meer dan mm n ra* jrrjj**r*a ritmeesters
Water, dat geen brood meer geeft
BESOMMINGEN VAN
ROND VIJF GULDEN
Japan maakt zich ongerust
over Engeland
Omkeer in Tokio's
houding
Y
Y
Y
SINT FISCUS
Haringteelt op Wadden
zee mislukt
Versterking van het
anti-kominternpact?
©X rijwielen, verwonderlijk lichte gang, 40*
Buitenlandsch Overzicht
AANBOD TSJECHISCHE
OFFICIEREN
HELPT onze
ona fhankelijkheid
HANDHAVEN
Lucht Yerdediqinqs Fonds
WOENSDAG 10 MEI 1939
Britsch vrachtschip
gezonken
V erzekerïngspremies
werden verlaagd
brand op de Alsia
werden in 1 jaar gerookt! Daf zegt toch we! iets over de kwaliteit!
E JL1
mm
Koninklijke onderscheiding
Hr. Ms. O 16 te Port Said
Geen audiëntie
Als instructeurs voor gebruik van
vechtwagens en pantserauto's
in Indische leger
Plaatsing van vliegoff icier en?
Sint Fiscus is geen Sinterklaas, al
zorgt ook hij voor surprises. In de
nieuwe belastingontwerpen wijkt St.
Fiscus van zijn onaangename gewoonte
af om enkel maar te nemen. Hij weet nu
tenminste van geven en nemen, al blijft
het geven meer dan bescheföen achter
hij het nemen. Wij kunnen hem dat ech
ter niet erg euvel duiden. Er moet nu
^nmaal veel geld in het laatje van Var-
hertje Staat komen, want de interna
tionale en de nationale toestand komen
Nederland nu eenmaal duur te staan.
F'e politieke en economische spanningen
eh verwarringen in geheel de wereld
borden ook Nederland te betalen gezet.
Naast de plannen tot verzwaring van
hen reeds zwaren belastingdruk heeft
Sint Fiscus ook eenige verlichting van
hien druk op bepaalde punten beraamd,
■tis een echte heilige heeft hij het eerst
êedacht aan de groote gezinnen, die het
Juist in tijden als deze bijzonder zwaar
te
verantwoorden hebben. Veel is het
niet, dat hij voor deze meent te kunnen
h°en, maar weinig, zelfs te weinig, is
httijd nog beter en meer dan heelemaal
hiets. In bepaalde gevallen zal zijn rech-
erhand moeten weten, wat zijn linker
h°et, want wat met de eene zal worden
Senomen zal met de andere gedeeltelijk
^eer moeten worden teruggegeven.
ietwat omslachtige methode mis
schien, maar voor een goochelaar als
Sint Fiscus een koud kunstje. Dat de
heffingen op vleesch en visch zullen wor-
hen verlaagd, zal alleen ontstemming
^ekken bij de runderen en de gladde
Waterbewoners, maar het zal hun consu
lenten welkom zijn en kan het aantal
öier consumenten doen toenemen. De
dagers en de visschers, die die consu
lenten moeten bedienen, zullen daar
°°k profijt van hebben, en een beetje
pr°fijt zal een ieder gaarne aan deze
Zeer onfortuinlijken gunnen, vooral daar
een grooter vleesch- en vischgebruik ook
he doorvoedheid van ons volk ten goede
2al komen. Ontaardt het profijt van vis
schers en slagers echter in winst, dan
Wordt daarvan minstens weer twee pro-
Ceht door St. Fiscus teruggenomen. De
Verlaging van de accijnzen op bier en
gedistilleerd, hoezeer ook een gruwel in
he oogen van geheelonthouders, zal de
opbrengst van die accijnzen waarschijn-
eerder doen toe- dan afnemen, want
heze accijnzen hadden een hoogte be-
f®ikt, welke het verbruik tijden lang
eeft doen inkrimpen, zeer ten nadeele
Van bierbrouwers en distillateurs en de
Werkgelegenheid in hun bedrijven.
