Londen wil geen omsingeling
van Berlijn
Groeiende onrust in Tsjechië
„België voert een politiek van
onafhankelijkheid"
Bureaux voor redactie en administratie:
Koning George op
het Witte Huis
Het
nieuws van'
heden
HALIFAX SPREEKT IN%
HET HOOGERHUIS
STAAT VAN BELEG TE
KLADNO
KLARE UITEENZETTING
VAN PIERLOT
DE BAROMETER
Mits de onafhankelijkheid der naties erkend wordt, is
Engeland bereid het vraagstuk der economische
levensruimte onder de oogen te zien
VEREENIGDE KATHOLIEKE PERS
NASSAULAAN 51 - TEL. 13866 - GIRO 22884
Abonnementsprijs (bij vooruitbetaling) voor
Haarlem 25 cent per week; per kwartaal
'3.25. Bij onze Agenten 27H ct. per week,
per kwartaal f 3.58
DAGBLAD MET OCHTEND- EN AVOND-EDITIE, UITGEGEVEN DOOR DE N.V. DRUKKERIJ DE SPAARNESTAD, HAARLEM
VRIJDAG 9 JUNI 1939 - OCHTENDBLAD
DRIE EN ZESTIGSTE JAARGANG No. 21827
Uitstekend verloop der onderhan
delingen met Turkijede be
zwaren der Sovjet-Unie
De geestesgesteldheid
van den Duitscher
Londen, 8 Juni. Tijdens de debat-
De onderhandelingen
met Turkije
Rusland en de Oostzee-staten
Geen strijd met Berlijn
beoogd
De Tsjechische staatspolitie ont
wapend; burgemeester en ge
meenteraad afgezet
Heeft Chvalkovsky met
aftreden gedreigd?
Het Weer iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii!|
ff VOOR HET GEHEELE LAND:
De ontmoeting tusschen Roosevelt
en den Koning was als van
twee oude vrienden
Washington één en al
enthousiasme
Zal men de Thetis nog
kunnen lichten?
BRAND EISCHT ZES
MENSCHENLEVENS
Wij zullen slechts de wapenen op
nemen bij een aanval, die recht
streeks onze levensbelangen
bedreigt
De betrekkingen met
Nederland
Echter geen militair verbond
De Italiaansche
duikbooten
De rol van de marine bij den
oorlog in Spanje
(WSW'N
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Advertentieprijzen: Per lossen regel 30 ctIngez.
mededeelingen 50 cent; idem op pag één 65 cent
per regel. Bij contract sterk verlaagde prijzen Voor
de kleine annonces „Omroepers" zie de rubriek
15
ten over de Britsche buitenlandsche
PoliÜiek in het Engelsche Hooger-
^uis, heeft Lord Halifax een uitvoe
rige uiteenzettinggegeven van de
Vele en menigvuldige vraagstukken,
"Le het Foreign Office thans onder
oogen heeft te zien en die de rich-
''hg van de Britsche politiek bepalen.
*h verband niet de vele moeilijkheden in
'e' Verre Oosten zeide Halifax, dat de toe-
8tand aldaar aan de Britsche regeering ern-
sti8e zorg baarde. Daar zich verscheidene in
enten hadden voorgedaan, deed de regee-
rMg haar best ervoor te zorgen, dat de belan-
van Britsche onderdanen geëerbiedigd
en dat de verdragsbepalingen, die door
'et optreden der Japanners in meer dan een
j-Bticht in het geding waren gebracht, nage-
°hien werden, voorzoover de regeering hier-
V°or kon zorgen.
•Wij zulen," aldus Halifax, „in samenwer-
'lik
'8 met andere mogendheden, al het moge-
;e doen om deze politiek voort te zetten."
^tet betrekking tot Polen verklaarde Halifax
hopen, dat binnenkort een permanent ac-
9rd zou worden gesloten.
Wat Roemenië en Griekenland betreft,
^'Icle Halifax, dat de Britsche verzekeringen
®ar den vorm eenzijdig waren en op het
^8'enblik geen nadere omschrijving behoef-
het
Deze verzekeringen zouden, evenals in
geval van Polen, in werking treden, in-
bp--* er sprake mocht zijn van een duidelijke
Preiiging van de onafhankelijkheid van
g^menië of Griekenland van dien aard, dat
onderscheidene regeeringen het een levens-
a.nS zouden achten, zich met hun nationale
Idkrachten hiertegen te verzetten.
