meer dan mm n ra* jrrjj**r*a ritmeesters Water, dat geen brood meer geeft BESOMMINGEN VAN ROND VIJF GULDEN Japan maakt zich ongerust over Engeland Omkeer in Tokio's houding Y Y Y SINT FISCUS Haringteelt op Wadden zee mislukt Versterking van het anti-kominternpact? ©X rijwielen, verwonderlijk lichte gang, 40* Buitenlandsch Overzicht AANBOD TSJECHISCHE OFFICIEREN HELPT onze ona fhankelijkheid HANDHAVEN Lucht Yerdediqinqs Fonds WOENSDAG 10 MEI 1939 Britsch vrachtschip gezonken V erzekerïngspremies werden verlaagd brand op de Alsia werden in 1 jaar gerookt! Daf zegt toch we! iets over de kwaliteit! E JL1 mm Koninklijke onderscheiding Hr. Ms. O 16 te Port Said Geen audiëntie Als instructeurs voor gebruik van vechtwagens en pantserauto's in Indische leger Plaatsing van vliegoff icier en? Sint Fiscus is geen Sinterklaas, al zorgt ook hij voor surprises. In de nieuwe belastingontwerpen wijkt St. Fiscus van zijn onaangename gewoonte af om enkel maar te nemen. Hij weet nu tenminste van geven en nemen, al blijft het geven meer dan bescheföen achter hij het nemen. Wij kunnen hem dat ech ter niet erg euvel duiden. Er moet nu ^nmaal veel geld in het laatje van Var- hertje Staat komen, want de interna tionale en de nationale toestand komen Nederland nu eenmaal duur te staan. F'e politieke en economische spanningen eh verwarringen in geheel de wereld borden ook Nederland te betalen gezet. Naast de plannen tot verzwaring van hen reeds zwaren belastingdruk heeft Sint Fiscus ook eenige verlichting van hien druk op bepaalde punten beraamd, ■tis een echte heilige heeft hij het eerst êedacht aan de groote gezinnen, die het Juist in tijden als deze bijzonder zwaar te verantwoorden hebben. Veel is het niet, dat hij voor deze meent te kunnen h°en, maar weinig, zelfs te weinig, is httijd nog beter en meer dan heelemaal hiets. In bepaalde gevallen zal zijn rech- erhand moeten weten, wat zijn linker h°et, want wat met de eene zal worden Senomen zal met de andere gedeeltelijk ^eer moeten worden teruggegeven. ietwat omslachtige methode mis schien, maar voor een goochelaar als Sint Fiscus een koud kunstje. Dat de heffingen op vleesch en visch zullen wor- hen verlaagd, zal alleen ontstemming ^ekken bij de runderen en de gladde Waterbewoners, maar het zal hun consu lenten welkom zijn en kan het aantal öier consumenten doen toenemen. De dagers en de visschers, die die consu lenten moeten bedienen, zullen daar °°k profijt van hebben, en een beetje pr°fijt zal een ieder gaarne aan deze Zeer onfortuinlijken gunnen, vooral daar een grooter vleesch- en vischgebruik ook he doorvoedheid van ons volk ten goede 2al komen. Ontaardt het profijt van vis schers en slagers echter in winst, dan Wordt daarvan minstens weer twee pro- Ceht door St. Fiscus teruggenomen. De Verlaging van de accijnzen op bier en gedistilleerd, hoezeer ook een gruwel in he oogen van geheelonthouders, zal de opbrengst van die accijnzen waarschijn- eerder doen toe- dan afnemen, want heze accijnzen hadden een hoogte be- f®ikt, welke het verbruik tijden lang eeft doen inkrimpen, zeer ten nadeele Van bierbrouwers en distillateurs en de Werkgelegenheid in hun bedrijven. Wij zijn het met St. Fiscus eens, dat in ve'ruit de meeste gevallen motorrijtuigen niet meer als luxe Jhaar als een min of meer noodzakelijke evensbehoefte moeten worden be schouwd. Het afschaffen van de perso nele belasting op motorrijtuigen kan h^n ook heel wat sterker geargumenteerd Worden dan dat van de personeele be ating op pleiziervaartuigen, biljarten eh rijpaarden. Als het bezit van een zeil- of motorjacht, van een privé-biljart of Vah een Arabischen volbloed geen luxe ^er is, zouden wij hier in ons land op een levenspeil zijn gekomen als dat van Vermaarde Hollywoodsche filmsterren dat kan zelfs St. Fiscus toch niet ern- s,;ig meenen. Verstandiger en redelijker ^antwoord is dan ook zijn plan om de heffing voor den grondslag huurwaarde