B.M.W.-rijders over alle triomfeeren linies Aangeboren aanleg MEYER WINT GELUKKIG VAN SERAFINI ZONDAG 2 JULI 1939 T.T.-races te Assen WIELRENNEN RONDE VAN HILVERSUM De Haarlemmer De Best winnaar PAARDENSPORT Prins Bernhard bezoekt concours-hïppique Fraaie prestaties der lersche ruiters Interessant duel tusschen D.K.W. en Velocette in de 500 cc-klasse. Stanley Woods geklopt Verdeelde successen in de ochtendraces De onbekende „28" Snelle races ondanks den regen 250 cc-klasse 500 en 350 cc-klasse Internationale klassen Onfortuinlijke strijd van Serafini De Nederlanders De uitslagen Landenéquipes LAW NT EN NIS HENKEL EN VON METAXA GESLAGEN Van Swol verliest in gemengd dubbel BOERDERIJ AFGEBRAND Het aftreden der Regeering Nog enkele persstemmen Zorg voor de volks gezondheid Dr. C. Banning te Zaandam tot geneeskundig hoofdinspecteur benoemd COÖRDINATIE VAN HET GOEDERENVERVOER Bezwaren tegen wetsontwerp (Triumph); 5. J. Visser. Snelste ronde J. Visser 7.57.1 gem. 124.9 K.M. De uitslagen van den wedstrijd in de interna tionale klassen luiden: 500 ccm-klasse: 1. G. Meyer (Duitschland) op B.M.W. 2 uur 18 min. 46 2/5 sec., gem. uursnel heid 142,9 K.M.; 2. Vaillati (Italië) op Gilera, 2 uur 24 min. 2/5 sec., gem. uursnelheid 137.8 K.M. Op een ronde: 3. H. Bock (Duitschland) op B.M.W. Op twee ronden: 4. P. Vaassen (Duitschland) op Norton; 5. „Charlier" (België) op F.N.; 6. <J. Pijma (Nederland) op Velocette; 7. W. Scheunig (Duitschland) op Norton. In deze klasse maakte Serafini in de zestiende ronde den snelsten tijd 6 min. 33 sec. (gem. uur snelheid 151.4 K.M.). 350 ccm-klasse: 1. W. Wünsche (Duitschland) op D.K.W., 2 uur 17 min. 16 3/10 sec., gem. uursnelheid 130.3 K.M.; 2. E. A. Mellors (Enge land) op Velocette, 2 uur 18 min. 4 sec., gem. uursnelheid 129.4 K.M.; 3. H. Pleischmann (Duitschland) op D.K.W. 2 uur -(8 min. 40.2 sec, 128.8 K.M.; 4. Stanley Woods (Ierland) op Ve locette; 5. J. E. Little (Ierland) op Velocette; 6. W. van Gent (Nederland) op Velocette. Op 1 ronde: 7. P. Anderson (Engeland) op D.K.W.; 8. F. J. Binder (Duitschland) op Ve locette; 9. E. R. Thomas (Engeland) op Velo cette; 10. J. Moejes (Nederland) op D.K.W.; 11. H. Thorn Prikker (Duitschland) op Velocette. De snelste ronde maakte Woods met een tijd van 7 min. 20 4/5 sec., gem. uursnelheid 135.1 K.M. 250 ccm-klasse: 1. E. Kluge (Duitschland) op D.K.W. 2 uur 4 min. 43 3/5 sec., gem. uursnel heid 127.4 K.M.; 2. B. Petruschke (Duitschland) op D.K.W. 2 uur 8 min. 28 4/5 sec., gem. uur snelheid 123.5 K.M.; 3. O. Tenni (Italië) op Guzzi, 2 uur 12 min. 34 sec., gem. uursnelheid 119.8 K.M.; 4. W. Winkler (Duitschland) op D.K.W. Op 1 ronde: 5. K. Lottes (Duitschland) op D.K.W.; 6. L. Simons (Nederland) op Excelsior; 7. P. van Dinter (Nederland) op D.K.W.; 8. O. Kohfink (Duitschland) op D.K.W. Tenni maakte in de tiende ronde den snel sten tijd: 7 min. 19 1/5 sec., gem. uursnelheid 135.5 K.M. Zaterdagmiddag werd in Hilversum de vier de ronde verreden, georganiseerd door de Gooi- sche Wielerclub „De Adelaar". Het fraaie par cours leidde vanaf de Bachlaan, waar zoowei start als finish waren, nabij de Hertog Hen driklaan langs Bussummergrindweg, Spanders- woud, Meentweg en terug naar de Bachlaan. Langs het geheele gedeelte had zich een tal rijk publiek verzameld, dat evenwel het sterkst vertegenwoordigd was bij de startplaats-finish. Het programma, dat te dezer gelegenheid was samengesteld, vermeldde, buiten een groot aan tal aanbevelende woorden, slechts de namen der deelnemers, zonder eenige bijzonderheden over de courses zelve te geven, wat het volgen van den wedstrijd niet vergemakkelijkte. Te ruim twee uur werd aangevangen met een wedstrijd voor nieuwelingen, over 10 ronden. Winnaar werd hier W. Rijsbergen uit Leiden, gevolgd door Keyzer en G. Loos uit Amsterdam. De wedstrijd voor amateurs en onafhankelij- ken leverde even voorbij den start reeds een uitvaller. Het tempo was reeds dadelijk snel. De eerste ronde werd gedaan in 7 minuten. Het duurde niet lang of er had zich een kop groep gevormd van vier renners, die enkele ronden een paar honderd meters voorsprong wisten te behouden, gevolgd door een tweede groep, die een vijftigtal meters op het hoofd peloton gewonnen had. Bij het ingaan van de zevende ronde waren deze beide groepen uit gebreid tot een twintigtal renners, die geza menlijk een kleine honderd meter voorsprong hadden. De volgende ronde had het geheele pe loton .zich weer vereenigd. In de volgende ronden werd dit evenwel weer uiteengerukt en na de 11e ronde had zich een kopgroep gevormd, bestaande uit Bosland, Lo- dewijks uit Weesp en Lodewijks uit Leiden. Schipper, Westendorp en Griffioen. Zij hadden een 200 M. voorsprong op een tweede groep van 10 renners, op 50 meter voor het hoofdpeloton, dat op honderd meter door een tweede peloton gevolgd werd. Schipper zakte daarna af naar de tweede groeR, later volgde Westendorp zijn voorbeeld. Inmiddels was het peloton in vijf groepen uit eengevallen met onderlinge afstanden, va- rieerend van 50 tot 100 M. Bij de 14e ronde was de kopgroep weer uit eengevallen, maar reeds bij de volgende ronde had zich een nieuwe kopgroep gevormd, die zich wist te handhaven. De uitslagen luidden: 1. C. de Best, Haarlem, 2 uur 16 min.; 2. J. Bosland, Amsterdam; 3. J. Rijneveld, Haar lem; 4. Moeke, Weesperkarspel; 5. F. v. d. Hei den, Haarlem; 6. A. H. 