B.M.W.-rijders
over alle
triomfeeren
linies
Aangeboren
aanleg
MEYER WINT GELUKKIG
VAN SERAFINI
ZONDAG 2 JULI 1939
T.T.-races te Assen
WIELRENNEN
RONDE VAN HILVERSUM
De Haarlemmer De Best winnaar
PAARDENSPORT
Prins Bernhard bezoekt
concours-hïppique
Fraaie prestaties der lersche ruiters
Interessant duel tusschen D.K.W.
en Velocette in de 500 cc-klasse.
Stanley Woods geklopt
Verdeelde successen
in de ochtendraces
De onbekende „28"
Snelle races ondanks
den regen
250 cc-klasse
500 en 350 cc-klasse
Internationale klassen
Onfortuinlijke strijd
van Serafini
De Nederlanders
De uitslagen
Landenéquipes
LAW NT EN NIS
HENKEL EN VON METAXA
GESLAGEN
Van Swol verliest in gemengd
dubbel
BOERDERIJ AFGEBRAND
Het aftreden der
Regeering
Nog enkele persstemmen
Zorg voor de volks
gezondheid
Dr. C. Banning te Zaandam tot
geneeskundig hoofdinspecteur
benoemd
COÖRDINATIE VAN HET
GOEDERENVERVOER
Bezwaren tegen wetsontwerp
(Triumph); 5. J. Visser. Snelste ronde J. Visser
7.57.1 gem. 124.9 K.M.
De uitslagen van den wedstrijd in de interna
tionale klassen luiden:
500 ccm-klasse: 1. G. Meyer (Duitschland) op
B.M.W. 2 uur 18 min. 46 2/5 sec., gem. uursnel
heid 142,9 K.M.; 2. Vaillati (Italië) op Gilera, 2
uur 24 min. 2/5 sec., gem. uursnelheid 137.8 K.M.
Op een ronde: 3. H. Bock (Duitschland) op
B.M.W.
Op twee ronden: 4. P. Vaassen (Duitschland)
op Norton; 5. „Charlier" (België) op F.N.; 6. <J.
Pijma (Nederland) op Velocette; 7. W. Scheunig
(Duitschland) op Norton.
In deze klasse maakte Serafini in de zestiende
ronde den snelsten tijd 6 min. 33 sec. (gem. uur
snelheid 151.4 K.M.).
350 ccm-klasse: 1. W. Wünsche (Duitschland)
op D.K.W., 2 uur 17 min. 16 3/10 sec., gem.
uursnelheid 130.3 K.M.; 2. E. A. Mellors (Enge
land) op Velocette, 2 uur 18 min. 4 sec., gem.
uursnelheid 129.4 K.M.; 3. H. Pleischmann
(Duitschland) op D.K.W. 2 uur -(8 min. 40.2 sec,
128.8 K.M.; 4. Stanley Woods (Ierland) op Ve
locette; 5. J. E. Little (Ierland) op Velocette; 6.
W. van Gent (Nederland) op Velocette.
Op 1 ronde: 7. P. Anderson (Engeland) op
D.K.W.; 8. F. J. Binder (Duitschland) op Ve
locette; 9. E. R. Thomas (Engeland) op Velo
cette; 10. J. Moejes (Nederland) op D.K.W.; 11.
H. Thorn Prikker (Duitschland) op Velocette.
De snelste ronde maakte Woods met een tijd
van 7 min. 20 4/5 sec., gem. uursnelheid 135.1
K.M.
250 ccm-klasse: 1. E. Kluge (Duitschland) op
D.K.W. 2 uur 4 min. 43 3/5 sec., gem. uursnel
heid 127.4 K.M.; 2. B. Petruschke (Duitschland)
op D.K.W. 2 uur 8 min. 28 4/5 sec., gem. uur
snelheid 123.5 K.M.; 3. O. Tenni (Italië) op
Guzzi, 2 uur 12 min. 34 sec., gem. uursnelheid
119.8 K.M.; 4. W. Winkler (Duitschland) op
D.K.W.
Op 1 ronde: 5. K. Lottes (Duitschland) op
D.K.W.; 6. L. Simons (Nederland) op Excelsior;
7. P. van Dinter (Nederland) op D.K.W.; 8. O.
Kohfink (Duitschland) op D.K.W.
Tenni maakte in de tiende ronde den snel
sten tijd: 7 min. 19 1/5 sec., gem. uursnelheid
135.5 K.M.
Zaterdagmiddag werd in Hilversum de vier
de ronde verreden, georganiseerd door de Gooi-
sche Wielerclub „De Adelaar". Het fraaie par
cours leidde vanaf de Bachlaan, waar zoowei
start als finish waren, nabij de Hertog Hen
driklaan langs Bussummergrindweg, Spanders-
woud, Meentweg en terug naar de Bachlaan.
Langs het geheele gedeelte had zich een tal
rijk publiek verzameld, dat evenwel het sterkst
vertegenwoordigd was bij de startplaats-finish.
Het programma, dat te dezer gelegenheid was
samengesteld, vermeldde, buiten een groot aan
tal aanbevelende woorden, slechts de namen
der deelnemers, zonder eenige bijzonderheden
over de courses zelve te geven, wat het volgen
van den wedstrijd niet vergemakkelijkte.
Te ruim twee uur werd aangevangen met een
wedstrijd voor nieuwelingen, over 10 ronden.
Winnaar werd hier W. Rijsbergen uit Leiden,
gevolgd door Keyzer en G. Loos uit Amsterdam.
De wedstrijd voor amateurs en onafhankelij-
ken leverde even voorbij den start reeds een
uitvaller. Het tempo was reeds dadelijk snel.
De eerste ronde werd gedaan in 7 minuten.
