J
When my dreamboat comes
home"
Deugd en leeftijd
bootf-.
BIJ DEN 20STEN VERJAARDAG VAN DE
Zooveel krachtvoer doet haar deen doed
MELODIE DER „ORANJE
EEN TOEKOMST WENKT
IN ARGENTINIË
ZONDAG 2 JULI 1939
VAN WEEK TOT WEEK
25 JAAR BODE BIJ DE
EERSTE KAMER
W. J. Koekenberg gehuldigd
KONINKLIJKE GIFT VOOR
ZONNESTRAAL
A
Doelmatigheid, schoonheid en
comfort vereenigd
Vernuftig organisme
Gunstige vooruitzichten voor Ne-
derlandsche boeren en tuinders
in de Parana-delta
Land en klimaat als
het onze
NIEUWE KATHOLIEKE
ORGANISATIE
Handelaren in glas, porcelein,
luxe- en huishoudelijke artikelen
KAP.-LUIT. TER ZEE
J. W. TERMIJTELEN
Het bevel over de „Tromp"
aanvaard
DE VOETBALWEDSTRIJD
ENGELAND—NEDERLAND
UIT DE STAATSCOURANT
Onderscheidingen
P .T\T.-dienst
Eervol ontslag
Sint Alphonsus de Liguori was zestien jaar,
toen hij afstudeerde aan de universiteit; dertig
jaar, toen hij priester werd gewijd; zes en der
tig, toen hij de Congregatie van de Redemp
toristen stichtte; veertig, toen hij zijn eerste
boekje schreef; twee en vijftig, toen hij de
eerste uitgave van zijn Moraaltheologie vol
tooide; zes en zestig, toen hij bisschop van Sint
Agatha der Goten werd; negen en zeventig,
toen hij dit ambt neerlegde, een en tachtig,
toen hij zijn laatste boek schreef en een en
hegentig, toen hij stierf.
Deze opsomming geeft den indruk, dat Al
phonsus een krachtige man was, bestand tegen
he leeftijdsverschijnselen, die bij menigeen den
Werklust reeds veel vroeger afmatten en het
gestel ondermijnen. De werkelijkheid is anders.
Er is een groot verschil tusschen den heiligen
Alphonsus in de volle mannenjaren en den
hoogbejaarden grijsaard, die de rechten zijner
Congregatie hardnekkig- verdedigen moest. Het
duidelijkst wordt dit verschil uit zijn reactie op
de verschijnselen. Aanvankelijk prikkelt de
Waarneming van de ellende der wereld hem tot
Werkdadigheidlater verzwakt deze prikkel, en
Versombert zijn gemoed, wanneer hij de slecht
heid van de menschen ziet. He,t zou overdreven
zÜn, en met zijn deugdzame onderwerping aan
Gods Heiligen wil in strijd, hem in zijn latere
levensjaren een „Grübler" te noemen, die spij
tig mokt over de overbodigheid van alle goed
mitiatief, maar voorzoover de stemming van
een ontgoochelden pessimist te vereenigen is
hiet een heroïsch gedragen reeks van teleur
stellingen, kunnen wij bij Sint Alphonsus toch
iets van die stemming waarnemen. Het is de
beproeving van zijn hoogen ouderdom gewor
den, dat hij het mannelijk geloof in zichzelf
gaandeweg verloor, en bij iederen terugblik over
het eigen verleden tot steeds grooter somber
heid werd gestemd. Men kan het zich niet ont
veinzen, dat de heilige een zeer pijnlijken ouder
dom heeft gehad en dat hij zich de gelijke
voelt van job.
Reeds de benoeming tot bisschop was voor
hem een smartelijke beproeving. De Paus, die
hem door deze waardigheid wilde onderschei
den en hem ook het recht toestond, algemeen
overste te blijven van de Congregatie der Re
demptoristen, wist niet, hoe pijnlijk hy Alphon
sus trof, maar bij het vernemen zijner benoe
ming, sprak deze misnoegd; „Gods oordeel is
rechtvaardig! God jaagt mij uit de Congregatie
om mijn zonden!" Hij weigerde een triomfan
telijken intocht te houden in zijn bisschopsstad,
maar kwam met een zeer klein gevolg. Alles
moest sober en eenvoudig zijn. De kerkvorst
mocht vooral den Redemptorist niet ver
loochenen.
