niet aangenaam
Hartje
y
y
y
Het vredeswerk van Paus
Pius XII
Vrouw vermoord
te Brunssum
BEVEROL n/j/ftr.i.
De Katholieke Actie in
Italië
Lucht Verdediqinqs Fonds
HELPT onze
onafhankelijkheid
HANDHAVEN
Het Vaticaan heeft reeds
goede resultaten bereikt
WOENSDAG 14 JUNI 1939
Bakhuys op de
transfert-iyst
VAN MIJNHARDT
Ds. C. A. Lingbeek
overleden
Oud-lid van de Tweede Kamer
De Zomerpostzegels
Handelsoverleg met
Duitschland
Gevaarlijk spel met
een revolver
EEN NIEUWE „BATAVIER"
IN GEBRUIK
in
- - af tui
De tweede verdachte
vrijgesproken
VREEMDELINGENVERKEER
IN DEN HAAG
STATISTIEKEN VAN LOON
EN ARBEIDSDUUR
DE
„SUMATRA" NAAR
ENGELAND
Het rapport van de Kamercommis
sie, dat het beleid van den minis-
ter van Justitie inzake de tegen de
ssche marechaussee-brigade genomen
aatregelen als overhaast en niet door
e feiten gerechtvaardigd afkeurt, wordt
°°r Minister Goseling niet aangenaam
^enoemd. Het is ook niet aangenaam
oor (jen betrokken minister, evenmin
s het ook niet aangenaam kan zijn
o°r de raadgevers van den minister, op
t ler compas hij bij dit beleid heeft moe-
en varen. Maar dit rapport is evenmin
ahgenaam voor de door het grootste
eel (jer niet-katholieke pers van natio-
aal-socialistisch zwart tot communis-
sch rood toe als een soort van natio-
ale helden verheerlijkte marechaussees,
dat het constateert, dat deze militaire
°ütie-mannen bij hun opsporingsarbeid
dten hebben begaan, en evenmin is het
dgenaam voor de verantwoordelijke
|dg van dit wapen, waar gebrek aan
leid;
^'ding van en toezicht op den arbeid der
ahschappen wordt geconstateerd. Voor
e Kamercommissie zelf is het weer niet
^■agenaam, dat de liberale prof. de
hes heeft verklaard, dat zij haar
fi ^je te buiten is gegaan en zich op het
ead der enquête heeft begeven, terwijl
een constitutioneel „Verboden Toe-
hg" bij dat pad stond. Voor vrijwel
e bij deze affaire betrokken instanties
eft zich dus op eenigerlei wijze iets
aangenaams voorgedaan, terwijl bijna
ei1 dier instanties ontkomt aan het
rWijt, dat zij hier of daar fouten heeft
blaakt. Waar de zaken zoo staan, vra-
oeh Wij ons in gemoede af of het niet
erhaast en ongerechtvaardigd zou zijn,
dien slechts één dier instanties, met
aRie de minister, uit de veelzijdige on-
aiigenaamheden en de gemaakte fou-
h de uiterste consequentie zou moeten
e«ken, gelijk door sommige bladen
°rdt „bevolen" en „geëischt". De Ka-
v ercommissie zelf heeft uitdrukkelijk
erklaard, er volstrekt van overtuigd te
Jh, dat de minister volkomen te goe-
r trouw heeft gehandeld met geen
dere bedoeling dan het bevorderen
h Wat hij beschouwde als een juiste
"Oefening van de opsporingstaak der
tr ie. Een dergelijk brevet van goede
°dw valt moeilijk uit te reiken aan de
^organen, die de Ossche affaire met
j. dtielijke politieke bijbedoelingen heb-
opgeblazen tot een „cause celèbre"
thans als bloeddorstige roodhuiden
'ischen om den ministerieelen scalp
2. Exc. Goseling. Het allerfraaiste
echter, dat in het „Volk" minister
van
Is
Peeling de verantwoordelijkheid wordt
Seschoven voor de politieke onrust en
Maandenlange hetze in de pers en de
-ti-katholieke stemming in het land
- ar aanleiding van het gebeurde te Oss.
