De pers en de kabinetscrisis ©NS VACANTIESPR©OKJE c arlene'i Beteekenis onzer weermacht Twee motorrijders gedood r In ieder geval groote spoed geboden BAZEL, COMO, MILAAN, PADUA, VENETIE, BUDAPEST. ZATERDAG 1 JULI 1939 Het tegenbezoek van minister Funk Programma is thans vastgesteld NIEUW MIJNREGLEMENT Ontwerp heeft het departement verlaten PRINS BERNHARD OP DE „ORANJE" Vermoedelijk deelnemer aan den proeftocht De „Sumatra" te Edinburg Tentoonstelling „Ons Leger" in de Houtrusthallen te 'sGraven- hage gereed Een ,,up to date" expositie onder katholieke deskundige leiding van 7 tot en met 20 Augustus. Prijs siechts f 122 alles inbegrepen plus f3 adm.geld Voor 2e klas spoor wordt f 23 toeslag geheven en voor één-persoons kamers heel de reis f8. (De reis is berekend op twee-persoons kamers). Men geve zich ten spoedigste op voor deze unieke en fabelachtig goed- koope vacantiereis aan de „Vereenigde Katholieke Pers N.Z. Voorburg- i wal 65-73, Amsterdam, Telefoon 46878 met storting der reissom op - postgiro 22884. Vraagt uitvoerig reisprogram aan. Reis mee door Europa in vrede, alles wordt voor U gedaan, U hebt zelfs geen pas noodig. Nieuwe gezant van Noorwegen Zaakgelastigde M. Raeder benoemd ELECTRICITEITSWET Mededeelingen over de kosten der uitvoering CORRESPONDENTIE VOOR DE GRENSTROEPEN DE KONINGIN TERUG IN DE RESIDENTIE Ernstige botsing op de baan van de T.T.-races te Hooghalen Juiste oorzaak van het ongeval onbekend UIT DE STAATSCOURANT Onderscheidingen Landmacht V ervoersvraagstuk eerste liefde De voornaamste bladen gaven reeds in hun Vrijdagavondnummer hun meening over de ka binetscrisis. Vrijwel alle wijzen zij op het zeer ongelegen oogenblik, waarop deze crisis uitbreekt, in ver band met de heerschende internationale span- hingen. Verschillende bladen geven daarenboven hy pothesen en adviezen omtrent de samenstelling van het nieuwe kabinet. Zoo stelt „De Maasbode" (R.K.) vast, dat crisis vooral het gevolg is van verschil van inzicht tusschen Colijn en de katholieke mi nisters. Zij raadt dan ook ten sterkste een nieuw samengaan van de katholieken en Colijn af: Het geschil in het kabinet zal voorname lijk, zoo niet uitsluitend, zijn ontstaan door een verschil van inzicht tusschen Colijn met de hem volgende ministers eenerzijds en de katholieke ministers anderzijds. Als dit zoo is dan is er slechts ééne ge volgtrekking mogelijk: medewerking van de katholieken is vrijwel uitgesloten aan een nieuw Kabinet-Colijn. Op een compromis is op het oogenblik geen kans of uitzicht meer en wellicht zou dit zelfs niet gewenscht zijn, aangezien dit de kiem van een snel uitbrekend nieuw conflict al te zeer in zich zou dragen. Voor beide part ij en, Coljjn en de katholieken, is het gewenscht dat zij thans, althans tijdelijk, scheiden. Het doet ons leed, dat wij het niet anders kunnen zien. Laten wij het niet probeeren met een nieuwe samenwerking, die tot mislukking is gedoemd. Met volledige waardeering van ieders in zicht, dienen wij thans na zoo lang mogelijke samenwerking uiteen te gaan, naar wij ho pen, voor zoo-kort mogelijk. De katholieke fractie zal dan natuurlijk ook tegenover een buiten haar om gevormd kabinet-Colijn zich stellen op een objectief standpunt, het» beoordeelend enkel en alleen naar zijn daden. Wel is met groote vreeze te vreezen, dat dit oordeel niet gunstig zal zijn, al hopen wij het tegendeel. Komt dan het conflict, dan zal het ont staan en worden uitgevochten, daèr waar dit het meest gewenscht is, in het parlement, en dan kan de oplossing van de nieuwe crisis moge deze uitblijven! gezocht worden in de richting, door het gevallen Kamer-votum aangewezen. Volgens den parlementairen redacteur van «De Standaard" (A.R.) is het opmer kenswaard, dat de bewoordingen waarin deze opdracht aan Dr. Colijn is vervat, ongeveer dezelfde zijn van de hem in 1937 verleende opdracht. Immers verzocht de Koningin hem ook toen een Kabinet samen te stellen, waarbij geen enkele verdere beperking werd opgelegd. De Nieuwe Rotterdamsche Cou rant (Lib.) acht de crisis natuurlijk het gevolg Tan de, volgens haar, anti-liberale richting der wetgeving en ziet de toekomst somber in: Wat de toekomst betreft, deze ziet er, afgescheiden nog van het financieele vraag stuk en van de in verval zijnde abnormale politieke verhoudingen tengevolge van de geloofsbasis, waarop een aantal partijen bij ons nog georganiseerd zijn, niet rooskleurig uit. Sedert 1937 is de wetgeving dermate in anti-liberale richting omgebogen, dat men ook daarvan rampspoedige gevolgen moet verwachten. Wij hebben onlangs in een r.