Pinksterbloemen Zuiverheid van bedoeling DE GROOTE HOED EEN VROUW DRIJFT EEN N00RD- P00L-H0TEL Hoed af Een coquette vrouw in haar bloementuin ZONDAG 28 MEI 1939 Nederlandsche drachten-mode in de Vereenigde Staten Het Wafelijzer door WILLY WATERMAN VAN DEN BMEL VERSTER Wed. J. van Nuenen Zn. ZEELST Uitzetten Linnenkast- aanvulling Fru Laura Borgen, die aan hei hoofd siaai van hei meesi Noordelijke Hoiel, dai de bewoonde wereld kent LENGTE. TAILLE Dom®1 BIND! Bloeiende Pinksterbloem „Niet praten, maar dóen!" zoo hoorde ik eens Iemand zeggen, die in een situatie met vele politieke haken en oogen toch naar best ver mogen iets goeds trachtte te bereiken. Het woord maakte indruk, niet alleen om de stoere gestajte van den West-Vlaming die dit uitsprak, maar ook omdat men gevoelde hoe hier een waardevolle ondervinding aan het woord was. De ondervinding van iemand, die wist dat één flinke daad vaak vele redeneeringen omver gooit! En toch is ook de waarheid van dit inzicht maar betrekkelijk. Zeker: daden hebben meest al veel op woorden voor; zij maken meer in druk dan welbespraaktheid, die maar al te vaak met een karakterlooze houding samengaat. Maar ook daden zijn tenslotte weinig waard, als zij niet in de jiyste gezindheid worden ver richt en vanuit waardevolle bedoelingen voort komen. Ons geheele leven dient door een juis- ten geest te worden bezield deze waarheid verdient inderdaad in deze Pinksterdagen na der te worden overdacht. Want alleen als on ze motieven zuiver zijn, zal Gods geest ten volle vruchtbaar in ons kunnen worden. .Motieven" of beweegredenen moet men daaraan nu zóóveel waarde toekennen? Is het niet voldoende, dat iets gedaan wordt, en is 't niet overdreven om te gaan naspeuren of de redenen waarom het gebeurde wel geheel goed en nobel waren? Als een zieke hunkert naar toe te schrijvenWant dit pronkjuweel van edele daden en nog edeler gevoelens is nie mand anders dan ons eigen dierbaar ik. Het zou inderdaad een nuttig tijdverdrijf zijn voor verloren oogenblikken als wij de motieven onzer eigen daden eens wat vaker onder de loupe namen. Wij zouden soms uiterst belang wekkende ontdekkingen doen. Het zou blijken dat er vaak een Jclein duiveltje is dat nog wel het best door den algemeenen naam van „zelfzucht" kan worden aangeduid met een ongelooflijke scherpzinnigheid en onuitputtelij ke vindingrijkheid, om ons eigen doen en den ken zoo mooi mogelijk voor te stellen. Ande re menschen zijn vaak lui, maar als wij zelf een beetje verkouden zijn voelen we, onder den invloed van dit listige egoïsme, eigenlijk al ons kostbare leven bedreigd en worden ingrijpende maatregelen noodig om dit te beschermen. De valsche bedoelingen van anderen hebben we al gauw dóór, maar ongelukkig is degene die het waagt om ook maar even aan de zuiver heid van onze eigen motieven te twijfelen. Enzoovoort. Enzoovoort. Ik wil verdere onderzoekingen op dit gebied verder gaarne aan de lezers zelf overlaten. Zulk een nagaan van eigen bedoelingen geeft zooveel werk, dat we er zeker voorloopig nog niet mee klaar zijn. En het kan heel nuttig worden, ten minste als we hierbij met beleid te werk gaan. Zelfonderzoek immers moet dienen ter verbe tering, en daardoor tot een rijker en vreugde voller leven. Het mag echter niet ontaarden in een ziekelijke belangstelling voor eigen ik, mag niet voeren tot tobberij of melancholie. Er is daarom veel voor te zeggen om er vooral op te letten, hoe onze omgang is met allen, in wier gezelschap wij dagelijks verkeeren. Ons nagaan van eigen motieven zal er dan toe kun nen leiden, dat we werkelijk een beetje belan- geloozer, vriendelijker en liefdevoller door het leven gaan. Want tenslotte is het de juist innerlijke ge steldheid die niet alleen de waarde onzer da den bepaalt, maar ook bewerkt dat anderen gaarne met ons omgaan, ook al zou ons leven naar het uiterlijk maar heel „gewoon" zijn. Er bestaan menschen, die opzienbarende dingen doen, en toch alléén blijven