Pinksterbloemen
Zuiverheid
van bedoeling
DE GROOTE
HOED
EEN VROUW DRIJFT EEN N00RD-
P00L-H0TEL
Hoed af
Een coquette vrouw in
haar bloementuin
ZONDAG 28 MEI 1939
Nederlandsche drachten-mode
in de Vereenigde Staten
Het Wafelijzer
door WILLY WATERMAN
VAN DEN
BMEL
VERSTER
Wed. J. van
Nuenen Zn.
ZEELST
Uitzetten
Linnenkast-
aanvulling
Fru Laura Borgen, die aan hei hoofd siaai
van hei meesi Noordelijke Hoiel, dai de
bewoonde wereld kent
LENGTE. TAILLE
Dom®1
BIND!
Bloeiende Pinksterbloem
„Niet praten, maar dóen!" zoo hoorde ik eens
Iemand zeggen, die in een situatie met vele
politieke haken en oogen toch naar best ver
mogen iets goeds trachtte te bereiken. Het
woord maakte indruk, niet alleen om de stoere
gestajte van den West-Vlaming die dit uitsprak,
maar ook omdat men gevoelde hoe hier een
waardevolle ondervinding aan het woord was.
De ondervinding van iemand, die wist dat één
flinke daad vaak vele redeneeringen omver
gooit!
En toch is ook de waarheid van dit inzicht
maar betrekkelijk. Zeker: daden hebben meest
al veel op woorden voor; zij maken meer in
druk dan welbespraaktheid, die maar al te vaak
met een karakterlooze houding samengaat.
Maar ook daden zijn tenslotte weinig waard,
als zij niet in de jiyste gezindheid worden ver
richt en vanuit waardevolle bedoelingen voort
komen. Ons geheele leven dient door een juis-
ten geest te worden bezield deze waarheid
verdient inderdaad in deze Pinksterdagen na
der te worden overdacht. Want alleen als on
ze motieven zuiver zijn, zal Gods geest ten volle
vruchtbaar in ons kunnen worden.
.Motieven" of beweegredenen moet men
daaraan nu zóóveel waarde toekennen? Is het
niet voldoende, dat iets gedaan wordt, en is 't
niet overdreven om te gaan naspeuren of de
redenen waarom het gebeurde wel geheel goed
en nobel waren? Als een zieke hunkert naar
toe te schrijvenWant dit pronkjuweel van
edele daden en nog edeler gevoelens is nie
mand anders dan ons eigen dierbaar ik.
Het zou inderdaad een nuttig tijdverdrijf zijn
voor verloren oogenblikken als wij de motieven
onzer eigen daden eens wat vaker onder de
loupe namen. Wij zouden soms uiterst belang
wekkende ontdekkingen doen. Het zou blijken
dat er vaak een Jclein duiveltje is dat nog
wel het best door den algemeenen naam van
„zelfzucht" kan worden aangeduid met een
ongelooflijke scherpzinnigheid en onuitputtelij
ke vindingrijkheid, om ons eigen doen en den
ken zoo mooi mogelijk voor te stellen. Ande
re menschen zijn vaak lui, maar als wij zelf
een beetje verkouden zijn voelen we, onder den
invloed van dit listige egoïsme, eigenlijk al ons
kostbare leven bedreigd en worden ingrijpende
maatregelen noodig om dit te beschermen. De
valsche bedoelingen van anderen hebben we
al gauw dóór, maar ongelukkig is degene die
het waagt om ook maar even aan de zuiver
heid van onze eigen motieven te twijfelen.
Enzoovoort. Enzoovoort.
Ik wil verdere onderzoekingen op dit gebied
verder gaarne aan de lezers zelf overlaten. Zulk
een nagaan van eigen bedoelingen geeft zooveel
werk, dat we er zeker voorloopig nog niet mee
klaar zijn. En het kan heel nuttig worden, ten
minste als we hierbij met beleid te werk gaan.