-k. blad ge lezen, dat ons blad in de laatste jaren voort durend voor een Kabinet op breede basis had gepleit. Die meening was er geheel naast. Wij hebben betreurd, dat men in 1937 met de samenstelling van het Kabinet van die basis was afgeweken en dat het na 1937 ge volgde beleid zich zoozeer van dat van het vorige heeft onderscheiden. Maar wij ver moeden, dat men er ook in de Liberale Staats partij thans weinig op gebrand zal zijn gesteld men plaatst haar voor die keus zonder meer aan een Kabinet op breede basis deel te nemen na al wat gedurende de laat ste jaren in onze wetgeving de verkeerde richting is uitgegroeid. De Liberale Staats party is trouwens van geringe getalsterkte en haar aandeel in de verantwoordelijkheid voor wat mogelijk is, zal naar verhouding klein zijn. Maar ook voor de R. K. Staats partij zal het in verband met het verleden 1933—1937 niet zoo gemakkelijk meer zijn hoewel om geheel andere persoonlijke en zakelijke redenen zelfs maar losse ar beidskrachten aan een dergelijk Kabinet te leveren, gelijk in 1933 nog mogelijk was. De opdracht aan den heer Colijn luidt tot Vorming van „een kabinet" zonder meer, gelijk in 1937. Hij kan dus alle kanten uit, maar èn uit zijn verleden èn uit wat hij bij het aftreden van den Minister van Financiën heeft verklaard, mag men afleiden, dat zijn pogingen althans niet zullen gaan in een richting van financieele buitenissigheden, als bij de s.-d., een groot deel der r.-k., en een klein deel der c.-h. bepleit worden. De basis van dit kabinet was te eng, aldus Telegraaf". Het blad betoogt voorts de Noodzakelijkheid vean een snelle oplossing. Wij zouden onoprecht zijn, indien wij ver klaarden, het aftreden van dit kabinet te betreuren. In moeilijke tijden, zooals wij die sedert een reeks van jaren beleven, behoort ons land niet geregeerd te worden door een ministerie, geformeerd op zóó enge basis als het huidige. Dat is zeker, dat de tijdsomstandigheden een snelle oplossing der crisis eischen. H. M. de Koningin, die zonder consultatie der Ka mervoorzitters en der partijleiders dr. Colijn opnieuw tot kabinetsformateur heeft be noemd, toont den ernst van den toestand te beseffen. Het is op het oogenblik niet de kwestie der werkloosheid, die in de eerste plaats de aandacht van het land vraagt, maar wel die van een parate defensie. Op een tijdstip, dat de geheele wereld in spanning verkeert over het verloop der buitenlandsche gebeurtenis sen, kunnen wij in Nederland niet gaan de- batteeren over millioenen meer of millioenen minder ter bestrijding van de werkloosheid. Het ziet er trouwens naar uit, dat de eischen, die leger en vloot aan ons land stellen en nog zullen stellen, de werkloosheid automa tisch zullen terugdringen, zooals dat ook in Duitschland en Engeland is gebeurd. Een spoedige oplossing, dat is wat het oogenblik eischt. De parlementaire redacteur van het blad somt de 4 mogelijkheden op, die er volgens hem be staan: Op de eerste plaats is mogelijk een terug keer van hoofdzakelijk hetzelfde kabinet met misschien een of twee mutaties. Een tweede mogelijkheid wordt gezien in de vorming, waarschijnlijk ook weer door dr. Colijn, van een kabinet op breederen grond slag. Ten derde moet niet onmogelijk worden ge acht, dat aan de vorming van een dergelijk breede-basiskabinet eerst nog vooraf zou moeten gaan een opdracht aan een katholie ken formateur, men noemt den naam van mr. T. J. Verschuur, tot vorming van