Ten aanzien van Turkije zeide Halifax,
het eerste stadium der onderhande
len, hetwelk op 12 Mei met succes werd
Afgesloten, en het verdere overleg, waar-
te de regeeringsverklaring van toen voor-
AAg. thans actief vervolgd worden.
Halifax hoopte binnen zeer korten tijd
kunnen mededeelen, dat de onderhan
delingen met succes zijn bekroond (toe
juichingen).
houding van vriendschappelijke samen
ging, die de Turksche regeering bij deze
herhandelingen steeds aan den dag had
e8d, hadden de Britsche regeering en het
^heeie land aanleiding tot groote tevreden-
gegeven. Halifax achtte dit een goed
n voor de consolidatie van den vrede in
v, Middellandsche Zeegebied en in Zuidoost-
hropa.
gp^aIifax besprak vervolgens de onderhandelin
gen, met de Sovjet-Unie. Na erop gewezen te
n' ciat de Russische volkscommissaris van
etl'andsche Zaken in een openbaar com-
tei] r °P de jongste Britsch-Fransche voor-
te^ Rh toegegeven heeft, dat deze in hoofdzaak
Oe teoet komen aan hetgeen zijn regeering voor
geest zweeft, vervolgde Halifax:
"®r zijn nog één of twee moeilijkheden op
'ossen, waarvan de voornaamste is de
'>0s>tie van de Oostzeestaten. Gedurende al
Pz<! besprekingen heeft de Britsche regeering
h'h laten leiden door den wensch, niet al-
0,1 rekening te houden met de omstandig-
j cden van de landen, waarmede zij onder
bedelde, doch ook met de positie en wen-
'chcn van andere landen."
hebben, zoo vervolgde Halifax, er nooit
gevoeld en zouden het ook niet juist vin-
verzekeringen op te dringen aan landen,
niet wenschen, of stappen te nemen, die
k hen anderen kant de betrekkingen zouden
telen - - v
ij. schaden van die landen, welke slechts
h e'gen neutraliteit ongeschonden wenschen
°hden. Tegelijkertijd moet echter worden
v.t':nh, dat de Sovjetregeering, uit een oogpunt
biijvhaar eigen veiligheid, niet onverschillig kan
bii,. 6n tegenover de onafhankelijkheid harer
geen verschil van meening tusschen de drie re
geeringen bestaat, op te lossen.
De minister wees op de hartelijke betrekkin
gen met Portugal en ging vervolgens over tot
bespreking van den toestand in het algemeen.
Bovenal, zeide hij, moeten wij ons ervan be
wust zijn, van welk een zeer groot belang het
is, al het mogelijke te doen om het standpunt
van andere naties te begrijpen en aan deze het
onze te doen begrijpen. De Britsche politiek
schijnt ons open en duidelijk toe, doch wellicht
is het niet moeilijk, zich voor te stellen, hoe
anders zij aan vele intellectueelen in Duitsch-
land kan toeschijnen. Er moeten velen zijn,
die niet minder dan wij geschokt zijn door de
behandeling der Joden en die inzien dat, wat
Duitschland ook gevoeld mag hebben omtrent
de betrekkingen tusschen Duitschland en
Tsjecho-Slowakije, zooals het na München was
overgebleven, het onverstandig en onjuist was,
dit vraagstuk op te lossen door de vernietiging
van de Tsjechische onafhankelijkheid.
Van hier is het voor den patriottischen
Duitscher geen groote stap, de hem naarstig
ingeprente leerstelling te aanvaarden, dat de
Britsche politiek bestaat uit het blokkeeren
van alle Duitsche aspiraties, zoowel op politiek
en economisch, als op rasgebied. Er schuilt een
werkelijk gevaarlijk element in den tegenwoor-
digen toestand, namelijk dat het Duitsche volk
gaat overhellen naar de conclusie, dat Enge
land ieder verlangen om tot een goede ver
standhouding te komen, heeft laten varen en
dat van nieuwe pogingen, als zijnde hopeloos,
moet worden afgezien.
Het Britsche volk heeft voortdurend er
naar gestreefd, en zou nog steeds gaarne
wenschen, als het mogelijk is, tot een over
eenstemming met Duitschland te geraken,
die niet slechts bestaat uit een regeling-
van bijzondere kwesties, doch waardoor
tevens de betrekkingen tusschen de beide
landen op een hechte basis van wederzijdsch
vertrouwen worden geplaatst.