Het bisdom van Sint Agatha der Goten was
geen sinecure! Het had zwaar geleden onder de
meegaandheid van den vorigen bestuurder, een
vroom kerkvorst, maar die te veel door de vin
gors had gezien, zoodat er allerhande wantoe
standen waren ingeslopen. Mgr. de Liguori kreeg
zwaar en ondankbaar werk. Hij moest den goe-
den geest herstellen en dit bleek met mildheid
ahéén niet mogelijk. Over verscheidene priesters
sPrak hij het interdict uit. Andere, die heele-
maal hun plicht verwaarloosden en een ver-
derfelijken invloed uitoefenden, stuurde hij het
bisdom uit, in ballingschap. Het gewone volk
dweepte met hem, maar bij den adel en de
sanzienlijken stuitte hij op menigerlei tegen
stand, zoodat hij ook tegen vooraanstaande
Personen uit het koninkrijk Napels harde maat
delen moest nemen Dit alles deed hij met
tegenzin en het verbitterde hem eenigszins te-
Sen de menschen, niet persoonlijk, want hij be
baarde ook by de strengste bestraffing zijn
mildheid, maar in het algemeen, zoodat hij zich
bever uit allen omgang terugtrok en in toene
mende mate de natuur van den mensch begon
te wantrouwen. Hij leefde zoo sober, dat het
°Pviel, maar hij gaf veel aalmoezen, zonder
z'ch te bekommeren om de manier, waarop die
gebruikt werden. Dit lijkt altijd ongepast, maar
beilige Augustinus heeft al geschreven, dat
een aalmoes, gegeven met een bepaalde bedoe
ling, eigenlijk geen echte aalmoes meer is.
Echte naastenliefde vraagt naar niets, maar
geeft, roekeloos en weldadig als de Schepping
eh de Verlossing, die voor allen ziin, en waarvan
ieder het gebruik kan maken, dat hij wil.
De bisschop bleef Redemptorist en ging zelfs
Volksmissies geven, waarbij een zekere acht-
t'finde-eeuwsche theatraliteit niet heelemaal
achterwege bleef. De knecht van Sint Alphon-
SUs reed mee en droeg een stroozak, waarop de
heilige sliep, hoewel er goed-s bedden klaar
stonden. Hij droeg ook boetewerktuigen. Overal
mspecteerde de bisschop het interieur der ker
ken en wat hij er te wereldsch vond, liet hij
Verwijderen en verbranden. Deze zorg strekte
hij ook uit over „leelijke, door ouderdom zwart
geworden schilderijen en vermolmde houten
beelden". Ze werden mede verbrand. Er be-
stonden toen nog geen bisschoppelijke musea
voor oude kunst! Zelfs een heilige ziet men
hiet graag als beeldenstormer, wanneer men
*eet, dat de goede smaak geen conditio sine
lua non voor de hoogste deugd is. Ook in de-
Zeh heiligen ijver komt datzelfde wantrouwen
tot Uiting, waardoor de ouderdom van Sint
Alphonsus zich kenmerkt.
inmiddels vergete men niet, dat de bisschop
°veral de bedlegerige zieken, die niet naar de
Preek konden komen, persoonlijk bezocht. Hij
Was buitengewoon goed voor de menschen. Toen
een hongeroproer uitbrak en het volk den
gemeester van Sint Agatha wilde vermoor-
er
bur.
cien> omdat het op iemand zijn woede wilde
h°elen, was het bisschoppelijk paleis de plaats,
Waar de strijd werd beslecht, zoodat Alphonsus
frapolitaansche ruiterij, aangerukt om den
ïe' te bedwingen, rustig terugsturen kon met
^et lichte leedvermaak, waarmee men loos-
gealarmeerde brandweerlieden ziet vertrekken*
boeken over den humor der heiligen komt
zÜn naam nooit voor, maar dit kleine tafereeltje
ZaI hem toch een voldoening hebben geschon-
waarbij de strenge man met moeite zijn
glimlach in bedwang hield. Al die paarden
rechtsomkeer!
Nu rukken zyn doodsvyanden aan; de slech
te boeken. Nooit zijn er zooveel slechte boeken
geschreven als in de achttiende eeuw. Sint
Alphonsus zag dien wassenden vloed van druk
werk met angst en afschuw. Hy deed wat hij
kon om den stroom te stuiten, maar het had
weinig succes. Misschien had hij zijn volgelin
gen moeten leeren, goede, prettige boeken te
schrijven, maar hij was acht en zeventig jaar
Hij zag alleen maar, dat het mis moest loopen,
„De koningen letten nooit op" klaagde hij
„te laat zullen zij hun noodlottige achteloos
heid beseffen." Achttien jaar later werd
Lodewyk XVI onthoofd.