staan, omdat men zich nu eenmaal niet tot hen aangetrokken voelt. Anderen verrichten niets buitengewoons, en vormen toch een middelpunt, dat onwille keurig velen tot zich trekt. Het zijn tenslotte de zuivere motieven die in dit geval iemand tot een bron van vreugde en bezieling in eigen omgeving doen worden. En het is een echt vrouwelijke taak om zichzelf tot zulk een cen trum van levenwekkende goedheid te vormen. Het gezegde geldt des tg meer, omdat alleen bij een juiste instelling van verstand en hart de gaven Gods, die door den Heiligen Geest worden geschonken, ons ten volle worden toe bedeeld. Zuiverheid van bedoeling is dus wel van zeer groot belang. Zij bepaalt de diepste waarde van eigen daden en verdrijft de nevels, die het Goddelijk Pinksterlicht zoo vaak ver hinderen onze ziel geheel te vervullen. M. B. Een commissie van het Japansche Ministerie van Onderwijs en Opvoeding heeft een nieuwe etiquette opgesteld, volgens welke Japansche vrouwen, die volgens de Westersche mode ge kleed gaan, voortaan haar hoed zullen moeten afnemen in de gevallen waarin men van man nen hetzelfde verwacht. Binnenkort zal deze etiquette een officieel karakter verkrijgen door regeeringsinstruc- ties aan de gouverneurs der provinciën en aan de hoofden van meisjesscholen. Vrouwen, die volgens de Japansche traditie gekleed gaan, dragen geen hoeden. Mannen zullen het hoofd hebben te ontbloo- ten alvorens zij politie-agenten aanspreken. genezing, is het toch maar hoofdzaak, dat hij „International Textiles" bericht uit New- York: De Amerikaansche mode, die in den laatsten tijd veelal haar eigen weg gaat en niet aan alle Parijsche invloeden onderhevig is, heeft zoo juist Nederland „ontdekt." Nadat eerst de schoenfabricatie schoenen in den vorm van klompen had vervaardigd en onder het slogan „As Dutch as Edam Cheese" (zoo Nederlandsch als een Edammer kaas) in den handel had gebracht, worden thans kleeren met Nederlandsche drachten-motieven gelan ceerd. Volendam viert triomfen. Ook by de stofmonsters duiken veel Neder landsche motieven op, althans wat men daar onder in Amerika verstaat. Er zijn stoffen, be drukt met windmolens en tulpen, (waarbij de molens kleiner zijn dan de tulpen), terwijl mo tieven van Delftsche tegels zijn toegepast op stoffen, waaruit peignoirs worden gemaakt. De abonné, die in het bezit is gekomen van een wafelijzer en ons om raad vroeg aangaande de ,te gebruiken ingrediënten, raden wij liever met olie dan met boter te werk te gaan en zelfrijzend bakmeel te gebruiken, deze vindt, en zal hij zich niet zoo druk ma nen ging achter de boot liggen, de rest ver spreidde zich over het strand, en legde zich plat op den buik; hier en daar flonkerde even een stalen geweerloop in het witte maanlicht, als om te suggereeren, dat ze gericht waren op de plaats, waar de vuurstraal was te voorschijn gespoten. Het algemeen wachten was blijkbaar op het derde schot, dat zou aantoonen, waar ergens, in de schaduw van de rotsen, de schutter verborgen zat. Dat schot liet niet lang op zich wachten en nauwelijks was de vuurstraal te voorschijn ge spoten, of zes rossige en paarse vlammen lichtten op 't strand. De inslag van de zes kogels in het hout «van de hut geleek op een roffel. De zes knallen kwamen even later; het leek op vuur werk. En toen begon het in ernst. De eene vuurstraal volgde op den anderen, de lieden op het strand schenen er zich van bewust te zijn, dat, nu ee eenmaal ontdekt waren, het een kwestie van tijd zou zijn, voor de geheele bezetting van het iland was gealarmeerd, en zou komen aansnel lenZe zouden natuurlijk in hun boot heb ben kunnen klimmen, of naar het jacht toe zwemmen, mKar om de een of andere duistere reden deden ze dat niet, doch bleven plat op het strand liggen, en richtten hun vuur op de blok hut. Hun ratelend snelvuur had blijkbaar geen succes, de schutter in de hut schoot met verras send korte tusschenpoozen en aanvankelijk was George er verbaasd over, dat zijn