Het was, zoo zeide Halifax, volkomen onver
mijdelijk, dat de gebeurtenissen sedert 1933 de
ontwikkeling van de vriendschappelijke betrek-
Ringen tusschen Engeland en Duitschland ern
stig gestoord hebben. Spr. herinnerde aan de
bezetting van Tsjecho-Slowakije en vervolgde:
Velen scheeii het geen onwezenlijke vrees,
zich af te vragen of men niet stond tegenover
een eersten stap om te trachten, Europa door
geweld te overheerschen, en welke den indruk
wekte, dat men stond op den drempel van toe
standen, waarbij elk land zou kunnen denken,
cat zijn onafhankelijkheid bedreigd zou kun
nen worden.
Er is geen tragischer of rampzaliger vergis
sing dan te denken dat, omdat het Britsche en
het Fransche volk duldzaam zijn en geneigd,
geschillen door onderhandeling en geven en
nemen te regelen, zij minder vastberaden zijn
dan andere volken. Ook dient het duidelijk te
zijn, dat het volk van dit land niet minder be
reid en vastbesloten is dan zijn vrienden aan
de overzijde van het Kanaal, iedere bijdrage te
leveren, die noodzakelijk is om zijn levenswij
ze in stand te houden en zijn positie in de we
reld te verdedigen. Als het inderdaad waar is,
dat in geen land de leiders het duistere voor
nemen koesteren, regelingen op te leggen on
der den druk van overweldigende machtsmid
delen, dan zal geen onzer verplichtingen ooit
in werking treden.
(Zie vervolg op pag. 2)
y
De Duitsche minister van Binnenlandsche Zaken, dr. Frick, vertoeft voor bespre
kingen in Boedapest. De minister (midden) op de Duitsche legatie
PRAAG, 8 Juni (DNB). De rijks
protector in Bohemen en Moravië,
Von Neurath, maakt bekend:
,,In den nacht van 7 op 8 Juni 1939
is voor het Realgymnasium in Kladno
de hoofdwachtmeester der Duitsche
politie, Wilhelm Kniest, het slacht
offer geworden van een sluipmoord.
De daders zijn niet gegrepen. De rijks
protector heeft daarop bevel gegeven
tot de volgende, onmiddellijk van
kracht wordende maatregelen voor
het politiedistrict Kladno, welke
maatregelen tot nader order van
kracht blijven:
1Verbod van alle samenscholingen
in de open lucht.
2. Sluiting van alle bioscopen,
schouwburgen en openbare lokalen.
3. Sluiting van alle scholen wegens
opruiend optreden van een groot
deel van het onderwijzend personeel.
4. Van acht uur des avonds tot vijf
uur des morgens moeten huisdeuren
en vensters gesloten gehouden wor
den. Op openstaande vensters wordt
geschoten.
5. De burgemeester en de stedelijke
vertegenwoordiging van Kladno wor
den afgezet.
6. Er wordt een regeeringscommis-
saris aangesteld.
7. De bevoegde Tsjechische staats
politie wordt wegens het niet vervul
len van haar dienstplicht ontwapend
en geschorst.
Mochten de daders voor 9 Juni des
avonds om 8 uur niet gegrepen zijn,
dat zullen verdere maatregelen wor
den genomen.
Staatssecretaris Frank en de opperbevelheb
ber der Duitsche politietroepen, generaal
Kamps, hebben zich hedenmorgen naar
Kladno begeven. De Tsjechische staatspolitie
is hedenavond om zes uur op het marktplein
in Kladno ontwapend.
De Neuer Tag schrijft in verband met den
moord op den noofdwachtmeester der Duit
sche politie, Kniest, o.a.: De sluipmoord van
Kladno toont welke gevolgen bij de Tsjechi
sche bevolking de door bepaalde elementen
gevoerde opruiing tegen het Duitsche rijk en
zijn vertegenwoordigers heeft. De door den
rijksprotector bevolen maatregelen moeten
derhalve met het oog op den ernst en op de
begeleidende omstandigheden van de daad
slechts als gerechtvaardigd beschouwd worden.
De Daily Telegraph and Morning Post
meldt uit Berlijn, dat de laatste dagen op
het ministerie van Buitenlandsche Zaken
te Berlijn besprekingen zijn gehouden tus
schen den Tsjechischen vertegenwoordiger
te Berlijn, Chvalkovsky, en vooraanstaande
Duitsche ambtenaren met betrekking tot
den toestand te Praag.