De Jezuïeten werden uitgedreven en de
sociëteit werd opgeheven. Hetzelfde bedreigde
nu ook de Redemptoristen. Overal werd de pu
blieke meening tegen hen bewerkt. Er werd een
proces voor de rechtbank uitgelokt om de Con
gregatie te vernietigen, maar toen het voor
kwam en de heilige oud-jurist in de rechtszaal
verscheen, durfden de beschuldigers zich niet
vertoonen en de advocaat, tevens algemeen
overste der Congregatie, won de zaak zonder
pleidooi.
Hij leed aan heupjicht, gewrichtspijnen, tyde-
liike verlamming, beenverzweringen en onder
wijl versomberde zijn gemoed, tot er een zware
zenuwcrisis uitbrak, die hem alle werk belette.
Nauwelyks hersteld, schreef hij „De Practyk der
Liefde van Jezus Christus", onder zijn geeste-
lijke werken een der belangrijkste en meest
lyrische. Daarna begon hij aan de bewerking
van de nieuwe uitgave zyner Moraaltheologie.
Hij voltooide haar te Noceva, in het klooster van
de Redemptoristen, want in 1775 had hij, door
ouderdom en ziekte gedwongen, de zorg voor
het bisdom van Sint Agatha der Goten over
gedragen.
Teruggetrokken onder de zijnen, beleeft hij
nog de scheuring in de Congregatie van de
Redemptoristen, die eerst na zijn dood, in 1791
zou hereenigd worden. Hij kon niet meer tegen
de ruzie en de spitsvondigheid op. Hij is er te
cud voor. Hij begint alles aan zichzelf te wijten.
Zware gewetenskwellingen, die ontaarden tot
echte, zenuwachtige scrupulositeit. beproeven
hem en maken de rust der laatste levensjaren
ondraaglijk. Hij is gedurig met zichzelf bezig,
wordt door zichzelf achtervolgd, verwijt zich
die egocentrische nervositeit als een zonde,
tot hij opeens weer doorvlaagd wordt door
woedende extasen, waarin hii de Godsverruk-
king pathetisch geniet en groote, optimistische
voorspellingen doet over de toekomstige heree-
niging en den bloei zyner Congregatie. Zijn in
wendig bestaan is verstoord. Het stormt in de
zen uitgeleefden grijsaard. Hij kan niet meer
op zijn beenen staan, zyn handen beven, zijn
gelaatstrekken gehoorzamen niet meer aan zijn
wil, en toch woedt met volle levenskracht door
hem heen de strijd tusschen doem en genade
die hem angstig opjaagt of uren lang doet
schreien van een zoete, innige verteedering.
Zijn huisgenooten kunnen dit psychologische
drama niet volgen. Het is te uitzonderlijk, te
grillig en te fel. Maar zij begrijpen, dat het eer
biedwaardig moet zijn als een verheven loute
ringsproces der strijdende ziel, die zich moei
zaam ontworstelt aan de zorg, de zwarigheid
der aarde.
Ongemerkt gaat deze crisis over in den doods
strijd. Nog schokt de versombering het ster
vende lichaam, nog staren de oogen wezenloos
naar het oneindige, tot zij zich plotseling strak
vestigen op een Mariabeeld. De heilige komt in
extase. Tranen vloeien uit zijn oogen. Zy'n ge
laat verheerlijkt. Het gaat voorby, maar her
haalt zich, en opnieuw, tot om twaalf uur in
den middag van 1 Augustus 1787 het Angelus
geluid wordt. Dan ontsnapt, met een liefde
zucht, de ziel.
Dit verhaal van een beproefden ouderdom
waaraan het menschelijke zoo weinig vreemd is,
dat het soms onzen eerbied jegens den heilige
dreigt te verdringen, is voor ons allen een
troostend verhaal. Het leert ons, dat heiligheid
niet een verheffing boven de voorwaarden on
zer natuur is, maar een gelaten aanvaarding,
een vrijwillige onderwerping, sen bewuste door
dringing met liefde. De groote heilige Alphon
sus is een zwak mensch geweest, op hoogen
leeftyd een versomberd zenuwlijder en een
angstig scrupulant. Hij is nochtans een heilige.
