Indien distributie ooit weer
noodig wordt....
nu
Woningtekort in Nederland
I
llliilili
DE MEENING DER
REGEERING
ERNSTIGE KLACHT VAN
DEN BURGEMEESTER
Helmond een symptoom van
den algemeenen toestand
Kerkelijk leven
BROEDER ADON M. t
ZONDAG 23 APRIL 1939
In tegenstelling met 1916 is de
regeling voor het geheele
land centraal gedacht
Burgemeesters belast
met de uitvoering
PRINS BERNHARD BIJ DEN
PHOHI-ZENDER
Het intact laten van den handel
Doodelijk ongeluk bij
het rangeeren
Kabeldraad niet tijdig losgemaakt
GODSDIENSTONDERRICHT
VAN DEN K.R.O.
Prof. J. Slijkerman opvolger
van prof. D. Bont
GEMEENTEFONDS
Wijziging van de begrooting
Ver. Indië-Nederland
Causerie van dr. Deckers over
„Onze West"
Tegen een boom
gebotst
Motorrijder werd waar
schijnlijk onwel
BODEMPRODUCTIEWET 1939
Voorbereiding en uiteindelijke
uitvoering
Wet vervoer van personen
met motorrijtuigen
ft -
Krotwoningen in een slop te Helmond, waar zon en licht nauwelijks doordringen
H. M. de Koningin ging
winkelen
„Pak u maar in, ik woon vlak bij"
Landbouwer door trein
gegrepen en gewond
Zijn paard moest worden
afgemaakt
REKENING SURINAME
OVER 1936
Een nadeelig slot van 2.762.971
SCHOOLFONDS „SCHUTTE-
VAER"
Mutaties in het bestuur
NEDERLAND IN DEN VREEMDE
Filmvertooning aan universiteit
van Minnesota
Generaal-overste der Broeders
van Dongen
wmmmiim
"In de memorie van antwoord op de
opmerkingen uit de Tweede Kamer over het
ontwerp Distributiewet 1939 heeft de re
geering uiteengezet hoe zij zich een even
tueel in te voeren stelsel van distributie
denkt.
De distributieregeling zal in algemeene
trekken voor alle te distribueeren artikelen
voor huishoudelijk gebruik gelijk zijn, doch
uiteraard zullen de details voor verschillende
artikelen onderling kunnen verschillen. In
het algemeen wordt uitgegaan van de na
volgende richtlijnen:
a. Indien een tekort aan een bepaald
artikel dreigt te ontstaan, zullen de be
schikbare hoeveelheden daarvan zooveel
mogelijk gelijk over alle consumenten wor
den verdeeld, met inachtneming van be
paalde behoeften en seizoeninvloeden.
b. Daarbij zullen de bestaande organen
van handel en verkeer zooveel mogelijk
worden ingeschakeld.
De distributieregeling voorziet ter uitvoering
dezer richtlijnen in de uitgifte aan alle consu
menten, tot de burgerbevolking behoorende, van
een op naam gestelde distributie-stamkaart,
welke recht geeft op de verkrijging van de dis
tributiebonboekjes, waarvan de inhoud bestaat
uit genummerde bonnen. Op gezette tijden zal
dan de regeering bekend maken, dat in een
bepaald tijdvak bij de winkeliers een zekere
hoeveelheid van een aangewezen artikel ge
kocht zal kunnen worden tegen afgifte van een
aan te wijzen bon uit het bonboekje. Ten einde
te bewerkstelligen, dat de winkeliers tot den
verkoop van het betrokken artikel kunnen over
gaan, zullen dezen eenigen tijd vóór eerderge
noemde tijdstippen in de gelegenheid gesteld
worden, bestellingen bij den groothandel te
doen, welke bestellingen de in iedere gemeente
in te stellen distributiedienst zal afteekenen en
beperken tot den normalen omzet, of indien tot
rantsoeneering moet worden overgegaan tot een
bepaald percentage van den normalen omzet
van den winkelier, welke omzet, door het in
stellen van een enquête bij alle winkeliers zal
komen vast te staan. Ter voorkoming van ver
koop aan het publiek zonder het innemen van
een bon, worden volgende bestellingen slechts
toegestaan op basis van de door den winkelier
in te leveren consumentenbonnen uit een vorig
distributietijdvak.
