Indien distributie ooit weer noodig wordt.... nu Woningtekort in Nederland I llliilili DE MEENING DER REGEERING ERNSTIGE KLACHT VAN DEN BURGEMEESTER Helmond een symptoom van den algemeenen toestand Kerkelijk leven BROEDER ADON M. t ZONDAG 23 APRIL 1939 In tegenstelling met 1916 is de regeling voor het geheele land centraal gedacht Burgemeesters belast met de uitvoering PRINS BERNHARD BIJ DEN PHOHI-ZENDER Het intact laten van den handel Doodelijk ongeluk bij het rangeeren Kabeldraad niet tijdig losgemaakt GODSDIENSTONDERRICHT VAN DEN K.R.O. Prof. J. Slijkerman opvolger van prof. D. Bont GEMEENTEFONDS Wijziging van de begrooting Ver. Indië-Nederland Causerie van dr. Deckers over „Onze West" Tegen een boom gebotst Motorrijder werd waar schijnlijk onwel BODEMPRODUCTIEWET 1939 Voorbereiding en uiteindelijke uitvoering Wet vervoer van personen met motorrijtuigen ft - Krotwoningen in een slop te Helmond, waar zon en licht nauwelijks doordringen H. M. de Koningin ging winkelen „Pak u maar in, ik woon vlak bij" Landbouwer door trein gegrepen en gewond Zijn paard moest worden afgemaakt REKENING SURINAME OVER 1936 Een nadeelig slot van 2.762.971 SCHOOLFONDS „SCHUTTE- VAER" Mutaties in het bestuur NEDERLAND IN DEN VREEMDE Filmvertooning aan universiteit van Minnesota Generaal-overste der Broeders van Dongen wmmmiim "In de memorie van antwoord op de opmerkingen uit de Tweede Kamer over het ontwerp Distributiewet 1939 heeft de re geering uiteengezet hoe zij zich een even tueel in te voeren stelsel van distributie denkt. De distributieregeling zal in algemeene trekken voor alle te distribueeren artikelen voor huishoudelijk gebruik gelijk zijn, doch uiteraard zullen de details voor verschillende artikelen onderling kunnen verschillen. In het algemeen wordt uitgegaan van de na volgende richtlijnen: a. Indien een tekort aan een bepaald artikel dreigt te ontstaan, zullen de be schikbare hoeveelheden daarvan zooveel mogelijk gelijk over alle consumenten wor den verdeeld, met inachtneming van be paalde behoeften en seizoeninvloeden. b. Daarbij zullen de bestaande organen van handel en verkeer zooveel mogelijk worden ingeschakeld. De distributieregeling voorziet ter uitvoering dezer richtlijnen in de uitgifte aan alle consu menten, tot de burgerbevolking behoorende, van een op naam gestelde distributie-stamkaart, welke recht geeft op de verkrijging van de dis tributiebonboekjes, waarvan de inhoud bestaat uit genummerde bonnen. Op gezette tijden zal dan de regeering bekend maken, dat in een bepaald tijdvak bij de winkeliers een zekere hoeveelheid van een aangewezen artikel ge kocht zal kunnen worden tegen afgifte van een aan te wijzen bon uit het bonboekje. Ten einde te bewerkstelligen, dat de winkeliers tot den verkoop van het betrokken artikel kunnen over gaan, zullen dezen eenigen tijd vóór eerderge noemde tijdstippen in de gelegenheid gesteld worden, bestellingen bij den groothandel te doen, welke bestellingen de in iedere gemeente in te stellen distributiedienst zal afteekenen en beperken tot den normalen omzet, of indien tot rantsoeneering moet worden overgegaan tot een bepaald percentage van den normalen omzet van den winkelier, welke omzet, door het in stellen van een enquête bij alle winkeliers zal komen vast te staan. Ter voorkoming van ver koop aan het publiek zonder het innemen van een bon, worden volgende bestellingen slechts toegestaan op basis van de door den winkelier in te leveren consumentenbonnen uit een vorig distributietijdvak. De regeling der distributie is, in tegen stelling met den opzet van 1916, voor het geheele land centraal gedacht. Hoezeer ook thans de gemeenten een uiterst belangrijke schakel in de gedachte