De kansen der genade zijn er niet alleen voor
gelijkmatige vromen. Zij zijn er voor allen.
Zoodra Alphonsus gestorven was, genas door
de aanraking van zijn lichaam een ziek kind,
Bij zijn graf geschiedden wonderen. Dezelfde
pathetiek, waarmede hij had gepredikt, bleef de
weldaden bij, die zijn nagedachtenis teweeg
bracht.
Op 26 Mei 1839 werd Alphonsus de Liguori
heilig verklaard, bij decreet van 23 Maart 1870
werd hij uitgeroepen tot leeraar der Heilige
Katholieke Kerk.
A. v. D.
Zaterdag herdacht de bode bij de Eerste
Kamer de Staten-Generaal W. J. Koekenberg
den dag, waarop hy vóór 25 jaren in dienst
trad bij dit college.
De griffier, mr. De Block, heeft in
tegenwoordigheid van het bedienend personeel
in een van groote waardeering getuigende toe
spraak de verdiensten van den jubilaris geme
moreerd en hem een passend geschenk over
handigd, waaraan de geheele Kamer, de beide
griffiers en de ambtenaren ter griffie hadden
bygedragen.
Hierna werd de jubilaris nog gecomplimen
teerd door den referendaris Kiewit en den
adjunct-commies Bordewijk, welke laatste mede
namens het bedienend personeel der Kamer een
stoffelyk aandenken aanbood.
H. M. de Koningin heeft voor de collecte, die
8 Juli gehouden wordt vanwege de Nederland-
sche vereeniging tot het oprichten van arbeids-
kolonies voor tuberculoselijders in Nederland
„Zonnestraal" een gift geschonken.
K
ff
(Van onzen specialen verslaggever)
„When my dreamboat comes home...."
De sentimenteele Schlager-melodie zoem
de zacht door de eetzaal le klasse van het
ms. „Oranje", op den laatsten avond der
driedaagsche proefvaart, aan het captain's
diner, dat ter eere van den verjaardag van
Prins Bernhard een extra feestelijk karak
ter droeg.
„When my dreamboat comes home...."
Boven het gerucht van stemmen, het ge
rinkel van messen en vorken, herhaalde
zich het refrein. Wij zagen terloops in de
zaal, waar iets verder twee directeuren der
„Nederland" tafelden. De oudste, de heer
Koning, hield het vaderlijk-grijze hoofd
luisterend geheven; hy glimlachte. De heer
Bronsing, tegenover hem, spitste den smal-
len mond en met een vinger tikte hij zacht
tegen zijn glas; in de goud-gele champagne
draafden belletjes omhoog.
jWhen my dreamboat comes home...."
Dachten beiden aan hün droomschip, dat
thans huistoe kwam; stoute ondernemers-
droom, die verwezenlijkt was?
Het was een droomschip, dat dezen zonnigen
zomerdag met jacht in de wolken en schuim
op de golven huistoe ging, een droomschip zoo
als het groot en blank de vaderlandsche kust
langs voer, tegen den gloed van de ondergaan
de zon tot een bleek-blauw silhouet verkleurde,
om ankerend voor Scheveningen in het al
nachtelyk duister, gegrepen in een violetten
glans door tastende bundels der kustzoeklich-
ten, onwezenlijk op te doemen. En het bleef
een droomschip, ook voor de Amsterdammers,
die het den volgenden morgen op het IJ zagen
verschijnen, het IJ, dat immers de schelp was,
uit welks rand dit kostelijk werkstuk door Am-
sterdamschen ondememinsgeest te voorschijn
werd geroepen, een werkstuk, dat thans in de
practijk zyn groote deugdelijkheid had getoond.
Toch behoort de „Oranje" niet tot de
meest luxueuze schepen, die de Oceanen be
varen. Zeelui onder elkaar kennen het
grapje op de initialen der Stoomvaart
Maatschappij Nederland en spreken van
Sober Maar Netjes, waarmee zij inderdaad
den geest der Maatschappij niet geheel on
juist typeeren. En als dit „sober, maar net
jes" in den ruimsten zin des woords ergens
op toepasselijk is, dan wel op 't vlaggeschip
van de S. M. N., op de „Oranje".
