DANK ZIJ
„Het belang liegt nooit"
De „bekeering" van
Churchill
Een herdenkingsdag voor
Pater Damiaan
DE TAAK VAN ONZE
STATEN
Engeland en de duce
DE APOSTEL VAN HET
MELAA TSCHENEILAND
Buitenlandsch Overzicht
VRIJDAG 14 APRIL 1939
Vrijstelling wegens
broederdienst
Een nadere regeling vastgesteld
Spoorbrug bij Velsen
gaat verdwijnen
Tunnelplannen nemen vastere
vormen aan
Tweede radio-rede van
minister Steenberghe
De maatregelen ter zake van
den akkerbouw
Nederlandsch gezant
in Spanje
Benoeming van mr. Schalier tot
Peursum te wachten
RADIOZENDER WERD
MISBRUIKT
Gedachtenwisseling met particu
lieren werd uitgezonden
Nog steeds Tsjechische
vluchtelingen
Verzorging van Nederlandsche
zijde
3000 candidaten
Voor de S90 zetels in de
Provinciale Staten
Schilder gevallen en op slag
gedood
RESULTATEN VAN HET
BOEKJAAR 1938
VRAAGT HET VERSLAG!
Deze rust thans in
klooster te Leuven
Intern. Unie van Kath.
Vrouwen bij den Paus
Enthousiaste meisjes verbraken het
cordon der Zwitsers
Diploma ziekenverpleging
Een der beste vliegende blaadjes,
welke de R. K. Staatspartij heeft
uitgegeven met het oog op de ko
mende Statenverkiezingen, is dat. waarin
zij een beknopt, duidelijk overzicht geeft
van het belang dier verkiezingen en de
vele taken der Staten. De Provinciale
Staten, welke straks gekozen gaan wor
den, zullen in 1941 de Eerste Kamer sa
menstellen. De Eerste Kamer, die zelf
geen wetten kan indienen, kan wel wet
ten afstemmen en tegenhouden. Zij kan
dus een hinderpaal en een rem worden
voor vooruitstrevend en opbouwend werk
van Tweede Kamer en regeering, maar
ook een nuttig veiligheidsapparaat ter
voorkoming van al te wilde experimen
ten en ter beteugeling van al te licht
vaardig genomen initiatieven op wet
gevend gebied. In Juli a.s. zullen de
Provinciale Staten de Colleges van Ge
deputeerden moeten kiezen, welke colle
ges het dagelijksch bestuur vormen van
de provincie en o.m. toezicht uitoefenen
op de gemeentebesturen. Naast deze
hoogstbelangrijke bevoegdheden bezit
ten de Staten nog tal van andere, die
geenszins van algemeen belang zijn ont
bloot. Zij bemoeien zich met de water
schappen, de provinciale wegennetten,
de lichamelijke en geestelijke volksge
zondheid, onderwijssubsidies, landbouw-
onderricht, streekplandiensten, natuur
schoon en monumentenzorg, borgstel
lingsfondsen voor den middenstand,
water- en electriciteitsvoorziening,
vreemdelingenverkeer, werkverschaffing
en werkverruiming door ontginningen,
inpolderingen, industrialisatie enz. Te
recht vestigt het pamflet er de aandacht
op, dat bij vrijwel ieder punt, bij vrijwel
ieder vraagstuk staatkundige, geeste
lijke en moreele beginselen op den
voorgrond treden, maar behalve deze
beginselen staan ook groote sociale en
economische belangen op het spel. Even
als het den katholieken niet onverschil
lig mag zijn, door wie en hoe ons land
zal worden geregeerd, mogen zij niet
onverschillig staan tegenover de vraag,
door wie en hoe de verschillende gewes
ten van ons land en de gemeenten zullen
worden bestuurd. De Statenverkiezingen
vertegenwoordigen een belangrijk onder
deel van het algemeene landsbelang.
De landsregeering en het provinciale
bestuur moeten een harmonisch, door
dezelfde beginselen en inzichten geleid,
geheel vormen om goed en doelmatig
werkzaam te kunnen zijn voor het alge
meen welzijn. Wij, katholieken, hebben
dus ook ten opzichte van de Provinciale
Statenverkiezingen evenzeer als ten
aanzien van de algemeene parlements
verkiezingen den onafwijsbaren plicht
aan de stembus te zorgen voor een zoo
groot mogelijke versterking van den in
vloed van onze levenomvattende en
richtinggevende beginselen tot heil van
land en volk, van gewest en stad. De
Katholieken van Nederland moeten en
kunnen den 19den April dien onafwijs
baren plicht alléén vervullen door zon
der uitzondering katholieken te stem
men. Katholieken stemmen katholieken.