organisatie vormen, zoo is de hun toegedachte taak in hoofd zaak van administratieven aard. In de uitzonderlijke omstandigheden, waarin de wet zal worden toegepast, is snelheid van handelen conditio sine qua non. Beslissingen moeten alsdan worden genomen, maatregelen getroffen, zonder dat veelal gelegenheid voor rustig, collegiaal overleg bestaat. Is het dan wonder, dat, aldus de memorie, het wetsont werp ten dezen den burgemeester tot uitvoering roept, den gezagdrager, ook door de gemeente wet in buitengewone omstandigheden tnet groo- te bevoegdheden bekleed? In een nota van wijzigingen heeft de regee ring een aantal wijzigingen in haar ontwerp aangebracht. Voorgesteld wordt thans met zooveel woorden in het wetsontwerp vast te leg gen, dat in den regel in eiken kring een distributie-dienst is, dat de burgemeester der betrokken gemeente daarvan het hoofd is, doch dat deze een ander kan aanwijzen, die namens hem met de dagelijksche lei ding van zaken is belast. Tevens stelt de regeering voor in het wets ontwerp voorzieningen op te nemen met be trekking tot de samenwerking van den burge meester, in geval twee of meer gemeenten te zamen één kring vormen (art. 12). Een nieuw artikel 13 beoogt compensatie-geschillen te voor komen. Artikel 14 (nieuw) bepaalt, dat de kosten van den distributiedienst worden geacht te behoo- ren tot de verplichte uitgaven. De regelende bevoegdheid van den burge meester wordt in art. 15 (nieuw) iets anders geregeld. Het aanvankelijk voorgestelde artikel 14, regelende de mogelijkheid van instelling van distributie-organen, is in verband met de daar tegen in het voorloopig verslag geopperde be zwaren thans vervallen. Artikel 16 (nieuw) beoogt rekening te houden met de gevallen, waarin een doelmatige distri butie naar het oordeel van de Kroon niet is verzekerd. Daarna behandelt de memorie eenige losse opmerkingen uit het voorloopig verslag. Advies colleges inzake de voedselvoorziening acht zy in veel gevallen nuttig, doch de instelling er van wil zij niet verplicht stellen. Aan een bezwaar dat bij verscheidene leden Nadat Z. K. H. Prins Femhard Zaterdagmor gen een bezoek had gebracht aan de N. S. F te Hilversum, begaf Z. K. H. zich te ongeveer twee uur per auto naar Huizen, ter bezichtiging van het Phohibedrijf, de zenders en de draai bare antennemasten. In een vijftal auto's waren met den Prins meegekomen de heeren dr. A. F. Philips, ir. F. J. Philips en ir. P. F. S. Otten, directeur van de Philipsfabrieken, benevens de staf van deze fabrieken en de ir. J. G. E. Gieskens, di recteur van de N. S. F. De Prins heeft met zeer groote belangstel ling het geheele Phohi-bedrijf bezichtigd en zijn bewondering te kennen gegeven voor de keurige inrichting. Na een bezoek van pl.m. 20 minuten vertrok het hooge gezelschap weer in de richting Soestdyk. tegen de ontworpen regeling bleek te bestaan de mogelijkheid, dat distributiekringen worden ingesteld, welke twee of meer gemeenten om vatten en aan welker hoofd de burgemeester van één der gemeenten zou staan wordt thans ook tegemoetgekomen. De door de betrokken burge meesters te treffen gemeenschappelijke regeling zal de inrichting van den distributiedienst in den kring moeten regelen. Daarbij bestaat o.a. de mogelijkheid een commissie met regelende be voegdheid in het leven te roepen. Overigens blijft het ook mogelijk een der burgemeesters als hoofd van den dienst aan te wijzen. Met voldoening heeft de regeering vernomen, dat het voornemen, de bestaande organisaties van den handel bij de uitvoering der distributie regelingen, zooveel mogelijk intact te laten, al gemeen instemming had gevonden. Met verscheidene leden is de regeering van oordeel, dat op