niet aangenaam Hartje y y y Het vredeswerk van Paus Pius XII Vrouw vermoord te Brunssum BEVEROL n/j/ftr.i. De Katholieke Actie in Italië Lucht Verdediqinqs Fonds HELPT onze onafhankelijkheid HANDHAVEN Het Vaticaan heeft reeds goede resultaten bereikt WOENSDAG 14 JUNI 1939 Bakhuys op de transfert-iyst VAN MIJNHARDT Ds. C. A. Lingbeek overleden Oud-lid van de Tweede Kamer De Zomerpostzegels Handelsoverleg met Duitschland Gevaarlijk spel met een revolver EEN NIEUWE „BATAVIER" IN GEBRUIK in - - af tui De tweede verdachte vrijgesproken VREEMDELINGENVERKEER IN DEN HAAG STATISTIEKEN VAN LOON EN ARBEIDSDUUR DE „SUMATRA" NAAR ENGELAND Het rapport van de Kamercommis sie, dat het beleid van den minis- ter van Justitie inzake de tegen de ssche marechaussee-brigade genomen aatregelen als overhaast en niet door e feiten gerechtvaardigd afkeurt, wordt °°r Minister Goseling niet aangenaam ^enoemd. Het is ook niet aangenaam oor (jen betrokken minister, evenmin s het ook niet aangenaam kan zijn o°r de raadgevers van den minister, op t ler compas hij bij dit beleid heeft moe- en varen. Maar dit rapport is evenmin ahgenaam voor de door het grootste eel (jer niet-katholieke pers van natio- aal-socialistisch zwart tot communis- sch rood toe als een soort van natio- ale helden verheerlijkte marechaussees, dat het constateert, dat deze militaire °ütie-mannen bij hun opsporingsarbeid dten hebben begaan, en evenmin is het dgenaam voor de verantwoordelijke |dg van dit wapen, waar gebrek aan leid; ^'ding van en toezicht op den arbeid der ahschappen wordt geconstateerd. Voor e Kamercommissie zelf is het weer niet ^■agenaam, dat de liberale prof. de hes heeft verklaard, dat zij haar fi ^je te buiten is gegaan en zich op het ead der enquête heeft begeven, terwijl een constitutioneel „Verboden Toe- hg" bij dat pad stond. Voor vrijwel e bij deze affaire betrokken instanties eft zich dus op eenigerlei wijze iets aangenaams voorgedaan, terwijl bijna ei1 dier instanties ontkomt aan het rWijt, dat zij hier of daar fouten heeft blaakt. Waar de zaken zoo staan, vra- oeh Wij ons in gemoede af of het niet erhaast en ongerechtvaardigd zou zijn, dien slechts één dier instanties, met aRie de minister, uit de veelzijdige on- aiigenaamheden en de gemaakte fou- h de uiterste consequentie zou moeten e«ken, gelijk door sommige bladen °rdt „bevolen" en „geëischt". De Ka- v ercommissie zelf heeft uitdrukkelijk erklaard, er volstrekt van overtuigd te Jh, dat de minister volkomen te goe- r trouw heeft gehandeld met geen dere bedoeling dan het bevorderen h Wat hij beschouwde als een juiste "Oefening van de opsporingstaak der tr ie. Een dergelijk brevet van goede °dw valt moeilijk uit te reiken aan de ^organen, die de Ossche affaire met j. dtielijke politieke bijbedoelingen heb- opgeblazen tot een „cause celèbre" thans als bloeddorstige roodhuiden 'ischen om den ministerieelen scalp 2. Exc. Goseling. Het allerfraaiste echter, dat in het „Volk" minister van Is Peeling de verantwoordelijkheid wordt Seschoven voor de politieke onrust en Maandenlange hetze in de pers en de -ti-katholieke stemming in het land - ar aanleiding van het gebeurde te Oss. b deze manier zou men met evenveel ^cht aan iemand, bij wien ingebroken rdt, de verantwoordelijkheid voor die sdaad kunnen aanwrijven op grond van ibk dat hij door iets te bezitten de braak heeft uitgelokt. Zulke redenee- Sen deden tot voor kort slechts opgeld ^autoritaire staten, die kleine staten, ^6 7,ii nnn krvnrlpn wpri.Qr'Vit.pn ir> to Bal: hé; ;e zij aan konden, wenschten in te °ien, maar moeten nu zulke redenee- San hier te lande óók gebezigd gaan door persorganen, die de valsch- 