b deze manier zou men met evenveel
^cht aan iemand, bij wien ingebroken
rdt, de verantwoordelijkheid voor die
sdaad kunnen aanwrijven op grond van
ibk dat hij door iets te bezitten de
braak heeft uitgelokt. Zulke redenee-
Sen deden tot voor kort slechts opgeld
^autoritaire staten, die kleine staten,
^6 7,ii nnn krvnrlpn wpri.Qr'Vit.pn ir> to
Bal:
hé;
;e zij aan konden, wenschten in te
°ien, maar moeten nu zulke redenee-
San hier te lande óók gebezigd gaan
door persorganen, die de valsch-
0 lcI van zulk een redeneering bij de ver-
iyerihg van Oostenrijk, Tsjecho-Slowa-
k. en Albanië ten scherpste hebben
hekeld?
w
anneer straks de Kamer zich in
meerderheid met het rapport
e van de Kamercommissie zou ver-
v bigen, zal dat opnieuw onaangenaam
minister Goseling zijn. Hoe zwaar
onaangenaamheid voor hem zal
Sen en welke consequenties hij daar-
(jjb eventueel zal verbinden, is een zaak,
rj. hem zelf aangaat, zooals ook het
b r hem in de Ossche affaire gevoerde
hi
,eid alleen voor zijn verantwoordelijk-
h komt. Men tracht het tendentieus
6fl v°or te stellen, alsof de katholieken
ve geheele R. K. Staatspartij en haar
^genwoordigers in de Kamers zich
dit beleid hebben vereenzelvigd,
ar deze voorstelling is even onge-
br^ sd en onjuist als de hier-
gesignaleerde onzinnige redenee-
Ve.°' katholieken hebben zich juist
®t en met kracht geprotesteerd tegen
q ^ijze, waarop verschillende bladen de
tje,cile affaire tegen hen en hun poli
ep Wilden uitspelen en poogden er
bit ahti-katholieken rel van te maken.
Verzet en dit protest vonden juist hun
8ic5tvaardigen grond in het feit, dat zij
k niet wilden laten vereenzelvigen
tjj de houding van den minister, die
0^ als katholiek, maar als minister
0 ®r eigen verantwoordelijkheid han-
gr.j e m een zuiver departementale aan-
te„esehheid. Zij kwamen slechts op
tip 11 de vuige verdachtmaking als zou
gp^biinister uit politieke bijbedoelingen
66jiaan hebben, wat hij heeft gedaan,
tw Verdachtmaking, welke ook de Ka-
Coinmissie van de hand heeft gewe-
2óó staan de zaken en niet anders.
Hij verlaat „Metz"
(icq 6 oud-internationaal Bep Bakhuys, die
tppj dat hij uit Nederland vertrokken is
Uitmaakt van de bekende Fransche prof-
bu p. C. Metz, is op de transfert-lijst ge-
^tr.u Volgens den correspondent van 1'Auto te
en de pijn zakt onmiddellijk wegl
Hartjes zijn onfeilbaar bij pijnen
van allerlei aard en helpen uit
stekend bij verkoudheid en griep.
Door de hartvorm gemakkelijker
in te nemen dan de ronde
ouweltjes.
Bij apothekers en drogisten,
koker 12 st. 50 ct. doosje6 st. 30 ct
t|6 J' ls het zeer waarschijnlijk, dat Bakhuys
Aderen van „Metz" gaat verlaten.
In den afgeloopen nacht is in zijn woning te
Voorthuizen plotseling overleden ds. C. A. Ling-
beek, emeritus-predikant en oud-lid van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Ds. Lingbeek is 5 Fe
bruari 1867 geboren en
studeerde theologie aan
de Stedelijke Universi
teit te Amsterdam. In
1893 werd hij candidaat
in Noord-Brabant, om
11 Maart 1894 te Voort
huizen het predikambt
te aanvaarden. Na in
verschillende plaatsen
werkzaam te zijn ge
weest, vertrok hij in
1919 naar Reitsum. Hier
bleef hij tot 1925, toen de Herv. (Ger.) Staats
partij, aan welks oprichting ds. Lingbeek een
actief aandeel had genomen, hem als haar
eersten afgevaardigde naar de Tweede Kamer
zond. Ds. Lingbeek was gedurende zijn Eerste-
Kamer-periode ook lid van de Prov. Staten van
Zuid-Holland en van den gemeenteraad van
's-Gravenhage.
In 1931 stelde hij zich niet meer herkiesbaar
en nam een beroep aan naar de Ned. Herv. ge
meente van Urk, waar hij 10 Januari 1932 zijn
intrede deed. Bij de Kamerverkiezingen van
1933 was ds. Lingbeek opnieuw lijstaanvoerder
en nam hij weer zitting op het Binnenhof. In
1937 keerde hij na de verkiezingen van dat
jaar niet meer in de Kamer terug. Sinds dien
tijd was hij woonachtig te Voorthuizen.