grond van het wetsontwerp ook een distribu Dieregeling dient te worden getrof fen van tal van goederen, welke noch voor huis houdelijk gebruik bestemd zijn, noch als grond stoffen of als halffabrikaten zijn te beschouwen. Daarom acht de regeering een wijziging van het wetsontwerp noodzakelijk. Bij nota van wijzigingen zijn dus eenige systematische wijzingen in het ontwerp aan gebracht, waardoor aan de regeering vol doende bevoegdheden zullen 'toekomen, om ten aanzien van alle daarvoor in aanmer king komende goederen een distributie regeling vast te. stellen. Daarnaast wordt ook de organisatie van de distributiedien sten toepasselijk voor andere goederen, dan die bestemd zijn voor huishoudelijk ge bruik. De bevoegdheid van een ieder, die distribu tiegoederen voorhanden heeft, gegevens te vor deren, onverschillig of die goederen al dan niet voor huishoudelijk gebruik bestemd zijn, acht de regeering onmisbaar. De nota van wijzigingen opent daartoe de mogelijkheid. Voorts zegt de regeering in de Memorie van Antwoord de opvatting, dat de kosten aan de uitvoering van deze wet verbonden, integraal ten laste van het Rijk behooren te worden gebracht, in haar algemeenheid niet te onderschrijven. Ten slotte doet de regeering, ten einde de or ganisatie der distributieregeling vóór de in wer king treding zoo goed mogelijk voor te bereiden, het voorstel, de artikelen nopens de organisatie der distributiediensten in de kringen den dag na afkondiging der wet in werking te doen tre den. Deze artikelen treden dus blijvend in wer king. Zoolang geen buitengewone omstandig heden aanwezig zijn, acht de regeering geen aanleiding aanwezig, de andere artikelen in wer king te doen treden. Zaterdagmorgen is op de terreinen van de N.V. Ijzerhandel Sideron aan den Sluisjesdijk te Rotterdam een ernstig ongeval gebeurd, dat een arbeider het leven gekost heeft. Op het terrein werd een ledige spoorwagon gerangeerd door middel van een z.g. rangeer kraan, die op een tweede spoor reed. De 48- jarige baas D. Verschoor raakte, doordat hij den kabeldraad niet tijdig genoeg losmaakte, bekneld tusschen dezen draad en een buffer van den wagen. De man moet op slag gedood zijn. Met een auto van den G.G.D. Is het stoffelijk overschot naar het ziekenhuis aan den Cooi- singel vervoerd. Nu prof. D. Bont tot pastoor is benoemd, zal hij zijn godsdienstonderricht voor de K. R. O.- microfoon niet kunnen voortzetten. Hedenmid dag om twee uur zal hij voor het laatst zijn tot nu toe gebruikelijk radio-halfuur verzorgen. Zijn opvolger is prof. J. A. Slijkerman, lee- raar aan het seminarie Hageveld te Heemstede. IW T/T W f De deur aan de achterzijde is slechts ruim een, meter hoog Ingediend is bij de Tweede Kamer een wets ontwerp tot wijziging en verhooging van de be grooting van inkomsten en uitgaven van het Gemeentefonds voor het begrootingsjaar 1937-38. Aan de Memorie van Antwoord is het vol gende ontleend: In verband met de omstandigheid, dat de be lastingopbrengsten over het boekingstijdvak 1937-38, geheven ten bate van het Gemeente fonds, de raming overtreffen, wordt ook de uit- keering ingevolge artikel 3, letter c, der wet van 15 Juli 1929 hooger. Zij moet nader wor den gesteld op f 55.083.663.40. Met het oog daarop wordt artikel 3 der uitgaven verhoogd met rond f 3.243.664. Bij de samenstelling van de ontwerp-begroo- ting van het Gemeentefonds voor 1937-38 stond de garantie-uitkeering voor de gemeenten inge volge artikel II der wet van 4 Maart 1935 voor het uitkeeringstijdvak 1935-36 nog niet defini tief vast. Als basis voor de raming van artikel 4 is toen genomen de voorloopige garantie-uit keering over dat uitkeeringstijdvak. Nu geble ken is. dat de definitieve