De pers en de kabinetscrisis
©NS VACANTIESPR©OKJE
c
arlene'i
Beteekenis onzer
weermacht
Twee motorrijders
gedood
r
In ieder geval groote spoed
geboden
BAZEL, COMO, MILAAN, PADUA, VENETIE, BUDAPEST.
ZATERDAG 1 JULI 1939
Het tegenbezoek van
minister Funk
Programma is thans vastgesteld
NIEUW MIJNREGLEMENT
Ontwerp heeft het departement
verlaten
PRINS BERNHARD OP DE
„ORANJE"
Vermoedelijk deelnemer aan
den proeftocht
De „Sumatra" te Edinburg
Tentoonstelling „Ons Leger" in de
Houtrusthallen te 'sGraven-
hage gereed
Een ,,up to date"
expositie
onder katholieke deskundige leiding van 7 tot en met 20 Augustus.
Prijs siechts f 122
alles inbegrepen
plus f3 adm.geld
Voor 2e klas spoor wordt f 23 toeslag geheven
en voor één-persoons kamers heel de reis f8.
(De reis is berekend op twee-persoons kamers).
Men geve zich ten spoedigste op voor deze unieke en fabelachtig goed-
koope vacantiereis aan de „Vereenigde Katholieke Pers N.Z. Voorburg- i
wal 65-73, Amsterdam, Telefoon 46878 met storting der reissom op -
postgiro 22884. Vraagt uitvoerig reisprogram aan. Reis mee door Europa
in vrede, alles wordt voor U gedaan, U hebt zelfs geen pas noodig.
Nieuwe gezant van
Noorwegen
Zaakgelastigde M. Raeder
benoemd
ELECTRICITEITSWET
Mededeelingen over de kosten
der uitvoering
CORRESPONDENTIE VOOR DE
GRENSTROEPEN
DE KONINGIN TERUG IN DE
RESIDENTIE
Ernstige botsing op de baan van
de T.T.-races te Hooghalen
Juiste oorzaak van het
ongeval onbekend
UIT DE STAATSCOURANT
Onderscheidingen
Landmacht
V ervoersvraagstuk
eerste liefde
De voornaamste bladen gaven reeds in hun
Vrijdagavondnummer hun meening over de ka
binetscrisis.
Vrijwel alle wijzen zij op het zeer ongelegen
oogenblik, waarop deze crisis uitbreekt, in ver
band met de heerschende internationale span-
hingen.
Verschillende bladen geven daarenboven hy
pothesen en adviezen omtrent de samenstelling
van het nieuwe kabinet.
Zoo stelt „De Maasbode" (R.K.) vast, dat
crisis vooral het gevolg is van verschil van
inzicht tusschen Colijn en de katholieke mi
nisters. Zij raadt dan ook ten sterkste een nieuw
samengaan van de katholieken en Colijn af:
Het geschil in het kabinet zal voorname
lijk, zoo niet uitsluitend, zijn ontstaan door
een verschil van inzicht tusschen Colijn
met de hem volgende ministers eenerzijds
en de katholieke ministers anderzijds.
Als dit zoo is dan is er slechts ééne ge
volgtrekking mogelijk: medewerking van de
katholieken is vrijwel uitgesloten aan een
nieuw Kabinet-Colijn. Op een compromis is
op het oogenblik geen kans of uitzicht meer
en wellicht zou dit zelfs niet gewenscht
zijn, aangezien dit de kiem van een snel
uitbrekend nieuw conflict al te zeer in zich
zou dragen. Voor beide part ij en,
Coljjn en de katholieken, is het
gewenscht dat zij thans, althans
tijdelijk, scheiden. Het doet ons leed,
dat wij het niet anders kunnen zien.
Laten wij het niet probeeren met een
nieuwe samenwerking, die tot mislukking is
gedoemd.
Met volledige waardeering van ieders in
zicht, dienen wij thans na zoo lang mogelijke
samenwerking uiteen te gaan, naar wij ho
pen, voor zoo-kort mogelijk.
De katholieke fractie zal dan natuurlijk
ook tegenover een buiten haar om gevormd
kabinet-Colijn zich stellen op een objectief
standpunt, het» beoordeelend enkel en alleen
naar zijn daden.
Wel is met groote vreeze te vreezen, dat
dit oordeel niet gunstig zal zijn, al hopen wij
het tegendeel.
Komt dan het conflict, dan zal het ont
staan en worden uitgevochten, daèr waar dit
het meest gewenscht is, in het parlement, en
dan kan de oplossing van de nieuwe crisis
moge deze uitblijven! gezocht worden in
de richting, door het gevallen Kamer-votum
aangewezen.