Besprekingen over de betalings
contingenten
Te 's-Gravenhage worden de gewone
kwartaalbesprekingen gevoerd tusschen een
Duitsche en een Nederlandsche delegatie
over de betalingscontingenten voor den ex
port naar Duitschland in het komende
kwartaal.
Een steun voor cultureele werkers
Namens het Comité voor de Zomerpost
zegels schrijt de heer Bart Peizel, voorzitter der
Vereeniging „Sint Lucas", ons het volgende:
Sedert eenigen tijd zijn de nieuwe postzegels
weer in omloop, die bekendheid hebben gekregen
onder den naam Zomerpostzegels. De over
waarde, voor de zegels geïnd, zal ten goede
komen aan sociale en cultureele doeleinden.
Het groote publiek weet, wat met sociale doel
einden wordt bedoeld, maar met de cultureele
is men minder op de hoogte, men staat wat
vreemd tegenover de cultureele werkers. We
tenschap en kunst worden aanvaard als iets,
dat vanzelf spreekt en slechts enkele namen
van groote kunstenaars zijn aan het groote
publiek bekend.
Dikwijls is beweerd, dat kunst slechts voor
enkelen zou zijn. Het is niet juist, kunst is
voor het geheele volk en dat geheele volK
wordt opgeroepen, iets te doen voor de kun
stenaars, omdat dit dringend noodig is.
Door hun scheppingen hebben de beeldende
kunstenaars er in hooge mate aan medege
werkt, dat ons volk een belangrijke plaats in
neemt onder de cultuurstaten. En deze kun
stenaars zijn misschien wel het meest getrof
fen door de crisis. Voor hen, die werkloos wor
den, wordt gezorgd; een kunstenaar kan echter
nimmer werkloos worden, ten eerste omdat hij
niet in loondienst is, ten tweede omdat zijn
scheppingsdrang hem dwingt tot werken. Hij
gaat steeds voort met scheppen van kunstwer
ken, en even gul als altijd laat hij een ieder
van zijn kunst genieten, niettegenstaande de
verkoop van kunstwerken tot een minimum is
geslonken.
Het Nederlandsche volk heeft een groote
schuld af te losen aan zijn kunstenaars, om
dat zijn voorvaderen reeds zoozeer in gebreke
zijn gebleven. Wanneer alleen wordt gewezen
op enkele der grootsten, op mannen, die thans
nog de trots van ons vaderland zijn, moet dit
reeds boekdoelen spreken.
Rembrandt leefde in het laatste deel van
zijn leven in armoedige omstandigheden en
zijn vele financieele moeilijkheden denkt al
leen slechts aan het faillissement, dat hem van
al zijn kunstschatten beroofde hebben er aan
meegewerkt dat hij te vroeg stierf. Wij mogen
kunstenaars niet verwijten, dat ze geen econo
men zijn, want wij verwijten economen ook niet,
dat ze geen kunstenaars zijn. Frans Hals werd
zeer oud en hij was zeer lang een arm, oud
man, die slechts zóó veel werd geholpen door
liefdadige handen, dat hij op de marge van een
bestaansmogelijkheid leefde. Meindert Hobbema,
een der grootste landschapsschilders die de we
reld heeft gekend, moest, toen hij een gezin
wilde stichten, in Amsterdam een baantje aan
nemen bij de belastingen, waardoor hij niet
meer kon schilderen. Tienduizenden anderen
hadden het baantje kunnen vervullen, maar
wie geeft ons de kunstwerken, die Hobbema
ons geschonken zou hebben, als hij had kunnen
blijven schilderen? En wat moet deze schilder
geestelijk geleden hebben!
Hoeveel Nederlanders hebben later schatten
aan de werken van deze kunstenaars verdiend
en hoe weinig is daarvan terecht gekomen bij
de kunstenaars van toen en van den tegen-
woordigen tijd!
Ook de tegenwoordig levende beeldende kun
stenaars doen veel voor de gemeenschap en
onder hen zijn velen, die in stilte hun groote
moeilijkheden dragen.