Zelfonderzoek immers moet dienen ter verbe
tering, en daardoor tot een rijker en vreugde
voller leven. Het mag echter niet ontaarden
in een ziekelijke belangstelling voor eigen ik,
mag niet voeren tot tobberij of melancholie. Er
is daarom veel voor te zeggen om er vooral
op te letten, hoe onze omgang is met allen, in
wier gezelschap wij dagelijks verkeeren. Ons
nagaan van eigen motieven zal er dan toe kun
nen leiden, dat we werkelijk een beetje belan-
geloozer, vriendelijker en liefdevoller door het
leven gaan.
Want tenslotte is het de juist innerlijke ge
steldheid die niet alleen de waarde onzer da
den bepaalt, maar ook bewerkt dat anderen
gaarne met ons omgaan, ook al zou ons leven
naar het uiterlijk maar heel „gewoon" zijn. Er
bestaan menschen, die opzienbarende dingen
doen, en toch alléén blijven staan, omdat men
zich nu eenmaal niet tot hen aangetrokken
voelt. Anderen verrichten niets buitengewoons,
en vormen toch een middelpunt, dat onwille
keurig velen tot zich trekt. Het zijn tenslotte
de zuivere motieven die in dit geval iemand
tot een bron van vreugde en bezieling in eigen
omgeving doen worden. En het is een echt
vrouwelijke taak om zichzelf tot zulk een cen
trum van levenwekkende goedheid te vormen.
Het gezegde geldt des tg meer, omdat alleen
bij een juiste instelling van verstand en hart
de gaven Gods, die door den Heiligen Geest
worden geschonken, ons ten volle worden toe
bedeeld. Zuiverheid van bedoeling is dus wel
van zeer groot belang. Zij bepaalt de diepste
waarde van eigen daden en verdrijft de nevels,
die het Goddelijk Pinksterlicht zoo vaak ver
hinderen onze ziel geheel te vervullen.
M. B.
Een commissie van het Japansche Ministerie
van Onderwijs en Opvoeding heeft een nieuwe
etiquette opgesteld, volgens welke Japansche
vrouwen, die volgens de Westersche mode ge
kleed gaan, voortaan haar hoed zullen moeten
afnemen in de gevallen waarin men van man
nen hetzelfde verwacht.
Binnenkort zal deze etiquette een officieel
karakter verkrijgen door regeeringsinstruc-
ties aan de gouverneurs der provinciën en aan
de hoofden van meisjesscholen.
Vrouwen, die volgens de Japansche traditie
gekleed gaan, dragen geen hoeden.
Mannen zullen het hoofd hebben te ontbloo-
ten alvorens zij politie-agenten aanspreken.
genezing, is het toch maar hoofdzaak, dat hij
„International Textiles" bericht uit New-
York: De Amerikaansche mode, die in den
laatsten tijd veelal haar eigen weg gaat en niet
aan alle Parijsche invloeden onderhevig is,
heeft zoo juist Nederland „ontdekt." Nadat
eerst de schoenfabricatie schoenen in den
vorm van klompen had vervaardigd en onder
het slogan „As Dutch as Edam Cheese" (zoo
Nederlandsch als een Edammer kaas) in den
handel had gebracht, worden thans kleeren
met Nederlandsche drachten-motieven gelan
ceerd. Volendam viert triomfen.
Ook by de stofmonsters duiken veel Neder
landsche motieven op, althans wat men daar
onder in Amerika verstaat. Er zijn stoffen, be
drukt met windmolens en tulpen, (waarbij de
molens kleiner zijn dan de tulpen), terwijl mo
tieven van Delftsche tegels zijn toegepast op
stoffen, waaruit peignoirs worden gemaakt.
De abonné, die in het bezit is gekomen van
een wafelijzer en ons om raad vroeg aangaande
de ,te gebruiken ingrediënten, raden wij liever
met olie dan met boter te werk te gaan en
zelfrijzend bakmeel te gebruiken,
deze vindt, en zal hij zich niet zoo druk ma
nen ging achter de boot liggen, de rest ver
spreidde zich over het strand, en legde zich plat
op den buik; hier en daar flonkerde even een
stalen geweerloop in het witte maanlicht, als om
te suggereeren, dat ze gericht waren op de plaats,
waar de vuurstraal was te voorschijn gespoten.