Wij zijn het met St. Fiscus eens,
dat in ve'ruit de meeste gevallen
motorrijtuigen niet meer als luxe
Jhaar als een min of meer noodzakelijke
evensbehoefte moeten worden be
schouwd. Het afschaffen van de perso
nele belasting op motorrijtuigen kan
h^n ook heel wat sterker geargumenteerd
Worden dan dat van de personeele be
ating op pleiziervaartuigen, biljarten
eh rijpaarden. Als het bezit van een zeil-
of motorjacht, van een privé-biljart of
Vah een Arabischen volbloed geen luxe
^er is, zouden wij hier in ons land op
een levenspeil zijn gekomen als dat van
Vermaarde Hollywoodsche filmsterren
dat kan zelfs St. Fiscus toch niet ern-
s,;ig meenen. Verstandiger en redelijker
^antwoord is dan ook zijn plan om de
heffing voor den grondslag huurwaarde
eh meubilair af te schaffen voor hotels,
Café's, restaurants, winkels en show-
f°°ms. Het in moeilijkheden verkeerende
°tel-, café- en restaurantbedrijf heeft
eze tegemoetkoming wel noodig, voor
in hu eindelijk de vreemdelingen-in-
hstrie wat meer als bron van nationale
Welvaart de aandacht heeft. Sint Fiscus
f^eelt dus Zwarte Piet en Sinterklaas
lelijk, en den grootsten koek krijgt Va
atje Staat, en die heeft het noodig,
z°olang het geen koek en ei is in de po-
hieke en economische wereld.
^kfANlLLA, 10 Mei (Reuter). Het Britsche
.achtschip „Lindenbank" dat nabij het eiland
°ha in de Zoeloezee in nood was geraakt, is
£?hken.
e bemanning is door een Amerikaanschen
'bcdojager aan boord genomen.
j^New YORK, 10 Mei (Reuter) Gisteren
v een verlaging van de verzekeringspremies
oorlogsrisico in werking getreden. De pre-
jjj';s voor vrachten naar Duitschland' en Italië
thans weer op peil gebracht.
Londen, ÏO Mei (Reuter) Lloyds bericht
Colombo, dat vanochtend het Britsche schip
Lant°n" is aangekomen met de passagiers en
Sch 'e leden van de bemanning van het Been-
Ie schjp „Alsia", waarop brand is uitgebroken,
t h boord. De kapitein van de „Alsia" en de
Van Van de bemanning bevinden zich aan boord
q Let Britsche oorlogsschip „Grasshopper" in
nabijheid van het brandende schip.
Pvarenden van passeerende schepen hebben
llc;ht dat het schip één vuurmassa is.
°c!net brandende Deensche schip „Alsia" is van-
6ez nabij Galle op Ceylon aan den grond
j. V De brand is uitgebroken in de machine-
^bier, terwijl de passagiers aan het diner za-
ba en dertig opvarenden van het schip,
h„tSaSlers en leden van de bemanning, zijn door
1 Britsche schip „Canton" gered.
WOthMfo&t
(Van onzen specialen verslaggever)
Vier blanke guldens telt Jan Thijs-
sen, directeur van den Vischafslag te
den Oever, uit in de hand van Dirk
Tol, schipper van den motorbotter
V. D. 32. Hij legt er twee dubbeltjes
op en dan nog vier centen. Even valt
er stilte in het kantoortje. Tol houdt
zijn hand nog open, als verwachtte
hij meer. Die er bij staan kijken naar
het zilver en koper, mat glimmend op
de eeltige vingers, tegen den ruwen
palm. Vier gulden, vier en twintig
cent. Zoo is het, schipper, zegt Thijs-
sen en de Volendammer steekt lang
zaam het geld weg tusschen de
plooien van zijn ruige pijbroek.
Vier gulden, vier en twintig cent.
Daarvoor werkten vier man tien en
een halve week. Daarvoor maakten
zij kosten, daarvoor leden zij koude.