een rechtsch parlementair kabinet. Een vierde redeneering, welke ons voors hands weinig reëel schijnt te zijn, is dat de huidige crisis een gevolg is van een niet bij te leggen conflict tusschen de klassieke en moderne financieele en budgetaire politiek. Aangezien de meerderheid van het oude ka binet bestaat uit aanhangers van de be proefde leer van het budgetair evenwicht, zou dus thans de moderne richting een kans moeten hebben. Volgens den parlementairen redacteur van het Algemeen Handelsblad zijn er vele op lossingen mogelijk. Zooals bekend, ging de strijd in het kabinet over hetgeen men de „oude" en de „nieuwe" economie genoemd heeft. De vraag kan ech ter rijzen, of te midden van een gespannen internationalen toestand zelfs de uiterst ge wichtige vraagstukken niet naar een tweede plan moeten worden geschoven. In dien zin zou ons volk dan ook de opdracht aan dr. Colijn, niet slechts als politicus en staats man, maar vooral ook als nationale figuur, vcrsts&n De opdracht om „een" kabinet te vormen laat, evenals in 1937, den door de Koningin aangewezen formateur volledige vrijheid om trent de wijze, waarop hij de crisis zal trach ten op te lossen. Maar het vermoeden ligt voor de hand, dat dr. Colijn het ditmaal niet opnieuw in een rechtsch coalitie-kabinet zal zoeken, om de eenvoudige reden, dat zulk een kabinet reeds na twee jaren door innerlijke meeningsver- schillen het bijltje er bij heeft moeten neer leggen. Theoretisch mogelijk is een parlementair kabinet op een breedere of zeer breede basis. Verder een extra-parlementair of een zaken kabinet. Maar hierover reeds op dit oogenblik voorspellingen te doen, zou meer dan voor barig zijn. Het coalitie-kabinet is, volgens Het Volk (S.D.A.P.), de zondenbok. Men moest en zou (in 1937), dwars tegen alle redelijkheid in, een coalitie-kabinet heb ben. De aandrang hiertoe ging kennelijk uit van de conservatieve vleugel der katholie ken en dr. Colijn is toen voor deze bekoring bezoeken. Thans moet het land het gelag betalen. Twee jaren, die gebruikt hadden kunnen worden voor een forse politiek van construc tief werk, zijn voorbij gegaan met eindeloos geredekavel in een kabinet, dat in zichzelf verdeeld was. Een hoge prijs voor dit hernieuwd en naar wij hopen ook laatste blijk, dat de coalitiegedachte, die in onze vaderlandse staatkunde reeds zoveel onheil stichtte, haar levenskracht heeft verloren. Spoed zal zich ditmaal aan grondigheid moeten paren. De baan is vrij voor een nieu we oplossing in grote stijl. Maar is de afge treden premier, die zozeer verknocht is aan bepaalde economische inzichten, wel de man, die juist deze taak kan aanvaarden? Dat is de zorgelijke vraag, die zich vóór alles opdringt bij.het vernemen, dat dr. Colijn wederom het eerst aan bod is. Het programma van het bezoek van den Duitschen minister dr. Walter Funk is als volgt samengesteld: Woensdag 5 Juli zal hij in den loop van den ochtend te 's-Gravenhage arriveeren. Hij zal vergezeld zijn van Ministerialdirigent Schlot- terer. van het Reichswirtschaftsministerium, van Pressereferent Oberregierungsrat Rechen- berg en zijn adjudant dr. Schwedler. Na ver schillende bezoeken te hebben afgelegd, zal de minister de lunch gebruiken bij den Duitschen gezant, graaf J. von Zech-Burkersroda. Des avonds zal de minister van Economische Za ken, mr. M. P. L. Steenberghe, een diner aan bieden ter eere van minister Funk. Donderdag 6 Juli zal dr. Funk een bezoek brengen aan de Zuiderzeewerken. Des avonds biedt Hr. Ms. gezant te Berlijn, jhr. Van Haers- ma de With, op zijn buiten te Nijkerk een soirée aan. Vrijdag 7 Juli brengt dr. Funk, die president is van de Deutsche Reichsbank, een bezoek aan president en directeuren van de Nederlandsche Bank te Amsterdam. Op de vraag van het Tweede Kamerlid Van der Goes van Naters betreffende de afkondi ging van een nieuw mijnreglement heeft de minister van Waterstaat als volgt geantwoord: Het ontwerp van een nieuw mijnreglement beeft het departement verlaten. Verwacht mag worden, dat