De regeling der distributie is, in tegen
stelling met den opzet van 1916, voor het
geheele land centraal gedacht. Hoezeer ook
thans de gemeenten een uiterst belangrijke
schakel in de gedachte organisatie vormen,
zoo is de hun toegedachte taak in hoofd
zaak van administratieven aard.
In de uitzonderlijke omstandigheden, waarin
de wet zal worden toegepast, is snelheid van
handelen conditio sine qua non. Beslissingen
moeten alsdan worden genomen, maatregelen
getroffen, zonder dat veelal gelegenheid voor
rustig, collegiaal overleg bestaat. Is het dan
wonder, dat, aldus de memorie, het wetsont
werp ten dezen den burgemeester tot uitvoering
roept, den gezagdrager, ook door de gemeente
wet in buitengewone omstandigheden tnet groo-
te bevoegdheden bekleed?
In een nota van wijzigingen heeft de regee
ring een aantal wijzigingen in haar ontwerp
aangebracht.
Voorgesteld wordt thans met zooveel
woorden in het wetsontwerp vast te leg
gen, dat in den regel in eiken kring een
distributie-dienst is, dat de burgemeester
der betrokken gemeente daarvan het hoofd
is, doch dat deze een ander kan aanwijzen,
die namens hem met de dagelijksche lei
ding van zaken is belast.
Tevens stelt de regeering voor in het wets
ontwerp voorzieningen op te nemen met be
trekking tot de samenwerking van den burge
meester, in geval twee of meer gemeenten te
zamen één kring vormen (art. 12). Een nieuw
artikel 13 beoogt compensatie-geschillen te voor
komen.
Artikel 14 (nieuw) bepaalt, dat de kosten van
den distributiedienst worden geacht te behoo-
ren tot de verplichte uitgaven.
De regelende bevoegdheid van den burge
meester wordt in art. 15 (nieuw) iets anders
geregeld. Het aanvankelijk voorgestelde artikel
14, regelende de mogelijkheid van instelling van
distributie-organen, is in verband met de daar
tegen in het voorloopig verslag geopperde be
zwaren thans vervallen.
Artikel 16 (nieuw) beoogt rekening te houden
met de gevallen, waarin een doelmatige distri
butie naar het oordeel van de Kroon niet is
verzekerd.
Daarna behandelt de memorie eenige losse
opmerkingen uit het voorloopig verslag. Advies
colleges inzake de voedselvoorziening acht zy
in veel gevallen nuttig, doch de instelling er
van wil zij niet verplicht stellen.
Aan een bezwaar dat bij verscheidene leden
Nadat Z. K. H. Prins Femhard Zaterdagmor
gen een bezoek had gebracht aan de N. S. F
te Hilversum, begaf Z. K. H. zich te ongeveer
twee uur per auto naar Huizen, ter bezichtiging
van het Phohibedrijf, de zenders en de draai
bare antennemasten.
In een vijftal auto's waren met den Prins
meegekomen de heeren dr. A. F. Philips, ir.
F. J. Philips en ir. P. F. S. Otten, directeur
van de Philipsfabrieken, benevens de staf van
deze fabrieken en de ir. J. G. E. Gieskens, di
recteur van de N. S. F.
De Prins heeft met zeer groote belangstel
ling het geheele Phohi-bedrijf bezichtigd en
zijn bewondering te kennen gegeven voor de
keurige inrichting.
Na een bezoek van pl.m. 20 minuten vertrok
het hooge gezelschap weer in de richting
Soestdyk.
tegen de ontworpen regeling bleek te bestaan
de mogelijkheid, dat distributiekringen worden
ingesteld, welke twee of meer gemeenten om
vatten en aan welker hoofd de burgemeester van
één der gemeenten zou staan wordt thans ook
tegemoetgekomen. De door de betrokken burge
meesters te treffen gemeenschappelijke regeling
zal de inrichting van den distributiedienst in den
kring moeten regelen. Daarbij bestaat o.a. de
mogelijkheid een commissie met regelende be
voegdheid in het leven te roepen. Overigens
blijft het ook mogelijk een der burgemeesters
als hoofd van den dienst aan te wijzen.
Met voldoening heeft de regeering vernomen,
dat het voornemen, de bestaande organisaties
van den handel bij de uitvoering der distributie
regelingen, zooveel mogelijk intact te laten, al
gemeen instemming had gevonden.