Volgens den parlementairen redacteur van
«De Standaard" (A.R.) is het opmer
kenswaard,
dat de bewoordingen waarin deze opdracht
aan Dr. Colijn is vervat, ongeveer dezelfde
zijn van de hem in 1937 verleende opdracht.
Immers verzocht de Koningin hem ook toen
een Kabinet samen te stellen, waarbij geen
enkele verdere beperking werd opgelegd.
De Nieuwe Rotterdamsche Cou
rant (Lib.) acht de crisis natuurlijk het gevolg
Tan de, volgens haar, anti-liberale richting der
wetgeving en ziet de toekomst somber in:
Wat de toekomst betreft, deze ziet er,
afgescheiden nog van het financieele vraag
stuk en van de in verval zijnde abnormale
politieke verhoudingen tengevolge van de
geloofsbasis, waarop een aantal partijen bij
ons nog georganiseerd zijn, niet rooskleurig
uit. Sedert 1937 is de wetgeving dermate in
anti-liberale richting omgebogen, dat men
ook daarvan rampspoedige gevolgen moet
verwachten.
Wij hebben onlangs in een r.-k. blad ge
lezen, dat ons blad in de laatste jaren voort
durend voor een Kabinet op breede basis
had gepleit. Die meening was er geheel naast.
Wij hebben betreurd, dat men in 1937 met
de samenstelling van het Kabinet van die
basis was afgeweken en dat het na 1937 ge
volgde beleid zich zoozeer van dat van het
vorige heeft onderscheiden. Maar wij ver
moeden, dat men er ook in de Liberale Staats
partij thans weinig op gebrand zal zijn
gesteld men plaatst haar voor die keus
zonder meer aan een Kabinet op breede basis
deel te nemen na al wat gedurende de laat
ste jaren in onze wetgeving de verkeerde
richting is uitgegroeid. De Liberale Staats
party is trouwens van geringe getalsterkte
en haar aandeel in de verantwoordelijkheid
voor wat mogelijk is, zal naar verhouding
klein zijn. Maar ook voor de R. K. Staats
partij zal het in verband met het verleden
1933—1937 niet zoo gemakkelijk meer zijn
hoewel om geheel andere persoonlijke en
zakelijke redenen zelfs maar losse ar
beidskrachten aan een dergelijk Kabinet te
leveren, gelijk in 1933 nog mogelijk was.
De opdracht aan den heer Colijn luidt tot
Vorming van „een kabinet" zonder meer,
gelijk in 1937. Hij kan dus alle kanten uit,
maar èn uit zijn verleden èn uit wat hij bij
het aftreden van den Minister van Financiën
heeft verklaard, mag men afleiden, dat zijn
pogingen althans niet zullen gaan in een
richting van financieele buitenissigheden, als
bij de s.-d., een groot deel der r.-k., en een
klein deel der c.-h. bepleit worden.
De basis van dit kabinet was te eng, aldus
Telegraaf". Het blad betoogt voorts de
Noodzakelijkheid vean een snelle oplossing.
Wij zouden onoprecht zijn, indien wij ver
klaarden, het aftreden van dit kabinet te
betreuren. In moeilijke tijden, zooals wij die
sedert een reeks van jaren beleven, behoort
ons land niet geregeerd te worden door een
ministerie, geformeerd op zóó enge basis als
het huidige.
Dat is zeker, dat de tijdsomstandigheden
een snelle oplossing der crisis eischen. H. M.
de Koningin, die zonder consultatie der Ka
mervoorzitters en der partijleiders dr. Colijn
opnieuw tot kabinetsformateur heeft be
noemd, toont den ernst van den toestand te
beseffen.
Het is op het oogenblik niet de kwestie
der werkloosheid, die in de eerste plaats de
aandacht van het land vraagt, maar wel die
van een parate defensie. Op een tijdstip, dat
de geheele wereld in spanning verkeert over
het verloop der buitenlandsche gebeurtenis
sen, kunnen wij in Nederland niet gaan de-
batteeren over millioenen meer of millioenen
minder ter bestrijding van de werkloosheid.
Het ziet er trouwens naar uit, dat de eischen,
die leger en vloot aan ons land stellen en
nog zullen stellen, de werkloosheid automa
tisch zullen terugdringen, zooals dat ook in
Duitschland en Engeland is gebeurd. Een
spoedige oplossing, dat is wat het oogenblik
eischt.
De parlementaire redacteur van het blad somt
de 4 mogelijkheden op, die er volgens hem be
staan:
Op de eerste plaats is mogelijk een terug
keer van hoofdzakelijk hetzelfde kabinet met
misschien een of twee mutaties.
Een tweede mogelijkheid wordt gezien in
de vorming, waarschijnlijk ook weer door dr.
Colijn, van een kabinet op breederen grond
slag.
