J When my dreamboat comes home" Deugd en leeftijd bootf-. BIJ DEN 20STEN VERJAARDAG VAN DE Zooveel krachtvoer doet haar deen doed MELODIE DER „ORANJE EEN TOEKOMST WENKT IN ARGENTINIË ZONDAG 2 JULI 1939 VAN WEEK TOT WEEK 25 JAAR BODE BIJ DE EERSTE KAMER W. J. Koekenberg gehuldigd KONINKLIJKE GIFT VOOR ZONNESTRAAL A Doelmatigheid, schoonheid en comfort vereenigd Vernuftig organisme Gunstige vooruitzichten voor Ne- derlandsche boeren en tuinders in de Parana-delta Land en klimaat als het onze NIEUWE KATHOLIEKE ORGANISATIE Handelaren in glas, porcelein, luxe- en huishoudelijke artikelen KAP.-LUIT. TER ZEE J. W. TERMIJTELEN Het bevel over de „Tromp" aanvaard DE VOETBALWEDSTRIJD ENGELAND—NEDERLAND UIT DE STAATSCOURANT Onderscheidingen P .T\T.-dienst Eervol ontslag Sint Alphonsus de Liguori was zestien jaar, toen hij afstudeerde aan de universiteit; dertig jaar, toen hij priester werd gewijd; zes en der tig, toen hij de Congregatie van de Redemp toristen stichtte; veertig, toen hij zijn eerste boekje schreef; twee en vijftig, toen hij de eerste uitgave van zijn Moraaltheologie vol tooide; zes en zestig, toen hij bisschop van Sint Agatha der Goten werd; negen en zeventig, toen hij dit ambt neerlegde, een en tachtig, toen hij zijn laatste boek schreef en een en hegentig, toen hij stierf. Deze opsomming geeft den indruk, dat Al phonsus een krachtige man was, bestand tegen he leeftijdsverschijnselen, die bij menigeen den Werklust reeds veel vroeger afmatten en het gestel ondermijnen. De werkelijkheid is anders. Er is een groot verschil tusschen den heiligen Alphonsus in de volle mannenjaren en den hoogbejaarden grijsaard, die de rechten zijner Congregatie hardnekkig- verdedigen moest. Het duidelijkst wordt dit verschil uit zijn reactie op de verschijnselen. Aanvankelijk prikkelt de Waarneming van de ellende der wereld hem tot Werkdadigheidlater verzwakt deze prikkel, en Versombert zijn gemoed, wanneer hij de slecht heid van de menschen ziet. He,t zou overdreven zÜn, en met zijn deugdzame onderwerping aan Gods Heiligen wil in strijd, hem in zijn latere levensjaren een „Grübler" te noemen, die spij tig mokt over de overbodigheid van alle goed mitiatief, maar voorzoover de stemming van een ontgoochelden pessimist te vereenigen is hiet een heroïsch gedragen reeks van teleur stellingen, kunnen wij bij Sint Alphonsus toch iets van die stemming waarnemen. Het is de beproeving van zijn hoogen ouderdom gewor den, dat hij het mannelijk geloof in zichzelf gaandeweg verloor, en bij iederen terugblik over het eigen verleden tot steeds grooter somber heid werd gestemd. Men kan het zich niet ont veinzen, dat de heilige een zeer pijnlijken ouder dom heeft gehad en dat hij zich de gelijke voelt van job. Reeds de benoeming tot bisschop was voor hem een smartelijke beproeving. De Paus, die hem door deze waardigheid wilde onderschei den en hem ook het recht toestond, algemeen overste te blijven van de Congregatie der Re demptoristen, wist niet, hoe pijnlijk hy Alphon sus trof, maar bij het vernemen zijner benoe ming, sprak deze misnoegd; „Gods oordeel is rechtvaardig! God jaagt mij uit de Congregatie om mijn zonden!" Hij weigerde een triomfan telijken intocht te houden in zijn bisschopsstad, maar kwam met een zeer klein gevolg. Alles moest sober en eenvoudig zijn. De kerkvorst mocht vooral den Redemptorist niet ver loochenen. Het bisdom van Sint Agatha der Goten was geen sinecure! Het had zwaar geleden onder de meegaandheid van den vorigen bestuurder, een vroom kerkvorst, maar die te veel door de vin gors had gezien, zoodat er allerhande wantoe standen waren ingeslopen. Mgr. de