Dat zij ons devies en onze daad.
M-
Hoewel reeds bij de wet van 21 Februari 1938
de Dienstplichtwet belangrijk werd gewijzigd,
bleven de voorschriften met betrekking tot vrij
stelling wegens broederdienst nog steeds onver
anderd. In dit hiaat is thans voorzien door de
afkondiging van het Kon. Besl. opgenomen in
Stsbl. 582. Wij laten de voornaamste wijzigin
gen volgen:
De aanvraag om vrijstelling van den dienst
plicht, wordt buiten behandeling gelaten, in.
dien het geldt een aanvraag om vrijstelling we
gens broederdienst voor een ingeschrevene, die
reeds om een andere reden is vrijgesteld of die
krachtens een vrijwillige verbintenis behoort
tot de land- of de zeemacht of tot de overzee-
sche weermacht.
Voor de toepassing der voorschriften inzake
broederdienst, wordt onder het jaar van in
schrijving voor den dienstplicht, ten aanzien
van een persoon, die wordt ingeschreven na de
opening van het inschrijvings-register en voor
1 Januari daaraanvolgend, verstaan het jaar,
volgende op dat, waarin zijn inschrijving ge
schiedde.
Uit de verklaring betreffende broederdienst,
op te maken door den burgemeester, moet zoo
veel mogelijk blijken, wie van de broeders van
den ingeschrevene op 1 October van het jaar
van zijn inschrijving voor den dienstplicht, ver
keerden in een geval, als bedoeld in art. 20 3e
lid, a of b der Dienstplichtwet. (Bedoeld wordt,
wie tot gewoon dienstplichtige was bestemd, of
als vrijwilliger tot de land- of de zeemacht be
hoort). Ook moet uit de verklaring blijken, wie
van de broeders van den ingeschrevene, vóór
1 April van het jaar, volgende op dat van zijn
inschrijving voor den dienstplicht, verkeerden
in een geval, als bedoeld in art. 20, 3e lid, e,
d of e der wet. (Hiermede wordt bedoeld, dat
opgegeven moet worden, wie dertig dagen in
werkelüken dienst zijn geweest, wie militair
pensioen geniet of heeft genoten en wie gedu
rende zijn werkelijken dienst is overleden).
Tenslotte moet worden opgegeven, hoeveel
broeders, half-broeders, stlef-broeders, zusters,
half-zusters of stiefzusters de ingeschrevene op
1 October van het jaar van zijn inschrijving be
zat.
Het gewijzigd 2e lid van art. 23 luidt thans
als volgt: „Voor zooveel de wensch vrijstel
ling te verkrijgen niet reeds bij de inschrijving
voor den dienstplicht is te kennen gegeven,
geschiedt de aanvraag tusschen 16 en 30 April
van het jaar, volgende op dat der inschrijving.
Door of vanwege den ingeschrevene worden de
opgaven verstrekt, welke de burgemeester be
hoeft Om de in het 1ste lid bedoelde verklaring
te kunnen opmaken."
Aan alt. 23 worden twee nieuwe leden toege
voegd, luidende als volgt: „Onder tot een ge
zin behoorende kinderen worden verstaan de
broeders, halfbroeders, stiefbroeders, zusters,
halfzusters en stiefzusters van den ingeschreve
ne, óók indien zij niet met dezen samenwonen.
Met-wettige kinderen worden te dezen aanzien
niet medegeteld. Onder stiefbroeder of stiefzus
ter van den ingeschrevene wordt verstaan het
kind, geboren uit een vorig huwelijk van hem of
haar, die met de moeder of den vader van den
ingeschrevene gehuwd is, of geweest is."
„De grootte van een gezin wordt beoordeeld
naar den toestand op 1 October van het jaar,
waarin de belanghebbende voor den dienstplicht
werd ingeschreven."