Ten derde moet niet onmogelijk worden ge
acht, dat aan de vorming van een dergelijk
breede-basiskabinet eerst nog vooraf zou
moeten gaan een opdracht aan een katholie
ken formateur, men noemt den naam van
mr. T. J. Verschuur, tot vorming van een
rechtsch parlementair kabinet.
Een vierde redeneering, welke ons voors
hands weinig reëel schijnt te zijn, is dat de
huidige crisis een gevolg is van een niet bij
te leggen conflict tusschen de klassieke en
moderne financieele en budgetaire politiek.
Aangezien de meerderheid van het oude ka
binet bestaat uit aanhangers van de be
proefde leer van het budgetair evenwicht,
zou dus thans de moderne richting een kans
moeten hebben.
Volgens den parlementairen redacteur van het
Algemeen Handelsblad zijn er vele op
lossingen mogelijk.
Zooals bekend, ging de strijd in het kabinet
over hetgeen men de „oude" en de „nieuwe"
economie genoemd heeft. De vraag kan ech
ter rijzen, of te midden van een gespannen
internationalen toestand zelfs de uiterst ge
wichtige vraagstukken niet naar een tweede
plan moeten worden geschoven. In dien zin
zou ons volk dan ook de opdracht aan dr.
Colijn, niet slechts als politicus en staats
man, maar vooral ook als nationale figuur,
vcrsts&n
De opdracht om „een" kabinet te vormen
laat, evenals in 1937, den door de Koningin
aangewezen formateur volledige vrijheid om
trent de wijze, waarop hij de crisis zal trach
ten op te lossen.
Maar het vermoeden ligt voor de hand, dat
dr. Colijn het ditmaal niet opnieuw in een
rechtsch coalitie-kabinet zal zoeken, om de
eenvoudige reden, dat zulk een kabinet reeds
na twee jaren door innerlijke meeningsver-
schillen het bijltje er bij heeft moeten neer
leggen.
Theoretisch mogelijk is een parlementair
kabinet op een breedere of zeer breede basis.
Verder een extra-parlementair of een zaken
kabinet. Maar hierover reeds op dit oogenblik
voorspellingen te doen, zou meer dan voor
barig zijn.
Het coalitie-kabinet is, volgens Het Volk
(S.D.A.P.), de zondenbok.
Men moest en zou (in 1937), dwars tegen
alle redelijkheid in, een coalitie-kabinet heb
ben. De aandrang hiertoe ging kennelijk uit
van de conservatieve vleugel der katholie
ken en dr. Colijn is toen voor deze bekoring
bezoeken.
Thans moet het land het gelag betalen.
Twee jaren, die gebruikt hadden kunnen
worden voor een forse politiek van construc
tief werk, zijn voorbij gegaan met eindeloos
geredekavel in een kabinet, dat in zichzelf
verdeeld was.
Een hoge prijs voor dit hernieuwd en
naar wij hopen ook laatste blijk, dat de
coalitiegedachte, die in onze vaderlandse
staatkunde reeds zoveel onheil stichtte, haar
levenskracht heeft verloren.
Spoed zal zich ditmaal aan grondigheid
moeten paren. De baan is vrij voor een nieu
we oplossing in grote stijl. Maar is de afge
treden premier, die zozeer verknocht is aan
bepaalde economische inzichten, wel de man,
die juist deze taak kan aanvaarden?
Dat is de zorgelijke vraag, die zich vóór
alles opdringt bij.het vernemen, dat dr. Colijn
wederom het eerst aan bod is.
Het programma van het bezoek van den
Duitschen minister dr. Walter Funk is als volgt
samengesteld:
Woensdag 5 Juli zal hij in den loop van den
ochtend te 's-Gravenhage arriveeren. Hij zal
vergezeld zijn van Ministerialdirigent Schlot-
terer. van het Reichswirtschaftsministerium,
van Pressereferent Oberregierungsrat Rechen-
berg en zijn adjudant dr. Schwedler. Na ver
schillende bezoeken te hebben afgelegd, zal de
minister de lunch gebruiken bij den Duitschen
gezant, graaf J. von Zech-Burkersroda. Des
avonds zal de minister van Economische Za
ken, mr. M. P. L. Steenberghe, een diner aan
bieden ter eere van minister Funk.
Donderdag 6 Juli zal dr. Funk een bezoek
brengen aan de Zuiderzeewerken. Des avonds
biedt Hr. Ms. gezant te Berlijn, jhr. Van Haers-
ma de With, op zijn buiten te Nijkerk een
soirée aan.
Vrijdag 7 Juli brengt dr. Funk, die president
is van de Deutsche Reichsbank, een bezoek aan
president en directeuren van de Nederlandsche
Bank te Amsterdam.