Liguori kreeg zwaar en ondankbaar werk. Hij moest den goe- den geest herstellen en dit bleek met mildheid ahéén niet mogelijk. Over verscheidene priesters sPrak hij het interdict uit. Andere, die heele- maal hun plicht verwaarloosden en een ver- derfelijken invloed uitoefenden, stuurde hij het bisdom uit, in ballingschap. Het gewone volk dweepte met hem, maar bij den adel en de sanzienlijken stuitte hij op menigerlei tegen stand, zoodat hij ook tegen vooraanstaande Personen uit het koninkrijk Napels harde maat delen moest nemen Dit alles deed hij met tegenzin en het verbitterde hem eenigszins te- Sen de menschen, niet persoonlijk, want hij be baarde ook by de strengste bestraffing zijn mildheid, maar in het algemeen, zoodat hij zich bever uit allen omgang terugtrok en in toene mende mate de natuur van den mensch begon te wantrouwen. Hij leefde zoo sober, dat het °Pviel, maar hij gaf veel aalmoezen, zonder z'ch te bekommeren om de manier, waarop die gebruikt werden. Dit lijkt altijd ongepast, maar beilige Augustinus heeft al geschreven, dat een aalmoes, gegeven met een bepaalde bedoe ling, eigenlijk geen echte aalmoes meer is. Echte naastenliefde vraagt naar niets, maar geeft, roekeloos en weldadig als de Schepping eh de Verlossing, die voor allen ziin, en waarvan ieder het gebruik kan maken, dat hij wil. De bisschop bleef Redemptorist en ging zelfs Volksmissies geven, waarbij een zekere acht- t'finde-eeuwsche theatraliteit niet heelemaal achterwege bleef. De knecht van Sint Alphon- SUs reed mee en droeg een stroozak, waarop de heilige sliep, hoewel er goed-s bedden klaar stonden. Hij droeg ook boetewerktuigen. Overal mspecteerde de bisschop het interieur der ker ken en wat hij er te wereldsch vond, liet hij Verwijderen en verbranden. Deze zorg strekte hij ook uit over „leelijke, door ouderdom zwart geworden schilderijen en vermolmde houten beelden". Ze werden mede verbrand. Er be- stonden toen nog geen bisschoppelijke musea voor oude kunst! Zelfs een heilige ziet men hiet graag als beeldenstormer, wanneer men *eet, dat de goede smaak geen conditio sine lua non voor de hoogste deugd is. Ook in de- Zeh heiligen ijver komt datzelfde wantrouwen tot Uiting, waardoor de ouderdom van Sint Alphonsus zich kenmerkt. inmiddels vergete men niet, dat de bisschop °veral de bedlegerige zieken, die niet naar de Preek konden komen, persoonlijk bezocht. Hij Was buitengewoon goed voor de menschen. Toen een hongeroproer uitbrak en het volk den gemeester van Sint Agatha wilde vermoor- er bur. cien> omdat het op iemand zijn woede wilde h°elen, was het bisschoppelijk paleis de plaats, Waar de strijd werd beslecht, zoodat Alphonsus frapolitaansche ruiterij, aangerukt om den ïe' te bedwingen, rustig terugsturen kon met ^et lichte leedvermaak, waarmee men loos- gealarmeerde brandweerlieden ziet vertrekken* boeken over den humor der heiligen komt zÜn naam nooit voor, maar dit kleine tafereeltje ZaI hem toch een voldoening hebben geschon- waarbij de strenge man met moeite zijn glimlach in bedwang hield. Al die paarden rechtsomkeer! Nu rukken zyn doodsvyanden aan; de slech te boeken. Nooit zijn er zooveel slechte boeken geschreven als in de achttiende eeuw. Sint Alphonsus zag dien wassenden vloed van druk werk met angst en afschuw. Hy deed wat hij kon om den stroom te stuiten, maar het had weinig succes. Misschien had hij zijn volgelin gen moeten leeren, goede, prettige boeken te schrijven, maar hij was acht en zeventig jaar Hij zag alleen maar, dat het mis moest loopen, „De koningen letten nooit op" klaagde hij „te laat zullen zij hun noodlottige achteloos heid beseffen." Achttien