Het duurde niet lang of er had zich een kop
groep gevormd van vier renners, die enkele
ronden een paar honderd meters voorsprong
wisten te behouden, gevolgd door een tweede
groep, die een vijftigtal meters op het hoofd
peloton gewonnen had. Bij het ingaan van de
zevende ronde waren deze beide groepen uit
gebreid tot een twintigtal renners, die geza
menlijk een kleine honderd meter voorsprong
hadden. De volgende ronde had het geheele pe
loton .zich weer vereenigd.
In de volgende ronden werd dit evenwel weer
uiteengerukt en na de 11e ronde had zich een
kopgroep gevormd, bestaande uit Bosland, Lo-
dewijks uit Weesp en Lodewijks uit Leiden.
Schipper, Westendorp en Griffioen. Zij hadden
een 200 M. voorsprong op een tweede groep van
10 renners, op 50 meter voor het hoofdpeloton,
dat op honderd meter door een tweede peloton
gevolgd werd. Schipper zakte daarna af naar
de tweede groeR, later volgde Westendorp zijn
voorbeeld.
Inmiddels was het peloton in vijf groepen uit
eengevallen met onderlinge afstanden, va-
rieerend van 50 tot 100 M.
Bij de 14e ronde was de kopgroep weer uit
eengevallen, maar reeds bij de volgende ronde
had zich een nieuwe kopgroep gevormd, die zich
wist te handhaven.
De uitslagen luidden:
1. C. de Best, Haarlem, 2 uur 16 min.; 2. J.
Bosland, Amsterdam; 3. J. Rijneveld, Haar
lem; 4. Moeke, Weesperkarspel; 5. F. v. d. Hei
den, Haarlem; 6. A. H. 'Lodewijks, Leiden; 7
H. Grifioen, Amsterdam; 8. Lodewijks, Weesp;
9 G. Saes, Weert; 10. M. L. Jansen, Eindho
ven; 11. G. Wedler, Utrecht; 12. J. Engel, Am
sterdam.
Zaterdagmiddag is in het Olympisch Stadion
te Amsterdam het internationaal concours hip-
pique voortgezet met het springconcours om
den Grooten Prijs van Amsterdam. Z. K. H.
Prins Bernhard woonde een gedeelte van den
wedstrijd bij. De lersche équipe, die zich ook
dit jaar zeer sterk toont, boekte opnieuw een
overwinning, terwijl een Nederlander op de
derde plaats eindigde.
De belangstelling was beslist groot te noe
men en zelfs op de zuidelijke tribune waren
groote vlakken geheel gevuld. Er was ook een
talrijk jeugdig publiek, dat zich nu en dan in
enthousiasme wat erg druk roerde en tot stille
moeft worden gemaand.
Omstreeks drie uur arriveerde Prins Bern
hard in het Stadion, die ontvangen werd dooi
den voorzitter van de N.V. het Nederlandsche
Sportpark, den heer J. H. Scheltema en door
den directeur, den heer J. van den Berg. Bij
zijn aankomst verhieven allen zich van hun
plaatsen, terwijl de muziek het Wilhelmus in
zette. Later begaf Z. K. H. zich op het midden
terrein, waar hij zich met verschillende perso
nen onderhield. Tegen half vijf vertrok de ko
ninklijke bezoeker nagenoeg onopgemerkt.
Voor den Grooten Prijs van Amsterdam was
een parcours met 17- hindernissen uitgezet met
een maximum hoogte van ongeveer 1.50 meter.
Slechts acht ruiters legden een foutloos par
cours af, waaronder drie Nederlanders, drie
Duitschers en twee Ieren. De Belgische équipe,
die dezen middag slechts door vier ruiters was
vertegenwoordigd, had weinig geluk en geen
der ruiters kon zich voor de beslissing plaat
sen.
Van de Nederlandsche deelnemers, die geen
foutloos parcours maakten, kunnen nog wor
den genoemd lt. van Manen, 4 fouten; kapt.
Greter op „Carina", 4 fouten; kapt. de Bruine
op „Tabouivt", 8 fouten; lt. van Lynden op
„Hannes", 4 fouten; It. Gruppelaar op „Pea
cock", 4 fouten.
De Deensche vertegenwoordigster mej. L.
Wittmack maakte op „Mister" 16 fouten.
Voor de acht geplaatste ruiters werd de
helft der hindernissen verhoogd, waarna, op
nieuw werd gesprongen. Bij gelijk aantal fouten
besliste nu de tijd. Kapitein de Bruine legde
op „Ernica" een zeer snel en. prachtig parcours
af, in den tijd van 84 2/5 sec., die echter vier
fouten maakte en daarmede derde werd. Slechts
It. Wiedemann met „Fridolin" maakte een kor-
teren tijd, namelijk 82 4/5 sec., doch eindigde
met acht fouten eerst op de zesde plaats. Win
naar werd maj. O'Dwyer op „Limerick Lace",
de eenige ruiter, die het verzwaarde parcours
zonder fout aflegde. Zijn tijd was 88 2/5 sec.
Tweede werd ritm. Brinckmann op „Baron IV"
met 3 fouten wegens een weigering en een tijd
van 94 sec. De Nederlandsche ruiter kapt. de
Bruine eindigde met „Ernica" als derde.
Het springconcours werd afgewisseld met
concours voor tuigpaarden, een- en tweespan
nen. Binnen den vastgestelden tijd was het
programma afgewerkt, dat ook nu door uitste
kend weer werd begunstigd.