Op de vraag van het Tweede Kamerlid Van
der Goes van Naters betreffende de afkondi
ging van een nieuw mijnreglement heeft de
minister van Waterstaat als volgt geantwoord:
Het ontwerp van een nieuw mijnreglement
beeft het departement verlaten. Verwacht mag
worden, dat de afkondiging binnen niet te lan
gen tijd tegemoet kan worden gezien.
In antwoord op een telegrafische» geluk-
wensch, welke Prins Bernhard Donderdag ter
gelegenheid van Zijn verjaardag van boord der
„Oranje" werd gezonden, heeft de Prins in
zijn danktelegram de hoop uitgesproken, dat
hij in de gelegenheid zal zijn den officieelen
proeftocht van het schip mede te maken.
Hr. Ms. kruiser Sumatra, onder bevel van
kapitein ter zee C. A. Brouwer, is 29 Juli te
Edinburg aangekomen.
Wanneer men op de aanplakbiljetten voor de
tentoonstelling „Het Leger" te Den Haag het
silhouet van den eenvoudigen soldaat tegen den
rood-wit-blauwen achtergrond ziet afgeteekend
dan weet men, van welken aard deze tentoon
stelling zal zijn.
Doch om ook maar eenigermate een indruk
van deze expositie te verkrijgen, zal men zich
eenrondwandeling van minstens enkele uren
door de groote Houtrusthallen en door de loop
graven en tenten op het openbaar terrein dienen
te getroosten. Men heeft dan een algemeen^n
indruk opgedaan. Wil men tot in bijzonderheden
van een of meer onderdeden dezer legerten
toonstelling het noodige te weten komen, dan
kan men bij elk van deze deelen en dat zijn
er verscheidene gerust nog enkele uren in
aandachtige beschouwing doorbrengen.
Dit is de conclusie, waartoe wij Vrijdag kwa
men, na 2V2 uur rondgang onder afwisselende
deskundige voorlichting, waartoe de pers gele
genheid verkreeg van de militaire commissie
onder voorzitterschap van generaal-majoor jhr
J. Th. Alting von .Geusau en van het uitvoe
rend comité, onder presidium van gep. gene-
raal-maioor K. E. Oudendijk, voorzitter van de
Koninklijke Nederlandsche Vereeniging „Ons
Leger", die deze tentoonstelling inrichtte.
Reeds voordat men het tentoonstellingsterrein
heeft betreden, komt men „over de brug" van
de pontonniers, die tijdelijk over het verver-
schingskanaal is geslagen, een brug, die het
Statenkwartier en de Houtrustdirectie zeker wel
gaarne door een blijvende zouden willen zien
vervangen.
We bevinden ons in de imposante hallen er,
maken allereerst'een wandeling over een even
eens door pontonniers gebouwd lang podium
dat als in vogelvlucht een overzicht over het
inwendige complex kan bieden, waaraan met de
leger-organisatie en de artillerie-inrichtingen
niet minder dan 115 particuliere inzenders heb
ben medegewerkt.
De uitgebreide stand van de „Hembrug" is in
samenwerking met niet minder dan 24 metaal-
industrieelen tot stand gekomen.
We aanschouwen, hoe de genie een telefoon
centrale heeft opgericht, die alle standhouders
met het tentoonstellingsbureau en met het
6tadstelefoonnet verbindt. Bovendien zullen her
haaldelijk postduiven berichten overbrengen
van de tentoonstelling naar Utrecht, vanwaar
dan radiografisch op de tentoonstelling het ant
woord zal worden vernomen.
Een afzonderlijke ruimte heeft de genie voor
haar verkeersonderricht, dat de brigade-corn
mandant P. W. Scharroo, voor al zijn man
schappen verplicht heeft gesteld en waarvan
men o.a. een fraaie maquette met verkeer van
allerlei aard in miniatuur kan bewonderen, zoo
als die door een van de genie-onderofficieren
kunstig werd vervaardigd.
De topografische dienst toont den bezoeker
een volledig overzicht van zijn fraaie militaire
en wandelkaarten voor alle deelen van ons land,
de intendance biedt een kijkje in haar kleer
makerijen en schoenmakerijen, in haar bijzon
dere verzorging voor den inwendigen mensch
men zal er voor een dubbeltje een rantsoen
naar keuze uit de veldkeukens kunnen nuttigen
en in den gang van zaken bij het vervoer van
levensmiddelen en wat dies meer zii naar de
troepen te velde.
Luchtbescherming en luchtafweer zijn twee
omvangrijke afdeelingen op deze tentoonstel-
Venetië de stad der gondels
ling, waar men alle wetenswaardigheden op dit
gebied kan vernemen.