geweer niet gloeiend werd. Maar een oogenblik later be merkte hij een verschil in den knal van het ge weer, en hij grinnikte in stilte.... die kerel daar binnen zette het eene geweer weg als het heet was en greep een ander; er waren er een stuk of zes De zaken zagen er rooskleurig uit, vond Geor ge die kerel daar in die hut zat zoo veilig als het maar kon, de schietgaten waren klein, en van het strand af, tegen de in de schaduw lig gende voorzijde van de hut niet zichtbaar. De zes aanvallers moesten dus schieten op de vuur stralen, die ze even te voren hadden gezien, ze konden nooit nauwkeurig mikken.... dichterbij komen behoefden ze ook niet te doen, als ze tenminste prijs stalden op een lang en gelukkig levenop een volkomen vlak strand dichter bij kruipen, als er iemand aan de andere zijde op zijn doode gemak in het maanlicht kan richten, is een zeer ongezonde onderneming. Voor George stonden de zaken zoo, dat hij het beste kon blijven, waar hij was, althans voor loopig. Als hij, in zijn wit linnen pak, drie hon derd meter ging rennen langs een zwarten rots wand, was het niet onwaarschijnlijk, dat hij in de gaten liep. Als de kerel in die hut in een be narde positie kwam, was het wat anders, maar nu zou het dwaas zijn, een groot risico op zich te nemen, terwijl het heelemaal niet noodig was. Van hieruit kon hij evenmin aan den strijd deel nemenzijn revolver zou op dien afstand niets uitrichten Hij legde zich op zijn buik, tegen den rots wand aangedrukt, en maakte zich gereed, alles wat er gebeurde, met aandacht te volgen. Er was blijkbaar iemand van die lieden op het strand getroffen, want er kwam alleen nog vuur van den man achter de boot, en van vier andere 46 Waarschijnlijk had van al de slapende lieden in de hutten niemand de telefoon ge hoord, die een eind van hen verwijderd in de eetzaal stond te bellen en die kerel was nu op weg om de nederzetting te alarmeerenop dat moment zag George die nog steeds naar den bergtop staarde, de silhouet van den man in ge- gebukte houding nu wéér een heel eind lager hij stak nu juist af tegen het onderste randje van de maanschijf, en tegen den berg gemeten be droeg de geheele doorsnede van de maan min stens enkele honderden meters.... de kerel maakte haast met zijn afdaling. George maakte, nu hij zeker was, dat de neder zetting zou worden gewekt, 'n snelle berekening. hij schatte den afstand van het ravijn en den afstand dien de ander zou moeten afleggen die van den ander was iets grooter maar op een minuut of twee kwam het niet aan.... George keerde zich om en rende terug naar den ingang van het ravijn.... het was nu veel belangrijker, de aanvallers tegen te houden tot de rest van de verdedigers was gewektals hij die hut maar kon bereiken, die op het strand stond, tegen den bergwand aan was hij gereddie hut was zoo goed versterkt als een fort, met dikke wanden, waartusschen zand was gestort, en in die hut waren enkele doozen patronen plus nog wat geweren neergezet. De professor had er op gestaan, men kon nooit weten, wat er gebeurde, had hij gezegd, en George zegende op het oogen blik dien slimmen, ouden vos. Als hij maar in die hut kon komen!! Hij zou het er in elk geval een half uur moeten uitzingen, die aanvallers een half uur tegen houden; over een half uur, op zijn vroegst, kon de nederzetting hem be- reiken Hij kwam hijgend en verhit bij den ingang van het ravijn aan, drukte zich in de schaduwstreep van een van de wanden, en loerde het strand af. Schuin links voor hem lag de sloep op het strand, een witte sloep, met 'n inktzwarte scha duwvlek ernaast. Er stoaden mannen by de sloep en George telde ze.... zes in totaal.... de rest was waarschijnlijk ng aan boord, om ergens anders te worden afgezet, of een zestal was aan wal gezet aan de havende bedoeling was waarschijnlijk, den aanval bij het aanbreken van den dag van verschillende zijden te begin nenwaarschijnlijk wilden ze probeeren uit te visschen, waar de nederzetting