Het algemeen wachten was blijkbaar op het
derde schot, dat zou aantoonen, waar ergens, in
de schaduw van de rotsen, de schutter verborgen
zat. Dat schot liet niet lang op zich wachten en
nauwelijks was de vuurstraal te voorschijn ge
spoten, of zes rossige en paarse vlammen lichtten
op 't strand. De inslag van de zes kogels in het
hout «van de hut geleek op een roffel. De zes
knallen kwamen even later; het leek op vuur
werk.
En toen begon het in ernst. De eene vuurstraal
volgde op den anderen, de lieden op het strand
schenen er zich van bewust te zijn, dat, nu ee
eenmaal ontdekt waren, het een kwestie van
tijd zou zijn, voor de geheele bezetting van het
iland was gealarmeerd, en zou komen aansnel
lenZe zouden natuurlijk in hun boot heb
ben kunnen klimmen, of naar het jacht toe
zwemmen, mKar om de een of andere duistere
reden deden ze dat niet, doch bleven plat op het
strand liggen, en richtten hun vuur op de blok
hut.
Hun ratelend snelvuur had blijkbaar geen
succes, de schutter in de hut schoot met verras
send korte tusschenpoozen en aanvankelijk was
George er verbaasd over, dat zijn geweer niet
gloeiend werd. Maar een oogenblik later be
merkte hij een verschil in den knal van het ge
weer, en hij grinnikte in stilte.... die kerel daar
binnen zette het eene geweer weg als het heet
was en greep een ander; er waren er een stuk
of zes
De zaken zagen er rooskleurig uit, vond Geor
ge die kerel daar in die hut zat zoo veilig als
het maar kon, de schietgaten waren klein, en
van het strand af, tegen de in de schaduw lig
gende voorzijde van de hut niet zichtbaar. De
zes aanvallers moesten dus schieten op de vuur
stralen, die ze even te voren hadden gezien, ze
konden nooit nauwkeurig mikken.... dichterbij
komen behoefden ze ook niet te doen, als ze
tenminste prijs stalden op een lang en gelukkig
levenop een volkomen vlak strand dichter
bij kruipen, als er iemand aan de andere zijde
op zijn doode gemak in het maanlicht kan
richten, is een zeer ongezonde onderneming.
Voor George stonden de zaken zoo, dat hij
het beste kon blijven, waar hij was, althans voor
loopig. Als hij, in zijn wit linnen pak, drie hon
derd meter ging rennen langs een zwarten rots
wand, was het niet onwaarschijnlijk, dat hij in
de gaten liep. Als de kerel in die hut in een be
narde positie kwam, was het wat anders, maar
nu zou het dwaas zijn, een groot risico op zich
te nemen, terwijl het heelemaal niet noodig was.
Van hieruit kon hij evenmin aan den strijd deel
nemenzijn revolver zou op dien afstand
niets uitrichten
Hij legde zich op zijn buik, tegen den rots
wand aangedrukt, en maakte zich gereed, alles
wat er gebeurde, met aandacht te volgen.
Er was blijkbaar iemand van die lieden op het
strand getroffen, want er kwam alleen nog vuur
van den man achter de boot, en van vier andere
46
Waarschijnlijk had van al de slapende
lieden in de hutten niemand de telefoon ge
hoord, die een eind van hen verwijderd in de
eetzaal stond te bellen en die kerel was nu op
weg om de nederzetting te alarmeerenop
dat moment zag George die nog steeds naar den
bergtop staarde, de silhouet van den man in ge-
gebukte houding nu wéér een heel eind lager hij
stak nu juist af tegen het onderste randje van
de maanschijf, en tegen den berg gemeten be
droeg de geheele doorsnede van de maan min
stens enkele honderden meters.... de kerel
maakte haast met zijn afdaling.