eh meubilair af te schaffen voor hotels, Café's, restaurants, winkels en show- f°°ms. Het in moeilijkheden verkeerende °tel-, café- en restaurantbedrijf heeft eze tegemoetkoming wel noodig, voor in hu eindelijk de vreemdelingen-in- hstrie wat meer als bron van nationale Welvaart de aandacht heeft. Sint Fiscus f^eelt dus Zwarte Piet en Sinterklaas lelijk, en den grootsten koek krijgt Va atje Staat, en die heeft het noodig, z°olang het geen koek en ei is in de po- hieke en economische wereld. ^kfANlLLA, 10 Mei (Reuter). Het Britsche .achtschip „Lindenbank" dat nabij het eiland °ha in de Zoeloezee in nood was geraakt, is £?hken. e bemanning is door een Amerikaanschen 'bcdojager aan boord genomen. j^New YORK, 10 Mei (Reuter) Gisteren v een verlaging van de verzekeringspremies oorlogsrisico in werking getreden. De pre- jjj';s voor vrachten naar Duitschland' en Italië thans weer op peil gebracht. Londen, ÏO Mei (Reuter) Lloyds bericht Colombo, dat vanochtend het Britsche schip Lant°n" is aangekomen met de passagiers en Sch 'e leden van de bemanning van het Been- Ie schjp „Alsia", waarop brand is uitgebroken, t h boord. De kapitein van de „Alsia" en de Van Van de bemanning bevinden zich aan boord q Let Britsche oorlogsschip „Grasshopper" in nabijheid van het brandende schip. Pvarenden van passeerende schepen hebben llc;ht dat het schip één vuurmassa is. °c!net brandende Deensche schip „Alsia" is van- 6ez nabij Galle op Ceylon aan den grond j. V De brand is uitgebroken in de machine- ^bier, terwijl de passagiers aan het diner za- ba en dertig opvarenden van het schip, h„tSaSlers en leden van de bemanning, zijn door 1 Britsche schip „Canton" gered. WOthMfo&t (Van onzen specialen verslaggever) Vier blanke guldens telt Jan Thijs- sen, directeur van den Vischafslag te den Oever, uit in de hand van Dirk Tol, schipper van den motorbotter V. D. 32. Hij legt er twee dubbeltjes op en dan nog vier centen. Even valt er stilte in het kantoortje. Tol houdt zijn hand nog open, als verwachtte hij meer. Die er bij staan kijken naar het zilver en koper, mat glimmend op de eeltige vingers, tegen den ruwen palm. Vier gulden, vier en twintig cent. Zoo is het, schipper, zegt Thijs- sen en de Volendammer steekt lang zaam het geld weg tusschen de plooien van zijn ruige pijbroek. Vier gulden, vier en twintig cent. Daarvoor werkten vier man tien en een halve week. Daarvoor maakten zij kosten, daarvoor leden zij koude. Zij vingen een honderd haringen, welgeteld. De haringteelt op de Waddenzee is mislukt. De kwade voorspellingen, dat zich de vPor- jaarsharing niet meer zou vertoonen, zijn be waarheid. En de visscherman, die tegen alle deskundige verzekering in toch bleef hopen, zijn schip uitrustte, zijn netten plaatste, om dat, ja omdat dit moeilijk anders kon, wan neer het nu eenmaal je bestaan is, staat voor een catastrophe. Op Wieringen, te Harlingen, de groote uitloophavens, de voornaamste aan- voerplaatsen van de vangst, heerscht versla genheid. Honderden en honderden visschers hebben vergeefs gewerkt, gewacht, gehoopt. De kostbare voorjaarsweken, die vroeger ruime, vaak prachtige verdienste brachten, zijn voor bijgegaan. In Februari begon men met goeden moed de kamers en kommen uit te zetten. Maart kwam, de traditioneele tijd, dat zilve ren haringscholen de zeegaten binnen vielen, maar de netten bleven zoo goed als leeg. Men hoopte op April, misschien was de haring laat. Doch ook April verliep met de trieste regel maat van telkens en telkens weer de vergeef- sche vaart naar de netten, die uit het ruwe koude water werden getrokken: een enkele ha ring soms, maar meestal leeg. Langs den afsluitdijk, van Den Oever tot Breezand stonden de kamers en kom men van Wieringers en Volendammers, wachtende op de haring. Voor den leek een aantal palen en stokken, een reep net, die boven het water steken, voor den vis scherman een stuk werk en een stuk ka pitaal. Het