Met verscheidene leden is de regeering van
oordeel, dat op grond van het wetsontwerp ook
een distribu Dieregeling dient te worden getrof
fen van tal van goederen, welke noch voor huis
houdelijk gebruik bestemd zijn, noch als grond
stoffen of als halffabrikaten zijn te beschouwen.
Daarom acht de regeering een wijziging van
het wetsontwerp noodzakelijk.
Bij nota van wijzigingen zijn dus eenige
systematische wijzingen in het ontwerp aan
gebracht, waardoor aan de regeering vol
doende bevoegdheden zullen 'toekomen, om
ten aanzien van alle daarvoor in aanmer
king komende goederen een distributie
regeling vast te. stellen. Daarnaast wordt
ook de organisatie van de distributiedien
sten toepasselijk voor andere goederen, dan
die bestemd zijn voor huishoudelijk ge
bruik.
De bevoegdheid van een ieder, die distribu
tiegoederen voorhanden heeft, gegevens te vor
deren, onverschillig of die goederen al dan niet
voor huishoudelijk gebruik bestemd zijn, acht de
regeering onmisbaar.
De nota van wijzigingen opent daartoe de
mogelijkheid.
Voorts zegt de regeering in de Memorie van
Antwoord de opvatting, dat de kosten aan de
uitvoering van deze wet verbonden, integraal ten
laste van het Rijk behooren te worden gebracht,
in haar algemeenheid niet te onderschrijven.
Ten slotte doet de regeering, ten einde de or
ganisatie der distributieregeling vóór de in wer
king treding zoo goed mogelijk voor te bereiden,
het voorstel, de artikelen nopens de organisatie
der distributiediensten in de kringen den dag
na afkondiging der wet in werking te doen tre
den. Deze artikelen treden dus blijvend in wer
king. Zoolang geen buitengewone omstandig
heden aanwezig zijn, acht de regeering geen
aanleiding aanwezig, de andere artikelen in wer
king te doen treden.
Zaterdagmorgen is op de terreinen van de
N.V. Ijzerhandel Sideron aan den Sluisjesdijk
te Rotterdam een ernstig ongeval gebeurd, dat
een arbeider het leven gekost heeft.
Op het terrein werd een ledige spoorwagon
gerangeerd door middel van een z.g. rangeer
kraan, die op een tweede spoor reed. De 48-
jarige baas D. Verschoor raakte, doordat hij
den kabeldraad niet tijdig genoeg losmaakte,
bekneld tusschen dezen draad en een buffer van
den wagen. De man moet op slag gedood zijn.
Met een auto van den G.G.D. Is het stoffelijk
overschot naar het ziekenhuis aan den Cooi-
singel vervoerd.
Nu prof. D. Bont tot pastoor is benoemd, zal
hij zijn godsdienstonderricht voor de K. R. O.-
microfoon niet kunnen voortzetten. Hedenmid
dag om twee uur zal hij voor het laatst zijn tot
nu toe gebruikelijk radio-halfuur verzorgen.
Zijn opvolger is prof. J. A. Slijkerman, lee-
raar aan het seminarie Hageveld te Heemstede.
IW T/T W f
De deur aan de achterzijde is slechts ruim een, meter hoog
Ingediend is bij de Tweede Kamer een wets
ontwerp tot wijziging en verhooging van de be
grooting van inkomsten en uitgaven van het
Gemeentefonds voor het begrootingsjaar 1937-38.
Aan de Memorie van Antwoord is het vol
gende ontleend:
In verband met de omstandigheid, dat de be
lastingopbrengsten over het boekingstijdvak
1937-38, geheven ten bate van het Gemeente
fonds, de raming overtreffen, wordt ook de uit-
keering ingevolge artikel 3, letter c, der wet
van 15 Juli 1929 hooger. Zij moet nader wor
den gesteld op f 55.083.663.40. Met het oog
daarop wordt artikel 3 der uitgaven verhoogd
met rond f 3.243.664.