Zij vingen een honderd haringen,
welgeteld.
De haringteelt op de Waddenzee is mislukt.
De kwade voorspellingen, dat zich de vPor-
jaarsharing niet meer zou vertoonen, zijn be
waarheid. En de visscherman, die tegen alle
deskundige verzekering in toch bleef hopen,
zijn schip uitrustte, zijn netten plaatste, om
dat, ja omdat dit moeilijk anders kon, wan
neer het nu eenmaal je bestaan is, staat voor
een catastrophe. Op Wieringen, te Harlingen,
de groote uitloophavens, de voornaamste aan-
voerplaatsen van de vangst, heerscht versla
genheid. Honderden en honderden visschers
hebben vergeefs gewerkt, gewacht, gehoopt. De
kostbare voorjaarsweken, die vroeger ruime,
vaak prachtige verdienste brachten, zijn voor
bijgegaan. In Februari begon men met goeden
moed de kamers en kommen uit te zetten.
Maart kwam, de traditioneele tijd, dat zilve
ren haringscholen de zeegaten binnen vielen,
maar de netten bleven zoo goed als leeg. Men
hoopte op April, misschien was de haring laat.
Doch ook April verliep met de trieste regel
maat van telkens en telkens weer de vergeef-
sche vaart naar de netten, die uit het ruwe
koude water werden getrokken: een enkele ha
ring soms, maar meestal leeg.
Langs den afsluitdijk, van Den Oever
tot Breezand stonden de kamers en kom
men van Wieringers en Volendammers,
wachtende op de haring. Voor den leek
een aantal palen en stokken, een reep net,
die boven het water steken, voor den vis
scherman een stuk werk en een stuk ka
pitaal. Het grootste deel is al weer afgebro
ken en binnen gehaald. Geen winst, zooals
voorheen, geen baat van gemaakte kasten,
slechts verlies, intering en armoe. En voor
de toekomst de aan zekerheid grenzende
waarschijnlijkheid, dat het nooit meer iets
worden zal.
Enkele Wieringers hebben hun netten nog
Ir: zee. Zij hopen, tegen beter weten in, op nog
wat Meiharing, die ook vroeger op een ruime
teelt nog wel placht over te schieten. Maar de
Volendammers zijn al de een na den ander
weggetrokken. De V. D. 28 van Jan de Boer
(Korn) gaf het reeds na een week op. De an
deren bleven langer, tot de V. D. 1 van Jan
Zwarthoed (Bet) met een „verdienste" van
5.93 de Waddenzee verliet, de V. D. 10 van
Klaas de Eoer met 7.13 en de V. D. 128 van
Willem Kwakman (Ballap) met 3.88. De
gebroeders Tol, Albert en Dirk (van Jop) ble
ven met de V. D. 112 en V. D. 32 het langst.
Als reusachtige rouwsluiers waaien de drogende kamernetten, op Wieringen en aan
de Friesche kust
Tot ook zij de hoop lieten varen, om nog met
een laatsten trek iets van hun kosten en ver
lies goed te maken.
Aan boord van de V. D. 32 van Dirk
Tol hebben wij de laatste haringkamer ge
licht en binnen gehaald. Op een huiverkou
den ochtend met stormige leigrauwe buien
hebben wij mee in de dansende vlet de
hand aan de netten geslagen, getrokken aan
den zwaren vischzak, die moeizaam omhoog
kwam uit het ruwe water, de telkens weer
overspoelende golven. Een zwaar werk, dat
mooi is als heel het net vol springende,
glinsterende haring zit, een zilveren oogst,
het honingzoet brood van het zoute water.
Echter niet, wanneer de leege, donkere ma
zen boven komen met wat magere onder-
maatsche bot, een enkele levenlooze, uit het
IJselmeer gespuide snoekbaars, een ver
dwaalde rog, krabben enéén haring.