Als zeker kan thans worden aangenomen, dat
de spoorwegbrug bij Velsen in de toekomst zal
gaan verdwijnen, daar de plannen vast staan
om het spoorwegverkeer tusschen Velsen en
Beverwijk via een specialen spoorwegtunnel te
leiden. Het ligt dan in de bedoeling deze spoor
wegtunnel, evenals de daarnaast geprojecteerde
verkeerstunnel ten Oosten der bestaande ponten
te maken. Hierdoop zullen ook in den spoorweg
dienst de kleinere stations als Driehuis-
Westerveld, Zeeweg en Velsen-IJmuiden-Oost
Piet meer aan de lijn Haarlem-Uitgeest komen
te liggen.
Ook de plannen der luchtverversching in de
tunnels, alsmede dé verlichting, nemen steeds
vastere vormen aaif. Aan beide kanten van het
Noordzeekanaal zullen naar alle waarschijnlijk
heid z.g. dwaxsventilatiegebouwen worden opge
trokken, waarbij krachtige machines en pompen
noodig zullen zijn om de enorme hoeveelheid
lucht te ververschen.
Hedenavond van 7 tot 7.30 uur zal de mi
nister van Economische Zaken zijn tweede ra
dio-voordracht over de landbouwcrisis-politiek
houden, over alle drie de Nederlandsche zen
ders. De minister zal dezen avond in het bij
zonder de maatregelen terzake van den akker
bouw bespreken.
Naar wij vernemen, is dezer dagen de be
noeming te verwachten van mr. C. H. J. Schul-
ler tot Peursum, thans gezant te Rio de Ja
neiro, tot Hr. Ms. Gezant in Spanje.
Wall Dlsn«y
Mlcleey Mouse
S. A
„Je hebt me gevraagd, hoe ik er in
slaag de teint der jeugd te behou
den. Hier is mijn antwoord":
„Ik masseer mijn gezicht, hals
en schouders 's morgens en
's avonds met het overvloedig
schuim van Palmolive, de olijf-
olie-zeep. Door deze natuur
lijke schoonheidsbehandeling
blijft mijn teint jeugdig en
frisch en mijn huid fluweel
zacht. Volg mijn voorbeeld!"
„Heusch, wanneer men als vrouw wil behagen,
is een mooie teint een eerste vereischte. Ik ben
dan ook werkelijk enthousiast over de olijf
olie-schoonheidsbehandeling van Palmolive!"
VOOR DE KINDEREN-
SNEEUWWITJE EN DE 7 DWERGEN I
Een stel van 6 prachtige, in kleuren gedrukte uü-
knipkaarten met voorstellingen van Sneeuwwitje,
den Prins, de 7 dwergen en de dieren uit
het woud (in totaal 32 figuren), speciaal
door Walt Disney voor Palmolive
geteekend, wordt U toegezon
den, tegen 2 postzegels
van 5 ct. en 3 zwarte
Pal mol ive- bandjes
Stuurt Uw aanvraag
aan Palmolive
Aid. 1 3 Postbus 635.
Amsterdam-Centrum.
De dienst der P. T. T. te Batavia constateer
de een ernstig misbruik van de zendvergun
ningen der Bataviasche Radio Vereeniging, be
richt de Telegraaf. De technische commissaris
van die vereeniging gebruikte 's nachts den
zender voor clandestiene gedachtenwisseling
met particulieren in de buitengewesten.
Deze zaak heeft geen politieke beteekenis,
doch tegen den commissaris, die op dit gebied
herhaaldelijk te kort schoot, wordt een justi-
tieele vervolging ingesteld, terwijl de Bat. Ra
dio Vereeniging de waarschuwing ontving, dat
bij herhaling van het voorgevallene de zend
vergunning zal worden ingetrokken.
Zooals wij reeds eerder hebben gemeld, bevin
den zich te Bentheim nog 20 en te Rheine nog
120 Tsjechische vluchtelingen. Het getal ver
meerdert eiken dag met enkelen, omdat zij die
te Oldenzaal worden teruggewezen, daar voor-
loopig blijven. Het zijn meest hulpbehoevende
menschen, die geen geld te hunner beschikking
hebben. Op lofwaardige wijze hebben de ge
meentebesturen van Bentheim en Rheine de
emigranten van voedsel en nachtleger voorzien,
doch Donderdag werd hun medegedeeld, dat dit
met enkele dagen een einde zou nemen. De men
schen zouden daardoor in een precaire positie
komen, daar zij in deze Dultsche grensplaatsen
hun toelating in Engeland afwachten en zich nu
verplicht zouden zien naar Tsjecho-Slowakije
terug te keeren.