George maakte, nu hij zeker was, dat de neder
zetting zou worden gewekt, 'n snelle berekening.
hij schatte den afstand van het ravijn en den
afstand dien de ander zou moeten afleggen
die van den ander was iets grooter maar op een
minuut of twee kwam het niet aan.... George
keerde zich om en rende terug naar den ingang
van het ravijn.... het was nu veel belangrijker,
de aanvallers tegen te houden tot de rest van de
verdedigers was gewektals hij die hut maar
kon bereiken, die op het strand stond, tegen
den bergwand aan was hij gereddie hut
was zoo goed versterkt als een fort, met dikke
wanden, waartusschen zand was gestort, en in
die hut waren enkele doozen patronen plus nog
wat geweren neergezet. De professor had er op
gestaan, men kon nooit weten, wat er gebeurde,
had hij gezegd, en George zegende op het oogen
blik dien slimmen, ouden vos. Als hij maar in
die hut kon komen!! Hij zou het er in elk geval
een half uur moeten uitzingen, die aanvallers
een half uur tegen houden; over een half uur,
op zijn vroegst, kon de nederzetting hem be-
reiken
Hij kwam hijgend en verhit bij den ingang van
het ravijn aan, drukte zich in de schaduwstreep
van een van de wanden, en loerde het strand
af.
Schuin links voor hem lag de sloep op het
strand, een witte sloep, met 'n inktzwarte scha
duwvlek ernaast. Er stoaden mannen by de
sloep en George telde ze.... zes in totaal.... de
rest was waarschijnlijk ng aan boord, om ergens
anders te worden afgezet, of een zestal was aan
wal gezet aan de havende bedoeling was
waarschijnlijk, den aanval bij het aanbreken
van den dag van verschillende zijden te begin
nenwaarschijnlijk wilden ze probeeren uit te
visschen, waar de nederzetting ergens was, om
de verdedigers in hun slaap te overvallen
George grinnikte in stiltede afstand van
den mond van het ravijn naar de hut was nau
welijks driehonderd meter.... en de hut had
naar die zijden schietgatennaar het Oos
ten, naar zee en naar het Westen, zoodat die
zijde den mond vn 't ravijn bestreek. Zoolang
er nog iemand, die schieten kon, in die hut zat,
kwam er niemand het ravijn binnen
Hij bukte zich, haalde diep adem, en vergat
van stomme verbazing zijn longen weer leeg te
pompenwant over de strook zand, die gele
gen was in de schaduw tusschen de rotsen en de
hut, rende 'n witgekleede gestalte, diep over den
grond gebukt, bereikte den hoek, en dook even
ongemerkt door de deur naar binnen. Met een
zucht liet George zijn longen leegloopen en zijn
spieren verslapten. Wie had daar in vredesnaam
al dien tijd in de schaduw van den rotswand
gezeten, tweehonderd meter van hem vandaan?
Wie kon het zijndat het een vriend was,
was zekerhij had alle mogelijke moeite ge
daan, om niet door de mannen bij de boot op
het strand gezien te wordenmaar wie?
George's peinzen werd afgebroken door een
vuurstraal en een knal. Wie het ook was, die in
die hut zat, in elk geval zette die persoon er
vaart achter! De knal van het schot echode na
over zee, en werd enkele malen, telkens zwakker,
herhaald. Bij de boot was geen beweging te zien,
de mannen daar schenen niet getroffen te zijn,
behalve dan door hun schrik, en stonden als ver
steend, zonder te hebben gezien, waar het schot
vandaan was gekomen.
Een tweede straal paars vuur spoot uit de
hut te voorschijn en weer echode de kna! na.
Ditmaal was de beweging bij de boot voldoende,
om het gebrek aan actie van de vorige maal
ruimschoots te vergoeden.... een van de man-
Waaraan de fijne, zachtlila trosbloempjes
met het bescheiden spitse blad, die al in het
prille jaargetijde langs onze slootkanten staan
te wuiven als de eerste feestvaantjes, die de
zomer heeft uitgestoken om zijn intocht te
vieren, officieel den naam Pinksterbloem te
danken hebben is niet precies te zeggen. Toch
waarschijnlijk niet aan den bloeitijd, die schom
melt van April tot Juni, want bij een late
Pinksteren is er groote kans, dat de bloem haar
naamfeest viert, terwijl de vruchtzetting al be
gonnen is en de teerlila bloemblaadjes reeds
lang zijn uitgevallen.