de afkondiging binnen niet te lan gen tijd tegemoet kan worden gezien. In antwoord op een telegrafische» geluk- wensch, welke Prins Bernhard Donderdag ter gelegenheid van Zijn verjaardag van boord der „Oranje" werd gezonden, heeft de Prins in zijn danktelegram de hoop uitgesproken, dat hij in de gelegenheid zal zijn den officieelen proeftocht van het schip mede te maken. Hr. Ms. kruiser Sumatra, onder bevel van kapitein ter zee C. A. Brouwer, is 29 Juli te Edinburg aangekomen. Wanneer men op de aanplakbiljetten voor de tentoonstelling „Het Leger" te Den Haag het silhouet van den eenvoudigen soldaat tegen den rood-wit-blauwen achtergrond ziet afgeteekend dan weet men, van welken aard deze tentoon stelling zal zijn. Doch om ook maar eenigermate een indruk van deze expositie te verkrijgen, zal men zich eenrondwandeling van minstens enkele uren door de groote Houtrusthallen en door de loop graven en tenten op het openbaar terrein dienen te getroosten. Men heeft dan een algemeen^n indruk opgedaan. Wil men tot in bijzonderheden van een of meer onderdeden dezer legerten toonstelling het noodige te weten komen, dan kan men bij elk van deze deelen en dat zijn er verscheidene gerust nog enkele uren in aandachtige beschouwing doorbrengen. Dit is de conclusie, waartoe wij Vrijdag kwa men, na 2V2 uur rondgang onder afwisselende deskundige voorlichting, waartoe de pers gele genheid verkreeg van de militaire commissie onder voorzitterschap van generaal-majoor jhr J. Th. Alting von .Geusau en van het uitvoe rend comité, onder presidium van gep. gene- raal-maioor K. E. Oudendijk, voorzitter van de Koninklijke Nederlandsche Vereeniging „Ons Leger", die deze tentoonstelling inrichtte. Reeds voordat men het tentoonstellingsterrein heeft betreden, komt men „over de brug" van de pontonniers, die tijdelijk over het verver- schingskanaal is geslagen, een brug, die het Statenkwartier en de Houtrustdirectie zeker wel gaarne door een blijvende zouden willen zien vervangen. We bevinden ons in de imposante hallen er, maken allereerst'een wandeling over een even eens door pontonniers gebouwd lang podium dat als in vogelvlucht een overzicht over het inwendige complex kan bieden, waaraan met de leger-organisatie en de artillerie-inrichtingen niet minder dan 115 particuliere inzenders heb ben medegewerkt. De uitgebreide stand van de „Hembrug" is in samenwerking met niet minder dan 24 metaal- industrieelen tot stand gekomen. We aanschouwen, hoe de genie een telefoon centrale heeft opgericht, die alle standhouders met het tentoonstellingsbureau en met het 6tadstelefoonnet verbindt. Bovendien zullen her haaldelijk postduiven berichten overbrengen van de tentoonstelling naar Utrecht, vanwaar dan radiografisch op de tentoonstelling het ant woord zal worden vernomen. Een afzonderlijke ruimte heeft de genie voor haar verkeersonderricht, dat de brigade-corn mandant P. W. Scharroo, voor al zijn man schappen verplicht heeft gesteld en waarvan men o.a. een fraaie maquette met verkeer van allerlei aard in miniatuur kan bewonderen, zoo als die door een van de genie-onderofficieren kunstig werd vervaardigd. De topografische dienst toont den bezoeker een volledig overzicht van zijn fraaie militaire en wandelkaarten voor alle deelen van ons land, de intendance biedt een kijkje in haar kleer makerijen en schoenmakerijen, in haar bijzon dere verzorging voor den inwendigen mensch men zal er voor een dubbeltje een rantsoen naar keuze uit de veldkeukens kunnen nuttigen en in den gang van zaken bij het vervoer van levensmiddelen en wat dies meer zii naar de troepen te velde. Luchtbescherming en luchtafweer zijn twee omvangrijke afdeelingen op deze tentoonstel- Venetië de stad der gondels ling, waar men alle wetenswaardigheden op dit gebied kan vernemen. Een complete commando-groep van de artil lerie, een gigantische Daimler-Benz trekauto met rupsbanden, de medische hulpverleening bij gasaanvallen, een uit poppen samengestelde ontsmettingsploeg, vliegtuigen en vuurmonden