grootste deel is al weer afgebro ken en binnen gehaald. Geen winst, zooals voorheen, geen baat van gemaakte kasten, slechts verlies, intering en armoe. En voor de toekomst de aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, dat het nooit meer iets worden zal. Enkele Wieringers hebben hun netten nog Ir: zee. Zij hopen, tegen beter weten in, op nog wat Meiharing, die ook vroeger op een ruime teelt nog wel placht over te schieten. Maar de Volendammers zijn al de een na den ander weggetrokken. De V. D. 28 van Jan de Boer (Korn) gaf het reeds na een week op. De an deren bleven langer, tot de V. D. 1 van Jan Zwarthoed (Bet) met een „verdienste" van 5.93 de Waddenzee verliet, de V. D. 10 van Klaas de Eoer met 7.13 en de V. D. 128 van Willem Kwakman (Ballap) met 3.88. De gebroeders Tol, Albert en Dirk (van Jop) ble ven met de V. D. 112 en V. D. 32 het langst. Als reusachtige rouwsluiers waaien de drogende kamernetten, op Wieringen en aan de Friesche kust Tot ook zij de hoop lieten varen, om nog met een laatsten trek iets van hun kosten en ver lies goed te maken. Aan boord van de V. D. 32 van Dirk Tol hebben wij de laatste haringkamer ge licht en binnen gehaald. Op een huiverkou den ochtend met stormige leigrauwe buien hebben wij mee in de dansende vlet de hand aan de netten geslagen, getrokken aan den zwaren vischzak, die moeizaam omhoog kwam uit het ruwe water, de telkens weer overspoelende golven. Een zwaar werk, dat mooi is als heel het net vol springende, glinsterende haring zit, een zilveren oogst, het honingzoet brood van het zoute water. Echter niet, wanneer de leege, donkere ma zen boven komen met wat magere onder- maatsche bot, een enkele levenlooze, uit het IJselmeer gespuide snoekbaars, een ver dwaalde rog, krabben enéén haring. Eén haring. Hij ligt daar in de vlet, dansend en springend, metaalglanzend-blauw zijn rug, paars en groen zijn flanken met zilveren en gouden weerschijn als op een doek van Rem brandt. Een prachtig vischje, een lust voor het oog, maar waarvan er 220 pas één tal vormen en een paar maal honderdduizend keer een tal een goede teelt. Deze eene haring in ons net is als een terging van het lot en de rog, die ernaast rustig op zijn rug ligt, kijkt ons met zijn vreemd menschengezicht spottend aan, om de dunne lippen een trek, hautain en blasé als een rococo-markies. Dezen ochtend en den volgenden hebben wij de haringkamer binnengehaald, een ingenieus samenstel van netten, palen, stokken en ankers, ter waarde van bijna duizend gulden dat zóó, twee, drievoudig een visschermans- kapitaaltje uitmaakt. Deze kamers zet men uit langs de dijken. Een aanzwemmende haring school wordt hier in zijn vaart gestuit en zwenkt naar links of reehts. Haaksch op den dijk staat nu het z.g. schutwand van de haringkamer ge spannen, 12 netten van ia totaal een 60 meter lengte. De haring, langs den dijk opzwemmend, komt voor deze nieuwe versperring en moet andermaal van koers veranderen met nu nog slechts één mogelijkheid: weg van den dijk, dus terug in de richting, waaruit de visch aanvan kelijk was gekomen. Maar deze koers vosrt ten veröerve. De haringen zwemmen nu recht in de uitnoodigend openstaande poort van een der binnenkamers van het haringnet, door groote stukken staand want, z.g. rugstukken, in zee uitgezet. In enkele oogenblikken vult de opzwemmende school de binnenkamer, die behalve den breed- uitnoodigenden ingang maar één uitgang heeft, een smal toeloopenden uitgang, enkel genaamd, ciie naar het eigenlijke vangnet voert, den z.g. vischzak. Naar dien vischzak stuwen de haringen elkaar op en als zij daar eenmaal binnen zijn, is hun vonnis geveld. Den nauwen uitgang kan geen haring meer terugvinden. Was nu de bin nenkamer, eigenlijk juister gezegd de anti chambre, een kamer met wanden van net, het watervlak als plafond en den zeebodem als vloer, in den vischzak, 12 bij 7 en 6 meter diep,, verschilt de situatie zeer