De betrekkingen tusschen de Tsjechen en de
Duitsche autoriteiten worden dagelijks meer
gespannen en de instructies van de Duitsche
rijksautoriteiten worden herhaaldelijk gene
geerd.
Het wordt waarschijnlijk geacht, dat
Chvalkovsky binnenkort naar Praag zal ver
trekken om den toestand te bespreken met
baron von Neurath, den rijksprotector voor
Bohemen en Moravië.
In politieke kringen te Berlijn doet het
gerucht de ronde, dat Chvalkovsky gedreigd
heeft af te treden.
Aan geruchten, dat baron von Neurath In
een onderhoud met Hitier er ook over zou heb
ben gesproken te willen aftreden, wordt ovei
het algemeen geen geloof gehecht.
De correspondent van de „Times" te Praag
maakt eveneens melding van animositeit in
Bohemen en Moravië. Een van de grootste grie
ven van de Tsjechen is, dat alle Tsjechische
steden met een duidelijke Duitsche minderheid
door Duitsche commissarissen worden beheerd.
Politieke waarnemers te Praag vergelijken de
huidige spanning met die. welke heerschte
enkele weken vóór de bezetting van Praag en
schrijven haar voornamelijk toe aan de Sphinx-
achtige houding van Berlijn. Deze Sphinx heeft
echter twee hoofden; het eene glimlacht wel
willend, hoewel op een afstand, en het andere
draagt een dreigende uitdrukking.
Iets koeler, gedeeltelijk bewolkt, droog
weer, matige tijdelijk krachtige N.O. tot
N.W. wind.
i
WASHINGTON, 8 Juni. (Reuter). Koning
George VI en Koningin Elisabeth zijn te
gen het middaguur aan Unionstation te
Washington aangekomen, waar zij werden
verwelkomd door den president der Ver.
Staten en mevrouw Roosevelt. Van het sta
tion reden zij in pleehtigen stoet, overal
luide toegejuicht, naar het Witte Huis,
waar een dichte menigte hen stormachtig
begroette. Het weer is fraai en de tempe
ratuur bedraagt ongeveer 90 gr. F.
Geheel Washington ademde een sfeer
van ongekend enthousiasme.
De ontvangstkamer van den president op
Unionstation was met 'n weelde van bloemen
versierd.
Reeds vroeg in den ochtend hadden man
schappen van land- en zeemacht het station
bezet. Straatvegers in nieuwe witte uniformen
maakten den weg schoon. Het zakenleven stond
geheel stil. Tal van inrichtingen waren geslo
ten.
De omroeper, die een ooggetuigeverslag van
de aankomst op Unionstation gaf, sprak van
een ontmoeting als van tusschen twee oude
vrienden. De president glimlachte hartelijk,
toen hij de hand van den Koning in de zijne
hield. Ambassadeur Lindsay stelde mevrouw
Roosevelt voor aan de Koningin.
LONDEN, 8 Juni (.Reuter). In antwoord op
de vraag van Lord Strabolgi of hij de in de
bladen verschenen berichten, dat de redding
van de duikboot Thetis zou zijn opgegeven, zou
kunnen tegenspreken, heeft Lord Stanhope ge
zegd, dat hij die verklaring kon tegenspreken,
aangezien daarvoor voor het oogenblik geen
enkele grond bestaat.
Niettemin ziet men, volgens Havas, te Lonaen
ernstig de mogelijkheid onder het oog, dat men
de „Thetis" niet zal kunnen vlotbrengen. Men
vestigt er de aandacht op, dat kapitein Oram
en de andere overlevenden voldoende in staat
zijn om alle technische bijzonderheden te ge
ven over de omstandigheden van de schipbreuk
De bij de lichtingswerkzaamheden ontmoette
moeilijkheden zijn zoodanig, dat men nog niet
weet of het mogelijk zal zijn de duikboot weer
vlot. te brengen.
Men houdt er voldoende rekening mee, dat
het lichten van de boot eenige maanden zal
kunnen duren.
ST. BRIEUC, 8 Juni. (Havas). Bij een brand
in een drukkerij te Chateaudren zijn elf perso
nen door uitstroomende gassen bedwelmd. Zes
hunner zijn overleden. De toestand der overige
vijf is ernstig.