Het Pinksterbloemetje, waarvan onze kleine
peuters vol ijver hun eerste stijve lente-boe
ketjes maken, die echter in de kamer jammer
lijk gauw uitvallen, heeft in sommige gedeel
ten van ons land een naam, die eigenlijk sug
gestiever is, namelijk kievitsbloem. Het verband
tusschen bloem en naam ligt voor de hand.
Het is immers een lente-schilderijtje: kievits
eieren in het jonge gras, angstige luidpiepende
kieviten, die opfladderen in het weiland, dat
volgespikkeld staat met de witpaarse bloem
tros j es.
Wie van in het wild groeiende bloemen houdt
en belang stelt in de boeiende geschiedenis
van hun benaming: van de bijnamen en de
scheldnamen, die ze in sommige deelen van
ons land in den volksmond gekregen hebben,
die weet misschien, dat meerdere van Flora's
veldkinderen aanspraak maken op den naam
Pinksterbloem.
De lisch, die in Mei en Juni langs onze sloot
kanten op voornaam hoogen stengel in zijn
gele feestpakje pronkt, wordt óók Pinkster
bloem genoemd. De lisch heeft bovendien een
heel regiment bijnamen: „ooievaarsbloem." on
getwijfeld te danken aan reminiscensies, die de
lischbloem op stokstijven steel oproept aan den
ooievaar op z'n eenen poot!
Waterlelie is voor dezelfde lisch een volk-
sche 'naam, die fraaier is dan varkensbloem.
Dat de waterviolier, die in Mei en Juni in
de slooten bloeit door de Sallandsche en Ach-
terhoeksche jeugd Pinksterbloem is gedoopt, is
niet verwonderlijk, want deze ijle bloempjes,
die zich in ondiepe slooten op het watervlak
staan te spiegelen, lijken precies op de echte
Pinksterbloem. „Waterpinksterbloem" zegt de
plattelandsbevolking in de Neder-Veluwe, want
immers ook het geveerde blad, dat onder wa
ter tiert, doet aan de blaadjes van de Pink-
sterbloem-in-de-wei denken, al hoort de wa
terviolier dan ook heelemaal niet tot dezelfde
familie.
Nog twee bloemen, die een geel jurkje dra
gen en omstreeks Pinksteren in vollen goud
gelen bloei staan, hebben de eer den naam van
het hoogfeest te dragen. Het zijn de scherpe
boterbloem, die zijn botergeel kroontje in Juni
hoog boven het sappige gras uitsteekt en de
brem, die in vlammend gele overdaad op don
keren heigrond bloeit als stonden er duizenden
lantaarntjes aan de struiken te lichten.
De vijfde in de rij der vermeende Pinkster
bloemen is de koekoeksbloem, die haar rafelige
purperen kroonblaadjes uitvouwt als de echte
Pinksterbloem over het hoogtepunt van haar
bloei heen is.
Het zou een Pinksterbouquet worden van
stralende feestelijkheid als we al dat geel en
paars van onze wilde Pinksterbloemen konden
plukken en bijeenbrengen.