Eén haring. Hij ligt daar in de vlet, dansend
en springend, metaalglanzend-blauw zijn rug,
paars en groen zijn flanken met zilveren en
gouden weerschijn als op een doek van Rem
brandt. Een prachtig vischje, een lust voor het
oog, maar waarvan er 220 pas één tal vormen
en een paar maal honderdduizend keer een
tal een goede teelt. Deze eene haring in ons
net is als een terging van het lot en de rog,
die ernaast rustig op zijn rug ligt, kijkt ons
met zijn vreemd menschengezicht spottend aan,
om de dunne lippen een trek, hautain en blasé
als een rococo-markies.
Dezen ochtend en den volgenden hebben wij
de haringkamer binnengehaald, een ingenieus
samenstel van netten, palen, stokken en
ankers, ter waarde van bijna duizend gulden
dat zóó, twee, drievoudig een visschermans-
kapitaaltje uitmaakt. Deze kamers zet men uit
langs de dijken. Een aanzwemmende haring
school wordt hier in zijn vaart gestuit en zwenkt
naar links of reehts. Haaksch op den dijk staat
nu het z.g. schutwand van de haringkamer ge
spannen, 12 netten van ia totaal een 60 meter
lengte. De haring, langs den dijk opzwemmend,
komt voor deze nieuwe versperring en moet
andermaal van koers veranderen met nu nog
slechts één mogelijkheid: weg van den dijk, dus
terug in de richting, waaruit de visch aanvan
kelijk was gekomen. Maar deze koers vosrt
ten veröerve. De haringen zwemmen nu recht
in de uitnoodigend openstaande poort van een
der binnenkamers van het haringnet, door
groote stukken staand want, z.g. rugstukken, in
zee uitgezet.
In enkele oogenblikken vult de opzwemmende
school de binnenkamer, die behalve den breed-
uitnoodigenden ingang maar één uitgang heeft,
een smal toeloopenden uitgang, enkel genaamd,
ciie naar het eigenlijke vangnet voert, den z.g.
vischzak. Naar dien vischzak stuwen de haringen
elkaar op en als zij daar eenmaal binnen zijn,
is hun vonnis geveld. Den nauwen uitgang kan
geen haring meer terugvinden. Was nu de bin
nenkamer, eigenlijk juister gezegd de anti
chambre, een kamer met wanden van net, het
watervlak als plafond en den zeebodem als
vloer, in den vischzak, 12 bij 7 en 6 meter diep,,
verschilt de situatie zeer belangrijk, doordat
ook de vloer van dit haring-gevang een net is,
dat straks aan de vier einden door de visschers
wordt opgehaald, daarmee den spartelenden in
houd aan zijn element onttrekkend. Daar de
haring langs den dijk natuurlijk van links of
van rechts tegen het schutwand kan opzwem-
men, wordt het samenstel van poort, binnen
kamer en vischzak aan weerskanten aange
bracht.
De kommen, waarmee Wieringers en Harlin-
ger.s bij voorkeur visschen op haring en straks
ook op ansjovis, zijn van andere constructie.
Zij vormen een groote komvormige ruimte, door
staand net in zee uitgezet, waaruit de haringen,
eenmaal binnengeleid, voor het Overgroote deel
geen uitweg meer vinden. Wanneer de visschers
de vangst willen binnenhalen, visschen zij de
afgesloten kom met de zegen leeg.
Hoe hecht de constructie van zoo'n
i
„Oost is Oost, en West is West; nooit zullen
die twee elkaar ontmoeten." Gaat het gezegde
van Rudyard Kipling, dat immer het motto was
waaronder men de verhoudingen tusschen
Europa en Azië beschouwde, voor dezen tijd niet
meer op? Het tot standkomen van den anti
komintern-driebond, die Japan met twee Euro
peesche staten vereenigde zou den schijn wek
ken, dat dit inderdaad het geval is. Evenwel:
met „anti-komintern" bedoelen de Aziatische en
de Europeesche partners elk iets anders. Voor
Japan beteekent het: indamming van den in
vloed van Moskou op Aziatische staten: Buiten -
Mongolië, Mandsjoekwto, China; en inperking
van de dreigende macht van het Roode Leger
in het Verre Oosten. Duitschland en Italië
daarentegen zagen in den driebond veeleer een
instrument, dat gebruikt kan worden om de
geprikkelde mogendheden van het Westen aan
den kant van den weg te laten toezien hoe de
opmarsch naar het Balkan- en Middellandsche
Zee-imperium verliep. Voor elk van de beide
partijen was de deelname van de ander meer
vlagvertoon, dat bij de eigen actie gebruikt kon
worden, dan werkelijke coördinatie van optre
den. Japan was derhalve onwillig zich te bin
den voor een actie in Europa, waarvoor het
geen belangstelling had.