0 lcI van zulk een redeneering bij de ver- iyerihg van Oostenrijk, Tsjecho-Slowa- k. en Albanië ten scherpste hebben hekeld? w anneer straks de Kamer zich in meerderheid met het rapport e van de Kamercommissie zou ver- v bigen, zal dat opnieuw onaangenaam minister Goseling zijn. Hoe zwaar onaangenaamheid voor hem zal Sen en welke consequenties hij daar- (jjb eventueel zal verbinden, is een zaak, rj. hem zelf aangaat, zooals ook het b r hem in de Ossche affaire gevoerde hi ,eid alleen voor zijn verantwoordelijk- h komt. Men tracht het tendentieus 6fl v°or te stellen, alsof de katholieken ve geheele R. K. Staatspartij en haar ^genwoordigers in de Kamers zich dit beleid hebben vereenzelvigd, ar deze voorstelling is even onge- br^ sd en onjuist als de hier- gesignaleerde onzinnige redenee- Ve.°' katholieken hebben zich juist ®t en met kracht geprotesteerd tegen q ^ijze, waarop verschillende bladen de tje,cile affaire tegen hen en hun poli ep Wilden uitspelen en poogden er bit ahti-katholieken rel van te maken. Verzet en dit protest vonden juist hun 8ic5tvaardigen grond in het feit, dat zij k niet wilden laten vereenzelvigen tjj de houding van den minister, die 0^ als katholiek, maar als minister 0 ®r eigen verantwoordelijkheid han- gr.j e m een zuiver departementale aan- te„esehheid. Zij kwamen slechts op tip 11 de vuige verdachtmaking als zou gp^biinister uit politieke bijbedoelingen 66jiaan hebben, wat hij heeft gedaan, tw Verdachtmaking, welke ook de Ka- Coinmissie van de hand heeft gewe- 2óó staan de zaken en niet anders. Hij verlaat „Metz" (icq 6 oud-internationaal Bep Bakhuys, die tppj dat hij uit Nederland vertrokken is Uitmaakt van de bekende Fransche prof- bu p. C. Metz, is op de transfert-lijst ge- ^tr.u Volgens den correspondent van 1'Auto te en de pijn zakt onmiddellijk wegl Hartjes zijn onfeilbaar bij pijnen van allerlei aard en helpen uit stekend bij verkoudheid en griep. Door de hartvorm gemakkelijker in te nemen dan de ronde ouweltjes. Bij apothekers en drogisten, koker 12 st. 50 ct. doosje6 st. 30 ct t|6 J' ls het zeer waarschijnlijk, dat Bakhuys Aderen van „Metz" gaat verlaten. In den afgeloopen nacht is in zijn woning te Voorthuizen plotseling overleden ds. C. A. Ling- beek, emeritus-predikant en oud-lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Ds. Lingbeek is 5 Fe bruari 1867 geboren en studeerde theologie aan de Stedelijke Universi teit te Amsterdam. In 1893 werd hij candidaat in Noord-Brabant, om 11 Maart 1894 te Voort huizen het predikambt te aanvaarden. Na in verschillende plaatsen werkzaam te zijn ge weest, vertrok hij in 1919 naar Reitsum. Hier bleef hij tot 1925, toen de Herv. (Ger.) Staats partij, aan welks oprichting ds. Lingbeek een actief aandeel had genomen, hem als haar eersten afgevaardigde naar de Tweede Kamer zond. Ds. Lingbeek was gedurende zijn Eerste- Kamer-periode ook lid van de Prov. Staten van Zuid-Holland en van den gemeenteraad van 's-Gravenhage. In 1931 stelde hij zich niet meer herkiesbaar en nam een beroep aan naar de Ned. Herv. ge meente van Urk, waar hij 10 Januari 1932 zijn intrede deed. Bij de Kamerverkiezingen van 1933 was ds. Lingbeek opnieuw lijstaanvoerder en nam hij weer zitting op het Binnenhof. In 1937 keerde hij na de verkiezingen van dat jaar niet meer in de Kamer terug. Sinds dien tijd was hij woonachtig te Voorthuizen. Besprekingen over de betalings contingenten Te 's-Gravenhage worden de gewone kwartaalbesprekingen gevoerd tusschen een Duitsche en een Nederlandsche delegatie over de betalingscontingenten voor den ex port naar Duitschland in het komende kwartaal. Een steun voor cultureele werkers Namens