garantie-uitkeering over 1935-36 hooger is dan de voorloopige uit- keering, moet artikel 4 der uitgaven worden verhoogd, n.I. met een bedrag van f 782.327, in verband waarmede het eindbedrag nader wordt gesteld op f 23.955.827. Nu de uitkeeringen volgens de garantiebe paling en de inhoudingen volgens de limietbepa ling onderscheidenlijk ingevolge de artikelen II en III der wet van 4 Maart 1935 vast staan moet artikel 5 worden verhoogd met f 649.620 en wor den gebracht op f 12.267.520. Aangezien het onderhavige ontwerp van wet, in verband met het maken van diverse bere keningen, niet zoo tijdig kon worden inge diend, dat het nog voor 1 Mei 1939 tot wet zóu kunnen worden verheven, wordt voorgesteld, den termijn van afsluiting van den dienst van genoemd fonds voor 1937-38 30 April 1939 1 nader te bepalen op 31 December 1939. Het woningtekort in ons land is ont stellend groot. Groot niet alleen, omdat de woningbouw de normale uitbreiding van de bevolking niet kan bijhouden, maar ook omdat een aantal menschen moeten wo nen in huizen, dfe voor bewoning heele- maal niet meer geschikt zijn. Het een is een gevolg van het ander. Hoe groot het tekort is, hoeveel woningen moeten worden bijgebouwd, men kan het le zen in cijfers van statistieken en in ambtelij ke rapporten. Maar noch de cijfers, noch de rapporten geven een beeld van het mensche- lijke leed, van de schrijnende ellende, die de armsten vaak ondervinden, omdat voor hen geen behoorlijke woning is te vinden. Om dit leed te bevroeden moet men zelf de tegenstel ling hebben gezien tusschen het veilige thuis, waarin de eigen kinderen krachtig opgroeien, en de krotten, waarin vaak de kinderen van een groot gezin moeten opgroeien, verstoken van alle zorg. Een van de gemeenten, waar de toestand zeer ernstig is, is wel de fabrieksplaats Hel mond, welker burgemeester, de heer Moons, onlangs in een openbare vergadering van den raad zeer sombere woorden heeft gezegd over den woningtoestand in zijn gemeente. Helmond is in zekeren zin een symptoom. Er zijn gemeenten, waar de toestand zeker zoo ernstig is, maar er is geen gemeente, waar de burgemeester met zooveel klem heeft ge wezen op den ernst van den toestand; geen gemeente, waar de burgemeester zoo openlijk het onhoudbare heeft aangetoond. De toestand in Helmond is zeer erg. Wij hebben daar verschillende woningen bezocht en een onderzoek ingesteld. In deze gemeente, die jaarlijks met 400 zielen toeneemt, zijn honderd woningen per jaar noodig om dezen aanwas op te nemen. Daar de gemeente groo- tendeels uit een arbeidersbevolking bestaat, moet drie kwart van de nieuwe woningen be rieden de huurklasse vallen, waarvoor een particuliere bouwer nog het risico op zich kan nemen. Het is immers bekend, dat een parti culiere ondernemer niet loonend meer kan bouwen, zoodra de huur beneden een bepaald minimum komt. Voor deze lagere klassen wordt dan de hulp van de regeering ingeroe pen, die in den vorm van voorschotten aan Woningbouwvereenigingen haar medewerking verleent. Althans zou moeten verleenen, maar men hoort tegenwoordig de algemeene klacht, dat deze medewerking veel te wenschen over laat en erg stroef is. Zoo kan het gebeuren, dat in een gemeente als Helmond een tekort is ontstaan van ongeveer 350 woningen, waarvan er ruim honderd noodig zijn om bestaande huizen te vervangen, die eigenlijk afgekeurd moeten worden. Nu zijn er natuurlijk allerlei opmerkingen te maken. Men kan zich afvragen, of in deze gemeente, waar de bouwwereenigingen zeer mooi werk hebben gedaan de nieuwe wijken zijn er getuigen van juist door dit werk der bouwvereenigingen niet het particulier initia tief min of meer is gedood. Men kan zich af vragen, of deze