In den laatsten tijd schijnt daarin wijziging
gekomen te zijn. Het Japansche avontuur in
China bracht de zonen van het land van de
rijzende zon vanzelf in conflict met de Britten,
die in de Chineesche kuststeden imperiale be
langen hadden. Zoolang Londen in Europa de
handen vol had met de „as" legden zij den
Japanners niet al te groote moeilijkheden in
den weg; en de diplomatie te Tokio kon dan
ook de Japansche militairen wel in toom hou
den. Intusschen kreeg Engeland het in China
toch te benauwd, waarom een Britsche leening
aan Tsjang Kai Sjek verstrekt werd. Of het
aan die leening te danken is, valt moeilijk te
beoordeelen; in elk geval zagen de Chineezen
sedertdien kans hun verzet zooveel productie
ver te maken, dat de aanvallers gevoelige ver
liezen leden. Dat ontstemde Tokio in hevige
mate; en thans komt daarbij de mogelijkheid
van een Britsch-Russische alliantie. Aldus wor
den de belangen van Japan eenerzijds en
Duitschland en Italië anderzijds door den loop
der gebeurtenissen inderdaad gecoördineerd
de driebond krijgt thans het karakter van een
alliantie tegen een Britscii-Russisch front.
Aldus wordt verklaard, hoe een zekere om
mekeer in de houding van de Japansche regee
ring in zoo korten tijd mogelijk is. Het is nog
slechts kort geleden, dat Tokio mededeelde een
beleid te voeren, dat nóch pro-totalitair nóch
pro-democratisch was; thans hebben drie Ja
pansche ministers in tw'ee dagen tijds verklaard,
dat Japan wel voor een militaire versterking
van het anti-komintern-pact voelt. Itagaki, de
minister van Oorlog, ging het verst in zijn ver
klaring; Koiso, de minister van Overzeesche
Zaken, en in zekeren zin ook Arita, die de por
tefeuille van Buitenlandsche Zaken beheert,
maakten hun bereidwilligheid daartoe afhanke
lijk van de houding, die de Europeesche poli
tieke formaties zouden aannemen tegenover de
„nieuwe orde" die Japan in Oost-Azië wil ves
tigen.
Lord Halifax heeft nu den Japanschen gezant
te Londen, Sjigemitsoe, bij zich ontboden, en
dezen uiteengezet wat de onderhandelingen
tusschen Londen en Moskou inhouden. Hij heeft
daarbij den nadruk erop gelegd, dat bij deze
besprekingen niet voorzit eenige gezamenlijke
actie in Azië te ondernemen; in de hoop Japan
aldus van zijn voornemen af te brengen. Tege
lijkertijd heeft de Britsche ambassadeur te To
kio, Craigie, besprekingen gevoerd met Arita,
waarin wel ongeveer hetzelfde gezegd zal zijn.
Zal dit Tokio inderdaad van zijn plannen
doen afzien? Het is te betwijfelen, indien het
den Britten inderdaad lukt een Europeescn
front tot stand te brengen, dat de dynamiek
van zekere staten in Europa afdoende inperkt
krijgen zij de handen vrij om elders orde op hun
zaken te stellen. En de Japanners zijn voldoen
de ingelicht om zich geen illusies te maken over
een Engeland, dat zijn imperiale belangen be
dreigd ziet. Tokio heeft niets dan voordeel van
eenige onrust in Europa, en wanneer het mo
gelijk is, zal het vrij zeker trachten de Britten
in Europa te binden. Het betreurenswaardig
gevolg ervan zal zijn, dat de twee fronten in
nog scherper tegenstelling tegenover elkander
komen te staan.