jaar later werd Lodewyk XVI onthoofd. De Jezuïeten werden uitgedreven en de sociëteit werd opgeheven. Hetzelfde bedreigde nu ook de Redemptoristen. Overal werd de pu blieke meening tegen hen bewerkt. Er werd een proces voor de rechtbank uitgelokt om de Con gregatie te vernietigen, maar toen het voor kwam en de heilige oud-jurist in de rechtszaal verscheen, durfden de beschuldigers zich niet vertoonen en de advocaat, tevens algemeen overste der Congregatie, won de zaak zonder pleidooi. Hij leed aan heupjicht, gewrichtspijnen, tyde- liike verlamming, beenverzweringen en onder wijl versomberde zijn gemoed, tot er een zware zenuwcrisis uitbrak, die hem alle werk belette. Nauwelyks hersteld, schreef hij „De Practyk der Liefde van Jezus Christus", onder zijn geeste- lijke werken een der belangrijkste en meest lyrische. Daarna begon hij aan de bewerking van de nieuwe uitgave zyner Moraaltheologie. Hij voltooide haar te Noceva, in het klooster van de Redemptoristen, want in 1775 had hij, door ouderdom en ziekte gedwongen, de zorg voor het bisdom van Sint Agatha der Goten over gedragen. Teruggetrokken onder de zijnen, beleeft hij nog de scheuring in de Congregatie van de Redemptoristen, die eerst na zijn dood, in 1791 zou hereenigd worden. Hij kon niet meer tegen de ruzie en de spitsvondigheid op. Hij is er te cud voor. Hij begint alles aan zichzelf te wijten. Zware gewetenskwellingen, die ontaarden tot echte, zenuwachtige scrupulositeit. beproeven hem en maken de rust der laatste levensjaren ondraaglijk. Hij is gedurig met zichzelf bezig, wordt door zichzelf achtervolgd, verwijt zich die egocentrische nervositeit als een zonde, tot hij opeens weer doorvlaagd wordt door woedende extasen, waarin hii de Godsverruk- king pathetisch geniet en groote, optimistische voorspellingen doet over de toekomstige heree- niging en den bloei zyner Congregatie. Zijn in wendig bestaan is verstoord. Het stormt in de zen uitgeleefden grijsaard. Hij kan niet meer op zijn beenen staan, zyn handen beven, zijn gelaatstrekken gehoorzamen niet meer aan zijn wil, en toch woedt met volle levenskracht door hem heen de strijd tusschen doem en genade die hem angstig opjaagt of uren lang doet schreien van een zoete, innige verteedering. Zijn huisgenooten kunnen dit psychologische drama niet volgen. Het is te uitzonderlijk, te grillig en te fel. Maar zij begrijpen, dat het eer biedwaardig moet zijn als een verheven loute ringsproces der strijdende ziel, die zich moei zaam ontworstelt aan de zorg, de zwarigheid der aarde. Ongemerkt gaat deze crisis over in den doods strijd. Nog schokt de versombering het ster vende lichaam, nog staren de oogen wezenloos naar het oneindige, tot zij zich plotseling strak vestigen op een Mariabeeld. De heilige komt in extase. Tranen vloeien uit zijn oogen. Zy'n ge laat verheerlijkt. Het gaat voorby, maar her haalt zich, en opnieuw, tot om twaalf uur in den middag van 1 Augustus 1787 het Angelus geluid wordt. Dan ontsnapt, met een liefde zucht, de ziel. Dit verhaal van een beproefden ouderdom waaraan het menschelijke zoo weinig vreemd is, dat het soms onzen eerbied jegens den heilige dreigt te verdringen, is voor ons allen een troostend verhaal. Het leert ons, dat heiligheid niet een verheffing boven de voorwaarden on zer natuur is, maar een gelaten aanvaarding, een vrijwillige onderwerping, sen bewuste door dringing met liefde. De groote heilige Alphon sus is een zwak mensch geweest, op hoogen leeftyd een versomberd zenuwlijder en een angstig scrupulant. Hij is nochtans een heilige. De kansen der genade zijn er niet alleen voor gelijkmatige vromen. Zij zijn er