'Lodewijks, Leiden; 7 H. Grifioen, Amsterdam; 8. Lodewijks, Weesp; 9 G. Saes, Weert; 10. M. L. Jansen, Eindho ven; 11. G. Wedler, Utrecht; 12. J. Engel, Am sterdam. Zaterdagmiddag is in het Olympisch Stadion te Amsterdam het internationaal concours hip- pique voortgezet met het springconcours om den Grooten Prijs van Amsterdam. Z. K. H. Prins Bernhard woonde een gedeelte van den wedstrijd bij. De lersche équipe, die zich ook dit jaar zeer sterk toont, boekte opnieuw een overwinning, terwijl een Nederlander op de derde plaats eindigde. De belangstelling was beslist groot te noe men en zelfs op de zuidelijke tribune waren groote vlakken geheel gevuld. Er was ook een talrijk jeugdig publiek, dat zich nu en dan in enthousiasme wat erg druk roerde en tot stille moeft worden gemaand. Omstreeks drie uur arriveerde Prins Bern hard in het Stadion, die ontvangen werd dooi den voorzitter van de N.V. het Nederlandsche Sportpark, den heer J. H. Scheltema en door den directeur, den heer J. van den Berg. Bij zijn aankomst verhieven allen zich van hun plaatsen, terwijl de muziek het Wilhelmus in zette. Later begaf Z. K. H. zich op het midden terrein, waar hij zich met verschillende perso nen onderhield. Tegen half vijf vertrok de ko ninklijke bezoeker nagenoeg onopgemerkt. Voor den Grooten Prijs van Amsterdam was een parcours met 17- hindernissen uitgezet met een maximum hoogte van ongeveer 1.50 meter. Slechts acht ruiters legden een foutloos par cours af, waaronder drie Nederlanders, drie Duitschers en twee Ieren. De Belgische équipe, die dezen middag slechts door vier ruiters was vertegenwoordigd, had weinig geluk en geen der ruiters kon zich voor de beslissing plaat sen. Van de Nederlandsche deelnemers, die geen foutloos parcours maakten, kunnen nog wor den genoemd lt. van Manen, 4 fouten; kapt. Greter op „Carina", 4 fouten; kapt. de Bruine op „Tabouivt", 8 fouten; lt. van Lynden op „Hannes", 4 fouten; It. Gruppelaar op „Pea cock", 4 fouten. De Deensche vertegenwoordigster mej. L. Wittmack maakte op „Mister" 16 fouten. Voor de acht geplaatste ruiters werd de helft der hindernissen verhoogd, waarna, op nieuw werd gesprongen. Bij gelijk aantal fouten besliste nu de tijd. Kapitein de Bruine legde op „Ernica" een zeer snel en. prachtig parcours af, in den tijd van 84 2/5 sec., die echter vier fouten maakte en daarmede derde werd. Slechts It. Wiedemann met „Fridolin" maakte een kor- teren tijd, namelijk 82 4/5 sec., doch eindigde met acht fouten eerst op de zesde plaats. Win naar werd maj. O'Dwyer op „Limerick Lace", de eenige ruiter, die het verzwaarde parcours zonder fout aflegde. Zijn tijd was 88 2/5 sec. Tweede werd ritm. Brinckmann op „Baron IV" met 3 fouten wegens een weigering en een tijd van 94 sec. De Nederlandsche ruiter kapt. de Bruine eindigde met „Ernica" als derde. Het springconcours werd afgewisseld met concours voor tuigpaarden, een- en tweespan nen. Binnen den vastgestelden tijd was het programma afgewerkt, dat ook nu door uitste kend weer werd begunstigd. De volledige uitslagen luiden als volgt; Internationaal springconcours om den grooten prijs van Amsterdam: 1. „Limerick Lace" met maj. O'Dwyer (Ierland), 0 ft. (88 2/5 sec.); 2. „Baron IV" met Ritm. Brinckmann (Duitsch land), 3 ft., (94 sec.); 3. „Ernica" met kapt. de Bruine (Ned.), 4 ft. (84 2/5 sec.); 4. „Kilmal- lock" met lt. Niallain (Ierland), 4 ft. (88 2/5 sec.); 5. „Madel wie du" met ritm. Sirtema van Grovestins (Ned.), 4 ft. (90 sec.); 6. „Fridolin" met A. Weidemann (Duitschland)', 8 ft. (82 4/5 sec.); 7. „Hansbursch" met sitm. von Canstein (Duitschland), 11 ft. (98 sec.), 8. „St. George" met P. Leeuwenburg (Nederland) (niet overge sprongen) Concours eenspannen (limietklasse, hackney's uitgesloten)1. Henelo (eig. D. Mellema, Fin- sterwolde)2. Lorton II (eig. Roesink en Wool- drik, Enschede), 3. Roland (eig. F. Touw, Den Haag), 4. Windsor (eig. A. Steehouwer, Dub beldam), 5. Kwinta (J. Alta, Oudemirdum). Concours eenspannen (uitsluitend