Remmende invloed van Italië op
Duitschland
DE ELECTRISCHE DRAAD
Poolsche vuurtje wordt
brandend gehouden
Het karakter van den
te vormen Driebond
IS IN DE VAART
mm
m
Prachtig geslaagde Koempoelan
Filmstad
m
De Maagd van
Orleans geëerd
fjm
DE PRINS VAART OP
EEN VLOT
MAANDAG 5 JUNI 1939
Frank van der Goes
overleden
Een der oprichters van de S.D.A.P.
BOSCH- EN HEIDEBRANDEN
Groote schade in oostelijk
N oord-Brabant
Het nieuwe motorschip
Z. H. Exc. Mgr. J. P. Huibers
roemt den goeden geest, die
heerscht onder de R. K.
Verkenners
Dag van ernst en luim
De Bisschop spreekt
Grootsche feesten te Domrémy
met toespraak door den
kardinaal-legaat
De Prins doet mee
Wanneer er over den electrischen
draad gesproken wordt, denkt
men onmiddellijk aan de geëlec-
triseerde draadversperringen in den
grooten oorlog, waaraan zooveel solda
ten als doode vogels gruwelijk zijn blij
ven hangen in den meest sinisteren zin
des woords, of aan zekere omheiningen
van concentratie- en gevangenkampen,
waarvan men niets dan goeds mag ver
tellen, indien men tenminste niet door
zekere lieden voor een democratische
Moeder de Gans, die gruwelsprookjes
verhaalt, wenscht te worden uitgemaakt.
Slechts bij als manusje-van-alles thuis
werkende huisvaders wekt de electrische
draad spontane herinneringen aan vele
uren gepruts met of zonder resultaat aan
licht- en bel-leidingen, die wel-is-waar
niet tot volle tevredenheid functionnee-
ren wilden, maar toch zonder vakkun
dige hulp door een min of meer handig
electriciënsamateurisme tot rede sche
nen te kunnen worden gebracht. Wan
neer wij het hier echter opnemen voor
den electrischen draad, bedoelen wij niet
den electrischen draad in dienst van de
oorlogstechniek der moderne beschaving,
of van even beschaafde politieke dwang
systemen, ja zelfs niet den onschuldigen
huiselijken electrischen draad in dienst
van 't gezinsleven, maar den electrischen
draad in dienst van de veeteelt, want
ook in de veeteelt kan de electrische
draad een rol van beteekenis gaan spe
len.
Dit blijkt uit een artikel in het „Alg.
Landbouwweekblad" naar aanlei
ding van een publicatie in een
Deensch tijdschrift. In Denemarken
wordt n.l. nogal propaganda gemaakt
voor het aanbrengen van electrisch ge
laden draadafscheidingen tusschen lan
derijen om het redelooze vee binnen de
perken van zijn eigenaar te houden. Het
gebruik van prikkeldraad voor ditzelfde
doel brengt bezwaren met zich mede.
De Deensche huidenhandel constateerde,
dat tot 90 pCt. van de Deensche runder
huiden beschadigingen vertoonen, het
geen zoowel voor de veehouders als uit
nationaal-economisch oogpunt een aan
zienlijk verlies beteekent. Uit Amerika
is het denkbeeld overgewaaid om het
prikkeldraad door een electrische afras
tering te vervangen. Men gebruikt daar
voor een zwakken stroom, welke elk
gevaar buiten sluit. In plaats van drie
rijen prikkeldraad heeft men bij elec
trische afrastering slechts één dunnen
draad, vastgemaakt aan lichte paaltjes,
noodig. Het geheel is gemakkelijk te
plaatsen, wanneer de beesten worden
.verweid. Door den dunnen draad wordt
een electrische stroom geleid, afkomstig
•vffan een batterij en zóó geregeld, dat er -
per minuut 30 a 50 stroomstooten wor
den gegeven. De stroom is niet sterker
dan die, welke wordt toegepast bij het
aandrijven van een auto. Onze land
bouwhuisdieren, zooals koeien, paarden,
varkens en schapen hebben er echter
voldoende respect voor. Bij aanraking
van den draad ondervinden ze een licht
gevoel van pijn, waardoor ze zich spoe
dig op een afstand houden, zelfs als ze
den draad en de paaltjes gemakkelijk
zouden kunnen omwerpen of er over
heen zouden kunnen springen.