Ik
«°op, dat wij de middelen zullen vinden om
ten Moeilijkheden en Vele andere, die zich kun-
•Wteordoen bij de aanpassing van de alge-
9 beginselen. waarom*'""1'"
BRUSSEL, 8 Juni (Belga). Bij de be
handeling van de Belgische bcgrooting van
Buitenlandsche Zaken in de Kamer heeft
minister-president en minister van Bui
minister-president Pierlot een rede ge
houden, waarin hij duidelijk de buiten
landsche politiek van België, die niet een
neutraliteitspolitiek, doch een politiek
van onafhankelijkheid is, uiieenzette.
België, dat bezield is met den vasten wil,
den vrede te bewaren, aldus Pierlot, is vast
besloten slechts de wapens op te nemen bij
een aanval, die rechtstreeks zijn levensbelan
gen bedreigt. Wij zijn vastbesloten, al onze
grenzen zonder uitzondering en zonder voor
behoud te verdedigen, zoowel in Europa als
in Afrika. Wij willen niet, dat men voor moei
lijkheden, die gerezen zijn tusschen twee
vreemde mogendheden, in welken hoek van
Europa ook, een beroep kan doen op onze
medewerking, door zich te beroepen op juri
dische verplichtingen, die in strijd met onzen
wil zouden zijn.
De garanties welke ons gegeven zijn door
Frankrijk, Engeland en Duitschland, houden
geen wederkeerigheid in. Wij hebben geen po
litieke of militaire bondgenootschappen en
geen andere contractueele verplichtingen op
dit gebied, dan die welke op ons rusten als
lid van den Volkenbond. Wat artikel 16 van
het Volkenbondspact betreft, kan niet betwist
worden, dat ieder lid van den Volkenbond in
elk bepaald geval zelf kan beslissen, of door
gang door zijn grondgebied al of niet moet
worden verleend.
Kan onze onafhankelijkheidspolitiek een
oorlog al of niet vermijden? vroeg Pierlot. Da
minister zou dit niet durven zeggen, doch het
was hem naar hij zeide voldoende, dat zij deze
mogelijkheid inhield en een kans bood, die
hij niet aarzelde een waarschijnlijkheid te
noemen. Het zou, aldus Pierlot, een dwaas
heid zijn, ervan af te stappen.
De minister besprak vervolgens de betrek
kingen met Nederland en ging hierbij uit van
de vrees, die de openbare meening sedei t
eenigen tijd koestert voor een mogelijken in
val in Nederland. Indachtig aan de overeen
komst tusschen de gevaren en belangen, zeide
Pierlot, zouden sommige onzer medeburgers
gaarne hebben gezien, dat wij een militair
verbond met onze Noorderburen sloten, in
dier voege, dat, zoo één der beide landen
wordt aangevallen, het andere te hulp zou
moeten komen. Ook zou men willen, dat de
regeering verklaarde, dat zij in een dergelijk
geval doortocht over Belgisch grondgebied
zou verleenen aan buitenlandsche troepen, die
dezen doortocht zouden verlangen om Neder
land hulp te bieden.
Deze voorstellen worden niet alleen inge
geven door de zorg voor het belang van
België.
De geestelijke vaders ervan worden ook
geleid door de groote sympathie, die be
staat tusschen de beide volken, welke
geschapen zijn om elkaar te begiijpen en
die door een groote gemeenschap van
aspiraties, zoowel als door de vriendschap,
die hun dynastieën verbindt, steeds meer
tot samenwerking neigen.
Ik ken de kracht dezer gevoelens. De re
geering deelt ze. Hun levendigheid is eenige
dagen geleden op indrukwekkende wijze ge
bleken ter gelegenheid van het bezoek van
H. M. de Koningin der Nederlanden. Wij
wenschen dat in de zoo gunstige omstandig
heden, welke aldus geschapen zijn, steeds
naar een gelegenheid tot toenadering tusschen
Nederland en België gezocht wordt en dat de
beide zusternaties steeds meer bijdragen tot
de werken van den vrede: op economisch ge
bied, op dat der cultureele betrekkingen, bij
de verdediging van de juridische en moreeJe
beginselen, waaraan zii ter> zeerste verknocht
zijn cn in eliminatie waarvan uit de inter
nationale betrekkingen zij niet zouden kun
nen berusten.
Wat een militair verbond aangaat,
antwoord ik in de eerste plaats dat
er, om het te sluiten, twee partijen
noodig zijn en bij deze gelegenheid
herinner ik aan de verklaringen, die
de heer Patijn in Februari j.l. heeft
afgelegd.