Daarom werd een uit hun midden afgevaar
digd naar burgemeester Bloemen te Oldenzaal,
wiens krachtdadige medewerking reeds over de
grens bekend is.
De heer Bloemen stelde zich in verbinding
met het Algemeen Ned. Vluchtelingencomité te
Amsterdam. Het resultaat was, dat dit comité
thans de verzorging der vluchtelingen in de
Duitsche grensplaatsen op zich genomen heeft,
zoodat zij voorloopig daar kunnen blijven.
Inmiddels wordt er krachtig bij de Engelsche
regeering op aangedrongen, om verandering in
den toestand te krijgen. Wel is het Engelsche
vluchtelingencomité bereid, de emigranten van
witte kaarten te voorzien, welke toelating in
Engeland waarborgen, maar de Nederlandsche
regeering erkent deze kaarten niet en verlangt,
vermoedelijk in verband met den internationalen
toestand, een Engelsch visum in het paspoort,
alvorens toestemming voor doorreis door Ne
derland wordt gegeven.
Naar we nader vernemen is hedenmorgen in
Oldehzaal wederom een zeventigtal Tsjechische
vluchtelingen gearriveerd, van wie er dertig
naar Duitschland moesten worden terug gezon
den. Vermoedelijk hebben dezen zich in Rheine
bij hun wachtende lotgenooten gevoegd. De ove
rigen, wier papieren wel in orde waren, zullen
vandaag nog doorreizen.
De verkiezingsdienst van het A. N. P. deelt
mede:
Bij de Woensdag 19 April te houden ver
kiezing van leden der Provinciale Stater,
zullen in totaal 2974 candidaten dingen
naar de 590 zetels, welke in de Staten van
alle elf provinciën te bezetten zijn.
Het aantal partijen en groepen, dat in het
politieke strijdperk treedt, bedraagt 22. Hiervan
hebben de tien partijen, die thans in de Twee
de Kamer vertegenwoordigd zijn, voor de ver
kiezing in alle Staten candidaten gesteld. De
overige twaalf partijen en groepen nemen mee-
rendeels slechts in een enkele provincie aan de
Statenverkiezingen deel.
Donderdagmiddag omstreeks half vier is een
ongeveer 30-jarige schilder op de fabriek van
Werkspoor te Utrecht tijdens het verrichten
van werkzaamheden van een der gebouwen ge
vallen en op slag gedood.
VERZEKERD KAPITAAL
RUIM f 458.000.000,-
NETTO-PREMIE RESERVE
RUIM f 143.500.000,-
EXTRA RESERVE
RUIM f 9.600.000,-
MAATSCHAPPELIJK KAPITAAL
(VOLGESTORT) f 1.800.000,—
Alweer een verklaring van Chamberlain,
denkt de verontruste lezer, die de landkaart
beziet om de landen te tellen, die nog niet
agressie-proof zijn. Doch behalve de twee ga
ranties staan er nog heel wat belangwekkende
dingen in Chamberlain's rede van gistermiddag,
die elk op zich de moeite van een beschouwing
waard zijn. Alleen reeds het verslag van de
twee lezingen, die over het Albaneesche avon
tuur te Londen zijn voorgelegd, en de korte
Britsche commentaar daarop zijn een overwe
ging waard. Doch het meest belangwekkende
stond niet in de rede, doch kwam erna de
uiteenzetting, -waarin Churchill zijn „bekeering"
tot het regeeringsstandpunt den volke bekend
maakte.
Ook dit was niet eens verrassend meer na
het min of meer opzienbarend artikel, dat deze
verbeten tegenstander van Chamberlain's ver
zoeningspolitiek gisteren in de Daily Telegraph
publiceerde over de verhouding EngelandIta
lië, een beschouwing, die men in nauw verband
kan brengen met Chamberlain's verklaring over
het Britsch-Italiaansche verdrag en diens al
gemeene houding tegenover Mussolini. Chur
chill's artikel is geïnspireerd op een citaat van
wijlen den hertog van Marlborough: „Het be
lang liegt nooit", een stelregel, dien hij als
grondpijler van elk diplomatiek beleid wil laten
gelden. Zijn betoog komt hierop neer: In gevai
van een gewapend conflict zijn er twee moge
lijkheden: de „as" wint, of de „as" verliest. In
het eerste geval garandeert de kennis, die men
van de huidige Duitsche mentaliteit heeft, dat
Italië een onbeteekenend aanhangsel wordt
van een Europa overheerschend Derde Rijk
in het andere geval zal het veel kwetsbaarder
Italië ontzaglijk meer van een oorlog te lijden
hebben. Voegt men daaraan toe, dat het Ita-
liaansche volk ondanks alle propaganda slechts
„met bloedend hart" tegen het Westen ten oor
log zal trekken, dan is het duidelijk, dat het
een Italiaansch belang is, op het critieke oogen-
blik de as te laten breken.