ergens was, om de verdedigers in hun slaap te overvallen George grinnikte in stiltede afstand van den mond van het ravijn naar de hut was nau welijks driehonderd meter.... en de hut had naar die zijden schietgatennaar het Oos ten, naar zee en naar het Westen, zoodat die zijde den mond vn 't ravijn bestreek. Zoolang er nog iemand, die schieten kon, in die hut zat, kwam er niemand het ravijn binnen Hij bukte zich, haalde diep adem, en vergat van stomme verbazing zijn longen weer leeg te pompenwant over de strook zand, die gele gen was in de schaduw tusschen de rotsen en de hut, rende 'n witgekleede gestalte, diep over den grond gebukt, bereikte den hoek, en dook even ongemerkt door de deur naar binnen. Met een zucht liet George zijn longen leegloopen en zijn spieren verslapten. Wie had daar in vredesnaam al dien tijd in de schaduw van den rotswand gezeten, tweehonderd meter van hem vandaan? Wie kon het zijndat het een vriend was, was zekerhij had alle mogelijke moeite ge daan, om niet door de mannen bij de boot op het strand gezien te wordenmaar wie? George's peinzen werd afgebroken door een vuurstraal en een knal. Wie het ook was, die in die hut zat, in elk geval zette die persoon er vaart achter! De knal van het schot echode na over zee, en werd enkele malen, telkens zwakker, herhaald. Bij de boot was geen beweging te zien, de mannen daar schenen niet getroffen te zijn, behalve dan door hun schrik, en stonden als ver steend, zonder te hebben gezien, waar het schot vandaan was gekomen. Een tweede straal paars vuur spoot uit de hut te voorschijn en weer echode de kna! na. Ditmaal was de beweging bij de boot voldoende, om het gebrek aan actie van de vorige maal ruimschoots te vergoeden.... een van de man- Waaraan de fijne, zachtlila trosbloempjes met het bescheiden spitse blad, die al in het prille jaargetijde langs onze slootkanten staan te wuiven als de eerste feestvaantjes, die de zomer heeft uitgestoken om zijn intocht te vieren, officieel den naam Pinksterbloem te danken hebben is niet precies te zeggen. Toch waarschijnlijk niet aan den bloeitijd, die schom melt van April tot Juni, want bij een late Pinksteren is er groote kans, dat de bloem haar naamfeest viert, terwijl de vruchtzetting al be gonnen is en de teerlila bloemblaadjes reeds lang zijn uitgevallen. Het Pinksterbloemetje, waarvan onze kleine peuters vol ijver hun eerste stijve lente-boe ketjes maken, die echter in de kamer jammer lijk gauw uitvallen, heeft in sommige gedeel ten van ons land een naam, die eigenlijk sug gestiever is, namelijk kievitsbloem. Het verband tusschen bloem en naam ligt voor de hand. Het is immers een lente-schilderijtje: kievits eieren in het jonge gras, angstige luidpiepende kieviten, die opfladderen in het weiland, dat volgespikkeld staat met de witpaarse bloem tros j es. Wie van in het wild groeiende bloemen houdt en belang stelt in de boeiende geschiedenis van hun benaming: van de bijnamen en de scheldnamen, die ze in sommige deelen van ons land in den volksmond gekregen hebben, die weet misschien, dat meerdere van Flora's veldkinderen aanspraak maken op den naam Pinksterbloem. De lisch, die in Mei en Juni langs onze sloot kanten op voornaam hoogen stengel in zijn gele feestpakje pronkt, wordt óók Pinkster bloem genoemd. De lisch heeft bovendien een heel regiment bijnamen: „ooievaarsbloem." on getwijfeld te danken aan reminiscensies, die de lischbloem op stokstijven steel oproept aan den ooievaar op z'n eenen poot! Waterlelie is voor dezelfde lisch een volk- sche 'naam, die fraaier is dan varkensbloem. Dat de waterviolier, die in Mei en Juni in de slooten bloeit door de Sallandsche en Ach- terhoeksche jeugd Pinksterbloem is gedoopt, is niet verwonderlijk, want deze ijle bloempjes, die zich in ondiepe slooten op het watervlak staan te spiegelen, lijken precies op de echte Pinksterbloem. „Waterpinksterbloem" zegt de plattelandsbevolking in de Neder-Veluwe, want immers ook het