volbloed hackney's) Afdeeling A (Hackney's met stokmaat van 1.55 M. en hooger)1. Dainty Lady (eig. J. Alta, Oudemirdum), 2. Lady Love (eig. C. Otjens, Dongen), 3. Sensation (eig. Gebr. v. d. Haar, Zeist) en Fleetwood Juliet (eig. G. Poerink (Enschede), eervolle vermeldingen: Haddon Philippine (eig. P. Touw, Den Haag) en Lady (eig. H. Burger, Amsterdam). Afdeeling B. (Hackney's met stokmaat bene den 1.55 M.): 1. Odds (eig. Gebr. v. d. Haar, Zeist), 2. Charming Lady (eig. C. Otjens, Don gen) Concours tweespannen (limietklasse, hackney s uitgesloten) 1. Hendo en Xandria (eig. D. Mellema, Fin- sterwolde), 2. Roland en Windsor (eig. A. Stee houwer, Dongen), 3. Upacha en Ziezoo (J. Alta, Oudemirdum), 4. Lorton II én Wilson (eig. Roesink en Wooldrik, Enschede), 5. Tiponna en Wiesje' (eig. stal Spykervet, Steenwijk), eervolle (Van onzen redacteur) Het was in Assen nog niet eens zoo somber als de weinig prettige weers omstandigheden wel zouden doen vermoeden. Natuurlijk was het voor de rijders allesbehalve genoeglijk om op een gladden weg en met een ve- nijnigen regen in het gezicht hun rondjes te moeten draaien, maar de toeschouwers hebben dien indruk niet zoo in zijn volle triestheid te verwer ken gekregen. Dit was te danken aan aan den T. T.-reporter Piet Nortier, wiens prettige conversatie bij verschil lende gemotoriseerde aangelegenhe den overbekend is en die vooral op dezen somberen dag zijn beste been tje had voorgezet- Hij was „de beste man uit den koers" en daarbij misschien ook de verstandigste, want terwijl de coureurs met de onvriendelijkheden van de weersomstandigheden hadden af te rekenen, zat hfj hoog en droog op zijn uitkijktoren, ten ge rieve van de velen die zich langs het traject een plaatsje hadden gezocht en dus ook daar van de gebeurlijkheden in het verloop van den wedstrijd op de hoogte werden gehouden. Er was overigens nog een figuur die zij het dan ook niet in technisch opzicht bijzonder de aandacht trok. Het is een heel verhaal, dat in het kort verteld hierop neerkomt: De Amster dammer Liervers, die onder nummer 28 zou uit komen, was wegens weinig trainingsgelegenheid niet aan den start verschenen en had zijn num mer in een boerderij in de omgeving laten lig gen. Een of ander enthousiast, die het blijkbaar ook wel eens wilde probeeren en misschien van plan was voor „de groote verrassing" te zorgen, had er zich van meester gemaakt en was aldus stiekem op het traject geslopen. Aanvankelijk wilde hij er niet van weten den strijd te staken, maar na enkele ronden had hij er toch genoeg van en verkoos hij liever den strijd op te geven dan zijn nutteloos gevecht onder den stroomen den regen voort te zetten. Het geamuseerde pu bliek gaf den onbekende op zijn laatsten door tocht overigens een dankbaar applausje voor dit niet ongenoeglijke intermezzo. Wat de belangstelling betreft, deze was niet zoo teleurstellend als men met het oog op de weersomstandigheden misschien zou hebben ver wacht. Er was een groot aantal bezoekers, het geen o.m. bleek uit den stroom van automobie len, waarin ongeveer alle provincieletters waren vertegenwoordigd. Uit den aard van de zaak wa ren er ook veel motor-amateurs, die niet op een paar kilometertjes hadden gezien, om hun „groo te broers" op dit circuit aan het werk te zien. Ondanks de slechte weersomstandigheden en de als gevolg daarvan gladde wegen is er toch in zeer snel tempo gereden. Bijna over de geheele linie waren de rondetijden zeer goed en als gevolg daarvan lagen de uurge middelden ook vrij hoog. In de 125 cc-klasse hebben de rijders een zeer interessanten strijd te zien gegeven, waarin her haaldelijk fel om de leiding werd gestreden. Ra- venhall op Eysink had aanvankelijk den kop, maar hij kreeg motordefect en zag zich daar door de kans op de overwinning ontgaan. Toen deze rijder van den kop was verdwenen, kreeg de jeugdige Rotterdammer Rietveld, die eveneens Eysink bereed, een mooie kans, maar in jeugdi gen overmoed had hij blijkbaar te veel van zijn machine gevergd, met het gevolg, dat hij den strijd niet kon volhouden Den derden man Ver- kerke trof hetzelfde lot. Het strijdbeeld wisselde hierdoor volkomen. Aldra lagen nu de beide Sparta-rijders Visbach en Hardebil aan den kop, maar zij werden fel bedreigd door J. Bovee op Eysink, die tenslotte dan ook de kans schoon zag om de leiding te nemen en deze, ondanks felle aanvallen van zijn concurrenten, niet meer afstand De strijd in de 250 cc-klasse is een opgelegde, maar daarom niet minder fraaie overwinning voor Vink (Royal Enfield) geworden. Reeds na de eerste ronde had deze rijder een voorsprong van 300 meter genomen, dien hij nog beduidend wist te vergrooten, zoodat hij zonder nog be dreigd te zijn, met ongeveer drie minuten voor sprong als eerste de finish passeerde. Veer slaag de erin na een fraai gevecht met Hoogeveen de tweede plaats te bezetten; van Dinter, die twee maal pech had gehad, herstelde zich echter beide keeren uitstekend en zag zulks met een eervolle vierde plaats beloond. In de 500 cc-klasse begon Triumph met drie rijders aan den kop uitstekend. Houtop viel ech ter al spoedig terug en toen vervolgens ook Vis ser pech kreeg, moest Aartsen de eer van zijn werk voorloopig alleen verdedigen. De Amster dammer heeft zulks op waarlijk schitterende wijze gedaan. Zwaar bedreigd door de Wasse- naarsche B.M.W.