Ouice Jan Wiegman, die al 30 jaar aan
den Wieringer vischafslag met zijn bel
de loisseling van teelt na teelt begeleidt
zag nog nimmer de toekomst zóó somber
haringkamer is en welk een stuk werk
moet worden verzet om het samenstel van
netten zoo te plaatsen en te bevestigen, dat
stormwind, zeegang en stroom er geen vat
op hebben, is ons duidelijk geworden bü de
uren en "uren arbeid, twee dagen weer, om
de zware palen, 9 tot 11 Meter lang en
2 meter diep in den zeebodem gedreven, en
naar alle zijden hecht verankerd, weer los
te werken. Geschiedt het meeste werk in
vletten, hierbij komt de botter met zijn
motorkracht te hulp. Maar verder doet
alles de visschermanshand: het bergen der
reusachtige, zware netten, het lichten der
ankers, het lbs maken van honderden be
vestigingen en sluitingen, het binnenhalen
der ringstekken en touwen. Een werk, dat
zwijgend wordt verricht door de vier man
nen met een verbeten trek om den mond
van teleurstelling en zorg. omdat het alles
vergeefsch is geweest.
Het zou lachwekkend zijn geweest, wanneer
het niet zoo sinister-verdrietig was, toen wij
met botter en vletten vol netten, ankers, palen
en stokken, bij het metaalharde, uitdagend ge
puf van den motor, onzen kapitalen buit van één
haring huistoe brachten. Wij hebben hem zeif
maar opgegeten, evenals de rog. die met bijl,
mes en nijptang bewerkt, een dosis smakelijk
vleesch verschafte, dat vreedzaam sudderde op
het kacheltje in het vooronder.
Toen de afslager van den Oever, de 75-jarige
Jan Wiegman, met zijn trbuw van dertig jaren
dienst de bel van den afslag luidde voor een
paar Wieringer hoekers, die aal hadden aan
gevoerd, hebben wij daar in de zilte koelte
van den Wieringer buitenkant, nog eens heel
die visschermansmisère aangehoord, dat de
zee, ook buiten den dijk, zoo dood als een pier
is geworden: geen wier (zeegras) meer, geen
kruikels (alikruiken) en geen wulken en mos
selen, die nauwelijks meer groeien willen. Alleen
aal van binnen den dijk en wat bot. En straks
misschien voor enkelen 'n bescheiden ansjovis
vangst. Doch dit laatste beteekent niets als de
haring niet meer komt.
Wat is de toekomst voor Wieringen zonder
haring? Somber turen de visschers naar buiten,
naar den valen rug van de zee, luisterend naar
het loome smakken van het water langs de
schoeiing en om hun schepen. Zilt water, levend
water, maar als ook dat geen brood meer geeft?
H.M. de Koningin heeft aan den heer J. Over-
dijking, tuinbaas van het paleis „Huis ten
Bosch", die na veertigjarigen koninklijken dienst
gepensionneerd is, het gouden kruis van ver
dienste van de Huisorde van Oranje toegekend.
H.Ms, onderzeeboot O 16, onder bevel van lui
tenant ter zee der le klasse P. A. Mulock van
der Vlies Bik, is heden te Port Said aangeko
men.
De audiëntie van den minister van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen zal Donder
dag li Mei niet worden gehouden.
Uit Praag werd, zooals gemeld, eenigen
tijd geleden het verzoek gedaan te willen mede-
deelen. of voor Tsjechische officieren toelating
kon worden verkregen in Nederlanösch-Indië.
