers, zoolang het bfj over en weer redevoeringen uitspreken blijft, behoudt de Duce zijn kans, de „as" in dienst te stellen van zijn, ook welbegrepen, belang, daar Londen het, in de hoop op een asbreuk in een oorlog, er niet op aan durft te laten komen voor goed den Duce den terugweg af te snijden. Zoo gezien blijft het voordeel aan de zijde van Mussolini. Doch Chamberlain sleepte er althans nog dit uit, dat hij mogelijk Spanje van de „vrijwilligers" bevrijdt. Het terugtrekken van deze troepen wordt min of meer als criterium gesteld voor het al of niet dichtslaan van de deur: aldus zet hij Mussolini het mes op de keel. En deze winst is Albanië wel waard; want hoezeer de gemoederen gekwetst zijn door de Italiaansche agressie, dit kleine land, dat reeds feitelijk een Italiaansch protectoraat was, be vatte eigenlijk géén Britsch belang. En, zooals ChurchUl zegt: het belang liegt nooit. Op 15 April 1889, dus vijftig jaar geleden, stierf Pater Damiaan de Veuster S.S.C.C., de melaatschenapostel van Molokai, na een leven vol opoffering en lijden. Bij den vijftigsten sterfdag van dezen held richten onze blikken zich weer naar zijn leven en voorbeeld, en ondanks de po litieke spanning willen wij een oogenblik denken aan dezen heldenmoed, die in onze tijden zoo zeldzaam en toch zoo onmisbaar is. Want alleen deze kan aan onze verziekte wereld uiteindelijk de redding brengen. Op 33-jarigen leeftijd biedt Pater Damiaan zich vrijwillig aan, om op het eiland Molokai, het zoogenaamde „eiland der vervloekten", hulp te gaan verleenen aan de melaatsche ballingen. De voorstellen van zijn vrienden, zich op gezette tijden te laten aflossen, wijst hij af. In de zestien jaren, waarin hij het leven van de melaatschen heeft gedeeld, trof ook hem de bittere wet die aan de melaatschen het verlaten van het eiland verbiedt. Hij sterft zelf me- laatsch, verlamd, bijna blind, na een leven vol nederige zelfverloochening en grooten eenvoud. Ontroerend en eenvoudig beginnen zijn brieven aan zijn oversten met de woorden: „Wij, me laatschen Pater Damiaan heeft zijn heldenmoed in dienst gesteld van God en de zielen. In 1840 werd hij t$ Tremeloo geboren als de zevende zoon van een korenhandelaar. Hij groeide op als een vroolijke jongen. Zijn vadei wilde van hem een korenhandelaar maken, maar Jozef de Veuster zoo was zijn wereld naam volgde het voorbeeld van een zijner broers en trad in het klooster der Paters der Heilige Harten van Jezus en Maria in Leuven. Zijn naam werd: broeder Damiaan. Hij leerde Latijn, om toegelaten te worden tot het Novi ciaat van de Paters. Damiaan was geen licht in de theologische wetenschappen, maar hij was geroepen om een licht te worden van naasten liefde. In het jaar 1863 zou zijn broer vertrekken naar de missie van de Sandwicheilanden. Maar deze werd ziek. Pater Damiaan vroeg en kreeg het verlof van zijn oversten om de plaats van zijn broer in. te nemen. „Gaan in de plaats van een anderNog meermalen zou dit woord van pas komen. Hij werd uitgezonden naar de Hawai-eilanden. Een van zijn mede-broeders scheen lichamelijk niet opgewassen te zijn voor zijn taak in het Kohala-district. Pater Damiaan nam zijn plaats in. Zijn levenswerk komt nader bij. Rond 1870 werden de Sandwicheilanden ge teisterd door een epidemie van de vreeselijke melaatschheid. De zieken werden onmiddellijk overgebracht naar het eiland Molokai en teer den daar weg in de meest rampzalige omstan digheden. Er is geen orde of verpleging. Het einde der ongelukkigen is hartverscheurend. Pater Damiaan vraagt hierheen te mogen gaan, om te werken en te troosten, te redden voor het leven en voor God. Hij weet wat dit beteekent. Kort tevoren had hij nog aan zijn familie geschreven: „De melaatschheid grijpt ook hier om zich heen. Een groot aantal in boorlingen is reeds door deze ziekte aangetast. Men sterft er niet onmiddellijk aan, maar ge nezingen komen zelden voor. De ziekte is uiterst besmettelijk." Hij wist dus wat hem te wachten stond, toen hij zich als vrijwilliger aanbood voor het werk op Molokai. Op 10 Mei 1873 scheepte hij zich in in de haven van Kalaupapa en. hij betreedt het zoo genaamde „kerkhof der levenden" met zijn brevier als eenig bezit. Zijn dagen verdeelt hij tusschen het