Een complete commando-groep van de artil
lerie, een gigantische Daimler-Benz trekauto
met rupsbanden, de medische hulpverleening bij
gasaanvallen, een uit poppen samengestelde
ontsmettingsploeg, vliegtuigen en vuurmonden
van allerlei kaliber, een overzicht van alle tegen
woordige uniformen (de tentoonstelling toont
alleen wat up-to-date is, dus geen historische
voorwerpen) en nog zeer veel meer zaken, one?
weermacht betreffende, vullen de Houtrustha'-
len in deze dagen.
Daarna komt men op het open terrein en
treft dan een compleet loopgravenstelsel met
dekkingen en schuilplaatsen aan, dat onder lei
ding van den kapitein R. A. van Holthoon is
aangelegd en dat men zeker niet mag verzui
men, tot in alle hoeken te bezichtigen. Een
complex, waarin 54000 werkuren en 34000 zand
zakken zijn verwerkt.
Rondom dit terrein ontwaart men verschei
dene linnen tenten, die elk voor zich een kijkje
bieden in eenig onderdeel van onze legerorga-
nisatie.
De tentoonstelling blijft tot en met 16 Juli
open van 10—10 uur ('s Zondags van 1—5 uur).
De Koning van Noorwegen heeft den zaak
gelastigde, den heer M. J. G. J. Raeder, benoemd
tot gezant van Noorwegen te 's-Gravenhage.
Aan de Memorie van Antwoord aan de Twee
de Kamer tot verhooging van het negende
hoofdstuk der Rijksbegrooting voor het dienst
jaar 1939 (kosten in verband met de uitvoering
\an de Electriciteitswet) is het volgende ont
leend:
Welken omvang de nieuw te stichten afdee-
ling op den duur zal moeten hebben, zal de
practijk van de uitvoering der Electriciteics-
wet alleen kunnen leeren. De minister van
Waterstaat wil met klem wijzen op de sober
heid, tot dusverre op dit punt betracht, die in
het oog zal gehouden blijven en die bovendien,
werd zij niet al eigener beweging behartigd,
door de omstandigheden in da naaste toekomst
zeker zal worden gedicteerd.
Met de zienswijze van sommige leden, dat de
centrale overheid haar bemoeiingen niet zou
moeten uitstrekken tot koppeling van de cen
trales en het stellen van eischen van deugde
lijkheid, veiligheid efi doelmatigheid, kan met
worden ingestemd.
Wat aangaat de keuring van electro-techni-
sche materialen en toestellen, wordt gaarne
erkend, dat de K. E. M. A.uitstekend werk
verricht. Daarin kan intusschen voor de over
heid geen aanleiding worden gevonden zich
van inmenging te onthouden.
Met de opneming van de mededeeling „dat
de regeering zich beraadt over het vraagstuk
van eventueele afwenteling van de desbetref
fende kosten op belanghebbenden en dat zij zich
dus voorbehoudt hierop eventueel nader terug
te komen" is bedoeld uit te drukken, dat de
regeering gelet met name op den budgetai-
ren toestand niet heeft afgezien van het
zoeken in het algemeen naar mogelijkheden
op andere wijze dan door bekostiging recht
streeks uit 's Rijks kas in bepaalde behoeften
te voorzien en dat de onderhavige voorziening,
althans in beginsel, daarbij dan niet buiten
het geding kan blijven.
Naar aanleiding van de vraag van verschei
dene leden, of de regeering voornemens zou
zijn het verschil tusschen het bedrag van ruim
200.000, als de opbrengst van de heffing naar
het vorig wetsontwerp had kunnen uitmaken
en het thans aangevraagd bedrag van ƒ35.000,
op belanghebbenden te verhalen, wijst de mi
nister er op, dat het bedrag van ƒ200.000 een
maximum was en het bedrag van ƒ35,000
slechts de kosten vertegenwoordigt voor de
laatste helft van het jaar 1939. Zonder mach
tiging van den wetgever zou een verhaal, als
waartoe de vroegere regeling in staat zou heb
ben gesteld; uiteraard niet mogelijk zijn.
Vandaag zal, zooals bekend, de Veldpost wor
den opgeheven. Ten einde vertraging in de be
stelling te voorkomen, wordt er nogmaals aan
herinnerd, dat op correspondentie voor militairen
van de grenstroepen de aanduiding Veldpost niet
meer moet worden gebruikt, maar dat een vol
ledig adres met aanduiding van de plaats van
bestemming op deze correspondentie moet wor
den geplaatst.
H. M. de Koningin is Vrijdagavond omstreeks
half acht per auto uit 's Hertogenbosch op den
Ruygenhoek teruggekeerd.
Op de baan van de T. T.-races te
Hooghalen, gemeente Beilen, juist op
de splitsing van den mr. Linthorst
Homanweg, zijn Vrijdagmiddag twee
motorrijders met elkaar in botsing
gekomen, ten gevolge waarvan een
werd gedood en de tweede in hope-
loozen toestand werd opgenomen en
later in het ziekenhuis overleed.