De volledige uitslagen luiden als volgt;
Internationaal springconcours om den grooten
prijs van Amsterdam: 1. „Limerick Lace" met
maj. O'Dwyer (Ierland), 0 ft. (88 2/5 sec.);
2. „Baron IV" met Ritm. Brinckmann (Duitsch
land), 3 ft., (94 sec.); 3. „Ernica" met kapt. de
Bruine (Ned.), 4 ft. (84 2/5 sec.); 4. „Kilmal-
lock" met lt. Niallain (Ierland), 4 ft. (88 2/5
sec.); 5. „Madel wie du" met ritm. Sirtema van
Grovestins (Ned.), 4 ft. (90 sec.); 6. „Fridolin"
met A. Weidemann (Duitschland)', 8 ft. (82 4/5
sec.); 7. „Hansbursch" met sitm. von Canstein
(Duitschland), 11 ft. (98 sec.), 8. „St. George"
met P. Leeuwenburg (Nederland) (niet overge
sprongen)
Concours eenspannen (limietklasse, hackney's
uitgesloten)1. Henelo (eig. D. Mellema, Fin-
sterwolde)2. Lorton II (eig. Roesink en Wool-
drik, Enschede), 3. Roland (eig. F. Touw, Den
Haag), 4. Windsor (eig. A. Steehouwer, Dub
beldam), 5. Kwinta (J. Alta, Oudemirdum).
Concours eenspannen (uitsluitend volbloed
hackney's)
Afdeeling A (Hackney's met stokmaat van
1.55 M. en hooger)1. Dainty Lady (eig. J. Alta,
Oudemirdum), 2. Lady Love (eig. C. Otjens,
Dongen), 3. Sensation (eig. Gebr. v. d. Haar,
Zeist) en Fleetwood Juliet (eig. G. Poerink
(Enschede), eervolle vermeldingen: Haddon
Philippine (eig. P. Touw, Den Haag) en Lady
(eig. H. Burger, Amsterdam).
Afdeeling B. (Hackney's met stokmaat bene
den 1.55 M.): 1. Odds (eig. Gebr. v. d. Haar,
Zeist), 2. Charming Lady (eig. C. Otjens, Don
gen)
Concours tweespannen (limietklasse, hackney s
uitgesloten)
1. Hendo en Xandria (eig. D. Mellema, Fin-
sterwolde), 2. Roland en Windsor (eig. A. Stee
houwer, Dongen), 3. Upacha en Ziezoo (J. Alta,
Oudemirdum), 4. Lorton II én Wilson (eig.
Roesink en Wooldrik, Enschede), 5. Tiponna en
Wiesje' (eig. stal Spykervet, Steenwijk), eervolle
(Van onzen redacteur)
Het was in Assen nog niet eens zoo
somber als de weinig prettige weers
omstandigheden wel zouden doen
vermoeden. Natuurlijk was het voor
de rijders allesbehalve genoeglijk om
op een gladden weg en met een ve-
nijnigen regen in het gezicht hun
rondjes te moeten draaien, maar de
toeschouwers hebben dien indruk niet
zoo in zijn volle triestheid te verwer
ken gekregen. Dit was te danken aan
aan den T. T.-reporter Piet Nortier,
wiens prettige conversatie bij verschil
lende gemotoriseerde aangelegenhe
den overbekend is en die vooral op
dezen somberen dag zijn beste been
tje had voorgezet-
Hij was „de beste man uit den koers" en daarbij
misschien ook de verstandigste, want terwijl de
coureurs met de onvriendelijkheden van de
weersomstandigheden hadden af te rekenen, zat
hfj hoog en droog op zijn uitkijktoren, ten ge
rieve van de velen die zich langs het traject
een plaatsje hadden gezocht en dus ook daar
van de gebeurlijkheden in het verloop van den
wedstrijd op de hoogte werden gehouden.
Er was overigens nog een figuur die zij het
dan ook niet in technisch opzicht bijzonder
de aandacht trok. Het is een heel verhaal, dat in
het kort verteld hierop neerkomt: De Amster
dammer Liervers, die onder nummer 28 zou uit
komen, was wegens weinig trainingsgelegenheid
niet aan den start verschenen en had zijn num
mer in een boerderij in de omgeving laten lig
gen. Een of ander enthousiast, die het blijkbaar
ook wel eens wilde probeeren en misschien van
plan was voor „de groote verrassing" te zorgen,
had er zich van meester gemaakt en was aldus
stiekem op het traject geslopen. Aanvankelijk
wilde hij er niet van weten den strijd te staken,
maar na enkele ronden had hij er toch genoeg
van en verkoos hij liever den strijd op te geven
dan zijn nutteloos gevecht onder den stroomen
den regen voort te zetten. Het geamuseerde pu
bliek gaf den onbekende op zijn laatsten door
tocht overigens een dankbaar applausje voor dit
niet ongenoeglijke intermezzo.
Wat de belangstelling betreft, deze was niet
zoo teleurstellend als men met het oog op de
weersomstandigheden misschien zou hebben ver
wacht. Er was een groot aantal bezoekers, het
geen o.m. bleek uit den stroom van automobie
len, waarin ongeveer alle provincieletters waren
vertegenwoordigd. Uit den aard van de zaak wa
ren er ook veel motor-amateurs, die niet op een
paar kilometertjes hadden gezien, om hun „groo
te broers" op dit circuit aan het werk te zien.
Ondanks de slechte weersomstandigheden
en de als gevolg daarvan gladde wegen is er
toch in zeer snel tempo gereden. Bijna over
de geheele linie waren de rondetijden zeer
goed en als gevolg daarvan lagen de uurge
middelden ook vrij hoog.
In de 125 cc-klasse hebben de rijders een zeer
interessanten strijd te zien gegeven, waarin her
haaldelijk fel om de leiding werd gestreden. Ra-
venhall op Eysink had aanvankelijk den kop,
maar hij kreeg motordefect en zag zich daar
door de kans op de overwinning ontgaan. Toen
deze rijder van den kop was verdwenen, kreeg
de jeugdige Rotterdammer Rietveld, die eveneens
Eysink bereed, een mooie kans, maar in jeugdi
gen overmoed had hij blijkbaar te veel van zijn
machine gevergd, met het gevolg, dat hij den
strijd niet kon volhouden Den derden man Ver-
kerke trof hetzelfde lot.
Het strijdbeeld wisselde hierdoor volkomen.