Moge hier worden medegedeeld, dat het Zijne
Excellentie, den Minister van Onderwijs, Kun
sten en Wetenschappen mogelijk was, uit de
middelen, ontstaan uit den verkoop der Zomer
postzegels, een vrij groot bedrag af te zonderen
voor den aankoop van kunstwerken van Neder
landsche kunstenaars, werken die een plaats
zullen vinden in opehbare gebouwen, en voor
opdrachten aan beeldende kunstenaars. Allen,
die zomerpostzegels hebben gekocht, werkten
dus niet alleen mee aan de leniging van allerlei
sociale nooden, maar ook maakten zij het mo
gelijk, dat vele kunstenaars op een waardige
wijze worden geholpen, hun werk voort te
zetten. Moge dit een aansporing zijn, de zomer
postzegels zoo veel mogelijk voor het postver
keer te gebruiken.
Mr. P. J. Oud, burgemeester van Rotterdam heeft een bezoek gebracht aan de
Nederlandsche Ford-Automobiel-Fabriek te Amsterdam, waar hij werd rondgeleid
door den directeur
Onvoorzichtige soldaat tot een
maand veroordeeld
Voor den krijgsraad te Den Bosch heeft Dins
dag terecht gestaan de negentienjarige soldaat
J. Sch. uit Arnhem, die zich had te verant
woorden over het feit, dat het aan zijn schuld
te wijten was, dat 11 April van dit jaar te Lent
de soldaat A. J. Hasbroek is overleden, doordat
beklaagde hoogst roekeloos en onverantwoorde
lijk al stoeiende het pistool, waarmede hij was
gewapend en op wacht was, met den loop naar
voren gedrukt heeft tegen het lichaam van
dien soldaat en vervolgens aan den trekker van
dat pistool heeft getrokken, zonder zich te ver
gewissen of de veiligheidspal op rust stond en
of zich een scherpe patroon in de kamer be
vond, tengevolge van welke roekelooze hande
ling een schot afging en die scldaat aan den
buik zoodanig werd verwond, dat hij is over
leden.
Bekl. gaf het ten laste gelegde toe, doch
meende, dat het wapen was afgegaan, zonder
dat hij aan den trekker had getrokken.
Als getuige-deskundige werd gehoord adju
dant J. Faber te 's-Hertogenbosch, die ver
klaarde dat het wapen zeer deugdelijk is en dat
het niet mogelijk is, dat het afgaat, zonder dat
er aan den trekker wordt getrokken.
De auditeur-militair vond als eenigé verzach
tende omstandigheid het feit aanwezig, dat ook
het slachtoffer spelenderwijze zijn revolver ge
trokken had. Hij achtte zich verplicht een ern
stige straf te vragen en eischte twee maanden
gevangenisstraf. Verdediger mr. Peeters te Eind
hoven pleitte clementie.
De Krijgsraad veroordeelde beklaagde tot een
maand gevangenisstraf.
Wordt begunstiger van het
LUCHTVERDEDIGINGSFONDS.
Kort voordat het middaguur had geslagen is
W. H. Muller en Co. N.V., de exploitante van
de bekende Batavierlijn RotterdamLonden,
Dinsdagmorgen een nieuwe „Batavier" rijker
geworden. Toen de president-commissaris van
de maatschappij, de heer Walrave Boissevain,
op de Noordzee de vlag van de reederij hoog
in de mast heesch en de vlag van de werf „De
Noord" omlaag ging, gluurde een warm en
vriendelijk zonnetje door een smalle opening,
die juist op dit zoo gewichtige moment tus
schen de grijze wolkenmassa was te zien.
De vele gasten, die voor dezen officieelen
Geeft een jaarlijksche bij
drage op giro 320.000 van
het Luchtverdedigingsfonds,
t. n. v. d. Vereen, v. Nat.
Veiligheid, den Haag, of
schrijft aan het Centr. Prop.
Comité, Heerengracht 78,
Amsterdam.
Wij vragen duizenden be
gunstigers
proeftocht waren uitgenoodigd en die zich aan
boord bevonden, waren verrukt over de inrich
ting van deze nieuwe „Batavier", het vlagge-
schip van een oude, bekende H)n.
Doch terwijl dit nieuwe schip zoo trotsch en
fier den Waterweg afvoer en vervolgens de
wilde golven der Noordzee doorkliefde, lag aan
de kade te Rotterdam een vaartuig met den
zelfden naam: Batavier 3. Meer dan veertig
jaar een respectabele leeftijd voor een schip
heeft deze „Batavier 3" tusschen Rotterdam
en Londen gevaren en duizenden passagiers
heeft zij in dien tijd vervoerd.