De motorrijder W. A. J. Arentshorst, uit
Eindhoven, die een Gillet-machine bereed,
oefende zich op de baan voor den wedstrijd,
dien hij vandaag zou moeten rijden.
Uit tegenovergestelde richting kwam de heer
Van der Linde uit Utrecht geen deelnemer
aan de T. T.-races eveneens per motor op
den weg. Hoe het ongeval zich heeft toegedra
gen is nog niet met zekerheid bekend. Volgens
Óe eene lezing zou de heer Van der Linde plot
seling achter een auto vandaan zijn gekomen,
zcodat de heer Arentshorst hem niet tijdig
heeft gezien. Volgens de andere lezing kwam
de heer Van der Linde uit den mr. Linthorst
Homanweg.
De botsing was zeer hevig. Arentshorst werd
op slag gedood. Van der Linde werd bewuste
loos opgenomen. Zijn toestand was hopeloos
Het stoffelijk overschot van Arentshorst en de
ernstig gewonde Van der Linde werden naar
het Wilhelmina-ziekenhuis te Assen overge
bracht.
Van der Linde is kort na aankomst in het
ziekenhuis overleden.
Het ongeluk geschiedde na afloop van de of-
ficieele training voor de T. T.-races.
De personenauto, waar Van der Linde
met zijn motor plotseling achter vandaan
zou zijn gekomen, was afkomstig uit Noord
brabant. Van den wagen werd een der kop
lampen vernield.
De bestuurder van den auto is onmid
dellijk na het ongeluk doorgereden om, naar
hij zeide, een geneesheer te halen, doch de
man keerde niet meer op de plaats van
het ongeluk terug.
De heer Arentshorst was garagehouder van
beroep. Hij was gehuwd en vader van twee
kinderen. Hij zou deelnemen in de kleine klasse
tot 125 ccm op een Gilletmachir.e. Het ongeluk
is gebeurd anderhalf uur nadat het parcours
voor het gewone verkeer was opengesteld.
Benoemd tot officier in de orde van Oranje-
Nassau de heer dr. W. Hoogslag, arts te Den
Haag.
Toegekend de aan de orde van Oranje-Nassau
verbonden eere-medaille, in brons, aan J. van
Gastel, opzichter-sjouwer bij de N.V. Ijzergie
terijen en émailleerfabrieken „De Etna", te
Breda en aan C. Bank, cacaobrander bij de
N.V. Cacao- en chocoladefabriek de Erven H. de
Jong, te Wormerveer.
Benoemd tot grootkruis in de orde van Oranje-
Nassau dr. A. G. Kröller, commissaris voor Ne
derland bij de centrale commissie voor de Rijn
vaart, Nederlandsch gedelegeerde ter zake van
de besprekingen over de overeenkomst van 3
April 1939 nopens verscheidene vraagstukken be
treffende het stelsel toepasselijk op de Rijnvaart,
te Hoenderloo.
Op verzoek is eervol ontslag verleend
aan den res. iuit.-kol. K. A. Rövekamp van den
staf der Vie infanteriebrigade;
aan den res. luit)--kol. J. W. Holsbergen, van
den staf der IVe infanteriebrigade;
aan den res. majoor voor spec, diensten H. J.
Bathoorn, van het vrjjw. landstormkorps lucht
wachtdienst;
aan den res. kapitein W. F. de Jong van het
3e reg. veldart.;
aan den res. eerste It. E. Kranenburg, van het
2e reg. luchtdoelart.
Benoemd tot secretaris van de commissie
voor het vervoersvraagstuk op de Zuid-Holland-
sche eilanden en op Schouwen en Duiveland de
heer A. van Praagh, hoofdcommies bij het de
partement van Waterstaat te Den Haag.
Door Dora Niemann
22
Over Marlene's gezicht vloog een plotselinge
Schaduw. „Ik kon het zelf ook eerst niet begrjj-
tten, het was eenvoudig niet te gelooven, dat
jbijn huwelijk al heel gauw een mislukking bleek
zijn, te minder, omdat mijn man van zijn
*ant immers alles in 't werk heeft gesteld, om
1,1 ij te krijgen. Nu, later wist ik, dat dat hij
"lij nooit had liefgehad maar een andere
Vrouw."
„Maar ik weet toch van je vader, dat de
hian in geestdrift voor je was geraakt en een
Et>oedig huwelijk wenschte."
„Dat wilde hij ook, maar alleen om den schijn
v® redden. Zijn bedoeling was, om het voorwerp
Van zijn liefde te ontvluchten en hiervoor vond
een huwelijk met mij de beste oplossing
~ie andere vrouw was namelijk al getrouwd
het bleek later zijn eigen schoonzuster te zijn.