vereenigingen wel geheel en al het tekort van woningen beneden een bepaalde huurklasse kunnen wegwerken, daar zij en niet alleen in Helmond toch ook niet bouwen voor de allerarmsten. De woningen van deze categorie zou de gemeente dus moeten bouwen, maar deze is aan handen en voeten gebonden, omdat zij noodlijdend is. Men kan ook meenen, dat het beter ware, een groot aantal woningen onbewoonbaar te verklaren, daar men dan ge bruik kan maken van de faciliteiten, die de regeering verleent bij krotopruiming. Maar met al deze vragen en al deze beschou wingen zijn de bewoners van de krotten niet geholpen, en blijven zij voortleven in denzelf den triesten en somberen toestand, waarin hun woning hen brengt. Het is niet alleen de burgemeester, die klaagt; men hoort klachten van vele kanten. Het is zelfs zoo ernstig, dat de pastoor van een groote arbeidersparochie pogingen heeft ge daan om particulier kapitaal bijeen te brengen voor woningbouw, omdat hij de toestanden in zijn parochie onhoudbaar acht. Enkele tien tallen jonge paartjes moeten hun huwelijk uit stellen van maand tot maand, van jaar tot jaar, omdat zij geen woning kunnen vinden. Deze poging echter, hoezeer ook te prijzen, is niet geslaagd. De toestand in de gemeente Helmond is zeer ernstig. Er staan een aantal krotten, die vaak door groote gezinnen zijn bewoond. Dicht bij de rivier de Aa staat in een achterstraat, waar men nauwelijks den weg kan vinden, een com plex woningen, die men bijna niet durft bin nentreden, omdat men bang is, dat ze zullen invallen. De vloeren liggen lager dan de straat, de muren hebben geen tras-raam, het is er al tijd koud en vochtig. De daken hebben geen goot. Het water loopt zoo van het dak naar be neden. De onderkant van de muren vangt het water op. De kalk is langzaam weggeteerd. En kele meters van de huizen staat een rij priva ten, grootendeels bestaande uit ijzeren platen. „En als de Aa hoog staat," zoo vertelt een der bewoners, „dan kunnen we er niet eens komen en moeten we ons maar behelpen". Verschillende complexen van vier of vijf woningen hebben gezamenlijk een privaat, een toestand, dien men in het zuiden zelden ont moet. In een andere straat staan een paar wonin gen, oud en versleten. Ze staan aan een hoofd verkeersweg, maar ze dateeren nog uit den tijd, dat deze weg nog niet bestraat was. In het trottoir zijn een paar trapjes gemaakt, naar de voordeur. Men komt in een vertrek, keurig onderhouden en netjes schoon, want het is heelemaal niet waar, dat in deze oude en onderkomen krotten alleen sociaal-minder waardige menschen zouden wonen. Er wonen, hier tenminste zeker, vaak zeer nette gezinnen. Achter het eerste vertrek ligt een soort berg plaats, die met een deur van zeker niet meer dan anderhalven meter hoog toegang geeft tot een plaatsje. Aan de achterzijde van het huis is de bovenkant van de deur even hoog als aan de voorzijde de straat ligt. Midden in de stad liggen deze woningen, sommige aan een slop, dat niet meer dan een meter breed is, en waar nooit de zon bij kan komen, waar altijd de vochtige en bedompte lucht den bezoeker tegenslaat. In een van deze Zaterdag hield de vereeniging Indië-Neder land haar jaarlij ksche algemeene vergadering te 's-Gravenhage. De aan de beurt van aftreding zijnde leden van het hoofdbestuur, de heeren prof. dr. J. F. A. M. Buffart, mr. S. Cohen Fzn„ M. B. van der Jagt, M. C. Perk, F. S. Putman Cramer en N. van Zalinge werden herkozen. Na de pauze hield mr. dr. L. N. Deckers, oud minister en lid van de Tweede Kamer, voor een talrijk publiek waaronder wij opmerkten den minister van Koloniën, den heer Ch. Weiter, den oud-gouverneur-generaal mr. D. Fock, vice- admiraal Fürstner en