Men ziet: een voor den alle dictators wan
trouwenden Churchill nogal verrassend be
toog, waarin hij tot op den bodem der dingen
gaat om zich tenslotte met Chamberlain te ver
zoenen; hetgeen hem thans, nu de man van de
„peace in our time" zich steeds meer bereid
toont, ook de mogelijkheid van een gewapend
conflict onder de oogen te zien, gemakkelijk
valt. In verband hiermede kan men wij
zen op het bericht, dat wij heden uit
Londen ontvingen, omtrent de verwachting
van de instelling van een reeds zoo lang
gevraagd ministerie van oorlogsmateriaal,
waarvan Churchill de leiding zou krijgen.
Dit behoeft geenszins uitgelegd te worden als
een omkooping van Chamberlain's meest ver
woeden tegenstander: veeleer, dunkt ons, be-
w'jjst dit dat de weg, dien Chamberlain in
sloeg, dien van Churchill nadert.
Niettemin is ook Churchill's devies: „Het
belang liegt nooit" aan critiek onderhevig. De
vraag, waar alles op neerkomt, is: ziet Musso
lini zijn belang zóó in? Aangenomen, dat de
Britsche voorstelling daarvan juist is hetgeen
men wel mag toegeven de berichten, die men
af en toe van den Duce krijgt, schijnen erop
te wijzen, dat deze een zelfs voor zijn meest
intieme raadgevers onbegrijpelijke houding
aanneemt; en de stafbesprekingen van Inns-
briick, die in het overleg met Goering een
voortzetting vinden, doen de veronderstellingen
in een geheel andere richting gaan.
Er is nog iets: sedert Mussolini met Hitlei
de as smeedde, is hij, die voordien een meester
was in het voeren van de meest soepele en ver
rassende politiek, langzaam maar zeker vastge
klonken aan het starre Duitsch-Italiaansche
instrument, dat de Duitsche belangen diende,
terwijl Italië de kruimels mocht oppikken, die
van den welvoorzienen Germaanschen disch
vielen. Nu moet men toegeven, dat Chamber
lain's hardnekkige verzoenings-politiek ten aan
zien van Rome den Duce nog één kans geeft:
het op het laatste oogenblik verlaten van de
asformatie, in welbegrepen eigenbelang.
Doch denkt de vreedzame Chamberlain,
en met hem Churchill, niet al te zeer in oor
logstermen? Immers, zoolang het bfj over en
weer redevoeringen uitspreken blijft, behoudt
de Duce zijn kans, de „as" in dienst te stellen
van zijn, ook welbegrepen, belang, daar Londen
het, in de hoop op een asbreuk in een oorlog,
er niet op aan durft te laten komen voor
goed den Duce den terugweg af te snijden.
Zoo gezien blijft het voordeel aan de zijde
van Mussolini. Doch Chamberlain sleepte er
althans nog dit uit, dat hij mogelijk Spanje van
de „vrijwilligers" bevrijdt. Het terugtrekken van
deze troepen wordt min of meer als criterium
gesteld voor het al of niet dichtslaan van de
deur: aldus zet hij Mussolini het mes op de
keel.
En deze winst is Albanië wel waard; want
hoezeer de gemoederen gekwetst zijn door de
Italiaansche agressie, dit kleine land, dat reeds
feitelijk een Italiaansch protectoraat was, be
vatte eigenlijk géén Britsch belang. En, zooals
ChurchUl zegt: het belang liegt nooit.
Op 15 April 1889, dus vijftig jaar geleden,
stierf Pater Damiaan de Veuster S.S.C.C.,
de melaatschenapostel van Molokai, na een
leven vol opoffering en lijden.