Er zijn menschen, die vinden, dat de groote
hoed de meest flatteuze van alle hoeden is. Ik
voor mij geloof, dat die regel niet altijd op
gaat. Inderdaad is een groote hoed meestal
een goede omlijsting van een gezicht. De groo
te rand geeft, mits op de juiste wijze gedra
gen, een interessante lijn, de schaduw, die de
hoed afwerpt is gewoonlijk verzachtend voor
het gelaat. Maar toch, past u een beetje op
met groote hoeden. Ten eerste zijn zij niet ge
schikt voor kleine vrouwen. Met zoo'n groot
hoofddeksel getooid willen zij wel eens een
klein beetje op paddenstoelen gelijken. Men moet
bij een hoed nu eenmaal niet alleen op het ef
fect bij het gezicht, maar ook op het effect
bij de gestalte letten. Ook levert de groote hoed
bij ons Hollandsche klimaat zijn moeilijkheden
op. Onze altijd waaiende wind is nu eenmaal
de vijand van alles, wat niet spijkervast zit en
een groote hoed is een geliefkoosd object voor
zijn speelsche luimen. En wat is onaangenamer
dan voortdurend zijn hoed te moeten vasthou
den om het ergste van alles te voorkomen, na
melijk dat de hoed afwaait, waarmee ten eer
ste ons kapsel volkomen en onherroepelijk naai
de maan is en waarbij men nog de kans loopt
dat zijn hoofddeksel in de modder of erger nog,
in de een of andere vaart of gracht terecht
komt. Waarmee ik maar zeggen wil, dat het
gebruik van den grooten hoed 't beste beperkt
kan worden tot mooie windlooze dagen of als
versiersel bij bezoeken, waarbij men niet veel
of lang over straat behoeft te gaan.
De moderne groote hoed excelleert in excen
triciteit. De rand is meestal enorm en de bol
miniatuur. Hij wordt dan ook meestal ergens
vóór op het hoofd bevestigd met een elastiekje
aan de achterzijde of een óuderwetsche hoe-
denspeld. De matelot en de breton hebben den
oorspronkelijken vorm verleend, al zou men
aan de tegenwoordige producten hun afkomst
niet meer herkennen.
Het model op de foto draagt niet ten on
rechte den naam Chic fou. Deze hoed is zeer
zeker chic voor wie hem dragen kan en een
beetje dwaas is hij ook wel, maar daar letten
wij tegenwoordig niet meer op. De stof is ihoirc
en de kleur smaragdgroen. De groote strik
geeft het geheel een vlotte noot.
CLARA.
punteneen moment later zag George'1ing
een schot uit de hut, hoe de boot zich plotse
op haar andere zijde legde, terwijl enkele sp
ters er af vlogen. Een zeer gepast woorT' er-
luid gezegd, dat het zelfs op dien afstand
staanbaar was, klonk over het strand, en
achter de boot kwam geen geweervuur m
maar alleen het snelle schieten van een auto
tisch pistool. „iijte
„In zijn linkerarm geschoten!" g""",ejrf
George tegen zichzelf, maar zijn lach bes
op zijn bruin gezicht. zee,
Een luid, zwaar ratelend geluid klonk uljLleji
een bijna onafgebroken serie van vuurst
kwam van den boeg van het jacht. eSef>
Met een schok kwam George tot het
dat hij het machinegeweer vergeten had.
machinegeweer, dat nu in handen van de
and was!
De vuurstralen van het strand verdubbel^
plotseling in aantal; met dien geweldigen
plotseling in aantai; mei uien
in hun rug kregen de aanvallers weel
maar hun schoten waren op niets gerieDt
(Wordt vervolg"7
DE LINNENWEVERS SlN»&
- r volie
Onze populaire huwelijksuitzet onaer ^cen
garantie, gemerkt en geborduurd, 5jectie*
ït •JjaiVraaet monsteren-
LINNENFABRIEK
Post Meerveldhoven
Tel. K 4995 200
Dit model van het Parijsche huis BRAA-
GAARD, getiteld „Chic Fou", is gecre-
eerd uit smaragdgroen moiré
Een van onze groote magazijnen demon
streerde eenigen tijd geleden een schortje, da
tevens als handwerkzak dienst kon doen. Daar
aan doet dit allerliefste schortje denken, dat
den naam schort nauwelijks verdient, want
hupsche voorschootje met zak biedt eigenlU
meer bergruimte voor raffia, schaar enz., da^
dat het de kleeren beschermt tegen vuilwor-
den of beschadiging door dorens.
Hoe het echter ook zij, dit gevalletje, da
elke mevrouw tuinierster met voldoening onf
zal strikken, is heel eenvoudig van maakse
en met wat fantasie op alle mogelijke wijz^
te versieren. Men kan bijvoorbeeld, zooals d
illustratie aantoont, een bont bloemenmotief 1
het midden borduren ofwel men kan een led-
ken decoratieven rand verzinnen, die dan te"
vens op de ceintuur wordt aangebracht. En W>
lyken u uitgeknipte indanthren bloemen,
erop gefestonneerd worden of met een onzicht
baar steekje vastgezet?