het Comité voor de Zomerpost zegels schrijt de heer Bart Peizel, voorzitter der Vereeniging „Sint Lucas", ons het volgende: Sedert eenigen tijd zijn de nieuwe postzegels weer in omloop, die bekendheid hebben gekregen onder den naam Zomerpostzegels. De over waarde, voor de zegels geïnd, zal ten goede komen aan sociale en cultureele doeleinden. Het groote publiek weet, wat met sociale doel einden wordt bedoeld, maar met de cultureele is men minder op de hoogte, men staat wat vreemd tegenover de cultureele werkers. We tenschap en kunst worden aanvaard als iets, dat vanzelf spreekt en slechts enkele namen van groote kunstenaars zijn aan het groote publiek bekend. Dikwijls is beweerd, dat kunst slechts voor enkelen zou zijn. Het is niet juist, kunst is voor het geheele volk en dat geheele volK wordt opgeroepen, iets te doen voor de kun stenaars, omdat dit dringend noodig is. Door hun scheppingen hebben de beeldende kunstenaars er in hooge mate aan medege werkt, dat ons volk een belangrijke plaats in neemt onder de cultuurstaten. En deze kun stenaars zijn misschien wel het meest getrof fen door de crisis. Voor hen, die werkloos wor den, wordt gezorgd; een kunstenaar kan echter nimmer werkloos worden, ten eerste omdat hij niet in loondienst is, ten tweede omdat zijn scheppingsdrang hem dwingt tot werken. Hij gaat steeds voort met scheppen van kunstwer ken, en even gul als altijd laat hij een ieder van zijn kunst genieten, niettegenstaande de verkoop van kunstwerken tot een minimum is geslonken. Het Nederlandsche volk heeft een groote schuld af te losen aan zijn kunstenaars, om dat zijn voorvaderen reeds zoozeer in gebreke zijn gebleven. Wanneer alleen wordt gewezen op enkele der grootsten, op mannen, die thans nog de trots van ons vaderland zijn, moet dit reeds boekdoelen spreken. Rembrandt leefde in het laatste deel van zijn leven in armoedige omstandigheden en zijn vele financieele moeilijkheden denkt al leen slechts aan het faillissement, dat hem van al zijn kunstschatten beroofde hebben er aan meegewerkt dat hij te vroeg stierf. Wij mogen kunstenaars niet verwijten, dat ze geen econo men zijn, want wij verwijten economen ook niet, dat ze geen kunstenaars zijn. Frans Hals werd zeer oud en hij was zeer lang een arm, oud man, die slechts zóó veel werd geholpen door liefdadige handen, dat hij op de marge van een bestaansmogelijkheid leefde. Meindert Hobbema, een der grootste landschapsschilders die de we reld heeft gekend, moest, toen hij een gezin wilde stichten, in Amsterdam een baantje aan nemen bij de belastingen, waardoor hij niet meer kon schilderen. Tienduizenden anderen hadden het baantje kunnen vervullen, maar wie geeft ons de kunstwerken, die Hobbema ons geschonken zou hebben, als hij had kunnen blijven schilderen? En wat moet deze schilder geestelijk geleden hebben! Hoeveel Nederlanders hebben later schatten aan de werken van deze kunstenaars verdiend en hoe weinig is daarvan terecht gekomen bij de kunstenaars van toen en van den tegen- woordigen tijd! Ook de tegenwoordig levende beeldende kun stenaars doen veel voor de gemeenschap en onder hen zijn velen, die in stilte hun groote moeilijkheden dragen. Moge hier worden medegedeeld, dat het Zijne Excellentie, den Minister van Onderwijs, Kun sten en Wetenschappen mogelijk was, uit de middelen, ontstaan uit den verkoop der Zomer postzegels, een vrij groot bedrag af te zonderen voor den aankoop van kunstwerken van Neder landsche kunstenaars, werken die een plaats zullen vinden in opehbare gebouwen, en voor opdrachten aan beeldende kunstenaars. Allen, die zomerpostzegels hebben gekocht, werkten dus niet alleen mee aan de