Bij de samenstelling van de ontwerp-begroo-
ting van het Gemeentefonds voor 1937-38 stond
de garantie-uitkeering voor de gemeenten inge
volge artikel II der wet van 4 Maart 1935 voor
het uitkeeringstijdvak 1935-36 nog niet defini
tief vast. Als basis voor de raming van artikel
4 is toen genomen de voorloopige garantie-uit
keering over dat uitkeeringstijdvak. Nu geble
ken is. dat de definitieve garantie-uitkeering
over 1935-36 hooger is dan de voorloopige uit-
keering, moet artikel 4 der uitgaven worden
verhoogd, n.I. met een bedrag van f 782.327, in
verband waarmede het eindbedrag nader wordt
gesteld op f 23.955.827.
Nu de uitkeeringen volgens de garantiebe
paling en de inhoudingen volgens de limietbepa
ling onderscheidenlijk ingevolge de artikelen II
en III der wet van 4 Maart 1935 vast staan moet
artikel 5 worden verhoogd met f 649.620 en wor
den gebracht op f 12.267.520.
Aangezien het onderhavige ontwerp van wet,
in verband met het maken van diverse bere
keningen, niet zoo tijdig kon worden inge
diend, dat het nog voor 1 Mei 1939 tot wet zóu
kunnen worden verheven, wordt voorgesteld,
den termijn van afsluiting van den dienst van
genoemd fonds voor 1937-38 30 April 1939 1
nader te bepalen op 31 December 1939.
Het woningtekort in ons land is ont
stellend groot. Groot niet alleen, omdat
de woningbouw de normale uitbreiding van
de bevolking niet kan bijhouden, maar ook
omdat een aantal menschen moeten wo
nen in huizen, dfe voor bewoning heele-
maal niet meer geschikt zijn. Het een is
een gevolg van het ander.
Hoe groot het tekort is, hoeveel woningen
moeten worden bijgebouwd, men kan het le
zen in cijfers van statistieken en in ambtelij
ke rapporten. Maar noch de cijfers, noch de
rapporten geven een beeld van het mensche-
lijke leed, van de schrijnende ellende, die de
armsten vaak ondervinden, omdat voor hen
geen behoorlijke woning is te vinden. Om dit
leed te bevroeden moet men zelf de tegenstel
ling hebben gezien tusschen het veilige thuis,
waarin de eigen kinderen krachtig opgroeien,
en de krotten, waarin vaak de kinderen van
een groot gezin moeten opgroeien, verstoken
van alle zorg.
Een van de gemeenten, waar de toestand
zeer ernstig is, is wel de fabrieksplaats Hel
mond, welker burgemeester, de heer Moons,
onlangs in een openbare vergadering van den
raad zeer sombere woorden heeft gezegd over
den woningtoestand in zijn gemeente.
Helmond is in zekeren zin een symptoom. Er
zijn gemeenten, waar de toestand zeker zoo
ernstig is, maar er is geen gemeente, waar
de burgemeester met zooveel klem heeft ge
wezen op den ernst van den toestand; geen
gemeente, waar de burgemeester zoo openlijk
het onhoudbare heeft aangetoond.
De toestand in Helmond is zeer erg. Wij
hebben daar verschillende woningen bezocht
en een onderzoek ingesteld. In deze gemeente,
die jaarlijks met 400 zielen toeneemt, zijn
honderd woningen per jaar noodig om dezen
aanwas op te nemen. Daar de gemeente groo-
tendeels uit een arbeidersbevolking bestaat,
moet drie kwart van de nieuwe woningen be
rieden de huurklasse vallen, waarvoor een
particuliere bouwer nog het risico op zich kan
nemen. Het is immers bekend, dat een parti
culiere ondernemer niet loonend meer kan
bouwen, zoodra de huur beneden een bepaald
minimum komt. Voor deze lagere klassen
wordt dan de hulp van de regeering ingeroe
pen, die in den vorm van voorschotten aan
Woningbouwvereenigingen haar medewerking
verleent. Althans zou moeten verleenen, maar
men hoort tegenwoordig de algemeene klacht,
dat deze medewerking veel te wenschen over
laat en erg stroef is. Zoo kan het gebeuren, dat
in een gemeente als Helmond een tekort is
ontstaan van ongeveer 350 woningen, waarvan
er ruim honderd noodig zijn om bestaande
huizen te vervangen, die eigenlijk afgekeurd
moeten worden.