Zoodoende vormt de electrische draad
een betere afscheiding dan de soliedste
prikkeldraadversperring. Bovendien is hij
goedkooper, daar men op draad, palen
en arbeid bespaart.
t Men meent dan ook in Denemarken,
dat de besparing gemakkelijk opweegt
tegen de aanschaffing van het electri
sche apparaat, zijnde de electrische bat
terij en de stroomregelaar. Het geheel is
opgeborgen in een trommel, die in het
land wordt achtergelaten. Toezicht is
dus niet noodig. Alleen moet de batterij
van tijd tot tijd worden vernieuwd.
Men heeft wel gevreesd dat paarden
schrikken zouden bij aanraking van den
electrischen draad, maar dat bleek mee
te vallen. De ervaring heeft geleerd, dat
ze even dichtbij den draad komen als bij
prikkeldraad.
Vooral in de lederbranche bestaat
groote belangstelling voor de electrische
afrastering. Men is daar van oordeel, dat
deze afrastering toekomst heeft.
Uit een economisch oogpunt is de ver
vanging van prikkeldraad door electri
schen draad belangrijk. Als de Deensche
runderhuiden voörtaan geen prikkel
draadletsel meer zouden vertoonen, zou
dat een jaarlijksch voordeel van 1 2
millioen kronen beteekenen. Daar komt
nog bij een hoogere melkproductie,
doordat beschadiging der uiers door
prikkeldraad niet meer kan voorkomen.
Men heeft dan ook in Denemarken alle
hoop, dat de electrische afrastering er in
zal gaan.
Naar het „Alg. Landbouwweekblad"
verneemt, zullen c-r ook in ons
land en wel in Drenthe proeven
worden genomen en wel met een Ame-
rikaansch apparaat, terwijl hier en daar
reeds een Duitsch systeem van electri
sche afrastering van weidegronden in
gebruik schijnt te zijn. Het is het blad
echter niet bekend, welke ervaringen
daarmee zijn opgedaan, maar het schijnt
voor te komen, dat de electrische stroom
te zwak is om weidende dieren tegen te
houden. In ieder geval acht het blad
deze zaak van voldoende belang om eens
nader onderzocht te worden en dat is
zeker waar. Alles wat kan leiden tot ver
laging der productiekosten zal aan de
onder de huidige economische omstan
digheden vooral internationaal in zware
concurrentie-moeilijkheden verkeerende
veeteelt en zuivelproductie ten goede
komen. In de waterrijke deelen van
ons land, met de intelligentie van
het Hollandsche vee, dat niet in zeven
slooten tegelijk loopt, ofschoon het daar
alle gelegenheid toe heeft, vormen sloo
ten de meest goedkoope en ideale weide-
afsluiting, die men zich denken kan,
ook al breekt er wel eens een bijzonder
dom exemplaar van onzen veestapel een
poot of verliest het er zelfs wel het
leven. In die deelen zal men geen be
hoefte hebben aan een electrisch gela
den afrastering, maar in de minder wa
terrijke streken van ons land kan een
electrische afrastering van groot nut
zijn, mits deze zonder onderbreking be
trouwbaar functionneert. Immers met
een electrische afrastering zonder
stroom zou voor het vee en zijn eige
naars en exploitanten het hek van den
dam of liever van de wei zijn.
Hedenmorgen omstreeks vijf uur is in zijn
woning aan den Lingenskamp te Laren op 80-
jarigen leeftijd overleden de bekende literator
en schrijver Frank van der Goes, een der twaalf
mannen, die de S. D. A. P. hebben opgericht.
In Februari is hij bij zijn tachtigsten ver
jaardag door een grooten kring van vrienden
gehuldigd.
Frank van der Goes, afstammeling van een
adellijke Zeeuwsche familie, werd 13 Februari
1859 geboren te Amsterdam, waar hij de vijf
jarige H.B.S. bezocht en reeds in die jaren als
leerling van den bekenden dr. W. Doorenbos in
contact kwam met de groep jonge letterkun
digen, die in 1885 de kem zouden vormen van
de nieuwe literaire beweging rondom het tijd
schrift „De Nieuwe Gids", tot welks oprichters
Van der Goes behoorde en van welks eerste
redactie hij deel uitmaakte. De jeugdige dich
ter Jacques Perk was klasgenoot en boezem
vriend uit die dagen.