melaatschenhuis en de armzalige hutten van 800 zieken. Hij moet gewennen aan een verpestende lucht. In het jaar 1876 merkte hij op zijn lichaam verdachte plekken. Hij zet zijn offerleven door. In 1882 schrijft hij aan zijn bisschop, dat hij door dezelfde ziekte is aange tast. Hij schrijft met rustigen moed: „Wij, me laatschenTot de zieken van Molokai ju belen zijn woorden: „Broeders!" Want werkelijk is hij hun broeder geworden in smart en lijden. Eenzelfde pijn, eenzelfde verrotting van het lichaam, eenzelfde dood Hij reorganiseert het melaatschentehuis. De benoodigde gelden worden hem toegezonden van alle landen der wereld door medelijdende menschen zonder onderscheid van geloofsbelij denis. Zestien jaar lang was hij een steun en een troost voor de melaatschen, acht jaren heeft hij hun lijden aan zijn eigen lichaam gevoeld. Zijn heldenmoed was van langen duur. Het was geen hysterische bevlieging, het was een onver woestbaar enthousiasme voor God, terwijl zijn vleesch centimeter voor centimeter wegrotte, terwijl zijn handen en voeten tot stompjes bloe dend vleesch werden, uitgezonderd de eene vin ger, waarmede hij in zijn priesterleven de H. Hostie zoovele malen had aangeraakt. Het stoffelijk overschot van Pater Dami aan werd in het voorjaar van 1936 vanuit de Hawai-eilanden overgebracht naar zijn Belgisch vaderland. Toen Kardinaal Van Roey voor de eerste maal sprak over de terugbrenging van het lichaam van Pater Damiaan, ontving hij den steun van twee staatshoofden, Koning Leopold van België en President Franklin Roosevelt. Met vor stelijke eer werd het soffelijk overschot van den boerenzoon overgebracht. Een kruiser van de Amerikaansche vloot bracht de zerk naar Cristobal, vanwaar deze aan boord ge bracht werd van het Belgische schoolschip „Mercator". In het klooster van de Paters der H.H. Harten van Jezus en Maria te Leuven heeft de „Held van Molokai" nu zijn laatste rustplaats gevonden. 3» Onze Romeinsche correspondent seinde ons hedenmiddag: Hedenmorgen heeft de H. Vader de deel neemsters aan het congres van de Int. Unie van Katholieke Vrouwen in audiëntie ont vangen. De H. Vader werd toegesproken door mevr. SteenbergheEngering, presidente der Unie, en mej. C. de Hemptinne, presidente van de jeugd- actie der Unie. De verschillende vertegenwoordigingen dezer sectie boden den H. Vader nationale Maria beelden aan. Zoo bood de Nederlandsche ver tegenwoordiging een copie aan van Maria Ster- re der Zee, het Maastrichtsche genadebeeld. In Zijn toespraak wees de Heilige Vader op het belangrijke apostolaat, hetwelk de vrouwen en meisjes in de wereld konden verrichten, waarbij Hij o. a. St. Paulus aanhaalde. Dat apostolaat moet onderworpen zijn aan de di rectieven van het Episcopaat en het huldig congres te Rome strekt dan ook slechts ter in formatie. De H. Vader zegende de katholieke vrouwen beweging van ganscher harte. Toen de H. Vader de audiëntie-zaal verliet, verbrak een aantal enthousiaste meisjes het cordon der Zwitsers, met het gevolg, dat in de zaal, grenzende aan de audiëntie-zaal, de H. Vader Zich plotseling door een groote groep meisjes omringd zag. De H. Vader nam de „orde-verstoring" zeer minzaam op en strekte glimlachend beide han den naar de meisjes uit. Op het St. Pietersplein zag men de meisjes iets later enthousiast verslag uitbrengen. „En ik heb den Paus de hand gedrukt," hoorde men in alle talen. Terwijl de dames in het zwart met zwarten sluier de audiëntie bijwoonden, waren de meisjes in het wit met witten sluier. Vele vertegenwoordigingen hadden haar ba nieren medegebracht. Ter audiëntie merkten wij op Z. H. Exc. Mgr, B. Eras, Mgr. J. H. E. J. Hoogveld en Mfer. Th. Frencken. Voorts den zeereerw. heer A. M. A, Vollaerts, directeur van De Graal en den zeer eerw. heer P. J. D. Jenneskens, directeur der Vrouwelijke Jeugdbeweging in Limburg. In de St. Willibrordusstichting te Heiloo zijn de examens afgenomen ter verkrijging van het Diploma B. Ziekenverpleging. Van de 5 candidaten, die aan het examen hebben deelgenomen, slaagden er 4, te weten: Br. Ambrosius M. (P. N. Jutte); Br. Arontius M. (P. Adams); Br. Eertharius M. (D. de Vries); Br. Therentius M. (W. G. van den Bungelaar). r

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 2