voor allen. Zoodra Alphonsus gestorven was, genas door de aanraking van zijn lichaam een ziek kind, Bij zijn graf geschiedden wonderen. Dezelfde pathetiek, waarmede hij had gepredikt, bleef de weldaden bij, die zijn nagedachtenis teweeg bracht. Op 26 Mei 1839 werd Alphonsus de Liguori heilig verklaard, bij decreet van 23 Maart 1870 werd hij uitgeroepen tot leeraar der Heilige Katholieke Kerk. A. v. D. Zaterdag herdacht de bode bij de Eerste Kamer de Staten-Generaal W. J. Koekenberg den dag, waarop hy vóór 25 jaren in dienst trad bij dit college. De griffier, mr. De Block, heeft in tegenwoordigheid van het bedienend personeel in een van groote waardeering getuigende toe spraak de verdiensten van den jubilaris geme moreerd en hem een passend geschenk over handigd, waaraan de geheele Kamer, de beide griffiers en de ambtenaren ter griffie hadden bygedragen. Hierna werd de jubilaris nog gecomplimen teerd door den referendaris Kiewit en den adjunct-commies Bordewijk, welke laatste mede namens het bedienend personeel der Kamer een stoffelyk aandenken aanbood. H. M. de Koningin heeft voor de collecte, die 8 Juli gehouden wordt vanwege de Nederland- sche vereeniging tot het oprichten van arbeids- kolonies voor tuberculoselijders in Nederland „Zonnestraal" een gift geschonken. K ff (Van onzen specialen verslaggever) „When my dreamboat comes home...." De sentimenteele Schlager-melodie zoem de zacht door de eetzaal le klasse van het ms. „Oranje", op den laatsten avond der driedaagsche proefvaart, aan het captain's diner, dat ter eere van den verjaardag van Prins Bernhard een extra feestelijk karak ter droeg. „When my dreamboat comes home...." Boven het gerucht van stemmen, het ge rinkel van messen en vorken, herhaalde zich het refrein. Wij zagen terloops in de zaal, waar iets verder twee directeuren der „Nederland" tafelden. De oudste, de heer Koning, hield het vaderlijk-grijze hoofd luisterend geheven; hy glimlachte. De heer Bronsing, tegenover hem, spitste den smal- len mond en met een vinger tikte hij zacht tegen zijn glas; in de goud-gele champagne draafden belletjes omhoog. jWhen my dreamboat comes home...." Dachten beiden aan hün droomschip, dat thans huistoe kwam; stoute ondernemers- droom, die verwezenlijkt was? Het was een droomschip, dat dezen zonnigen zomerdag met jacht in de wolken en schuim op de golven huistoe ging, een droomschip zoo als het groot en blank de vaderlandsche kust langs voer, tegen den gloed van de ondergaan de zon tot een bleek-blauw silhouet verkleurde, om ankerend voor Scheveningen in het al nachtelyk duister, gegrepen in een violetten glans door tastende bundels der kustzoeklich- ten, onwezenlijk op te doemen. En het bleef een droomschip, ook voor de Amsterdammers, die het den volgenden morgen op het IJ zagen verschijnen, het IJ, dat immers de schelp was, uit welks rand dit kostelijk werkstuk door Am- sterdamschen ondememinsgeest te voorschijn werd geroepen, een werkstuk, dat thans in de practijk zyn groote deugdelijkheid had getoond. Toch behoort de „Oranje" niet tot de meest luxueuze schepen, die de Oceanen be varen. Zeelui onder elkaar kennen het grapje op de initialen der Stoomvaart Maatschappij Nederland en spreken van Sober Maar Netjes, waarmee zij inderdaad den geest der Maatschappij niet geheel on juist typeeren. En als dit „sober, maar net jes" in den ruimsten zin des woords ergens op toepasselijk is, dan wel op 't vlaggeschip van de S. M. N., op de „Oranje". Het „netjes" dient men. dan te verstaan als comfortabel, doelmatig, voornaam, zonder er gens in overdaad of weelde te vervallen. Alles is sober gehouden en dat wekt op