^wee jaar nadat mijn vader en tante Britta ge
storven waren, werd zij weduwe. Toen mijn man
°t> een zakenreis was, kreeg ik uit Bremen een
aangeteekenden brief van hem. Ik moest 't hem
'baar vergeven, maar hij kwam niet meer bij
mjj terug. Zijn oude hartstocht voor haar was
sterker dan zijn wil en zijn genegenheid voor
mij. Hij wilde met haar en haar kinderen in
Amerika een nieuw leven beginnen. Maar zoover
is het niet gekomen. Op weg naar een ontmoe
ting met haar is hij door een ongeluk om het
leven gekomen. Toen is ook gebleken dat hij
zoo goed als niets had nagelaten. Hij had de
zaak van mijn vader verkocht en op het huis
een groote hypotheek moeten nemen, om zoo
doende nog wat te redden van het geld, dat hij
indertijd aan mijn vader had voorgeschoten. Hij
zelf had gevoelige verliezen geleden. Nu bestrijd
ik de hypotheekrente en de kosten voor mijn
onderhoud uit de huur van het huis."
Mevrouw Eggert had een paar maal door in
terrupties uiting g.egeven aan haar verontwaar
diging, nu strekte zij beide handen uit over de
tafel.
„Kindje,dat is dat is, daar kan ik geen
woorden voor vinden. Als je vader en je tante
dat eens wisten. Zij geloofden toch alle twee, dat
je den besten man ter wereld had, en voor je
heele leven was bezorgd. Dat is toch ongehoord,
en hij maakte zoo'n degelijken, betrouwbaren
indruk, was zooveel ouder dan jij, en toch liet
hij je zoo maar in den steek. Ja, en nu zit jij
met de zorg."
„Dat loopt wel los." Er speelde nu een lachje
om Marlene's lippen, en de uitdrukking van haar
oogen was niet zoo wanhopig als mevrouw Eg
gert verwacht had. „Het was destijds natuur
lijk wel een slag voor me. Ik was al zoo aan mijn
huwelijk gewend, al had ik het dan ook niet uit
groote liefde maar alleen op aandringen van
mijn vader gesloten. Ik heb daardoor het bank
roet van de zaak verhinderd, daar Hansen de
grootste schuldeischer van de firma was. Toen
ging alles op zijn naam over. Hij zorgde heel
goed voor vader en tante Britta, en ik kwam
ook niets te kort. Nu, zijn heengaan bezorgde
mij niet zoo'n hevig verdriet, maar wel, dat het
zoo onverwachts gebeurde, dat trof me meer.
De teleurstelling dat hij nooit echt van me had
gehouden en ik dat toch altijd had geloofd, ge
looven moest, dat was hard voor me
„Mijn hemel!" De oudere vrouw zuchtte diep
en haar blik was vol hartelijke deelname.
„Dat zoo iets gebeuren kan! Maar zoo is het,
de menschen kennen elkaar niet, tien jaar en
nog langer zijn man en vrouw vaak samen en
toch kunnen zij in een hoekje van hun hhrt
geheimen bewaren, die hun plotseling uit hun
huwelijksrust rukken en onberekenbare wegen
doen inslaan. Maar wat is er verder van jou ge
worden, Mariene? Kun je tenminste goed en
zonder zorg leven!"
„Ach, dat helaas niet. Het duurde een poosje,
tot ik huurders voor het huis vond. Ik moest het
heele huis verhuren om genoeg geld voor de hy
potheekrente te hebben. Ik zelf heb toen een
tijdlang geleefd van de opbrengst van onze ju-
weelen." Marlene's blikken dwaalden over de
ander heen in de yerte, terug in den tijd, toen
zij hard had moeten vechten om haar armzalig
bestaan te rekken, toen zij vaak hongerig naar
bed moest gaan, en niet had geweten, waarvan
zij den volgenden dag het noodige koopen moest.
Tot zij op zekeren dag Niels was tegengekomen,
Niels, haar vroegeren speelkameraad, die, nog al
tijd bleek en smal, een vioolvirtuoos was gewor
den. Aan hem had zij alles verteld, en Niels was
direct bereid geweest haar te helpen,ondanks het
feit, dat hij over enkele dagen naar het Zuiden
van het land moest, om daar de leiding van
een orkest op zich te nemen. En tenslotte was
het hem gelukt, werk voor Mariene te vinden.
Kennissen van hem, die een kleine fabriek van
auto-onderdeelen bezaten, wilden Mariene wel
op het kantoor nemen. Het kleine salaris stelde
haar in staat, bescheiden te leven. Kort geleden
had zij kans gezien bij de autofirma zelf, waar
aan de fabriek leverde, een aanstelling te krij
gen gedeeltelijk in den buitendienst voor het
verkoopen van auto's. Over een paar dagen zou
zij een demonstratiewagen krijgen en daarmee
de provincie bereizen. Op deze wijze hoopte zij,
meer te verdienen en langzaam de hypotheek
van het huis af te lossen.