jhr. mr. Six, secretaris generaal van het departement van Koloniën een causerie over „Onze West". Spr. vertelde vair zijn bezoek aan de Neder- landsche West in den zomer van 1938 gebracht op uitnoodiging van het Genootschap tot bevor dering van de kennis van Suriname en Curagao. Hij wees op de geweldige oliebedrijven, welke zich de laatste jaren op de eilanden Curagao en Aruba hebben ontwikkeld. Bij de beschrijving der ligging, midden in het internationale scheepvaartverkeer, wees dr. Dec kers op de eischen, welke aan de verdediging behooren te worden gesteld. De gunstige budgetaire positie van Curagao leidt meermalen tot de slotsom, dat de Curagao- sche bevolking welvarend is. Die conclusie is in haar algemeenheid niet juist. 99 pet. van de ruim 9>j millioen inkomsten, geraamd voor 1939, brengen de eilanden Curagao en Aruba op. Bonaire en de Bovenwindsche Eilanden le veren te zamen slechts 1 pet.; toch hebben zij 11 pet. van de totale bevolking. Het verdient toejuiching, dat van gouvernementswege voor de economisch zwakke deelen van Curagao veel wordt gedaan, in geld uitgedrukt zeker hét tienvoud van hetgeen wordt opgebracht. Na de, onderscheidene maatregelen, in het belang van onderwijs, volksgezondheid en volks resultaat genomen, te hebben nagegaan, ging spreker over tot een beschrijving van zijn be zoek aan Suriname. Er wordt in Suriname nog altijd ernstig ge zocht naar goede middelen om succesvol het land in cultuur te kunnen brengen. Voor spr. bestaat er geen aanleiding tot wanhopen. Hij wees op de goede uitslagen, die onmiskenbaar zijn bereikt en heeft mede goede ver wachtingen van de citruscultuur. Dringend noo dig is, dat de gebiedsdeelen onderling van el kaar afnemen wat mogelijk is. Twee dingen acht spreker met het oog op de ontwikkeling van Suriname noodig: le. het leeren kennen van het gedeeltelijk nog onbe kend gebied; 2e. het ontwerpen van een eco nomisch ontwikkelingsplan. huizen woont een gezin van zeven personen. Het jongste kind zal een paar maanden oud zijn. Het huis bestaat uit twee kamers. In de eene kamer staan de bedden voor de ouders, die van de kinderen, een paar bedsteden, zijn in de muren gemetseld, ze worden niet meer gebruikt om te slapen, maar om in regenach tige dagen de kinderen in te bewaren, omdat deze toch ergens moeten zijn en er in de ka mer voor hen geen plaats is. Want hier staan ook nog een tafel, een paar stoelen, een kachel, waarop gekookt wordt het sobere én karige maal, waarvoor een klein stukje vleesch op tafel ligt. Het droevigste geval is in de binnenstad, waar een oude slagerij en winkel door de ge meente zijn aangekocht om de straat te ver- breeden. Men heeft deze woning tot nu toe nog niet kunnen afbreken, want er wonen op het oogenblik ongeveer vijf en twintig menschen in, samen vier gezinnen, die nergens anders onderdak hebben kunnen vinden, en die uit woningen zijn gekomen, welke onbewoonbaar moesten worden verklaard daar zij op invallen stonden. Men heeft hier de slagerij min of meer bewoonbaar gemaakt; in den stal woont een gezin van drie personen, de winkel is in tweeën gedeeld. En deze woning is nog een der beste, een der ruimste, die we hebben bezocht. In veel van deze krotten wonen kinderen, vuil en onderkomen; ze groeien niet, ze kennen de vreugde niet van het leven; ze genieten nog minder dan een poes, die haar genot kan heb ben van de warme zon; warmte noch licht van de zon dringen door in deze woningen, waar langs aan de achterzijde vaak een vuile sloot ligt, stinkend en vol ratten, met alle gevaar voor ziekte en besmetting. Het is dringend noodig, dat in dezen toe stand verbetering komt, niet alleen in Hel mond, dat slechts een symptoom is, maar over het