het schip een sfeer van rust, die weldadig aandoet. Hier geen pracht en praal, die vermoeit, maar een beschaafde prettige aankleeding, smaakvol en kunstzinnig zonder dat men zich aan iets be hoeft te vergapen. In dit opzicht hebben de bouwers van de „Oranje" aan het schip alles gegeven wat het noodig had. Niets minder, maar ook niets meer. En wy gelooven, dat de toekomstige passagiers hier het best mee zyn gediend. Wanneer wij dus de „Oranje" een droom schip noemen is het niet, «omdat het een drijvend sprookjespaleis is uit Duizend en eenen Nacht, maar omdat hier doelmatig heid, schoonheid en comfort zijn vereenigd en verwezenlijkt op een wijze, die de droom moet zijn van alle rechtgeaarde scheeps bouwers en reeders. Intusschen zal het schip aan den meest ver wenden smaak kunnen beantwoorden. De aan kleeding van zalen en salons, de inrichting der hutten, de betimmering van halls en trappen huizen, de uitrusting der promenadedekken, alles ademt den rechten „Nederland"-geest, beschaafd en voornaam. Het is ondoenlijk om een volledige opsomming te geven van wat er te zien en op te merken valt in dit 20.000 ton groote schip dat 126 meter lang en 25 meter breed is en aan 747 passagiers, alsmede een bemanning van 380 koppen huisvesting kan verleenen. Edele houtsoorten als Cuba- mahonie, coromandel en ebbenhout zijn gebe zigd, verder palissander-, kamfer-, noten- en eenvoudig mahoniehout, terwijl ook bekleeding van perkament en varkens- en rundleder werd toegepast. De naam van het schip heeft geïnspireerd bij de keuze der onderwerpen voor de decoratieve versiering van het schip. In de groote vestibule zijn in een nis de marmeren reliefs aange bracht van Prins Willem I, den stadhouder koning Willem III naar het ontwerp van prof. Wenckebach en Koning Willem I. Op het trap- bordes naar boven vindt men 'n dergelyk relief van A. Zijl, voorstellend Koningin Wilhelmina, op het lager gelegen bordes de afbeeldingen van Prinses Juliana en Prins Bernhard, ont worpen door Van der Veen. In de bibliotheek ziet men verder reliefs, voorstellende Prinses Beatrix, een geschenk van het Indische perso neel, dat tijdens den proeftocht aan de directie der S.M.N. werd aangeboden by monde van jhr. mr. L. H. L. de Stuers. Als pendant is in de bibliotheek de afbeelding van Koningin Emma aangebracht. Verder bevat de rooksalon le klas reliefs van Prins Hendrik, Koning Wil lem III en diens broeder Prins Hendrik, bij genaamd „de zeevaarder". Ten slotte dient ver meld het kostbaar paneel van Japansch lak werk in de le klas bar, voorstellende het stadje Oranje in de 17e eeuw. Belangrijke feiten uit de vaderlandsche histo rie zijn eveneens in beeld gebracht, op paneelen of gobelins. Zoo ziet men reliefs, voorstellende o.a. de thuiskomst der tweede Oost-Indië-vloot, geschilderde paneelen, die een afbeelding geven van den slag op de Zuiderzee, het ontzet van Leiden, enz. Ook aan Amsterdam en Indië is vanzelfspre kend aandacht geschonken. Amsterdamsche stadsgezichten in marmerpaneelen uitgebeeld of uitgevoerd in gobelin, vormen het pendant van Jacatra, van gesneden en gepolichromeerde paneelen der voornaamste eilanden, voorstellin gen van Indische volkstypen en tafereelen uit een oud-Javaansch tooneelspel. Wij noemen dan nog fraaie mozaïek-paneelen van aardewerk, waarin 24 wapens van het Oranjehuis zijn verwerkt, een ander met de Dillenburg, een glas-mozaïek, het oogenblik weergevend, dat Philips II afscheid neemt van Prins Willem van Oranje, en een glaspaneel, dat de wereldkaart te zien geeft. Deze opsom ming is met dat al nog lang niet volledig, maar geeft toch een indruk van het decora tieve