De belangstelling van Van der Goes was even
wel, zooals ook uit zijn medewerking aan „De
Nieuwe Gids" bleek, niet uitsluitend litterair,
doch algemeen cultuur-historisch en politiek.
Terwijl hij werkzaam was in het assurantie-
bedrijf te Amsterdam, werkte hij o.a. als tooneei-
criticus mede aan „De Amsterdammer" en
toonde hij actieve belangstelling voor de opko
mende socialistische arbeidersbeweging die toen
maals geheel onder invloed en leiding stond van
Domela Nieuwenhuis, onder wiens invloed de be
weging steeds meer in anarchistische richting
werd gedreven. Van der Goes was een der eer
sten- in ons land, die belangstelling toonde voor
het marxisme als wetenschap en het van be
teekenis achtte, de anarchistische invloeden te
bestrijden door te trachten, aan de actie der
arbeiderskasse een theoretischen grondslag, ge
baseerd op het marxisme, te geven. Dit leidde
tot een feilen strijd tegen Domela Nieuwenhuis
en de zijnen en tenslotte tot een splitsing die tot
gevolg had, dat in 1897 de Soc. Dem. Arbeiders
Partij werd opgericht, als welker geestelijke
vader Van der Goes veelal wordt beschouwd.
Tegelijkertijd bleef hij ook actief op litterair
en artistiek gebied.
In de S. D. A. P. bleef hij altijd een prin
cipieel marxistisch standpunt innemen, en na de
afscheiding van de Tribunegroep in 1909 werd
hij mede-redacteur van „Het Weekblad", het
minderheidsorgaan in de partij. Van 1912 tot'.
1925 was hij chef-buitenland van „Het Volk",
waarin hij dagelijks zijn buitenlandsche
politieke overzichten schreef. Toen hij in Hil
versum woonde, was hij van 1909 tot 1914 lid
van den Hilversumschen gemeenteraad, de
eenige openbare politieke functie, welke hij ooit
wilde aanvaarden.
Toen in 1932 te Haarlem de linkervleugel der
S. D. A. P. de partij verliet, bevond hij zich
eveneens aan de zijde der oppositie en werd
hij mede-oprichter der inmiddels weer opgeheven
Onafhankelijk Socialistische Partij.
Van zijn vele publicaties is vooral bekend
zijn vertaling van drie deelen van Marx'
„Kapital".
De teraardebestelling van het stoffelijk over
schot geschiedt Donderdag om half drie op de
algemeene begraafplaats te Blqricum.
Vermoedelijk door het achteloos wegwerpen
van brandend rookgerei heeft Zondagmiddag
om vier uur bij Beekbergen een bosch- en hei
debrand gewoed, welke gestuit werd door de Ve-
luwsche boschbrandweer, geholpen door mili
tairen uit den Harskap en Apeldoorn.
Een heideveld van 50 H.A. werd door het vuur
geteisterd. Een klein gedeelte was met jong
dennenbosch 'beplant, dat eveneens in vlammen
opging.
Zondagavond om half acht brak een felle
brand uit in de nabijheid van het militaire
pioniersterrein op de Leusderheide te Amers
foort.
Brandweer en militairen, die in allerijl met
vrachtauto's uit Soesterberg waren aangerukt,
wisten de vlammen vrij spoedig te dooven. Een
aanzienlijke oppervlakte heide met laag struik
gewas werd door het vuur vernield.
De bosch- en heidebranden in het Oosten van
Noord-Brabant groeien tot een ontstellend aan
tal. Zondagmiddag om ongeveer half vier brak
onder de gemeente Bakel brand uit in een
complex boschterrein in de nabijheid van den
weg HelmondBakel. De Helmondsche brand
weer werd gerequireerd, terwijl uit Bakel een
aantal militairen te hulp werden geroepen. Het
vuur had intusschen een grooten omvang aange
nomen; enkele zomerhuisjes liepen ernstig ge
vaar. Om ongeveer half zes was de brand be
dwongen. Circa tien H.A. hoog opgaand den
nenbosch, toebehoorende aan particulieren te
Helmond, is in vlammen opgegaan.
In de afgeloopen veertien dagen is alleen al
in het oosten van Noord-Brabant evenveel bosch-
en heidegrond door brand verwoest als in 1938
in het geheele land.