Aldra lagen nu de beide Sparta-rijders Visbach
en Hardebil aan den kop, maar zij werden fel
bedreigd door J. Bovee op Eysink, die tenslotte
dan ook de kans schoon zag om de leiding te
nemen en deze, ondanks felle aanvallen van zijn
concurrenten, niet meer afstand
De strijd in de 250 cc-klasse is een opgelegde,
maar daarom niet minder fraaie overwinning
voor Vink (Royal Enfield) geworden. Reeds na
de eerste ronde had deze rijder een voorsprong
van 300 meter genomen, dien hij nog beduidend
wist te vergrooten, zoodat hij zonder nog be
dreigd te zijn, met ongeveer drie minuten voor
sprong als eerste de finish passeerde. Veer slaag
de erin na een fraai gevecht met Hoogeveen de
tweede plaats te bezetten; van Dinter, die twee
maal pech had gehad, herstelde zich echter beide
keeren uitstekend en zag zulks met een eervolle
vierde plaats beloond.
In de 500 cc-klasse begon Triumph met drie
rijders aan den kop uitstekend. Houtop viel ech
ter al spoedig terug en toen vervolgens ook Vis
ser pech kreeg, moest Aartsen de eer van zijn
werk voorloopig alleen verdedigen. De Amster
dammer heeft zulks op waarlijk schitterende
wijze gedaan. Zwaar bedreigd door de Wasse-
naarsche B.M.W.-rijders, de gebrs. Knijnenburg,
heeft hij zijn koers desniettemin op prachtig be
rekende wijze gereden. Zijn belagers waren hier
tegen tenslotte niet bestand. Hoewel P. Knijnen
burg een oogenblik de leiding heeft gehad, moest
hij tenslotte de eer aan den Triumph-rijder la
ten en zelfs ook nog voor Roest wijken.
Het belangrijkste feit uit de race der 350 cc
was.... dat zij onder droog weer werd verreden.
J. Veer (Velocette) had zich direct aan den kop
gezet en won met groot gemak.
Een gebeurtenis op zich was de start der mata-
doren van de Europeesche motorwereld in de
internationale klassen.
Bij de 250 cc's had de Italiaan Tenni voor een
groote verrassing kunnen zorgen tegen den
Duitschen favoriet Kluge. De strijd was niet zoo
spannend, omdat hij feitelijk practisch al spoe
dig was beslist, maar snel was hij wel, zoo zelfs
dat Tenni met zijn 250 wagen een snelleren tijd
maakte dan de leider m de 350 cc-klasse.
Toen echter kwam de tegenslag van den Ita
liaan. In de voorlaatste ronde begaf zijn motor
het en kon Kluge, die ver en kansloos achter
was de zege in zijn zak steken.
In de 350 cc-klasse hebben de DK.W.-rijders
Wünsche en Fleischmann het Velocette-team
met groot verschil geslagen. Nadat de Velocette-
menschen Woods en Mellors aanvankelijk
ondanks hun achterstand een toonaangevenden
wedstrijd hadden gereden en enkele ronden lang
ook den kop hadden gehad, bleken de DK.W.'s
beter tegen snelheid en afstand bestand, zoodat
Wünsche tenslotte aan het langste eind trok.
Het was een bijzonder fraaie en afwisselende
strijd, waarvan het resultaat misschien wel het
meest bevredigende van den geheelen middag
kan worden genoemd.
In de 500 cc-klasse hebben Meyer en Serafini
den toon aangegeven. De Duitscher liep direct
fraai uit en draaide zijn rondjes zoo lustig, dat
het peleton onder dezen druk danig uit elkaar
werd gescheurd. De eenige die hem bedreigde
was de Italiaan Serafini, die reeds toen maar
heel weinig voor zijn concurrent onder deed en
gedurende de gheele eerste helft van den wed
strijd fel op zijn concurrent heeft gejaagd.
Na tien ronden begon Serafini het waarlijk
te meenen; hij versnelde zijn tempo en stoof
in danige vaart op Meyer af. En jawel, het
lukte hem. Nadat dertien ronden waren af
gelegd, meldde de post Hooghalen, dat Sera
fini de leiding had genomen!
Het zaakje scheen nu in kannen en kruiken,
want Meyer zakte al verder en verder af, maar
in zijn laatste ronde trof Serafini de tegenslag
welke hem de overwinning zou ontnemen. On
gelukkigerwijze kwam de Italiaan ten val en
werd daardoor zoozeer gehandicapt, adt hij maar
nauwelijks naar de pits kon rijden en de eer aan
Meyer moest laten.
Wat de verrichtingen van de Nederlanders be
treft, die in dit kader begrijpelijkerwijze niet
bijzonder opvielen, nog het volgende: Ondanks
het feit, dat Fijma in de zware klasse met drie
minuten achterstand startte, wist hij toch den
landstitel te behalen, omdat Jack Schotte, die
steeds in de voorste gelederen streed, na een
val opgaf. Bij de 350 cc's was de tropee voor
van Gent; in de kleinste klasse werd het een
bijzonder felle strijd tusschen Dinter en Simons,
welke tenslotte in het voordeel van den laatste
werd beslist.
Het was een zeer geslaagde T.T.-dag, met
de internationale races over 350 cc en 500 cc
als spannendste wedstrijden.
De uitslagen der verschillende wedstrijden lui
den als volgt:
250 cc: 1. H. Vink (Royal Enfield) 1 uur 6 min.
42.3 sec., gem. 104.1 K.M.; 2. H. Veer (Triumph);
3. P. Hoogeveen (Matehless)4. A. v. Dinter
(D.K.W.)5. H. Hilderink (Excelsior)6. J. Tim-
mers (Matehless). Snelste ronde van Dinter
9.11.4 gem. 108 K.M.
125 cc: J. Bovee (Eysink) 1 uur 1 min. 1 sec.,
gem. 80.16 K.M.; 2. C. Mardebil (Sparta); 3. F.