Nu zijn er natuurlijk allerlei opmerkingen
te maken. Men kan zich afvragen, of in deze
gemeente, waar de bouwwereenigingen zeer
mooi werk hebben gedaan de nieuwe wijken
zijn er getuigen van juist door dit werk der
bouwvereenigingen niet het particulier initia
tief min of meer is gedood. Men kan zich af
vragen, of deze vereenigingen wel geheel en al
het tekort van woningen beneden een bepaalde
huurklasse kunnen wegwerken, daar zij en
niet alleen in Helmond toch ook niet bouwen
voor de allerarmsten. De woningen van deze
categorie zou de gemeente dus moeten bouwen,
maar deze is aan handen en voeten gebonden,
omdat zij noodlijdend is. Men kan ook meenen,
dat het beter ware, een groot aantal woningen
onbewoonbaar te verklaren, daar men dan ge
bruik kan maken van de faciliteiten, die de
regeering verleent bij krotopruiming.
Maar met al deze vragen en al deze beschou
wingen zijn de bewoners van de krotten niet
geholpen, en blijven zij voortleven in denzelf
den triesten en somberen toestand, waarin hun
woning hen brengt.
Het is niet alleen de burgemeester, die
klaagt; men hoort klachten van vele kanten.
Het is zelfs zoo ernstig, dat de pastoor van een
groote arbeidersparochie pogingen heeft ge
daan om particulier kapitaal bijeen te brengen
voor woningbouw, omdat hij de toestanden in
zijn parochie onhoudbaar acht. Enkele tien
tallen jonge paartjes moeten hun huwelijk uit
stellen van maand tot maand, van jaar tot
jaar, omdat zij geen woning kunnen vinden.
Deze poging echter, hoezeer ook te prijzen,
is niet geslaagd.
De toestand in de gemeente Helmond is zeer
ernstig. Er staan een aantal krotten, die vaak
door groote gezinnen zijn bewoond. Dicht bij
de rivier de Aa staat in een achterstraat, waar
men nauwelijks den weg kan vinden, een com
plex woningen, die men bijna niet durft bin
nentreden, omdat men bang is, dat ze zullen
invallen. De vloeren liggen lager dan de straat,
de muren hebben geen tras-raam, het is er al
tijd koud en vochtig. De daken hebben geen
goot. Het water loopt zoo van het dak naar be
neden. De onderkant van de muren vangt het
water op. De kalk is langzaam weggeteerd. En
kele meters van de huizen staat een rij priva
ten, grootendeels bestaande uit ijzeren platen.
„En als de Aa hoog staat," zoo vertelt een der
bewoners, „dan kunnen we er niet eens komen
en moeten we ons maar behelpen".
Verschillende complexen van vier of vijf
woningen hebben gezamenlijk een privaat, een
toestand, dien men in het zuiden zelden ont
moet.
In een andere straat staan een paar wonin
gen, oud en versleten. Ze staan aan een hoofd
verkeersweg, maar ze dateeren nog uit den
tijd, dat deze weg nog niet bestraat was. In
het trottoir zijn een paar trapjes gemaakt,
naar de voordeur. Men komt in een vertrek,
keurig onderhouden en netjes schoon, want
het is heelemaal niet waar, dat in deze oude
en onderkomen krotten alleen sociaal-minder
waardige menschen zouden wonen. Er wonen,
hier tenminste zeker, vaak zeer nette gezinnen.
Achter het eerste vertrek ligt een soort berg
plaats, die met een deur van zeker niet meer
dan anderhalven meter hoog toegang geeft tot
een plaatsje. Aan de achterzijde van het huis
is de bovenkant van de deur even hoog als aan
de voorzijde de straat ligt.
Midden in de stad liggen deze woningen,
sommige aan een slop, dat niet meer dan een
meter breed is, en waar nooit de zon bij kan
komen, waar altijd de vochtige en bedompte
lucht den bezoeker tegenslaat. In een van deze
Zaterdag hield de vereeniging Indië-Neder
land haar jaarlij ksche algemeene vergadering
te 's-Gravenhage.
De aan de beurt van aftreding zijnde leden
van het hoofdbestuur, de heeren prof. dr. J. F.
A. M. Buffart, mr. S. Cohen Fzn„ M. B. van
der Jagt, M. C. Perk, F. S. Putman Cramer en
N. van Zalinge werden herkozen.
Na de pauze hield mr. dr. L. N. Deckers, oud
minister en lid van de Tweede Kamer, voor een
talrijk publiek waaronder wij opmerkten den
minister van Koloniën, den heer Ch. Weiter,
den oud-gouverneur-generaal mr. D. Fock, vice-
admiraal Fürstner en jhr. mr. Six, secretaris
generaal van het departement van Koloniën
een causerie over „Onze West".