Bij den vijftigsten sterfdag van dezen
held richten onze blikken zich weer naar
zijn leven en voorbeeld, en ondanks de po
litieke spanning willen wij een oogenblik
denken aan dezen heldenmoed, die in onze
tijden zoo zeldzaam en toch zoo onmisbaar
is. Want alleen deze kan aan onze verziekte
wereld uiteindelijk de redding brengen.
Op 33-jarigen leeftijd biedt Pater Damiaan
zich vrijwillig aan, om op het eiland Molokai,
het zoogenaamde „eiland der vervloekten", hulp
te gaan verleenen aan de melaatsche ballingen.
De voorstellen van zijn vrienden, zich op
gezette tijden te laten aflossen, wijst hij af. In
de zestien jaren, waarin hij het leven van de
melaatschen heeft gedeeld, trof ook hem de
bittere wet die aan de melaatschen het verlaten
van het eiland verbiedt. Hij sterft zelf me-
laatsch, verlamd, bijna blind, na een leven vol
nederige zelfverloochening en grooten eenvoud.
Ontroerend en eenvoudig beginnen zijn brieven
aan zijn oversten met de woorden: „Wij, me
laatschen
Pater Damiaan heeft zijn heldenmoed in
dienst gesteld van God en de zielen.
In 1840 werd hij t$ Tremeloo geboren als de
zevende zoon van een korenhandelaar. Hij
groeide op als een vroolijke jongen. Zijn vadei
wilde van hem een korenhandelaar maken,
maar Jozef de Veuster zoo was zijn wereld
naam volgde het voorbeeld van een zijner
broers en trad in het klooster der Paters der
Heilige Harten van Jezus en Maria in Leuven.
Zijn naam werd: broeder Damiaan. Hij leerde
Latijn, om toegelaten te worden tot het Novi
ciaat van de Paters. Damiaan was geen licht
in de theologische wetenschappen, maar hij was
geroepen om een licht te worden van naasten
liefde.
In het jaar 1863 zou zijn broer vertrekken
naar de missie van de Sandwicheilanden. Maar
deze werd ziek. Pater Damiaan vroeg en kreeg
het verlof van zijn oversten om de plaats van
zijn broer in. te nemen. „Gaan in de plaats van
een anderNog meermalen zou dit woord
van pas komen. Hij werd uitgezonden naar de
Hawai-eilanden. Een van zijn mede-broeders
scheen lichamelijk niet opgewassen te zijn voor
zijn taak in het Kohala-district. Pater Damiaan
nam zijn plaats in. Zijn levenswerk komt nader
bij. Rond 1870 werden de Sandwicheilanden ge
teisterd door een epidemie van de vreeselijke
melaatschheid. De zieken werden onmiddellijk
overgebracht naar het eiland Molokai en teer
den daar weg in de meest rampzalige omstan
digheden. Er is geen orde of verpleging. Het
einde der ongelukkigen is hartverscheurend.
Pater Damiaan vraagt hierheen te mogen
gaan, om te werken en te troosten, te redden
voor het leven en voor God. Hij weet wat dit
beteekent. Kort tevoren had hij nog aan zijn
familie geschreven: „De melaatschheid grijpt
ook hier om zich heen. Een groot aantal in
boorlingen is reeds door deze ziekte aangetast.
Men sterft er niet onmiddellijk aan, maar ge
nezingen komen zelden voor. De ziekte is
uiterst besmettelijk." Hij wist dus wat hem te
wachten stond, toen hij zich als vrijwilliger
aanbood voor het werk op Molokai.
Op 10 Mei 1873 scheepte hij zich in in de
haven van Kalaupapa en. hij betreedt het zoo
genaamde „kerkhof der levenden" met zijn
brevier als eenig bezit. Zijn dagen verdeelt hij
tusschen het melaatschenhuis en de armzalige
hutten van 800 zieken. Hij moet gewennen aan
een verpestende lucht. In het jaar 1876 merkte
hij op zijn lichaam verdachte plekken. Hij zet
zijn offerleven door. In 1882 schrijft hij aan zijn
bisschop, dat hij door dezelfde ziekte is aange
tast. Hij schrijft met rustigen moed: „Wij, me
laatschenTot de zieken van Molokai ju
belen zijn woorden: „Broeders!" Want werkelijk
is hij hun broeder geworden in smart en lijden.
Eenzelfde pijn, eenzelfde verrotting van het
lichaam, eenzelfde dood
Hij reorganiseert het melaatschentehuis. De
benoodigde gelden worden hem toegezonden
van alle landen der wereld door medelijdende
menschen zonder onderscheid van geloofsbelij
denis.