Het schortje wordt in twee gedeelten g®"
knipt. Het smal toeloopende deel wordt op be
andere deel gelegd en de stukken worden da
samengestikt langs het ronde deel. Daarn
wordt het werk binnenste buiten gekeerd. He
ceintuurtje, dat van voren wordt vastgenaai"'
wordt ook omgefestonneerd, evenals de zak.
Aan de einden van de ceintuur zet men ste
vig breed ripslint om het schortje dicht
strikken; de stof zelf van het schortje
zou bijvoorbeeld linnen kunnen zijn is hier
voor allicht te stug.
En die waaierende linteinden op den ruS
doen het op het groene grasveld alleraardigs
ken over de vraag, of de dokter, die hem be
handelt, dit nu vcoral doet uit naastenliefde,
of meer de rekening in zijn gedachten heeft.
Als wij een tuin laten aanleggen zien wij naar
het resultaat, en kan het ons vrij koud laten
of de tuinman dit bereikte al vloekende in vuur-
roode ontevredenheid, of dat hij ook dit werk
deed uit plichtsbesef, en misschien wel met
de uitgesproken goede meening om God daar
door te dienen.
Er is iets voor te zeggen om zoo te denken
Het zou zelfs gewenscht zijn als wij tegenover
anderen wat meer letten op de goede resulta
ten van hun werk, dus op hun uiterlijke da
den, en ons minder bezig hielden met de vraag
waarom ze dit of dat zoo gedaan hebben. Wij
trachten vaak maar al te graag uit te visschen
of een ander nu wel uit zuivere motieven heeft
gehandeld. Misschien is het wel een bijzondere
hebbelijkheid van het schoone geslacht, om
dergelijke veronderstellingen te maken. „Ja
maar, dat deed ze natuurlijk daarom!" „Laai
die maar schuiven met zijn uitgestreken ge
zicht en fijne manieren, 't Is een echt ver
waande kwast, die alles doet om maar goed
gezien te worden
Er zit ook een soort van bijzonder genoegen
in om zich met zulke psychologische navor-
schingen bezig te houden. Het houdt de aan
dacht minstens even sterk gespannen als een
goed kruiswoordraadsel, en geeft bovendien
nog de voldoening dat je jezelf een paar hon
derd meter verheven kunt voelen boven de
slachtoffers van zulk een particulier inquisi-
tiebureau. Vraag echter niet hoe vaak dit bu
reau totaal onjuiste veronderstellingen maakt!
En ook als het eens den spijker op den kop
slaat zou het dan nog niet veel beter ge
daan hebben met den tijd anders te besteden?
Zeker, Christus zelf veroordeelde de ge
dachten van farizeeërs, die uiterlijk zoo ge
weldig correct waren en toch „gepleisterde
graven" dienden te worden genoemd. Maar
Christus had een feillooze menschenkennis, en
ook Vecht van oordeelen, omdat Hij zelf zon
der zonde was. Toch maakte Hij van dit recht
niet méér gebruik dan strikt noodig was, en
speurde altijd naar teekenen van goeden wil
of van verbetering. En ook vertelde Hij die
zeldzaam rake parabel over den balk en den
splinter, als een punt van overweging voor ons
allen, die toch zóó scherpzinnig zijn in het be-
oordeelen der daden en bedoelingen van ande
ren. Op Zijn voorbeeld mogen we ons Zeker
niet beroepen om deze gevaarlijke gewoonte te
rechtvaardigen. Waarop eigenlijk dan wel?