geveerde blad, dat onder wa ter tiert, doet aan de blaadjes van de Pink- sterbloem-in-de-wei denken, al hoort de wa terviolier dan ook heelemaal niet tot dezelfde familie. Nog twee bloemen, die een geel jurkje dra gen en omstreeks Pinksteren in vollen goud gelen bloei staan, hebben de eer den naam van het hoogfeest te dragen. Het zijn de scherpe boterbloem, die zijn botergeel kroontje in Juni hoog boven het sappige gras uitsteekt en de brem, die in vlammend gele overdaad op don keren heigrond bloeit als stonden er duizenden lantaarntjes aan de struiken te lichten. De vijfde in de rij der vermeende Pinkster bloemen is de koekoeksbloem, die haar rafelige purperen kroonblaadjes uitvouwt als de echte Pinksterbloem over het hoogtepunt van haar bloei heen is. Het zou een Pinksterbouquet worden van stralende feestelijkheid als we al dat geel en paars van onze wilde Pinksterbloemen konden plukken en bijeenbrengen. Er zijn menschen, die vinden, dat de groote hoed de meest flatteuze van alle hoeden is. Ik voor mij geloof, dat die regel niet altijd op gaat. Inderdaad is een groote hoed meestal een goede omlijsting van een gezicht. De groo te rand geeft, mits op de juiste wijze gedra gen, een interessante lijn, de schaduw, die de hoed afwerpt is gewoonlijk verzachtend voor het gelaat. Maar toch, past u een beetje op met groote hoeden. Ten eerste zijn zij niet ge schikt voor kleine vrouwen. Met zoo'n groot hoofddeksel getooid willen zij wel eens een klein beetje op paddenstoelen gelijken. Men moet bij een hoed nu eenmaal niet alleen op het ef fect bij het gezicht, maar ook op het effect bij de gestalte letten. Ook levert de groote hoed bij ons Hollandsche klimaat zijn moeilijkheden op. Onze altijd waaiende wind is nu eenmaal de vijand van alles, wat niet spijkervast zit en een groote hoed is een geliefkoosd object voor zijn speelsche luimen. En wat is onaangenamer dan voortdurend zijn hoed te moeten vasthou den om het ergste van alles te voorkomen, na melijk dat de hoed afwaait, waarmee ten eer ste ons kapsel volkomen en onherroepelijk naai de maan is en waarbij men nog de kans loopt dat zijn hoofddeksel in de modder of erger nog, in de een of andere vaart of gracht terecht komt. Waarmee ik maar zeggen wil, dat het gebruik van den grooten hoed 't beste beperkt kan worden tot mooie windlooze dagen of als versiersel bij bezoeken, waarbij men niet veel of lang over straat behoeft te gaan. De moderne groote hoed excelleert in excen triciteit. De rand is meestal enorm en de bol miniatuur. Hij wordt dan ook meestal ergens vóór op het hoofd bevestigd met een elastiekje aan de achterzijde of een óuderwetsche hoe- denspeld. De matelot en de breton hebben den oorspronkelijken vorm verleend, al zou men aan de tegenwoordige producten hun afkomst niet meer herkennen. Het model op de foto draagt niet ten on rechte den naam Chic fou. Deze hoed is zeer zeker chic voor wie hem dragen kan en een beetje dwaas is hij ook wel, maar daar letten wij tegenwoordig niet meer op. De stof is ihoirc en de kleur smaragdgroen. De groote strik geeft het geheel een vlotte noot. CLARA. punteneen moment later zag George'1ing een schot uit de hut, hoe de boot zich plotse op haar andere zijde legde, terwijl enkele sp ters er af vlogen. Een zeer gepast woorT' er- luid gezegd, dat het zelfs op dien afstand staanbaar was, klonk over het strand, en achter de boot kwam geen geweervuur m maar alleen het snelle schieten van een auto tisch pistool. „iijte „In zijn linkerarm geschoten!" g""",ejrf George tegen zichzelf, maar zijn lach bes op zijn bruin gezicht. zee, Een luid, zwaar ratelend geluid klonk uljLleji een bijna onafgebroken serie van vuurst kwam van den boeg van het jacht. eSef> Met een schok kwam George tot het dat hij het machinegeweer vergeten had. machinegeweer, dat nu in handen van de and was! De vuurstralen van het strand verdubbel^ plotseling in aantal; met dien geweldigen plotseling in aantai; mei uien in hun rug