element in de aankleeding van het schip. Dat het schip een bioscoop heeft en een zwembad is bekend, minder misschien het feit. dat er een groote gemeenschappelijke eetzaal is voor de blanke schepelingen, zoo goed als hun bruine broeders in hun „Kraton" een flinke lokaliteit bezitten, om eens genoeglijk „onder ons" te zijn. Trouwens de verblijven der be manning maken een uitstekenden indruk; het is er huiselijk, overal heeft men radio en wy gelooven gaarne de verzekering, dat de men schen in de havens veel minder den wal zoe ken, sinds hun eigen schepen zooveel beter be woonbaar zijn geworden. Merkwaardig is ten slotte hoe de twee belangrijkste onderdeelen in het hart van het schip te zamen zijn gebracht: de ma chine-kamer, waar de voortstuwing, de keu kens, waar de voeding wordt verzorgd, beide in continu-bedrijf, beide indrukwekkend van perfectie. De machinekamer met haar drie verdiepingen is weinig minder dan een fabriekshal, waar de 37.500 P.K.'s worden geleverd. De keukens, ingericht volgens roulatie- en loopende band-systeem, kun nen snel en hygiënisch de meer dan 1000 magen, die driemaal daags onder den in vloed der zeelucht gaan knorren, bevredi gen. En zooals bunkers vol olie gretig wor den verbruikt, zyn de uitgestrekte pro- viand- en koelkamers als onuitputtelyke reservoirs, die den dagelijkschen disch wel voorzien houden. Van een rondgang door dit reusaehtig scheepsbedryf behoudt jnen ten slotte den in druk als van een vervaarlijk kunstmatig orga nisme, dat leeft in al zijn geledingen, dat oogen heeft, tast- en oriëntatievermogen, dat zich voortbeweegt, dat ademt, een bloedsomloop be zit en een zenuwstelsel, kortom een der meest opmerkelijke voortbrengselen mag heeten van het menschelijk vernuft. Wanneer gij uw gave naar hei aliaar brengt en uzelf herinnert, dai uw broeder ieis iegen u heefi, laai dan uw gave daar voor hei aliaar en ga u eersi mei uw broeder verzoenen en kom dan en offer uw gave. Evangelie Eenigen tijd geleden is jhr. ir. H. J. van Kretschmar van Veen, inspecteur bij den cul- tuur-technischen dienst van den Wieringer- tneerpolder fn ons land teruggekeerd van een studiereis naar Argentinië, welke hij /tezamen met ir. B. D. H. Teilegen in opdracht van een groep Nederlandsche financiers heeft gemaakt, om een onderzoek in te stellen naar de inpol- derings- en kolonisatie-mogelijkheden van het Delta-gebied van de Rio Parana, ten noorden van Buenos Aires Ir. Tellegen zal in den loop van Juli in Ne- aerland terugkomen. Behoudens een verblijf van enkele weken te Tres Aroyos en verschillende besprekingen te Buenos Aires heeft ir. Kretschmer ongeveer vier en een halve maand in de Parana-Delta vertoefd. Aan een medewerker heeft hij een en ander medegedeeld over de resultaten van zyn reis. Practisch kan men zeggen, dat het geheele gebied nog vrij is en op ontginning voor inten sieve bebouwing ligt te wachten. Ir. van Kretschmar van veen heeft in het. bijzonder ae lanobouw-mogelijkheden, bodem gesteldheid en marktsituatie bestudeerd. Voor het kolonisatie-probleem is van het grootste belang, dat het Delta-gebied gelegen is in een gematigde luchtstreek, met een gunstiger kli maat dan het Nederlandsche, maar overigens zelfs nog niet sub-tropisch. Er groeien dan ook, evenals in het Nederlandsche polaerland, wilgen en populieren en als het land eenmaal ingedijkt is en het Friesche of roodbonte vee er graast, zal het in vele opzichten aan het Hollandsche polderlandschap herinneren. Ir. van Kretschmar heeft verscheidene grond monsters meegebracht die zijn onderzoent en geanaliseerd door prof. dr. J. Hudig, hoog leeraar in de landbouw-scheikunde