Visbach (Sparta), 4. Maasland (Fr. Barnett);
5. F. Scuddeboom (Eysink)6. J. Florijn (Bata-
vus); 7. L. Ra venhall (Eysink). Snelste ronde
Ravenhall 12 min. gem. 82.8 K.M.
350 cc: 1. J. Veer (Velocette) 1 uur 0 min. 2
sec., gem. 115.8 K.M.; 2. W. van Doren (N.S.U.);
3. Banning (Norton); 4. H. Buys (Norton); 5. J.
Zwaai (Excelsior). Snelste ronde J. Veer 8.17.0
gem. 119.9 K.M.
500 cc: 1. P. van Aartsen (Triumph) 1 uur 6
min. 30.4 sec., gem. 119.1 K.M.; 2. J. Roest (B.
MW.); 3. P. Knijnenburg (B.M.W.); 4. J. Houtop
Er zijn in ons denken enkele begrippen, die
zonder eenigen twijfel reden van bestaan heb
ben en dus aan een werkelijkheid beantwoorden,
zonder dat men echter de werkelijkheid in het
concrete leven nauwkeurig aanwijzen kan. Dit
zijn dus in wijsgeerigen zin echte abstracte be
grippen. Er zijn ook begrippen van precies tegen-
overgestelden aard, waarvan men den werkelijk-
heidsgrond nauwkeurig aanwijzen kan, terwijl t
algemeene begrip min of meer vaag is. Zóó is
b.v. het algemeene begrip „paard", dat heel
moeilijk te definieeren is, terwijl iedereen, die
een paard ziet, weet dat het een paard is. Maar
b.v. een aangeboren aanleg is veel moeilijker
aan te wijzen: zeker, men kan den aangeboren
aanleg zien in de manier van doen van een zui
geling, maar ook dan reeds kan het zijn, dat
bijzondere levensomstandigheden den zuigeling
doen handelen op een eenigszins andere wijze
dan met zijn aangeboren aanleg overeen
komt. Maar laat nu het kind man geworden
zijn, dan heeft 't een lange, lange en uitermate
gevarieerde geschiedenis achter zich; hij is be-
invloed door ouders, broers, zusters, andere fa
milieleden, opvoeders, vrienden, leeraren, gees
telijken, buren, spel, lectuur, ervaringen, stad
of land 'enz., en dat alles heeft hij verwerkt, zoo
dat er niemand meer is, die zeggen kan in dit
of dat stukje van zijn gedrag is aangeboren aan
leg en die andere stukjes komen door invloed
van diverse personen of zaken. Niemand kan
dus bij zichzelf of bij een ander op een pre
cieze wijze aangeven, wat zijn aangeboren aan
leg is; wel is het mogelijk om te zeggen, dat hij
muzikalen of wiskundigen aanleg heeft, d. w. z.
op een bepaalden trek te wijzen, die zeker aan
geboren is, maar men kan niet zeggen: hier
hebben wij een man, met dien en dien aange
boren aanleg en nu heeft hij in dezen tegen-
woordigen toestand deze of die bepaalde in
vloeden noodig, om tot een volkomen mensch
uit te groeien.
Anderzijds is het duidelijk, dat iedereen een
bepaalden aangeboren aanleg heeft, zoodat dus
het begrip „aangeboren aanleg" aan de wer
kelijkheid beantwoordt, maar dat maakt het niet
mogelijk om een bepaalden zoodanigen aanleg
even duidelijk aan te wijzen als dat men zegt:
„Hier is een paard."
Hieruit volgen enkele zeer voorname gevolg
trekkingen. De eerste is, dat het, in 't algemeen
gesproken onjuist is om te zeggen: met dezen
persoon is niets aan te vangen, zijn aangeboren
aanleg is voor geen verbetering vatbaar. Het
kan zeer wel het geval zijn, dat iemand büjkt
vreemd te zijn, of zooals men zegt erfelijk be
last: dit behoeft hem niet te weerhouden, een
groot en nuttig mensch te zijn. De overleden
pater Lippert S.J. vond den last des levens en
zijn medemenschen daarbij zoo zwaar, dat hij
het zoo goed als nooit van iemand durfde te
zeggen: zulk een neiging is misschien de zwaar
ste proef, waaraan iemand onderworpen kan
worden en toch was hij voor duizenden een stok,
om op te steunen en een lantaarn op een duis
teren weg.
De beroemde dr. Samuel Johnson, een van de
helderste koppen van de 18e eeuw, had allerlei
tics: hij bewoog, wanneer hij op zijn boeiende
en gezochte wijze begon te praten, handen en
hoofd op de meest potsierlijke wijze; als hij door
een deur moest, schatte hij in gedachte net
aantal passen, dat noodig was, om tot de deur
te komen. Kwam hij dan een pas te kort, of
had hij een pas meer noodig, dan liep hij terug.
Toch was deze man een der moreelste en wijste
mannen van zijn tijd.
Hoe zulk een aanleg zich ontwikkelen kan,
weet niemand. Niets is zoo verleidelijk als een
voorbeeld en daarom zou men zeggen dat een
slecht voorbeeld iemand altijd slechter moet
maken: ook dit is niet juist, want er zijn ook
afschrikwekkende voorbeelden. Een eenvoudig
geval: ik heb zelf een familielid gehad, die door
dat hij op jongen leeftijd een paar dronkaards
leerde kennen, zijn gansche leven zeer matig
gebleven is. Ook weten wij allen, dat sommige
brave, preutsche en zelfingenomen opvoeders
hun pupillen een langdurig vooroordeel tegen
de braafheid meegeven.