-rijders, de gebrs. Knijnenburg, heeft hij zijn koers desniettemin op prachtig be rekende wijze gereden. Zijn belagers waren hier tegen tenslotte niet bestand. Hoewel P. Knijnen burg een oogenblik de leiding heeft gehad, moest hij tenslotte de eer aan den Triumph-rijder la ten en zelfs ook nog voor Roest wijken. Het belangrijkste feit uit de race der 350 cc was.... dat zij onder droog weer werd verreden. J. Veer (Velocette) had zich direct aan den kop gezet en won met groot gemak. Een gebeurtenis op zich was de start der mata- doren van de Europeesche motorwereld in de internationale klassen. Bij de 250 cc's had de Italiaan Tenni voor een groote verrassing kunnen zorgen tegen den Duitschen favoriet Kluge. De strijd was niet zoo spannend, omdat hij feitelijk practisch al spoe dig was beslist, maar snel was hij wel, zoo zelfs dat Tenni met zijn 250 wagen een snelleren tijd maakte dan de leider m de 350 cc-klasse. Toen echter kwam de tegenslag van den Ita liaan. In de voorlaatste ronde begaf zijn motor het en kon Kluge, die ver en kansloos achter was de zege in zijn zak steken. In de 350 cc-klasse hebben de DK.W.-rijders Wünsche en Fleischmann het Velocette-team met groot verschil geslagen. Nadat de Velocette- menschen Woods en Mellors aanvankelijk ondanks hun achterstand een toonaangevenden wedstrijd hadden gereden en enkele ronden lang ook den kop hadden gehad, bleken de DK.W.'s beter tegen snelheid en afstand bestand, zoodat Wünsche tenslotte aan het langste eind trok. Het was een bijzonder fraaie en afwisselende strijd, waarvan het resultaat misschien wel het meest bevredigende van den geheelen middag kan worden genoemd. In de 500 cc-klasse hebben Meyer en Serafini den toon aangegeven. De Duitscher liep direct fraai uit en draaide zijn rondjes zoo lustig, dat het peleton onder dezen druk danig uit elkaar werd gescheurd. De eenige die hem bedreigde was de Italiaan Serafini, die reeds toen maar heel weinig voor zijn concurrent onder deed en gedurende de gheele eerste helft van den wed strijd fel op zijn concurrent heeft gejaagd. Na tien ronden begon Serafini het waarlijk te meenen; hij versnelde zijn tempo en stoof in danige vaart op Meyer af. En jawel, het lukte hem. Nadat dertien ronden waren af gelegd, meldde de post Hooghalen, dat Sera fini de leiding had genomen! Het zaakje scheen nu in kannen en kruiken, want Meyer zakte al verder en verder af, maar in zijn laatste ronde trof Serafini de tegenslag welke hem de overwinning zou ontnemen. On gelukkigerwijze kwam de Italiaan ten val en werd daardoor zoozeer gehandicapt, adt hij maar nauwelijks naar de pits kon rijden en de eer aan Meyer moest laten. Wat de verrichtingen van de Nederlanders be treft, die in dit kader begrijpelijkerwijze niet bijzonder opvielen, nog het volgende: Ondanks het feit, dat Fijma in de zware klasse met drie minuten achterstand startte, wist hij toch den landstitel te behalen, omdat Jack Schotte, die steeds in de voorste gelederen streed, na een val opgaf. Bij de 350 cc's was de tropee voor van Gent; in de kleinste klasse werd het een bijzonder felle strijd tusschen Dinter en Simons, welke tenslotte in het voordeel van den laatste werd beslist. Het was een zeer geslaagde T.T.-dag, met de internationale races over 350 cc en 500 cc als spannendste wedstrijden. De uitslagen der verschillende wedstrijden lui den als volgt: 250 cc: 1. H. Vink (Royal Enfield) 1 uur 6 min. 42.3 sec., gem. 104.1 K.M.; 2. H. Veer (Triumph); 3. P. Hoogeveen (Matehless)4. A. v. Dinter (D.K.W.)5. H. Hilderink (Excelsior)6. J. Tim- mers (Matehless). Snelste ronde van Dinter 9.11.4 gem. 108 K.M. 125 cc: J. Bovee (Eysink) 1 uur 1 min. 1 sec., gem. 80.16 K.M.; 2. C. Mardebil (Sparta); 3. F. Visbach (Sparta), 4. Maasland (Fr. Barnett); 5. F. Scuddeboom (Eysink)6. J. Florijn (Bata- vus); 7. L. Ra venhall (Eysink). Snelste ronde Ravenhall 12 min. gem. 82.8 K.M. 350 cc: 1. J. Veer (Velocette) 1 uur 0 min. 2 sec., gem. 115.8 K.M.; 2. W. van Doren (N.S.U.); 3. Banning (Norton); 4. H. Buys (Norton); 5. J. Zwaai (Excelsior). Snelste ronde J. Veer 8.17.0 gem. 119.9 K.M. 500 cc: 1. P. van Aartsen (Triumph) 1 uur 6 min. 30.4 sec., gem. 119.1 K.M.; 2. J. Roest (B. MW.); 3. P. Knijnenburg (B.M.W.); 4. J. Houtop Er zijn in ons denken enkele begrippen, die zonder eenigen twijfel reden van bestaan heb ben en dus aan een werkelijkheid beantwoorden, zonder dat men echter de werkelijkheid in het concrete leven nauwkeurig aanwijzen kan. Dit zijn dus in wijsgeerigen zin echte abstracte be grippen. Er zijn ook begrippen van precies tegen- overgestelden aard, waarvan men den werkelijk- heidsgrond nauwkeurig aanwijzen kan, terwijl t algemeene begrip min of meer vaag is. Zóó is b.v. het algemeene begrip „paard", dat heel moeilijk te definieeren is, terwijl iedereen, die een paard ziet, weet dat het een paard is. Maar b.v. een aangeboren aanleg is veel moeilijker aan te wijzen: zeker, men kan den aangeboren aanleg zien in de manier van doen van een zui geling, maar ook dan reeds kan het zijn, dat bijzondere levensomstandigheden den zuigeling doen handelen op een eenigszins andere wijze dan met zijn aangeboren aanleg overeen komt. Maar laat nu het kind man geworden zijn, dan heeft 't een lange, lange en uitermate gevarieerde geschiedenis achter zich; hij is be- invloed door ouders, broers, zusters, andere fa milieleden, opvoeders, vrienden, leeraren, gees telijken, buren, spel, lectuur, ervaringen, stad of land 'enz., en dat alles heeft hij verwerkt, zoo dat er niemand meer is, die zeggen kan in dit of dat stukje van zijn gedrag is aangeboren aan leg en die andere stukjes komen door invloed van diverse personen of zaken. Niemand kan dus bij zichzelf of bij een ander op een pre cieze wijze aangeven, wat zijn aangeboren aan leg is; wel is het mogelijk om te zeggen, dat hij muzikalen of wiskundigen aanleg heeft, d. w. z. op een bepaalden trek te wijzen, die zeker aan geboren is, maar men kan niet zeggen: hier hebben wij een man, met dien en dien aange boren aanleg en nu heeft hij in dezen tegen- woordigen toestand deze of die bepaalde in vloeden noodig, om tot een volkomen mensch uit te groeien. Anderzijds is het duidelijk, dat iedereen een bepaalden aangeboren aanleg heeft, zoodat dus het begrip „aangeboren aanleg" aan de wer kelijkheid beantwoordt, maar dat maakt het niet mogelijk om een bepaalden zoodanigen aanleg even duidelijk aan te wijzen als dat men zegt: „Hier is een paard." Hieruit volgen enkele zeer voorname gevolg trekkingen. De eerste is, dat het, in 't algemeen gesproken onjuist is om te zeggen: met dezen persoon is niets aan te vangen, zijn aangeboren aanleg is voor geen verbetering vatbaar. Het kan zeer wel het geval zijn, dat iemand büjkt vreemd te zijn, of zooals men zegt erfelijk be last: dit behoeft hem niet te weerhouden, een groot en nuttig mensch te zijn. De overleden pater Lippert S.J. vond den last des levens en zijn medemenschen daarbij zoo zwaar, dat hij het zoo goed als nooit van iemand durfde te zeggen: zulk een neiging is misschien de zwaar ste proef, waaraan iemand onderworpen kan worden en toch was hij voor duizenden een stok, om op te steunen en een lantaarn op een duis teren weg. De beroemde dr. Samuel Johnson, een van de helderste koppen van de 18e eeuw, had allerlei tics: hij bewoog, wanneer hij op zijn boeiende en gezochte wijze begon te praten, handen en hoofd op de meest potsierlijke wijze; als hij door een deur moest, schatte hij in gedachte net aantal passen, dat noodig was, om tot de deur te komen. Kwam hij dan een pas te kort, of had hij een pas meer noodig, dan liep hij terug. Toch was deze man een der moreelste en wijste mannen van zijn tijd. Hoe zulk een aanleg zich ontwikkelen kan, weet niemand. Niets is zoo verleidelijk als een voorbeeld en daarom zou men zeggen dat een slecht voorbeeld iemand altijd slechter moet maken: ook dit is niet juist, want er zijn ook afschrikwekkende voorbeelden. Een eenvoudig geval: ik heb zelf een familielid gehad, die door dat hij op jongen leeftijd een paar dronkaards leerde kennen, zijn gansche leven zeer matig gebleven is. Ook weten wij allen, dat sommige brave, preutsche en zelfingenomen opvoeders hun pupillen een langdurig vooroordeel tegen de braafheid meegeven. Een andere conclusie is, dat niemand ooit aan zichzelf twijfelen moet (zooals het heet), of liever dat hij zich nooit voor onverbeterlijk moet houden. (Dit is eigenlijk het fundament van de geheele beweging voor de geestelijke volks gezondheid) Op een andere wijze uitgedrukt, beteekent dit, dat de mensch moet leeren, om lust te hebben, tegen zichzelf te strijden. Deze courage is iemand natuurlijk niet bij te brengen, zonder dat men