leniging van allerlei sociale nooden, maar ook maakten zij het mo gelijk, dat vele kunstenaars op een waardige wijze worden geholpen, hun werk voort te zetten. Moge dit een aansporing zijn, de zomer postzegels zoo veel mogelijk voor het postver keer te gebruiken. Mr. P. J. Oud, burgemeester van Rotterdam heeft een bezoek gebracht aan de Nederlandsche Ford-Automobiel-Fabriek te Amsterdam, waar hij werd rondgeleid door den directeur Onvoorzichtige soldaat tot een maand veroordeeld Voor den krijgsraad te Den Bosch heeft Dins dag terecht gestaan de negentienjarige soldaat J. Sch. uit Arnhem, die zich had te verant woorden over het feit, dat het aan zijn schuld te wijten was, dat 11 April van dit jaar te Lent de soldaat A. J. Hasbroek is overleden, doordat beklaagde hoogst roekeloos en onverantwoorde lijk al stoeiende het pistool, waarmede hij was gewapend en op wacht was, met den loop naar voren gedrukt heeft tegen het lichaam van dien soldaat en vervolgens aan den trekker van dat pistool heeft getrokken, zonder zich te ver gewissen of de veiligheidspal op rust stond en of zich een scherpe patroon in de kamer be vond, tengevolge van welke roekelooze hande ling een schot afging en die scldaat aan den buik zoodanig werd verwond, dat hij is over leden. Bekl. gaf het ten laste gelegde toe, doch meende, dat het wapen was afgegaan, zonder dat hij aan den trekker had getrokken. Als getuige-deskundige werd gehoord adju dant J. Faber te 's-Hertogenbosch, die ver klaarde dat het wapen zeer deugdelijk is en dat het niet mogelijk is, dat het afgaat, zonder dat er aan den trekker wordt getrokken. De auditeur-militair vond als eenigé verzach tende omstandigheid het feit aanwezig, dat ook het slachtoffer spelenderwijze zijn revolver ge trokken had. Hij achtte zich verplicht een ern stige straf te vragen en eischte twee maanden gevangenisstraf. Verdediger mr. Peeters te Eind hoven pleitte clementie. De Krijgsraad veroordeelde beklaagde tot een maand gevangenisstraf. Wordt begunstiger van het LUCHTVERDEDIGINGSFONDS. Kort voordat het middaguur had geslagen is W. H. Muller en Co. N.V., de exploitante van de bekende Batavierlijn RotterdamLonden, Dinsdagmorgen een nieuwe „Batavier" rijker geworden. Toen de president-commissaris van de maatschappij, de heer Walrave Boissevain, op de Noordzee de vlag van de reederij hoog in de mast heesch en de vlag van de werf „De Noord" omlaag ging, gluurde een warm en vriendelijk zonnetje door een smalle opening, die juist op dit zoo gewichtige moment tus schen de grijze wolkenmassa was te zien. De vele gasten, die voor dezen officieelen Geeft een jaarlijksche bij drage op giro 320.000 van het Luchtverdedigingsfonds, t. n. v. d. Vereen, v. Nat. Veiligheid, den Haag, of schrijft aan het Centr. Prop. Comité, Heerengracht 78, Amsterdam. Wij vragen duizenden be gunstigers proeftocht waren uitgenoodigd en die zich aan boord bevonden, waren verrukt over de inrich ting van deze nieuwe „Batavier", het vlagge- schip van een oude, bekende H)n. Doch terwijl dit nieuwe schip zoo trotsch en fier den Waterweg afvoer en vervolgens de wilde golven der Noordzee doorkliefde, lag aan de kade te Rotterdam een vaartuig met den zelfden naam: Batavier 3. Meer dan veertig jaar een respectabele leeftijd voor een schip heeft deze „Batavier 3" tusschen Rotterdam en Londen gevaren en duizenden passagiers heeft zij in dien tijd vervoerd. De directies van de werf en van de Batavier- lijn uitten aan de welverzorgde lunch aan boord woorden van dank jegens elkaar, de eene voor de opdracht tot den bouw en de andere voor de voortreffelijke uitvoering van den bouw. Enkele gasten voegden aan deze