Spr. vertelde vair zijn bezoek aan de Neder-
landsche West in den zomer van 1938 gebracht
op uitnoodiging van het Genootschap tot bevor
dering van de kennis van Suriname en Curagao.
Hij wees op de geweldige oliebedrijven, welke
zich de laatste jaren op de eilanden Curagao
en Aruba hebben ontwikkeld.
Bij de beschrijving der ligging, midden in het
internationale scheepvaartverkeer, wees dr. Dec
kers op de eischen, welke aan de verdediging
behooren te worden gesteld.
De gunstige budgetaire positie van Curagao
leidt meermalen tot de slotsom, dat de Curagao-
sche bevolking welvarend is. Die conclusie
is in haar algemeenheid niet juist. 99 pet. van
de ruim 9>j millioen inkomsten, geraamd voor
1939, brengen de eilanden Curagao en Aruba
op. Bonaire en de Bovenwindsche Eilanden le
veren te zamen slechts 1 pet.; toch hebben zij
11 pet. van de totale bevolking. Het verdient
toejuiching, dat van gouvernementswege voor
de economisch zwakke deelen van Curagao veel
wordt gedaan, in geld uitgedrukt zeker hét
tienvoud van hetgeen wordt opgebracht.
Na de, onderscheidene maatregelen, in het
belang van onderwijs, volksgezondheid en volks
resultaat genomen, te hebben nagegaan, ging
spreker over tot een beschrijving van zijn be
zoek aan Suriname.
Er wordt in Suriname nog altijd ernstig ge
zocht naar goede middelen om succesvol het
land in cultuur te kunnen brengen. Voor spr.
bestaat er geen aanleiding tot wanhopen. Hij
wees op de goede uitslagen, die onmiskenbaar
zijn bereikt en heeft mede goede ver
wachtingen van de citruscultuur. Dringend noo
dig is, dat de gebiedsdeelen onderling van el
kaar afnemen wat mogelijk is.
Twee dingen acht spreker met het oog op
de ontwikkeling van Suriname noodig: le. het
leeren kennen van het gedeeltelijk nog onbe
kend gebied; 2e. het ontwerpen van een eco
nomisch ontwikkelingsplan.
huizen woont een gezin van zeven personen.
Het jongste kind zal een paar maanden oud
zijn. Het huis bestaat uit twee kamers. In de
eene kamer staan de bedden voor de ouders,
die van de kinderen, een paar bedsteden, zijn
in de muren gemetseld, ze worden niet meer
gebruikt om te slapen, maar om in regenach
tige dagen de kinderen in te bewaren, omdat
deze toch ergens moeten zijn en er in de ka
mer voor hen geen plaats is. Want hier staan
ook nog een tafel, een paar stoelen, een kachel,
waarop gekookt wordt het sobere én karige
maal, waarvoor een klein stukje vleesch op
tafel ligt.
Het droevigste geval is in de binnenstad,
waar een oude slagerij en winkel door de ge
meente zijn aangekocht om de straat te ver-
breeden. Men heeft deze woning tot nu toe nog
niet kunnen afbreken, want er wonen op het
oogenblik ongeveer vijf en twintig menschen
in, samen vier gezinnen, die nergens anders
onderdak hebben kunnen vinden, en die uit
woningen zijn gekomen, welke onbewoonbaar
moesten worden verklaard daar zij op invallen
stonden. Men heeft hier de slagerij min of
meer bewoonbaar gemaakt; in den stal woont
een gezin van drie personen, de winkel is in
tweeën gedeeld. En deze woning is nog een der
beste, een der ruimste, die we hebben bezocht.
In veel van deze krotten wonen kinderen,
vuil en onderkomen; ze groeien niet, ze kennen
de vreugde niet van het leven; ze genieten nog
minder dan een poes, die haar genot kan heb
ben van de warme zon; warmte noch licht van
de zon dringen door in deze woningen, waar
langs aan de achterzijde vaak een vuile sloot
ligt, stinkend en vol ratten, met alle gevaar
voor ziekte en besmetting.