belangrijk, doordat ook de vloer van dit haring-gevang een net is, dat straks aan de vier einden door de visschers wordt opgehaald, daarmee den spartelenden in houd aan zijn element onttrekkend. Daar de haring langs den dijk natuurlijk van links of van rechts tegen het schutwand kan opzwem- men, wordt het samenstel van poort, binnen kamer en vischzak aan weerskanten aange bracht. De kommen, waarmee Wieringers en Harlin- ger.s bij voorkeur visschen op haring en straks ook op ansjovis, zijn van andere constructie. Zij vormen een groote komvormige ruimte, door staand net in zee uitgezet, waaruit de haringen, eenmaal binnengeleid, voor het Overgroote deel geen uitweg meer vinden. Wanneer de visschers de vangst willen binnenhalen, visschen zij de afgesloten kom met de zegen leeg. Hoe hecht de constructie van zoo'n i „Oost is Oost, en West is West; nooit zullen die twee elkaar ontmoeten." Gaat het gezegde van Rudyard Kipling, dat immer het motto was waaronder men de verhoudingen tusschen Europa en Azië beschouwde, voor dezen tijd niet meer op? Het tot standkomen van den anti komintern-driebond, die Japan met twee Euro peesche staten vereenigde zou den schijn wek ken, dat dit inderdaad het geval is. Evenwel: met „anti-komintern" bedoelen de Aziatische en de Europeesche partners elk iets anders. Voor Japan beteekent het: indamming van den in vloed van Moskou op Aziatische staten: Buiten - Mongolië, Mandsjoekwto, China; en inperking van de dreigende macht van het Roode Leger in het Verre Oosten. Duitschland en Italië daarentegen zagen in den driebond veeleer een instrument, dat gebruikt kan worden om de geprikkelde mogendheden van het Westen aan den kant van den weg te laten toezien hoe de opmarsch naar het Balkan- en Middellandsche Zee-imperium verliep. Voor elk van de beide partijen was de deelname van de ander meer vlagvertoon, dat bij de eigen actie gebruikt kon worden, dan werkelijke coördinatie van optre den. Japan was derhalve onwillig zich te bin den voor een actie in Europa, waarvoor het geen belangstelling had. In den laatsten tijd schijnt daarin wijziging gekomen te zijn. Het Japansche avontuur in China bracht de zonen van het land van de rijzende zon vanzelf in conflict met de Britten, die in de Chineesche kuststeden imperiale be langen hadden. Zoolang Londen in Europa de handen vol had met de „as" legden zij den Japanners niet al te groote moeilijkheden in den weg; en de diplomatie te Tokio kon dan ook de Japansche militairen wel in toom hou den. Intusschen kreeg Engeland het in China toch te benauwd, waarom een Britsche leening aan Tsjang Kai Sjek verstrekt werd. Of het aan die leening te danken is, valt moeilijk te beoordeelen; in elk geval zagen de Chineezen sedertdien kans hun verzet zooveel productie ver te maken, dat de aanvallers gevoelige ver liezen leden. Dat ontstemde Tokio in hevige mate; en thans komt daarbij de mogelijkheid van een Britsch-Russische alliantie. Aldus wor den de belangen van Japan eenerzijds en Duitschland en Italië anderzijds door den loop der gebeurtenissen inderdaad gecoördineerd de driebond krijgt thans het karakter van een alliantie tegen een Britscii-Russisch front. Aldus wordt verklaard, hoe een zekere om mekeer in de houding van de Japansche regee ring in zoo korten tijd mogelijk is. Het is nog slechts kort geleden, dat Tokio mededeelde een beleid te voeren, dat nóch pro-totalitair nóch pro-democratisch was; thans hebben drie Ja pansche ministers in tw'ee dagen tijds verklaard, dat Japan wel voor een militaire versterking van het anti-komintern-pact voelt. Itagaki, de minister van Oorlog, ging het verst in zijn ver klaring; Koiso, de minister van Overzeesche Zaken, en in zekeren zin ook Arita, die de por tefeuille van Buitenlandsche Zaken beheert, maakten hun bereidwilligheid daartoe afhanke lijk van de houding, die de Europeesche poli tieke formaties zouden aannemen tegenover de „nieuwe