hartelijke toe spraken gelukwenschen toe. Om half vijf was de „Batavier 3", die nog deze week den dienst zal beginnen, in Rotter dam terug. De nieuwe Batavier, het stoomschip „Bata vier 3", dat zijn naamgenoot vervangt op een der oudste stoomvaartlijnen onder Nederland sche vlag, is zonder twijfel een stap vooruit in de lange reeks van ontwikkelingen op scheeps- bouwgebied. De directie droeg de voorstudie en het omt werpen op aan het bouwbureau van ir. E. van Dieren te Rotterdam. De lengte van het schip, dat 2687 br. t. meet, bedraagt 80.60 meter, breedte 13.30 meter, holte 7.30 meter, diepgang 4.85 meter. In totaal zijn er 2 luxe-hutten, 43 eerste klasse en 21 tweede klasse hutten. De inrichting en de betimmering doen zeer modern aan. Schilder in hooger beroep tot 15 jaar gevangenisstraf veroordeeld Het gerechtshof te 's Hertogenbosch heeft heden arrest gewezen in de strafzaak tegen den schilder W. van E. en tegen Maria Hendrika D., huisvrouw van Van der W., beiden wonende te Brunssum, die op 31 Mei in hooger beroep terecht hebben gestaan, verdacht van het feit, dat zij op 12 November van het vorige jaar te Brunssum, tezamen en in vereeniging Maria Schumans, echtgenoote van H. Maassen, opzet telijk van het leven hebben beroofd. Dit is ge schied door eerst de vrouw met bijlsiagen te verwonden en haar daarna met een touw. waar in zich een schuifstrik bevond, te wurgen. Voorts stonden beiden in hooger beroep te recht, als verdacht van het feit, dat zij, na den moord, het lijk van de vrouw in een zak hebben gestopt en het in een kuil, gegraven in den tuin van verdachte, hebben geborgen. De rechtbank te Maastricht heeft de vrouw van den ten laste gelegden moord vrijgespro ken, doch haar tot zes maanden gevangenisstraf veroordeeld wegens het verbergen van het lijk. De schilder W. van E. was veroordeeld tot twintig jaar gevangenisstraf wegens moord en wegens het verbergen van het lijk. 31 Mei j.l. heeft de advocaat-generaal van het Bossche Hof, mr. H. W. Massink, in hooger beroep tegen beide verdachten dezelfde straffen geëischt. Het hof heeft thans den schilder Van E. van de ten lastelegging van moord vrijge sproken, doch hem wegens doodslag en wegens het verbergen van het lijk veroor deeld tot vijftien jaar gevangenisstraf met aftrek van het geheele voorarrest. De vrouw werd van het ten lastegelegde vrijgesproken. De verdachte Van E. deelde mede, van cas satie af te zien. (Van een bijzonderen correspondent) Zonder twijfel vormt zich in deze dagen in 't geheim archief van de Staatssecretarie van het Vaticaan een dossier onder de benaming „Vre- desbemoeiingen in 1939". Over vijftig of nog meer jaren zal het den een of anderen geleerde gegeven zijn dit dossier voor zijn publicaties of studies te raadplegen en dan pas zal men de draagkracht leeren kennen van het groote vre deswerk, dat Pius XII sedert een maand on dernomen heeft en in deze dagen nog steeds voortzet. Voor tijdgenooten echter, die dit vredeswerk door middel van spaarzame krantenberichten trachten te volgen, is het moeilijk zich een voorstelling te maken van den idealen durf, waarmede onze nieuwe Paus met waarlijk bo- venmenschelijken moed zich opgeworpen heeft als een ware Vredesvorst in onze benarde da gen. Om eenig inzicht te hebben in dit Pauselijk werk, is het noodig nog even de tegenstrijdige berichten van de laatste weken aangaande deze bemoeiingen in het geheugen terug te roepen. In het begin van Mei verscheen het bericht, dat Mgr. Orsenigo, de pauselijke nuntius te Eerlijn, per vliegtuig naar Berchtesgaden was vertrokken, voor een belangrijk onderhoud met Rijkskanselier Hitier. Onmiddellijk hierop kwamen de