Er is echter één gebied waarop we mogen
onderzoeken en oordeelen; veroordeelen en von
nissen zooveel als het ons belieft. Er is één per
soon wiens motieven ons tot een reden van
voortdurend, vaak belangwekkend onderzoek
mogen worden. Jammer alleen, dat we juist
aan dit pracht-object voor onzen speurzin
meestal zoo weinig aandacht schenken. Tenzij
dan om daaraan alléén de nobelste motieven
en toch
nndt Uw POES
HOLS'
Kattenbrood
het lekkerst
10 et. per pak
Vraagt
Uw winkelier
Uit originaliteit of uit liefde voor de zon zou
iemand zijn vacantie op de Noordpool kun
nen gaan doorbrengen. Of in dit geval dan op
het vlakbij de Noordpool liggende Groenland,
„Svalbard", zooals het officieel heet.
Uit liefde voor de zon? Zegt u met uw wenk
brauwen één vraagteeken? Vergeet u dan niet,
dat de zon daar in het heel hooge Noorden,
op de stippellijn in uw vroeger school-geogra-
fieschrift maar een klein cirkeltje heeft af te
leggen in de hoogzomermaanden, en practisch
niet achter den horizon verdwijnt, zoodat de
gasten in het hotel in Ny-Aalesund óók des
nachts in den zonneschijn van hun kopje kof
fie kunnen genieten op het hotelterras met
uitzicht op de starwitte gletscherwereld.
Fru (het Noorsche woord voor mevrouw)
Borgen begon drie jaar geleden dit hotelletje
met plaats voor zes gasten; inmiddels is het
uitgegroeid tot een hotel, dat zestien menschen
plaats biedt en grootsteedsch met twee bars
is uitgerust, waar de wandschilderingen ver
tellen van de groote Pool-expedities o.a. onder
Amundsen.
De gasten, die hier hun zomervacantie heb
ben doorgebracht het hotel is alleen de
maanden Juli en Augustus en een gedeelte van
September geopend kwamen uit Finland,
Denemarken, Noorwegen, Engeland en Polen.
Maar ook uit Australië zyn er twee vrouwelijke
toeristen geweest, die de sensatie van een
Noordpool-vacantie wilden ondergaan.
Fru Borgen is niet alleen zeer capabel om
haar kleine cosmopolietische maatschappij tus
schen de eeuwige sneeuwvelden te besturen
zóó, dat iedereen het er een ideaal oord vindt,
maar ze weet ook afwisseling te brengen in de
menu's, misschien wel het moeilijkste gedeelte
van haar huisvrouwelijke taak op negen en ze
ventig graden noorderbreedte.
Vleesch komt uit Noord-Noorwegen van
Tromsö, visch is natuurlijk rondom Svalbard
zelf in overvloed te krijgen. Kippen in leven
den lijve worden in grooten voorraad meege
nomen bij opening van het seizoen en bij ge
brek aan ander om niet te zeggen beter, levert
de zeehond heerlijke roastbeef en een goedge-
bakken walvisschencotelet doet voor Holland
sche biefstuk niet onder.
De gasten kunnen naar hartelust skiën op
de witte gletschervelden, zich vermeien met de
forellenvangst en met de motorboot uitvaren
op de fjordspiegels tusschen de steile rotswan
den.
Het vorig jSar was er in 't hotel groot feest,
de bruiloft werd er gevierd van een der groo
ten onder de visschers. Het bruiloftsmaal be
stond uit aspergesoep, varkensvleesch met
zuurkool en vruchtengelei met room, waarbij
bier en aquavit werd genoten en koffie na.
Een geheele etmaal rond bleven de gasten
en ook het bruidspaar tafelen.
De dag duurt daar immers vier en twintig
uur!
Een ideaal vacantie-oord voor menschen, die
met den twaalfurendag nooit klaarkomen.
BREI MET NEVEDA-WOL
NAAR NEVEDA-PATRONEN
Na inzending Tan deze bon ontvangt U gratia
patroonsbeschrijving voor een: Damesblouse.
Deur-Pieces. Heerenslipover of Meisjesjurlcje
en opgave van den dichtatbijajnden Ne veda-
winkelier. in enveloppe met Uw naam
en adres opzenden aan
N.V. NED. WOLSPINNER IJ.
HEERENGRACHT 483. AMSTERDAM (C)