Zestien jaar lang was hij een steun en een
troost voor de melaatschen, acht jaren heeft
hij hun lijden aan zijn eigen lichaam gevoeld.
Zijn heldenmoed was van langen duur. Het was
geen hysterische bevlieging, het was een onver
woestbaar enthousiasme voor God, terwijl zijn
vleesch centimeter voor centimeter wegrotte,
terwijl zijn handen en voeten tot stompjes bloe
dend vleesch werden, uitgezonderd de eene vin
ger, waarmede hij in zijn priesterleven de H.
Hostie zoovele malen had aangeraakt.
Het stoffelijk overschot van Pater Dami
aan werd in het voorjaar van 1936 vanuit
de Hawai-eilanden overgebracht naar zijn
Belgisch vaderland. Toen Kardinaal Van
Roey voor de eerste maal sprak over de
terugbrenging van het lichaam van Pater
Damiaan, ontving hij den steun van twee
staatshoofden, Koning Leopold van België
en President Franklin Roosevelt. Met vor
stelijke eer werd het soffelijk overschot van
den boerenzoon overgebracht. Een kruiser
van de Amerikaansche vloot bracht de zerk
naar Cristobal, vanwaar deze aan boord ge
bracht werd van het Belgische schoolschip
„Mercator". In het klooster van de Paters
der H.H. Harten van Jezus en Maria te
Leuven heeft de „Held van Molokai" nu zijn
laatste rustplaats gevonden.
3»
Onze Romeinsche correspondent seinde ons
hedenmiddag:
Hedenmorgen heeft de H. Vader de deel
neemsters aan het congres van de Int. Unie
van Katholieke Vrouwen in audiëntie ont
vangen.
De H. Vader werd toegesproken door mevr.
SteenbergheEngering, presidente der Unie, en
mej. C. de Hemptinne, presidente van de jeugd-
actie der Unie.
De verschillende vertegenwoordigingen dezer
sectie boden den H. Vader nationale Maria
beelden aan. Zoo bood de Nederlandsche ver
tegenwoordiging een copie aan van Maria Ster-
re der Zee, het Maastrichtsche genadebeeld.
In Zijn toespraak wees de Heilige Vader op
het belangrijke apostolaat, hetwelk de vrouwen
en meisjes in de wereld konden verrichten,
waarbij Hij o. a. St. Paulus aanhaalde. Dat
apostolaat moet onderworpen zijn aan de di
rectieven van het Episcopaat en het huldig
congres te Rome strekt dan ook slechts ter in
formatie.
De H. Vader zegende de katholieke vrouwen
beweging van ganscher harte.
Toen de H. Vader de audiëntie-zaal verliet,
verbrak een aantal enthousiaste meisjes het
cordon der Zwitsers, met het gevolg, dat in de
zaal, grenzende aan de audiëntie-zaal, de H.
Vader Zich plotseling door een groote groep
meisjes omringd zag.
De H. Vader nam de „orde-verstoring" zeer
minzaam op en strekte glimlachend beide han
den naar de meisjes uit.
Op het St. Pietersplein zag men de meisjes
iets later enthousiast verslag uitbrengen. „En
ik heb den Paus de hand gedrukt," hoorde men
in alle talen. Terwijl de dames in het zwart
met zwarten sluier de audiëntie bijwoonden,
waren de meisjes in het wit met witten sluier.
Vele vertegenwoordigingen hadden haar ba
nieren medegebracht.
Ter audiëntie merkten wij op Z. H. Exc. Mgr,
B. Eras, Mgr. J. H. E. J. Hoogveld en Mfer. Th.
Frencken. Voorts den zeereerw. heer A. M. A,
Vollaerts, directeur van De Graal en den zeer
eerw. heer P. J. D. Jenneskens, directeur der
Vrouwelijke Jeugdbeweging in Limburg.
In de St. Willibrordusstichting te Heiloo zijn
de examens afgenomen ter verkrijging van het
Diploma B. Ziekenverpleging.
Van de 5 candidaten, die aan het examen
hebben deelgenomen, slaagden er 4, te weten:
Br. Ambrosius M. (P. N. Jutte); Br. Arontius
M. (P. Adams); Br. Eertharius M. (D. de
Vries); Br. Therentius M. (W. G. van den
Bungelaar).
r