Een andere conclusie is, dat niemand ooit aan
zichzelf twijfelen moet (zooals het heet), of
liever dat hij zich nooit voor onverbeterlijk moet
houden. (Dit is eigenlijk het fundament van
de geheele beweging voor de geestelijke volks
gezondheid) Op een andere wijze uitgedrukt,
beteekent dit, dat de mensch moet leeren, om
lust te hebben, tegen zichzelf te strijden. Deze
courage is iemand natuurlijk niet bij te brengen,
zonder dat men hem weet te zeggen, waarom
hij strijden moet.
Men moet hem dus een ideaal geven; maar
dit ideaal is voor vele menschen zeer verschil
lend. In 't algemeen kan men zeggen, dat het
in overeenstemming moet zijn met den aange
boren aanleg, hoewel bijzondere omstandigheden
kunnen vereischen, dat iemand zich beijvert
voor zaken, die met zijn aanleg in 't geheel niet
overeenkomen.
Maar zooeven zeiden wij, dat het vrijwel on
mogelijk is, om iemands aangeboren aanleg vast
te stellen; dus hoe zou de opvoeder dit kunnen
doen? Natuurlijk alleen, voor zoover die aanleg
zich uit en in daden en handelingen duidelijk
wordt. Welnu, talrijk zijn de gevallen, waarin
iemand niet kan leeren, of rekenen, of nauw
keurig zijn, of zijn aandacht concentreeren, om
dat de omgeving (leeraar, ouders, broers of zus
ters of medescholieren) hem tegenstaat. Het is
dan ook een algemeen erkend feit, dat iemands
aanleg, in den zin van talent, zich eerst duide
lijk uit, wanneer hij in een sympathieke om
geving is, waar hij liefde, belangstelling en aan
moediging vindt. In zulk een omgeving zal zich
het talent uiten en dan weet dus de opvoeder,
voor welk ideaal 't jonge mensch toegankelijk is.
Maar dit is niet genoeg: de jonge mensch
moet medewerken. Alle liefde, belangstelling en
aanmoediging zijn vruchteloos, wanneer de jon
ge (of volwassen) mensch niet wil.
Nu heeft elke mensch een neiging om dat
gene te doen, wat hem gemakkelijk afgaat, het
zij volgens zijn natuur, hetzij volgens de ge
woonte, die een tweede natuur is. Waar blijft
da"n het element van strijd? Het is duidelijk,
dat de pupil al het goede moet willen, ook dat,
wat niet met zijn aanleg strookt en waarvoor
hij te strijden heeft. En deze strijdlust moet
door zijn opvoeder worden aangemoedigd; maar
tegelijk heeft de opvoeder uit te zien, wat de
aangeboren aanleg is en wat dus het ideaal is,
tot welks verwezenlijking de jonge mensch in
staat is, een ideaal van kunstenaar, handwerks
man, vertrouwde ambtenaar, zielzorger, predi
ker, missionaris, leeraar, huisvader en vele
anderen.
Bij zwakke, bedorven pupillen begint men na-
vermelding: Roland en Robert (eig. P. v. d.
Touw, Den Haag).
Concours tweespannen (uitsluitend volbloed
hackney's)
1. Fleetwood Courtesy en Fleetwood Nightin
gale (G. J. Poerink, Enschede), 2. Fiery Cross
en Firing Bell (G. J. Poerink, Enschede), 3. Ca
penor Victor en Bingley Victor (H. Bultman,
Heemstede), 4. Lady Love en Charming Lady
(C. Otjens, Dongen).
Voor den landenwedstrijd, die hedenmiddag
zal worden gehouden, zijn de volgende landen
équipes samengesteld:
Duitschland: „Oberst IV" met ritm. Brinck
mann, „Tora" met Ritm. Hasse, „Artur" met
ritm. Hack, „Alant" met luit. Weidemann. Re
serve: „Baron IV".
Ierland: „Ireland's Own" met comm. Ahern,
„Duhallon" met It. Niallain, „Owen Roe" met
capt. Lewis, „Limerick Lace" met maj. O'Dwyer.
Reserve: Kilmallock.
België: „Tarzan" en „La Bigeuse" met lt. de
Voghel; „Fox" met It. baron Fallon, „Carioca
II" met lt. Verlinden. Reserve nader aan te
wijzen.
Nederland: „Ernica" met kapt. de Bruine,
„Carina" met kapt. J. Greter, „St. Georges"
met P. Leeuwenburg, „Madel wie du" met ritm.
Sirtema van Grovestins, „Peacock" met It. J.
Gruppelaar. Reserve uit deze vijf nog nader aan
te wijzen.
Dit jaar zorgt Wimbledon wel voor sensatie.
Drie geplaatste spelers voor het enkelspel wer
den al uitgeschakeld en Zaterdag kwam weer
een groote verrassing, doordat het Duitsche
dubbel, als eerste geplaatst op de lijst, werd
verslagen en wel in drie sets. Wederom was het
de schoolmeester Smith, die hier een rol in
speelde. Samen met Mac Neill schakelde hij ten
aanschouwe van vele toeschouwers op het centre
court Henkei en Von Metaxa uit met 63, 75,
7—5.
Het Poolsche dubbel Baworowski en Tloczynski
werden verslagen door Godsell en Sherwood (En
geland). In het heeren-enkelspel zijn thans de
laatste acht spelers bekend. Riggs, Smith en
Cooke (V.S.), Kukuljevic en Puncec (Zuid-Sla-
vië), Ghaus Mohammed (Britsch-Indië), Austin
(Engeland) en Henkei (Duitschland) strijden
thans om den titel.
De voornaamste uitslagen luiden:
Demesenkelspel: Mej. J. Jedrzejowska (Polen)
slaat mej. H. Kovak (Z.-Slavië) 64, 63; mej.
M. C. Scriven (Engeland) slaat mevr. D. F.
Cartwright 6—3, 6—3; mej. R. M. Hardwick (En
geland) slaat mej. G. Wheeler (V.S.) 75, 9—7;
mej. A. Marble (V.S.) slaat B. G. Beasley (En
geland) 64, 63; mevr. B. L. LittleRound
(Engeland) slaat mej. M. Slaney (Engeland)
36, 6—0, 6—1; mej. H. H. Jacobs (VS.) slaat
mej. J. P. Curry (Engeland) 63, 62; mej. M.