(Van onzen Romeinschen correspondent)
De onderteekening van de politieke en mili
taire alliantie tusschen Italië en Duitschland
deed ons, nadat wij reeds eerder min of meer
uitvoerig de redenen onderzocht hadden, welke
Italië tot het sluiten der alliantie bewogen kon
den hebben, geen gegevens aan de hand, welke
noopten tot eenigen commentaar of dezen ook
maar wenschelijk maakten. De bepalingen,
waarin de alliantie gegoten werd, spraken voor
zich zelf; de eenige vraag, welke men zich stel
len kon, luidde: bestaan er naast de gepubli
ceerde bepalingen misschien nog geheime? Wan
neer men echter op deze vraag een antwoord
trachtte te vinden, dan kwam men tot over
wegingen als waaraan wij ons ten deele reeds
bezondigden, ging men n.l. de redenen onder
zoeken, welke Italië tot het sluiten der allian
tie bewogen konden hebben, om zich vervolgens
af te vragen, of de bekende bepalingen der al
liantie met de beweegredenen, welke men de
meest waarschijnlijke bevonden had, klopten.
Uit onze beschouwing resulteerde als zeer wel
mogelijke gang van zaken, dat Italië geen oor
log wilde, derhalve bij Duitschland op matiging
tegenover Polen had aangedrongen en die mati
ging slechts toegezegd had kunnen krijgen te
gen den prijs der alliantie. Maar om nu deze,
ondanks alle redeneeringen toch min of meer
in de lucht zwevende constructie nog als spring
plank te gebruiken bij een poging om de vraag
te beantwoorden, of de Italiaansch-Duitsche
alliantie al dan niet geheime bepalingen kent,
scheen ons de waaghalzerij te ver gedreven. De
tijd, zoo gaven wij te kennen, zou moeten uit
maken in hoeverre die constructie in overeen
stemming was met de werkelijkheid. Het scheen
ons dan ook beter eerst maar eens den tijd aan
het woord te laten.
Ondertusschen is de tijd nu enkele weken
aan het woord geweest en dat is, in acht ge
nomen het dynamische karakter der Duitsche
en Italiaansche politiek, al behoorlijk lang.
Danzig en de Poolsche corridor nu liggen nog
altijd onveranderd als steenen des aanstoots
het Duitsche rechtsgevoel of de Duitsche ex
pansie-drift, al naar men het noemen wil, in
den weg. Natuurlijk bewijst dit niet, dat wij ge
lijk hebben gehad en de Italiaansch-Duitsche
alliantie voor Duitschland o.a. beteekent mati
ging tegenover Polen, maar het weerspreekt dit
niet, hetgeen, zou de situatie nog eenigen tijd
zoo blijven, een bewijs zou kunnen worden.
Het valt den lezer van Italiaansche kranten
overigens op, dat er den laatsten tijd door de
Polen zoo veel Duitschers gemolesteerd werden,
bijna zoo veel als een tijd geleden ten offer
vielen aan den blinden haat der Tsjechen. Dat
stemt tot nadenken. De rede, waarin Hitier het
Duitsch-Poolsche verdrag opzegde, was van dien
aard, dat men de Duitsche houding tegenover
Polen in de weken, die ondertusschen verstre
ken, verrassend blank en beheerscht moet noe
men. De remmende invloed in Italië? Maar die
houding was toch ook weer niet zoo, dat zij
niet ieder oogenblik in een agressieve en offen
sieve had kunnen omslaan. Het vuurtje wordt
brandend gehouden en wel juist fel genoeg om
het in no-time tot een vuur te kunnen stoken.
En veronderstel nu, dat de gematigde houding
van Duitschland tegenover Polen inderdaad op
de crediet-zijde van Italië moet worden ge
schreven, dan blijft het nochtans een groote
vraag, of Italië op den duur zijn remmenden
invloed zal kunnen handhaven. Uit de Itali
aansche pers blijkt zonneklaar, dat Italië op
de vervulling van de Duitsche wenschen betref
fende Danzig en den Poolschen corridor op zich
niets tegen heeft. De Italiaansche pers steunt
die wenschen onvoorwaardelijk. Wanneer Italië
Duitschland niettemin zou remmen, dan zou
dat dus gebeuren, omdat het er niets voor voelt
terwille van Danzig en den Poolschen corridor in
een oorlog te gaan. Doch steunde de Italiaan
sche pers de Duitsche eischen tegenover Polen
aanvankelijk met een beroep te doen bij de Po
len op de Italiaansche vriendschap, welke o.a.
gebleken was uit het pleidooi, door Italië ge
houden, voor een gemeenschappelijke grens
tusschen Polen en Hongarije; trachtte zij aan
vankelijk de Polen tot inschikkelijkheid te be
wegen in den kalmen, overredenden toon van
voor den DAGDIENST VLISSINGEN-HARWICH v.v. der MAATSCHAPPIJ „ZEELAND
De „Koempoelan" der R.K. Verkenners in Wassenaar is Zondag door Z. K. H.