hem weet te zeggen, waarom hij strijden moet. Men moet hem dus een ideaal geven; maar dit ideaal is voor vele menschen zeer verschil lend. In 't algemeen kan men zeggen, dat het in overeenstemming moet zijn met den aange boren aanleg, hoewel bijzondere omstandigheden kunnen vereischen, dat iemand zich beijvert voor zaken, die met zijn aanleg in 't geheel niet overeenkomen. Maar zooeven zeiden wij, dat het vrijwel on mogelijk is, om iemands aangeboren aanleg vast te stellen; dus hoe zou de opvoeder dit kunnen doen? Natuurlijk alleen, voor zoover die aanleg zich uit en in daden en handelingen duidelijk wordt. Welnu, talrijk zijn de gevallen, waarin iemand niet kan leeren, of rekenen, of nauw keurig zijn, of zijn aandacht concentreeren, om dat de omgeving (leeraar, ouders, broers of zus ters of medescholieren) hem tegenstaat. Het is dan ook een algemeen erkend feit, dat iemands aanleg, in den zin van talent, zich eerst duide lijk uit, wanneer hij in een sympathieke om geving is, waar hij liefde, belangstelling en aan moediging vindt. In zulk een omgeving zal zich het talent uiten en dan weet dus de opvoeder, voor welk ideaal 't jonge mensch toegankelijk is. Maar dit is niet genoeg: de jonge mensch moet medewerken. Alle liefde, belangstelling en aanmoediging zijn vruchteloos, wanneer de jon ge (of volwassen) mensch niet wil. Nu heeft elke mensch een neiging om dat gene te doen, wat hem gemakkelijk afgaat, het zij volgens zijn natuur, hetzij volgens de ge woonte, die een tweede natuur is. Waar blijft da"n het element van strijd? Het is duidelijk, dat de pupil al het goede moet willen, ook dat, wat niet met zijn aanleg strookt en waarvoor hij te strijden heeft. En deze strijdlust moet door zijn opvoeder worden aangemoedigd; maar tegelijk heeft de opvoeder uit te zien, wat de aangeboren aanleg is en wat dus het ideaal is, tot welks verwezenlijking de jonge mensch in staat is, een ideaal van kunstenaar, handwerks man, vertrouwde ambtenaar, zielzorger, predi ker, missionaris, leeraar, huisvader en vele anderen. Bij zwakke, bedorven pupillen begint men na- vermelding: Roland en Robert (eig. P. v. d. Touw, Den Haag). Concours tweespannen (uitsluitend volbloed hackney's) 1. Fleetwood Courtesy en Fleetwood Nightin gale (G. J. Poerink, Enschede), 2. Fiery Cross en Firing Bell (G. J. Poerink, Enschede), 3. Ca penor Victor en Bingley Victor (H. Bultman, Heemstede), 4. Lady Love en Charming Lady (C. Otjens, Dongen). Voor den landenwedstrijd, die hedenmiddag zal worden gehouden, zijn de volgende landen équipes samengesteld: Duitschland: „Oberst IV" met ritm. Brinck mann, „Tora" met Ritm. Hasse, „Artur" met ritm. Hack, „Alant" met luit. Weidemann. Re serve: „Baron IV". Ierland: „Ireland's Own" met comm. Ahern, „Duhallon" met It. Niallain, „Owen Roe" met capt. Lewis, „Limerick Lace" met maj. O'Dwyer. Reserve: Kilmallock. België: „Tarzan" en „La Bigeuse" met lt. de Voghel; „Fox" met It. baron Fallon, „Carioca II" met lt. Verlinden. Reserve nader aan te wijzen. Nederland: „Ernica" met kapt. de Bruine, „Carina" met kapt. J. Greter, „St. Georges" met P. Leeuwenburg, „Madel wie du" met ritm. Sirtema van Grovestins, „Peacock" met It. J. Gruppelaar. Reserve uit deze vijf nog nader aan te wijzen. Dit jaar zorgt Wimbledon wel voor sensatie. Drie geplaatste spelers voor het enkelspel wer den al uitgeschakeld en Zaterdag kwam weer een groote verrassing, doordat het Duitsche dubbel, als eerste geplaatst op de lijst, werd verslagen en wel in drie sets. Wederom was het de schoolmeester Smith, die hier een rol in speelde. Samen met Mac Neill schakelde hij ten aanschouwe van vele toeschouwers op het centre court Henkei en Von Metaxa uit met 63, 75, 7—5. Het Poolsche dubbel Baworowski en Tloczynski werden verslagen door Godsell en Sherwood (En geland). In het heeren-enkelspel zijn thans de laatste acht spelers bekend. Riggs, Smith en Cooke (V.S.), Kukuljevic en Puncec (Zuid-Sla- vië), Ghaus Mohammed (Britsch-Indië), Austin (Engeland) en Henkei (Duitschland) strijden thans om den titel. De voornaamste uitslagen luiden: Demesenkelspel: Mej. J. Jedrzejowska (Polen) slaat mej. H. Kovak (Z.