verschillende persbureaux met gissingen omtrent den aard van dit bezoek. Op 3 Mei seinde onze Romeinsche correspon dent de juiste toedracht van deze zaak: De H. Stoel polst verschillende staten, om te zien in hoeverre de H. Vader, als politiek onpartijdig persoon in het algemeen zou knunen bemidde len in alle hangende of nog te rijzen geschillen tusschen de mogendheden. In de News Chronicle verscheen hierop een bericht, dat de H. Stoel het initiatief zou heb ben genomen tot een conferentie van de vijf belanghebbende staten: Engeland, Frankrijk, Polen, Italië en Duitschland. Deze, voor een ieder die eenigszins op de hoogte is met de diplomatie van het Vaticaan, onwaarschijnlijke berichten werden door een reeks andere al even onwaarschijnlijke berichten gevolgd. Al deze berichten over het pauselijk vredes initiatief werden door onzen correspondent te Rome tot hun juiste proporties teruggebracht dooj nogmaals te herhalen, dat het Vaticaan zich met het oog op de bedreiging van den vrede tot de verschillende regeeringen had ge wend om hen te polsen omtrent hun inzicht in de mogelijkheden, op vreedzame wijze verschil lende controversen in Europa uit den weg te ruimen, Totdat ook het Vaticaan zichzelf genoodzaakt zag deze overdreven berichtgeving tegen te spreken. En met deze tegenspraak vervloog bij velen de gekoesterde hoop op vrede en dacht men reeds dat de Paus, slechts bewapend met moreele wapens, nogmaals te ideëel aan 't werk getogen was. Wil men dit laatste onderzoeken, dan moet men eenige gevolgtrekkingen maken uit de fei ten, die voor ons liggen. Zoo men het bericht van tegenspraak van het Vaticaan zakelijk be schouwt, dan beteekent het niets anders dan dat de Paus de verantwoordelijke staatshoofden heeft willen wijzen op het groote gevaar waarin de Europeesche politieke toestand zich bevond en op de groote en dringende noodzakelijkheid den vrede tusschen de volken te handhaven. Er werd ontkend, dat de Paus Zijn bemiddeling in een Europeesch conflict zou hebben aangeboden, dat Hij een conferentie zou hebben voorgesteld of bereid zou zijn aan zulk een conferentie deel te nemen. Maar de tegenspraak van het Vati caan beduidde niet, dat de Paus Zijn bemoeiin gen niet zou doorzetten en niet zou blijven ijve ren voor de handhaving van den vrede. Men kan zich afvragen, of het tijdstip, waarop Pius XII deze vredesbemoeiingen ondernomen heeft, wel juist gekozen was, daar eenige weken tevoren de asmogendheden het voorstel van den president van de Vereenigde Staten van Amerika hadden afgewezen. Doch de beide vredesvoorstel len dat van het Vaticaan en dat van den Amerikaanschen president kunnen niet met elkander vergeleken, noch naast elkander ge plaatst worden, daar aan de bemoeiingen van Pius XII geen enkel materieel voordeel verbon den was. Daarbij kennen wij de reden niet, waarom de Paus juist in de eerste dagen van Mei zijn vredesactie begonnen is. Ook hier kan men slechts veronderstellingen maken. En het is zeer goed mogelijk, dat een minister van een vreemde mogendheid, die de voornaam ste staten van Europa afgereisd had, bjj zijn be zoek in het Vaticaan den meer dan kritieken toestand van Europa aan den Paus bekend ge maakt heeft. Zoo kan men dan wellicht ook ver klaren, waarom de minister van Financiën van deze zelfde mogendheid eenige weken later door den Paus en den Kardinaal-Staatssecretaris in een langdurige audiëntie ontvangen is, terwijl het toch niet tot de gewoonte van den Paus behoort aan ministers van Financiën langdurige audiënties te verleenen. Bij het bestudeeren van de berichtgeving over het vredeswerk van den Paus behoort men ook eenige meeningen recht te