orde" die Japan in Oost-Azië wil ves tigen. Lord Halifax heeft nu den Japanschen gezant te Londen, Sjigemitsoe, bij zich ontboden, en dezen uiteengezet wat de onderhandelingen tusschen Londen en Moskou inhouden. Hij heeft daarbij den nadruk erop gelegd, dat bij deze besprekingen niet voorzit eenige gezamenlijke actie in Azië te ondernemen; in de hoop Japan aldus van zijn voornemen af te brengen. Tege lijkertijd heeft de Britsche ambassadeur te To kio, Craigie, besprekingen gevoerd met Arita, waarin wel ongeveer hetzelfde gezegd zal zijn. Zal dit Tokio inderdaad van zijn plannen doen afzien? Het is te betwijfelen, indien het den Britten inderdaad lukt een Europeescn front tot stand te brengen, dat de dynamiek van zekere staten in Europa afdoende inperkt krijgen zij de handen vrij om elders orde op hun zaken te stellen. En de Japanners zijn voldoen de ingelicht om zich geen illusies te maken over een Engeland, dat zijn imperiale belangen be dreigd ziet. Tokio heeft niets dan voordeel van eenige onrust in Europa, en wanneer het mo gelijk is, zal het vrij zeker trachten de Britten in Europa te binden. Het betreurenswaardig gevolg ervan zal zijn, dat de twee fronten in nog scherper tegenstelling tegenover elkander komen te staan. Ouice Jan Wiegman, die al 30 jaar aan den Wieringer vischafslag met zijn bel de loisseling van teelt na teelt begeleidt zag nog nimmer de toekomst zóó somber haringkamer is en welk een stuk werk moet worden verzet om het samenstel van netten zoo te plaatsen en te bevestigen, dat stormwind, zeegang en stroom er geen vat op hebben, is ons duidelijk geworden bü de uren en "uren arbeid, twee dagen weer, om de zware palen, 9 tot 11 Meter lang en 2 meter diep in den zeebodem gedreven, en naar alle zijden hecht verankerd, weer los te werken. Geschiedt het meeste werk in vletten, hierbij komt de botter met zijn motorkracht te hulp. Maar verder doet alles de visschermanshand: het bergen der reusachtige, zware netten, het lichten der ankers, het lbs maken van honderden be vestigingen en sluitingen, het binnenhalen der ringstekken en touwen. Een werk, dat zwijgend wordt verricht door de vier man nen met een verbeten trek om den mond van teleurstelling en zorg. omdat het alles vergeefsch is geweest. Het zou lachwekkend zijn geweest, wanneer het niet zoo sinister-verdrietig was, toen wij met botter en vletten vol netten, ankers, palen en stokken, bij het metaalharde, uitdagend ge puf van den motor, onzen kapitalen buit van één haring huistoe brachten. Wij hebben hem zeif maar opgegeten, evenals de rog. die met bijl, mes en nijptang bewerkt, een dosis smakelijk vleesch verschafte, dat vreedzaam sudderde op het kacheltje in het vooronder. Toen de afslager van den Oever, de 75-jarige Jan Wiegman, met zijn trbuw van dertig jaren dienst de bel van den afslag luidde voor een paar Wieringer hoekers, die aal hadden aan gevoerd, hebben wij daar in de zilte koelte van den Wieringer buitenkant, nog eens heel die visschermansmisère aangehoord, dat de zee, ook buiten den dijk, zoo dood als een pier is geworden: geen wier (zeegras) meer, geen kruikels (alikruiken) en geen wulken en mos selen, die nauwelijks meer groeien willen. Alleen aal van binnen den dijk en wat bot. En straks misschien voor enkelen 'n bescheiden ansjovis vangst. Doch dit laatste beteekent niets als de haring niet meer komt. Wat is de toekomst voor Wieringen zonder haring? Somber turen de visschers naar buiten, naar den valen rug van de zee, luisterend naar het loome smakken van het water langs de schoeiing en om hun schepen. Zilt water, levend water, maar als ook dat geen brood meer geeft? H.M. de Koningin heeft aan den heer J. Over- dijking, tuinbaas van het paleis „Huis ten Bosch", die na veertigjarigen koninklijken dienst gepensionneerd is, het gouden kruis van ver dienste van de Huisorde van Oranje toegekend. H.Ms, onderzeeboot O 16, onder bevel van lui tenant ter