Het is dringend noodig, dat in dezen toe
stand verbetering komt, niet alleen in Hel
mond, dat slechts een symptoom is, maar over
het geheele land, waar men zulke slechte wo
ningen ontmoet.
De koopman H. Schoonhoven te Wezep, ge
raakte Zaterdagavond, toen hij op zijn motor
door de Dorpsstraat reed opeens de macht
over zijn stuur kwijt. Omstanders zagen hem
slingeren en kort daarop botste S. tegen een
boom. Ernstig gewond bleef hij liggen. Eenige
officieren van gezondheid verleenden het
slachtoffer de eerste hulp, waarna hij in le
vensgevaarlijken oestand naar het ziekenhuis te
Zwolle is overgebracht.
Men vermoedt, dat S. op den motor onwel
werd. Vroeger is hem dit oök eens overkomen.
Blijkens de memorie van antwoord aan de
Tweede Kamer op de bodemproductiewet 1939
zal de geheele regeling der bodemproductie
onder het toezicht van den minister van Econo
mische Zaken in handen komen van den regee-
ringscommissaris en de in te stellen advies
commissie.' De bestudeering en voorbereiding
der te nemen maatregelen is thans aan de
directie van den landbouw opgedragen.
Op het departement van Economische Zaken
zijn vier afdeelingen met de voorbereiding en
uiteindelijke uitvoering der economische ver
dediging belast. Deze afdeelingen zijn gecoördi
neerd in den economischen defensieraad van
dat departement, welke raad door den minister
wordt gepresideerd, terwijl de secretaris-generaal
van genoemd departement het ondervoorzitter
schap bekleedt. De hoofden der afdeelingen,
met de voorbereiding en uitvoering der econo
mische verdediging belast, hebben zitting in
dezen raad.
Op deze wijze wordt eenheid van handelen
bereikt bij de met de voorbereiding en uitvoe
ring der economische verdediging belaste in
stanties van het departement van Economische
Zaken, voor zoover dat departement betreft.
Daar de geheele economische verdedigings
voorbereiding een taak is van de regeering,
worden onderwerpen, deze materie betreffende
geregeld in den raad van ministers besproken.
De regeering wordt hierbij van advies gediend
door een interdepartementale commissie, waar
in alle departementen zijn vertegenwoordigd
die bij de uitvoering van de economische ver
dediging zijn betrokken, Deze commissie advi
seert desgevraagd uit eigener beweging.
De heeren Van Braambeek en Kievit hebben
een amendement ingediend op het ontwerp van
wet op het vervoer van personen met motor
rijtuigen.
Aan de toelichting wordt ontleend:
Het komt den voorstellers zeer ongewenscht
voor Om wat de ondernemers betreft voor
slechts een groep, bij het personenvervoer be
trokken, plaatsen in de bedrjjfscommissie te
reserveeren. Ook de spoorwegen en de tram
wegen behooren van een Opname in de com
missie verzekerd te zijn, wil men niet de kans
loopen, dat de uitgebrachte adviezen geheel
eenzijdig zullen worden opgesteld.
Voorts lijkt het hun toe, dat naast de werk
gevers ook de werknemers in de commissie
moeten worden vertegenwoordigd. De adviezen
ook over economische vragen die door de
bedrijfsraden tot stand komen, zijn ook vrucht
van samenwerking tusschen werkgevers en
werknemers.
V
Er scheen Zaterdagmorgen een vroolijk zon
netje over Den Haag, al was de wind guur en
al waaide er een frissche wind uit de zee.
H. M. de Koningin heeft op gemoedelijke ma
nier van' dit voorjaarsweer geprofiteerd en een
wandeling van ongeveer een half uur in de
stad gemaakt.
In gezelschap van een hofdame verliet zij
het Paleis aan de zijde van het Noordeinde.
Zij was gekleed in een grijs mantelpak en
droeg een ronde hoed en een lichtgroene zon
nebril, waardoor voorbijgangers Haar niet her
kenden.
Allereerst begaf Zij zich naar de etalage van
den tegenover het Paleis gelegen boekhandel
Boucher, waar Zij eenigen tijd de uitgestalde
werken bezichtigde. Zij ging daarop met haar
hofdame naar binnen en kocht twee werkjes
over den beeldhouwer Rodin. De zOon van den
eigenaar had de Koningin niet herkend en
toen wij hem later attent maakten op het hoog®
bezoek, dat hij had gehad, weigerde hij aan
vankelijk dit te geloOven.