zetten, die onverant woordelijke bladen bij vele van hun lezers in gang hebben trachten te doen vinden. Zoodra men vernam, dat de Pauselijke Nuntius te Ber lijn een bezoek aan Hitier gebracht had, schreeuwde men reeds: „de Paus onderwerpt zich aan Hitier". En toen men de eigenlijke reden van het bezoek vernam, hulde men zich in een beschamend stilzwijgen. Maar weldra had men een tweede beschuldiging tegen het Vati caan gevonden, n.l.: „de Paus wil Polen ver raden, om een schoon voetje bij Hitier te ver krijgen". Dit kon men in de eerste dagen van Mei in de communistische pers lezen. Hoe leu genachtig deze aantijging is, kan men onmiddel lijk inzien, als men bedenkt, dat de Kerk toch nimmer een Katholieke volksgroep als de Pool- sche eenzelfden lijdensweg zou willen opleggen als de Duitsche katholieken reeds hebben afge legd. Deze aantijging is ook zeer dom, want het Vaticaan zal niet licht een nieuw Concordaat met het Derde Rijk aangaan, zonder daadwer kelijke en overtuigende bewijzen in handen te hebben, dat het nieuwe Concordaat waarlijk een Concordaat zal zijn. Wie de diplomatieke bedrijvigheid van de Pau selijke Staatssecretarie gedurende de maand Mei nauwlettend gevolgd heeft, kan op teekenen wijzen, die ons de overtuiging geven, dat de Paus met Zijn bemoeiingen reeds groote resul taten bereikt heeft. Men kent de scherpe verhouding der Itali- aansche regeering tegenover het Vaticaan, in zake de Katholieke Actie. Een groep van fas cistische hoofdmannen onder aanvoering van Farinacci heeft langen tijd voor het ideaal ge streden: geen leden der Katholieke Actie in de fascistische vereenigingen en vooral jeugd groepen, met het gevolg, dat vele katholieke jongelingen geen fascist en dus geen Italiaan meer zouden zijn. Aan dezen latenten strijd is een einde gekomen nu Pius XII de leiding der Katholieke Actie heeft toevertrouwd aan een commissie van drie Kardinalen, die aan het hoofd van een Italiaansch bisdom staan, nl. aan de Kardinalen-Aartsbisschoppen van Palermo, Genua en Venetië. Door deze reorgani satie heeft Pius XII daadwerkelijk willen too- nen, dat Katholieke Actie beteekent katholiek, geestelijk leven zonder den minsten zweem van streven naar politieke doeleinden. Een dezer laatste dagen heeft de Paus in een langdurige audiëntie den Italiaansehen minister van On derwijs, Z. Exc. Bottai, ontvangen, waarna de minister nog een uur lang bij den Kardinaal Staatssecretaris vertoefd heeft. Eenige dagen na deze audiëntie is de commissie der drie Kar dinalen voor de Katholieke Actie in het Va ticaan bijeen geweest. Op deze bijeenkomst volgde een verklaring in de Osservatore Ro mano, waarin men vernam, dat de Italiaansche regeering artikel 43 van het Verdrag van La- teranen trouw zal nakomen, alsmede de over eenkomst van 1931 betreffende de Katholieke Actie, terwijl men de verzekering geeft dat de leden van de Katholieke Actie het zich als een plicht rekenen goede staatsburgers te zijn. Ook wat Spanje betreft zijn er teekenen, die wijzen op groote toenadering tot het Vaticaan. Wij wijzen hierbij slechts op de herhaaldelijk door Franco gegeven verzekeringen en op de verklaring door minister Serrano Suner af gelegd na zijn bezoek aan het Vaticaan, dat een Spanje zonder katholicisme niet denk baar is. In Rome is het ook geen geheim, dat een Fransche ordesgeestelijke, die geen onbekende voor Mussolini is, naar Frankrijk is afgereisd met bepaalde instructies. En als de Paus dan zelf in zijn sublieme toe spraak, op 2 Juni j.l. op Zijn naamfeest aan het H. College van de Kardinalen kon zeggen, dat Hem de weg was opengelaten tot nieuwe bemoeiingen en nieuwen ijver, dan moet men