kregen de aanvallers weel maar hun schoten waren op niets gerieDt (Wordt vervolg"7 DE LINNENWEVERS SlN»& - r volie Onze populaire huwelijksuitzet onaer ^cen garantie, gemerkt en geborduurd, 5jectie* ït •JjaiVraaet monsteren- LINNENFABRIEK Post Meerveldhoven Tel. K 4995 200 Dit model van het Parijsche huis BRAA- GAARD, getiteld „Chic Fou", is gecre- eerd uit smaragdgroen moiré Een van onze groote magazijnen demon streerde eenigen tijd geleden een schortje, da tevens als handwerkzak dienst kon doen. Daar aan doet dit allerliefste schortje denken, dat den naam schort nauwelijks verdient, want hupsche voorschootje met zak biedt eigenlU meer bergruimte voor raffia, schaar enz., da^ dat het de kleeren beschermt tegen vuilwor- den of beschadiging door dorens. Hoe het echter ook zij, dit gevalletje, da elke mevrouw tuinierster met voldoening onf zal strikken, is heel eenvoudig van maakse en met wat fantasie op alle mogelijke wijz^ te versieren. Men kan bijvoorbeeld, zooals d illustratie aantoont, een bont bloemenmotief 1 het midden borduren ofwel men kan een led- ken decoratieven rand verzinnen, die dan te" vens op de ceintuur wordt aangebracht. En W> lyken u uitgeknipte indanthren bloemen, erop gefestonneerd worden of met een onzicht baar steekje vastgezet? Het schortje wordt in twee gedeelten g®" knipt. Het smal toeloopende deel wordt op be andere deel gelegd en de stukken worden da samengestikt langs het ronde deel. Daarn wordt het werk binnenste buiten gekeerd. He ceintuurtje, dat van voren wordt vastgenaai"' wordt ook omgefestonneerd, evenals de zak. Aan de einden van de ceintuur zet men ste vig breed ripslint om het schortje dicht strikken; de stof zelf van het schortje zou bijvoorbeeld linnen kunnen zijn is hier voor allicht te stug. En die waaierende linteinden op den ruS doen het op het groene grasveld alleraardigs ken over de vraag, of de dokter, die hem be handelt, dit nu vcoral doet uit naastenliefde, of meer de rekening in zijn gedachten heeft. Als wij een tuin laten aanleggen zien wij naar het resultaat, en kan het ons vrij koud laten of de tuinman dit bereikte al vloekende in vuur- roode ontevredenheid, of dat hij ook dit werk deed uit plichtsbesef, en misschien wel met de uitgesproken goede meening om God daar door te dienen. Er is iets voor te zeggen om zoo te denken Het zou zelfs gewenscht zijn als wij tegenover anderen wat meer letten op de goede resulta ten van hun werk, dus op hun uiterlijke da den, en ons minder bezig hielden met de vraag waarom ze dit of dat zoo gedaan hebben. Wij trachten vaak maar al te graag uit te visschen of een ander nu wel uit zuivere motieven heeft gehandeld. Misschien is het wel een bijzondere hebbelijkheid van het schoone geslacht, om dergelijke veronderstellingen te maken. „Ja maar, dat deed ze natuurlijk daarom!" „Laai die maar schuiven met zijn uitgestreken ge zicht en fijne manieren, 't Is een echt ver waande kwast, die alles doet om maar goed gezien te worden Er zit ook een soort van bijzonder genoegen in om zich met zulke psychologische navor- schingen bezig te houden. Het houdt de aan dacht minstens even sterk gespannen als een goed kruiswoordraadsel, en geeft bovendien nog de voldoening dat je jezelf een paar hon derd meter verheven kunt voelen boven de slachtoffers van zulk een particulier inquisi- tiebureau. Vraag echter niet hoe vaak dit bu reau totaal onjuiste veronderstellingen maakt! En ook als het eens den spijker op den kop slaat zou het dan nog niet veel beter ge daan hebben met den tijd anders te besteden? Zeker, Christus zelf veroordeelde de ge dachten van farizeeërs, die uiterlijk zoo ge weldig correct waren en toch „gepleisterde graven" dienden te worden genoemd. Maar Christus had een feillooze menschenkennis, en ook Vecht van oordeelen, omdat Hij zelf zon der zonde was. Toch maakte Hij van dit recht niet méér gebruik dan strikt noodig was, en speurde altijd naar teekenen van goeden wil of van verbetering. En