van allerlei kaliber, een overzicht van alle tegen woordige uniformen (de tentoonstelling toont alleen wat up-to-date is, dus geen historische voorwerpen) en nog zeer veel meer zaken, one? weermacht betreffende, vullen de Houtrustha'- len in deze dagen. Daarna komt men op het open terrein en treft dan een compleet loopgravenstelsel met dekkingen en schuilplaatsen aan, dat onder lei ding van den kapitein R. A. van Holthoon is aangelegd en dat men zeker niet mag verzui men, tot in alle hoeken te bezichtigen. Een complex, waarin 54000 werkuren en 34000 zand zakken zijn verwerkt. Rondom dit terrein ontwaart men verschei dene linnen tenten, die elk voor zich een kijkje bieden in eenig onderdeel van onze legerorga- nisatie. De tentoonstelling blijft tot en met 16 Juli open van 10—10 uur ('s Zondags van 1—5 uur). De Koning van Noorwegen heeft den zaak gelastigde, den heer M. J. G. J. Raeder, benoemd tot gezant van Noorwegen te 's-Gravenhage. Aan de Memorie van Antwoord aan de Twee de Kamer tot verhooging van het negende hoofdstuk der Rijksbegrooting voor het dienst jaar 1939 (kosten in verband met de uitvoering \an de Electriciteitswet) is het volgende ont leend: Welken omvang de nieuw te stichten afdee- ling op den duur zal moeten hebben, zal de practijk van de uitvoering der Electriciteics- wet alleen kunnen leeren. De minister van Waterstaat wil met klem wijzen op de sober heid, tot dusverre op dit punt betracht, die in het oog zal gehouden blijven en die bovendien, werd zij niet al eigener beweging behartigd, door de omstandigheden in da naaste toekomst zeker zal worden gedicteerd. Met de zienswijze van sommige leden, dat de centrale overheid haar bemoeiingen niet zou moeten uitstrekken tot koppeling van de cen trales en het stellen van eischen van deugde lijkheid, veiligheid efi doelmatigheid, kan met worden ingestemd. Wat aangaat de keuring van electro-techni- sche materialen en toestellen, wordt gaarne erkend, dat de K. E. M. A.uitstekend werk verricht. Daarin kan intusschen voor de over heid geen aanleiding worden gevonden zich van inmenging te onthouden. Met de opneming van de mededeeling „dat de regeering zich beraadt over het vraagstuk van eventueele afwenteling van de desbetref fende kosten op belanghebbenden en dat zij zich dus voorbehoudt hierop eventueel nader terug te komen" is bedoeld uit te drukken, dat de regeering gelet met name op den budgetai- ren toestand niet heeft afgezien van het zoeken in het algemeen naar mogelijkheden op andere wijze dan door bekostiging recht streeks uit 's Rijks kas in bepaalde behoeften te voorzien en dat de onderhavige voorziening, althans in beginsel, daarbij dan niet buiten het geding kan blijven. Naar aanleiding van de vraag van verschei dene leden, of de regeering voornemens zou zijn het verschil tusschen het bedrag van ruim 200.000, als de opbrengst van de heffing naar het vorig wetsontwerp had kunnen uitmaken en het thans aangevraagd bedrag van ƒ35.000, op belanghebbenden te verhalen, wijst de mi nister er op, dat het bedrag van ƒ200.000 een maximum was en het bedrag van ƒ35,000 slechts de kosten vertegenwoordigt voor de laatste helft van het jaar 1939. Zonder mach tiging van den wetgever zou een verhaal, als waartoe de vroegere regeling in staat zou heb ben gesteld; uiteraard niet mogelijk zijn. Vandaag zal, zooals bekend, de Veldpost wor den opgeheven. Ten einde vertraging in de be stelling te voorkomen, wordt er nogmaals aan herinnerd, dat op correspondentie voor militairen van de grenstroepen de aanduiding Veldpost niet meer moet worden gebruikt, maar dat een vol ledig adres met aanduiding van de plaats van bestemming op deze correspondentie moet wor den geplaatst. H. M. de Koningin is Vrijdagavond omstreeks half acht per auto uit 's Hertogenbosch op den Ruygenhoek teruggekeerd. Op de baan van de T. T.