„Ik heb nu het huis aan een buitenlandsche
familie met een groot aantal kinderen ver
huurd," zei Mariene, tegen mevrouw Eggert, „ik
woon zelf in het houten tuinhuis. En het gaat
heel goed zoo!"
„Maar kind, wat heb je het toch moeilijk ge
kregen. Ik kan er geen woorden voor vinden.
Onverantwoordelijk toch van zoo'n man!"
„Och, laten we er niet meer over spreken. Ik
heb u nu alles verteld en de man is dood. Laat
hem rusten."
„Kleine Mariene, dat mag ik toch wel zeg
gen, niet? Daar valt me iets in. Wat is er toch
van dien jongen vlieger geworden ik geloof,
dat hij een jeugdvriend van je was die des
tijds ook mee was naar Wedel? Hoe heette hij
ook weer? Wacht eens een korte naam Sven
was het ja. Sven."
Mariene wist onmiddeellijkwien zij bedoelde.
IZt) had den laatsten tijd, de laatste eenzame
jaren, veel aan den man gedacht, die haar eer
ste en eenige liefde was geweest.
„Ja, hoe het tegenwoordig met hem gaat, weet
ik niet. Hij ging immers destijds, vanwege zijn
beroep, naar Zuid-Amerika. Toen hebben we
niets meer van hem gehoord. Later hoorde ik
van een kennis, dat hij getrouwd moet zijn met
een Spaansche, de dochter van een pantage-
eigenaar, maar nadien hoorden we niets meer."
Mariene sprak deze woorden met dezelfde
kalmte uit, als waarmee zij over het heengaan
van haar man had verteld. Maar niettemin, de
gedachte aan Sven reet alle wonden weer open.
Wonden, di nooit geheeld waren, die steeds pijn
deden, zoodra men ze aanraakte.
Toen nam zij afscheid, nadat zij beloofd had,
den volgenden dag beslist een bezoek aan me
vrouw Eggert te komen brengen.
Nadenkend keek deze de slanke gestalte na
en zij dacht bij zichzelf, dat het toch zonde en
jammer was van dat aardige, blonde ding, dat
zij zoo alleen was. Maar zij kon wel begrijpen,
dat Mariene na haar ervaringen een beetje
angstig en schuw geworden was en nu van de
mannen niets wou weten. Met minachtende blik
ken en vechtlustig alsof zij haar heele sexe ver
dedigen moest, keek mevrouw Eggert om zich
heen.
Mariene liep door de zonnige straten. Bij een
reclamezuil bleef zij staan. Er stonden veel
menschen naar de aanplakbiljetten te kijken.
Een oogenblik overlegde Mariene, neen kunst
en muziek lagen tegenwoordig ver buiten haar
middelen; later, ja, dan zou zij weer schouw
burgen en concerten gaan bezoeken, thans moest
zij nog te veel strijden voor haar bestaan. Rui
mer ademhalend vervolgde zij haar weg, die
haar steeds verder uit het centrum der stad
bracht.
Deze reclamezuil met de vele opschriften in
roode en zwarte letters werd eveneens opge
merkt door een man, die uit een zijstraat kwam
en naar de Alster ging. Met den tragen pas van
iemand, die veel tijd heeft, kwam hij naderbij.
Wat zou dat zijn, dat zoo de aandacht trok? Hij
nam zijn hoed af en keek omhoog. Wat deed
dat goed, die frissche, koele vaderlandsche lucht.
In lange jaren had hij ze niet ingeademd. Met
den zachten grijzen hoed in de hand, en zijn jas
wijd open, trad hij dichterbij. Zijn gestalte deed
jeugdig aan in haar slankheid, maar zijn ge
zicht droeg velerlei sporen, het waren sporen,
die verrieden dat het leven niet effen en zonder
zorg aan hem was voorbij gegaan. Vele kleine
rimpels waren er in gegroefd, de heldere oogen,
die in zijn jeugd zoo zegevierend rond hadden
geblikt, waren ernstiger geworden en keken don
kerder. Maar nog dikwijls, wanneer zjjn gemoed
door iets bijzonders geroerd werd, konden ze in
hun ouden glans oplichten. Sven Heibrink wierp
een korten blik op de menschen en stapte toen
plotseling vlug naderbij. Een naam in groote
letters gedrukt, had hem getroffen.
Niels, Niels Barden, zijn oude vriend, gaf een
concert? Niels, de vioolvirtuoos, dat was als een
eerste groet van het vaderland, waarin hij gis
teren was teruggekeerd. Dat scheen hem een
goed voorteeken te zijn. Twee jon?? mannen
stonden naast hem.
(Wordt vervolgd)