ook vertelde Hij die zeldzaam rake parabel over den balk en den splinter, als een punt van overweging voor ons allen, die toch zóó scherpzinnig zijn in het be- oordeelen der daden en bedoelingen van ande ren. Op Zijn voorbeeld mogen we ons Zeker niet beroepen om deze gevaarlijke gewoonte te rechtvaardigen. Waarop eigenlijk dan wel? Er is echter één gebied waarop we mogen onderzoeken en oordeelen; veroordeelen en von nissen zooveel als het ons belieft. Er is één per soon wiens motieven ons tot een reden van voortdurend, vaak belangwekkend onderzoek mogen worden. Jammer alleen, dat we juist aan dit pracht-object voor onzen speurzin meestal zoo weinig aandacht schenken. Tenzij dan om daaraan alléén de nobelste motieven en toch nndt Uw POES HOLS' Kattenbrood het lekkerst 10 et. per pak Vraagt Uw winkelier Uit originaliteit of uit liefde voor de zon zou iemand zijn vacantie op de Noordpool kun nen gaan doorbrengen. Of in dit geval dan op het vlakbij de Noordpool liggende Groenland, „Svalbard", zooals het officieel heet. Uit liefde voor de zon? Zegt u met uw wenk brauwen één vraagteeken? Vergeet u dan niet, dat de zon daar in het heel hooge Noorden, op de stippellijn in uw vroeger school-geogra- fieschrift maar een klein cirkeltje heeft af te leggen in de hoogzomermaanden, en practisch niet achter den horizon verdwijnt, zoodat de gasten in het hotel in Ny-Aalesund óók des nachts in den zonneschijn van hun kopje kof fie kunnen genieten op het hotelterras met uitzicht op de starwitte gletscherwereld. Fru (het Noorsche woord voor mevrouw) Borgen begon drie jaar geleden dit hotelletje met plaats voor zes gasten; inmiddels is het uitgegroeid tot een hotel, dat zestien menschen plaats biedt en grootsteedsch met twee bars is uitgerust, waar de wandschilderingen ver tellen van de groote Pool-expedities o.a. onder Amundsen. De gasten, die hier hun zomervacantie heb ben doorgebracht het hotel is alleen de maanden Juli en Augustus en een gedeelte van September geopend kwamen uit Finland, Denemarken, Noorwegen, Engeland en Polen. Maar ook uit Australië zyn er twee vrouwelijke toeristen geweest, die de sensatie van een Noordpool-vacantie wilden ondergaan. Fru Borgen is niet alleen zeer capabel om haar kleine cosmopolietische maatschappij tus schen de eeuwige sneeuwvelden te besturen zóó, dat iedereen het er een ideaal oord vindt, maar ze weet ook afwisseling te brengen in de menu's, misschien wel het moeilijkste gedeelte van haar huisvrouwelijke taak op negen en ze ventig graden noorderbreedte. Vleesch komt uit Noord-Noorwegen van Tromsö, visch is natuurlijk rondom Svalbard zelf in overvloed te krijgen. Kippen in leven den lijve worden in grooten voorraad meege nomen bij opening van het seizoen en bij ge brek aan ander om niet te zeggen beter, levert de zeehond heerlijke roastbeef en een goedge- bakken walvisschencotelet doet voor Holland sche biefstuk niet onder. De gasten kunnen naar hartelust skiën op de witte gletschervelden, zich vermeien met de forellenvangst en met de motorboot uitvaren op de fjordspiegels tusschen de steile rotswan den. Het vorig jSar was er in 't hotel groot feest, de bruiloft werd er gevierd van een der groo ten onder de visschers. Het bruiloftsmaal be stond uit aspergesoep, varkensvleesch met zuurkool en vruchtengelei met room, waarbij bier en aquavit werd genoten en koffie na. Een geheele etmaal rond bleven de gasten en ook het bruidspaar tafelen. De dag duurt daar immers vier en twintig uur! Een ideaal vacantie-oord voor menschen, die met den twaalfurendag nooit klaarkomen. BREI MET NEVEDA-WOL NAAR NEVEDA-PATRONEN Na inzending Tan deze bon ontvangt U gratia patroonsbeschrijving voor een: Damesblouse. Deur-Pieces. Heerenslipover of Meisjesjurlcje en opgave van den dichtatbijajnden Ne veda- winkelier. in enveloppe met Uw naam en adres opzenden aan N.V. NED. WOLSPINNER IJ. HEERENGRACHT 483. AMSTERDAM (C)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 8