-races te Hooghalen, gemeente Beilen, juist op de splitsing van den mr. Linthorst Homanweg, zijn Vrijdagmiddag twee motorrijders met elkaar in botsing gekomen, ten gevolge waarvan een werd gedood en de tweede in hope- loozen toestand werd opgenomen en later in het ziekenhuis overleed. De motorrijder W. A. J. Arentshorst, uit Eindhoven, die een Gillet-machine bereed, oefende zich op de baan voor den wedstrijd, dien hij vandaag zou moeten rijden. Uit tegenovergestelde richting kwam de heer Van der Linde uit Utrecht geen deelnemer aan de T. T.-races eveneens per motor op den weg. Hoe het ongeval zich heeft toegedra gen is nog niet met zekerheid bekend. Volgens Óe eene lezing zou de heer Van der Linde plot seling achter een auto vandaan zijn gekomen, zcodat de heer Arentshorst hem niet tijdig heeft gezien. Volgens de andere lezing kwam de heer Van der Linde uit den mr. Linthorst Homanweg. De botsing was zeer hevig. Arentshorst werd op slag gedood. Van der Linde werd bewuste loos opgenomen. Zijn toestand was hopeloos Het stoffelijk overschot van Arentshorst en de ernstig gewonde Van der Linde werden naar het Wilhelmina-ziekenhuis te Assen overge bracht. Van der Linde is kort na aankomst in het ziekenhuis overleden. Het ongeluk geschiedde na afloop van de of- ficieele training voor de T. T.-races. De personenauto, waar Van der Linde met zijn motor plotseling achter vandaan zou zijn gekomen, was afkomstig uit Noord brabant. Van den wagen werd een der kop lampen vernield. De bestuurder van den auto is onmid dellijk na het ongeluk doorgereden om, naar hij zeide, een geneesheer te halen, doch de man keerde niet meer op de plaats van het ongeluk terug. De heer Arentshorst was garagehouder van beroep. Hij was gehuwd en vader van twee kinderen. Hij zou deelnemen in de kleine klasse tot 125 ccm op een Gilletmachir.e. Het ongeluk is gebeurd anderhalf uur nadat het parcours voor het gewone verkeer was opengesteld. Benoemd tot officier in de orde van Oranje- Nassau de heer dr. W. Hoogslag, arts te Den Haag. Toegekend de aan de orde van Oranje-Nassau verbonden eere-medaille, in brons, aan J. van Gastel, opzichter-sjouwer bij de N.V. Ijzergie terijen en émailleerfabrieken „De Etna", te Breda en aan C. Bank, cacaobrander bij de N.V. Cacao- en chocoladefabriek de Erven H. de Jong, te Wormerveer. Benoemd tot grootkruis in de orde van Oranje- Nassau dr. A. G. Kröller, commissaris voor Ne derland bij de centrale commissie voor de Rijn vaart, Nederlandsch gedelegeerde ter zake van de besprekingen over de overeenkomst van 3 April 1939 nopens verscheidene vraagstukken be treffende het stelsel toepasselijk op de Rijnvaart, te Hoenderloo. Op verzoek is eervol ontslag verleend aan den res. iuit.-kol. K. A. Rövekamp van den staf der Vie infanteriebrigade; aan den res. luit)--kol. J. W. Holsbergen, van den staf der IVe infanteriebrigade; aan den res. majoor voor spec, diensten H. J. Bathoorn, van het vrjjw. landstormkorps lucht wachtdienst; aan den res. kapitein W. F. de Jong van het 3e reg. veldart.; aan den res. eerste It. E. Kranenburg, van het 2e reg. luchtdoelart. Benoemd tot secretaris van de commissie voor het vervoersvraagstuk op de Zuid-Holland- sche eilanden en op Schouwen en Duiveland de heer A. van Praagh, hoofdcommies bij het de partement van Waterstaat te Den Haag. Door Dora Niemann 22 Over Marlene's gezicht vloog een plotselinge Schaduw. „Ik kon het zelf ook eerst niet begrjj- tten, het was eenvoudig niet te gelooven, dat jbijn huwelijk al heel gauw een mislukking bleek zijn, te minder, omdat mijn man van zijn *ant immers alles in 't werk heeft gesteld, om 1,1 ij te krijgen. Nu, later wist ik, dat dat hij "lij nooit had liefgehad maar een andere Vrouw." „Maar ik weet toch van je vader, dat de hian in geestdrift voor je was geraakt en een Et>oedig huwelijk wenschte." „Dat wilde hij ook, maar alleen om den schijn v® redden. Zijn bedoeling was, om het voorwerp Van zijn liefde te ontvluchten en hiervoor vond een huwelijk met mij de beste oplossing ~ie andere vrouw was namelijk al getrouwd het bleek later zijn eigen schoonzuster te zijn. ^wee jaar nadat mijn vader en tante Britta ge storven