God danken, dat Hij aan zijn Kerk een Opper herder gegeven heeft, die van zijn wapenspreuk: .Vrede door gerechtigheid" een levenstaak maakt. Nu minder buitenlanders komen, krijgen Nederlanders meer faciliteiten Gaat het vreemdelingenverkeer in Den Haag goed? Men kan die vraag op verschillende ma nieren beantwoorden en daardoor tot verschil lende resultaten komen. Zooals het seizoen er thans uit ziet zullen waarschijnlijk veel minder Amerikanen ons land en ook vele andere landen in Europa bezoeken. Wat het aantal Duitschers betreft, hun ver te- ruggeloopen aantal zal vermoedelijk dit jaar nog met 20 procent achteruit gaan. Een reden dus tot ontevredenheid. Maar niemand zal er aan denken met de groote moeite, die de V.V.V. Den Haag zich getroost om de vreemdelingen naar de Residentie te trekken, eenige schuld aan dezen achteruitgang aan interne toestanden te wijten. Vandaar dan ook dat alle krachten op het binnenlandsch verkeer worden geconcentreerd. En met succes. In de eerste vijf maanden van dit jaar verstrekte de V.V.V. Den Haag reeds twee en een half maal zooveel inlichtingen als het jaar tevoren. Daarmede niet tevreden orga niseerde zij een speciale zomercampagne, dit in samenwerking met de Ned. Spoorwegen. Zoo zullen van heden af aan de stations in Neder land ruim 20 K.M. buiten Den Haag gelegen, voor een gering bedrag couponkaarten worden uitgereikt en afgestempeld, welke gedurende 11 dagen vele reducties schenken bij een bezoek aan Den Haag, o. m. op een verblijf in de hotels. Dit is een eerste stap in de richting, welke het buitenland reeds lang volgt en welke men in Nederland nog steeds hardnekkig' weigerde in te slaan. Wetsontwerp tot goedkeuring van een ontwerp-verdrag Ingediend is bij de Tweede Kamer een ont werp van wet, houdende goedkeuring van het ontwerp-verdrag betreffende de statistieken van loon en arbeidsduur in de voornaamste takken van het mijnbedrijf en de andere in dustrieën, met inbegrip van het bouwbedrijf, het uitvoeren van water-, spoorweg- en wegen bouwkundige Verken en in den landbouw (Ge neve 1938). Het wil den ministers van Sociale Zaken, van Buitenlandsche Zaken, van Economische Zaken en van Koloniën, voorkomen, dat Nederland tot dit ontwerp-verdrag, dat tot een aanmer kelijke verbetering van de internationale ver gelijkbaarheid der loon- en arbeidsduur-statis- tieken zal leiden, behoort toe te treden. Voor het overgroote deel zijn de Nederlandsche sta tistieken op dit gebied reeds ingericht volgens de regelen, in het ontwerp-verdrag neergelegd. Eenige wettelijke voorziening ter aanpassing van de Nederlandsche wetgeving aan de be palingen van- het verdrag is niet noodig. De ministers meenen, dat een voorstel gedaan kan worden tot goedkeuring van de toetreding tot het onderhavige ontwerp-verdrag. Te zijner tijd zal een nadere beslissing ge nomen worden ten aanzien van de toepassing van het ontwerp-verdrag op Nederlandsch- Indië, Suriname en Curacao. Gezien echter de plaatselijke omstandigheden in bedoelde ge- biedsdeelen, laat het zich aanzien, dat de rege ling van het ontwerp-verdrag aldaar niet of slechts met aanmerkelijke wijzigingen toegepast zal kunnen worden. Maandag 19 Juni zal Hr. Ms. Kruiser „Su matra", onder bevel van den kapitein ter zee C. H. Brouwer, van Den Helder vertrekken voor een reis naar Engeland. De kruiser komt Don derdag 22 Juni te Oban aan. Het verdere reis plan is als volgt samengesteld: Vertrek Oban Maandag 26 Juni. Aankomst Edinburgh Donderdag 29 Juni. Vertrek Edinburgh Maandag 3 Juli. De „Sumatra" wordt Dinsdag 4 Juli in de Nederlandsche wateren terug verwacht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 9