De directies van de werf en van de Batavier-
lijn uitten aan de welverzorgde lunch aan
boord woorden van dank jegens elkaar, de eene
voor de opdracht tot den bouw en de andere
voor de voortreffelijke uitvoering van den bouw.
Enkele gasten voegden aan deze hartelijke toe
spraken gelukwenschen toe.
Om half vijf was de „Batavier 3", die nog
deze week den dienst zal beginnen, in Rotter
dam terug.
De nieuwe Batavier, het stoomschip „Bata
vier 3", dat zijn naamgenoot vervangt op een
der oudste stoomvaartlijnen onder Nederland
sche vlag, is zonder twijfel een stap vooruit in
de lange reeks van ontwikkelingen op scheeps-
bouwgebied.
De directie droeg de voorstudie en het omt
werpen op aan het bouwbureau van ir. E. van
Dieren te Rotterdam.
De lengte van het schip, dat 2687 br. t. meet,
bedraagt 80.60 meter, breedte 13.30 meter, holte
7.30 meter, diepgang 4.85 meter.
In totaal zijn er 2 luxe-hutten, 43 eerste
klasse en 21 tweede klasse hutten. De inrichting
en de betimmering doen zeer modern aan.
Schilder in hooger beroep tot
15 jaar gevangenisstraf
veroordeeld
Het gerechtshof te 's Hertogenbosch heeft
heden arrest gewezen in de strafzaak tegen den
schilder W. van E. en tegen Maria Hendrika
D., huisvrouw van Van der W., beiden wonende
te Brunssum, die op 31 Mei in hooger beroep
terecht hebben gestaan, verdacht van het feit,
dat zij op 12 November van het vorige jaar te
Brunssum, tezamen en in vereeniging Maria
Schumans, echtgenoote van H. Maassen, opzet
telijk van het leven hebben beroofd. Dit is ge
schied door eerst de vrouw met bijlsiagen te
verwonden en haar daarna met een touw. waar
in zich een schuifstrik bevond, te wurgen.
Voorts stonden beiden in hooger beroep te
recht, als verdacht van het feit, dat zij, na den
moord, het lijk van de vrouw in een zak hebben
gestopt en het in een kuil, gegraven in den tuin
van verdachte, hebben geborgen.
De rechtbank te Maastricht heeft de vrouw
van den ten laste gelegden moord vrijgespro
ken, doch haar tot zes maanden gevangenisstraf
veroordeeld wegens het verbergen van het lijk.
De schilder W. van E. was veroordeeld tot
twintig jaar gevangenisstraf wegens moord en
wegens het verbergen van het lijk.
31 Mei j.l. heeft de advocaat-generaal van
het Bossche Hof, mr. H. W. Massink, in hooger
beroep tegen beide verdachten dezelfde straffen
geëischt.
Het hof heeft thans den schilder Van E.
van de ten lastelegging van moord vrijge
sproken, doch hem wegens doodslag en
wegens het verbergen van het lijk veroor
deeld tot vijftien jaar gevangenisstraf met
aftrek van het geheele voorarrest.
De vrouw werd van het ten lastegelegde
vrijgesproken.
De verdachte Van E. deelde mede, van cas
satie af te zien.
(Van een bijzonderen correspondent)
Zonder twijfel vormt zich in deze dagen in 't
geheim archief van de Staatssecretarie van het
Vaticaan een dossier onder de benaming „Vre-
desbemoeiingen in 1939". Over vijftig of nog
meer jaren zal het den een of anderen geleerde
gegeven zijn dit dossier voor zijn publicaties of
studies te raadplegen en dan pas zal men de
draagkracht leeren kennen van het groote vre
deswerk, dat Pius XII sedert een maand on
dernomen heeft en in deze dagen nog steeds
voortzet.
Voor tijdgenooten echter, die dit vredeswerk
door middel van spaarzame krantenberichten
trachten te volgen, is het moeilijk zich een
voorstelling te maken van den idealen durf,
waarmede onze nieuwe Paus met waarlijk bo-
venmenschelijken moed zich opgeworpen heeft
als een ware Vredesvorst in onze benarde da
gen.
Om eenig inzicht te hebben in dit Pauselijk
werk, is het noodig nog even de tegenstrijdige
berichten van de laatste weken aangaande deze
bemoeiingen in het geheugen terug te roepen.