Het „netjes" dient men. dan te verstaan als
comfortabel, doelmatig, voornaam, zonder er
gens in overdaad of weelde te vervallen. Alles
is sober gehouden en dat wekt op het schip
een sfeer van rust, die weldadig aandoet. Hier
geen pracht en praal, die vermoeit, maar een
beschaafde prettige aankleeding, smaakvol en
kunstzinnig zonder dat men zich aan iets be
hoeft te vergapen. In dit opzicht hebben de
bouwers van de „Oranje" aan het schip alles
gegeven wat het noodig had. Niets minder,
maar ook niets meer. En wy gelooven, dat de
toekomstige passagiers hier het best mee zyn
gediend.
Wanneer wij dus de „Oranje" een droom
schip noemen is het niet, «omdat het een
drijvend sprookjespaleis is uit Duizend en
eenen Nacht, maar omdat hier doelmatig
heid, schoonheid en comfort zijn vereenigd
en verwezenlijkt op een wijze, die de droom
moet zijn van alle rechtgeaarde scheeps
bouwers en reeders.
Intusschen zal het schip aan den meest ver
wenden smaak kunnen beantwoorden. De aan
kleeding van zalen en salons, de inrichting der
hutten, de betimmering van halls en trappen
huizen, de uitrusting der promenadedekken,
alles ademt den rechten „Nederland"-geest,
beschaafd en voornaam. Het is ondoenlijk om
een volledige opsomming te geven van wat
er te zien en op te merken valt in dit 20.000
ton groote schip dat 126 meter lang en 25
meter breed is en aan 747 passagiers, alsmede
een bemanning van 380 koppen huisvesting
kan verleenen. Edele houtsoorten als Cuba-
mahonie, coromandel en ebbenhout zijn gebe
zigd, verder palissander-, kamfer-, noten- en
eenvoudig mahoniehout, terwijl ook bekleeding
van perkament en varkens- en rundleder werd
toegepast.
De naam van het schip heeft geïnspireerd bij
de keuze der onderwerpen voor de decoratieve
versiering van het schip. In de groote vestibule
zijn in een nis de marmeren reliefs aange
bracht van Prins Willem I, den stadhouder
koning Willem III naar het ontwerp van prof.
Wenckebach en Koning Willem I. Op het trap-
bordes naar boven vindt men 'n dergelyk relief
van A. Zijl, voorstellend Koningin Wilhelmina,
op het lager gelegen bordes de afbeeldingen
van Prinses Juliana en Prins Bernhard, ont
worpen door Van der Veen. In de bibliotheek
ziet men verder reliefs, voorstellende Prinses
Beatrix, een geschenk van het Indische perso
neel, dat tijdens den proeftocht aan de directie
der S.M.N. werd aangeboden by monde van
jhr. mr. L. H. L. de Stuers. Als pendant is in
de bibliotheek de afbeelding van Koningin
Emma aangebracht. Verder bevat de rooksalon
le klas reliefs van Prins Hendrik, Koning Wil
lem III en diens broeder Prins Hendrik, bij
genaamd „de zeevaarder". Ten slotte dient ver
meld het kostbaar paneel van Japansch lak
werk in de le klas bar, voorstellende het stadje
Oranje in de 17e eeuw.
Belangrijke feiten uit de vaderlandsche histo
rie zijn eveneens in beeld gebracht, op paneelen
of gobelins. Zoo ziet men reliefs, voorstellende
o.a. de thuiskomst der tweede Oost-Indië-vloot,
geschilderde paneelen, die een afbeelding geven
van den slag op de Zuiderzee, het ontzet van
Leiden, enz.
Ook aan Amsterdam en Indië is vanzelfspre
kend aandacht geschonken. Amsterdamsche
stadsgezichten in marmerpaneelen uitgebeeld
of uitgevoerd in gobelin, vormen het pendant
van Jacatra, van gesneden en gepolichromeerde
paneelen der voornaamste eilanden, voorstellin
gen van Indische volkstypen en tafereelen uit
een oud-Javaansch tooneelspel.
Wij noemen dan nog fraaie mozaïek-paneelen
van aardewerk, waarin 24 wapens van het
Oranjehuis zijn verwerkt, een ander met de
Dillenburg, een glas-mozaïek, het oogenblik
weergevend, dat Philips II afscheid neemt van
Prins Willem van Oranje, en een glaspaneel,
dat de wereldkaart te zien geeft. Deze opsom
ming is met dat al nog lang niet volledig,
maar geeft toch een indruk van het decora
tieve element in de aankleeding van het schip.