aan de land- bouwhoogeschool te Wageningen. Deze heeft reeds gerapporteerd^ dat de samenstelling van den grond van een zeldzame ideale structuur is, die by groote bevochtiging voor 10» procent aan de productie kan deelnemen. Deze grond leent zich bij uitstek voor veeteelt en vooral voor tuinbouw en fruitteelt. Ir. van Kretschmar kwam bij zijn onderzoek van de markttoestanden en afzetmogelijkheden te Buenos Aires tot de conclusie, dat deze bloeiende reuzenstad met bijna drie millioen in woners ongeveer een kwart van de bevolking van Argentinië leeft hier bijeen dringende behoefte heeft aan grooteren toevoer van versch fruit, versche groenten en zuivelproduc- tn van goede kwaliteit, alsmede van pluimvee en eieren. Nederlandsche tuinders, in het Parana- gebïed, dat voorzoover het voor inpoldering in aanmerking komt in zijn verste uithoeken slechts 100 K.M. van Buenos Aires verwijderd is, zullen hun vertrouwde producten van ge lijke kwaliteit als in Nederland kunnen verbou wen en daarvoor op de markt van Buenos Aires goede prijzen kunnen maken, los van de fluc tuatie van de wereldmarkt en mits de afzet ge organiseerd wordt, hetgeen men bij de vestiging van een Nederlandsche nederzetting gemakke- lyk ïn de hand heeft. Dan zal de Nederlandsche kleine boer, die op het oogenblik in het vaderland geen grond kan vinden om er een bedrijf op te vestigen, een welvarend bedrijf kunnen stichten onder hem vertrouwde climatologischte omstandighe den, in een hem vertrouwd landschap, zy net ook aan den anderen kant van den evenaar. Het staat evenwel nog niet vast op welke wijze de plannen verder zullen worden uitge werkt. Donderdag kwam een aantal katholieke han delaren in glas, porcelein, luxe- en huishou delijke artikelen te Utrecht in vergadering bij een. Besloten werd tot oprichting van den Ned. Kath. bond van handelaren in glas, porcelein, luxe- en huishoudelijke artikelen. Een voor- loopig bestuur werd gevormd. Het secretariaat van den bond is gevestigd: Mauritskade 23, 's-Gravenhage. De kapitein-luitenant ter zee J. W. Termij- telen heeft het bevel aanvaard over Hr. Ms. „Tromp", welke thans gereed gemaakt wordt voor de reis naar Ned.-Indië, welke, zooals ge meld, 19 Augustus zal beginnen. Naar wy vernemen, wordt de voetbalwed strijd EngelandNederland 8 November niet te Londen, maar te Sheffield gespeeld. Aan mej. S. Kinders, in dienst van de ver eeniging „Tot Christelijke Liefdadigheid", werk zaam in het gesticht „Bethesda", te Wagenbor gen, is toegekend de gouden eere-medaille, ver bonden aan de orde van Oranje-Nassau. Aan F. Zigter. brigadier-majoor der rijksveld- wacht te Winsum, is bij bevordering de eere medaille verbonden aan de orde van Oranje- Nassau verleend in goud. Bevorderd tot grootofficier in de orde van Oranje-Nassau mr. H. H. A. Sluis, procureur- generaal bij het gerechtshof te Leeuwarden. Met ingang van 1 Juli zyn in vasten dienst benoemd tot commiezen by het hoofdbestuur der posterijen, telegrafie en telefonie mej. mr. A. J. A. E. Hol en mr. A. E. van Rantwijk, en tot adjunct-commiezen bij het hoofdbestuur der posterijen, telegrafie en telefonie N. J. Keuken meester, L. Ph. J. den Hollander, J. C. Goedel, G. D. Pasman, K. van Santen en W. D. H. Nout, thans werkzaam op arbeidsovereenkomst by ge noemd hoofdbestuur. Aan mr. H. H. A. Sluis is op zyn verzoek, met ingang van 1 Augustus 1939 eervol ontslag ver leend als procureur-generaal by het gerechtshof te Leeuwarden, onder dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten door hem aan Hare Majesteit de Koningin en den lande bewezen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 5