In het begin van Mei verscheen het bericht,
dat Mgr. Orsenigo, de pauselijke nuntius te
Eerlijn, per vliegtuig naar Berchtesgaden was
vertrokken, voor een belangrijk onderhoud met
Rijkskanselier Hitier.
Onmiddellijk hierop kwamen de verschillende
persbureaux met gissingen omtrent den aard
van dit bezoek.
Op 3 Mei seinde onze Romeinsche correspon
dent de juiste toedracht van deze zaak: De H.
Stoel polst verschillende staten, om te zien in
hoeverre de H. Vader, als politiek onpartijdig
persoon in het algemeen zou knunen bemidde
len in alle hangende of nog te rijzen geschillen
tusschen de mogendheden.
In de News Chronicle verscheen hierop een
bericht, dat de H. Stoel het initiatief zou heb
ben genomen tot een conferentie van de vijf
belanghebbende staten: Engeland, Frankrijk,
Polen, Italië en Duitschland. Deze, voor een
ieder die eenigszins op de hoogte is met de
diplomatie van het Vaticaan, onwaarschijnlijke
berichten werden door een reeks andere al even
onwaarschijnlijke berichten gevolgd.
Al deze berichten over het pauselijk vredes
initiatief werden door onzen correspondent te
Rome tot hun juiste proporties teruggebracht
dooj nogmaals te herhalen, dat het Vaticaan
zich met het oog op de bedreiging van den
vrede tot de verschillende regeeringen had ge
wend om hen te polsen omtrent hun inzicht in
de mogelijkheden, op vreedzame wijze verschil
lende controversen in Europa uit den weg te
ruimen,
Totdat ook het Vaticaan zichzelf genoodzaakt
zag deze overdreven berichtgeving tegen te
spreken. En met deze tegenspraak vervloog bij
velen de gekoesterde hoop op vrede en dacht
men reeds dat de Paus, slechts bewapend met
moreele wapens, nogmaals te ideëel aan 't werk
getogen was.
Wil men dit laatste onderzoeken, dan moet
men eenige gevolgtrekkingen maken uit de fei
ten, die voor ons liggen. Zoo men het bericht
van tegenspraak van het Vaticaan zakelijk be
schouwt, dan beteekent het niets anders dan dat
de Paus de verantwoordelijke staatshoofden
heeft willen wijzen op het groote gevaar waarin
de Europeesche politieke toestand zich bevond
en op de groote en dringende noodzakelijkheid
den vrede tusschen de volken te handhaven. Er
werd ontkend, dat de Paus Zijn bemiddeling in
een Europeesch conflict zou hebben aangeboden,
dat Hij een conferentie zou hebben voorgesteld
of bereid zou zijn aan zulk een conferentie deel
te nemen. Maar de tegenspraak van het Vati
caan beduidde niet, dat de Paus Zijn bemoeiin
gen niet zou doorzetten en niet zou blijven ijve
ren voor de handhaving van den vrede.
Men kan zich afvragen, of het tijdstip, waarop
Pius XII deze vredesbemoeiingen ondernomen
heeft, wel juist gekozen was, daar eenige weken
tevoren de asmogendheden het voorstel van den
president van de Vereenigde Staten van Amerika
hadden afgewezen. Doch de beide vredesvoorstel
len dat van het Vaticaan en dat van den
Amerikaanschen president kunnen niet met
elkander vergeleken, noch naast elkander ge
plaatst worden, daar aan de bemoeiingen van
Pius XII geen enkel materieel voordeel verbon
den was. Daarbij kennen wij de reden niet,
waarom de Paus juist in de eerste dagen van
Mei zijn vredesactie begonnen is. Ook hier kan
men slechts veronderstellingen maken.
En het is zeer goed mogelijk, dat een minister
van een vreemde mogendheid, die de voornaam
ste staten van Europa afgereisd had, bjj zijn be
zoek in het Vaticaan den meer dan kritieken
toestand van Europa aan den Paus bekend ge
maakt heeft. Zoo kan men dan wellicht ook ver
klaren, waarom de minister van Financiën van
deze zelfde mogendheid eenige weken later door
den Paus en den Kardinaal-Staatssecretaris in
een langdurige audiëntie ontvangen is, terwijl
het toch niet tot de gewoonte van den Paus
behoort aan ministers van Financiën langdurige
audiënties te verleenen.