Dat het schip een bioscoop heeft en een
zwembad is bekend, minder misschien het feit.
dat er een groote gemeenschappelijke eetzaal
is voor de blanke schepelingen, zoo goed als hun
bruine broeders in hun „Kraton" een flinke
lokaliteit bezitten, om eens genoeglijk „onder
ons" te zijn. Trouwens de verblijven der be
manning maken een uitstekenden indruk; het
is er huiselijk, overal heeft men radio en wy
gelooven gaarne de verzekering, dat de men
schen in de havens veel minder den wal zoe
ken, sinds hun eigen schepen zooveel beter be
woonbaar zijn geworden.
Merkwaardig is ten slotte hoe de twee
belangrijkste onderdeelen in het hart van
het schip te zamen zijn gebracht: de ma
chine-kamer, waar de voortstuwing, de keu
kens, waar de voeding wordt verzorgd, beide
in continu-bedrijf, beide indrukwekkend
van perfectie. De machinekamer met haar
drie verdiepingen is weinig minder dan een
fabriekshal, waar de 37.500 P.K.'s worden
geleverd. De keukens, ingericht volgens
roulatie- en loopende band-systeem, kun
nen snel en hygiënisch de meer dan 1000
magen, die driemaal daags onder den in
vloed der zeelucht gaan knorren, bevredi
gen. En zooals bunkers vol olie gretig wor
den verbruikt, zyn de uitgestrekte pro-
viand- en koelkamers als onuitputtelyke
reservoirs, die den dagelijkschen disch wel
voorzien houden.
Van een rondgang door dit reusaehtig
scheepsbedryf behoudt jnen ten slotte den in
druk als van een vervaarlijk kunstmatig orga
nisme, dat leeft in al zijn geledingen, dat oogen
heeft, tast- en oriëntatievermogen, dat zich
voortbeweegt, dat ademt, een bloedsomloop be
zit en een zenuwstelsel, kortom een der meest
opmerkelijke voortbrengselen mag heeten van
het menschelijk vernuft.
Wanneer gij uw gave naar
hei aliaar brengt en uzelf
herinnert, dai uw broeder ieis
iegen u heefi, laai dan uw
gave daar voor hei aliaar en
ga u eersi mei uw broeder
verzoenen en kom dan en
offer uw gave.
Evangelie
Eenigen tijd geleden is jhr. ir. H. J. van
Kretschmar van Veen, inspecteur bij den cul-
tuur-technischen dienst van den Wieringer-
tneerpolder fn ons land teruggekeerd van een
studiereis naar Argentinië, welke hij /tezamen
met ir. B. D. H. Teilegen in opdracht van een
groep Nederlandsche financiers heeft gemaakt,
om een onderzoek in te stellen naar de inpol-
derings- en kolonisatie-mogelijkheden van het
Delta-gebied van de Rio Parana, ten noorden
van Buenos Aires
Ir. Tellegen zal in den loop van Juli in Ne-
aerland terugkomen.
Behoudens een verblijf van enkele weken te
Tres Aroyos en verschillende besprekingen te
Buenos Aires heeft ir. Kretschmer ongeveer
vier en een halve maand in de Parana-Delta
vertoefd.
Aan een medewerker heeft hij een en ander
medegedeeld over de resultaten van zyn reis.
Practisch kan men zeggen, dat het geheele
gebied nog vrij is en op ontginning voor inten
sieve bebouwing ligt te wachten.
Ir. van Kretschmar van veen heeft in het.
bijzonder ae lanobouw-mogelijkheden, bodem
gesteldheid en marktsituatie bestudeerd. Voor
het kolonisatie-probleem is van het grootste
belang, dat het Delta-gebied gelegen is in een
gematigde luchtstreek, met een gunstiger kli
maat dan het Nederlandsche, maar overigens
zelfs nog niet sub-tropisch. Er groeien dan ook,
evenals in het Nederlandsche polaerland, wilgen
en populieren en als het land eenmaal ingedijkt
is en het Friesche of roodbonte vee er graast,
zal het in vele opzichten aan het Hollandsche
polderlandschap herinneren.