geheele land, waar men zulke slechte wo ningen ontmoet. De koopman H. Schoonhoven te Wezep, ge raakte Zaterdagavond, toen hij op zijn motor door de Dorpsstraat reed opeens de macht over zijn stuur kwijt. Omstanders zagen hem slingeren en kort daarop botste S. tegen een boom. Ernstig gewond bleef hij liggen. Eenige officieren van gezondheid verleenden het slachtoffer de eerste hulp, waarna hij in le vensgevaarlijken oestand naar het ziekenhuis te Zwolle is overgebracht. Men vermoedt, dat S. op den motor onwel werd. Vroeger is hem dit oök eens overkomen. Blijkens de memorie van antwoord aan de Tweede Kamer op de bodemproductiewet 1939 zal de geheele regeling der bodemproductie onder het toezicht van den minister van Econo mische Zaken in handen komen van den regee- ringscommissaris en de in te stellen advies commissie.' De bestudeering en voorbereiding der te nemen maatregelen is thans aan de directie van den landbouw opgedragen. Op het departement van Economische Zaken zijn vier afdeelingen met de voorbereiding en uiteindelijke uitvoering der economische ver dediging belast. Deze afdeelingen zijn gecoördi neerd in den economischen defensieraad van dat departement, welke raad door den minister wordt gepresideerd, terwijl de secretaris-generaal van genoemd departement het ondervoorzitter schap bekleedt. De hoofden der afdeelingen, met de voorbereiding en uitvoering der econo mische verdediging belast, hebben zitting in dezen raad. Op deze wijze wordt eenheid van handelen bereikt bij de met de voorbereiding en uitvoe ring der economische verdediging belaste in stanties van het departement van Economische Zaken, voor zoover dat departement betreft. Daar de geheele economische verdedigings voorbereiding een taak is van de regeering, worden onderwerpen, deze materie betreffende geregeld in den raad van ministers besproken. De regeering wordt hierbij van advies gediend door een interdepartementale commissie, waar in alle departementen zijn vertegenwoordigd die bij de uitvoering van de economische ver dediging zijn betrokken, Deze commissie advi seert desgevraagd uit eigener beweging. De heeren Van Braambeek en Kievit hebben een amendement ingediend op het ontwerp van wet op het vervoer van personen met motor rijtuigen. Aan de toelichting wordt ontleend: Het komt den voorstellers zeer ongewenscht voor Om wat de ondernemers betreft voor slechts een groep, bij het personenvervoer be trokken, plaatsen in de bedrjjfscommissie te reserveeren. Ook de spoorwegen en de tram wegen behooren van een Opname in de com missie verzekerd te zijn, wil men niet de kans loopen, dat de uitgebrachte adviezen geheel eenzijdig zullen worden opgesteld. Voorts lijkt het hun toe, dat naast de werk gevers ook de werknemers in de commissie moeten worden vertegenwoordigd. De adviezen ook over economische vragen die door de bedrijfsraden tot stand komen, zijn ook vrucht van samenwerking tusschen werkgevers en werknemers. V Er scheen Zaterdagmorgen een vroolijk zon netje over Den Haag, al was de wind guur en al waaide er een frissche wind uit de zee. H. M. de Koningin heeft op gemoedelijke ma nier van' dit voorjaarsweer geprofiteerd en een wandeling van ongeveer een half uur in de stad gemaakt. In gezelschap van een hofdame verliet zij het Paleis aan de zijde van het Noordeinde. Zij was gekleed in een grijs mantelpak en droeg een ronde hoed en een lichtgroene zon nebril, waardoor voorbijgangers Haar niet her kenden. Allereerst begaf Zij zich naar de etalage van den tegenover het Paleis gelegen boekhandel Boucher, waar Zij eenigen tijd de uitgestalde werken bezichtigde. Zij ging daarop met haar hofdame naar binnen en kocht twee werkjes over den beeldhouwer