-Slavië) 64, 63; mej. M. C. Scriven (Engeland) slaat mevr. D. F. Cartwright 6—3, 6—3; mej. R. M. Hardwick (En geland) slaat mej. G. Wheeler (V.S.) 75, 9—7; mej. A. Marble (V.S.) slaat B. G. Beasley (En geland) 64, 63; mevr. B. L. LittleRound (Engeland) slaat mej. M. Slaney (Engeland) 36, 6—0, 6—1; mej. H. H. Jacobs (VS.) slaat mej. J. P. Curry (Engeland) 63, 62; mej. M. B. Lumb (Engeland) slaat mej. F. B. Cooke (En geland) 63, 63. Heerenenkelspel: F. Kukuljevic (Z. Slavië) sl. M. D. Deloford (Engeland) 64, 6—3, 6—1, E. T. Cooke (V.S.) sl. J. S. Olliff (Engeland) 6—1, 6—1, 6—4, H. W. Austin (Engeland) sl. B. W. Butler (Engeland) 86, 64, 64, R. L. Riggs (VB.) sl. R. A. Shayes (Engeland) 75, 68, 6—4, 6—3. Heerendubbelspel: J. Borotra en J. Ikugnon (Frankrijk) sl. A. D. Brown en J. W. Gunn (Engeland) 6—1, 9—7, 6—2, L. de Borman en P. Geelhand- (België) sl. H. A. en C. F. O. Lister (Engeland) 36, 63, 810, 64, 6 4, D. MacNeill en E. Smith (V.S.) sl. H. Henkei en G. von Metaxa (Duitschland) 63, 75, 75, D. Mitic en F. Puncec (Z. Slavië) sl. J. B. Sturgeon en G. L. Tuckett (Engeland) 7—5. 6—3, 6—2, G. E. Godsell en P. V. V. Sherwood (Engeland) sl. A. Baworowski en I. Tloczynski (Polen) 6—2, 8—6, 6—3. Gemengd dubbelspel: M. Ellmer (Zwitser land) en mej. A. Weivers (Luxemburg) sl. H. van Swol (Nederland) en mevr. D. B. Andrus (V. s.) 6—8, 10—8, 9—7. C. M. Jones en mej. E. H. Harvey (Engeland) sl. D. Mac Phail en mevr. R. T. Ellis—Lizana (Engeland) 6—2, 6—3 V. Canapele en mej. W. van Donnino (Italië) sl. I. G. Collins en Lady Rowallan (Engeland) 8_6, 8—6, 6—2; F. Puncec en mej. A. Florian (Z.-Slavië) sl. M. de Manby en mevr. F. M. Strawson (Engeland) 68, 61, 62. Te Wanneperveen is Zaterdag door onbeken de oorzaak brand ontstaan in de groote boer derij van den heer Harm Huls. Het vuur woed de zoo hevig, dat de brandweer, die met drie stralen water gaf, de vlammen eerst meester werd, toen de boerderij tot den grond toe wës afgebrand. Inventaris, hooivoorraad, eenige varkens en eenige kalveren gingen verloren. tuurlijk met het begin: het talent te voorschijn te halen en het leven te vullen met de uitoefe ning van dit talent. Betere pupillen leert men dit talent in dienst te stellen van een ideaal, en ook om te werken buiten het aangeboren ta- tent om, dus met offer en versterving. Samenvattend kan men dus zeggen, dat de situatie aldus is: de opvoeder, dus b.v. de ouder, leeraar, psychiater, geestelijke raadsman zoekt naar den aanleg, tracht dien aanleg in dienst te stellen van een ideaal en al naar de vooruit gang va-n den pupil, een plichtsbetrachting en offerzin op te wekken, ook boven den engeren aangeboren aanleg uit, voor den pupil geldt het, daar mee te gaan; voor den opvoeder, met den pupil mee te leven. Steeds blijft dus de moeilijkheid, zoowel voor opvoeder als pupil, den echten aanleg en het echte talent te vinden; en tegelijk is er de nood zakelijkheid om zoowel het talent in dienst te stellen van het ideaal (anders blijft het immers gelief hebber)als om boven het talent uit te gaan en aldus de persoonlijkheid groot en al gemeen naar de menschelijke zijde te maken, liefderijk naar den socialen kant en nederig in godsdienstig opzicht. Het geheele opvoedingswezen roept aldus om een moment, dat boven den aanleg en boven het talent uitgaat; en dat tegelijk voor allen aanleg en elk talent geschikt is. De opvoeding is dus niet alleen een vakschool. Dit hoogere moment ligt in de zedelijkheid, dat zijn de eeuwige wet ten en de godsdienst. Deze zijn zoo algemeen, dat elk talent daarin zijn plaats vindt; de nega tieve zedelijkheid als verbod en rem, de posi tieve zedelijkheid als richtsnoer voor het leven; de godsdienst echter als iets, dat het geheele leven opheft naar een niveau, waarin het leven werkelijk waard is, om geleefd te worden. De gewone, dagelijksche ervaring leert ons dan ook, dat zonder zedelijkheid en godsdienst een groote en gave persoonlijkheid niet tot stand komt. Weliswaar bereiken wij lang niet allen, dat wij daartoe uitgroeien, maar in elk geval kennen wij toch de wetten, volgens welke wij hebben te leven, al zweven ze dikwijls hoog boven ons uit. En in den godsdienst, d. w. z. in den christelijken godsdienst, ligt het innerlijkste zwaartepunt toch steeds in die verborgen en geheimzinnige onuitputtelijke bron van elk op- voedingsidealisme, n.l. de barmhartigheid Gods. Dr. TH. H. SCHLICHTING Buitengewoon jammer moet men het vinden, dat het zoover is gekomen, aldus besluit de (RK.) Volkskrant een beschouwing over de ontslag-aanvrage van het ministerie. Dat eenzijdig gebroken ging worden met hetgeen „tot behoud en versterking der Nederlandsche volkskracht" aanvankelijk was overeengekomen. Geen woord over de defensie-maatrege len: daarin en in de daarmee verband hou dende overschrijding der begrootingscijfers is blijkbaar eenparig bewilligd. Voor de werkloosheidsbestrijding was er geen overschrijdling der begrooting van 1939, er werd zelfs bezuinigd, maar naar de meening van dr. Colijn en de zijnen niet genoeg. Het oordeel van den afgetreden minister De Wilde, van den heer Trip, van den heer Crone woog zwaarder dan dat .van den ver antwoordelijken minister, van diens mede standers envan