Prins Bernhard bijgewoond. De aankomst van den Prins in padvinder s-
costuum
In een geest van waarlijk voorbeeldige
blijmoedigheid en in een sfeer van kame
raadschappelijke volgzaamheid hebben
Zondag de leidsters en leiders van de
katholieke verkennersbeweging in eigen
kring, tijdens de Koempoelan te Wasse
naar gedemonstreerd, hoe de nieuwe mensch.
zich den geest van het nieuwe Nederland
denkt.
Deze mentaliteit, waarover de hoofdaalmoe
zenier sprak in tegenwoordigheid van den
Koninklijken Commissaris, z. K. H. Prins
Bernhard, omvat de harmonische ontplooiing van
een welmeenenden vriend, sinds eenigen tijd
is dit anders. De toon, welken de Italiaansche
pers thans tegenover Polen aanslaat, nadert
dien, welken men in de Duitsche pers beluis
tert. De vervulling van de Duitsche wenschen
betreffende Danzig en den Poolschen corridor
kan op die manier een kwestie worden, welke
ook het Italiaansche prestige rechtstreeks raakt.
De vraag, of de Italiaansch-Duitsche alliantie
geheime bepalingen kent, met name een gehei
me bepaling betreffende de grenzen van de po
litieke actie tegenover Polen, is daarom zeer be
langrijk. Moet zij ontkennend beantwoord
worden, dan is de vrees niet overdreven, dat de
Italiaansch-Duitsche alliantie, ofschoon Italië
haar misschien aanging juist om zulks te voor
komen, dit land in een oorlog, begonnen om
Duitsche belangen, zal storten. Moet zij echter
bevestigend beantwoord worden, dan kan men
de verandering in toon, welke men in de Itali
aansche pers, waar het plan over Polen gaat,
kan waarnemen, beschouwen als overwogen en
begrensde tactiek. De situatie blijft dan echter
nog gevaarlijk, want de Italiaansch-Duitsche
alliantie versterkte nog eens het reeds aanwe
zige besef, dat het fascistische en nationaal-
socialistische regiem en beider buitenlandsche
politiek met elkaar staan of vallen. Geheime
bepalingen zullen uitgewischt worden, wanneer
het lijfsbehoud, dat alles overstemt, aan het
woord zal komen. En zal dit al niet betrekkelijk
spoedig het geval kunnen zijn, wanneer, zooals
te voorzien valt, Engeland, Frankrijk en Rus
land een driebond zullen sluiten?
In diplomatieke kringen alhier zeide men
ons een dezer dagen zich er over te verwon
deren, dat er, zeker althans in de mentali
teit van de gewone burgers, overal een ont
spanning viel waar te nemen, terwijl door
de blok-vorming, welke in Europa plaats
vond, de situatie zich toch eigenlijk nog
steeds meer toespitste. Men kan niet anders
dan het toegeven: de situatie spitst zich
inderdaad nog steeds toe. Maar de gewone
burgers worden moe van het alsmaar in
spanning zitten en terwijl eenerzijds de si
tuatie zich steeds meer toespitst, wordt het
anderzijds steeds onzinniger om een oorlog
te gaan voeren. Dit schijnt alleen nog maar
mogelijk als wanhoopsdaad.
Men vraagt zich af, of de driebond Engeland,
Frankrijk, Rusland slechts een negatief karak
ter zal dragen, slechts tot behoud zal dienen
van den gevestlgenden toestand, ln welk geval
een oorlog op den duur onvermijdelijk schijnt,
of dat zijn karakter positief zal ztJn, in dien
zin, dat hij, waar hij niet den minsten twijfel
laat omtrent de weerbaarheid dier landen, En
geland en Frankrijk de gelegenheid zal geven
om buiten netelige en vertroebelde prestige
kwesties om tegemoet te komen aan wat rede
lijk en rechtvaardig is in de Italiaansche en
Duitsche aanspraken. De figuur van Chamber
lain doet vertrouwen op het laatste.
de menschelijke persoonlijkheid naar de normen
der katholieke zedenleer. De taak van het spel
van verkennen, van heel deze omvangrijke
jeugdbeweging zij er op gericht die mentali
teit aan te kweeken.