De betrokken instanties hebben toen dit ver
zoek doorgegeven aan het departement van
Oorlog, en sedertdien heeft het een punt van
studie uitgemaakt voor de inspecteurs der ver-
schilende wapens, of zij van de aangeboden
diensten gebruik zouden kunnen maken.
Al dadelijk kan worden geconstateerd,
dat voor wat betreft de wapens der infan
terie en artillerie aan diénstneming door
buitenlandsche officieren geen behoefte
bestaat.
Nader kwam ook vast te staan, dat bij de
genie voor deze officieren geen plaats zal zijn,
aangezien dit wapen voor eventueele drukxe
werkzaamheden steeds een beroep kan doen cp
burgerlijk technisch, meest bouwkundig perso
neel.
Wat het aanbod betreft van officieren voor
technische wapens, kunnen wij het volgende
melden, vertelt het Alg. Indisch Dagblad.
Er is zekere behoefte aan instructeurs
voor het gebruik van vechtwagens en ge-
patserde auto's. Thans wordt de mogelijk
heid overwogen aan deze behoefte tegemoet
te komen door plaatsing, uiteraard in los
verband, van Tsjechische officieren, die in
hun land buitengewone ervaring hebben
opgedaan met deze wapens. Een gelukkige
omstandigheid is daarbij, dat ook de be
wapening van onze pantserafdeeling gehee.
door Skoda is verzorgd, zoodat dit onderdeel
door de aanstelling van Tsjechische mili
tairen in belangrijke mate kan worden ge
diend.
Een ander punt van overweging is de
plaatsing van Tsjechische vliegofficieren.
Het mag bekend heeten, dat het met de wer
ving van aanstaande vliegers voor de militaire
luchtvaart niet buitengewoon vlot gaat. Het zon
dus van belang kunnen zijn, wanneer de In
dische weermacht dadelijk kan beschikken over
zeer geroutineerde piloten, maar de mate, waar
in kan worden voorzien in het tekort aan
materiaal, laat voorshands niet toe, dat men
zich aan dit experiment waagt.
Wel zal het mogelijk blijken, het instruc
tiepersoneel aa nzienlijk uit te breiden door
door aanstelling in los verband van Tsjechische
piloten-instructeurs. Zooals de toestandRthans
bij de militaire luchtvaart is, worden irog te
veel officieren, die eventueel met een comman
do zouden kunnen worden belast, m beslag
genomen door de instructie op de vilegschoo.
te Andir. Een verdere doorvoering van de dis
locatie van de militaire luchtvaart eischt, dat
ook deze officieren de plaats krijgen, waar zij
straks voor noodig zijn.
Zooals wij hierboven schreven, de materie is
veelomvattend en eischt een zeer zorgvuld ge
overweging.
Op het departement van Oorlog heeft
men dan ook nog niet een duidelijk beeld
van het gebruik, dat men van dit aanbod
zal kunnen maken.
Wij kunnen in dit verband nog mededee'en,
alius het blad, dat Australië gemakkelijker en
vlotter op het aanbod uit Praag is ingegaan,
daarbij gesteund door adviezen uit Londen, ter
wijl men ook in Australië moet voorzien in een
zeer snelle uitbreiding van de militaire lucht
vaart, waarvoor geen beroep kan worden ge
daan op hetgeen Engeland zou kunnen leveren.
Iedere man is ginds noodig en zoo kon Austra
lië gemakkelijker beslissen, in hoeverre van de
diensten der Tsjechische deskundigen zal wor-
cen gebruik gemaakt.
Wordt begunstiger van het
LUCHTVERDEDIGINGSFONDS.
Ut
Geeft een jaarlijksche bij
drage op giro 320.000 van
het Luchtverdedigingsfonds,
t. n. v. d. Vereen, v. Nat.
Veiligheid, den Haag, of
schrijft aan het Centr. Prop.
Comité, Heerengracht 7 8,
Amsterdam.
Wij vragen duizenden be
gunstigers
Drie van de V.D. 32, Klaas Tol, Corn. Pont en Jan Bien, sjorren 't leegc haringnet
in de vlet