B. Lumb (Engeland) slaat mej. F. B. Cooke (En
geland) 63, 63.
Heerenenkelspel: F. Kukuljevic (Z. Slavië) sl.
M. D. Deloford (Engeland) 64, 6—3, 6—1, E.
T. Cooke (V.S.) sl. J. S. Olliff (Engeland) 6—1,
6—1, 6—4, H. W. Austin (Engeland) sl. B. W.
Butler (Engeland) 86, 64, 64, R. L. Riggs
(VB.) sl. R. A. Shayes (Engeland) 75, 68,
6—4, 6—3.
Heerendubbelspel: J. Borotra en J. Ikugnon
(Frankrijk) sl. A. D. Brown en J. W. Gunn
(Engeland) 6—1, 9—7, 6—2, L. de Borman en
P. Geelhand- (België) sl. H. A. en C. F. O. Lister
(Engeland) 36, 63, 810, 64, 6 4, D.
MacNeill en E. Smith (V.S.) sl. H. Henkei en
G. von Metaxa (Duitschland) 63, 75, 75,
D. Mitic en F. Puncec (Z. Slavië) sl. J. B.
Sturgeon en G. L. Tuckett (Engeland) 7—5.
6—3, 6—2, G. E. Godsell en P. V. V. Sherwood
(Engeland) sl. A. Baworowski en I. Tloczynski
(Polen) 6—2, 8—6, 6—3.
Gemengd dubbelspel: M. Ellmer (Zwitser
land) en mej. A. Weivers (Luxemburg) sl. H.
van Swol (Nederland) en mevr. D. B. Andrus
(V. s.) 6—8, 10—8, 9—7. C. M. Jones en mej.
E. H. Harvey (Engeland) sl. D. Mac Phail en
mevr. R. T. Ellis—Lizana (Engeland) 6—2, 6—3
V. Canapele en mej. W. van Donnino (Italië)
sl. I. G. Collins en Lady Rowallan (Engeland)
8_6, 8—6, 6—2; F. Puncec en mej. A. Florian
(Z.-Slavië) sl. M. de Manby en mevr. F. M.
Strawson (Engeland) 68, 61, 62.
Te Wanneperveen is Zaterdag door onbeken
de oorzaak brand ontstaan in de groote boer
derij van den heer Harm Huls. Het vuur woed
de zoo hevig, dat de brandweer, die met drie
stralen water gaf, de vlammen eerst meester
werd, toen de boerderij tot den grond toe wës
afgebrand. Inventaris, hooivoorraad, eenige
varkens en eenige kalveren gingen verloren.
tuurlijk met het begin: het talent te voorschijn
te halen en het leven te vullen met de uitoefe
ning van dit talent. Betere pupillen leert men
dit talent in dienst te stellen van een ideaal,
en ook om te werken buiten het aangeboren ta-
tent om, dus met offer en versterving.
Samenvattend kan men dus zeggen, dat de
situatie aldus is: de opvoeder, dus b.v. de ouder,
leeraar, psychiater, geestelijke raadsman zoekt
naar den aanleg, tracht dien aanleg in dienst
te stellen van een ideaal en al naar de vooruit
gang va-n den pupil, een plichtsbetrachting en
offerzin op te wekken, ook boven den engeren
aangeboren aanleg uit, voor den pupil geldt het,
daar mee te gaan; voor den opvoeder, met den
pupil mee te leven.
Steeds blijft dus de moeilijkheid, zoowel voor
opvoeder als pupil, den echten aanleg en het
echte talent te vinden; en tegelijk is er de nood
zakelijkheid om zoowel het talent in dienst te
stellen van het ideaal (anders blijft het immers
gelief hebber)als om boven het talent uit te
gaan en aldus de persoonlijkheid groot en al
gemeen naar de menschelijke zijde te maken,
liefderijk naar den socialen kant en nederig in
godsdienstig opzicht.
Het geheele opvoedingswezen roept aldus om
een moment, dat boven den aanleg en boven het
talent uitgaat; en dat tegelijk voor allen aanleg
en elk talent geschikt is. De opvoeding is dus
niet alleen een vakschool. Dit hoogere moment
ligt in de zedelijkheid, dat zijn de eeuwige wet
ten en de godsdienst. Deze zijn zoo algemeen,
dat elk talent daarin zijn plaats vindt; de nega
tieve zedelijkheid als verbod en rem, de posi
tieve zedelijkheid als richtsnoer voor het leven;
de godsdienst echter als iets, dat het geheele
leven opheft naar een niveau, waarin het leven
werkelijk waard is, om geleefd te worden.
De gewone, dagelijksche ervaring leert ons
dan ook, dat zonder zedelijkheid en godsdienst
een groote en gave persoonlijkheid niet tot stand
komt. Weliswaar bereiken wij lang niet allen,
dat wij daartoe uitgroeien, maar in elk geval
kennen wij toch de wetten, volgens welke wij
hebben te leven, al zweven ze dikwijls hoog
boven ons uit. En in den godsdienst, d. w. z. in
den christelijken godsdienst, ligt het innerlijkste
zwaartepunt toch steeds in die verborgen en
geheimzinnige onuitputtelijke bron van elk op-
voedingsidealisme, n.l. de barmhartigheid Gods.
Dr. TH. H. SCHLICHTING
Buitengewoon jammer moet men het vinden,
dat het zoover is gekomen, aldus besluit de
(RK.) Volkskrant een beschouwing over
de ontslag-aanvrage van het ministerie.
Dat eenzijdig gebroken ging worden met
hetgeen „tot behoud en versterking der
Nederlandsche volkskracht" aanvankelijk
was overeengekomen.