Bij het bestudeeren van de berichtgeving over
het vredeswerk van den Paus behoort men ook
eenige meeningen recht te zetten, die onverant
woordelijke bladen bij vele van hun lezers in
gang hebben trachten te doen vinden. Zoodra
men vernam, dat de Pauselijke Nuntius te Ber
lijn een bezoek aan Hitier gebracht had,
schreeuwde men reeds: „de Paus onderwerpt
zich aan Hitier". En toen men de eigenlijke
reden van het bezoek vernam, hulde men zich in
een beschamend stilzwijgen. Maar weldra had
men een tweede beschuldiging tegen het Vati
caan gevonden, n.l.: „de Paus wil Polen ver
raden, om een schoon voetje bij Hitier te ver
krijgen". Dit kon men in de eerste dagen van
Mei in de communistische pers lezen. Hoe leu
genachtig deze aantijging is, kan men onmiddel
lijk inzien, als men bedenkt, dat de Kerk toch
nimmer een Katholieke volksgroep als de Pool-
sche eenzelfden lijdensweg zou willen opleggen
als de Duitsche katholieken reeds hebben afge
legd. Deze aantijging is ook zeer dom, want het
Vaticaan zal niet licht een nieuw Concordaat
met het Derde Rijk aangaan, zonder daadwer
kelijke en overtuigende bewijzen in handen te
hebben, dat het nieuwe Concordaat waarlijk een
Concordaat zal zijn.
Wie de diplomatieke bedrijvigheid van de Pau
selijke Staatssecretarie gedurende de maand Mei
nauwlettend gevolgd heeft, kan op teekenen
wijzen, die ons de overtuiging geven, dat de
Paus met Zijn bemoeiingen reeds groote resul
taten bereikt heeft.
Men kent de scherpe verhouding der Itali-
aansche regeering tegenover het Vaticaan, in
zake de Katholieke Actie. Een groep van fas
cistische hoofdmannen onder aanvoering van
Farinacci heeft langen tijd voor het ideaal ge
streden: geen leden der Katholieke Actie in
de fascistische vereenigingen en vooral jeugd
groepen, met het gevolg, dat vele katholieke
jongelingen geen fascist en dus geen Italiaan
meer zouden zijn. Aan dezen latenten strijd is
een einde gekomen nu Pius XII de leiding der
Katholieke Actie heeft toevertrouwd aan een
commissie van drie Kardinalen, die aan het
hoofd van een Italiaansch bisdom staan, nl.
aan de Kardinalen-Aartsbisschoppen van
Palermo, Genua en Venetië. Door deze reorgani
satie heeft Pius XII daadwerkelijk willen too-
nen, dat Katholieke Actie beteekent katholiek,
geestelijk leven zonder den minsten zweem van
streven naar politieke doeleinden. Een dezer
laatste dagen heeft de Paus in een langdurige
audiëntie den Italiaansehen minister van On
derwijs, Z. Exc. Bottai, ontvangen, waarna de
minister nog een uur lang bij den Kardinaal
Staatssecretaris vertoefd heeft. Eenige dagen na
deze audiëntie is de commissie der drie Kar
dinalen voor de Katholieke Actie in het Va
ticaan bijeen geweest. Op deze bijeenkomst
volgde een verklaring in de Osservatore Ro
mano, waarin men vernam, dat de Italiaansche
regeering artikel 43 van het Verdrag van La-
teranen trouw zal nakomen, alsmede de over
eenkomst van 1931 betreffende de Katholieke
Actie, terwijl men de verzekering geeft dat de
leden van de Katholieke Actie het zich als een
plicht rekenen goede staatsburgers te zijn.
Ook wat Spanje betreft zijn er teekenen, die
wijzen op groote toenadering tot het Vaticaan.
Wij wijzen hierbij slechts op de herhaaldelijk
door Franco gegeven verzekeringen en op de
verklaring door minister Serrano Suner af
gelegd na zijn bezoek aan het Vaticaan, dat
een Spanje zonder katholicisme niet denk
baar is.
In Rome is het ook geen geheim, dat een
Fransche ordesgeestelijke, die geen onbekende
voor Mussolini is, naar Frankrijk is afgereisd
met bepaalde instructies.
En als de Paus dan zelf in zijn sublieme toe
spraak, op 2 Juni j.l. op Zijn naamfeest aan
het H. College van de Kardinalen kon zeggen,
dat Hem de weg was opengelaten tot nieuwe
bemoeiingen en nieuwen ijver, dan moet men
God danken, dat Hij aan zijn Kerk een Opper
herder gegeven heeft, die van zijn wapenspreuk:
.Vrede door gerechtigheid" een levenstaak
maakt.