Ir. van Kretschmar heeft verscheidene grond
monsters meegebracht die zijn onderzoent en
geanaliseerd door prof. dr. J. Hudig, hoog
leeraar in de landbouw-scheikunde aan de land-
bouwhoogeschool te Wageningen. Deze heeft
reeds gerapporteerd^ dat de samenstelling van
den grond van een zeldzame ideale structuur
is, die by groote bevochtiging voor 10» procent
aan de productie kan deelnemen.
Deze grond leent zich bij uitstek voor veeteelt
en vooral voor tuinbouw en fruitteelt.
Ir. van Kretschmar kwam bij zijn onderzoek
van de markttoestanden en afzetmogelijkheden
te Buenos Aires tot de conclusie, dat deze
bloeiende reuzenstad met bijna drie millioen in
woners ongeveer een kwart van de bevolking
van Argentinië leeft hier bijeen dringende
behoefte heeft aan grooteren toevoer van
versch fruit, versche groenten en zuivelproduc-
tn van goede kwaliteit, alsmede van pluimvee
en eieren.
Nederlandsche tuinders, in het Parana-
gebïed, dat voorzoover het voor inpoldering in
aanmerking komt in zijn verste uithoeken
slechts 100 K.M. van Buenos Aires verwijderd
is, zullen hun vertrouwde producten van ge
lijke kwaliteit als in Nederland kunnen verbou
wen en daarvoor op de markt van Buenos Aires
goede prijzen kunnen maken, los van de fluc
tuatie van de wereldmarkt en mits de afzet ge
organiseerd wordt, hetgeen men bij de vestiging
van een Nederlandsche nederzetting gemakke-
lyk ïn de hand heeft.
Dan zal de Nederlandsche kleine boer, die
op het oogenblik in het vaderland geen grond
kan vinden om er een bedrijf op te vestigen,
een welvarend bedrijf kunnen stichten onder
hem vertrouwde climatologischte omstandighe
den, in een hem vertrouwd landschap, zy net
ook aan den anderen kant van den evenaar.
Het staat evenwel nog niet vast op welke
wijze de plannen verder zullen worden uitge
werkt.
Donderdag kwam een aantal katholieke han
delaren in glas, porcelein, luxe- en huishou
delijke artikelen te Utrecht in vergadering bij
een.
Besloten werd tot oprichting van den Ned.
Kath. bond van handelaren in glas, porcelein,
luxe- en huishoudelijke artikelen. Een voor-
loopig bestuur werd gevormd.
Het secretariaat van den bond is gevestigd:
Mauritskade 23, 's-Gravenhage.
De kapitein-luitenant ter zee J. W. Termij-
telen heeft het bevel aanvaard over Hr. Ms.
„Tromp", welke thans gereed gemaakt wordt
voor de reis naar Ned.-Indië, welke, zooals ge
meld, 19 Augustus zal beginnen.
Naar wy vernemen, wordt de voetbalwed
strijd EngelandNederland 8 November niet te
Londen, maar te Sheffield gespeeld.
Aan mej. S. Kinders, in dienst van de ver
eeniging „Tot Christelijke Liefdadigheid", werk
zaam in het gesticht „Bethesda", te Wagenbor
gen, is toegekend de gouden eere-medaille, ver
bonden aan de orde van Oranje-Nassau.
Aan F. Zigter. brigadier-majoor der rijksveld-
wacht te Winsum, is bij bevordering de eere
medaille verbonden aan de orde van Oranje-
Nassau verleend in goud.
Bevorderd tot grootofficier in de orde van
Oranje-Nassau mr. H. H. A. Sluis, procureur-
generaal bij het gerechtshof te Leeuwarden.
Met ingang van 1 Juli zyn in vasten dienst
benoemd tot commiezen by het hoofdbestuur der
posterijen, telegrafie en telefonie mej. mr. A. J.
A. E. Hol en mr. A. E. van Rantwijk, en tot
adjunct-commiezen bij het hoofdbestuur der
posterijen, telegrafie en telefonie N. J. Keuken
meester, L. Ph. J. den Hollander, J. C. Goedel,
G. D. Pasman, K. van Santen en W. D. H. Nout,
thans werkzaam op arbeidsovereenkomst by ge
noemd hoofdbestuur.
Aan mr. H. H. A. Sluis is op zyn verzoek, met
ingang van 1 Augustus 1939 eervol ontslag ver
leend als procureur-generaal by het gerechtshof
te Leeuwarden, onder dankbetuiging voor de
vele en gewichtige diensten door hem aan Hare
Majesteit de Koningin en den lande bewezen.