Vervolgens gingen de beide dames naar dé
overzijde. Voor een met vrij groote vaart na
derenden auto moest H. M. nog zeer vlug uit
den weg gaan.
Rustig de verschillende etalages in het
Noordeinde bekijkend, wandelde H. M. in de
richting Zeestraat. Daar ging Zij de kunsthan
del Marjblijn binnen om er een werkje uit te
zoeken. De Koningin kocht daar inderdaad en
toen de eigenaresse Haar vroeg, waar zy de
inkoopen moest laten bezorgen zeide H. M.:
„Pak u het maar in, Ik woon vlak bij."
Daarop wandelden de beide dames naar het
Plein 1813, waar een hofauto haar wachtte, die
Haar aan ons oog onttrok. Profiteerend van
het mooie voorjaarsweer heeft de Koningin,
waarschijnlijk aldus haar tocht dbor de stad
voortgezet.
Zaterdagmiddag is de landbouwer Van Mont-
ford op den onbewaakten overweg van de hjn
Roermond-Vlodrop met paard en kar door een
trein gegrepen, waardoor het rechter been van
den voerman werd afgereden. Paard en kar
werden een eind verder op de rails .geworpen.
Het paard moest ter plaatse worden afgemaakt.
De landbouwer is naar het St. Laurentius-
ziekenhuis te Roermond vervoerd.
Ingediend is een wetsontwerp tot vaststelling
van het slot der rekening van de uitgaven en
ontvangsten voor Suriname over het dienstjaar
1936.
Het slot der rekening wordt vastgesteld als
volgt:
De uitgaven bedragen 6.658.699.33.
De ontvangsten hebben bedragen 3.895.727.85.
Het nadeelig slot der rekening bedraagt alzoo
2.762.971.48.
In de 34e algemeene vergadering van leden
van het schoolfonds voor schipperskinderen
„Schuttevaer" is den heer R. Bets Pzn. op zUn
verzoek eervol ontslag verleend als lid der com
missie van toezicht en beheer der vereeniging,
onder dankzegging voor de belangrijke dien
sten, in die functie aan het schoolfonds bewe
zen.
In zijn plaats werd met algemeene stemmen
benoemd de heer J. de Bruyn, te Enkhuizen. De
heer Bets biyft deel uitmaken van het dage-
lijksch bestuur.
De heer J. Vos Hzn. te Zwolle trad af als
lid van het dagelijksch bestuur en tweede se
cretaris en werd benoemd tot lid van het al
gemeen bestuur, zyn plaats werd ingenomen
door den heer J. Kaleveld te Amstelveen.
Ten slotte bedankte de heer J. Post te Wa-
geningen als lid van het algemeen bestuur en
propagandist der vereeniging, in verband met
het aanvaarden van een functie by het onlangs
opgerichte schoolfonds voor schippers- en kra
merskinderen, die de openbare school be
zoeken.
De heer L. C. Wilten, consul der Nederlan
den te Minneapolis, Minnesota, U. S. A„ heelt
de bekende smalle, sprekende film over Neder
land, eigendom der vereeniging „Nederland in
den Vreemde", met groot succes voor het vol
tallige college van professoren der universiteit
van Minnesota vertoond.
De heer Wilten sprak daarbij over Nederland
en iedereen was vol lof over deze film. Op het
oogenblik voert het bureau der universiteit be
sprekingen Omtrent de mogeiykheid een exem
plaar van deze rolprent te eigen behoeve aan
te schaffen, ten dienste van het onderwijs.
In den ouderdom van juist 62 jaar is te 0®st'
acker (B.) overleden Broeder Adon M., gehe'
raai- overste van de Congregatie der Broedef®
van O. L. Vrouw van Lourdes, waarvan b®
Nederlandsch Provinciaal Huis is gevestigd t®
Dongen. De thans ontslapene was gedurend®
acht jaren generaal-overste. In die jaren hee
hy o.a. de missie bezocht van die Congregat'
in Amerika, Afrika en Indië. Hij was een ze®
verdienstelijk werker voor het onderwijs
België, waarvoor hy vele jaren heeft gear be1