Rodin. De zOon van den eigenaar had de Koningin niet herkend en toen wij hem later attent maakten op het hoog® bezoek, dat hij had gehad, weigerde hij aan vankelijk dit te geloOven. Vervolgens gingen de beide dames naar dé overzijde. Voor een met vrij groote vaart na derenden auto moest H. M. nog zeer vlug uit den weg gaan. Rustig de verschillende etalages in het Noordeinde bekijkend, wandelde H. M. in de richting Zeestraat. Daar ging Zij de kunsthan del Marjblijn binnen om er een werkje uit te zoeken. De Koningin kocht daar inderdaad en toen de eigenaresse Haar vroeg, waar zy de inkoopen moest laten bezorgen zeide H. M.: „Pak u het maar in, Ik woon vlak bij." Daarop wandelden de beide dames naar het Plein 1813, waar een hofauto haar wachtte, die Haar aan ons oog onttrok. Profiteerend van het mooie voorjaarsweer heeft de Koningin, waarschijnlijk aldus haar tocht dbor de stad voortgezet. Zaterdagmiddag is de landbouwer Van Mont- ford op den onbewaakten overweg van de hjn Roermond-Vlodrop met paard en kar door een trein gegrepen, waardoor het rechter been van den voerman werd afgereden. Paard en kar werden een eind verder op de rails .geworpen. Het paard moest ter plaatse worden afgemaakt. De landbouwer is naar het St. Laurentius- ziekenhuis te Roermond vervoerd. Ingediend is een wetsontwerp tot vaststelling van het slot der rekening van de uitgaven en ontvangsten voor Suriname over het dienstjaar 1936. Het slot der rekening wordt vastgesteld als volgt: De uitgaven bedragen 6.658.699.33. De ontvangsten hebben bedragen 3.895.727.85. Het nadeelig slot der rekening bedraagt alzoo 2.762.971.48. In de 34e algemeene vergadering van leden van het schoolfonds voor schipperskinderen „Schuttevaer" is den heer R. Bets Pzn. op zUn verzoek eervol ontslag verleend als lid der com missie van toezicht en beheer der vereeniging, onder dankzegging voor de belangrijke dien sten, in die functie aan het schoolfonds bewe zen. In zijn plaats werd met algemeene stemmen benoemd de heer J. de Bruyn, te Enkhuizen. De heer Bets biyft deel uitmaken van het dage- lijksch bestuur. De heer J. Vos Hzn. te Zwolle trad af als lid van het dagelijksch bestuur en tweede se cretaris en werd benoemd tot lid van het al gemeen bestuur, zyn plaats werd ingenomen door den heer J. Kaleveld te Amstelveen. Ten slotte bedankte de heer J. Post te Wa- geningen als lid van het algemeen bestuur en propagandist der vereeniging, in verband met het aanvaarden van een functie by het onlangs opgerichte schoolfonds voor schippers- en kra merskinderen, die de openbare school be zoeken. De heer L. C. Wilten, consul der Nederlan den te Minneapolis, Minnesota, U. S. A„ heelt de bekende smalle, sprekende film over Neder land, eigendom der vereeniging „Nederland in den Vreemde", met groot succes voor het vol tallige college van professoren der universiteit van Minnesota vertoond. De heer Wilten sprak daarbij over Nederland en iedereen was vol lof over deze film. Op het oogenblik voert het bureau der universiteit be sprekingen Omtrent de mogeiykheid een exem plaar van deze rolprent te eigen behoeve aan te schaffen, ten dienste van het onderwijs. In den ouderdom van juist 62 jaar is te 0®st' acker (B.) overleden Broeder Adon M., gehe' raai- overste van de Congregatie der Broedef® van O. L. Vrouw van Lourdes, waarvan b® Nederlandsch Provinciaal Huis is gevestigd t® Dongen. De thans ontslapene was gedurend® acht jaren generaal-overste. In die jaren hee hy o.a. de missie bezocht van die Congregat' in Amerika, Afrika en Indië. Hij was een ze® verdienstelijk werker voor het onderwijs België, waarvoor hy vele jaren heeft gear be1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 6