de meerderheid van het parlement. Wil nu de heer Colijn met zijn nieuwe escouade tegen de meerderheid van het parlement gaan regeeren? Waarom zitten we nu eigenlijk, te mid den van de dreigende internationale don derkoppen, midden in den mist? De drie-star redacteur van de (A.R.) Stan daard blijft van oordeel, dat, ook te midden van de tegenwóordige bijzondere omstandighe den, het beleid van de regeering zich dient te richten op de gezondmaking van het Rijks budget, Wij staan in het conflict, dat het kabi- net-Oolijn heeft genoopt zijn ontslag te verzoeken, zonder eenige aarzeling aan de zijde van dr. Colijn, en achten het streven, om 's Rijks financieele positie als van on dergeschikt belang te beschouwen, verwer pelijk. De (C.H.) Nederlander zegt in een arti kel onder den titel „Barst of breuk?" o.m., dai het liever had gezien, dat nog een uitweg ware gevonden om het kabinet in staat te stellen zijn taak voort te zetten. Na een uitvoerig afwegen van de twee stroo mingen, welke thans de financieele politiek der regeering zouden willen beheerschen, conclu deert het blad als volgt: Wij kunnen niet anders dan met de grootst mogelijke reserve het resultaat van de door dr. Colijn ondernomen poging te gemoet zien. Wij kunnen nauwelijks geloo- ven, dat daaruit iets goeds kén voortkomen Mocht onze vrees ongegrond zijn en mocht dr. Colijn er in slagen een kabinet te vor men, dat zoowel ten aanzien van de ver sterking van de defensie als ten aanzien van de bestrijding van de werkloosheid een krachtige politiek gaat voeren, dan zullen wij het kabinet, voorzoover dat ons als orgaan van de publieke opinie mogelijk !s. van ganscher harte steunen. Slaagt hij daarin niet, dan zullen wij, ln ons geweten gebonden aan ons inzicht in hetgeen het volksbelang eischt, wel eens tegenover het kabinet komen te staan. Tot geneeskundig hoofdinspecteur van de volksgezondheid, als opvolger van wijlen dr. J. J. Th. Doyer, is benoemd dr. C. Banning te Zaandam. Dr. Banning is geboren te Bolsward in 1894. Hij studeerde aan de gemeentelijke universiteit te Amsterdam, waar hij in 1917 tot arts bevor derd werd. Na vervolgens ruim een jaar inwo nend assistent op de interne afdeeling van het St. Elisabeth's Gasthuis te Haarlem te zijn ge weest, vestigde hij zich in 1918 als huisarts te Zaandam. Hoewel dr. Banning reeds spoedig een zeer drukke praktijk verkreeg, heeft hij daarnaast steeds gelegenheid gevonden om zoo wel op maatschappelijk als op wetenschappelijk gebied een belangrijke activiteit te ontwikkelen, waarbij steeds bleek, dat het centrum van zijn belangstelling op het terrein der volksgezond heid lag. Gedurende vele jaren was hij werk zaam als voorzitter der gezondheidscommissie te Zaanoam, een werkzaamheid waaraan geen einde kwam door de opheffing der officieele ge zondheidscommissie, omdat deze commissie na de opheffing herrees als „vrijwillige gezond heids- en woningcommissie voor de geheele Zaanstreek", van welke commissie dr. Banning nog steeds voorzitter is. Op wetenschappelijk gebied vestigde dr. Ban ning de aandacht op zich door het bewerken van een proefschrift over „de voeding te Zaan dam in 1929/1930" waarop hij in 1931 aan de rijksuniversiteit te Utrecht promoveerde. Dit proefschrift was de aanleiding tot een uitnoo- diglng die dr. Banning ontving van den Volken bond om op te treden als expert op een in 1932 te Rome gehouden conferentie van voedings onderzoeken. Ook na dien tijd heeft dr. Ban ning zich met de studie van het voeding-vraag stuk bezig gehouden, zooals blijkt uit verschil lende artikelen die daarover van zijn hand zijn verschenen en uit' de voordrachten die daar over voor medici werden gehouden. De besturen van de Algemeene Katholieke Werkgeversvereeniging, den Algemeenen Neder- landschen Zuivelbond (F.N.Z.), het Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart, den Koninklijken Nederlandschen Middenstandsbond, de Nederlandsche Reedersvereeniging en de Alge meene Nederlandsche Verkeersfederatie, hebben in een uitvoerig adres aan de Tweede Kamer der Staten Generaal hun bezwaren kenbaar ge maakt tegen het wetsonwerp tot coördinatie van het goederenvervoer. Zij verzoeken de leden der Kamer in overleg met de regeering dé be handeling van dit wetsonwep te willen opschor ten, teneinde aan de regeering de gelegenheid te geven, zich met bekwamen spoed te kunnen beraden omtrent het intrekken van het huidige wetsvoorstel en het indienen van een nieuw wetsontwerp, waarbij met de geopperde bezwa ren is rekening gehouden, dan wel, indien de regeering hiertoe niet bereid mocht zijn, het onderhavige wetsvoorstel te verwerpen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 6