waren, werd zij weduwe. Toen mijn man °t> een zakenreis was, kreeg ik uit Bremen een aangeteekenden brief van hem. Ik moest 't hem 'baar vergeven, maar hij kwam niet meer bij mjj terug. Zijn oude hartstocht voor haar was sterker dan zijn wil en zijn genegenheid voor mij. Hij wilde met haar en haar kinderen in Amerika een nieuw leven beginnen. Maar zoover is het niet gekomen. Op weg naar een ontmoe ting met haar is hij door een ongeluk om het leven gekomen. Toen is ook gebleken dat hij zoo goed als niets had nagelaten. Hij had de zaak van mijn vader verkocht en op het huis een groote hypotheek moeten nemen, om zoo doende nog wat te redden van het geld, dat hij indertijd aan mijn vader had voorgeschoten. Hij zelf had gevoelige verliezen geleden. Nu bestrijd ik de hypotheekrente en de kosten voor mijn onderhoud uit de huur van het huis." Mevrouw Eggert had een paar maal door in terrupties uiting g.egeven aan haar verontwaar diging, nu strekte zij beide handen uit over de tafel. „Kindje,dat is dat is, daar kan ik geen woorden voor vinden. Als je vader en je tante dat eens wisten. Zij geloofden toch alle twee, dat je den besten man ter wereld had, en voor je heele leven was bezorgd. Dat is toch ongehoord, en hij maakte zoo'n degelijken, betrouwbaren indruk, was zooveel ouder dan jij, en toch liet hij je zoo maar in den steek. Ja, en nu zit jij met de zorg." „Dat loopt wel los." Er speelde nu een lachje om Marlene's lippen, en de uitdrukking van haar oogen was niet zoo wanhopig als mevrouw Eg gert verwacht had. „Het was destijds natuur lijk wel een slag voor me. Ik was al zoo aan mijn huwelijk gewend, al had ik het dan ook niet uit groote liefde maar alleen op aandringen van mijn vader gesloten. Ik heb daardoor het bank roet van de zaak verhinderd, daar Hansen de grootste schuldeischer van de firma was. Toen ging alles op zijn naam over. Hij zorgde heel goed voor vader en tante Britta, en ik kwam ook niets te kort. Nu, zijn heengaan bezorgde mij niet zoo'n hevig verdriet, maar wel, dat het zoo onverwachts gebeurde, dat trof me meer. De teleurstelling dat hij nooit echt van me had gehouden en ik dat toch altijd had geloofd, ge looven moest, dat was hard voor me „Mijn hemel!" De oudere vrouw zuchtte diep en haar blik was vol hartelijke deelname. „Dat zoo iets gebeuren kan! Maar zoo is het, de menschen kennen elkaar niet, tien jaar en nog langer zijn man en vrouw vaak samen en toch kunnen zij in een hoekje van hun hhrt geheimen bewaren, die hun plotseling uit hun huwelijksrust rukken en onberekenbare wegen doen inslaan. Maar wat is er verder van jou ge worden, Mariene? Kun je tenminste goed en zonder zorg leven!" „Ach, dat helaas niet. Het duurde een poosje, tot ik huurders voor het huis vond. Ik moest het heele huis verhuren om genoeg geld voor de hy potheekrente te hebben. Ik zelf heb toen een tijdlang geleefd van de opbrengst van onze ju- weelen." Marlene's blikken dwaalden over de ander heen in de yerte, terug in den tijd, toen zij hard had moeten vechten om haar armzalig bestaan te rekken, toen zij vaak hongerig naar bed moest gaan, en niet had geweten, waarvan zij den volgenden dag het noodige koopen moest. Tot zij op zekeren dag Niels was tegengekomen, Niels, haar vroegeren speelkameraad, die, nog al tijd bleek en smal, een vioolvirtuoos was gewor den. Aan hem had zij alles verteld, en Niels was direct bereid geweest haar te helpen,ondanks het feit, dat hij over enkele dagen naar het Zuiden van het land moest, om daar de leiding van een orkest op zich te nemen. En tenslotte was het hem gelukt, werk voor Mariene te vinden. Kennissen van hem, die een kleine fabriek van auto-onderdeelen bezaten, wilden Mariene wel op het kantoor nemen. Het kleine salaris stelde haar in staat, bescheiden te leven. Kort geleden had zij kans gezien bij de autofirma zelf, waar aan de fabriek leverde, een aanstelling te krij gen gedeeltelijk in den buitendienst voor het verkoopen van auto's. Over een paar dagen zou zij een demonstratiewagen krijgen