zee der le klasse P. A. Mulock van der Vlies Bik, is heden te Port Said aangeko men. De audiëntie van den minister van Onder wijs, Kunsten en Wetenschappen zal Donder dag li Mei niet worden gehouden. Uit Praag werd, zooals gemeld, eenigen tijd geleden het verzoek gedaan te willen mede- deelen. of voor Tsjechische officieren toelating kon worden verkregen in Nederlanösch-Indië. De betrokken instanties hebben toen dit ver zoek doorgegeven aan het departement van Oorlog, en sedertdien heeft het een punt van studie uitgemaakt voor de inspecteurs der ver- schilende wapens, of zij van de aangeboden diensten gebruik zouden kunnen maken. Al dadelijk kan worden geconstateerd, dat voor wat betreft de wapens der infan terie en artillerie aan diénstneming door buitenlandsche officieren geen behoefte bestaat. Nader kwam ook vast te staan, dat bij de genie voor deze officieren geen plaats zal zijn, aangezien dit wapen voor eventueele drukxe werkzaamheden steeds een beroep kan doen cp burgerlijk technisch, meest bouwkundig perso neel. Wat het aanbod betreft van officieren voor technische wapens, kunnen wij het volgende melden, vertelt het Alg. Indisch Dagblad. Er is zekere behoefte aan instructeurs voor het gebruik van vechtwagens en ge- patserde auto's. Thans wordt de mogelijk heid overwogen aan deze behoefte tegemoet te komen door plaatsing, uiteraard in los verband, van Tsjechische officieren, die in hun land buitengewone ervaring hebben opgedaan met deze wapens. Een gelukkige omstandigheid is daarbij, dat ook de be wapening van onze pantserafdeeling gehee. door Skoda is verzorgd, zoodat dit onderdeel door de aanstelling van Tsjechische mili tairen in belangrijke mate kan worden ge diend. Een ander punt van overweging is de plaatsing van Tsjechische vliegofficieren. Het mag bekend heeten, dat het met de wer ving van aanstaande vliegers voor de militaire luchtvaart niet buitengewoon vlot gaat. Het zon dus van belang kunnen zijn, wanneer de In dische weermacht dadelijk kan beschikken over zeer geroutineerde piloten, maar de mate, waar in kan worden voorzien in het tekort aan materiaal, laat voorshands niet toe, dat men zich aan dit experiment waagt. Wel zal het mogelijk blijken, het instruc tiepersoneel aa nzienlijk uit te breiden door door aanstelling in los verband van Tsjechische piloten-instructeurs. Zooals de toestandRthans bij de militaire luchtvaart is, worden irog te veel officieren, die eventueel met een comman do zouden kunnen worden belast, m beslag genomen door de instructie op de vilegschoo. te Andir. Een verdere doorvoering van de dis locatie van de militaire luchtvaart eischt, dat ook deze officieren de plaats krijgen, waar zij straks voor noodig zijn. Zooals wij hierboven schreven, de materie is veelomvattend en eischt een zeer zorgvuld ge overweging. Op het departement van Oorlog heeft men dan ook nog niet een duidelijk beeld van het gebruik, dat men van dit aanbod zal kunnen maken. Wij kunnen in dit verband nog mededee'en, alius het blad, dat Australië gemakkelijker en vlotter op het aanbod uit Praag is ingegaan, daarbij gesteund door adviezen uit Londen, ter wijl men ook in Australië moet voorzien in een zeer snelle uitbreiding van de militaire lucht vaart, waarvoor geen beroep kan worden ge daan op hetgeen Engeland zou kunnen leveren. Iedere man is ginds noodig en zoo kon Austra lië gemakkelijker beslissen, in hoeverre van de diensten der Tsjechische deskundigen zal wor- cen gebruik gemaakt. Wordt begunstiger van het LUCHTVERDEDIGINGSFONDS. Ut Geeft een jaarlijksche bij drage op giro 320.000 van het Luchtverdedigingsfonds, t. n. v. d. Vereen, v. Nat. Veiligheid, den Haag, of schrijft aan het Centr. Prop. Comité, Heerengracht 7 8, Amsterdam. Wij vragen duizenden be gunstigers Drie van de V.D. 32, Klaas Tol, Corn. Pont en Jan Bien, sjorren 't leegc haringnet in de vlet

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 9