Nu minder buitenlanders komen,
krijgen Nederlanders meer
faciliteiten
Gaat het vreemdelingenverkeer in Den Haag
goed? Men kan die vraag op verschillende ma
nieren beantwoorden en daardoor tot verschil
lende resultaten komen.
Zooals het seizoen er thans uit ziet zullen
waarschijnlijk veel minder Amerikanen ons land
en ook vele andere landen in Europa bezoeken.
Wat het aantal Duitschers betreft, hun ver te-
ruggeloopen aantal zal vermoedelijk dit jaar nog
met 20 procent achteruit gaan. Een reden dus
tot ontevredenheid. Maar niemand zal er aan
denken met de groote moeite, die de V.V.V. Den
Haag zich getroost om de vreemdelingen naar
de Residentie te trekken, eenige schuld aan
dezen achteruitgang aan interne toestanden te
wijten.
Vandaar dan ook dat alle krachten op het
binnenlandsch verkeer worden geconcentreerd.
En met succes. In de eerste vijf maanden van
dit jaar verstrekte de V.V.V. Den Haag reeds
twee en een half maal zooveel inlichtingen als
het jaar tevoren. Daarmede niet tevreden orga
niseerde zij een speciale zomercampagne, dit
in samenwerking met de Ned. Spoorwegen. Zoo
zullen van heden af aan de stations in Neder
land ruim 20 K.M. buiten Den Haag gelegen,
voor een gering bedrag couponkaarten worden
uitgereikt en afgestempeld, welke gedurende 11
dagen vele reducties schenken bij een bezoek
aan Den Haag, o. m. op een verblijf in de hotels.
Dit is een eerste stap in de richting, welke het
buitenland reeds lang volgt en welke men in
Nederland nog steeds hardnekkig' weigerde in
te slaan.
Wetsontwerp tot goedkeuring
van een ontwerp-verdrag
Ingediend is bij de Tweede Kamer een ont
werp van wet, houdende goedkeuring van het
ontwerp-verdrag betreffende de statistieken
van loon en arbeidsduur in de voornaamste
takken van het mijnbedrijf en de andere in
dustrieën, met inbegrip van het bouwbedrijf,
het uitvoeren van water-, spoorweg- en wegen
bouwkundige Verken en in den landbouw (Ge
neve 1938).
Het wil den ministers van Sociale Zaken, van
Buitenlandsche Zaken, van Economische Zaken
en van Koloniën, voorkomen, dat Nederland
tot dit ontwerp-verdrag, dat tot een aanmer
kelijke verbetering van de internationale ver
gelijkbaarheid der loon- en arbeidsduur-statis-
tieken zal leiden, behoort toe te treden. Voor
het overgroote deel zijn de Nederlandsche sta
tistieken op dit gebied reeds ingericht volgens
de regelen, in het ontwerp-verdrag neergelegd.
Eenige wettelijke voorziening ter aanpassing
van de Nederlandsche wetgeving aan de be
palingen van- het verdrag is niet noodig. De
ministers meenen, dat een voorstel gedaan kan
worden tot goedkeuring van de toetreding tot
het onderhavige ontwerp-verdrag.
Te zijner tijd zal een nadere beslissing ge
nomen worden ten aanzien van de toepassing
van het ontwerp-verdrag op Nederlandsch-
Indië, Suriname en Curacao. Gezien echter de
plaatselijke omstandigheden in bedoelde ge-
biedsdeelen, laat het zich aanzien, dat de rege
ling van het ontwerp-verdrag aldaar niet of
slechts met aanmerkelijke wijzigingen toegepast
zal kunnen worden.
Maandag 19 Juni zal Hr. Ms. Kruiser „Su
matra", onder bevel van den kapitein ter zee
C. H. Brouwer, van Den Helder vertrekken voor
een reis naar Engeland. De kruiser komt Don
derdag 22 Juni te Oban aan. Het verdere reis
plan is als volgt samengesteld:
Vertrek Oban Maandag 26 Juni.
Aankomst Edinburgh Donderdag 29 Juni.
Vertrek Edinburgh Maandag 3 Juli.
De „Sumatra" wordt Dinsdag 4 Juli in de
Nederlandsche wateren terug verwacht.