De Koempoelan op Wassenaar heeft dank zij
den velen onderdeelen, spelen, lezingen en deel
neming van voorname gasten een geweldig suc
ces gehad. Meer dan 800 leidsters en leiders,
aalmoezeniers en commissarissen woonden haar
bij. Maar bijzonder vielen op Z. K. H. Prins
Bernhard, die in 't uniform van commissaris en
Z. H. Exc. Mgr. J. P. Huibers, die in zijn wjjd-
plooiend zwart-paars de namiddagbijeenkomst
met hun belangstelling vereerden.
Toen zij met hartelijk gejuich waren inge
haald, vonden zij al spoedig een aangenaam
gezelschap bij het hoofdbestuur der verken
ners en bij de andere afgevaardigden, de dioce
sane commissarissen en diocesane aalmoeze
niers. In een grooten kring van 6 a 7 rijen dik.
schaarden de Voortrekkers zich rond de leidende
figuren en aanhoorden met stille aandacht de
woorden van hoofdcommissaris R. Höppener,
die .sprak over Verkennen en Katholieke Actie.
Om niet te uitvoerig te zijn, stippen we slechts
enkele punten aan uit deze door helderheid en
scherpte uitmuntende rede. Spr. zeide o.m.: Het
spel van verkennen is voor ons in wezen katho
liek, als wij katholieken het spel van verkennen
spelen, 't Is toch zoo, dat de mensch de jon
gen niet te splitsen is in een stuk intellect,
een stuk gevoelsleven, een stuk dit en een stuk
dat. We moeten den jongen als geheel zien en
dit mag ik hier juist wel benadrukken ook de
natuur en de bovennatuur in den jongen is ten
slotte in deze ééne persoonlijkheid die wij
mede trachten te vormen verbonden.
Inderdaad, we voelen er niets voor om een
dosis katholiciteit „er boven op" te plakken,
men zal mij moeten toegeven, dat een dergelijk
„opplakken" irreëel is, dat het niet vormt en
dat het tenslotte het wezen van het beleefde
katholicisme te kort doet. Een katholicisme dat
beleefd wordt is niet er boven op geschept, doch
doordringt de persoonlijkheid tot elke porie, tot
elke vezel.
Spr. ging uitvoerig in op de taak van den
godsdienst bij de vorming van den knaap en
bij het spel van verkennen. De godsdienst komt
in de eerste plaats. Zoo is ook de opvatting ge
weest van Baden Powell en van den Paus, met
name van Pius XI. De godsdienst drukt der
halve het stempel op het spel van verkennen,
en het spel van verkennen bedoelt de godsdien
stige vorming te dienen.
Over het „kweeken van uithuizigheid" iets
dat men vaak tegen de padvinderij hoort op
werpen zeide spr. dat het spel van verken
nen rechtstreeks bedoelt het leeren van vrijen
tijd doelmatig te gebruiken.
Vervolgens sprak dr. M. Vanhaegendoorn,
de verbondscommissaris van de Vlaamsche
Scouts. De kern van zijn met zeer groote be
langstelling gevolgde rede kan men in deze
woorden samenvatten:
De geest van de Goede Daad, van apostolaat
door kameraadschap en hoofdzakelijk het pa
trouilleleiderschap, als bekroning van een ver
kennersloopbaan, helpen den jongen, door het
verkennen gevormd, niet alleen een lichamelijk
en geestelijk sterk individu te worden, doch
vooral een gemeenschapsmensch, die paraat is
voor den dienst van God en vaderland.
Voordat de demonstratie begon kwam er een
oogenblik, dat de vele aanwezigen niet licht
zullen vergeten, n.l. toen de bisschop het
spreekgestoelte beklom.
En als ooit woorden van diepe waardeering
hebben getuigd, dan waren het wel die, welke
Mgr. Huibers sprak. De bisschop roemde den
geest, die heerscht onder onze katholieke ver
kenners, een geest die voorzit aan het streven
naar het hoogste en voornaamste, dat de mensch
kan bereiken. Daarom was Hij zoo blijde, deze
Koempoelan te mogen bijwonen. Maar ook ver
heugde spr. zich erover en hier sprak hu
zeker namens alle katholieke verkenners en vele
anderen dat de Prins door zijn aanwezigheid
blijk gaf in te stemmen met onze opvattingen
en prestaties.