De houding van de regeering van
Nederland is verstandig en zij wordt
ingegeven door dezelfde zorgen als
die welke ons bezig houden. Laten
wij ons ook hier ervan weerhouden,
vooruit te loopen op de toekomst en,
wellicht onnoodig, de kansen om in
een conflict te worden betrokken, te
vergrooten.
En wat betreft den doortocht van hulplegers
door België, laten wij ons ervoor wachten,
enze verlangens voor werkelijkheden te hou
den en ons door willekeurige veronderstel
lingen te laten meesleepen op een weg, waar
van wfj slechts gevaren kunnen verwachten,
zonder eenig nuttig tegenwicht, noch voor
ons, noch voor onze buren.
Na nog verklaard te hebben, dat België met
al zijn buren correcte en vreedzame betrek
kingen wil onderhouden, besloot Pierlot met
erop te wijzen van hoe groot belang een goede
voorbereiding van het leger voor de onafhan-
keliikheidspolitiek is.
Bij de debatten van het Britsche Hoo-
gerhuis sprak Lord Halifax over de
Britsche politiek.
Pierlot gaf in de Belgische Kamer een
uiteenzetting over de buitenlandsche
politiek-
Koning George VI en Koningin Elisabeth
op het Witte Huis te Washington aan
gekomen.
Het verzet tegen Berlijn in het protec
toraat Bohemen en Moravië is sterk
groeiende.
Memorie van Antwoord aan de Tweede
Kamer over de wetsontwerpen betref
fende het onder de wapenen blijven
van dienstplichtigen.
Gelden aangevraagd in verband met de
uitvoering van de Electriciteitswet.
Invoerrecht op zinkwit en met zink be
reide witte verfstoffen nog steeds nood
zakelijk.
Commissie van advies bij den Rijks
dienst tot bestrijding der werkloosheid
samengesteld.
Tijdelijke voorziening in verband met
de nieuwe tariefwet wordt overwogen.
Kinderen van vluchtelingen worden
binnenkort in gezinnen ondergebracht.
Twee arbeiderswoningen te Almeloo in
de asch gelegd.
Beurs van New York: Stemming lus
teloos; slot lui met meerendeels kleine
nadeelige verschillen.
Waardeer toch!
De menschen hebben naar het zon
nige, warme zomerweer verlangd. On
danks alle booze weervoorspellingen
hebben we het ook nog deze week vol
op gekregen. En.... de menschen
mopperen mopperen over die ver
schrikkelijke hitte. Het is moeilijk 't
ieder naar den zin te maken! Maar 't
is eigenaardig te constateeren, hoe
weinig menschen voluit genieten kun
nen van hetgeen hun aan goeds deel
achtig wordt. Er is altijd een „maar"
bij. Er is altijd iets op aan te merken.
Maar al te weinigen vermogen het
goede te aanvaarden en er met groote
dankbare overgave van te genieten,
volop, voluit als van een genade Gods.
Laat ons toch afwennen het mooie,
goede en waardeerbare altijd te ver
kleinen door onze kleinzieligheid en
net ons geschonkene te verzuren met
de gal van onze grimmigheid. We
moeten het goede wetente genieten
zonder af te geven op de onvolkomen
heden en kleinere onpleizierigheden.
We moeten de vreugde in alles zoeken
voor ons zelf en voor anderen.
ROME, 8 Juni. Het Italiaansche militaire
tijdschrift „Forze Armate" publiceert een arti
kel over de rol van de Italiaansche marine
in den Spaanschen oorlog. In vier maanden
lijds in het einde van 1936 en begin 1937 wer
den 100.000 manschappen, 4300 vrachtauto's.
40.000 ton materieel en 750 stukken geschut
naar Spanje overgebracht. Hiervoor waren 52
koopvaardijschepen en 30 oorlogsschepen noo
dig.
Verder wordt gewezen op het beslissend op
treden van de Italiaansche onderzeeërs in
dienst van Franco in de Middellandsche Zee
met het doel het verkeer van de „rooden" lam
ce leggen.
Deze onderzeeërs hebben verscheidene sche
pen tot zinken gebracht. Behalve de onder
zeeërs hebben lichte eenheden van de Italiaan
sche marine deelgenomen aan de actie voor
de Spaansche kust.
Stand op Vrijdag 1 uur v.m.: 765.8
Vorige stand: 765.4