en daarmee de provincie bereizen. Op deze wijze hoopte zij, meer te verdienen en langzaam de hypotheek van het huis af te lossen. „Ik heb nu het huis aan een buitenlandsche familie met een groot aantal kinderen ver huurd," zei Mariene, tegen mevrouw Eggert, „ik woon zelf in het houten tuinhuis. En het gaat heel goed zoo!" „Maar kind, wat heb je het toch moeilijk ge kregen. Ik kan er geen woorden voor vinden. Onverantwoordelijk toch van zoo'n man!" „Och, laten we er niet meer over spreken. Ik heb u nu alles verteld en de man is dood. Laat hem rusten." „Kleine Mariene, dat mag ik toch wel zeg gen, niet? Daar valt me iets in. Wat is er toch van dien jongen vlieger geworden ik geloof, dat hij een jeugdvriend van je was die des tijds ook mee was naar Wedel? Hoe heette hij ook weer? Wacht eens een korte naam Sven was het ja. Sven." Mariene wist onmiddeellijkwien zij bedoelde. IZt) had den laatsten tijd, de laatste eenzame jaren, veel aan den man gedacht, die haar eer ste en eenige liefde was geweest. „Ja, hoe het tegenwoordig met hem gaat, weet ik niet. Hij ging immers destijds, vanwege zijn beroep, naar Zuid-Amerika. Toen hebben we niets meer van hem gehoord. Later hoorde ik van een kennis, dat hij getrouwd moet zijn met een Spaansche, de dochter van een pantage- eigenaar, maar nadien hoorden we niets meer." Mariene sprak deze woorden met dezelfde kalmte uit, als waarmee zij over het heengaan van haar man had verteld. Maar niettemin, de gedachte aan Sven reet alle wonden weer open. Wonden, di nooit geheeld waren, die steeds pijn deden, zoodra men ze aanraakte. Toen nam zij afscheid, nadat zij beloofd had, den volgenden dag beslist een bezoek aan me vrouw Eggert te komen brengen. Nadenkend keek deze de slanke gestalte na en zij dacht bij zichzelf, dat het toch zonde en jammer was van dat aardige, blonde ding, dat zij zoo alleen was. Maar zij kon wel begrijpen, dat Mariene na haar ervaringen een beetje angstig en schuw geworden was en nu van de mannen niets wou weten. Met minachtende blik ken en vechtlustig alsof zij haar heele sexe ver dedigen moest, keek mevrouw Eggert om zich heen. Mariene liep door de zonnige straten. Bij een reclamezuil bleef zij staan. Er stonden veel menschen naar de aanplakbiljetten te kijken. Een oogenblik overlegde Mariene, neen kunst en muziek lagen tegenwoordig ver buiten haar middelen; later, ja, dan zou zij weer schouw burgen en concerten gaan bezoeken, thans moest zij nog te veel strijden voor haar bestaan. Rui mer ademhalend vervolgde zij haar weg, die haar steeds verder uit het centrum der stad bracht. Deze reclamezuil met de vele opschriften in roode en zwarte letters werd eveneens opge merkt door een man, die uit een zijstraat kwam en naar de Alster ging. Met den tragen pas van iemand, die veel tijd heeft, kwam hij naderbij. Wat zou dat zijn, dat zoo de aandacht trok? Hij nam zijn hoed af en keek omhoog. Wat deed dat goed, die frissche, koele vaderlandsche lucht. In lange jaren had hij ze niet ingeademd. Met den zachten grijzen hoed in de hand, en zijn jas wijd open, trad hij dichterbij. Zijn gestalte deed jeugdig aan in haar slankheid, maar zijn ge zicht droeg velerlei sporen, het waren sporen, die verrieden dat het leven niet effen en zonder zorg aan hem was voorbij gegaan. Vele kleine rimpels waren er in gegroefd, de heldere oogen, die in zijn jeugd zoo zegevierend rond hadden geblikt, waren ernstiger geworden en keken don kerder. Maar nog dikwijls, wanneer zjjn gemoed door iets bijzonders geroerd werd, konden ze in hun ouden glans oplichten. Sven Heibrink wierp een korten blik op de menschen en stapte toen plotseling vlug naderbij. Een naam in groote letters gedrukt, had hem getroffen. Niels, Niels Barden, zijn oude vriend, gaf een concert? Niels, de vioolvirtuoos, dat was als een eerste groet van het vaderland, waarin hij gis teren was teruggekeerd. Dat scheen hem een goed voorteeken te zijn. Twee jon?? mannen stonden naast hem. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 3