Mgr. gaf, terwijl allen geknield lagen, zijn
bisschoppelijken zegen en vertrok daarna.
Wat we vervolgens hebben bijgewoond en ge
zien heeft ons aangenaam verrast en langen
tjjd onze aandacht geboeid. Daar kwamen lr.
de eerste plaats in den ring, dien men nauwelijks
10 vierkante meter groot mocht noemen, de
leiders van de Gooische groep, die in een
vroolijk stoeipartijtje een rooverspelletje te zien
gaven, waarbij zelfs de Prins er nauwelijks aan j
ontkwam van zijn stoel te worden geloopen. Een
DOMRéMY, 5 Juni. Te Domrémy, het
dorpje in de Maasvallei, waar de maagd van
Orleans in 1412 het levenslicht aanschouwde,
zijn Zondag met grooten luister de Jeanne d'Arc-
feesten gevierd. De kardinaal-aartsbisschop van
Quebec, Mgr. de Villeneuve, die voor de gelegen
heid uit Canada was overgekomen, heeft als
pauselijk legaat de plechtigheden geleid en de
kerk van Domrémy tot nationale basiliek ver
heven.
Een onafgebroken stroom van auto's en fiet
sen trok reeds in den vroegen Zondagmorgen
naar 't dorp waar te weerskanten van de versier
de basiliek eeretribunes waren opgericht voor de
vele autoriteiten, die de plechtigheden kwamen
bijwonen. Toen de kardinaal-legaat arriveerde,
waren de tribunes gevuld met geestelijken, tal
van afgevaardigden en hooge officieren. O.a. zag
men de generaals Weygand en Gouraux, alsmede
den Canadeeschen gezant.
Kardinaal de Villeneuve werd op het plein
voor de kerk begroet door den Franschen minis
ter voor Pensioenen en Oudstrijders, Champétier
de Ribes, die, na den kardinaal begroet te heb
ben, een toespraak hield waarin hij de redding
van Frankrijk door een herderinnetje het groot
ste wonder in de geschiedenis van dit land noem
de. De geschiedenis der Maagd van Orleans be
wijst dat de Franschen alles vermogen, als zij één
weten te zijn.
Na deze begroeting schreed de kardinaal,
voorafgegaan door de geestelijkheid onder de
vlaggen van alle departementen van Frankrijk,
naar de basiliek. HU nam plaats op den troon,
die voor den ingang was opgericht, waarna de
Pauselijke breve werd voorgelezen, waarmede de
aartsbisschop van Quebec tot legatus a latere be
noemd werd. In deze breve prijst de H. Vader
het katholieke geloof en de godsvrucht van het
Fransche volk.
Nadat Mgr. Marmottin een welkomstwoord
had gesproken, verklaarde de kardinaal: „We
derom is Frankrijk het voorwerp van de bijzon
dere hoogachting, die de Pausen van Rome steeds
getoond hebben voor deze roemvolle natie, die
aan de kerk zooveel heiligen heeft gegeven. Mijn
tegenwoordigheid hier is niets anders dan een
symbool van de persoonlijke genegenheid, die
Paus Pius XII Frankrijk, de oudste dochter der
Kerk, toedraagt".
,De kardinaal droeg vervolgens aan het altaar,
dat voor de kerk was opgericht, de pontificale
H. Mis op, tijdens welke mis tal van duiven
werden opgelaten. Aan het einde van den
plechtigen dienst hield de kardinaal een lange
rede, waarin hij het leven van Jeanne d'Arc
behandelde. De aartsbisschop had tot tekst ge'
kozen: „Wie is zij, die daar uitziet als de dage
raad, schoon gelijk de maan, zuiver als de zon,
schrikkelijk als een leger in slagorde ge
schaard?"
De kardinaal beschreef eerst de jeugd van de
heilige. Na er op gewezen te hebben, welke over
winningen Frankrijk onder Jeanne d'Arc be
haalde, zeide mgr. de Villeneuve: „Doch de
menschen aanvaarden liever den strijd op het
slagveld dan den strijd tegen zichzelf en hun
qndeufgden. Men heeft Jeanne wel gevolgd bij
de gevechtene maar men gaf geen gehoor aan
hetgeen de hemel eiséhte om in den strijd een
definitieve overwinning te behalen".