Geen woord over de defensie-maatrege
len: daarin en in de daarmee verband hou
dende overschrijding der begrootingscijfers
is blijkbaar eenparig bewilligd.
Voor de werkloosheidsbestrijding was er
geen overschrijdling der begrooting van
1939, er werd zelfs bezuinigd, maar naar
de meening van dr. Colijn en de zijnen niet
genoeg.
Het oordeel van den afgetreden minister
De Wilde, van den heer Trip, van den heer
Crone woog zwaarder dan dat .van den ver
antwoordelijken minister, van diens mede
standers envan de meerderheid van het
parlement.
Wil nu de heer Colijn met zijn nieuwe
escouade tegen de meerderheid van het
parlement gaan regeeren?
Waarom zitten we nu eigenlijk, te mid
den van de dreigende internationale don
derkoppen, midden in den mist?
De drie-star redacteur van de (A.R.) Stan
daard blijft van oordeel, dat, ook te midden
van de tegenwóordige bijzondere omstandighe
den, het beleid van de regeering zich dient te
richten op de gezondmaking van het Rijks
budget,
Wij staan in het conflict, dat het kabi-
net-Oolijn heeft genoopt zijn ontslag te
verzoeken, zonder eenige aarzeling aan de
zijde van dr. Colijn, en achten het streven,
om 's Rijks financieele positie als van on
dergeschikt belang te beschouwen, verwer
pelijk.
De (C.H.) Nederlander zegt in een arti
kel onder den titel „Barst of breuk?" o.m., dai
het liever had gezien, dat nog een uitweg ware
gevonden om het kabinet in staat te stellen
zijn taak voort te zetten.
Na een uitvoerig afwegen van de twee stroo
mingen, welke thans de financieele politiek der
regeering zouden willen beheerschen, conclu
deert het blad als volgt:
Wij kunnen niet anders dan met de
grootst mogelijke reserve het resultaat van
de door dr. Colijn ondernomen poging te
gemoet zien. Wij kunnen nauwelijks geloo-
ven, dat daaruit iets goeds kén voortkomen
Mocht onze vrees ongegrond zijn en mocht
dr. Colijn er in slagen een kabinet te vor
men, dat zoowel ten aanzien van de ver
sterking van de defensie als ten aanzien
van de bestrijding van de werkloosheid een
krachtige politiek gaat voeren, dan zullen
wij het kabinet, voorzoover dat ons als
orgaan van de publieke opinie mogelijk !s.
van ganscher harte steunen. Slaagt hij
daarin niet, dan zullen wij, ln ons geweten
gebonden aan ons inzicht in hetgeen het
volksbelang eischt, wel eens tegenover het
kabinet komen te staan.
Tot geneeskundig hoofdinspecteur van de
volksgezondheid, als opvolger van wijlen dr. J.
J. Th. Doyer, is benoemd dr. C. Banning te
Zaandam.
Dr. Banning is geboren te Bolsward in 1894.
Hij studeerde aan de gemeentelijke universiteit
te Amsterdam, waar hij in 1917 tot arts bevor
derd werd. Na vervolgens ruim een jaar inwo
nend assistent op de interne afdeeling van het
St. Elisabeth's Gasthuis te Haarlem te zijn ge
weest, vestigde hij zich in 1918 als huisarts te
Zaandam. Hoewel dr. Banning reeds spoedig
een zeer drukke praktijk verkreeg, heeft hij
daarnaast steeds gelegenheid gevonden om zoo
wel op maatschappelijk als op wetenschappelijk
gebied een belangrijke activiteit te ontwikkelen,
waarbij steeds bleek, dat het centrum van zijn
belangstelling op het terrein der volksgezond
heid lag. Gedurende vele jaren was hij werk
zaam als voorzitter der gezondheidscommissie
te Zaanoam, een werkzaamheid waaraan geen
einde kwam door de opheffing der officieele ge
zondheidscommissie, omdat deze commissie na
de opheffing herrees als „vrijwillige gezond
heids- en woningcommissie voor de geheele
Zaanstreek", van welke commissie dr. Banning
nog steeds voorzitter is.
Op wetenschappelijk gebied vestigde dr. Ban
ning de aandacht op zich door het bewerken
van een proefschrift over „de voeding te Zaan
dam in 1929/1930" waarop hij in 1931 aan de
rijksuniversiteit te Utrecht promoveerde. Dit
proefschrift was de aanleiding tot een uitnoo-
diglng die dr. Banning ontving van den Volken
bond om op te treden als expert op een in 1932
te Rome gehouden conferentie van voedings
onderzoeken. Ook na dien tijd heeft dr. Ban
ning zich met de studie van het voeding-vraag
stuk bezig gehouden, zooals blijkt uit verschil
lende artikelen die daarover van zijn hand zijn
verschenen en uit' de voordrachten die daar
over voor medici werden gehouden.
De besturen van de Algemeene Katholieke
Werkgeversvereeniging, den Algemeenen Neder-
landschen Zuivelbond (F.N.Z.), het Centraal
Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart, den
Koninklijken Nederlandschen Middenstandsbond,
de Nederlandsche Reedersvereeniging en de Alge
meene Nederlandsche Verkeersfederatie, hebben
in een uitvoerig adres aan de Tweede Kamer
der Staten Generaal hun bezwaren kenbaar ge
maakt tegen het wetsonwerp tot coördinatie
van het goederenvervoer. Zij verzoeken de leden
der Kamer in overleg met de regeering dé be
handeling van dit wetsonwep te willen opschor
ten, teneinde aan de regeering de gelegenheid
te geven, zich met bekwamen spoed te kunnen
beraden omtrent het intrekken van het huidige
wetsvoorstel en het indienen van een nieuw
wetsontwerp, waarbij met de geopperde bezwa
ren is rekening gehouden, dan wel, indien de
regeering hiertoe niet bereid mocht zijn, het
onderhavige wetsvoorstel te verwerpen.