Ook wees de prelaat op de vreugde, die deze
feesten den H. Vader bereiden moeten, „want
de Pausen waren er steeds van overtuigd, dat
Frankrijk werd uitverkoren om op bijzondere
wijze Christus' koninkrijk te zijn".
Aan het eind van zijn toespraak prees de kar
dinaal de religieuze opleving van Frankrijk. De
kardinaal sprak den wensch uit. dat eens „ge
heel Frankrijk zich wederom achter de heilig®
Jeanne moge scharen."
Na de plechtigheid maakte de kardinaal een
tocht door het dorp, waar hij met een waren
bloemenregen ontvangen werd. Duizenden men
schen uit de omgeving stonden langs de straten
opgesteld en juichten den pauseltjken legaat
geestdriftig toe.
estafette van twee groepen, op een vlak van
misschien drie vierkante meter, werd zoo dave
rend enthousiast ontvangen, dat de heele horde
in een wilde yell losbarstte.
Eindhovensche akeela's gooiden het over een
anderen boeg: die kwamen met 'n zangnummer,
dat den titel droeg: „Eïne landliche Konzert-
probe", een niet onbekende muzikale grap van
F. v. Suppé. Ook hier lachsalvo's en tenslotte
een dwaze yell, zoo uit de rimboe.
De groote demonstraties op een ander stuk
van het landgoed van Filmstad, dat de heer
Loet C. Barnstijn, die met zijn familie den
geheelen dag aanwezig was, beschikbaar had
gesteld, hebben tenslotte den klap op den vuur
pijl gegeven.
Op een oogenblik dat niemand erop verdacht
was, kwamen plotseling de verkenners met de
diepe troms, de hoornblazers en de vlaggedra'
gers uit het donkere bosch te voorschijn en de
fileerden vóór den Prins, de commissarissen en
gasten. En nauwelijks waren zij voorbij of op
een enkel signaal renden uit hetzelfde bosch
wej 500 verkenners naar voren: bijna een uur
hadden zij zich daar als een sluippatrouille in
het diepste stilzwijgen schuil gehouden, om oP
dit alarm te voorschijn te springen. Ze vlogen
naar palen, touwen, fietsen, links en rechts ih
een ommezien zag men stellages verrijzen, vu
ren rooken, tentdoeken wapperen. Over den
grooten vijver werd een enorme glijbaan ge
maakt, hoog in de lucht, en in het water dreef
na eenige oogenblikken een formidabel vlot, dat
twintig menschen zou kunnen vervoeren. 'Men
had zich nog nauwelijks kunnen afvragen wat hier
gebeuren zou of daar reden op fietsen de
nood-brancards, daar zweefden over het water
de geïmproviseerde zieken, daar werden groepen
van den eenen oever naar den anderen ge
bracht, daar bakten de verkenners, daar stond
de eerepoort met het opschrift „Jongensstad"
recht overeind tusschen masten met vlaggen.
Alle aanwezigen hadden plezier in hetgeen
daar zoo vlot gebeurde, maar het meest had
dat wel de Prins, die zich niet kon weerhouden
naar den waterkant te loopen en onverwacht zelf
op het vlot te stappen. Onder groot gejuich voer
hij op en neer, zelf aan den kop het tou^
trekkend, waarmede de beide oevers verbonden
waren.
Maar dat was nog niet alles.
Onverwacht schoten de aanwezige leidsters en
leiders, die zich intusschen weer rustig naaf
hun plaatsen hadden begeven, vooruit en storm'
den juichend voor een rally naar de eeretribune.
Met de hoeden op de stokken hieven toen allen
het „Wilhelmus" aan, een waardig slot en een
enthousiast einde van deze demonstratie.
De Prins heeft daarna nog met de overig®
autoriteiten de vlaggenparadq afgenomen W
een anderen hoek der terreinen en zich vervol'
gens met den hoofdcommissaris, den heer A-
Oosterlee, in zijn Zeppelin-Maybach naar Soest'
dijk begeven.
Een plechtig Lof in de openlucht opgedragen
door den hoofdaalmoezenier Dr. A. C. Ramse-
laar, vórmde het slot van dezen dag.